Reactienota inspraak projectbesluit Veldman en Van den Berg



Vergelijkbare documenten
Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Voorstellen aan de raad van de gemeente Wester-Koggenland jaar 2006 VoorsteInr.: Agendapunt: Vergadering: 8 juni 2006

Betreft: Waterland Bp. Buitengebied Waterland 2013, uw nummer /1/R1

Bijlage VI Reactienota Zienswijzen. Gemeente Staphorst

gemeente eijsdervmargraten

NOTA ZIENSWIJZE(N) BESTEMMINGSPLAN HAREN DORP WEST

Reactienota inspraak en overleg voorontwerp-bestemmingsplan Oude- en nieuwehorne

Woningbouw Het plan maakt de ontwikkeling van twee woningen aan het Landaspad mogelijk. Tegen deze ontwikkeling hebben wij geen bezwaar.

Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Steenakker, herzieing diverse locaties Gageldonkseweg'

Nota van Inspraak en Overleg bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21

Aanvraag om afgifte van een ontheffing op grond van artikel 2.5 (Ruimtelijke Verordening Gelderland)

Bijlage B Provincie Fryslân Toepassing Bro, art , onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Aanwijzing art. 3.8, lid 6, Wro, bestemmingsplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009

Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening. Gemeente Rucphen Vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

Verslag inspraak- en overlegreacties Bestemmingsplan Buitengebied 2 e herziening

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND

IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUI. Inspraaknota Voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied Detailhandel - Tuincentra.

Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b)

Derde partiële herziening, bestemmingsplan Buitengebied Someren, Boringsvrije zone. Toelichting

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

Aan de Gemeenteraad. Raad. Onderwerp : Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan.

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2013/65

Wijzigingsplan t Skottepad Ballum Ameland Wijzigen bestemmingsplan Ballum

6 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Notitie zienswijze ontwerpbestemmingsplan Benneveld - Bennevelderstraat-Almaatsweg

INHOUDELIJKE TOELICHTING (waaronder beoogde doelen en/of maatschappelijke effecten)

Doelstelling van onderhavig plan is het juridisch-planologisch mogelijk maken van de bouw van maximaal één woning op voornoemde locatie.

Van WRO naar Wro (de gemeenteraad)

REACTIENOTA OVERLEG EN INSPRAAK BESTEMMINGSPLAN WATERLAND - BROEKERMEERDIJK 30-MIDDENWEG 1-3

Provincie Noord-Holland

NOTITIE: Zienswijzen en ambtshalve aanpassingen. Inzake. Bestemmingsplan Bebouwde kom St. Willebrord, Irenestraat ongenummerd, tussen 63 en 69

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Leudal Postbus ZG Heythuysen. Geacht College,

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Gelet op het collegebesluit van 22 januari 2019, gelet op de Wet ruimtelijke ordening en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht;

Ruimtelijke onderbouwing Nieuwkuikseweg 2, Helvoirt. Gemeente Haaren

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

Raadsinformatiebrief Nr. :

Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan Aalst, Prins Hendrikstraat naast 3

Parapluherziening wijzigingsbevoegdheid Uitbreiding Kampeerterreinen V A S T G E S T E L D

Raadsstuk. Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan Binnenduinrand

Beheersverordening Kornputkwartier

2010/ Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Beverwijk,

Nota Zienswijzen Bestemmingsplan Bos en Golf

Nota van beantwoording reacties op het gebruik van de ontheffing Verordening. Ten behoeve van het bestemmingsplan

V A L K E N S WA A R. D

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 10 augustus 2015) Nummer 3067

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg. Aan de raad,

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01

Voorstel raad en raadsbesluit

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht

Raadsvergadering. Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan partiële herziening Dorp Odijk 2012, snippergroen

ONTWERPBESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED SOMEREN, TWEEDE PARTIËLE HERZIENING BEDRIJFSWONINGEN VLASAKKERS TOELICHTING

REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN UITDAM - ZEEDIJK 1

Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking. Samenvatting

NOTA VAN INSPRAAK en WETTELIJK VOOROVERLEG Bestemmingsplan Grotestraat 403 en Waalwijk DEEL 1: INLEIDING

