JAARGANG 8 NUMMER 1 MAART 2012. Gongslag. Anders denken over pensioen. Minder geld maakt niet ongelukkig, minder grip wél. Weinig verandering



Vergelijkbare documenten
Vijf veranderingen per 1 januari 2013

Consumenteninformatie van de Autoriteit Financiële Markten. Loop geen onnodig risico. Verstandig je pensioen regelen

Verstandig je pensioen regelen

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken

Inhoudsopgave. Bedrijfsfilosofie Liberforte Pensioen Liberforte Hypotheek Liberforte Werkgeversdiensten... 6

Dienstenwijzer Kraan Assurantiën

De Erkend Financieel Adviseur Van hypotheekspecialist naar financieel huisarts

Welke DGA heeft straks pensioen?

Visie van de financieel planner t.a.v. de kwaliteit van pensioenadvies

Dienstenwijzer/Dienstverleningsdocument

blad Ontmoet Paul op wat vinden blijft gelijk 5 Meer inzicht in je pensioen: met UPO & de Pensioenplanner 2 Premie in 2015:

Passend advies bij hypotheken

flits+ Het is veel in het nieuws, maar ik weet niet exact hoe mijn eigen pensioen eruit ziet Ik vind dat ik het moet lezen bpfhibin.

Vragenlijst Particulieren

Geef elke Nederlander een persoonlijke pensioenrekening. Position paper: Toekomst pensioenstelsel

Het webinar Pensioen 2.0 begint om 20.03

Hoe staan werkzame 50-plussers tegenover pensioen? oktober 2015

Wieringa Adviesgroep. Dienstenwijzer. Wie zijn wij?

Dienstenwijzer. Financieel dienstverlener met vergunning Nationaal Regime MiFID Wet op het financieel toezicht Juli 2013 Versie 1.

DE VIJF KERNPUNTEN VAN EEN INTEGRAAL ADVIES

Valkuilen en Tips bij het afsluiten van een hypotheek

pggm.nl Mantelzorg en dementie in de beleving van PGGM&CO-leden

Dienstverleningsdocument versie 2011

3 Hoe pensioenbewust zijn we?

Dienstenwijzer. Financieel dienstverlener met vergunning Nationaal Regime MiFID Wet op het financieel toezicht Maart 2011 Versie 1.

Dienstenwijzer Bloemendal Assurantiën BV

VDL Hypotheken B.V., Kerkbuurt 52 te Sliedrecht.

Dienstenwijzer. Alles over onze financiële dienstverlening

Dienstverlening Document Helmhorst Financiële Coaching. Duidelijkheid en transparantie over dienstverlening

INLEIDING. Wij doen dat onafhankelijk. Dat wil zeggen dat geen enkele financiële instelling invloed heeft op de adviezen die wij aan U verstrekken.

Klant- en Risicoprofiel - Hypotheken Midden Nederland BV

Training. Witteveen Behandeling van alle arbeidsrechtelijke aspecten en verzekeringstechnische mogelijkheden voor de pensioenadviseur

Hierna vind je, kort en bondig, onze algemene gegevens, informatie over onze dienstverlening en waar je terecht kunt met klachten.

WAARDE VAN ADVIES DE WAARDE VAN ADVIES VAN INTERMEDIAIRS. Avéro Achmea P13628

Henk Oostdam is fiscaal adviseur bij zijn eigen praktijk Tax Consult Network en is de vertrouwenspersoon van Tim Coronel en Peter Ouwehand

Informatie voor de ondernemer Nabestaandenverzekering Collectief voor zelfstandig ondernemers

PENSIOENBAROMETER 2012 Onderzoek van GfK Panel Services in opdracht van Montae

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Nieuwsbrief

Aan de Laak B.V. Handelend onder de naam: De Hypotheekshop

Wij zijn Kompas Advisering uit Lisserbroek. Wij stellen ons met deze dienstenwijzer graag voor aan u.

Dienstenwijzer. All e s ov e r on z e. f i n a n c i ë l e di e n s t v e r l e n i n g

Zo krijg je de zzp er aan pensioen

DIENSTENWIJZER / DIENSTVERLENINGSDOCUMENT

U gaat uit dienst. Wat betekent dit voor uw pensioen, partnerpensioen en arbeidsongeschiktheidsverzekering?

Vermogen opbouwen voor later

Dienstenwijzer Ass.kntr. van der Salm BV

Netwerken voor de Pensioenadviseur

CVZ Bemiddeling B.V. h/o Van Lent & Partners

Internet Wij beschikken over een eigen internetsite. Hierop treft u regelmatig informatie en tips aan. Ga naar

Kamer van Koophandel In het handelsregister van de Kamer van Koophandel staan wij geregistreerd onder nummer

Dienstverleningsdocument (DVD) Bloemendal Assurantiën BV

Bijlage bij lesbrief Pensioenworkshop Mañana

Pensioencommunicatie start bij de werkgever

Dienstverleningsdocument

Mooijekind Vleut Financiële Diensten Handelend onder de naam: De Hypotheekshop

Inventarisatie Hersteladvies

DIENSTENWIJZER. Dienstenwijzer Accent Financieel Advies (versie januari 2015)

Allianz Nederland Asset Management B.V. Allianz. Lijfrentespaarrekening. Sparen voor een aanvulling op mijn pensioen.

DIENSTVERLENINGSDOCUMENT

Een aflossingsvrije hypotheek? Laat u dan persoonlijk en deskundig informeren

Wat kunnen we van elkaar verwachten?

PA en ander geneuzel. EFP Noord Leeuwarden, 23 september Richard Meinders SVC

Deze Dienstenwijzer wordt u aangeboden door Korsten Van Dieperbeek Groep B.V., Prof. Oppenheimstraat 16, 5463 ED VEGHEL.

Najaars 2daagse. Van DGA naar collectief. pensioenadvies

Maak van je klant je ambassadeur

De intermediair voor verantwoord lenen. Leef met je hart, leen met verstand.

Zaken die niet meer zo zeker zijn

Ook tijdens uw pensioen de wind in de zeilen

Dienstverleningsdocument

Hoffinass b.v. Verzekeringen en Verzekeringsadviezen. Dienstenwijzer

Eigen huis. Vermogensopbouw. Oudedagsvoorziening. Nabestaanden

Wat u moet weten over beleggen

Dit document ontvangt u als bijlage bij de door u aangevraagde offerte van Apple Tree.

Financial planning voor ondernemers. Heb jij al poen voor je pensioen?

Dienstenwijzer Van den Beukel Assurantien B.V.

Dienstenwijzer. Majoor en Hulshof Adviesgroep B.V. Wie zijn wij?

Klantprofiel. Waarom een Klantprofiel?

Dienstenwijzer Van den Beukel Assurantien B.V.

Inhoud. In het kort. Het vermogensplanningsproces in vogelvlucht. Persoonlijke planning en begeleiding van uw vermogen. Uw wens is ons startpunt

Maart Ik ga later niet op de bank zitten. pagina 6. Meer inzicht in uw pensioen. pagina 4. Wat is het UPO? pagina 8

DIENSTVERLENINGSDOCUMENT

TOELICHTING DIENSTVERLENING

Dienstenwijzer / dienstverleningsdocument

Inventarisatieformulier Lijfrenteverzekering en/of Bancaire Lijfrenterekening werknemer

Inhoudsopgave. Beëindiging van de relatie... 9 Algemene info liberforte.nl Dienstenwijzer 2015 Pagina 2 van 10

Grip op later. Uw financiële toekomst in beeld

Aan de slag met de Werk Ster!

