Vertaling van een deel van Boek 2 van de Géométrie van Descartes over normalen.

Vergelijkbare documenten
IMO-selectietoets I donderdag 2 juni 2016

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak. Veronderstel dat een kromme in het vlak gegeven is door een parametervoorstelling

Uit: Ibn al-haytham ( ), Verhandeling over de inhoud van de bol.

Uit een handschrift gedateerd 26 Oktober 1675

Definitie van raaklijn aan cirkel: Stelling van raaklijn aan cirkel:

Gebruik de applet om de vragen te beantwoorden. Beweeg punt P over de cirkel.

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak

IMO-selectietoets III zaterdag 4 juni 2016

Rakende cirkels. We geven eerst wat basiseigenschappen over rakende cirkels en raaklijnen aan een cirkel.

Vertaling van propositie 11 van boek 13 van de Elementen van Euclides

Selecties uit de Elementen van Euclides (ca. 300 v.c.), Boek 1

8.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Bereken het snijpunt van 3x + 2y = 6 en -2x + y = 3

De MEETKUNDE BOEK 1 Over de problemen die geconstrueerd kunnen worden zonder er iets anders voor te gebruiken dan cirkels en rechte lijnen.

Gaap, ja, nog een keer. In één variabele hebben we deze formule nu al een paar keer gezien:

Opgave 1 Bekijk de Uitleg, pagina 1. Bekijk wat een vectorvoorstelling van een lijn is.

Uitwerkingen toets 8 juni 2011

opdrachten bij hoofdstuk 7 Lijnen cirkels als PDF

Oefeningen analytische meetkunde

Paragraaf 14.1 : Vergelijkingen in de meetkunde

9.1 Vergelijkingen van lijnen[1]

OEFENTOETS VWO B DEEL 3

Uitwerkingen toets 9 juni 2012

3 Hoeken en afstanden

Selecties uit de Elementen van Euclides, Boek 1

Noordhoff Uitgevers bv

De Afgeleide. ) = 2y. 2 = 4y = 4.(2x+1)

Samenvatting VWO wiskunde B H04 Meetkunde

Noordhoff Uitgevers bv

Voorbeeldopgaven Meetkunde voor B

Inversie. Hector Mommaerts

Estafette. 26 e Wiskundetoernooi

WISKUNDE-ESTAFETTE Minuten voor 20 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 500

Een bol die raakt aan de zijden van een scheve vierhoek

Wiskunde oefentoets hoofdstuk 10: Meetkundige berekeningen

More points, lines, and planes

Eindexamen wiskunde B 1-2 vwo I

3.4. Antwoorden door N woorden 24 januari keer beoordeeld. Wiskunde B. wi vwo B1 H1 Vergelijkingen en ongelijkheden 1.

Uitwerkingen Mei Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Centrale Commissie Voortentamen Wiskunde Uitwerkingen Voortentamen Wiskunde B 28 januari 2013

1 Middelpunten. Verkennen. Uitleg

12.1 Omtrekshoeken en middelpuntshoeken [1]

Uitgewerkte oefeningen

P is nu het punt waarvan de x-coördinaat gelijk is aan die van het punt X en waarvan de y-coördinaat gelijk is aan AB (inclusief het teken).

Noordhoff Uitgevers bv

11.1 De parabool [1]

2E HUISWERKOPDRACHT CONTINUE WISKUNDE 2

Uitwerkingen toets 12 juni 2010

Domein A: Inzicht en handelen

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

wiskunde B pilot havo 2015-II

i By E. M. BRUINS. (Communicated by Prof. L. E. J. BROUWER.) (Communicated at the meeting of October )

Meetkundige ongelijkheden Groep A

Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo

Vl. M. Nadruk verboden 1

A. B. C. D. Opgave 3. In een groot vierkant is een kleiner vierkant getekend. Wat is de oppervlakte van het kleine vierkant? A. B. C. D.

14.0 Voorkennis. sin sin sin. Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel:

3 Hoeken en afstanden

Meetkundige Ongelijkheden Groep 2

Pappus van Alexandrië, Verzamelwerk, Boek VII.

Rekenregels voor het differentiëren. deel 1

(Assistenten zijn Sofie Burggraeve, Bart Jacobs, Annelies Jaspers, Nele Lejon, Daan Michiels, Michael Moreels, Berdien Peeters en Pieter Segaert).

