0.01. TERMINOLOGIE Voor de toepassing van onderhavige voorschriften wordt verstaan onder:

Vergelijkbare documenten
Artikel 3 - PLAATSEN BESTEMD VOOR GEKOPPELDE EN VRIJSTAANDE BEBOUWING

Zone voor openbare gebouwen of gebouwen met openbare bestemming.

VERKAVELING VOOR WONINGBOUW

BPA NR.19 EN 21BIS ZWARTE AREND

Gemeente Hemiksem. Verkaveling voor woningbouw. Steenbakkerijstraat. Dossier HEM204. Stedenbouwkundige voorschriften

BPA NR.32 ANTWERP-STADION EN OMGEVING

0.01. TERMINOLOGIE Voor de toepassing van onderhavige voorschriften wordt verstaan onder:

Bijzonder plan van aanleg nr. 46: Groenendaallaan Noorderlaan Straatsburgdok

BPA20(2)4. BPA20 (2) 4 (Adegemstraat en omgeving) 1

BPA NR.19 EN 21BIS ZWARTE AREND

BPA TERMINOLOGIE Voor de toepassing van de onderhavige voorschriften wordt verstaan onder:

0.01. TERMINOLOGIE Voor de toepassing van onderhavige voorschriften wordt verstaan onder:

BPA TERMINOLOGIE Voor de toepassing van de onderhavige voorschriften wordt verstaan onder :

VOORGAAND ARTIKEL - ALGEMENE BEPALINGEN TERMINOLOGIE Voor de toepassing van deze voorschriften wordt verstaan onder :

Gemeente Niel. Verkaveling voor woningbouw. van gronden gelegen te Niel. Verkaveling omgeving Keizerstraat. Dossier NIE210

bestaande stedenbouwkundige voorschriften verkaveling Lochtenberg 1/11

BPA5 1HEFFEN TERMINOLOGIE Voor de toepassing van onderhavige voorschriften wordt verstaan onder :

Gemeente Hemiksem. Verkaveling voor woningbouw. Heiligstraat Gemeenteplaats. Dossier HEM205. Stedenbouwkundige voorschriften

Voor de toepassing van de onderhavige voorschriften wordt verstaan onder :

1.1. TERMINOLOGIE 1.2. INTERPRETATIE VAN DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 1.3. AFWIJKING VAN DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

0.01 TERMINOLOGIE Voor de toepassing van onderhavige voorschriften wordt verstaan onder:

Provincie Antwerpen Gemeente Brasschaat. BIJZONDER PLAN VAN AANLEG Nr. 39. "De Mik" K.B Stedenbouwkundige voorschriften

20(3) TERMINOLOGIE Voor de toepassing van de onderhavige voorschriften wordt verstaan onder :

0.01 Terminologie: Voor de toepassing van de onderhavige voorschriften wordt verstaan onder:

BPA NR.61 KONINGIN ELISABETHLEI EN OMGEVING

BPA NR.18 BORSBEEKBRUG

Stedenbouwkundige voorschriften. Artikel 1: Zone voor hoofdgebouwen

BPA NR.18 BORSBEEKBRUG

VERKAVELING VOOR WONINGBOUW

33QUATER TERMINOLOGIE Voor de toepassing van de onderhavige voorschriften wordt verstaan onder:

BPA22QUATER. Voor de toepassing van de onderhavige voorschriften wordt verstaan onder :

BPA NR.43 GROOT HAGELKRUIS

VERKAVELING VOOR WONINGBOUW. Van grond gelegen: Molenakkers STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 130/003(1)

0.01 Terminologie: Voor de toepassing van de onderhavige voorschriften wordt verstaan onder:

Gemeente Schoten Ruimtelijk uitvoeringsplan Tuinwijk Bloemendaal Gedeeltelijke herziening Stedenbouwkundige voorschriften Dossier SHO122

BREEBOS BIJZONDER PLAN VAN AANLEG. Provincie Antwerpen. Gemeente Rijkevorsel. Stedebouwkundige voorschriften gevoegd bij plan dd.

BPA NR.39 BILDERDIJKSTRAAT EN OMGEVING

BESTEMMING HOOFDGEBOUW, BIJGEBOUW, NIET-BEBOUWD GEDEELTE. eengezinswoningen, met inbegrip van zorgwoningen worden toegelaten.

BPA NR.31 SCHOONBROEKSTRAAT EN OMGEVING

BPA NR 17 C DE BIST. Pagina 1 van 37

VERKAVELING VOOR WONINGBOUW

Voorschriften betreffende de aanleg en de inrichting van de aangeduide stroken

STAD AALST BIJZONDER PLAN VAN AANLEG NR. 6 EREMBODEGEM - FONTEINBOS

Gemeente Zandhoven Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Disselbraak Stedenbouwkundige voorschriften Dossier ZAN168

Bremakker te Baarle-Hertog. Koopprijs vanaf: ,00 k.k.

STAD AALST BIJZONDER PLAN VAN AANLEG NR. 16 AALST - HEILIG HARTLAAN

BPA NR.30 BIS NEERLAND

1.01 TERMINOLOGIE voor de toepassing van de onderhavige voorschriften wordt verstaan onder:

STAD AALST BIJZONDER PLAN VAN AANLEG NR. 5 EREMBODEGEM - LEUVESTRAAT

Gemeente Schoten Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Centrum - herziening Stedenbouwkundige voorschriften Dossier SHO123

GEMEENTE HOUTHALEN ~ HELCHTEREN SECT/E E, ~~ DE HEIDE

voorschriften bpa nr. 128 Oude Oostendse Steenweg

GOEDGEKEURDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Volgens vergunning nr. V/LE38/1 dd. 09/11/2016 Inclusief opmerkingen technische dienst

Voorschriften betreffende de aanleg en de inrichting van de aangeduide stroken. Algemeen principe

VERKAVELINGSVOORSCHRIFTEN

STAD LEUVEN BIJZONDER PLAN VAN AANLEG L3I. Rijschool I GOEDGEKEURD BIJ KB VAN 26/08/1966 VOORSCHRIFTEN

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN HORENDE BIJ DE AANVRAAG VOOR DE VERKAVELINGSVERGUNNING

Gemeente Westerlo Verkaveling Zoerle Parwijs

Gemeente Oud-Heverlee Reigersstraat ZN 5e afdeling - Sectie A Nummer 243G/deel & 237L/deel

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

BEEKHEYDE BIJZONDER PLAN VAN AANLEG STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN. gevoegd bij plan dd. 3/4/1997