Onderzoek. Rapportage. September Pensioenmodule Publieksmonitor

Dit document ontvangt u als bijlage bij de door u aangevraagde offerte van Apple Tree.

Dienstenwijzer Smartfee.nl

Dienstverleningsdocument Heilbron Hypotheken BV

Is onderscheid nog houdbaar?

Deze Dienstenwijzer wordt u aangeboden door Adviescentrum EverCare Eindhoven, Fransebaan 590 a-c, 5627 JM Eindhoven.

DIENSTVERLENINGSDOCUMENT

Spreektekst AO Staf Depla Woekerpolissen dd 8 februari 2007

DÉ FINANCIËLE WERELD B.V.

Zaken voor de DIRECTEUR GROOTAANDEELHOUDER

Al uw financiële zaken, helemaal op orde

Inleiding. Keuzemogelijkheden

Transcriptie:

JAARGANG 8 NUMMER 1 MAART 2012 M A G A Z I N E Gongslag Anders denken over pensioen Weinig verandering Minder geld maakt niet ongelukkig, minder grip wél

IFK PE-trainingen FFP 2012 Adviseur Zilveren Golf PE FFP Topclass PE FFP Reguliere PE FFP Nederland staat de komende decennia voor een enorme uitdaging: de vergrijzing. Daarom organiseren wij als eerste opleidingsinstituut in Nederland de opleiding Adviseur Zilveren Golf. Een unieke opleiding voor de adviseur die regelmatig met 50- plussers te maken gaat krijgen. Daarnaast brengen we, met een speciaal concept, de Adviseur Zilveren Golf onder de aandacht van de klant. Er komen bijzondere onderwerpen aan de orde, zoals late pensioenopbouw, (leven)testamenten, emigratie, zorg en dementie. Start op 10 mei 2012 in Vianen. Lees verder op www.zilverengolf.nl Het Instituut voor Financiële Kennisontwikkeling (IFK) biedt ook dit jaar drie verschillende programma s voor de Permanente Educatie FFP 2012 aan. In samenwerking met de Stichting Persoonlijke Financiën verzorgt IFK de Topclass PE FFP. Drie keer per jaar wordt u bijgepraat over de actualiteit van de voorliggende periode. Zo treft u elke keer meerdere docenten en wordt adequaat ingespeeld op veranderingen in regelgeving, zoals recente jurisprudentie en besluiten en de implementatie van nieuwe maatregelen die op Prinsjesdag 2012 worden voorgesteld. Start op 10 april 2012 in Houten. Lees verder op www.persoonlijkefinancien.nl/ffp.php Uiteraard blijft het ook mogelijk een reguliere PE FFP bij IFK te volgen. Op een handig tijdstip praten onze uiterst ervaren docenten u in drie maal zes uur bij over de laatste ontwikkelingen op een aantal deelgebieden, waarbij ook integratie binnen de financiële planning aan bod komt. Het programma is efficiënt ingedeeld en biedt alle gelegenheid om vragen te stellen. Data en locaties zijn te vinden op de website. Lees verder op www.ifk.nl Bel voor meer informatie: 010 453 21 71. Het inschrijfformulier is te vinden op: www.ifk.nl

INHOUD C O L O F O N FFP Magazine is een uitgave van de Vereniging FFP. CONTACTADRES Secretariaat Vereniging FFP Postbus 12, 3740 AA Baarn Telefoon: 035-542 75 38 Fax: 035-542 76 38 Email: info@vffp.nl Website: www.vffp.nl PROJECTGROEPEN Telefoon: 035-542 75 38 Fax: 035-542 76 38 Email: info@vffp.nl REDACTIEADRES Oostdam & Partners Castellastraat 84 6512 EZ Nijmegen Telefoon: 024-324 32 50 Fax: 024-324 57 69 Email: redactie@ffpmagazine.nl Website: www.oostdam-partners.nl Column: Gongslag 5 6 12 Minder geld maakt niet ongelukkig, minder grip wél Anders denken over pensioen VORMGEVING Amon Design, Amersfoort FOTOGRAFIE Raphaël Drent REPRORECHT Berichten uit FFP Magazine mogen uitsluitend met bronvermelding overgenomen worden en onder de voorwaarde dat de redactie daarover vooraf wordt geïnformeerd. ABONNEMENTEN FFP Magazine wordt kosteloos verspreid onder de leden van de Vereniging FFP (FFP gecertificeerde Financieel Planners). Voor personen buiten deze doelgroep bedraagt de abonnementsprijs g 42,50 (inclusief 6% BTW) per jaar. Abonnementen gelden voor 1 jaar en worden zonder tegenbericht automatisch verlengd. Opzeggingen dienen schriftelijk te geschieden, uiterlijk 6 weken voor het aflopen van de abonnementsperiode, aan bovenstaand postadres. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed aanvaarden de auteurs, redacteuren en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en omvolkomenheden, noch voor de gevolgen hiervan. FFP magazine wordt uitgegeven door Oostdam & Partners in opdracht van de Vereniging FFP. De Vereniging FFP kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor de meningen, visies en standpunten van derden zoals die tot uidrukking komen in de artikelen en columns van FFP Magazine. Dat geldt ook voor alle commerciële uitingen in de vorm van advertenties, advertorials en bijlages. Storm in een glas water of serieuze verandering? 16 31 En verder: 21 Wat voor de een zes nullen is, is voor de ander vier nullen FFP opent beurs NYSE Euronext Vermogensbestanddelen het beste aanwenden voor een onbezorgde oudedag? 18 Ondertussen op FFP-LinkedIn 20 Mededelingen 22 Agenda 22 Veel animo voor FFP-Pensioenbijeenkomsten 24 Financieel planner van het jaar 27 Ruim 850 kandidaten namen deel aan FFP-examen 28 Geven kan heel leuk zijn 29 Op weg naar FFP 2.0 30 F F P M a g a z i n e M a a r t 2 0 1 2 3

KIJK MEE NAAR De Vereniging FFP werkt de komende maanden mee aan zes afleveringen van het woontelevisieprogramma Van Kavel tot Kasteel van RTL-4. Eerste uitzending: zaterdagmiddag 17 maart, vanaf 17.30 uur. De volgende afleveringen zijn op dezelfde tijd te zien op: 24 & 31 maart en 7, 14 & 21 april. Alle afleveringen worden daags na de uitzending - op zondag vanaf 10.30 uur - herhaald.

