couleur locale dico & texto

Vergelijkbare documenten
BRON A. Chapitre 5: Mon style est chic! 1 a 1) 2) 1 b foto 1 foto 2 foto 3 foto 4. 2 le café un croissant 3 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10)

6,6. Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni keer beoordeeld. Grandes Lignes Phrases Clés. Hoofdstuk 1. Ça va? = Hoe gaat het?

basiszinnen spreekvaardigheid

Talenquest Frans 2thv: Grammatica

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23.

UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté!

Le Français des vacances. Niveau

SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden

4 nummer 1 nummer 2 nummer 3

Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23.

Unité 5 Diagnose Kopieerblad 1

Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. II Noteer het juiste woord en vertaal het in het Nederlands.

Unité 6 Diagnose Kopieerblad 1

III. L adjectif. III. L adjectif. 1. Accord de l adjectif 1.1 L adjectif prend s 1.2 L adjectif + E 1.3 L adjectif substantivé

Aantekening Frans les pronoms personnels

U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon.

Hôtel Eurocatering. 26 oct. Sauna 24, , oct. Petit-déjeuner 14, ,50. Sous-total 3645,25 TVA 21% 765,50.

Chapitre 4, Ensemble!

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît?

écoutez, lisez, jouez

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie

Unité 3 Diagnose Kopieerblad 1. Bon! Je kunt in het Frans tot en met 39 tellen. 17,

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Wie helpt? Weet je het nog? Luister en kies de juiste foto. Datum:... Klas:... Naam:... Voornaam:...

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen

J aimerais savoir. Que je suis content! Pourrais-tu parler plus lentement? Bouger me fait mal.

Quel travail font tes parents? Ma mère travaille à la maison et mon père travaille dans une office. Welk

l'argent Donne. L'argent! pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! sûr - T'es sûr? Je connais quelqu'un qui peut. Merci Merci. Au revoir.

Q U K G D T P E H B Z L R W C I F J M S X. Maman est allée au supermarché. Elle a acheté beaucoup et elle a tout mis. en plastique.

VOCABULAIRE FRANCOFAN 1 MODULE 1 5. bonjour goeiedag voilà daarzo. salut hallo voici hierzo. oui ja aussi ook. non nee d accord ok.

Unité 7 Diagnose Kopieerblad 1. Je. 1. Bonjour. Je ch une jupe. J ai b. mais je ai pas de chapeaux. 4

15 et qui paie le loyer?

Frans grammatica hoofdstuk 1 en 2

Vendredi le dix-huit de cembre 2015.

Bonjour, Amicalement. Peter SE PRÉSENTER (2DE GRAAD BSO)

Unité 6 Diagnose Kopieerblad 1

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Waar kan ik vinden? Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen


Voyage Logement. Logement - Trouver. Logement - Réserver. Demander son chemin vers un logement

MÉTRO, BOULOT, DODO. Unité 1. Vocabulaire 1 Lees de zinnen en kruis het juiste woord / de juiste uitdrukking aan.

CA MARCHE 5 : Au carrefour : Nederlands en Franse tekst samen

FABULOUS CHIC WINTER LODGE CHRISTMAS MORNING BALANCED WHITE

Zich voorstellen. Hoofdstuk 1 Chapitre 1. Se présenter OBJECTIFS

- De leerlingen dramatiseren het verhaal en formuleren, met de hulp van de leerkracht,

6,2. Samenvatting door Jens 368 woorden 10 februari keer beoordeeld. 1.-Woorden SO en GP Frans (15/ )

Exercice 18a De Franse schooldagen zijn lang (omdat er meer lesuren zijn dan in andere landen).

Mijn vriendenboek. Voornaam: Gewicht:

En action 6. Woordtrainer. Salut! Ga naar voor meer informatie.