V Kegelsneden en Kwadratische Vormen in R. IV.0 Inleiding

Exponenten en Gemengde opgaven logaritmen

III.2 De ordening op R en ongelijkheden

Opgave 1 - Uitwerking

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie

2012 I Onafhankelijk van a

Hierbij geven we de antwoorden en bewijzen we meteen ook hoe de constanten kunnen bepaald worden.

x y C. von Schwartzenberg 1/22 = + = Zie de lijnen in de figuur hiernaast. Zie de grafiek van k in de figuur rechts hiernaast. 2b

Diagnostische toets. AMB stelling van de omtrekshoek AMB ˆ ANB. AQB ARB ˆ 180 koordenvierhoekstelling =

Vlakke Meetkunde. Les 20 Nadruk verboden 39. Het construeren van figuren

Aanvulling bij de cursus Calculus 1. Complexe getallen

WISKUNDE-ESTAFETTE 2011 Uitwerkingen

Het metriek stelsel. Grootheden en eenheden.

Selectietoets vrijdag 10 maart 2017

Laat men ook transversalen toe buiten de driehoek, dan behoren bij één waarde van v 1 telkens twee transversalen l 1 en l 2. Men kan ze onderscheiden

15.0 Voorkennis. Herhaling rekenregels voor differentiëren: (somregel) (productregel) (quotiëntregel) n( x) ( n( x))

Bewijzen onder leiding van Ludolph van Ceulen

12 Bewijzen in de vlakke meetkunde

De parabool en de cirkel raken elkaar in de oorsprong; bepaal ook de coördinaten van de overige snijpunten A 1 en A 2.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 donderdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Opgave 1 - Uitwerking

13.0 Voorkennis. Deze functie bestaat niet bij een x van 2. Invullen van x = 2 geeft een deling door 0.

Het Oudbabylonisch kleitablet AO 8862 uit het Louvre

De meetkunde van de. derdegraadsvergelijking

1. rechthoek. 2. vierkant. 3. driehoek.

Selectietoets vrijdag 21 maart 2014

Voorbeeld paasexamen wiskunde (oefeningen)

Samenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Voorkennis Stelling van

Classificatie van algebraïsche oppervlakken die invariant zijn onder S 3. door Ruben Meuwese

héöéäëåéçéå=~äë=ãééíâìåçáöé=éä~~íëéå=ãéí=`~äêá= = hçéå=píìäéåë= = = = = = = =

IMO-selectietoets I donderdag 1 juni 2017

EEN OUDE STELLING UIT DE MEETKUNDE

Estafette. 36 < b < 121. Omdat b een kwadraat is, is b een van de getallen 49, 64, 81 en 100. Aangezien a ook een kwadraat is, en

Archimedes, De methode van de mechanische stellingen, inleiding

1BK2 1BK6 1BK7 1BK9 2BK1

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Transcriptie:

Vertaling van een deel van Boek 2 van de éométrie van Descartes over normalen.... n ik durf te zeggen dat dit het het nuttigste en het algemeenste probleem is, niet alleen dat ik ken, maar zelfs dat ik ooit heb willen kennen. F Q N A M P Laat de kromme lijn zijn, & we nemen aan dat er een rechte lijn door het punt getrokken moet worden, die met haar rechte hoeken maakt. Ik neem aan dat dit al gedaan is, & dat de gezochte lijn P is, die ik verleng tot het punt P waar zij de rechte lijn A ontmoet, die ik veronderstel de lijn te zijn tot de punten waarvan men alle (punten) van de lijn betrekt. 1 Dus als we MA of B o y maken, & M of BA o x, heb k een of andere vergelijking, die de betrekking tussen x en y uitdrukt. Dan maak [p. 342] Algemene manier om rechte lijnen te vinden die gegeven lijnen, of hun raaklijnen, in rechte hoeken snijden. ik P o s, & P A o v, ofwel P M o v y. & door de rechthoekige driehoek P M heb k ss, dat is het kwadraat van de basis, gelijk aan xx + vv 2vy + yy, de kwadraten van de twee zijden. Dat wil zeggen, ik heb x o ss vv + 2vy yy, ofwel y o v + ss xx, & door middel van deze vergelijking, verwijder ik uit de andere vergelijking die de relatie tussen alle punten van de kromme met de punten van de rechte A uitdrukt, een van de onbepaalde grootheden x of y. Dat is gemakkelijk te doen door overal ss vv + 2vy yy te zetten in plaats van x, & het kwadraat van die som in plaats van xx, & zijn kubus in plaats van x 3, & en zo de anderen, als het x is die ik wil verwijderen, ofwel als dit y is, door in zijn [p. 343] plaats x + ss xx, & het kwadraat, of de kubus, enz. van die som in plaats van yy of y 3 enz. Zodat er daarna altijd een vergelijking overblijft waarin niet meer dan één onbepaalde grootheid voorkomt, x of y. Zoals wanneer een llips is, & als MA het segment van zijn diameter is waarop M geordend getrokken is, & die r als rechte zijde heeft, & q als transverse, dan heeft men door stl. 13 van bk. 1 van Apollonius 1 Denk hierbij aan een moderne coördinaatas. 1