COLUMN De officiële gongslag waarmee ik als FFP-voorzitter medio vorige maand een van de handelsdagen van de Amsterdamse beurs mocht openen, is in veel opzichten ook een wake up call voor de financiële adviseur in het algemeen en de beleggingsadviseur in het bijzonder. Gongslag Als FFP staan wij op het standpunt dat verantwoord adviseren van klanten over hypotheken, pensioenen of andere complexe (vermogens)producten, niet mogelijk is zonder een compleet en integraal inzicht in de (financiële) situatie en doelstellingen van de klant. Geen inzicht zonder een goed overzicht, is ons motto, dat recentelijk nog is bevestigd in het rapport over beleggingsadvisering met de veelzeggende titel: De klant in beeld van toezichthouder AFM. De klant in beeld wil zo veel zeggen dat alle (voorbereidende) werkzaamheden voor het verantwoord uitbrengen van financiële adviezen volledig zijn afgestemd op de klant: wat is zijn profiel, financiële positie, opleidingsniveau, beleggingservaring, risicobereidheid en, niet te vergeten, wat zijn zijn financiële doelstellingen? Belangrijke informatie die de financieel planner van de FFP al sinds jaar en dag gewend is om boven water te halen en te vertalen naar een gedegen financieel plan. Immers, zonder een goed overzicht krijg je geen goed inzicht. Dit proces van informatievergaring verloopt bij de beleggingsadviseur de laatste jaren steeds beter, maar is nog altijd niet optimaal. Met de Europese toezichthouder ESMA ben ik van mening dat het de beleggingsadviseur veelal nog ontbreekt aan de juiste communicatieve vaardigheden om door te vragen wanneer een klant niet alle noodzakelijke informatie meteen op tafel legt. Ook wordt deze informatie nog te weinig aangewend om vast te stellen of beleggen überhaupt geschikt is voor de klant. Regelmatig wordt er nog naar een medicijn gegrepen, zonder dat een behoorlijke diagnose is vastgesteld. En daar waar dat wel goed gebeurt, blijkt dat er ook nog een type klant bestaat voor wie beleggen niet het geëigende instrument is, gelet op diens financiële doelstellingen en risicobereidheid. Vaker dan ooit zal de klant moeten worden ontraden om te gaan beleggen. Een nieuwe dimensie in de wereld van de beleggingsadviseur! Daarmee kom ik tot de kern van mijn betoog en het centrale leitmotiv van wetgever en toezichthouders: die van consumentenbescherming. De gemiddelde consument is niet of nauwelijks bekwaam om zelf te beleggen, of complexe financiële producten als hypotheken en pensioenen aan te kopen, en moet daarom tegen zichzelf in bescherming worden genomen. Inherent maakt dit de verantwoordelijkheid van de aanbieder groter om te zorgen voor een deugdelijk financieel advies en indien gewenst een goed financieel product. En beide zijn niet te leveren zonder een gedegen financieel plan, stelde ook de Ombudsman Financiële Dienstverlening, Nol Monster, onlangs nog eens fijntjes vast. Hiermee is de cirkel weer rond. En mag ik concluderen dat de wereld van de financieel planner, de beleggingsadviseur, en adviseurs van andere complexe financiële producten spoorslags naar elkaar toegroeien. Omdat de wetgever en toezichthouders dat willen, maar belangrijker nog, omdat desbetreffende adviseurs dat moeten willen. Want daarmee geven zij een helder signaal af naar de consumentenmarkt dat zij serieus werk maken om uit te groeien tot vertrouwenspersonen die de consument in alles daadwerkelijk centraal (willen) stellen. Wat mij betreft, galmt deze gongslag op de Amsterdamse beurs nog lang na met deze boodschap. Marc van Poeteren Voorzitter Vereniging FFP F F P M a g a z i n e M a a r t 2 0 1 2 5

INTERVIEW Nibud wil consumenten financieel zelfredzaam maken Minder geld maakt niet ongelukkig, minder grip wél Het verhogen van de zelfredzaamheid van consumenten in hun financiële huishouding. Zo luidt de missie van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting, kortweg Nibud. De stichting wil dit doel bereiken met haar website Nibud.nl, maar ook met initiatieven zoals Zelfjeschuldenregelen.nl en Bereken uw recht. Als Nibud zijn we voortdurend bezig te onderzoeken hoe wij consumenten zo V goed mogelijk kunnen informeren, zegt algemeen directeur Gerjoke Wilmink. Online advisering en -hulp zijn daarbij niet meer weg te denken. Vragen over geld zijn er altijd, weet Gerjoke Wilmink. De laatste jaren constateert ze echter een duidelijke verschuiving in de onderwerpen. Steeds meer bezoekers van onze website willen weten hoe zij controle kunnen houden over hun geld. Ze zijn vooral op zoek naar de verhouding tussen inkomsten en uitgaven, en willen dus informatie over besparen. Zo is informatie over banksparen tegenwoordig een van de meest gezochte onderwerpen, vult senior beleidsadviseur Rob Goedhart aan. Het gaat daarbij overigens niet alleen om mensen met een smalle, maar ook met een bredere beurs. Ook zij merken de effecten van de crisis in hun portemonnee. Voor het Nibud maakt dat niet uit: wij helpen iedereen graag met objectieve informatie en advies. Dat sluit immers aan bij ons motto, Meer grip op geld, zegt Gerjoke Wilmink. Uit onderzoek blijkt dat minder geld hebben in principe niet minder gelukkig maakt, maar minder grip op geld wél. Wij zijn ervan overtuigd dat iemand die weet wat hem of haar financieel te wachten staat en daarop anticipeert, al veel problemen kan voorkomen. Daarom publiceren wij regelmatig koopkrachtberekeningen. Maar je moet natuurlijk wel de mogelijkheid hebben om te kunnen besparen. NIEUWE SCHULDENAREN Van oorsprong heb je een aantal klassieke oorzaken van schulden, weet de Nibud-directeur. Heel lang op een minimum zitten bijvoorbeeld, of niet goed met geld kunnen omgaan. Ook mensen die kampen met meervoudige psychosociale problemen vormen traditioneel een risicogroep. Een ander soort schulden zijn de zogenaamde aanpassingsschulden. Die ontstaan vooral als iemand er plotseling in inkomen op achteruit gaat. Tot de recessie ontstonden dergelijke situaties vooral na een echtscheiding, maar nu tevens als gevolg van arbeidsongeschiktheid of werkloosheid. Juist werkloosheid is tegenwoordig een belangrijke oorzaak voor de problemen van de zogenaamde nieuwe schuldenaren, veelal huishoudens gewend aan een goed inkomen en een koopwoning. Bij werkloosheid kunnen zij er financieel fors op achteruit gaan. En hoe pas je je uitgaven aan als je een onverkoopbaar huis hebt? Het is een typisch probleem van deze tijd. Maar ik blijf ervan overtuigd dat je ook deze groep snel kunt helpen als je de situatie onderkent. Het is belangrijk om banken 6 M a a r t 2 0 1 2 F F P M a g a z i n e

daarbij te betrekken; niemand wordt er beter van als deze groep jarenlang in de problemen blijft zitten. HUISHOUDTOETS BAART ZORGEN Een groep waarover het Nibud zich grotere zorgen maakt, wordt gevormd door de huishoudens die onder de huishoudinkomenstoets -kortweg huishoudtoets- vallen. Het betreft gezinnen met een bijstandsuitkering, voor wie vanaf dit jaar het inkomen en vermogen van alle gezinsleden -dus ook van de kinderenwordt gekort op de bijstandsuitkering. Het gaat hier immers niet om huishoudens met veel inkomen, zegt Gerjoke Wilmink. Door de nieuwe regels kunnen de revenuen zo maar vijf- tot zeshonderd euro per maand minder worden. Wij zijn bang dat hierdoor ook bij gezinnen in deze groep aanpassingsschulden zullen ontstaan. Ik begrijp de doelstellingen van de regering. Wij zijn er ook voorstander van om inwonende kinderen met een eigen inkomen kostgeld te laten betalen, al is het maar om ze te leren omgaan met geld. Maar om je complete salaris in de pot te moeten storten, dat gaat wel heel erg ver. Overigens zijn ook veel gemeenten bezorgd. Negen gemeenten hebben ons in de arm genomen om door te rekenen wat de effecten zijn, zodat zij hun lokale beleid hierop kunnen aanpassen. In dat traject hebben wij al van diverse kanten gehoord dat het om grotere aantallen gaat dan waarmee de landelijke overheid rekening houdt. TWEE RISICOGROEPEN Er zijn ook groepen die zonder inkomensverlies risico lopen. Om een goed beeld te krijgen van het financiële gedrag van consumenten, maakt het Nibud gebruik van het Mentality-model van onderzoeksbureau Motivaction. Dit model verdeelt de samenleving in acht groepen op basis van levensinstelling. Zo heb je bijvoorbeeld de traditionele burgerij, die het erg goed doet op het gebied van geld. Maar er zijn ook twee risicogroepen, de gemaksgeoriënteerden en de opwaarts mobielen, die samen bijna een kwart van de bevolking vormen. F F P M a g a z i n e M a a r t 2 0 1 2 7