3.1. Met betrekking tot die communicatieve situaties waarin leerlingen. hoofdzaken begrijpen in korte mededelingen.

DREAMS NATURE GLAMOUR WINTER

Cahier d exercices. 3 e editie

GEZONDHEID (La santé)

INFORMATIE TAALDORP LEERBOEKJE MET PHRASES-CLÉS

1.1 Introduction Leçon 1: Se présenter Prononciation Culture: Un, deux, trois ou quatre bisous Grammaire...

janvier Maak nu zelf de meervoudsvormen van de volgende woorden. 1. la fête 2. le café 3. le nom 4. l'hôtel 5. le canal 6. la voix

UNITÉ. comme ça! Plak, teken, schrijf... wat je maar wilt. Dit is jouw pagina!

3 L adjectif Het bijvoeglijk naamwoord

Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm in de vakjes. Schrijf ook bij elke persoon de juiste naam

Taalregels. Praten, hebben, zijn, gaan, De werkwoorden

Mogelijke 'vragen' mondelinge examens zesde leerjaar (per 4 contacten):

5.5. Boekverslag door K. 718 woorden 3 februari keer beoordeeld. Frans toetje met vanillevla en geklopt eiwit

Reizen Wonen Koken & genieten Cultuur & vermaak

Comprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais

k ga naar school e vais à l ecole

Voudriez-vous me faire savoir si vous pouvez nous recevoir dans votre hôtel le 16 août dans l après-midi?

Herhalingen over grammatica (voor de examens)

Je n ai pas reçu le dépliant.

ISBN: KB: D/2010/0147/159 Bestelnummer: NUR: 191

Quelle est votre fonction actuelle? Quelles sont les missions de votre organisme? Quelles sont vos tâches personnelles?

Een ideale school. Tijd voor een toets! Luister en vul aan of teken Naam:... Voornaam:... Klas:... Datum:...

NUCLEAIR RISICO? BEREID JE VOOR! Meer tips op Informeer je op

In deze Lesbrief ga je een vlog maken waarin je over jezelf, je familie, je school en je hobby s vertelt.

Huiswerk Frans unité 1: Bonjour, moi je suis

Kopieerbladen. afdeling 4. Inleiding. trente-deux

Samenvatting Frans Franconville tape 9

Session 2016 BACCALAUREATS GENERAL ET TECHNOLOGIQUE NEERLANDAIS LANGUE VIVANTE 2

Examen VMBO-GL en TL. Frans CSE GL en TL. tijdvak 1 donderdag 31 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Le logement. In deze les leert u

Het taalconflict in België Vlamingen gedropt in Wallonië

Qui est à l appareil?

Document préparé par Marie Spaey, en collaboration avec Pauline de Wouters. Novembre 2009.

Cava. Cava Maison 25,00. Champagne. Champagne Maison 55,00

Spandoeken met ringen Bâches et banderoles avec œillets

Mefa brievenbussen. Puur design. Mefa boîtes aux lettres. Design à l état pur.

LEXIQUE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL

Bon, mon! S! 6. Au! / S! 7 V. / C'. 8 P! 9 M. 9

Grande enquête IPCF - Grote enquête BIBF

I Olympia 100 D I I n b o u w c a s s e t t e s o p h o u t - I n s e r t s à b o i s

Acceptez-vous le paiement par carte? Acceptez-vous le paiement par carte? Vragen of je met een creditcard kunt betalen

Unité 7 Diagnose Kopieerblad 1. Je. 1. Bonjour. Je ch une jupe. J ai b. mais je ai pas de chapeaux. 4

Chairs for the quality office FLIGHT

WAT MOET JE WETEN VOOR HET TAALDORP FRANS?