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Inspraakverslag en verslag vooroverleg voorontwerpbestemmingsplan Stadsrandgebied Almelo Noord-Oost

bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord

Gemeente Breda 39249] Registratienr: [ Raadsvoorstel

C. Evers 3678

DT d.d. OR d.d. B&W d.d. OR d.d. Raad Raadsdocumenten Rib-nr

lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll zienswijze ontwerp wijzigingsplan "Aagtekerkseweg 6 te Aagtekerke"

BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED PLANTLOON BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN

Veldman - Van den Berg

VASTSTELLINGSBESLUIT BESTEMMINGSPLAN KERKSTRAAT 39 TE NEDERWEERT GEMEENTERAAD VAN NEDERWEERT D.D. 27 SEPTEMBER 2016

NOTA INSPRAAK EN VOOROVERLEG: BESTEMMINGSPLAN. Bennekom-Centrum

Vestiging voorkeursrecht plangebied "Ten noorden van de Nieuwe Maasdijk" in Heusden

REACTIENOTA ZIENSWIJZEN. inzake ONTWERP-BESTEMMINGSPLAN KERKDORP DEN HOUT HERZIENING III (Houtse Heuvel 44a)

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool

Ontwerpbouwvergunning 1 e fase (08-149) tevens projectbesluit NL.IMRO.0852.PBKMONoord41010

Zienswijzennota bestemmingsplan Feerwerd

Havenkwartier, 1e partiële herziening

ONDERWERP Gedeeltelijke herziening bestemmingsplan "Centrum en omgeving" t.b.v. nieuwbouw Vomar

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2015/62

Ruimtelijke onderbouwing

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 31 mei 2011 Nummer voorstel: 2011/55

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren

Goedereede. Oudeland en Oude Nieuwland nota Inspraak en Overleg

gfedcb gfedc OR Besluitenlijst d.d. d.d. gfedcb gem.secr.

Nota van Beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Zuidwest Kwadrant

NOTA ZIENSWIJZE, COMMENTAAR EN WIJZIGING Bestemmingsplan Buitengebied, Weereweg 23 en 25a Tjuchem

Bestemmingsplan 3e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Warmoeziersweg 2)

Toelichting op het bestemmingsplan Geluidzone industrieterrein Werkendam

Nota inspraak en vooroverleg Voorontwerpbestemmingsplan Sint Geertruid. Gemeente Eijsden-Margraten

De heer M.H.G.W. Loo Givelderweg PB Heijenrath. diversen. Geachte heer Loo,

Het ontwerpwijzigingsplan en de ontwerp omgevingsvergunning liggen gedurende zes weken ter visie met de mogelijkheid om zienswijzen in te dienen.

GEMEENTE DE FRIESE MEREN ONTSLUITINGSWEG WYTLÂN NIJEMIRDUM BESTEMMINGSPLAN. Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.

portefeuillehouder M. Bosman openbaar geheim 01/10/

Ambtelijke bijstand: Janke Bolt 1

Bestemmingsplan Buitengebied Herziening Alphensebaan 9. Gemeente Gilze en Rijen Vastgesteld

VOOROVERLEGNOTITIE 150 KV-VERBINDING DINTELOORD-ROOSENDAAL

Voorstel aan de gemeenteraad

Toelichting Wijzigingsplan Glastuinbouw Nieuwe Dijk 7 Artikel 3.6 Wro

Nota vooroverleg & inspraak voorontwerp bestemmingsplan Kern Maasbree

Transcriptie:

Reactienota inspraak projectbesluit Veldman en Van den Berg Tegen het voorontwerpprojectbesluit Veldman en Van den Berg zijn door mr. R. Lever van Geelkerken&Linskens namens de heer H. Heutink, Grutto 32 te Genemuiden alsmede door Natuur en Milieu Overijssel inspraakreacties ingediend. Inhoud van de inspraakreacties 1. Geelkerken&Linskens Inleiding De heer Lever van Geelkerken&Linskens (hierna: Lever) stelt in zijn inleiding dat zijn cliënt eigenaar is van twee percelen grasland gelegen aan de Hanzeweg te Hasselt. De gezamenlijke oppervlakte van beide percelen bedraagt ca. 7 ha. De gronden zijn gelegen tussen het bestaande industrieterrein Hasselt en de gronden waarop het voorliggende voorontwerpprojectbesluit betrekking heeft. Er is geen noodzaak voor het voeren van een projectbesluit Lever stelt dat er thans geen noodzaak is voor het voeren van een projectbesluit. Daarnaast wenst Lever s cliënt te voorkomen dat zijn rechtsbeschermingsmogelijkheden ten aanzien van het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan worden beperkt. Ter motivering hiervan voert Lever het navolgde aan. Het voorliggende bestemmingsplan heeft een sterke relatie met het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan Bedrijventerrein II Hasselt. Lever verwijst hierbij naar een door hem, met betrekking tot dit voorontwerpbestemmingsplan, ingediende inspraakreactie. Hierin is aangegeven dat de gemeente de gehele ontwikkeling vanaf 2005 heeft gericht op het gehele gebied ten zuiden van het bestaande bedrijventerrein en om die reden als Bedrijventerrein (BT) dient te worden bestemd. Om voornoemde reden dienen de gronden van Levers cliënt binnen het plangebied te liggen, wat niet het geval is. Lever stelt dat een goede ruimtelijke onderbouwing hiervoor ontbreekt. Volgens Lever s cliënt is er sprake van een ontoelaatbare vorm van gelegenheidsplanologie. Lever wijst erop dat het voorliggende projectbesluit, vooruitlopend op het bestemmingsplan Bedrijventerrein II, de vestiging van een steenhandel en een transportbedrijf planologisch juridisch mogelijk maakt, Lever is van mening dat, gelet op het opschrift boven Afdeling 3.3 Wro, minimaal de samenhang met de komende bestemmingsplanherziening moet worden verklaard en daarmee tevens de noodzaak om daaraan voorafgaand een projectbesluit te nemen. Aangezien er nog geen concrete bouwplannen zijn voor beide genoemde bedrijven is er, aldus Lever, geen enkele noodzaak aangetoond voor het nemen van een projectbesluit voorafgaand aan het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan Bedrijventerrein II. Indien er niettemin wel een noodzaak wordt aangetoond voor het nemen van een projectbesluit dan wenst Lever s cliënt te voorkomen dat er een verlies aan rechtsbescherming ontstaat, aangezien ingevolge artikel 3.14 Wro geen zienswijzen kunnen worden ingediend op dat deel van het bestemmingsplan dat zijn grondslag vindt in een projectbesluit. Onze reactie Mede naar aanleiding van de door Lever tegen het voorontwerpbestemmingsplan Bedrijventerrein II ingediende inspraakreactie, hebben wij besloten dit plan in te trekken en derhalve niet in procedure te brengen. Inmiddels hebben wij ook contact gehad met Levers cliënt over het 1