ART.3 STROOK C: GEKOPPELDE EN VRIJSTAANDE BEBOUWING...32 ART.6 STROOK F: AANEENGESLOTEN BEBOUWING MEERGEZINSWONING...42

voorschriften bpa nr. 39 Sint-Jozefskwartier

Bijzondere bepalingen

3. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING

PROVINCIE LIMBURG ARRONDISSEMENT HASSELT GEMEENTE TESSENDERLO STEDEBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJZONDER PLAN VAN AANLEG INDUSTRIEZONE 4

Addendum B28b Specifieke verkavelingsvoorschriften

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

Izegem, Hondekensmolenstraat / Katteboomstraat

voorschriften bpa nr. 132 Witte Molenstraat

GOEDGEKEURDE VERKAVELINGVERGUNNING: NR. V 2013/05 VAN 03/09/2013

BPA NR 1-3A HAGELKRUIS EN OMGEVING

Gemeente TURNHOUT VERKAVELING VOOR WONINGBOUW. van grond gelegen: Tramstraat z/n. Sectie P - Nummer 245 B5. Stedenbouwkundige Voorschriften

het project het projectbesluit Loo, Husselarijstraat 46 in de gemeente Duiven.

COLOFON. Opdracht: RUP Le Lis. Opdrachtgever: Gemeentebestuur Hamme Marktplein 1 B-9220 Hamme. Opdrachthouder: SORESMA nv Britselei Antwerpen

voorschriften bpa nr. 18 Kerklaan Noord

Geel. Provincie Antwerpen. Stad Geel VERKAVELING VOOR WONINGBOUW. Je komt er, ie Will er. van grond gelegen: Dennenstraat

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN:

voorschriften bpa nr. 90 Sint-Andriesdreef

Vooraf: bij twijfel hebben de grafische voorstellingen voorrang op de voorschriften.

Stedenbouwkundige voorschriften BPA nr. 1. KRUIBEKE Nieuwe Wijk 3 e wijziging.

A. ALGEMENE BEPALINGEN VOORAFGAANDE ARTIKELS B. BIJZONDERE BEPALINGEN Artikel 1: IN HET PLAN VOORKOMENDE GEBOUWPROFIELEN...

STAD LEUVEN BIJZONDER PLAN VAN AANLEG L6. Naamsestraat GOEDGEKEURD BIJ KB VAN 19/07/1963 VOORSCHRIFTEN

Brasschaat De Prolistraat_Deel 1. antwerpen. Brasschaat. Verkaveling voor woningbouw. De Prolistraat nr januari 2017.

3 WOONGEBIED VOOR GEKOPPELDE EN VRIJSTAANDE BEBOUWING

stedenbouwkundige voorschriften

BPA BINNENSTAD (BOUWBLOK OUDE BEURS, LANGE DOORNIKSTRAAT, ZIRKSTRAAT, HOFSTRAAT)

De terreinbezetting wordt uitgedrukt in het procent van het perceeldeel gelegen binnen de betrokken zone.

BPA NR.97 DAM-WEST. Pagina 1 van 24

bestemmingsplan Ossehaar, uitwerkingsplan fase B VOORSCHRIFTEN februari

BIJLAGE 2 - VOORSCHRIFTEN - PLANKAART

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VAN EEN' VERKAVELING voor kavels 1 en 2

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 1.VOORSCHRIFTEN EN BESTEMMING HOOFDGEBOUW. 1.1 Bestemming hoofdgebouw

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

Gemeente Zandhoven Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Bogaerevelden Stedenbouwkundige voorschriften Dossier ZAN169

nihil zie grafische gedeelte zie aanvullende voorschriften

Transcriptie:

VOORAFGAAND ARTIKEL ALGEMENE BEPALINGEN 0.01. TERMINOLOGIE Voor de toepassing van onderhavige voorschriften wordt verstaan onder: 1. AANEENGESLOTEN GEBOUW: gebouw waarvan de beide zijgevels op de erfscheiding zijn geplaatst. 2. ACHTERGEVELBOUWLIJN: grens tussen de strook voor hoofdgebouwen of bouwstrook enerzijds en de strook voor binnenplaatsen en tuinen of de strook voor tuinen anderzijds. 3. ALLEENSTAANDE GEBOUWEN: bebouwingswijze waarbij alle buitengevels van een gebouw volledig vrij staan. 4. AUTOBERGPLAATS: gebouw geschikt voor het stallen van een of meer auto s. 5. BALKON: open uitbouw aan de bovenverdieping van een huis. 6. BERGPLAATS: gebouw dat tot berging wordt aangewend, met uitsluiting van enig bedrijf. 7. BOUWBLOK: groep gebouwen aan alle zijden door straten of wegen ingesloten. 8. BOUWHOOGTE: Hoogte van een bouwwerk die - indien niet anders aangeduid - moet worden gemeten van peil voetpad tot bovenkant van de deksteen of kroonlijst. 9. BOUWSTROOK: strook die onder voorbehoud van eventuele voorschriften nopens plaatsing ten opzichte van de perceelgrenzen en van de eventuele beperking wat de bebouwde oppervlakte of de bouwdiepte betreft over haar gehele diepte voor bebouwing in aanmerking komt. 10. BOUWVRIJE STROOK: strook waarin - behoudens speciale bepalingen - geen constructies mogen worden opgericht. 11. BOUWVRIJE VOORTUINSTROOK: strook grond, met een bepaalde diepte, gelegen tussen de rooilijn en de voorgevelbouwlijn. 12. BOUWVRIJE ZIJTUINSTROOK: strook grond, met een bepaalde breedte, gelegen tussen de zijgrens van een perceel en de vrijstaande zijgevel van een kopgebouw of van een vrijstaand gebouw en waarvan de diepte gelijk is aan die van de aanpalende bouwstrook.