deco & lighting BY EXPO RENT

Kopieerbladen. afdeling 4. Inleiding. trente et un 31

Voorbeelden van examenopgaven moderne vreemde talen op niveau A2

Antwoorden thème 2 Après le bac

17609_Manual_zet in en win.indd :03

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

Transcriptie:

ntwoorden bij Unité Goûts et couleurs couleur locale eercice 1 1 gnès, Nina Ricci, almain, Christian Lacroi, etc. ijvoorbeeld: cosmetica: garnier, l Oréal, Yves Rocher; auto s: Citoën, Renault, Peugeot; sportartikelen: le Coq spotif, didas, Lafuma; huishoudelijke artielen: Mouline; eten en drinken: Evian, Perrier, onne Maman. dico & teto eercice chausettes collant top T-shirt jupe pri: pri: 3 pri: pri: 1 pri: 19 couleur: blanc couleur: noir couleur: rose couleur: orange couleur: violet sweat chaussures pull pantalon pri: pri: 9 pri: 7 pri: couleur: vert couleur: rouge couleur: jaune couleur: marron jean tennis pri: 78 pri: 89 couleur: bleu couleur: gris eercice 3 Voorbeelden: Pour aller à une fête, je mets un T-shirt, un jean et un sweat. Of: une jupe, un top et des chaussures Quand il fait froid, je mets un jean, un pull et un sweat. eercice 1 c b 3 spijkerbroek trui sweatshirt T-shirt gewone broek schoenen sokken Replay Diesel Nike Levi s Reebok didas CRTE ORNGE 1 HV, NTWOORDEN IJ HET WERKOEK UNITÉ 1

eercice naam waar gekocht prijs artikel 1 artikel artikel 3 artikel spijkerbroek sweatshirt T-shirts tennisschoenen boetiek boetiek la T-shirterie markt 0 euro 1 euro 0 euro 0 euro eercice 1 hoort bij plaatje f hoort bij plaajte c 3 hoort bij plaatje a hoort bij plaatje g hoort bij plaatje d hoort bij plaatje b 7 hoort bij plaatje e eercice 7 1 Of het mogelijk is een hele garderobe te kopen voor 100 euro. Hij zegt dat het niet eenvoudig maar wel mogelijk is. 3 Hij koopt meestel merkkleding. Er was uitverkoop in een boetiek. Heb je alles in dezelfde boetiek gekocht? Ze verkopen er alleen maar T-shirts, maar hebben er heel veel van. 7 De helft van het budget. 8 Om schoenen te vinden binnen het budget. 9 Hij is naar de markt gegaan. 10 Een paar sokken. eercice 8 1b, a, 3a, a, a, a, 7b, 8b eercice 9 1e, b, 3g, a, h, c, 7f, 8d 1 het is mogelijk ik koop kleren 3 er is uitverkoop in dezelfde boetiek jij kent de winkel het is de helft van het budget 7 ik betaal altijd 100 euro 8 ik heb nog euro CRTE ORNGE 1 HV, NTWOORDEN IJ HET WERKOEK UNITÉ

eercice 10 1?. 3.??. 7. 8? 1 Il habite à Paris. Le collège est loin? 3 Tu aimes bien la géo? Vous êtes forts en maths. C est interdit les portables, en classe? eercice 11 Tu ne trouves pas? Vind je niet? Ce n est pas cher. Het is niet duur. Ne (n ) pas vertaal je door niet. eercice 1 1 3 7 8 9 10 ontkennend niet ontkennend eercice 13 1 Je ne suis pas élève au collège. Elle ne déteste pas les eposés. 3 Je n habite pas à Paris. Nous ne terminons pas à heurs. Mardi, vous n avez pas anglais. Ils ne travaillent pas ensemble. 7 Je n aime pas le collège. 8 Tu n achètes pas le jean bleu. 9 Vous ne regardez pas le magasin. 10 On n a pas beaucoup de devoirs. CRTE ORNGE 1 HV, NTWOORDEN IJ HET WERKOEK UNITÉ 3

