Voorwoord 4. Kerngegevens 5. Verslag van het bestuur 6. Financiële situatie 6. Vermogensbeheer 10. Pensioenbeheer 16.



Vergelijkbare documenten
Voorwoord 4. Kerngegevens 5. Verslag van het bestuur 6. Financiële situatie 6. Vermogensbeheer 10. Pensioenbeheer 16.

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Voorwoord 4. Kerngegevens 5. Verslag van het bestuur 6. Financiële situatie 6. Vermogensbeheer 10. Pensioenbeheer 16.

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Jaarlijks gemiddeld Cumulatief vanaf Q Q Q Q Q Dekkingsgraad (kwartaalultimo) 143% 137% 148% 153% 153%

Voorwoord 4. Kerngegevens 6. Verslag van het bestuur 7. Financiële situatie 7. Vermogensbeheer 10. Pensioenbeheer 15.

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag.

Verkorte kerngegevens fonds

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2015 t/m 30 september 2015

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM 1. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Verkort jaarverslag

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

Kwartaalbericht 4e kwartaal 2008

1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

Kwartaalbericht 1e kwartaal 2009

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2015 t/m 31 maart 2015

1e kwartaal 2016 Den Haag, 20 april 2016

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting:

VERKORT JAARVERSLAG 2016

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting:

Verkort Jaarverslag 2014

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2015 t/m 30 september Samenvatting:

Nieuws. Gezond maar alert. Pensioenfonds IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag. De financiële situatie van het pensioenfonds verbeterde in 2017.

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni Samenvatting:

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting:

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

VERKORT JAARVERSLAG 2017

Kwartaalbericht Samenvatting ING CDC Pensioenfonds communiceert over de resultaten van Q3. Kwartaalbericht 3e kwartaal

Het jaarverslag 2014 samengevat

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2014 t/m 31 maart Samenvatting: stijgende aandelen

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Strengere regels voor pensioenfondsen

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019

Goed jaar Metro Pensioenfonds, toch geen verhoging pensioenen

Verkorte kerngegevens fonds

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2016

Voorwoord 4. Kerngegevens 5. Verslag van het bestuur 7. Financiële situatie 7. Vermogensbeheer 10. Pensioenbeheer 15.

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Later AOW en pensioen

Nieuws. Een fonds in goede conditie IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016

Extra informatie pensioenverlaging

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016

Voorwoord 4. Kerngegevens 5

Informatiebijeenkomst Pensioenen: actueler dan ooit. Oktober 2013

Pensioenen... Herstelplan 2017

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 EERSTE KWARTAAL 2017

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting:

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart 2016

Populair beleggingsplan

WAT SPEELT ER ROND UW PENSIOEN BIJ SPUN?

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2017

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 DERDE KWARTAAL 2017

2009: een actief jaar met interessante ontwikkelingen

4e kwartaal 2016 Den Haag, januari 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2016

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Wanneer gaat u met pensioen: eerder of later? AOW-leeftijd verschuift opnieuw

Populair beleggingsplan

Kwartaalbericht ING CDC Pensioenfonds communiceert over de resultaten van Q4. Kwartaalbericht 4e kwartaal

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2018

Transcriptie:

Jaarverslag 2014

Inhoud Jaarverslag pagina Voorwoord 4 Kerngegevens 5 Verslag van het bestuur 6 Financiële situatie 6 Vermogensbeheer 10 Pensioenbeheer 16 Risicobeleid 29 Pensioenfondsbestuur 33 Vooruitzichten 39 Organisatie 40 Functies en nevenfuncties 43 Bericht van het verantwoordingsorgaan 49 Verslag van de raad van toezicht 51 Jaarrekening Balans 53 Staat van baten en lasten 54 Kasstroomoverzicht 55 Toelichting 57 Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 77 Actuariële verklaring 81 Resultaatbestemming 82 Gebeurtenissen na balansdatum 82