Je geeft je creditcard of je pint even. Maar je kunt een euro maar één keer uitgeven. We hebben over deze risicogroepen twee filmpjes gemaakt, die inmiddels op Youtube staan: Maaike heeft geen grip op haar geld en Steven de bink. Of toch niet? Zo brengen we op een luchtige manier de risico s toch serieus in beeld. De eerstgenoemde risicogroep zit meestal onderin de inkomenspijler, is makkelijk te beïnvloeden en vormt daardoor een makkelijke prooi voor bijvoorbeeld telemarketeers. Gemaksgeoriënteerden zijn relatief vaker vrouwen, lezen gossipbladen en kijken vooral naar commerciële zenders. Ze gaan niet zelf op zoek naar informatie en kenmerken zich door impulsief gedrag als het om aankopen gaat. Ook hebben ze meestal geen goed zicht op wat financieel wel en niet verantwoord is. Daarnaast zijn er de opwaarts mobielen, veelal carrièregerichte mannen die vaak in de financiële sector werken. Ze zoeken actief informatie, zitten hoger in de inkomenspijler, maar geven meer uit dan ze binnenkrijgen. Ze leven dus boven hun stand, zegt Rob Goedhart. Dat komt mede omdat geld vaker onzichtbaar is. JONGEREN IN DE PROBLEMEN Ook over jongeren maakt het Nibud zich zorgen. Ze zijn voor een belangrijk deel opgegroeid in een tijd dat veel kon en dat zie je terug in hun financiële gedrag, aldus Gerjoke Wilmink. Ze hebben nooit goed geleerd wat uitgaven moeten en mogen zijn. Uit recente onderzoeken blijkt dat juist onder jongeren snel schulden worden gemaakt. Dat geldt vooral voor werkende jongeren die op zichzelf gaan wonen. Kinderen blijven tegenwoordig lang bij hun ouders inwonen. En als zij geen kostgeld hoeven te betalen, kunnen ze ook met een minimuminkomen veel doen. Maar als zij uit huis gaan, krijgen ze opeens met vaste lasten en dagelijkse boodschappen te maken en is er geen zes- of zevenhonderd euro meer over om aan leuke dingen te besteden. Twee op de drie jongeren komen dan in de problemen. Ook is de perceptie van jongeren van 12 tot 25 jaar over hun latere inkomen onrealistisch hoog, zoals blijkt uit recent onderzoek dat het Nibud in samenwerking met het 1V Jongerenpanel van EenVandaag. Een goede financiële opvoeding kan helpen om dit te veranderen, al is dat niet eenvoudig. Het is een complexe tijd en ouders kunnen alle hulp gebruiken die ze kunnen Pensioenproblematiek: Ondanks de vele berichtgeving in de media en de lancering van Mijnpensioenoverzicht.nl in 2011 lijkt het pensioenbewustzijn van Nederlanders niet of nauwelijks te zijn verbeterd. Is dat desinteresse, domheid of struisvogelpolitiek? Volgens Gerjoke Wilmink zijn verklaringen vooral te vinden door de materie vanuit een gedragswetenschappelijke hoek te benaderen. Het zit niet in de mens om ver vooruit te kijken. Wij hebben zelf onderzoek gedaan naar het moment waarop mensen de toekomst meenemen in hun planning en die grens ligt op vijfenveertig, vijftig jaar. Pas op dat moment ga je nadenken over de periode van je pensioen, daarvoor is het de ver van m n bed-show. Daarin breng je geen verandering door te zeggen: Zo sta je straks ervoor. Wij zijn namelijk geen calculerende wezens. Onze ratio beseft wel wat verstandig is of niet op het gebied van financiën, maar toch handelen we vaak anders. Econome en columniste Henriëtte Prast beschrijft de planner en de doener: al plannen we het nog zo goed, 8 M a a r t 2 0 1 2 F F P M a g a z i n e

krijgen. Van het onderwijs, maar ook van alle andere partijen die hun steentje kunnen bijdragen. Daar hoort ook de financiële sector bij. Bijvoorbeeld zoals Stichting LEF het doet. RAPPORTJE IS GEEN ZORGPLICHT Verantwoordelijkheid nemen dus, je zorgplicht vervullen, vult Rob Goedhart aan. Die zorgplicht is bij wet geregeld, maar zou eigenlijk in je genen moeten zitten als je in de financiële dienstverlening werkt. In de praktijk wordt zorgplicht nog vaak beschouwd als een noodzakelijk kwaad, de verplichting om een rapportje op te stellen om de AFM tevreden te houden. Maar dat is natuurlijk geen zorgplicht. Zo heb ik laatst een groep hypotheekadviseurs een casus voorgelegd over een echtpaar van een jaar of veertig, dat een flink hogere hypotheek wilde afsluiten, illustreert hij zijn betoog. Ze voldeden daarbij nog aan de NHG-norm, maar hadden op hun lopende hypotheek niets afgelost, nauwelijks pensioen opgebouwd, niets gespaard en twee kinderen die gingen studeren. Op zo n moment moet je al die aspecten meenemen in je advies en niet alleen kijken naar de norm, vind ik. Als specialist kun jij voorzien wat er gaat gebeuren, dus valt dat onder jouw verantwoordelijkheid. Of je zover moet gaan om het af te raden, laat ik in het midden, maar je kunt wel aangeven dat die hogere hypotheek betekent dat ze andere dingen moeten laten. Jouw zorg over jouw klant, dat is zorgplicht in mijn definitie. Het hoort gewoon bij goede dienstverlening, bij goed advies, reageert Gerjoke Wilmink. Ik zie gelukkig dat steeds meer adviseurs het zo aanpakken. Wij geven al heel lang trainingen en opleidingen inzake budgetcoaching aan professionals. Tot voor kort waren dat vooral mensen uit de schuldhulpverlening en van de sociale dienst. Maar de laatste tijd melden steeds meer financieel adviseurs zich aan. Dat ervaar ik als een positieve tendens. Voor mij blijkt eruit dat ze zich realiseren dat bij financieel advies ook budgetadvies hoort. Het gaat immers niet alleen om inkomen. ZORGEN OVER PROVISIEVERBOD Voor de meeste financieel adviseurs geldt nog steeds dat de uitkomst van hun dienstverlening een product moet zijn. Met het provisieverbod vallen de inkomsten daarvan weg. De brede perceptie dat advies gratis is, baart hersenen lopen achter op het moment dat het gedaan moet worden, stellen we het uit, vertonen we ander gedrag. Verder las ik onlangs dat onze hersenen niet goed zijn meegeëvolueerd met onze levensverwachting en daardoor -zeker als we jong zijn- niet in staat zijn om over die grens van veertig jaar heen te kijken. Daarom moeten we inzichten van gedragswetenschappers -onder wie psycholoog Jan Willem Bolderdijk- en neurowetenschappers zoals Victor Lamme gebruiken om de boodschap zo te vertalen dat ze echt doordringt. Want het gaat tenslotte helemaal niet om geld, vindt Rob Goedhart. Het gaat om de dingen die je op dat moment wilt doen. Of je er nu voor kiest om achter de geraniums te gaan zitten of met een camper door Amerika te reizen. Wat ik zelf vaak van klanten hoorde, was: Als we dan kunnen leven zoals nu, dan is het goed. Het gaat dus om emotie. En wij zijn er nog niet in geslaagd om vertaalslag van geld en bedragen om te vormen naar de beleving hoe iemands situatie is als hij met pensioen gaat. We doen dat met rapporten vol grafiekjes en cijfertjes, maar dat gaat de gemiddelde consument echt niet lezen; het zegt hem helemaal niets! F F P M a g a z i n e M a a r t 2 0 1 2 9