opstellen van een gewijzigd bestemmingsplan waarin ook de gronden van Levers cliënt geheel of deels zullen worden bestemd voor Bedrijven. Dit voorontwerpbestemmingsplan zal ook betrekking hebben op de gronden waarop het voorliggend projectbesluit betrekking heeft en hierin worden opgenomen. Wij zijn van mening dat het projectbesluit past binnen de uitgangspunten van het toekomstig, voor dit gebied op te stellen bestemmingsplan. Ook in dit bestemmingsplan zullen deze gronden de mogelijkheid bieden voor bedrijvigheid, waarbinnen de op basis van dit projectbesluit mogelijke bedrijven zijn toegestaan. Wij delen niet het door Lever gestelde dat, vanwege het feit dat er nog concrete bouwplannen zijn voor de beide hier te vestigen bedrijven, de noodzaak voor het nemen van een projectbesluit hiermee ook niet is aangetoond. Artikel 3.10 e.v. Wro eisen ook geen aangetoonde noodzaak. Het projectbesluit geldt als een zelfstandig, naast het bestemmingsplan, staand instrument. Wel geldt het vereiste van een goede ruimtelijke onderbouwing. Hierin dient de relatie tussen het projectbesluit en het bestemmingsplan gemotiveerd te worden. In het projectbesluit is nader ingegaan op de relatie tussen het voorliggende besluit en het voorontwerpbestemmingsplan Bedrijventerrein II. Zoals hiervoor gesteld past dit projectbesluit ook in het voor dit gebied in voorbereiding zijnde aangepaste bestemmingsplan. Weliswaar zijn er nog geen concrete bouwaanvragen ingediend voor het gebied waarop dit projectbesluit betrekking heeft, dit laat onverlet dat de noodzaak voor herplaatsing van beide bedrijven zich op korte termijn kan aandienen. Dit in verband met de voorgenomen uitvoering van de duurzame vernieuwing van het industrieterrein Zwartewater. Onderdeel van dit revitaliseringproces is het verplaatsen van de beide bedrijven die zijn genoemd in het projectbesluit. Anders dan Lever zijn wij van mening dat het voorliggende projectbesluit geen ontoelaatbare vorm van gelegenheidsplanologie betreft. Deze reactie geeft ons dan ook geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerpprojectbesluit. 2. Natuur en Milieu Overijssel Relatie met voorontwerpbestemmingsplan Bedrijventerrein II Hasselt Natuur en Milieu Overijssel (hierna: Natuur en Milieu) geeft aan een reactie ingediend te hebben op het voorontwerpbestemmingsplan Bedrijventerrein II Hasselt. Natuur en Milieu stelt dat, vanwege het feit dat het projectbesluit op hetzelfde gebied betrekking heeft als waarop voornoemd ontwerpbestemmingsplan betrekking heeft, deze reactie ook op het ontwerpprojectbesluit betrekking heeft en deze reactie als ingelast te beschouwen met uitzondering van de opmerkingen over de windmolens. Natuur en Milieu geeft daarbij aan in een mondeling overleg met medewerkers van de gemeente over het voorontwerpbestemmingsplan, erop te hebben gewezen dat de Omgevingsvisie Overijssel onvoldoende in het projectbesluit is verwerkt. Dit betreft met name het navolgende: - het ontbreken van een met de buurgemeenten afgestemde bedrijvenvisie met onderbouwing van de behoefte en een bijbehorende programmering inclusief SER-ladder; - de gebiedsontwikkeling op basis van ontwikkelingsperspectieven en gebiedskenmerken. Natuur en Milieu heeft daarbij tevens gewezen op de te beschermen kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap IJsseldelta, en dan met name voor zover dit de openheid betreft. Dit vergt van de gemeente dat zij zuinig met het gebruik van de ruimte omgaat. Natuur en Milieu is van mening dat het bestemmingsplan Bedrijventerrein II Hasselt daarvan niet getuigt door niet aansluitend aan het bestaande bedrijventerrein een nieuw terrein te ontwikkelen in het Nationaal Landschap. Om vooruitlopend op dit bestemmingsplan, door middel van een projectbesluit, hierop vooruit te lopen, acht Natuur en Milieu onaanvaardbaar. 2

Onze reactie Hiervoor onder 1, hebben wij reeds aangegeven dat wij, mede op grond van de (ook door Natuur en Milieu) ingediende inspraakreacties, hebben besloten het bestemmingsplan Bedrijventerrein II Hasselt in de vorm waarin dit in voorontwerp ter inzage heeft gelegen en is aangeboden voor overleg ex artikel 3.1.1. Bro, hebben ingetrokken. Wij zijn voornemens om, aansluitend aan het bestaande bedrijventerrein, een nieuw voorontwerpbestemmingsplan in procedure te brengen. Het gebied waarop het voorliggend voorontwerpprojectbesluit betrekking heeft zal mede in dit aangepaste voorontwerpbestemmingsplan worden opgenomen. Met het voorgaande wordt in ieder geval tegemoet gekomen aan de reactie van Natuur en Milieu, inhoudende dat het toekomstige bedrijventerrein dient aan te sluiten aan het bestaande bedrijventerrein in Hasselt. Voor wat betreft de opmerkingen inzake het niet afstemmen van een bedrijvenvisie met de buurgemeenten en het ontbreken van de behoefte aan bedrijfsterrein inclusief de SER-ladder en de gebiedsontwikkeling op basis van ontwikkelingsperspectieven en gebiedskenmerken, verwijzen wij naar onze reactie op de in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1. Bro. door de provincie Overijssel gemaakte opmerkingen (bijlage 1). 3