Jaarverslag 2014

Voorwoord Ontwikkelingen in 2014 In 2014 waren er weer volop ontwikkelingen in de pensioenwereld. Zo werd wetgeving voorbereid over pensioencommunicatie. Doel hiervan is de informatie over pensioenen te verbeteren, onder andere door meer gebruik te maken van digitale informatieverstrekking. Ook ging in 2014 De Nationale Pensioendialoog van start. Met deze pensioendialoog wil de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, samen met de pensioensector en de samenleving, onderzoeken hoe het Nederlandse pensioenstelsel in de toekomst beter kan aansluiten op de wijze waarop Nederlanders werken en leven. De uitkomst van de pensioendialoog is in het voorjaar van 2015 door de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een hoofdlijnennotitie verwerkt en aangeboden aan de Tweede Kamer. Het kan, mede met het begin 2015 uitgebrachte SER-advies van de Commissie Toekomst Pensioenstelsel, medebepalend zijn voor de toekomst van het Nederlandse pensioenstelsel. Verder ontstond in 2014 duidelijkheid over het nieuwe financiële toetsingskader en vond er opnieuw een aanpassing plaats van het fiscale kader voor pensioenopbouw. Waar nodig, reageerden wij op deze ontwikkelingen. Naast de ontwikkelingen in de pensioenwereld hadden specifieke ontwikkelingen rond het fonds in 2014 onze nadrukkelijke aandacht. In het eerste half jaar lag onze focus op de implementatie van ons nieuwe bestuursmodel. Het tweede half jaar stond in het teken van scenario denken over de toekomst van het fonds in het geval de verplichtstelling zou komen te vervallen. Daarnaast volgden wij de financiële situatie van het fonds op de voet. Communicatiebeleid: online omgeving verder uitgebreid In 2014 breidde Pensioenfonds Horeca & Catering het werkgeversportaal GRIP verder uit en lanceerde het een deelnemersportaal. De portalen bieden de bij het fonds aangesloten werkgevers en deelnemers de mogelijkheid op elk gewenst moment in te loggen op hun persoonlijke online omgeving. Zo kunnen ze direct de voor hen relevante pensioeninformatie inzien. Eén van de eerste communicatie-uitingen via het deelnemersportaal was het Uniform pensioenoverzicht 2014. Hiermee liep het fonds vooruit op de nieuwe wetgeving voor pensioencommunicatie. Pensioenregeling aangepast Om te voldoen aan het vanaf 2015 geldende fiscale kader stelden sociale partners betrokken bij het fonds limitatieve aanpassingen van de pensioenregeling van het fonds voor. Het bestuur heeft deze aanpassingen beoordeeld en doorgevoerd in de pensioenregeling vanaf 1 januari 2015. Zo wordt de laagst mogelijke franchise toegepast en is het opbouwpercentage van 1,5% naar 1,466% verlaagd met handhaving van de pensioenrichtleeftijd van 65 jaar. Per saldo betekent dit dat deelnemers over een hogere pensioengrondslag pensioen opbouwen. Financieel herstel zet in 2014 verder door Pensioenfonds Horeca & Catering werkte in 2014 verder aan het herstel van zijn financiële positie. De dekkingsgraad steeg over het jaar genomen van 117,8% naar 121,2%. Door deze stijging kwam het fonds op basis van de wettelijke regels zoals deze in 2014 golden uit de situatie van reservetekort. De gunstige ontwikkeling in 2014 was voor ons aanleiding om per 1 januari 2015 een toeslag van 0,50% te verlenen aan alle actieve deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden. Actieve deelnemers krijgen ook een toeslag vanuit de opslag in de premie. Deze bedraagt 0,58% en is per 31 december 2014 toegekend. Verplichtstelling Halverwege 2014 bleek dat voortzetting van de verplichtstelling van het fonds niet vanzelfsprekend was. Elke vijf jaar dienen de sociale partners betrokken bij de pensioenovereenkomst aan te tonen dat zij representatief zijn (gebleven). Dit aantonen bleef echter uit. Het fonds bereidde zich daarom voor op het mogelijk vervallen van de verplichtstelling en verkende daartoe verschillende scenario s. In november 2014 kwamen de sociale partners in de bedrijfstakken met elkaar overeen om de representativiteit ten behoeve van het voortzetten van de verplichtstelling aan te tonen. Dit leidde tot een representativiteitsopgave, die het fonds in januari 2015 namens de sociale partners indiende bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het ministerie gaf op 10 maart 2015 aan dat de representativiteit hiermee afdoende was aangetoond. De verplichtstelling is daarmee voortgezet. Implementatie nieuw bestuursmodel Met ingang van 1 juli 2014 is de Wet versterking bestuur pensioenfondsen van kracht geworden. Het fonds heeft zijn bestuursmodel op basis van de in deze wet opgenomen mogelijkheden aangepast. Pensioenfonds Horeca & Catering heeft daarom vanaf 1 juli 2014 het paritair bestuur aangevuld met een onafhankelijk voorzitter. Daarnaast werd het bestuur uitgebreid met één bestuurslid als vertegenwoordiger van en gekozen door pensioengerechtigden van het fonds. Per 1 juli 2014 kent Pensioenfonds Horeca & Catering een raad van toezicht. Wij zijn verheugd de juiste mensen te hebben gevonden voor het bestuur en voor de raad van toezicht. - 4 -

Code Pensioenfondsen Bij de implementatie van het nieuwe bestuursmodel hielden wij ook rekening met de Code Pensioenfondsen. De Code bevat bepalingen voor het functioneren van het bestuur en de overige organen binnen een pensioenfonds. Daarnaast besteedt de Code onder andere aandacht aan integraal risicomanagement, beloningen, diversiteit en verantwoord beleggen. De normen in de Code zijn leidend, maar er is ook ruimte om eigen, fondsspecifieke keuzes te maken. Dit wordt ook wel het pas-toe-of-leg-uit-beginsel genoemd. Daar waar wij als bestuur afwijken van de normen uit de Code, wordt dat in dit jaarverslag gemeld en toegelicht. Het bestuur wenst u veel leesplezier met het 50e jaarverslag van Pensioenfonds Horeca & Catering. - 5 -

Kerngegevens 1 Geactualiseerd ten opzichte van het jaarverslag 2012. 2 In de contractcateringbranche droegen werkgevers en werknemers in 2012 en 2013 elk 0,27% van de pensioengrondslag af als additionele bijdrage voor de kostendekkendheid van de premie. In de horecabranche droegen sociale partners een vergelijkbare bijdrage bij door een additionele storting in het fonds. 3 In de horeca droegen sociale partners bij aan de herstelmaatregelen door een additionele storting in het fonds over 2010 en 2011, uit (een deel van) het overschot van middelen van de SOHOR. Werknemers en werkgevers in de horeca betaalden daarom geen extra herstelbijdrage. In de contractcatering werd de additionele bijdrage over 2010 en 2011 volledig in 2011 geheven. Om deze reden droegen zowel werkgevers als werknemers in de contractcatering in 2011 2,50% van de pensioengrondslag bij ten behoeve van herstel. 4 Toeslag per 1 januari van een kalenderjaar vanuit overrendement. Het bestuur beoordeelt jaarlijks of een dergelijke toeslagverlening mogelijk is per 1 januari van het volgende kalenderjaar. Voor dergelijke voorwaardelijke, toekomstige toeslagen wordt niet doelgericht geld gereserveerd. 5 Toeslag per 31 december van een kalenderjaar vanuit 0,9%-punt opslag in de premie. 6 Vanaf 2008 vindt (eventuele) toeslagverlening uit overrendement in het voorvorige jaar plaats per 1 januari van een kalenderjaar. 7 In het kader van de rente-afdekking zijn in 2010 de swaptions vervangen door swaps. 8 Geactualiseerd ten opzichte van jaarrekening 2011. 9 Geactualiseerd ten opzichte van jaarrekening 2010. - 6 -

Verslag van het bestuur Financiële situatie Herstel zet in 2014 verder door Ook in 2014 werkte Pensioenfonds Horeca & Catering verder aan het herstel van de financiële positie. De dekkingsgraad steeg over het jaar genomen van 117,8% naar 121,2%. Door deze stijging kwam het fonds uit de situatie van reservetekort. Voor 2015 gelden echter nieuwe wettelijke regels die leiden tot een nieuwe tekortsituatie, waardoor een nieuw herstelplan moet worden ingediend. Dekkingsgraad stijgt in 2014 De dekkingsgraad steeg van 117,8% naar 121,2% in 2014. De dekkingsgraad is de verhouding tussen het pensioenvermogen en de pensioenverplichtingen. Het bestuur baseert de dekkingsgraad op de berekeningsmethode die de Nederlandsche Bank voorschrijft. Het bestuur houdt de dekkingsgraad ook op basis van de actuele marktrente in het oog. Per eind 2014 bedraagt de dekkingsgraad op basis van de actuele marktrente 101%. De financiële positie van Pensioenfonds Horeca & Catering is in 2014 robuuster in vergelijking met de vorige vijf jaar, maar blijft afhankelijk van de bewegingen op de (financiële) markten. Pensioenfonds Horeca & Catering publiceert de dekkingsgraad maandelijks op de website van het fonds, www.phenc.nl. De grafiek Ontwikkeling dekkingsgraad 2014 laat zien dat zowel het vermogen als de technische voorzieningen van het fonds in 2014 stegen. In 2013 was nog sprake van een reservetekort. Per eind 2014 is dit niet meer het geval. De dekkingsgraad lag gedurende drie kwartaaleinden namelijk boven het vereist eigen vermogen van 119%. Hierdoor eindigde per 30 september 2014 het lange termijn herstelplan. Ontwikkeling dekkingsgraad 2014-7 -