Goedhart zorgen. Want hoe gaan die adviseurs hun proces en verdienmodel straks inrichten? De nieuwe manier van werken -niet het product maar jouw dienst verkopen- betekent een wereld van verschil en de klant weet nog van niets. Dat hebben wij onlangs nog met een consumentenpanel laten zien in een workhop. Het provisieverbod lijkt vooralsnog alleen binnen de branche bekend te zijn. Maar ook voor consumenten liggen er gevaren op de loer, zeker als execution only-kanalen worden toegestaan. Het Nibud heeft nooit onder stoelen of banken gestoken dat we grote risico s zien in het provisieverbod, juist voor kwetsbare groepen, benadrukt Gerjoke Wilmink. Je moet er niet aan denken dat die zonder goed advies zelf hun zaken gaan regelen. Ik heb ooit gesuggereerd dat er een grote pot geld moet komen om kwalitatief hoogwaardig financieel advies voor de lagere inkomensgroepen toegankelijk te maken. Vergelijk het met het juridisch loket, waar mensen kunnen aankloppen voor gratis consultatie. En Rob Goedhart heeft - voordat hij bij het Nibud kwam in een publicatie het idee van oud-staatssecretaris Steven van Eijck opgepoetst om door het hele land Geldzaken te openen, laagdrempelige kantoren in het winkelgebied van een stad waar consumenten terecht kunnen met hun financiële vragen. De Geldloketten die het vanuit Wijzer in Geldzaken dit jaar worden geopend in Amersfoort en Den Bosch komen er wellicht uit voort, maar zijn toch niet helemaal vergelijkbaar. Die richten zich met name op risicogroepen. Ik zou een MVO-initiatief op dit gebied toejuichen, zeker als dat parallel loopt met een omkering van de dienstverlening en de insteek van adviseurs en planners. Ik realiseer me dat de meeste individuele financieel planners zich niet kunnen permitteren veel onbetaalde tijd in zoiets te steken, maar er zijn vast organisaties die een soort kruisfinanciering kunnen toepassen. Maar het is niet aan het Nibud om dat op te pakken. Misschien moeten werkgevers hierin verantwoordelijkheid nemen en bereid zijn een deel van de kosten te dragen, suggereert Rob Goedhart. Ze kunnen dat zien als een preventiemaatregel. Want als werknemers geldzorgen hebben, worden ze minder productief en neemt het ziekteverzuim toe. Daarom zijn we onlangs gestart met een campagne die zich specifiek richt op werkgevers. Hoe eerder je problemen constateert, hoe kleiner de gevolgen zijn. Dat is ook voor werkgevers een plus, dus een echte win-winsituatie. FOCUS OP VAARDIGHEDEN Allebei benadrukken ze het belang van -sociale en communicatieve- vaardigheden van financieel adviseurs en -planners. Hoewel er in de nabije toekomst verandering in lijkt te komen, is er in het verleden binnen de opleidingen vooral aandacht besteed aan kennis. Maar juist de vaardigheden zijn zo belangrijk, benadrukt Geldgripper voorlopig van de baan De ontwikkeling van de Nibud Geldgripper, het online instrument waarmee de consument grip krijgt op de financiële situatie van zijn huishouden, is sinds februari voorlopig gestopt. Om de Geldgripper te realiseren, heeft het Nibud ook bijdragen van het (financiële) bedrijfsleven nodig. Vanwege de brede bezuinigingen in de sector konden diverse betrokken partijen zich deze steun echter niet permitteren. Voor ons als instituut is het ook belangrijk dat we de risico s kunnen dragen, zegt Gerjoke Wilmink. Als op een gegeven moment blijkt dat je het toch niet redt, dan moet je bijtijds durven zeggen dat je het niet kunt realiseren. Het past in de tijdgeest: het is moeilijk om betrokkenheid voor een langere periode te krijgen en dat hebben we wel nodig: de Geldgripper is niet iets dat we voor slechts een jaartje willen neerzetten. Om een dergelijk project van de grond te tillen, zijn tonnen ontwikkelingskosten nodig, reageert Rob Goedhart. Zeker als stichting die financiële risico s in kaart brengt, moet je op zo n moment een onzekere investering heroverwegen. Maar uitstel is wat betreft het Nibud niet per se afstel: Het is een droom die nu even is stopgezet. 10 M a a r t 2 0 1 2 F F P M a g a z i n e

verloren. Je moet op een gegeven moment kunnen zeggen: Zo is het goed: mijn klant is op de hoogte van zijn situatie en onderkent de risico s en mogelijkheden van wat er op de lange termijn kan gaan spelen. Gerjoke Wilmink ziet een parallel in de budgettraining die het Nibud geeft: Daarin focussen we sterk op gedragsverandering. Dat betekent dat je een gesprek moet kunnen voeren op heel andere manier dan je gewend bent. Een gesprek waarin je niet alleen maar zendt, maar vooral let op de mogelijkheden en onmogelijkheden én de emoties van degene die tegenover je zit. Als je als adviseur herkent dat je een gemaksgeoriënteerde klant hebt, dan moet je in een andere modus gaan dan wanneer het bijvoorbeeld een opwaarts mobiele betreft. Die laatste kun je strak adviseren, de eerste moet je tegen zichzelf beschermen, eigenlijk aan de hand nemen. Dat betekent dat je jezelf moet kunnen en willen inleven in de keuzes die hij of zij moet maken. Benchmarks kunnen daarbij helpen en daarvan hebben wij er genoeg beschikbaar. Verandering begint altijd bij overzicht, gevolgd door inzicht. Pas daarna kun je beslissingen nemen. Rob Goedhart Als adviseur moet je jezelf elke keer opnieuw de vraag stellen: Wie zit er tegenover mij en hoever moet ik gaan met datgene wat ik ze aandraag? Dat hoeft niet in alle gevallen tot op de euro nauwkeurig en financieel, economisch en fiscaal optimaal. Want daardoor verzint de financiële sector producten, waarvan op een gegeven moment niemand meer weet hoe het precies in elkaar zit. Dat zien we wereldwijd, maar ook op micro- consumentenniveau. Als financieel planners hebben we soms de neiging om te lang na te denken over alle financiële en fiscale aspecten die spelen. Daarin heb ik mijzelf vroeger ook ZOEKEN NAAR EFFICIËNTIE En waar je als financieel planner en dat geldt eigenlijk voor de gehele financiële sector - naar moet blijven zoeken, is hoe je efficiënt in beeld kunt brengen wat er bij een klant aan de hand is, besluit Goedhart. Dat wilden we ook bewerkstelligen met de Geldgripper. Ik kan me de tijd dat ik zelf financieel planner was nog goed herinneren. Mensen kwamen bij je met een ordner -of schoenendoos- vol documenten en daar moest je in gaan grasduinen om alles op een rijtje te kunnen zetten. Zoiets kost uren! Als de fabrieken -banken en verzekeraars- gegevens die eigenlijk niet meer dan feiten zijn zo aanleveren dat de consument ze op een gemakkelijke manier en bij voorkeur digitaal bij elkaar kan zetten, kan de adviseur vrij snel zien hoe de geldstromen lopen en wat de aandachtspunten zijn, mocht er iets in de situatie veranderen. Op die manier wordt professioneel financieel advies voor een grotere groep consumenten betaalbaar en dus haalbaar. F F P M a g a z i n e M a a r t 2 0 1 2 11