Reactienota overleg projectbesluit Veldman en Van den Berg In het kader van het overleg ex artikel 3.1.1. Bro is door de provincie Overijssel een reactie ingediend. De provincie Overijssel (hierna: de provincie) wijst erop dat onlangs de Omgevingsvisie Overijssel en de Omgevingsverordening van kracht zijn geworden. Het projectbesluit is beoordeeld op basis van het hiervoor genoemde beleid. Alvorens in te gaan op de opmerkingen van de provincie Overijssel met betrekking tot het onderhavige voorontwerpprojectbesluit merken wij het navolgende op. Zoals ook in het voorontwerpbestemmingsplan Bedrijventerrein II Hasselt is aangegeven geldt dat voor de IJsseldelta, in samenspraak met alle belanghebbende partijen, een ontwikkelingsprogramma is opgesteld, bestaande uit twee delen te weten een ontwikkelingsperspectief en een uitvoeringsprogramma. In het kader van het ontwikkelingsperspectief van het Nationaal Landschap IJsseldelta wordt de gemeentelijke structuurvisie van Zwartewaterland genoemd. Hierin is vermeld dat de gemeente Zwartewaterland zich richt op uitbreiding van wonen en werken gekoppeld aan elk van de kernen: Zwartsluis, Genemuiden en Hasselt. De kwaliteit van de kernen aan het Zwarte Water wil de gemeente in een totaalaanpak, te weten in het kader van het project Zwartewaterlint, een impuls geven. In het Nationaal Landschap IJsseldelta wordt eveneens ingegaan op de bedrijvigheid in de gemeente. Zo is ondermeer aangegeven dat de bedrijvigheid goed is ontwikkeld en aan veel mensen werkgelegenheid en inkomen biedt. De tapijtindustrie van Genemuiden is van nationale betekenis. Grotere bedrijventerreinen bij IJsselmuiden, Genemuiden en Hasselt nemen daarin een belangrijke plaats in. Het beleid van de partners in Nationaal Landschap IJsseldelta richt zich op het creëren van ontwikkelingsmogelijkheden voor naar aard en schaal passende bedrijvigheid door primair revitalisering en inbreiding, in samenhang met noodzakelijke uitleg. De uitbreiding van het bedrijventerrein bij Hasselt vindt overeenkomstig het streekplan en de structuurvisie plaats in zuidelijke richting en zal landschappelijk goed worden ingepast. Het Uitvoeringsprogramma 2006 2013 werkt de gemaakte afspraken uit het Ontwikkelingsperspectief uit in concrete projecten. Weliswaar is de ontwikkeling van het plangebied Bedrijventerrein II niet als project als zodanig benoemd, maar wel wordt de ontwikkeling van een zandwinning in de polder Mastenbroek hierin benoemd. In het Ontwikkelingsperspectief hebben de samenwerkende partners afgesproken om voor het gebied tussen de provinciale weg en het Zwarte Water een plan te ontwikkelen. Dit gebied ligt aan de zuidzijde van het toekomstige gebied Bedrijventerrein II. Bovendien zal direct grenzend aan het bedrijventerrein een gedeelte worden ingericht voor de opslag en verwerking van gewonnen zand. Op basis van het voorgaande is ten behoeve van de bestendiging van het voorkeursrecht in 2007 een structuurplan opgesteld voor het gebied. In het structuurplan zijn de eerste onderzoeksresultaten voor het gebied opgenomen en zijn de randvoorwaarden aangegeven waarbinnen het nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein kan worden gerealiseerd. In het kader van het overleg ex artikel 10 van het (oude) Bro ( 85) heeft met betrokken instanties overleg plaatsgevonden en is om een reactie verzocht. Tevens heeft het voorontwerp voor een ieder ter inzage gelegen. Rekening houdende met de inspraak en het wettelijk vooroverleg is het plan, daar waar nodig, aangepast en vervolgens vastgesteld door de gemeenteraad op 25 oktober 2007. Op basis hiervan is door ons geconcludeerd dat met de locatie van het nieuwe bedrijventerrein en indirect daarmee ook met de locatie van de gronden voor de ontwikkeling van bedrijvigheid waarop het voorontwerpprojectbesluit betrekking heeft, ook door de provincie ingestemd kon worden. 4