13. BOVENVERDIEPING: verdiepingen, hoger dan de benedenverdieping. 14. CONSTRUCTIE: elk bouwwerk van hout, steen, metaal of ander bouwmateriaal dat hetzij met de grond verbonden is, hetzij op de grond geplaatst is en zodanige afmetingen heeft dat het niet zonder voorbereidende werkzaamheden kan worden verplaatst. 15. DAKVENSTER: uit het dakvlak vooruitspringend venster. 16. ERKER uitbouwsel aan een gevel dat zich over een of meer verdiepingen uitstrekt. 17. GARAGE: bergplaats voor voertuigen, met uitsluiting van garagebedrijven (herstelplaatsen). 18. GEBOUW: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met doorgaande muren omsloten ruimte vormt. 19. GEGROEPEERDE GEBOUWEN: bebouwingswijze waarbij kleine groepen van gelijkvormige woonhuizen worden afgescheiden door een open ruimte. 20. GEKOPPELDE GEBOUWEN: bebouwingswijze waarbij twee constructies worden ingeplant op de perceelsgrens en op dezelfde voorgevelbouwlijn, zodanig dat zij uitwendig een harmonisch en esthetisch geheel vormen. 21. HANDELSINRICHTING: gebouw bestemd voor het exploiteren van een handelszaak, met uitsluiting van elk ander bedrijf en al dan niet samengaand met de bewoning van een deel van het gebouw. 22. HOEKGEBOUW: gebouw opgericht op een perceel dat aan twee straten paalt op de plaats waar deze elkaar kruisen. 23. HOK: gebouw bestemd voor het onderbrengen van huisdieren, zonder handels- of bedrijfsdoeleinden. 24. HUIZENBLOK: groep van twee of meer gebouwen die aan beide uiteinden met een kopgebouw is afgewerkt. 25. KLEINBEDRIJF: bedrijf op een kleine schaal waarvan het bestaan of de werking, uit oogpunt van rust en hygiëne, geen abnormale hinder veroorzaakt voor de omgeving.

26. KOPGEBOUW: gebouw aan een der uiteinde van een huizenblok en waarvan de vrijstaande zijgevel als een voorgevel is afgewerkt. 27. LUIFEL: afdak aan de voorgevel of aan de vrijstaande zijgevel van een gebouw. 28. ROOILIJN: grens tussen openbaar en privaat domein. 29. SCHEIDSMUUR: gevel van een gebouw die is opgericht op de grens van twee erven. 30. TECHNISCHE VERDIEPING: extra bouwlaag in hoofdzaak bestemd om daarin verschillende opbouwen zoals o.a. lifthuisjes en schoorsteenpijpen te verbergen, maar die ook bewoonbare vertrekken mag bevatten, mits wordt voldaan aan de gestelde eisen. 31. TERRAS: dak van een huis of een deel ervan dat is ingericht om erop te verblijven. 32. UITBOUW: uitspringend aanbouwsel zonder bovenverdieping. 33. UITSPRONG deel van een gevel dat niet in hetzelfde vlak ligt als het overige gedeelte van die gevel. 34. VOORGEVELBOUWLIJN: denkbeeldige lijn die op de plaatsen zonder voortuinstrook samenvallend met de rooilijn, en op de andere plaatsen de grens vormt tussen de voortuinstrook en de bouwstrook. 35. VOORGEVELLIJN: lijn waarop de voorgevel van een gebouw geplaatst is. 36. VRIJSTAANDE GEVEL: gevel of gedeelte van een gevel waartegen niet wordt aangebouwd. 37. WONING: huis of deel van een huis, bestemd voor de huisvesting van één enkel gezin. 38. WOONGEBOUW: bouwwerk dat een vrij groot aantal woningen in zich verenigt. 39. WOONHUIS: gebouw uitsluitend tot huisvesting van één of meer gezinnen ingericht. 40. ZADELDAK: dak gevormd door twee gelijkhellende dakvlakken van gelijke lengte die in een nok samenkomen.

0.02 AFWIJKING VAN DE BEBOUWINGSVOORSCHRIFTEN (zie ook art. Bijz. bep. ) Indien er in een huizenblok reeds een gebouw bestaat dat werd opgericht overeenkomstig een vergunning afgegeven door de daartoe bevoegde overheid, zullen de overige gebouwen op te richten in dat blok, zo nodig in afwijking van de onderhavige voorschriften doch onverminderd de afwijkingsmogelijkheden voorzien in artikel 51 der wet van 29 maart 1962, aan dat bestaand gebouw moeten worden aangepast wat de voorgevelhoogte, de kleur van het gevelmateriaal, de dakvorm (helling en nokpeil) en de dakbedekking (aard en kleur) betreft. 0.03. ALGEMEEN GELDENDE VOORSCHRIFTEN: 1 - KROONLIJSTEN Alle vrijstaande gevels, die vanaf de openbare weg zichtbaar zijn en die niet op de erfscheiding geplaatst zijn, moeten worden voorzien van een lijstgoot met een oversteek van: - 0,50 meter aan de voorgevel van een hoofdgebouw; - 0,20m à 0,50m aan de overige gevels. 2 - UITSPRONGEN UIT HET GEVELVLAK VAN EEN HOOFDGEBOUW 1) uit de voorgevel: a) erkers en balkons: maximum-uitsprong 0,50 meter op min. 2,50 meter boven het peil van het voetpad en op min. 0,50 meter afstand van het verlengde van elke scheidsmuur. b) luifels: maximum-uitsprong 1 meter op min. 2,50 meter boven het voetpadniveau. c) overige uitsprongen: maximum 0,30 meter op min. 2,50 meter boven het peil van het voetpad. 2) uit de vrijstaande zijgevel: alle uitsprongen zijn toegelaten voor zover zij zich niet bevinden in de bouwvrije zijtuinstrook. 3) uit de achtergevel: a) terrassen en balkons: uitsprong uit het voorziene profiel max. 2 meter op min. 2 meter afstand van elke perceelgrens. b) erkers: uitsprong uit het voorziene profiel is verboden. 3 - AUTOBERGPLAATSEN IN DE BOUWVRIJE ZIJTUINSTROKEN: a) Plaatsing: - de voorgevel op minimum 5 meter uit de voorgevelbouwlijn; - de achtergevel op een afstand uit de voorgevelbouwlijn die niet groter mag zijn dan de diepte van de aanpalende bouwstrook; - een zijgevel op de erfscheiding. b) Bouwhoogte: - gemeten van peil voetpad tot bovenkant kroonlijst: 3,00 meter c) Gevelmaterialen: - gevels zichtbaar vanaf de openbare weg: aangepast aan het hoofdgebouw; - overige gevels: baksteen. d) Dakvorm: - plat dak