Rekenrente Pensioenfonds Horeca & Catering berekent sinds september 2012 de technische voorzieningen met twee rentetermijnstructuren (RTS) die op verschillende wijzen worden vastgesteld: de RTS die door de Nederlandsche Bank is voorgeschreven (RTS-DNB); de RTS vastgesteld op basis van actuele marktrente (RTS-swap). De laatste is relevant in het kader van de werking van de rente-afdekking. De rente is in 2014 fors gedaald naar een uitzonderlijk laag niveau. In de figuur Rentetermijnstructuur eind 2014 respectievelijk eind 2013 is dit zichtbaar gemaakt. Daarbij is het verschil tussen de rentetermijnstructuur die door de Nederlandsche Bank is voorgeschreven en de rentetermijnstructuur op basis van de actuele marktrente in 2014 groter geworden. Rentetermijnstructuur eind 2014 respectievelijk eind 2013 Levensverwachting en sterfteonderzoek Pensioenfonds Horeca & Catering waardeert de technische voorzieningen op basis van actuele en reële inzichten omtrent de levensverwachting van Nederlanders. In 2014 publiceerde het Actuarieel Genootschap een nieuwe prognose (AG Prognosetafel 2014). Toepassing van deze aangepaste prognose van de levensverwachting in de berekeningen leidt tot een lichte daling van de technische voorzieningen (0,2%). Jaarlijks onderzoekt Pensioenfonds Horeca & Catering de sterfteontwikkeling binnen het deelnemersbestand van het fonds. De levensverwachting van de deelnemers van het fonds verschilt met die van de hele bevolking. Daarom past het fonds voor deze zogenaamde fondsspecifieke ervaringssterfte correctiefactoren toe op de landelijke sterftekansen. Uit het onderzoek dat het fonds in 2014 uitvoerde, blijkt een wijziging van de correctiefactoren voor fondsspecifieke ervaringssterfte noodzakelijk. De impact op de hoogte van de technische voorzieningen is vrijwel nihil. Analyse dekkingsgraad De hoogte van de dekkingsgraad wordt in belangrijke mate beïnvloed door de hoogte van de rekenrente en de mate van renteafdekking. De ontwikkeling van de rente in 2014 had een negatief effect op de dekkingsgraad van ongeveer 30 procentpunt. Pensioenfonds Horeca & Catering belegt de ontvangen pensioenpremies. Inclusief de effecten van de renteafdekkingsstrategie die het fonds toepast, had het rendement van de beleggingen in 2014 een positief effect op de dekkingsgraad van circa 32 procentpunt. Daarnaast blijven de effecten van premie en levensverwachting voor de hoogte van de dekkingsgraad van belang. De pensioenpremie bedraagt 16,8% van de pensioengrondslag. Deze feitelijke premie is hoger dan de wettelijk vereiste kostendekkende premie. De premie droeg in 2014 1,5 procentpunt bij aan de dekkingsgraad. In 2014 waardeert Pensioenfonds Horeca & Catering de technische voorzieningen volgens de meest recente prognosetafel (AG2014). Het effect op de dekkingsgraad is 0,3 procentpunt positief. - 8 -

In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per 1 januari 2015. Deze voorwaardelijke toeslag ter grootte van 0,50% is opgenomen in de technische voorzieningen per 31 december 2014. Daardoor heeft deze toeslagverlening de dekkingsgraad met 0,4 procentpunt verlaagd. Oude herstelsituatie eindigt in 2014, nieuwe herstelsituatie begint in 2015 Pensioenfonds Horeca & Catering heeft sinds 30 juli 2009 een goedgekeurd herstelplan. Eind 2013 eindigde de situatie van dekkingstekort. In de loop van 2014 eindigde ook de situatie van reservetekort. Op basis van de op dat moment geldende regels eindigde het herstelplan eind september 2014. Per 1 januari 2015 moeten pensioenfondsen een inschatting maken van het vereist eigen vermogen op basis van nieuwe wettelijke regels. Er is sprake van een tekortsituatie wanneer de beleidsdekkingsgraad lager is dan het vereist eigen vermogen. De beleidsdekkingsgraad is de gemiddelde dekkingsgraad over de laatste twaalf maanden. De nieuwe regels leiden voor Pensioenfonds Horeca & Catering tot een nieuwe tekortsituatie: de beleidsdekkingsgraad bedroeg per 1 januari 2015 121,6%, terwijl het vereist eigen vermogen 122,2% bedroeg. Het fonds moet daarom voor 1 juli 2015 een nieuw herstelplan indienen. - 9 -