Niettegenstaande het voorgaande merkt de provincie het navolgende op. a. Generieke beleidskeuze Voor het buitengebied geldt het principe van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik. Dit impliceert dat eerst bestaande bebouwing en herstructurering worden benut alvorens uitbreiding kan plaats vinden (vlgs. de zgn. SER ladder). Ontwikkelingen voor wonen, werken en voorzieningen zijn mogelijk als de sociaaleconomische structuur wordt versterkt, waarbij onnodige versnippering wordt tegengegaan. De provincie merkt op dat er geen aanleg van nieuw bedrijventerrein mag plaats vinden als op bestaande terreinen nog voldoende ruimte aanwezig is dan wel door optimalisering van de bouw- en gebruiksmogelijkheden en herstructurering beschikbaar zal komen. Dit nu is in dit plan wel het geval aldus de provincie, aangezien de beide naar deze locatie te verplaatsen bedrijven verplaatst worden van het bedrijventerrein Zwartewater naar het toekomstig Bedrijventerrein II. Op basis hiervan verzoekt de provincie in het plan aandacht te besteden aan de relatie tussen het principe van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik en de verplaatsing van beide bedrijven. Onze reactie. Anders dan de provincie aangeeft is er op het bedrijventerrein Zwartewater geen althans onvoldoende ruimte meer voor het herplaatsen van beide bedrijven waarvoor dit projectbesluit is bedoeld. Wij zijn van mening dat, nu op het bedrijventerrein Zwartewater de benodigde ruimte voor herplaatsing van beide bedrijven ontbreekt, en middels de herstructurering de gebruiksmogelijkheden van het bedrijventerrein Zwartewater worden geoptimaliseerd, de uitbreiding zoals beoogd met dit projectbesluit in overeenstemming is met de zgn. SER-ladder. Wij wijzen er hierbij op dat reeds in 2004 een Masterplan is opgesteld waarin in een visie is weergegeven hoe de duurzame vernieuwing van het industrieterrein Zwartewater uitvoering zal krijgen. Onderdeel van dit revitaliseringsproces betreft het verplaatsen van onder andere de twee bedrijven ten behoeve waarvan dit projectbesluit is opgesteld. In de toelichting wordt hier nader op ingegaan. Wij merken hierbij op dat het Bedrijventerrein II Hasselt in de Omgevingsvisie Overijssel is opgenomen als een hard plan. Deze kunnen aldus deze visie ontwikkeld worden en gerekend worden tot bestaand bebouwd gebied. Hiervoor is geen nadere onderbouwing voor de noodzaak hiertoe vereist en evenmin is de SER-ladder hierop van toepassing. De opmerking van de provincie in dezen doet ook anderzijds merkwaardig aan, daar voor de revitalisering van het bedrijventerrein Zwartewater een bedrag ad 2.000.000,00 aan subsidie is toegezegd, waarbij de uitvoering van de revitalisering mede afhankelijk is van de verplaatsing van de beide bedrijven waarop dit projectbesluit betrekking heeft. Niettemin zal daar waar nodig in de toelichting bij het projectbesluit op het zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik worden ingegaan. b. Ontwikkelingsperspectief Het plangebied valt, aldus de provincie, onder het ontwikkelingsperspectief dorpen en kernen als veelzijdige leefmilieus met als specificatie: gepland bedrijventerrein. Deze ontwikkeling moet worden onderbouwd door middel van een bedrijventerreinvisie en SER ladder. Dit wordt in het projectbesluit niet genoemd, doch wel wordt verwezen naar het voorontwerpbestemmingsplan Bedrijventerrein II Hasselt. Daarnaast verwijst de provincie naar het ontwikkelingsperspectief Nationaal landschap IJsseldelta. Hierin wordt gesteld dat er alleen nieuwe ontwikkelingen mogelijk zijn als die bijdragen aan het behoud of de ontwikkelingen van de kernkwaliteiten, te weten de grote mate van openheid, de historische, rationele, geometrische verkaveling van de polder Mastenbroek, het reliëf in de vorm van huisterpen en kreekruggen, de kleinschaligheid en openheid van het 5