INTERVIEW Wilma de Bruijn: Veranderen moet, maar hoe? Het moet grondig anders met het denken over pensioen én alle andere zaken die samenhangen met de oude dag. Vanuit die overtuiging ging Wilma de Bruijn twee jaar geleden van start met de Pensioenexpeditie. Als directeur van de Achmea Academy / Insuring Knowledge, wil zij een zo breed mogelijk bewustzijn creëren dat conventionele oplossingen voor de oude dag niet meer passen in de huidige maatschappij, laat staan in die van de toekomst. De samenleving is veranderd en vraagt om een veel flexibeler systeem. Maar hoe gaan we dat doen? En in welke vorm? Ik daag iedereen uit om daarover mee te denken en discussiëren! Anders denken over pensioen Foto s: Roy Borghouts Dit ambitieuze doel kan alleen worden bereikt door alle creatieve geesten in ons land te motiveren om hun mening over vergrijzing in combinatie met inkomen, zorg, levensloop en wonen naar voren te brengen. De Pensioenexpeditie wil de hele markt in beweging brengen en richt zich daarom niet naar binnen, maar juist naar buiten. In eerste instantie ligt de focus op professionals uit de diverse branches die bij de problematiek zijn betrokken en op stakeholders. Maar natuurlijk moet ook de consument zo spoedig mogelijk erbij worden betrokken. De basis voor toekomstige oplossingen moet worden gelegd door het creëren van maatschappelijke betrokkenheid en onderlinge empathie bij alle betrokken partijen, het centraal stellen van de klantbehoefte en het vergroten van het vakmanschap in de branche. Om dit doel te bereiken, organiseert Achmea Academy dit jaar diverse workshops en master classes. Hoogtepunt van de Pensioenexpeditie is het congres, dat elk jaar in november wordt gehouden en waar grote namen uit het zakenleven, de politiek en de wetenschap hun visie op de pensioenproblematiek geven. NIET DRIE, MAAR VIJF PIJLERS Wordt pensioen traditioneel gezien als een drietrapsraket, bestaande uit AOW, aanvullend (bedrijfs)pensi- oen en overige individuele regelingen, zoals lijfrente, Wilma de Bruijn onderscheidt er vijf: Naast genoemde drie pijlers zijn dat human capital -zoals langer doorwerken of deeltijdpensioen- en inkomens- en vermogenscomponenten, zoals het eigen woonhuis. De tendens in ons land is dat de strikte grens tussen pensioen en werk steeds meer vervaagt. Mensen willen zelf meer de regie kunnen voeren over hun arbeidzame leven. Dat vraagt natuurlijk om compleet andere oplossingen dan bijvoorbeeld dertig jaar geleden. De levensloop van het individu komt centraal te staan, niet langer een reeks collectieve oplossingen. Daarom moeten pensioenvoorzieningen veel meer een maatwerkkarakter krijgen. CO-CREATIE MET WERKGEVERS EN KLANTEN Het nieuwe denken over de oude dag richt zich daarom op flexibelere pensioenregelingen die beter aansluiten bij persoonlijke keuzes inzake de levensloop. Consumenten krijgen zelf steeds meer verantwoordelijkheid en lopen daardoor meer risico. Dat moet hen wel duidelijk worden gemaakt. Zonder dat bewustwordingsproces zal er weinig veranderen in het pensioengedrag van Nederland. 12 M a a r t 2 0 1 2 F F P M a g a z i n e

Wilma de Bruijn: De Pensioenexpeditie is een inspirerende reis. F F P M a g a z i n e M a a r t 2 0 1 2 13

Uit eerdere sessies zijn al veel ideeën voortgekomen, die goed aansluiten bij deze gedachte. Zoals bijvoorbeeld het plan om de expertise van diverse partijen samen te brengen en zo een platform voor co-creatie realiseren. Met werkgevers, maar ook met (eind)klanten. Dat kan dan weer zorgen voor een sneeuwbaleffect, waardoor de verandering in het denken sneller wordt bewerkstelligd. Ook de suggestie om het Uniform Pensioen Overzicht (UPO) los te laten en te vervangen door een Individueel Pensioen Overzicht kan hierin een belangrijke stap betekenen. 14 M a a r t 2 0 1 2 F F P M a g a z i n e

Hoogleraar cognitieve neurowetenschap Victor Lamme: Het brein wil helemaal niet met pensioen. MENSELIJK BREIN Maar misschien nog belangrijker, is volgens Wilma de Bruijn, de mentale verandering die moet plaatsvinden. We denken niet graag na over ons pensioen. Tijdens het congres in november vorig jaar heeft Victor Lamme, hoogleraar cognitieve neurowetenschap aan de Universiteit van Amsterdam, letterlijk gezegd: Het brein wil niet met pensioen. Hoe ingenieus onze interne computer ook is, als het gaat om het nemen van verstandige financiële beslissingen blijkt het brein niet echt geschikt. Dat heeft vooral te maken met de invloed van emoties en onbewuste drijfveren, die een belangrijke rol spelen bij het nemen van beslissingen. Daar doorheen breken is niet eenvoudig en vergt veel emotionele overtuigingskracht. Het denken en doen van verzekeraars en pensioenspecialisten moet daarom veranderen, willen zij de consument kunnen overtuigen van het belang om zo vroeg mogelijk te beginnen met het nadenken over later. Dat is de randvoorwaarde om iedereen in beweging te krijgen. Vakmanschap speelt daarbij een belangrijke rol, evenals empathie, aldus Wilma de Bruijn. Het is dus belangrijk om nu te investeren in kennis én kunde en om van elkaar te leren, vervolgt zij. Tijdens onze belevingsessies is gebleken dat de jongste generatie van begin 20 weinig tot geen kennis heeft van AOW en pensioen, maar zich ook geen zorgen maakt over later. De groep tussen de 25 en 40 jaar, die relatief vaak van werkgever verandert en veel zzp ers kent, beseft in toenemende mate dat de eigen pensioenopbouw vol gaten zit. Ze weten er echter te weinig van en worden geplaagd door keuzestress als ze op zoek gaan naar oplossingen. Consumenten tussen de 40 en 70 jaar tot slot, maken zich vooral zorgen over de gevolgen van de crisis voor hun pensioen. Velen willen eerder stoppen met werken en hopen op een waardevast pensioen, maar twijfelen aan de haalbaarheid ervan. Genoeg werk aan de winkel dus, besluit Wilma de Bruijn. Het bestaande systeem moet veranderen, het past niet meer in deze tijd. Al is de uitkomst van die verandering nog lang niet duidelijk. De Pensioenexpeditie is daarom een spannende en inspirerende reis. F F P M a g a z i n e M a a r t 2 0 1 2 15