Vermogensbeheer Beleggen: focus op de lange termijn en risicobeheersing Om de pensioenen nu en in de toekomst te kunnen betalen, belegt Pensioenfonds Horeca & Catering de ontvangen pensioenpremies. Het fonds maakt daarbij een zorgvuldige afweging tussen risico en rendement. In 2014 behaalde het fonds een rendement op de beleggingen exclusief renteswaps van 12,6%. Dit had een positief effect op de dekkingsgraad. Het beleggingsbeleid van Pensioenfonds Horeca & Catering richt zich op de lange termijn. Tegelijkertijd houdt het fonds ook de risico s op de korte termijn goed in de gaten. Door actuele ontwikkelingen kan het nodig zijn het beleid bij te stellen. Het fonds volgt de resultaten van haar vermogensbeheerders én de veranderingen in de markt op de voet. Op die manier kan het bestuur zorgvuldig en tijdig reageren. In 2014 evalueerde het bestuur het lange termijn beleggingsbeleid door middel van een strategische studie. Dit om ervoor te kunnen zorgen dat via het beleid voldoende rendement behaald kan worden om aan de verplichtingen te voldoen tegen acceptabele risico s. Het bestuur streeft ernaar om deze studie eens in de twee tot drie jaar uit te voeren door middel van een ALM-studie. De ALM-studie is eind 2014 afgerond en hieruit bleek dat het gevoerde beleggingsbeleid op hoofdlijnen nog steeds optimaal is. Rendement op de beleggingen In 2014 bedroeg het rendement op de beleggingen exclusief renteswaps 12,6%. Pensioenfonds Horeca & Catering gebruikt renteswaps om een deel van het renterisico af te dekken. Inclusief de renteswaps bedroeg het rendement 29,4%. Het rendement op de beleggingen exclusief renteswaps was 0,9%-punt hoger dan het rendement van de vergelijkende benchmark (11,7%). De rendementscijfers zijn berekend door Bank of New York Mellon, een van de uitvoeringsorganisatie onafhankelijke beleggingsadministrateur. In de tabel Rendementen beleggingscategorieën 2014 staat een overzicht van de absolute en relatieve nettorendementen per beleggingscategorie. Rendementen beleggingscategorieën 2014 De strategische beleggingsportefeuille van Pensioenfonds Horeca & Catering bestaat voor 46,5% uit zakelijke waarden, zoals aandelen, converteerbare obligaties, private equity en grondstoffen. Beleggingen in vastrentende waarden bedragen 44,5% van de portefeuille. Hieronder vallen obligaties en de beleggingen in hypotheken. De resterende 9% is belegd in een combinatie van beursgenoteerd en niet-beursgenoteerd onroerend goed. - 10 -

Verdeling vermogen eind 2014 De gecombineerde waarde van de renteswaps is ten opzichte van eind 2013 gestegen van 142 miljoen naar 1,1 miljard. Deze waardestijging is het gevolg van de daling van de lange termijnrente. De cijfers over het belegd vermogen in de kerncijfers en in de tabel Verdeling vermogen eind 2014 hierboven komen niet (direct) overeen met cijfers in de toelichting op de jaarrekening. Dit komt doordat de beleggingscategorieën (vermogen en resultaat) in de kerncijfers en dit onderdeel van het verslag conform het (strategisch) beleggingsbeleid worden gepresenteerd. In de jaarrekening wijkt de toerekening van de beleggingen aan de verschillende beleggingscategorieën hiervan af. Z-score en performancetoets De z-score van Pensioenfonds Horeca & Catering over 2014 is 0,63%. Dit betekent dat de daadwerkelijke uitvoering van het beleggingsbeleid door het fonds beter is dan de vergelijkende benchmarks. Bij de berekening worden de uitvoeringskosten van het vermogensbeheer meegenomen, zodat het gaat om nettorendementen. Als het netto feitelijk rendement op de beleggingen van het fonds hoger is dan het netto normrendement, dan ontstaat een positieve z-score. Pensioenfonds Horeca & Catering voldoet over 2014 aan de norm voor de performancetoets. De uitkomst van de performancetoets voor het jaar 2014 is 2,236%. Als de uitkomst van de performancetoets lager is dan nul, dan is het fonds verplicht om werkgevers die daarom vragen vrijstelling van de verplichtstelling te verlenen. Dit volgt uit het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000. - 11 -

Rendement per beleggingscategorie Zakelijke waarden Beleggingen in aandelen zijn een belangrijk onderdeel van de portefeuille zakelijke waarden. De aandelenportefeuille van Pensioenfonds Horeca & Catering behaalde in het verslagjaar een rendement van 10,5%. De benchmark behaalde een totaalrendement van 10,7%. Het aanvankelijke optimisme over een verder herstel van de wereldeconomie werd begin 2014 op de proef gesteld. De Amerikaanse economie liet een onverwachte krimp zien als gevolg van extreme weersomstandigheden. Ook bleek het economische herstel in de Eurozone onvoldoende krachtig. Toenemende geopolitieke onzekerheid wakkerde de vrees aan voor een nieuwe terugval in economische groei. In de tweede helft van 2014 won de Amerikaanse economie aan kracht. De Amerikaanse Centrale Bank maakte een einde aan haar beleid van het opkopen van obligaties om de groei te ondersteunen. De Europese economie werd geconfronteerd met een afzwakkende groei. Hierop besloot de Europese Centrale Bank tot een verdere monetaire verruiming om een nieuwe economische recessie af te wenden. De meeste aandelenmarkten stegen gedurende 2014, mede gesteund door een goede ontwikkeling van de bedrijfswinsten. Tussen de aandelenrendementen op verschillende markten ontstonden grote verschillen. Dit kwam vooral door de relatief grote schommelingen op valutamarkten. Zo verloor de euro bijna 14% aan waarde ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Europese aandelenbeurzen stegen gemiddeld 7,6% en beurzen in opkomende markten 11,7% gemeten in euro. Het rendement op Amerikaanse beurzen bedroeg circa 12,7% wanneer het valutarisico van de Amerikaanse dollar naar de euro was afgedekt. De portefeuille converteerbare obligaties behaalde een rendement van 5,3%. Dit resultaat was mede te danken aan stijgende aandelenkoersen. Een goede selectie van converteerbare obligaties zorgde ervoor dat deze portefeuille van Pensioenfonds Horeca & Catering 0,5%-punt beter presteerde dan de benchmark (4,8%). Het rendement op private equity bedroeg in 2014 17,2%. De activiteit op private equity markten nam in 2014 sterk toe. Zo steeg het aantal transacties met 14% ten opzichte van 2013. In een omgeving waarin de economische groei mogelijk aantrekt en de mogelijkheden voor financiering aantrekkelijk zijn, blijft er veel interesse voor deze beleggingscategorie. 2014 kenmerkte zich daarnaast door een recordaantal verkooptransacties (exits) van belangen in de oudere private equity portefeuilles van Pensioenfonds Horeca & Catering. Zolang de weging private equity zich onder de normweging bevindt en via nieuwe commitments de portefeuille verder wordt opgebouwd, wordt als benchmark het driemaands Euribor-tarief met een opslag van 1% gehanteerd. Het rendement van deze benchmark bedroeg in 2014 1,2%. Grondstoffen vormden in 2014 de enige beleggingscategorie met een negatief absoluut rendement. De beleggingen in deze categorie daalden 4% in waarde. De waardedaling vond met name plaats door een scherpe daling van de olieprijs. Over heel 2014 daalde de olieprijs in Amerikaanse dollars met ruim 40%. Beleggingen in edelmetalen en industriële metalen daalden minder sterk. Zo daalde de goudprijs licht (-1,4%) en was aluminium (+2,9%) één van de weinige grondstoffen met een waardestijging. Pensioenfonds Horeca & Catering belegt breed gespreid in grondstoffen waardoor het negatieve rendement beperkt bleef. Daarnaast profiteerde de portefeuille van de stijging van de Amerikaanse dollar ten opzichte van de euro, aangezien het valutarisico in deze beleggingscategorie niet is afgedekt. Het rendement van de benchmark, waarin dit valutarisico eveneens niet is afgedekt, bedroeg -5,5%.De grondstoffenportefeuille van Pensioenfonds Horeca & Catering presteerde 1,5%-punt beter dan de benchmark. De onderstaande figuur laat de regioverdeling zien van de totale portefeuille zakelijke waarden van Pensioenfonds Horeca & Catering. Regioverdeling zakelijke waarden eind 2014-12 -