roman-photo eercice 1 1 Omdat ze een tasje van de Monopri bij zich heeft. parfumerie, schoenen, computerspelletjes, ondergoed, boeken, kleding, zonnebrillen Een beveiligingsman wil hun tassen controleren nadat het alarm is afgegaan. eercice 1 artikel foto/foto s kopen ze wel/niet waarom wel/niet? parfum videospelletje boershort stripalbum zonnebril 3 t/m 8 en 9 10 t/m 1 niet niet niet wel wel dat is niets voor David dat is te duur die is te duur en die is stom David is daar dol op die is leuk eercice 1 1 je cherche un cadeau pour David. Les jeu vidéo, c est à quel étage? 3 C est trop cher. ce n est pas cher. Pardon monsieur, vous avez le nouveau Titeuf? C est combien? 7 Moi, je voudrais acheter des lunettes de soleil. 8 Voilà, Madame. eercice 17 Voorbeelduitwerkingen: Je voudrais acheter une bd. C est combien? C est 9 euros. Ce n est pas cher. Je voudrais acheter des lunettes de soleil. C est combien? C est 18 euros. C est cher. Je voudrais acheter un parfum. C est combien? C est 100 euros. C est trop cher. Je voudrais acheter un cd. C est combien? C est euros. Ce n est pas cher. Je voudrais acheter un sac. C est combien? C est 1 euros. Ce n est pas cher. CRTE ORNGE 1 HV, NTWOORDEN IJ HET WERKOEK UNITÉ

eercice 18 naar boven gaan - monter zelfs - même hoeveel - combien alles - tout te - trop kosten - coûter kom - viens naar binnen gaan - entrer spel - jeu betalen - payer De zin is: Je ne comprends pas. Vertaling: Ik begrijp het niet. eercice 19 J ai une idée. Ik heb een idee. Vous avez le nouveau Titeuf? Heeft u de nieuwe Titeuf? avoir betekent hebben eercice 0 j ai tu as il a elle a on a nous avons vous avez ils ont elles ont ik heb jij hebt hij heeft zij heeft men heeft, wij hebben wij hebben jullie hebben, u heeft zij hebben zij hebben eercice 1 1 Tu as des chaussures Palladium. Il a un jean Chipie. 3 Nous avons un sweat NafNaf. Elle a une robe Quicksilver. J ai un pantalon Kookaï. Ils/lElles ont seulement des vêtements de marque. eercice 1 J ai un copain, il s apelle David. Il a beaucoup de D. 3 Et vous, Stéphanie et lice, vous avez des copains? Nous avons une professeur de mathématiques super! Regarde! Elle a une chausette rouge et une verte. Madame, vous avez une chaussette rouge et une verte! 7 Oui, j aime les couleurs. J ai aussi un pull violet et une jupe orange!! CRTE ORNGE 1 HV, NTWOORDEN IJ HET WERKOEK UNITÉ

eercice 3 1 3 7 8 9 10 j ai tu as il a elle a on a nous avons vous avez ils ont elles ont eercice 1 Vous avez la robe. Nous aimons le rouge. 3 Elles adorent les vêtements. Ils ont des sweats. Vous habitez à Paris. 1 Elles ont des amis. Vous avez des idées. 3 Ils ont di euros. Nous aimons les amis. conversations eercice kleding ander artikel in een winkel ergens anders 1 3 eercice 1a, b, 3a, b, a, a, 7b eercice 7 1 Je voudrais essayer ces chaussures. C est un peu cher! 3 Je prends les chaussures. Elle n aime pas le noir. Elle préfère les couleurs pastel. Elle est trop petite. CRTE ORNGE 1 HV, NTWOORDEN IJ HET WERKOEK UNITÉ