NOTA: de oprichting overeenkomstig de vermelde voorschriften van een autobergplaats in de bouwvrije zijtuinstrook kan, indien niet op het plan voorzien, slechts worden toegestaan op voorwaarde dat: 1) de plaatsing op de erfscheiding van afzonderlijke bijgebouwen in het betrokken gebied is toegelaten ingevolge de voorschriften vervat in de volgende artikelen; 2) door de aanvrager en door de eigenaar van het aanpalende perceel, op de zijgrens waarvan de autobergplaats zal worden opgericht, ondertekende verklaring wordt voorgelegd waaruit blijkt: - dat hij kennis heeft van het bouwplan van de aanvrager; - dat het hem bekend is dat, bij de oprichting van een afzonderlijke autobergplaats op zijn perceel, aan hem of zijn rechtverkrijgenden de verplichting zal worden opgelegd tot plaatsing ervan op dezelfde voorgevelbouwlijn en tot uitvoering ervan in hetzelfde gevelmateriaal. 4 - AFSLUITINGEN EN BRIEVENBUSSEN: a) verplichte afsluitingsmuur (aangeduid op het plan): moet tezelfdertijd als het hoofdgebouw worden opgericht met een hoogte van 2 meter en uitgevoerd in gevelsteen, afgedekt met verglaasde muurkappen, natuursteen of ezelsrug. b facultatieve afsluitingsmuren tussen de erven onderling en tussen een erf en de openbare weg: behoudens andersluidende bepalingen in de volgende artikelen: 1) in de voortuinstrook: muurtje in gevelsteen waarvan de hoogte, behoudens de posten naast de ingangen 0,40 meter niet overschrijdt. BRIEVENBUSSEN mogen opgericht worden aan de rooilijn zoals voorzien in het koninklijk besluit van 27 mei 1958; 2) in de zijtuinstrook: muurtje in gevelsteen met een maximumhoogte van 0,40 meter; 3) in de strook voor binnenplaatsen en tuinen: afsluitingsmuren in baksteen zijn toegelaten in het verlengde van de scheidmuur en tot een maximumhoogte van 2,00 meter. De uitvoering in betonplaten is geoorloofd voor zover de constructie niet zichtbaar is vanaf de openbare weg. 5 - HELLENDE OP- EN AFRITTEN: a) in de bouwvrije voor- en zijtuinstroken: verboden; Behoudens in de voortuinstrook 2. b in de strook voor binnenplaatsen en tuinen: afritten toegelaten. Opritten toegelaten op minimum 3,00 meter afstand van de erfscheiding met een maximumhoogte van 1,50 meter boven het peil van het voetpad. 6 - WIJZIGING VAN HET BODEMRELIEF: In de bouwvrije voor- en zijtuinstroken is een wijziging van het bodemreliëf slechts toegelaten voor zover het maaiveld niet hoger of lager gebracht wordt dan het peil van het voetpad.

VOORAFGAAND ARTIKEL: ALGEMENE BEPALINGEN ALGEMEEN GELDIGE VOORSCHRIFTEN (vervolg) PARKEER-, LAAD- EN STOPPLAATSEN I. Parkeerruimte: A. Algemene voorschriften: 1) Binnen de grenzen van het perceel waarop een gebouw wordt opgericht of verbouwd en binnen en bouwstrook dient tegelijkertijd een parkeerruimte te worden aangelegd met een minimale stallingscapaciteit zoals hierna bepaald onder punt 5. 2) Indien het niet mogelijk of niet wenselijk is de vereiste parkeerruimte geheel of gedeeltelijk op het bouwperceel te voorzien, kan op eensluidend advies van de gemachtigde ambtenaar, door het College van burgemeester en schepenen vergunning worden verleend om de parkeerruimte binnen een bouwstrook aan te leggen op een perceel of te voorzien in een gebouw dat gelegen is of zich bevindt in een straal vaan vierhonderd meter, gemeten vanaf de grenzen het bouwperceel, en waarover de aanvrager de beschikking heeft hetzij in eigendom, hetzij ingevolge overeenkomst zoals hierna bepaald onder B, 8, C. 3) Indien de vereiste parkeerruimte, zoals bepaald onder de punten 1 en 2 hierboven, geheel of gedeeltelijk niet kan of mag worden aangelegd zal door de aanvrager een belasting of compensatoire vergoeding aan het gemeentebestuur moeten worden betaald naar rato van de ontbrekende parkeerruimte, zodra deze is vastgesteld door de gemeenteraad en goedgekeurd door de hogere overheid. In afwachting daarvan is het onderhavige lid niet van toepassing. 4) De parkeerruimte, die niet in een gebouw is voorzien, moet, met inbegrip van de toegangen, volledig worden aangelegd. Bij wijze van uitzondering volstaat evenwel bij groepsbouw van sociale woningen een aanleg ten belope van 60% van de vereiste parkeerruimte volgens de normen hierna bepaald. Bij het bouwen van bijkomende sociale woningen gelden dan weer de normen voor alle woongebouwen. 5) Aard of bestemming Aantal stallingspl. Aantal pl./eenheid - sociale woningen (groepsbouw) 1 1 woning aanleg 60% - woongebouw of vergroting van 1 1 woning bestaande vloeroppervlakte met 50% of meer. - bedrijfsgarage - café - garage (werkplaats) 1 50m² of fractie vloer- - kantoor oppervlakte. - restaurant - winkel

Aard of bestemming Aantal stallingspl. Aantal pl./eenheid - distributiecentrum - hypermarkt - superbazar 1 10m² vloeroppervlakte - superette - supermarkt - ambachtelijk gebouw - fabriek - industriegebouw - kleinnijverheid - nijverheidsgebouw 1 100m² of fractie vloer- - remise voor voertuigen oppervlakte openbaar vervoer - bioscoop - concertzaal 1 10 zitplaatsen - schouwburg - vergaderzaal - sporthal 1 10 zit- of staanplaatsen - bejaardentehuis 1 3 woningen - hotel 1 3 kamers - kliniek 1 4 bedden - motel 1 1 kamer - onderwijsinrichtingen - kleuterschool 1 1 klas - lagere school 1 1 klas - lyceum 1 1 klas - technische school meisjes 1 1 klas - middelbare school 1,1 1 klas - normaalschool 1,1 1 klas - atheneum 1,2 1 klas - lagere school voor buitengewoon onderwijs 1,4 1 klas - technische school jongens 2,0 1 klas - hogere technische dagschool 3,0 1 klas - instituut verpleegkunde 4,0 1 klas - hogere technische weekeindschool 4,5 1 klas Deze berekeningswijze moet bij verbouwing enkel worden toegepast op de bijkomende eenheden, met dien verstande dat voor alle onderwijsinrichtingen slechts 1 stallingsplaats vereist is per bijkomende klas.