Onroerend goed Beleggingen in onroerend goed zijn verdeeld over beursgenoteerd indirect vastgoed en niet-beursgenoteerd indirect vastgoed. Pensioenfonds Horeca & Catering belegt wereldwijd in beursgenoteerd onroerend goed en behaalde daarmee over 2014 een rendement van 20,2%. Hiermee werd 0,8%-punt beter gepresteerd dan de benchmark. De beleggingen profiteren van een lage rentestand en een positief sentiment op aandelenmarkten. De portefeuille niet-beursgenoteerd indirect vastgoed behaalde een rendement van 3,2% (benchmark: 3,8%). De portefeuille nietbeursgenoteerd onroerend goed is volledig belegd in Nederlands vastgoed en verdeeld over de sectoren woningen, winkels, kantoren en bedrijfsruimten. De rendementen in alle sectoren waren positief in 2014. Beleggingen in woningen (4,6%) behaalden het hoogste rendement gevolgd door kantoren (3,9%) en bedrijfsruimten (3,8%). Winkels behaalden een rendement van 2,5%. De onderstaande figuur geeft de verdeling over sectoren weer van de portefeuille niet-beursgenoteerd onroerend goed per eind 2014. Verdeling portefeuille niet-beursgenoteerd onroerend goed eind 2014 Vastrentende waarden De beleggingscategorie vastrentende waarden van Pensioenfonds Horeca & Catering bestaat uit beleggingen in obligaties en hypotheken. Het rendement op de beleggingen in obligaties bedroeg 16,8%. Een rendement dat 0,2%-punt lager was dan dat van de benchmark. Beleggingen in hypotheken behaalden een rendement van 6,4% en presteerden 2,6%-punt beter dan de benchmark. De beleggingen in obligaties bestaan voornamelijk uit nominale en inflatiegerelateerde staatsobligaties. Binnen de portefeuille nominale obligaties wordt alleen belegd in Nederland, Duitsland, Oostenrijk en Finland. Binnen de inflatiegerelateerde obligatieportefeuille belegt het fonds alleen in Duitsland en Frankrijk. Het rendement op de nominale staatsobligaties bedroeg 28,2% in 2014. Een rendement dat 0,3%-punt beter was dan het rendement van de benchmark. Beleggingen in inflatiegerelateerde obligaties behaalden een rendement van 3,4% gelijk aan dat van de benchmark. De positieve rendementen op obligaties waren een gevolg van het beleid van de Europese Centrale Bank om de rente laag te houden en de economie te stimuleren door het aankondigen van grootschalige opkoopprogramma s. Naast beleggingen in Europese staatsobligaties bestaat de obligatieportefeuille van Pensioenfonds Horeca & Catering uit obligaties in opkomende markten en high yield obligaties (risicovolle obligaties met een hoger rendement). Naar aanleiding van de evaluatie van strategische uitgangspunten voor de beleggingscategorie obligaties opkomende markten besloot het bestuur in 2014 tot een aanpassing van de invulling van deze beleggingscategorie. Naast beleggingen in zogenaamde hard currency staatsobligaties besloot het bestuur het mandaat te verbreden door ook staatsobligaties van opkomende markten in lokale valuta op te nemen. Dit heeft geleid tot de aanstelling van Pramerica als externe vermogensbeheerder voor een gecombineerd mandaat staatsobligaties opkomende markten. Het rendement op staatsobligaties opkomende markten bedroeg 3,6%. Dit rendement was 3,0%-punt lager dan dat van de benchmark. Het lagere rendement werd veroorzaakt door tegenvallende prestaties van de oorspronkelijke beheerder in hard currency staatsobligaties en de transitie van het vermogen naar het nieuwe mandaat. De portefeuille high yield obligaties behaalde een rendement van 1,5%: een rendement dat 0,8%- punt lager was dan dat van de benchmark. De portefeuille hypotheken bestaat uit Nederlandse particuliere en zakelijke hypotheken. Het rendement op particuliere hypotheken bedroeg 8,4%. Op zakelijke hypotheken was het rendement 4,8%. Het bestuur besprak in 2014 onder meer de beleggingen in de beleggingscategorie hypotheken. Het bestuur besloot om de beleggingscategorie (op termijn) alleen in te vullen met particuliere hypotheken en niet langer met zakelijke hypotheken. Een volledige belegging in particuliere hypotheken levert naar verwachting een hoger rendement op tegen lagere risico s. - 13 -