eercice 8 1 C H U S S U R E S T I L L E 3 D O M M G E R E G R E T T E E S S Y E R C O U L E U R van boven naar beneden lees je: cadeau eercice 9 1 onjour madame, je voudrais essayer le sweat rouge. Il est trop bien! Quel est le pri? 100 euros? 3 C est un peu cher! Je n aime pas la couleur rouge. Vous avez un T-shirt noir? eercice 30 1 3 7 8 waar niet waar eercice 31 1 C est nul! Je préfère Calvin Klein 3 Je déteste le vert. Ce n est pas mon style! Je n ai pas d argent C est vraiment trop bien! eercice 3 1 Papa, je voudrais 1 euros. Tu peu me donner 1 euros? Pourquoi? C est beaucoup d argent! 3 Marion donne une fête. Je veu acheter un nouveau vêtement. Qu est-ce que tu veu acheter? Un pull? Non, je voudrais un T-shirt marron; 7 et un collant de la même couleur. 8 Tu portes toujours la même couleur. C est un peu triste. 9 chète un T-shirt bleu ou violet. Voilà 1 euros. 10 Merci! Tu es vraiment un père super génial! mise en pratique eercice 33 1 C est vrai? Non, ce n est pas vrai. C est tout? Non, ce n est pas tout. 3 C est simple? Non, ce n est pas simple. C est calme? Non, ce n est pas calme. C est cher? Non, ce n est pas cher CRTE ORNGE 1 HV, NTWOORDEN IJ HET WERKOEK UNITÉ 7

eercice 3 1 Non, je ne paye pas le coca. Non, elles ne sont pas trop grandes. 3 Non, je n ai pas le nouveau Titeuf. Non, nous n habitons pas à Paris. Non, je n aime pas ce modèle. Non Ils n ont pas maths. 7 Non, je ne donne pas l argent à Serge. 8 Non, on n a pas tout maintenant. eercice 3 Van elke categorie een voorbeeld: Qu est-ce que tu aimes? J aime le rouge. Et qu est-ce que tu détestes? Je déteste le blanc. Qu est-ce que tu aimes? J aime les robes. Et qu est-ce que tu détestes? Je déteste les costumes chic. Qu est-ce que tu aimes? J aime le français. Et qu est-ce que tu détestes? Je déteste la géographie. Qu est-ce que tu aimes? J aime le thé. Et qu est-ce que tu détestes? Je déteste le café. Qu est-ce que tu aimes? J aime le football. Et qu est-ce que tu détestes? Je déteste le judo. Qu est-ce que tu aimes? J aime le piano. Et qu est-ce que tu détestes? Je déteste le violon. eercice 3 Toi - Pardon, Madame/Monsieur, je cherche les chaussures de sport. - C est à quel étage? - C est combien? - C est trop cher. - Je voudrais achter les chaussures de 0 euros - Voilà, au revoir. eercice 37 artikel jurk broek sweatshirt T-shirt cd - - 0 8 CRTE ORNGE 1 HV, NTWOORDEN IJ HET WERKOEK UNITÉ

waar niet waar 1 3 7 8 9 10 docu-presse eercice 38 1 Het is een discussie over het dragen van chique kleding op een gala. Fabien 3 Eens: Raymond, Sylvie en Stéphanie Oneens: Julie, Thomas Je suis d accord avec Je ne suis pas d accord avec Groen onderstreept: bij Raymond: c est trop bête bij Sylvie: c est bête aussi, c est cher bij Stéphanie: c est nul, je n ai pas d argent, je préfère les jeans Rood onderstreept: bij Julie: c est super, ça change un peu bij Thomas: j aime les fête chic, louer un smoking, mettre un costume de ton père eercice 39 Voorbeelduitwerking: 30-0, Sanne, 13 ans Je suis d accord avec Fabien. cheter un costume juste pour une fête, c est bête. Et puis, je préfère les jeans. eercice 0 1 Hij is zanger. Zelf kleding naar je eigen smaak veranderen. 3 Om te beginnen koop je kleding in de winkel, dan knip je erin, vervolgens scheur je het een beetje en daarna spuit je er verf op. personnaliser een jean en een T-shirt, bewerkt door Jérémy Je moet de bon insturen en een originele brief. 1 je coupe je déchire 3 une bombe concours gagnez écrivez CRTE ORNGE 1 HV, NTWOORDEN IJ HET WERKOEK UNITÉ 9