B. Opmerkingen: 1) Berekening van de vloeroppervlakte: De vloeroppervlakte wordt buitenwerks gemeten tussen de onbeklede buitenwanden van de gevelmuren van alle ruimten die kunnen worden afgesloten, zonder rekening te houden met de onderbrekingen door scheidingsmuren of verticale dienstwegen. De vloeren van de lokalen die zich beneden het terreinniveau bevinden worden evenwel niet meegerekend. Wat de vloeren onder het dak betreft wordt alleen het gedeelte met een binnenwerks gemeten vrije hoogte van tenminste 2,20 meter meegerekend. 2) Minimale afmetingen van de parkeerruimte en van de toegangen: Opdat een stallingsplaats in aanmerking zou kunnen worden genomen bij de berekening van de stallingscapaciteit zijn de volgende minimale afmetingen vereist: a) voor boxengarages: 5,00m x 2,75m x 1,80m hoogte b) voor afgesloten ruimten: 4,50m x 2,25m x 1,80m hoogte c) voor stalling in open lucht: 5,50m x 2,50m De minimumbreedte van de toegangen moet daarenboven overeenstemmen met die, aangegeven op de modellen onder letter D. 3) Toegankelijkheid van de stallingsplaats: Elke parkeerplaats moet aan de toegangsweg grenzen. Bij wijze van uitzondering is het evenwel toegelaten bij woongebouwen parkeerplaatsen te voorzien die slechts kunnen worden ingenomen na eventuele verplaatsing van één ander autovoertuig 4) Voor de toepassing van het voorschrift vermeld onder letter A, punt 2, dient ermee rekening te worden gehouden dat een parkeerruimte slechts in aanmerking kan worden genomen voor zover zij nog niet werd geteld als parkeerruimte voor een ander gebouw. Daarenboven moet het eventuele gebouw waarin de parkeerruimte wordt voorzien opgericht zijn overeenkomstig een bouwvergunning die na 11 november 1964 is afgegeven. Gebouwen die worden opgericht overeenkomstig een bouwvergunning die afgegeven werd voor de voormelde datum kunnen eventueel in aanmerking worden genomen in dien hun oorspronkelijke bestemming na die datum in garagebestemming werd gewijzigd. De nodige bewijsstukken moeten door de aanvrager worden voorgelegd. 5) Kantoren voor de uitoefening van een vrij beroep: De vloeroppervlakte van de kantoren, studies, kabinetten, wachtkamers, enz. die deel uitmaken van een woning die gedeeltelijk bestemd is voor de uitoefening van een vrij beroep wordt geteld in de oppervlakte van de woning waartoe zij behoren, zij worden derhalve niet als kantooroppervlakte beschouwd. 6) Gebouwen waarvoor geen bepaalde norm is vastgesteld: Voor de gebouwen waarvan de bestemming niet voorkomt in de lijsten van letter A, punt 5, moeten in voldoende mate parkeerplaatsen worden voorzien, rekening houdend met de plaatselijke omstandigheden.

7) De helling van een afrit naar de ondergrondse parkeerruimte mag, over een afstand van 5 meter, gemeten vanaf de rooilijn, niet meer dan 4% bedragen. 8) Gegevens te verstrekken door de aanvrager: a) elke bouwaanvraag moet worden aangevuld met een berekeningsnota waaruit blijkt dat aan de vereiste stallingscapaciteit in verband met het bouwwerk is voldaan. b) op het grondplan dat bij een bouwaanvraag is gevoegd moet de aanvrager rechthoekjes tekenen die voldoen aan de hierboven onder nr. 2 bepaalde minimale afmetingen Op dat grondplan moeten ook de toegangen met hun afmetingen duidelijk worden getekend. c) indien de aanvrager geen eigenaar is van de parkeerruimte die buiten het bouwperceel is voorzien moet bij de aanvraag een kopie van de overeenkomst worden gevoegd die afgesloten werd tussen de aanvrager en de eigenaar van de parkeerruimte overeenkomstig aan de modellen onder de letter E. d) indien het perceel waarop de parkeerruimte zal worden aangelegd op het grondgebied van een andere gemeente ligt dan die waarop het hoofdgebouw wordt gebouwd, dient door de aanvrager een attest bij het dossier te worden gevoegd, afgegeven door het betrokken gemeentebestuur, waarbij bevestigd wordt enerzijds dat de grond nog niet als parkeerplaats is aangewend voor een ander gebouw en anderzijds dat er vanwege het gemeentebestuur geen bezwaar bestaat tegen de aanwending van het terrein als parkeerruimte. e) indien de bouwaanvraag betrekking heeft op verbouwingswerken aan een woonhuis moet uit de aanvraag de bestaande toestand blijken wat het aantal woningen en de oppervlakte ervan betreft. Afwijkingen: 1) Op verzoek van de aanvrager kan, bij industriële of ambachtelijke gebouwen, de berekening van de vereiste parkeerruimte gebeuren naar rato van 1 parkeerplaats per 10 tewerkgestelde personen wanneer een nieuw gebouw wordt opgericht en per 10 supplementair tewerkgestelde personen wanneer een bestaande inrichting wordt verbouwd. 2) Ondergrondse parkeerruimte: In afwijking van hetgeen onder letter A, punt 1, is bepaald, kan worden toegelaten, bij afzonderlijk ingeplante hoogbouw of bij andere omvangrijke gebouwen, de parkeerruimte ondergronds te voorzien in groenstroken andere dan voortuinen, voor zover: - geen reliëfwijziging wordt verricht in een strook van 3 meter langs de perceelgrenzen; - de afritten naar de parkeerruimte niet in een bouwvrije voor- en zijtuinstrook worden aangelegd - het dak van de garage plat is, niet meer dan één meter boven het maaiveld uitsteekt en bedekt is met een laag teelaarde van 30cm dikte die bekleed is met graszoden en/of beplant met bloemen en heesters; - de buitenmuren die boven de grond uitsteken door plantengroei worden verborgen;

- de helling van de afritten over een afstand van 5 meter gemeten vanaf de rooilijn, niet meer dan 4% bedraagt. 3) Verplichting tot het bouwen van garages: In afwijking van de bepalingen onder letter A, punten 1 en 2, kan door de gemachtigde ambtenaar of het schepencollege de verplichting worden opgelegd de vereiste parkeerruimte geheel of gedeeltelijk in gebouw te voorzien.