De onderstaande figuur geeft de regioverdeling voor de beleggingscategorie vastrentende waarden weer. Regioverdeling vastrentende waarden eind 2014 Afdekking rente- en valutarisico Het bestuur handhaafde in 2014 het beleid ten aanzien van de afdekking van het rente- en valutarisico. Het renterisico is een van de belangrijkste risico s van het fonds. De afdekking van het renterisico bedraagt sinds 2012 64%. Het fonds dekt het renterisico af door een belegging van 22,5% van de beleggingsportefeuille in langlopende Eurostaatsobligaties. Ook vormt de belegging in hypotheken (5%) onderdeel van de renteafdekking. Om tot een afdekking van 64% te komen, gebruikt Pensioenfonds Horeca & Catering renteswaps. Het fonds implementeert de renteswaps als overlay. Deze maken daarom geen onderdeel uit van de normportefeuille. Het pensioenfonds hanteert een bandbreedte van +/- 5%-punt rondom de norm van 64%. Het fonds herbalanceert de renteafdekking wanneer deze onder de 59% of boven de 69% komt. Voor een goede aansluiting op de verplichtingen gebruikt Pensioenfonds Horeca & Catering renteswaps in zes tot acht verschillende looptijdsegmenten. Pensioenfonds Horeca & Catering heeft een internationale beleggingsportefeuille. Ongeveer 50% van alle beleggingen vindt plaats in andere valuta dan de euro. Het valutarisico van deze beleggingen wordt strategisch afgedekt. Afdekking van het valutarisico zorgt voor (korte termijn) stabilisatie van de rendementen. Voor beleggingen in vreemde valuta waarin het fonds beperkt belegt of waarbij het afdekken van het valutarisico praktisch zeer lastig of bijzonder kostbaar is, laat het fonds dit risico onafgedekt. Dit geldt ook voor het valutarisico op de beleggingen in grondstoffen. De rendementen op grondstoffen en het koersverloop van de Amerikaanse dollar bewegen veelal tegengesteld. Ook in 2014 heeft deze beweging zich voorgedaan. Het openlaten van het valutarisico op grondstoffen zorgde voor een stabieler rendement in euro s. Ongeveer 80% van de beleggingsportefeuille bestaat uit beleggingen in euro en beleggingen in vreemde valuta waarvan het valutarisico is afgedekt naar euro. Strategische beleggingsallocatie: focus op lange termijn en risicobeheersing ALM-studie 2014 In het kader van de beleidscyclus evalueerde het bestuur in 2014 het lange termijn beleggingsbeleid door middel van een strategische studie. Dit om ervoor te kunnen zorgen dat via het beleid voldoende rendement behaald kan worden om aan de verplichtingen te voldoen tegen acceptabele risico s. De studie resulteert in een strategisch en integraal beeld over de mogelijke uitkomsten van het premie-, toeslag- en beleggingsbeleid van het fonds over een termijn van vijftien tot twintig jaar. De studie houdt rekening met de effecten van het nieuwe financieel toetsingskader (nftk) dat vanaf 1 januari 2015 is ingegaan. De ALM-studie is eind 2014 afgerond en hieruit bleek dat het gevoerde beleggingsbeleid op hoofdlijnen nog steeds optimaal is. In aansluiting op de ALM-studie wordt in de eerste helft van 2015 een risicobudgetstudie uitgevoerd. Daarin wordt de optimale beleggingssamenstelling van de strategische portefeuille bepaald. Evaluatie beleggingscategorieën Het bestuur houdt periodiek de toegevoegde waarde van alle beleggingscategorieën tegen het licht. In 2014 zijn de beleggingscategorieën aandelen large cap, aandelen small cap, nominale staatsobligaties en inflatie gerelateerde staatsobligaties geëvalueerd. In deze evaluatie vergelijkt het bestuur de gerealiseerde rendementen en de risico s van de beleggingen met de aannames uit de strategische studies. Ook bekijkt het bestuur of de invulling van de beleggingsmandaten voldoet aan de strategische uitgangspunten van het beleggingsbeleid. Het bestuur concludeerde dat de invulling van de onderzochte beleggingscategorieën aansluit op de strategische uitgangspunten. Naar aanleiding van de evaluatie besloot het bestuur tot een brede evaluatie van de kredietwaardigheid van de staatsobligaties in de ALM- en risicobudgetstudie. Daarnaast besloot het bestuur de toegevoegde waarde van inflatie gerelateerde staatsobligaties in de totale beleggingsportefeuille als een onderzoeksthema in deze studies mee te nemen. - 14 -

Maatschappelijk verantwoord beleggen Eind 2013 verrichtte het bestuur opnieuw onderzoek naar de wensen en standpunten van deelnemers en werkgevers ten aanzien van Maatschappelijk Verantwoord Beleggen (MVB). Op deze wijze blijft het beleid afgestemd op de wensen en verwachtingen van de achterban. De centrale conclusie uit dit onderzoek luidde dat het MVB-beleid nog altijd aansluit op de wensen en standpunten van de achterban. Het onderzoek vormde geen aanleiding om de hoofdlijnen van het MVB-beleid aan te passen. Wel scherpte het bestuur de uitvoering van het MVB-beleid in 2014 op een drietal punten aan door: 1. een eigen uitsluitingenbeleid te formuleren op basis van de UN Global Compact Principes. Deze principes zijn afgeleid van universeel geaccepteerde verklaringen op het gebied van mensenrechten, arbeidsomstandigheden, milieu en anti-corruptie. De principes sluiten aan bij de thema s die de achterban in het onderzoek als maatschappelijk onverantwoord benoemde. Het schenden van deze principes door bedrijven kan aanleiding zijn om niet in die bedrijven te beleggen. 2. een verbreding van het uitsluitingenbeleid. Naast het wettelijke verbod op investeringen in bedrijven die betrokken zijn bij het ontwikkelen, produceren of verhandelen van clustermunitie besloot het bestuur ook bedrijven uit te sluiten die betrokken zijn bij het ontwikkelen, produceren of verhandelen van andere typen controversiële wapens, zoals nucleaire, biologische en chemische wapens. 3. beleid op te stellen ten aanzien van het uitsluiten van beleggingen in staatsobligaties van landen die internationale standaarden schenden. Het bestuur evalueerde en actualiseerde in 2014 de bestaande stemrichtlijnen van het fonds. Het bestuur hecht aan een goede corporate governance bij de ondernemingen waarin zij investeert en geeft hier invulling aan door een wereldwijd stembeleid te voeren voor alle bedrijven waarin Pensioenfonds Horeca & Catering via aandelen belegt. Beleggingsadviescommissie Ook in 2014 was de beleggingsadviescommissie actief betrokken bij het beleggingsbeleid. Het bestuur heeft veel waardering voor deze adviezen die in de uiteindelijke besluitvorming worden betrokken. Terugkoppeling aan de beleggingsadviescommissie gebeurt vooral als het advies niet (volledig) wordt overgenomen. De leden van de commissie adviseerden het bestuur onder meer over: de invulling van de beleggingscategorie obligaties opkomende markten; de strategische uitgangspunten van de verschillende beleggingscategorieën; het Maatschappelijk Verantwoord Beleggen-beleid; de ALM-studie 2014; het beleggingsplan voor 2015; de invulling van de beleggingscategorie hypotheken. De beleggingsadviescommissie was ook betrokken bij de jaarlijkse strategische conferentie van het bestuur. - 15 -