B P M xx o ry r yy, waaruit, als xx wordt verwijderd, overblijft ss vv + q 2vy yy o ry r yy, ofwel q yy +qry 2qvy+qvv qss gelijk aan niets. Want het is op deze plaats beter om zo de hele som samen te nemen, dan één deel gelijk aan het andere te maken.... 2... [p. 344] Zelfs ook, als de punten van de kromme lijn niet op de manier die ik gezegd heb in betrekking staan met de (punten) op een rechte lijn, maar op enig andere (manier) die men zich zou kunnen voorstellen, kan men nog steeds zo n vergelijking hebben. Zoals wanneer een lijn is, die een zodanige betrekking heeft tot de drie punten F,, A dat de rechte lijnen die van elk van die punten, zoals, naar F getrokken zijn, groter zijn dan lijn F A met (als verschil) een grootheid, die een zekere gegeven proportie heeft tot een andere grootheid waarmee A groter is dan de lijnen die van dezelfde punten naar getrokken worden. Laten we A o b, AF o c, & het punt op de kromme naar keuze nemen, en (laten we aannemen) dat de grootheid waarmee F groter is dan F A is tot de grootheid waarmee A groter is dan als d tot e, zodat als die grootheid, 3 die onbepaald is, z heet, F c + z is, & b e z is. Dan als we MA o y stellen, is M b y, & d F M is c + y, & door de rechthoekige driehoek M, als we het vierkant van M afhalen van het vierkant van, hebben we het vierkant van M [p. 345] die is ee 2be zz z + 2by yy. Dan, als we het vierkant van F M van het dd d vierkant van F afhalen, hebben we ook het vierkant van M in andere termen, te weten zz + 2cz 2cy yy, en omdat die termen zijn gelijk aan de voorgaande, laten ze y kennen, of MA, die is ddzz+2cddz eezz+2bdez, 2bdd+2cdd & a;s we die som substitueren in plaats van y in het vierkant van M, vinden we dat hij uitgedrukt kan worden in deze termen: yy. bddzz+ceezz+2bcddz 2bcdez bdd+cdd 2 Descartes behandelt nu eerst een ingewikkelder kromme die hij al eerder heeft ingevoerd. 3 Descartes bedoelt F F A. A 2

Q N F A M P Als we dan veronderstellen dat de rechte lijn P de kromme in rechte hoeken ontmoet in het punt, & als we P o s maken en P A o v als voorheen, dan is P M v y, & en door de rechthoekige driehoek P M heeft men ss vv + 2vy yy voor het vierkant van M. Nadat we in plaats van y de som gesubstitueerd hebben die aan hem gelijk is, komt er zz +2bcddz 2bcdez 2cddvz 2bdevz bddss+bddvv cddss+cddvv o 0 als vergelijking die we zochten. bdd+cee+eev ddv Welnu, nadat men zo n vergelijking gevonden heeft: in plaats van hem te gebruiken om de grootheden x, of y of z te kennen die al gegeven zijn, omdat immers het punt gegeven is, moet men haar gebruiken om v of s te vinden, die het punt P bepalen dat gevraagd is. Daartoe moet men opmerken dat als het punt P is zoals we het willen, dan de cirkel waarvan het het middelpunt is & die door gaat, de kromme lijn daar zal raken zonder haar te snijden; maar als dat punt P iets dichterbij of iets verderweg van het punt A is, dan het (eigenlijk) moet zijn, deze cirkel de kromme zal snijden, [p. 346] niet alleen in het punt maar ook noodzakelijkerwijs in een ander (punt). Daarna moeten we ook opmerken, dat wanneer die cirkel de lijn snijdt, de vergelijking waardoor men de x of y of een andere soortgelijke grootheid zoekt, noodzakelijkerwijs twee wortels moet hebben, die ongelijk zijn. Want bijvoorbeeld, als deze cirkel de kromme in punten & snijdt, als Q envenwijdig aan M getrokken is, dan zullen de namen van de onbepaalde grootheden x en y evengoed bij de lijnen Q & QA passen als bij M & MA; verder is P gelijk aan P vanwege de cirkel. 3