E.1. Overeenkomst m.b.t. parkeerruimte in een gebouw Tussen 1. de heer... wonende te... eigenaar van het gebouw te... kadastraal bekend... opgericht overeenkomstig de bouwvergunning afgegeven op door het College van burgemeester en schepenen van en bevattend... (aantal vermelden) parkeerplaatsen, die nog niet werden in aanmerking genomen als parkeerruimte om te voldoen aan de door de bevoegde overheid terzake gestelde eisen; verder partij enerzijds genoemd; 2. en de heer... wonende te... bouwheer van (bestemming van het gebouw vermelden) o.m. huis, flatgebouw, winkelhuis enz.. op het terrein gelegen... kadastraal bekend... verder partij anderzijds genoemd; wordt het volgende overeengekomen: 1. de parkeerplaatsen op het bijgaand plan genummerd van... tot.. worden door de partij enerzijds ter beschikking gesteld van de partij anderzijds, om te dienen als parkeerruimte ten behoeve van het gebouw dat door de partij anderzijds wordt opgericht; 2. de partij enerzijds verbindt zich ertoe voor haar en voor haar rechthebbenden en rechtverkrijgenden de voormelde parkeerplaatsen niet meer in aanmerking te brengen als parkeerruimte voor andere gebouwen, waarvoor het bestaan van parkeerplaatsen door de bevoegde overheid als voorwaarde wordt gesteld tot het bekomen van de bouwvergunning; 3. de partij anderzijds verbindt zich ertoe in de verkoop- of verhuurakten van het geheel of van een gedeelte van het op te richten gebouw, een clausule in te lassen, waarbij de eigenaar of huurder in kennis wordt gesteld van onderhavige overeenkomst. GEDAAN TE. DE PARTIJ ENERZIJDS, DE PARTIJ ANDERZIJDS, Gemaakt in drie originelen waarvan één kosteloos ter beschikking wordt gesteld van het College van burgemeester en schepenen.

Overeenkomst m.b.t. parkeerruimte in een terrein Tussen 1. de heer... wonende te... eigenaar van het gebouw te... kadastraal bekend... opgericht overeenkomstig de bouwvergunning afgegeven op door het College van burgemeester en schepenen van en bevattend (1)... (aantal vermelden) parkeerplaatsen, die nog niet werden in aanmerking genomen als parkeerruimte om te voldoen aan de door de bevoegde overheid terzake gestelde eisen; verder partij enerzijds genoemd; 2. en de heer... wonende te... bouwheer van (2)... op het terrein gelegen... kadastraal bekend... verder partij anderzijds genoemd; wordt het volgende overeengekomen: 1. de parkeerplaatsen op het bijgaand plan genummerd van... tot.. worden door de partij enerzijds ter beschikking gesteld van de partij anderzijds, om te dienen als parkeerruimte ten behoeve van het gebouw dat door de partij anderzijds wordt opgericht; 2. de partij enerzijds verbindt zich ertoe voor haar en voor haar rechthebbenden en rechtverkrijgenden de voormelde parkeerplaatsen niet meer in aanmerking te brengen als parkeerruimte voor andere gebouwen, waarvoor het bestaan van parkeerplaatsen door de bevoegde overheid als voorwaarde wordt gesteld tot het bekomen van de bouwvergunning; 3. de partij anderzijds verbindt zich ertoe in de verkoop- of verhuurakten van het geheel of van een gedeelte van het op te richten gebouw, een clausule in te lassen, waarbij de eigenaar of huurder in kennis wordt gesteld van onderhavige overeenkomst. GEDAAN TE. DE PARTIJ ENERZIJDS, DE PARTIJ ANDERZIJDS, Gemaakt in drie originelen waarvan één kosteloos ter beschikking wordt gesteld van het College van burgemeester en schepenen. (1) aantal (2) bestemming van het gebouw, o.m. huis, flatgebouw, winkelhuis

II. Laad- en losplaatsen De handelsgebouwen, alsmede de industriële of ambachtelijke gebouwen, waarvan de Bedrijfsvloeroppervlakte 500m² of meer bedraagt moeten beschikken over een laad- en losplaats op privégrond. Hetzelfde geldt voor de schouwburgen. Het College van burgemeester en schepenen kan evenwel, op eensluidend advies van de gemachtigde ambtenaar, van die verplichting ontheffing verlenen indien de plaatselijke toestand zulks rechtvaardigt. III. Stopplaatsen bij openbare inrichtingen: Voor de ingangen van inrichtingen bestemd voor publieke voorstellingen of manifestaties moet een ruimte worden aangelegd waar taxi s en autocars kunnen stilstaan zonder het verkeer op de openbare weg te hinderen. 8 - TECHNISCHE VERDIEPING (OF EXTRA BOUWLAAG): Mag voorzien worden op gebouwen met min. 11 meter hoogte. Zij is in hoofdzaak bestemd om daarin verschillende opbouwen, zoals o.a. lifthuisjes, schoorsteenpijpen en dergelijke te verbergen. Daarnaast mag zij ook bewoonbare vertrekken bevatten. Aan volgende voorwaarden moet worden voldaan: 1) de extra bouwlaag moet worden geplaatst (behoudens andersluidende voorschriften in volgende artikelen): a) op tenminste 4 meter achter de naakte voorgevelmuur en op tenminste 3 meter uit de achtergevelbouwlijn wanneer het gebouw in een rij staat (aaneengesloten bebouwing ); b) op tenminste 4 meter achter de naakte voorgevelmuur, tenminste 3 meter uit de achtergevelbouwlijn en op tenminste 4 meter van de naakte zijgevelmuur, wanneer het een kopgebouw of een vrijstaand gebouw betreft; c) zij mag niet hoger zijn dan een gewone verdiepingshoogte; d) ze moet worden gebouwd met dezelfde gevelmaterialen als die van de overeenkomstige gevel van het gebouw. e) ze wordt gerekend boven de voor het gebouw voorgeschreven bouwhoogte; 2) alle opbouwen moeten in de extra bouwlaag worden verborgen en geen enkele mag er boven uitreiken. Zulks sluit in dat die bouwlaag enkel via een trap bereikbaar mag zijn en dat de schoorstenen en verluchtingskanalen zich niet in de vrije strook, zoals bepaald in punt 1 hierboven, mogen bevinden. Artikel 1. ZONE VOOR AANEENGESLOTEN BEBOUWING Hoofdstuk 1. Bebouwingsvoorschriften 1.01 BOUWSTROOK a) Strook gemerkt 2