RONDJE langs LEDEN Wft-Pensioen sinds 1 januari 2012 van kracht De invoering van de het diploma Wft-Pensioenverzekeringen heeft voor de nodige discussie en verwarring gezorgd. Vanaf 1 januari 2014 moet elke intermediair die adviseert over collectieve pensioenregelingen en het DGA-pensioen dit diploma in bezit hebben. Voor nieuwe toetreders geldt de diplomaplicht zelfs per direct. Maar wat valt er nu wel en niet onder de vrijstellingsregeling? En biedt de Wft-Pensioen kansen voor gecertificeerd financieel planners in samenwerking met accountants? FFP Magazine vroeg het aan drie FFP-leden. Storm in een glas water of serieuze verandering? DDick Kaljee, financieel planner bij Den Dulk & Partners in Baarn, verwacht dat veel bestaande partijen zullen stoppen met de pensioenadvisering door de invoering van de diplomaplicht. En dat biedt kansen voor de partijen die wel aan alle voorwaarden voldoen, want de markt blijft minimaal gelijk. Anderzijds, zolang je geen producten noemt, mag je ook in de nieuwe situatie blijven adviseren, als je de wet letterlijk leest, nuanceert hij. Sowieso krijgen accountants die onder de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta) vallen een vrijstelling, zolang de pensioenadvisering niet hun hoofdactiviteit is. Toch hoort hij regelmatig dat accountants het voornemen hebben om zelf de opleiding te gaan doen of samenwerking te zoeken met andere partijen zoals financieel planners. Dat laatste juich ik natuurlijk toe. Vaak is een accountant de financiële vertrouwenspersoon van een ondernemer, die de toegevoegde waarde van een financieel planner pas ervaart op het moment dat hij bij hem of haar aan tafel zit. Accountants kunnen dus een belangrijke rol spelen in de promotie van ons vak. Hoewel Kaljee zelf nooit producten adviseert, gaat hij de opleiding toch volgen. Omdat er veel verwarring is over wat nu wel en niet mag zonder het diploma, maar meer nog omdat ik altijd het naadje van de kous wil weten om zo het beste advies te kunnen bieden. Kritisch staat hij tegenover het over een kam scheren in de nieuwe wet van collectieve pensioenen voor werknemers en het DGA-pensioen. Dat hadden ze beter uit elkaar kunnen trekken, het zijn immers twee totaal verschillende zaken. 16 M a a r t 2 0 1 2 F F P M a g a z i n e

Weinig verandering Martijn van Hulten, partner bij Van Vugt & Van Hulten Belastingadviseurs, ziet voor zichzelf niet veel veranderen naar aanleiding van de Wft-Pensioen. Niet alleen omdat pensioenen niet onze hoofdberoepswerkzaamheid zijn, maar ook omdat er in de regelgeving voor ons eigenlijk niets verandert. Wij vallen onder de vrijstellingsregeling en mogen volgens artikel 5 van deze regeling zelfs productadvies geven, zolang dit marginaal gebeurt. Ook van Hulten merkt op dat adviseren over collectieve pensioenen niet te vergelijken is met adviseren over het DGApensioen. Het zijn totaal verschillende adviestrajecten, waarbij compleet andere producten horen. Ik ga er daarom vanuit, dat de DGA-trajecten zoals wij ze doen, ook in de toekomst zonder diploma Wft-Pensioen door ons mogen worden verzorgd. Dat is ons verzekerd tijdens een sessie bij Akkermans en Partners door vertegenwoordigers van de AFM. De wetgeving voor het DGA-pensioen hebben wij uitstekend in de vingers, maar als er iemand voor een collectieve pensioenregeling bij ons aanklopt, verwijzen wij hem direct door. En hoewel hij was geschrokken van de brief van de AFM, beschouwt hij de aanscherping inmiddels als een storm in een glas water. Maar er had wel duidelijker gecommuniceerd moeten worden. Ik verwacht daarom dat er nog wel de nodige discussie over plaatsvindt, want wat is een hoofdberoepswerkzaamheid? Dat is in de wet niet hard gedefinieerd. En is een pensioen in eigen beheer een verzekeringsproduct? Het blijft vooralsnog onduidelijk. Haken en ogen Arjan Knol werkt als belastingadviseur en financieel planner bij Schuiteman Accountants & Adviseurs. Hij benadert de materie omzichtiger dan Van Hulten. De communicatie vanuit de toezichthouder is inderdaad vaag, maar ik verwacht niet dat veel partijen het risico willen lopen beboet te worden. Ongetwijfeld zullen er proefprocessen worden gevoerd, maar met de dreiging van hoge sancties is dat slechts voor enkele partijen weggelegd. Volgens Knol heeft ook de vrijstellingsregeling in veel gevallen haken en ogen. Zo mag het pensioenadvies binnen het kantoor niet op een eigen afdeling zijn ondergebracht, laat staan in een aparte BV binnen de holding. Hij verwacht daarom meer samenwerking tussen accountants en financieel planners. Ook Akkermans en Partners adviseert accountants om expertise van buiten te halen, mochten zij niet binnen de vrijstellingsregels kunnen blijven. Want waarom zouden ze geld en tijd investeren om het diploma te halen als er voldoende samenwerkingsmogelijkheden zijn? Knol sluit zich aan bij Kaljee en Van Hulten met betrekking tot de verschillen tussen de collectieve pensioenregeling en het DGA-pensioen. Dat zijn echt verschillende takken van sport. De markt voor collectieve pensioenen is strak en scherp geregeld, bij het DGA-pensioen is veel meer mogelijk. Zo constateert hij dat de Belastingdienst zich meer en meer opstelt als een economische entiteit. De fiscus onderzoekt niet alleen of alles volgens de regels gaat, maar toetst daarnaast steeds vaker de betaalbaarheid. Met name bij pensioen in eigen beheer kan dat ingrijpende gevolgen hebben voor de balans, omdat de commerciële waarde opnieuw moet worden bepaald. Het feit dat werknemerspensioenen en DGA-pensioenen toch over één kam worden geschoren, maakt het er daarom niet eenvoudiger op. F F P M a g a z i n e M a a r t 2 0 1 2 17