Pensioenbeheer Toeslagverlening, aanpassing van de pensioenregeling en uitbreiding online omgeving Het bestuur besloot in 2014 om per 1 januari 2015 aan alle actieve deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden een voorwaardelijke toeslag te verlenen. Deze toeslag bedraagt 0,50%. Actieve deelnemers krijgen ook een toeslag vanuit de opslag in de premie. Deze bedraagt 0,58% en is per 31 december 2014 toegekend. Het bestuur paste in 2014 de pensioenregeling van het fonds aan. Dit was nodig om de gevolgen van de opschuivende AOWingangsdatum te beperken en te voldoen aan het gewijzigde fiscale kader. Pensioenfonds Horeca & Catering breidde de online omgeving in 2014 verder uit. Zo werd het werkgeversportaal GRIP verder ontwikkeld en lanceerde het fonds een deelnemersportaal. In hun persoonlijke online dossier konden deelnemers als eerste hun Uniform pensioenoverzicht 2014 inzien. Premie en toeslag Premie 2014 Het bestuur stelde in 2011 de premie voor 2012 tot en met 2016 vast op 16,8% van de pensioengrondslag. De premie die over 2014 nodig was voor de inkoop van pensioen, de uitvoeringskosten, het vereist eigen vermogen en de inkoop van onvoorwaardelijke toeslagverlening voor actieve deelnemers was lager dan 16,8%. Daarmee is de feitelijke premie voor 2014 kostendekkend. Het fonds voldeed hiermee aan de eis die in de Pensioenwet is opgenomen. Premie 2015 De premie over 2015 is vastgesteld op basis van de rekenregels van 2014, zoals toegestaan door de toezichthouder de Nederlandsche Bank. Ondanks de aanpassing van de pensioenregeling per 1 januari 2015 blijft de premie 16,8%. Pensioenfonds Horeca & Catering bepaalt, op basis van de rente per 30 september, vooraf de premie die nodig is voor het volgende jaar. De daarmee berekende kostendekkende premie voor 2015 is nog net lager dan de feitelijke premie van 16,8%. Voorwaardelijke toeslag van 0,50% voor alle deelnemers Het bestuur besloot in 2014 om per 1 januari 2015 aan alle actieve deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden een toeslag te verlenen. Deze toeslag bedraagt 0,50%. Deze verhoging geldt voor de opgebouwde aanspraken van actieve deelnemers, gewezen deelnemers en de uitkeringen van pensioengerechtigden. De financiële positie van het fonds, de mate van herstel en de situatie op de financiële markten leidden tot dit besluit. Voor dergelijke voorwaardelijke, toekomstige toeslagen wordt niet doelgericht geld gereserveerd. Het bestuur beoordeelt jaarlijks of toeslagverlening mogelijk is per 1 januari van het volgende jaar. Onvoorwaardelijke toeslag van 0,58% uit premieopslag voor actieve deelnemers De premie bevat een opslag van 0,9 procentpunt voor de jaarlijkse onvoorwaardelijke toeslagverlening. Het bestuur stelde de toeslag vanuit deze opslag in de premie vast op 0,58% per 31 december 2014. Deze verhoging geldt voor de opgebouwde aanspraken van deelnemers die gedurende het boekjaar 2014 actief waren. Er is geen geld gereserveerd voor toekomstige jaren. Het bestuur stelt jaarlijks de hoogte van de onvoorwaardelijke toeslag vast. Pensioenregeling aangepast In 2014 paste het bestuur de pensioenregeling van het fonds aan. De wijziging van het Witteveenkader en de gevolgen van de opschuivende AOW-ingangsdatum maakten dit noodzakelijk. Pensioenopbouw veranderd door aangepast Witteveenkader Met de verdere aanpassing van het Witteveenkader vanaf 2015 verkleinde de overheid de fiscale ruimte om pensioen op te bouwen. Dit om mensen te stimuleren langer door te werken. In 2014 paste de overheid de fiscale regels al aan waarbij de pensioenrichtleeftijd werd verhoogd van 65 naar 67 jaar. Daarmee vond een eerste verlaging van de maximum opbouwpercentages plaats. Door de verdere verlaging van de fiscale grenzen voor de pensioenopbouw vanaf 2015 bleek het opbouwpercentage van het fonds van 1,5%, bij een pensioenrichtleeftijd van 65 jaar en de laagst mogelijke franchise, niet meer mogelijk. Om te voldoen aan de fiscale kaders stelden de sociale partners betrokken bij het fonds een limitatieve aanpassing van het pensioenreglement voor. In lijn met het voorstel van de sociale partners besloot het bestuur in de pensioenregeling per 1 januari 2015 de volgende uitgangspunten te hanteren: de laagst mogelijke franchise van 10.095; een opbouwpercentage van 1,466%, bij een pensioenrichtleeftijd van 65 jaar; een (blijvende) toepassing van het maximum pensioengevend salaris van 34.486 voor de opbouw van pensioen in de basisregeling en met een beperking van het maximum pensioengevend salaris tot 100.000 voor de aanvullende regelingen; - 16 -