Artikel 1. PLAATSEN BESTEMD VOOR AANEENGESLOTEN BEBOUWING Hoofdstuk 1. Bebouwingsvoorschriften 1.01 STROOK VOOR HOOFDGEBOUWEN 1 PROFIEL a) Strook gemerkt 3 2 BESTEMMING Woonhuizen, handelsinrichtingen, kleinnijverheid 3 BEBOUWING Aaneengesloten zoals aangeduid op het plan en overeenkomstig het profiel voorzien in artikel 1.01 1. Geen vanaf de openbare weg zichtbare blinde gevels. 4 PLAATSING

a) voorgevel, vrijstaande zijgevel van een hoekgebouw: op de voorgevelbouwlijn aangeduid op het plan b) vrijstaande zijgevel van een kopgebouw: buiten de bouwvrije zijtuinstrook van 3 meter breedte, gemeten vanaf de zijgrens van het perceel, tenzij op het plan een andere breedte is aangeduid. c) vrijstaande achtergevel: overeenkomstig de aanduidingen van het dwarsprofiel van dit artikel met dien verstande dat de afstand tot de erfscheiding minimum 5 meter moet bedragen. Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen kan, voor de percelen gelegen in de nabijheid van een straathoek, door de Minister of door de gemachtigde ambtenaar, afwijking worden toegestaan. 5 VOORGEVELBREEDTE a) aaneengesloten bebouwing: de volledige perceelbreedte b) kopgebouwen: minimum 6,50 meter (behoudens andere aanduiding op het plan) 6 BOUWHOOGTE Gemeten van peil voetpad tot bovenkant kroonlijst: overeenkomstig de aanduidingen van het dwarsprofiel van dit artikel 7 DAKVORM plat dak volgens profiel 1 van dit artikel 8 GEVELMATERIALEN a) gevels zichtbaar vanaf de openbare weg: gevelmaterialen b) overige gevels: baksteen 1.02.1 Voortuinstrook 1 DIEPTE Zoals aangeduid op het plan 2 BEBOUWING Behoudens de uitsprongen voorzien in 0.03, 2 en de afsluitingen en brievenbussen voorzien in 0.03, 4 van het voorafgaand artikel: alle constructies verboden, met inbegrip van op- en afritten. 1.03.1 Strook voor bijgebouwen 1 1 BESTEMMING Bijgebouwen geplaatst op de voorgevelbouwlijn of in de zijtuinstrook: autobergplaatsen 2 PLAATSING Overeenkomstig de aanduidingen op het plan met dien verstande dat de zijgevels die niet op de erfscheiding worden geplaatst, slechts mogen worden opgericht op min. 3 meter uit de erfscheiding Indien het bijgebouw niet wordt opgericht mag op de voorbouwlijn ervan een afsluitingsmuur in hetzelfde gevelmateriaal als het hoofdgebouw en zoals beschreven in 0.03 4 a, maar met een hoogte van 3 meter worden opgericht. Op verzoek van de bouwheer (of bij gekoppelde bebouwing van beide bouwheren), kan vergunning worden verleend om het bijgebouw of de afsluitingsmuur in te planten op een andere bouwlijn dan deze op het plan aangeduid.

3 BOUWHOOGTE a) bijgebouwen geplaatst op de voorgevelbouwlijn of in de zijtuinstroook Gemeten van peil voetpad tot bovenkant kroonlijst: 3 meter. b) overige bijgebouwen: maximum 3 meter 4 DAKVORM bijgebouwen geplaatst op de erfscheiding en bijgebouwen geplaatst op de voorgevelbouwlijn of in de zijtuinstrook: PLAT dak 5 MATERIALEN Gevels: - zichtbaar vanaf de openbare weg: dezelfde kleur gevelsteen als deze van het hoofdgebouw - overige gevels: baksteen 1.04.1 Strook voor binnenplaatsen en tuinen 1 1 BESTEMMING Groenbeplanting, bergplaatsen, hokken en autobergplaatsen. 2 BEBOUWING a) gevel gericht naar het hoofdgebouw: op min. 10 meter uit de achtergevelbouwlijn van het gebouw b) overige gevels: hetzij op de erfscheiding, hetzij op min. 3 meter afstand ervan 3 BOUWHOOGTE max. 4 meter 4 DAKVORM a) gebouwen geplaatst op de erfscheiding: plat dak verplicht b) gebouwen op min. 3 meter uit de erfscheiding: plat, schuin of boogvormig dak met een maximumhelling van 45 5 MATERIALEN a) Gevels: zichtbaar vanaf de openbare weg: gevelmaterialen overige: baksteen b) bedekking van de schuine daken: - ofwel pannen, rechthoekige leien in horizontale rijen - ofwel (voor flauwhellende daken) dakvilt 1.04.2. Strook voor binnenplaatsen en tuinen II. 1 Bebouwing a) Indien de benedenverdieping van het hoofdgebouw één of meer lokalen bevat die voor huisvesting bestemd of geschikt zijn: alle bebouwing verboden b) Indien de benedenverdieping van het hoofdgebouw geen enkel lokaal bevat dat voor huisvesting bestemd of geschikt is: oprichting toegelaten van bijgebouwen met dezelfde bestemming als die van de benedenverdieping van het hoofdgebouw. 2 PLAATSING Binnen de grenzen aangegeven op het plan. 3 BOUWHOOGTE

Maximum 4,00 meter. 4 DAKVORM Plat dak 5 MATERIALEN Gevels zichtbaar vanaf de openbare weg: gevelmaterialen Overige gevels: baksteen 1.04.5 Binnenplaatsen en tuinen 5 1 BEBOUWING alle constructies verboden enkel beplantingen (bij voorkeur hoogstammig) en open parkeerplaatsen op degelijke wijze afgeschermd met beplanting toegelaten. 1.05 Strook met bouwverbod alle constructies verboden 1.05.1 Strook met bouwverbod (toegangsweg tot sportinstelling) behoudens afhankelijkheden van de sportinrichtingen: alle constructies verboden ARTIKEL 1. PLAATSEN VOOR AANEENGESLOTEN BEBOUWING Hoofdstuk 2. Verkavelingsvoorschriften 1 MINIMUMBREEDTE VAN DE KAVELS. (gemeten op voorgevelbouwlijn) a) voor aaneengesloten bebouwing: 6,00 meter; b) voor kopgebouwen: 9,00 meter; c) voor hoekgebouwen: 6,00 meter, vermeerderd met de eventuele bouwvrije strook De kavelbreedten moeten zodanig zijn dat zij de bebouwing, overeenkomstig de onderhavige voorschriften, van de in de omgeving liggende percelen of afwerking met een kopgebouw van een huizenblok niet in het gedrang brengen. 2 MINIMUMDIEPTE VAN DE KAVELS (gemeten vanaf voorgevelbouwlijn) de diepte van de strook voor hoofdgebouwen, vermeerderd met 16 meter. Op verzoek van het College van burgemeester en schepenen kan door de Minister of door de Gemachtigde ambtenaar afwijking worden toegestaan.