In elke uitgave van FFP Magazine zullen leden van de FFP kennisgroepen één of twee actuele praktijkcases aandragen. De kennisgroepen zijn samengesteld uit deskundige FFP ers op uiteenlopend gebied. De groepen vormen als het ware de oren en ogen van het FFP bestuur en zij ondersteunen en adviseren het bestuur bij het bepalen van standpunten, visies en commentaren. Kennis delen is een belangrijk aandachtspunt voor FFP. In deze uitgave een bijdrage van de FFP Kennisgroep Sparen en Beleggen. Andre Kamstra Harry Bronts UIT DE PRAKTIJK Hoe je vermogensbestanddelen het beste kan aanwenden voor een onbezorgde oudedag? De Kennisgroep Sparen en Beleggen heeft voor dit keer een case uitgewerkt over de verkoop van een drukkerij vier jaar geleden door het echtpaar De Jong. Dankzij de verkoop van de drukkerij resteert, na afrekening met de fiscus, voor de verkoper een vermogen van 3 528.000 in de bv. Hoe dit vermogen en andere vermogensbestanddelen kunnen worden aangewend als oudedagsvoorziening voor het echtpaar De Jong wordt hieronder uitgewerkt. Het vermogen uit de verkoop van de drukkerij is opgebouwd uit een aanmerkelijk belang van g 270.000, een stamrechtverplichting van g 105.000, en een pensioenverplichting van g 153.000. De oprentingsverplichting is 4% per jaar. De vordering van de bv op de familie is g 575.000 terwijl er g 485.000 aan liquide middelen in privé is. De ontvangen rente in privé is 2% per jaar, terwijl de verplichting aan de BV 3,1% per jaar bedraagt. De heer en mevrouw de Jong zijn beiden 55 jaar oud. Naast genoemde vermogensbestanddelen is er een appartement met een getaxeerde waarde van g 300.000,- en ook nog een recht op een jaarlijks pensioeninkomen van g 3.500,- per jaar vanaf 65ste jarig leeftijd. Verder komt er een lijfrente vrij met een opgebouwde waarde van g 215.000. Meer inkomstenbestanddelen zijn er niet. De laatste jaren hebben zij g 90.000 ingeteerd op hun privévermogen. NETTO INKOMEN Het echtpaar De Jong heeft aangegeven dat zij van netto besteedbaar inkomen van g 24.000 per jaar willen rondkomen. De doelstelling van het echtpaar is dat zij een onbezorgde oudedag kunnen hebben. Op basis van hun financiële situatie kunnen wij constateren dat de huidige opbrengsten lager zijn dan de verplichte lasten en dat zij daardoor interen op hun vermogen. Wij hebben de case daarom op de volgende manier benaderd: in de eerste plaats hebben wij een financiële herstructurering uitgevoerd en in de tweede plaats hebben wij gekeken naar wat het inkomen in box 1 is. Van de vrijgevallen lijfrente kopen zij een directingaande lijfrente van g 26.500 voor de komende 10 jaar. Vanaf hun 65ste jaar hebben zij, naast het pensioeninkomen en AOW- uitkering, een inkomen van g 21.500 bruto per jaar. Daarna hebben wij de verschillende mogelijkheden aan het echtpaar voorgelegd. Na de aflossing van de lening aan de bv blijft er een vordering van g 90.000 over op de familie privé. Hiervoor reserveren wij g35.000 aan liquide middelen voor een dividenduitkering. Nu wij dit weten kunnen wij een voorstel maken. Er resteert een te beleggen vermogen van g 450.000. In de eerste plaats kan het echtpaar De Jong overwegen om het langleven risico af te wentelen op een verzekeringsmaatschappij. Als dit risico is afgedekt door een verzekeringsmaatschappij, dan is vanaf heden tot het moment van overlijden het inkomen vastgesteld. Het nadeel hiervan is, dat als gevolg van inflatie het inkomen, c.q. de koopkracht van het echtpaar met de jaren afneemt. Indien het langlevenrisico volledig wordt afgedekt door een verzekeraar, dan kan men rekenen op het navolgende bruto inkomen: vanaf heden tot 60 jaar: g 30.000 (inclusief lijfrente plus stamrecht) vanaf 60 tot 65 jaar: g 36.000 (inclusief lijfrente, overbruggingspensioen en stamrecht) vanaf 65 jaar: g 30.500 ( Inclusief AOW, pensioen en stamrecht) Aansluitend kan de bv worden opgeheven. Na betaling van belasting en verrekening van het rekening-courant- 18 Maart 2012 F F P M a g a z i n e

saldo, blijft er circa g 110.000 in privé over. Hiermee kan de hypotheek worden afgelost. Uiteindelijk resteert een bedrag van g30.000 op de spaarrekening en koopkrachtverlies. HET ALTERNATIEF Om dit koopkrachtverlies op te vangen, is er een alternatieve oplossing. Het inflatierisico kan het echtpaar De Jong zelf ook opvangen door het risico zelf te dragen. Het nadeel daarvan is, dat er minimaal een nettorendement van 4,4% (zie grafiek beleggingen/kas) dient te worden behaald om onbezorgd oud te worden. Indien het echtpaar ervoor kiest om het risico zelf te dragen, dan kan het rekenen op een bruto inkomen vanaf heden tot 65 jaar van g 41.000-en vanaf 65 jaar g 33.000 (zie grafiek inkomen voor inflatiestijging). 500.000 400.000 300.000 100.000 100.000 0-100.000-200.000-300.000-400.000 Beleggingen/kas 2010 2012 2014 2016 2018 2020 2022 2024 2026 2028 2030 2032 2034 2036 2038 2040 2042 2044 2046 2048 2050 2052 2054 In deze grafiek ziet u dat het gewenste inkomen aan inflatie onderhevig is. 80.000 70.000 60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 0 Inkomen 2010 2012 2014 2016 2018 2020 2022 2024 2026 2028 2030 2032 2034 2036 2038 2040 2042 2044 2046 2048 2050 2052 2054 Om dit minimale rendement te kunnen uitrekenen, dienen de beleggingen zorgvuldig te worden afgestemd op de verplichtingen van de BV. Daarna moeten de aanvullingen zorgvuldig worden gepland. De aanvullingen die de eerste 15 jaar nodig zijn, worden belegd in vastrentende waarden. Het resterende vermogen kan worden belegd in zakelijke waarden. Als deze twee gegevens bekend zijn, dan kan ook het risicoprofiel van het echtpaar De Jong worden gemaakt. Zoals u ziet, hebben in dit voorstel rekening gehouden met de Leidraad actief en passief beleggen in het belang van de klant van de AFM. CONCLUSIE Zoals u ziet in bovenstaande grafieken heeft het echtpaar De Jong ongeveer g 375.000 nodig om het gewenste inkomen te realiseren zonder inflatierisico, uitgaande van een 4,4% rendement. Nu loopt het echtpaar wel een beleggingsrisico, maar er zijn meer liquide middelen in de bv dan dat er nodig zijn om het inkomen te waarborgen. Naast het beleggingsrisico is er ook een langlevenrisico, maar de bodem van de kas komt pas in zicht als het echtpaar honderd jaar is geworden. Het is altijd een afweging welk risico de klant wil lopen: wil hij in het mes van de koopkrachtverlies lopen, of neemt hij het beleggingsrisico van 4,4%. F F P M a g a z i n e M a a r t 2 0 1 2 19

Nu op LinkedIn Ondertussen op FFP-LinkedIn Meer dan 2000 FFP-leden op LinkedIn Een nieuwe mijlpaal in het bestaan van FFP-LinkedIn: medio februari is de grens van tweeduizend deelnemers aan FFP-LinkedIn overschreden. De 2000 e deelnemer is FFP-lid Brigitte Vogels, die als financieel planner werkzaam is bij VVAA. Zij mag gratis deelnemen aan één van de regionale workshops over Bloggen die de FFP deze maand voor haar leden organiseert. Steeds meer FFP ers weten de weg te vinden naar FFP- LinkedIn. Deze community heeft zich inmiddels ontwikkeld tot een kennis- en informatieplatform van groot formaat. Niet alleen vakinhoudelijke kennis en ervaring, maar ook maatschappelijke- en verenigingskwesties worden op FFP-LinkedIn breed met elkaar gedeeld. Ben je als FFP er al wel actief op LinkedIn, maar neem je nog geen deel aan de FFP-LinkedIn-groep? Ga dan naar je persoonlijke pagina op LinkedIn, klik boven in het scherm op Groups en typ vervolgens rechtsboven in het scherm Groups: Gecertificeerd Financieel Planners. Klik vervolgens op Join Group. Vervolgens krijg je snel een bericht van je aanmelding. Wil je deelnemen aan FFP-LinkedIn, maar heb je nog geen profiel? Ga dan naar www.linkedin.com. Je wordt automatisch door een aantal schermen heengeleid om een basisprofiel op te bouwen. Dit volstaat om vervolgens naar Groups te gaan en daar de bovengenoemde stappen te nemen. Tip: zet achter de eigen naam in het LinkedIn-profiel je FFP-titel. Op deze manier werken we gezamenlijk aan een verdere herkenning en vindbaarheid van ons keurmerk. www.linkedin.com 20 M a a r t 2 0 1 2 F F P M a g a z i n e