de rekenregels bij uitgaande waardeoverdracht en afkoop zo aan te passen dat vanaf 2015 een opslag wordt meegegeven over de opbouw van aanspraken tijdens het deelnemen aan de pensioenregeling van Pensioenfonds Horeca & Catering. Voor 2015 is de opslag gelijk aan de beleidsdekkingsgraad min 100%, met een bovengrens van 19,1%. Als de beleidsdekkingsgraad lager is dan het minimaal vereist eigen vermogen (104,1%) wordt geen opslag meegegeven. Het fonds hanteert daarmee vanaf 1 januari 2015 het maximum opbouwpercentage, dat hoort bij een pensioenrichtleeftijd van 65 jaar en de laagst mogelijke franchise. Dit heeft tot gevolg dat er fiscaal geen ruimte meer is om met een extra opbouwpercentage aanvullend ouderdomspensioen op te bouwen. De aanvullende ouderdomspensioenregeling met een extra opbouwpercentage eindigde daarom per 31 december 2014. Wel blijft in 2015 extra pensioenopbouw mogelijk over het salaris boven het maximum pensioengevend salaris uit de basispensioenregeling. Voor deze regeling is het opbouwpercentage verlaagd naar 1,466%. In de aanvullende nabestaandenpensioenverzekering is het dekkingspercentage van 30% vervallen. In het verleden verkreeg het fonds van het Ministerie van Financiën een aanwijzing van de pensioenregeling als pensioenregeling in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964. Deze aanwijzing was noodzakelijk omdat de nabestaandenpensioenregeling van het fonds geen franchise kent. Een hoog dekkingspercentage kon daarom tot fiscale bovenmatigheid leiden voor deelnemers met een relatief laag loon. Door de wijziging van de fiscale regels én de aanpassing van de pensioenregeling per 1 januari 2015 bleek een dekkingspercentage van 30% fiscaal niet meer mogelijk. Na aanpassing van de regeling met een keuze tussen een dekkingspercentage van 10% en 20% voor de nabestaandenpensioenverzekering, diende het fonds opnieuw een verzoek tot aanwijzing in. Het Ministerie van Financiën kende op 8 december 2014 het verzoek tot aanwijzing toe. Gevolgen hogere AOW-ingangsdatum beperkt De opschuivende AOW-ingangsdatum leidt voor deelnemers die het ouderdomspensioen op 65-jarige leeftijd laten ingaan, tot een steeds langere periode die zij moeten overbruggen tot zij ook AOW ontvangen. Het bestuur besloot deelnemers met geboortejaar 1950 die in de bedrijfstak blijven werken de mogelijkheid te bieden het ouderdomspensioen uit te stellen en tot de AOW-ingangsdatum pensioen te blijven opbouwen. Gewezen deelnemers die in een andere branche blijven werken tot de AOW-ingangsdatum, kunnen de pensioeningang eveneens uitstellen tot de AOW-ingangsdatum. Deelnemers die niet meer werken kunnen de pensioeningang niet uitstellen. Als sprake is van een klein pensioen dat wordt afgekocht vóór de AOW-ingangsdatum kan dit nadelige gevolgen hebben voor de verschillende toeslagen die een gewezen deelnemer of zijn of haar partner ontvangt. In de media en de politiek was hiervoor in 2014 veel aandacht. Om de nadelige gevolgen voor toeslagen te voorkomen, konden in 2014 gewezen deelnemers die het ouderdomspensioen uitstelden, het betaalmoment van de afkoop ook uitstellen tot na de AOW-ingangsdatum. Daarnaast paste het fonds de informatie die deelnemers vóór pensioeningang ontvangen aan door de mogelijke gevolgen van afkoop op verschillende toeslagen toe te lichten. Voor deelnemers met geboortejaar 1950 die niet meer werken vormt het doorwerkvereiste een belemmering om een afkoop uit te stellen. Een eind 2014 ingegane wetswijziging maakt het alsnog mogelijk voor deelnemers die niet meer werken de afkoop van een klein pensioen uit te stellen. Dit kan tot de eerste dag van de maand na de AOW-ingangsdatum. Met de invoering van deze wetswijziging in de uitvoeringspraktijk worden ook vanaf 2015 de gevolgen van afkoop van een klein pensioen op toeslagen of uitkeringen beperkt. SOHOR Van 2000 tot en met 2010 kende de horecasector een vut-overgangsregeling. De Stichting Overgangsregeling vervroegd uittreden voor het Horecabedrijf (SOHOR) verstrekte in december 2014 een laatste slotuitkering. Omdat de stichting vanaf die datum geen zelfstandig bestaansrecht meer heeft, besloot het bestuur van de stichting tot ontbinding van de stichting. Pensioenfonds Horeca & Catering is daarbij als vereffenaar en begunstigde van het batig saldo aangewezen. Het bestuur van Pensioenfonds Horeca & Catering besloot de waarde vanuit SOHOR per 31 december 2014 aan te wenden voor extra pensioeninkoop voor horecawerknemers. De hoogte van de extra aanspraak is afhankelijk van de mate waarin deze werknemers in de periode 2000 tot en met 2009 hebben bijgedragen aan SOHOR. - 17 -

Kenmerken van deelnemers, pensioengerechtigden en werkgevers Leeftijden deelnemers Inzicht in het deelnemersbestand is belangrijk voor de (beleids)keuzes die het fonds maakt. Onderstaande grafiek toont de leeftijdsopbouw van het gehele deelnemersbestand per 31 december 2014. Onder gepensioneerden vallen ook personen met een uitkering voor wezenpensioen en partnerpensioen. Leeftijdsopbouw van het gehele deelnemersbestand eind 2014 Onderstaande grafiek toont de leeftijdsverdeling van de actieve deelnemers per 31 december van de jaren 2010 tot en met 2014. De bedrijfstakken horeca en contractcatering kennen een grote dynamiek. Daardoor wijkt het aantal deelnemers gedurende het jaar aanzienlijk af van het totaal aantal op enig moment in het jaar (bijvoorbeeld per 31 december). De grafiek laat zien dat door instroom het aantal jonge deelnemers blijft toenemen. Leeftijdsverdeling actieve deelnemers per jaar in de jaren 2010-2014 - 18 -

Onderstaande grafiek toont de leeftijdsverdeling van gewezen deelnemers met opgebouwde maar nog niet ingegane pensioenaanspraken in de jaren 2010 tot en met 2014. De grafiek laat zien dat veel deelnemers op jonge leeftijd weer uitstromen. De gewezen deelnemers van 65 jaar en ouder betreffen onder meer de niet-gba-geverifieerde deelnemers en niet opgevraagde pensioenen. Leeftijdsverdeling gewezen deelnemers per jaar in de jaren 2010-2014 Onderstaande grafiek toont de leeftijdsverdeling van de pensioengerechtigden in de jaren 2010 tot en met 2014. De grafiek laat een toename zien in de leeftijdscategorie van 65 tot 70 jaar. Dit is een gevolg van de toename van het aantal (gewezen) deelnemers dat de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Leeftijdsverdeling pensioengerechtigden per jaar in de jaren 2010-2014 - 19 -

Opgebouwd ouderdomspensioen Onderstaande grafiek toont het gemiddelde opgebouwde ouderdomspensioen per jaar van actieve en gewezen deelnemers in de jaren 2010 tot en met 2014. De grafiek laat zien dat actieve deelnemers door de jaren heen steeds meer pensioen opbouwen. Het gemiddelde opgebouwde pensioen van gewezen deelnemers met premievrije aanspraken blijft in deze jaren vrijwel gelijk. Gemiddeld opgebouwd ouderdomspensioen per jaar in de jaren 2010-2014 - 20 -