P M QA Dus als we de lijnen Q & QA zoeken met behulp van P & P A die men als gegeven beschouwt, hebben we dezelfde vergelijking als wanneer we M & MA zouden zoeken met behulp van P, P A. Daaruit volgt duidelijk dat de waarde van x of van y, of van elke andere grootheid die we verondersteld hebben, in die vergelijking dubbel zal zijn. Dat wil zeggen dat er twee ongelijke wortels zullen zijn, & de ene daarvan zal M zijn en de andere Q als we x zoeken; ofwel de ene zal MA zijn en de andere QA als we y zoeken, en zo ook in de andere gevallen. Het is waar dat als punt niet aan dezelfde kant van de kromme ligt als punt, er maar één van deze wortels waar is, en de andere zal omgekeerd zijn, ofwel minder dan niets; maar hoe dichter die twee punten & bij elkaar liggen, des te minder verschil zal er tussen die twee wortels zijn; en uiteindelijk zijn de wortels [p. 347] de helemaal gelijk, als de punten in één verenigd zijn; dat wil zeggen als de cirkel die door gaat, de kromme raakt zonder hem te snijden. Verder moeten we opmerken dat als er twee gelijke wortels in één vergelijking zijn, die noodzakelijkerwijs dezelfde vorm moet hebben als wanneer men de grootheid die men veronderstelt onbekend te zijn minus de bekende grootheid die aan hem gelijk is, vermenigvuldigt met zichzelf; & dat daarna, als deze laatste som niet zovel dimensies heeft als de voorgaande, men hem vermenigvuldigt met een andere som die zoveel (dimensies) heeft als aan (de eerdere som) ontbreken, zodat er apart gelijkheid tussen elk van de termen van de ene en elk van de termen van de andere kan zijn. Zoals bijvoorbeeld, ik zeg dat de eerste vergelijking die hierboven gevon- 4

den is, te weten yy +qry 2qvy+qvv qss dezelfde vorm moet hebben als die van het product als we e gelijk aan y maken, & y e met elkaar vermenigvuldigen, waaruit komt yy 2ey + ee, zodat we ieder van hun termen afzonderlijk met elkaar kunnen vergelijken, & zeggen dat: omdat de eerste, die yy is, precies dezelfde in beide is, is de tweede in de ene, qry 2qvy gelijk aan de tweede in de andere, die is 2ey. Hieruit, als we de grootheid v zoeken die de lijn P A is, hebben we v o e re + 1 r. Omdat we e gelijk q 2 aan y hebben verondersteld, hebben we v o y ry + 1 r. n zo zouden we [p. 348] q 2 s kunnen vinden door de derde term ee o qvv qss maar omdat de grootheid v het punt P voldoende bepaalt, dat het enige is dat we zoeken, hoeven we niet verder te gaan. P M...... [p. 349] n zo ook de derde vergelijking, die is [p. 350] zz +2bcddz 2bcdez 2cddvz 2bdevz bddss+bddvv cddss+cddvv, heeft dezelfde vorm bdd+cee+eev ddv als zz 2fz + ff, als we f gelijk stellen aan z, zodat er weer gelijkheid is tussen 2f, ofwel 2z, & +2bcdd 2bcde 2cddv 2bdev, waaruit men weet bdd+cee+eev ddv dat de grootheid v is bcdd bcde+bddz+ceez cdd+bde eez+ddz. B A Q N F A M P Daarom, als we de lijn AP samenstellen uit die som die gelijk is aan v en waarvan alle grootheden bekend zijn, & als we van het punt P dat zo gevonden is, een rechte lijn naar trekken, zal deze de kromme daar in rechte hoeken snijden, hetgeen is dat we moesten doen. n ik zie geen beletsel om dit probleem op dezelfde manier uit te breiden tot alle gekromde lijnen die onder enige eometrische berekening(smethode) vallen. 5

Mogelijke opgaven: 1. Hoe zou je modern een normaal trekken in een punt aan een voldoende nette kromme y = f(x)? 2. Kijk of je het verhaal over de ellips [p. 342-343] begrijpt. De technische termen uit Apollonius zijn niet belangrijk; je kunt ze (anachronistisch) opvatten als namen voor constanten r en q. Je kunt er dan vanuit gaan dat de ellips de aangegeven vergelijking in y en x heeft. Welke grootheden zou je als constant (of: gegeven) kunnen opvatten, welke als variabel? 3. Bekijk nu de derde kromme [p. 344-345]. a na of je het verhaal over de vergelijking begrijpt, en schets de kromme. 4. Probeer het principe van de normalenmethode [pp. 345-347] te begrijpen en zoveel mogelijk in moderne termen uit te drukken. Als je hierin vastloopt, ga dan eerst verder met vraag 5. 5. Bestudeer de verdere behandeling van de ellips [pp. 347-348]. a na dat de formule die Descartes krijgt voor de ellips ook afgeleid kan worden met de moderne formule voor een raaklijn. 6. Zelfde vraag voor de derde kromme [pp. 349-350]. 6