3 VORM VAN DE KAVEL De zijgrenzen moeten haaks op de rooilijn worden ontworpen over een diepte die tenminste gelijk is aan de samengevoegde diepten van de strook voor hoofdgebouwen en de voortuinstrook. ARTIKEL 7: INDUSTRIEGEBIED (GEBIEDEN VOOR AMBACHTELIJKE BEDRIJVEN OF GEBIEDEN VOOR KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN) 7.0.1 Bouwstrook 1 BESTEMMING Nijverheden die passen in het kader van de omliggende bebouwing. Kantoorgebouwen, sociale inrichtingen voor deze nijverheidsinstellingen, woonhuizen voor directie en bewakingspersoneel van de nijverheden. 2 BEBOUWING Alle constructies moeten uit stedenbouwkundig oogpunt verantwoord zijn, wat betreft de afmetingen, de plaatsing, de vormgeving en de aangewende materialen 3 BOUWHOOGTE maximum 11 meter 4 GEVELMATERIALEN Alle vanaf de openbare weg zichtbare gevels: gevelmaterialen overige gevels: baksteen 5 DAKVORM plat of boogvormig lichtkappen dienen geplaatst te worden op minimum 1 meter afstand van de zijmuren die het dak ondersteunen N.B. Elke bouwaanvraag dient vooraf aan het advies van het Bestuur van de stedenbouw en de ruimtelijke ordening onderworpen te worden. 7.02.1 Voortuinstrook 1 DIEPTE Zoals aangeduid op het plan 2 BEBOUWING Behoudens de uitsprongen voorzien in 0.03, 2 en de afsluitingen en brievenbussen voorzien in 0.03, 4 van het voorafgaand artikel: alle constructies verboden met inbegrip van op- en afritten Parkeerplaatsen toegelaten 7.03 Bufferzone Groenvoorziening verplicht (bij voorkeur hoogstammig) BIJZONDERE BEPALINGEN 1 AFWIJKING VOOR BIJZONDERE GEBOUWEN.

Van de bepalingen van de voorgaande artikelen en van de aanduidingen op de kaart kunnen afwijkingen worden toegestaan voor openbare gebouwen en voor gebouwen met publieke bestemming. 2 AFWIJKING BIJ VERKAVELING VOOR WONINGBOUW. a) Van de bepalingen van de voornoemde artikelen en van de aanduidingen op het plan kan, op voorstel van het College van burgemeester en schepenen, in een verkaveling voor woningbouw, door de Minister of door de Gemachtigde ambtenaar afwijking worden toegestaan wat de afmetingen en de plaatsing van de gebouwen, alsmede de aard en de kleur van de te verwerken materialen betreft. In dat geval worden de voorschriften van het onderhavig bijzonder plan ongeacht of zij grafisch zijn voorgesteld of niet binnen de grenzen van de verkaveling vervangen door die welke bij de vergunde verkaveling zijn gevoegd. b) Voor de percelen gevormd vóór de datum van het eerste goedkeuringsbesluit van onderhavig plan van aanleg of die grenzen aan een blinde zijgevel, kunnen afwijkingen van de bepalingen van onderhavige artikelen worden toegestaan of opgelegd. Wanneer de afmetingen van een op voormeld tijdstip bestaand perceel kleiner zijn dan die voorgeschreven in onderhavige artikelen, kan een herverkaveling met de aangrenzende percelen worden toegestaan. Percelen gevormd na de datum van het eerste goedkeuringsbesluit van onderhavig bijzonder plan van aanleg en ermee in strijd gevormd, kunnen niet van de afwijkingsmogelijkheid genieten. 3 BOUWVRIJE VOORTUINSTROOK AAN DE RIJKSWEGEN Onverminderd de bepalingen aan de voorgaande artikelen moeten aan de rijkswegen de volgende voorschriften worden in acht genomen: a) verplichte afsluiting aan de openbare weg: De percelen waarop gebouwen in achteruitbouw worden opgericht moeten tegelijkertijd op de weggrens worden afgesloten. Afsluitingen met hagen mogen evenwel slechts gebeuren op 0,25m achter die grens en de hoogte ervan mag 1,25m niet overschrijden. b) Beplantingen: In de voortuinstrook mogen beplantingen van meer dan 1,25m hoogte slechts worden verricht of in stand gehouden op minimum 2,00 meter achter de rooilijn; zij moeten verspringen met de wegbeplanting. In de nabijheid van bochten en van kruising van wegen zijn beplantingen die het uitzicht belemmeren verboden. 4 ALGEMEEN a) alle constructies moeten esthetisch verantwoord zijn; b) alle lokalen bestemd of geschikt voor huisvesting moeten behoorlijk verlicht en verlucht kunnen worden; c) de gemeentelijke bouwverordening blijft van kracht voor zover zij niet in strijd is met onderhavig plan en voorschriften; d) in geval van strijdigheid tussen onderhavige voorschriften en de aanduidingen op het plan, hebben deze laatste voorrang. ARTIKEL 14. PARKGEBIED 1 BESTEMMING

Park- en groenzone 2 BEBOUWING alle constructies verboden met uitzondering van schuilplaatsen en sanitaire installaties met een maximum oppervlakte van 30m² per eenheid. 3 BOUWHOOGTE één bouwlaag 4 GEVELMATERIALEN alle zichtbare gevels: gevelmaterialen ARTIKEL 17. SPEELWEIDEN EN BOSSEN 1 BESTEMMING speelgelegenheid 2 BEBOUWING Alle constructies verboden met uitzondering van schuilplaatsen, sanitaire installaties en uitrustingen eigen aan speelweiden en bossen. 3 BOUWHOOGTE Één bouwlaag 4 GEVELMATERIALEN Alle zichtbare gevels: gevelmaterialen ARTIKEL 18. GEBIED VOOR DAGRECREATIE 1 BESTEMMING Ontspanning, sport en spel 2 BEBOUWING Alle constructies verboden met uitzondering van schuilplaatsen, sanitaire installaties en recreatieve accommodaties met uitsluiting van alle verblijfsaccommodatie. 3 Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen kan voor sommige sportinstellingen door de Minister of door de gemachtigde ambtenaar afwijking worden toegestaan inzake verblijfsaccommodatie voor zover deze beperkt blijft tot een woning voor de directie en/of bewakingspersoneel. ARTIKEL 19. AGRARISCH GEBIED 1 BESTEMMING Landbouw in de ruime zin 2 BEBOUWING Enkel de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen N.B. Elke bouwaanvraag dient vooraf aan het advies van het Bestuur van de stedenbouw en de ruimtelijke ordening onderworpen te worden