rivierenlandschap. Paragraaf 2.4 van de toelichting, die gaat over het nationaal landschap, gaat niet in op deze kernkwaliteiten voor het landschap. De provincie verzoekt om het plan nader te motiveren voor wat betreft deze ontwikkelingsperspectieven. Onze reactie Weliswaar is er geen specifieke bedrijventerreinvisie van toepassing, maar wel is in het kader van de structuurvisie Zicht op Zwartewaterland 2005 2020 nadrukkelijk ingegaan op de ruimtevraag naar bedrijfsterrein (75 ha netto bedrijventerrein) alsmede 27.000 m2 brutovloeroppervlakte aan kantoorruimte. Hierbij is ook ingegaan op de ontwikkelingsrichtingen voor de toekomstige bedrijventerreinen. Voor wat betreft de verwijzing naar het ontwikkelingsperspectief Nationaal landschap IJsseldelta en het bepaalde daarin ten aanzien van het bijdragen aan de kernkwaliteiten van het gebied, merken wij op dat de hier voorgestane ontwikkeling de realisering van een bedrijfsterrein betreft. Daar waar mogelijk zal bij de inrichting van het gebied waarop het projectbesluit betrekking heeft, hier rekening mee worden gehouden. In de toelichting bij het projectbesluit zal hier nader op worden ingegaan. c. Gebiedskenmerken De provincie merkt op dat ontwikkelingen, in dit geval in de groene omgeving, afgestemd dienen te worden op de gebiedskenmerken van de natuurlijke laag en de laag van het agrarische cultuurlandschap. Het plangebied behoort tot de in cultuur gebrachte laagveengebieden. Hiervoor geldt als ambitie: een hoog waterpeil om inklinking tegen te gaan. Het open karakter is zowel ruimtelijk als voor weidevogels en ganzen waardevol. Als norm voor dit gebied geldt dat deze delen van de laagveengebieden een beschermende bestemmingsregeling krijgen gericht op het behoud van het veenpakket en het waterpeil is hier niet lager. Tot slot wordt er, aldus de provincie, gesproken over inspiratie, zijnde de mogelijkheden voor natuurontwikkeling benutten. De laagveenontginning waartoe dit gebied behoort krijgt, aldus de provincie, een beschermde bestemmingsregeling gericht op de instandhouding van de ter plaatse karakteristieke maat en schaal van de ruimte, met onderscheid tussen gebieden met grote open ruimtes en gebieden met langgerekte kavelstructuur met beplanting. In de laagveenontginningen is het waterpeil niet lager dan voor graslandgebruik noodzakelijk is. De provincie merkt hierbij op dat als ontwikkelingen plaats vinden in de laagveenontginningen, deze bijdragen aan het behoud en versterking van het lint als karakteristieke bebouwingsstructuur. Het slotenpatroon en, waar aanwezig, de houtsingels als accentuering van de ruimtelijke structuur respecteren en versterken bij de verdere ontwikkeling van de agrarische functies. De provincie verzoekt in het plan de hierboven genoemde gebiedskenmerken nader te motiveren. Onze reactie Alhoewel duidelijk mag zijn dat gronden ten behoeve van een bedrijfsterrein een andere ondergrond en daarmee een andere waterhuishouding vereisen dan voor agrarisch gebruik in de zin van weidegrond, zal in de toelichting hieraan nader aandacht worden geschonken. d. Bedrijventerreinvisie De provincie merkt op dat ook in geval van een bedrijfsverplaatsing er een gemeentelijke bedrijventerreinvisie aan ten grondslag moet liggen. In de Omgevingsverordening is hierover opgenomen dat bestemmingsplannen en projectbesluiten uitsluitend voorzien in de totstandkoming van nieuwe bedrijfsterreinen indien de nieuwe bedrijventerreinen naar aard, omvang en locatie in overeenstemming zijn met de gemeentelijke bedrijventerreinvisie waarover overeenstemming is bereikt met de buurgemeenten en met Gedeputeerde Staten. De provincie verzoekt een gemeentelijke bedrijventerreinvisie op te stellen voordat dit projectbesluit in procedure wordt gebracht. 6

Onze reactie Hiervoor onder b is reeds aangegeven dat in het kader van de structuurvisie Zicht op Zwartewaterland 2005 2020 nadrukkelijk is ingegaan op de ruimtevraag naar bedrijfsterrein (75 ha netto bedrijventerrein) alsmede naar kantoorruimte (27.000 m2 brutovloeroppervlakte). Hierin is ook ingegaan op de ontwikkelingsrichtingen voor de toekomstige bedrijventerreinen. Wij zijn van mening dat hiermee in beginsel in voldoende mate de noodzaak voor het bedrijfsterrein waarbinnen de gronden waarop dit projectbesluit betrekking heeft liggen, is gemotiveerd. Dit geldt temeer daar, zoals de provincie ook zelf in de vooroverlegreactie van 3 december 2009 over het voorontwerpbestemmingsplan Bedrijventerrein II Hasselt, opmerkt de provincie uit het provinciaal beleid opmaakt dat het gebied is aangewezen als toekomstig bedrijventerrein. Wij stellen dan ook voor niet in dit kader doch in het kader van het voorontwerpbestemmingsplan voor het gewijzigde gebied voor het Bedrijventerrein II Hasselt een, zo nodig geactualiseerde, bedrijvenvisie op te stellen. 7