NOTA ZIENSWIJZENVERSLAG Bestemmingsplan Buitengebied Noordwest- Haaksbergerstraat 1006 d.d. oktober 2012 Afd. Bestemmingsplannen blz. 1
Samenvatting en beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Buitengebied Noordwest- Haaksbergerstraat 1006. Inleiding: Door de aanleg van de nieuwe autowegverbinding N18 (Enschede-Varsseveld) dient een bestaand agrarisch bedrijf aan de Tesinklandenweg te worden verplaatst. De nieuwe locatie die voor verplaatsing in aanmerking komt is gelegen aan de westzijde van de Haaksbergerstraat, ter hoogte van de Wissinksmolen en ten zuiden van een ongenaamde zandweg ten zuiden van de Wissinksdijk. De nieuwe locatie bevindt zich op ruim 900 meter ten noordwesten van de huidige locatie. Het geldende bestemmingsplan "Buitengebied 1996" laat de vestiging van een agrarisch bedrijf op de beoogde nieuwe locatie niet toe. Om aan de verplaatsing medewerking te kunnen verlenen, is het noodzakelijk om voor de nieuwe locatie een nieuw bestemmingsplan te vervaardigen. Het bestemmingsplan "Buitengebied Noordwest- Haaksbergerstraat 1006" is daarvan het resultaat. In dit nieuwe bestemmingsplan is tevens de oude locatie van dit agrarisch bedrijf aan de Tesinklandenweg meegenomen en worden hier de bestaande bouwmogelijkheden op deze locatie opgeheven. Bovenstaande figuur betreft het ontwerp van het bestemmingsplan Buitengebied Noordwest- Haaksbergerstraat 1006 met daarin opgenomen de huidige (zuidelijke) locatie van het agrarisch bedrijf aan de Tesinklandenweg en de nieuwe (noordelijke) locatie nabij de Wissinksdijk. De vooraankondiging van het voornemen om een bestemmingsplan ten behoeve van de verplaatsing van een bestaande agrarisch bedrijf naar een locatie aan de Haaksbergerstraat heeft middels een advertentie in de Huis-aan-Huis van 18 januari 2012 plaatsgevonden. Het ontwerp van het bestemmingsplan Buitengebied Noordwest- Haaksbergerstraat 1006 heeft met ingang van 23 augustus 2012 tot en met 3 oktober 2012 ter visie gelegen. Gedurende deze termijn zijn er twee zienswijzen ingediend. Indieners zienswijzen: 1. Buurtkring Usselo p/a Veldhaarweg 4 7546 RJ Enschede 2. A.H.J. Westendorp Boekelosestraat 57 7548 AS Enschede Afd. Bestemmingsplannen blz. 2
Beantwoording ingediende zienswijzen. 1. Buurtkring Usselo p/a Veldhaarweg 4 7546 RJ Enschede a. In haar zienswijze geeft reclamant aan dat zij zich zorgen maakt met betrekking tot de verkeersveiligheid voor verkeersdeelnemers en inwoners van Usselo op de Haaksbergerstraat, zowel in de huidige situatie waarbij op deze weg momenteel een maximum snelheid geldt van 80 kilometer/uur, als ook in de nieuwe situatie na aanleg van de nieuwe N18 en waarbij de maximum snelheid op deze weg teruggebracht zal worden naar 60 kilometer/uur. Daarnaast is volgens reclamant de verkeersveiligheid op de Haaksbergerstraat in het geding door de aanleg van een nieuwe ontsluiting, nagenoeg ter hoogte van de kruising van deze straat met de Usselerveenweg. Antwoord gemeente: De nieuwe locatie voor het agrarisch bedrijf en de ontsluiting daarvan is o.a. in overleg met de betrokken ondernemer, Stawel, de Landinrichtingscommissie Enschede- Zuid, de DLG (Rijksdienst Landelijk Gebied),het Oversticht, Stichting Wissinksmöll, Rijkswaterstaat en de gemeente Enschede bepaald. Het is een gegeven dat de nieuwe locatie ontsloten dient te worden in de richting van de Haaksbergerstraat om zodoende een goede ontsluiting van het agrarisch bedrijf te kunnen garanderen. De Haaksbergerstraat zal na het gereedkomen van de nieuwe N18 worden afgewaardeerd tot een erfontsluitingsweg waar een maximum snelheid voor het wegverkeer gaat gelden van 60 km/uur. De weginrichting zal hierop dan worden aangepast. Verwacht wordt dat de verkeersintensiteit na het gereedkomen van de nieuwe N18 substantieel zal dalen, van 16.000 motorvoertuigen nu naar ca. 3000 motorvoertuigen per etmaal in de nabije toekomst. Duidelijk is dat er in dit geval sprake is van volgtijdelijk handelen. Nadat het agrarisch bedrijf is verplaatst kan de nieuwe N18 worden aangelegd waarna, op haar beurt, de Haaksbergerstraat kan worden afgewaardeerd. Bij de keuze van een nieuwe ontsluiting op de Haaksbergerstraat zijn meerdere opties in overweging genomen. De opties bestonden uit: 1. een ontsluiting via de bestaande onbenaamde, deels onverharde weg, ten zuiden van de Wissinksdijk; 2. een nieuw aan te leggen ontsluitingsweg tot ongeveer aan de kruising van de Haaksbergerstraat met de Usselerveenweg; 3. een nieuw aan te leggen rechtstreekse ontsluitingsweg op de Haaksbergerstraat, ongeveer halverwege tussen de Wissinksdijk en de Usselerveenweg. De eerste twee opties zijn bij de uiteindelijke keuzeafweging afgevallen. Optie 1 zou een onevenredige overlast gaan betekenen voor omwonenden en optie 2. een onevenredige aantasting van het landschap en de beekzonde ten oosten van de Haaksbergerstraat. Optie 3 heeft uiteindelijk de voorkeur gekregen omdat het hier een rechtstreekse (korte) ontsluitingsweg betreft en deze landschappelijk goed inpasbaar is. Bij de keuze is tevens rekening gehouden met de toekomstige situatie waarbij de Haaksbergerstraat zal worden afgewaardeerd naar een erfontsluitingsweg, de te verwachten verminderde verkeersintensiteiten alsmede een aanpassing van de weginrichting en een verlaging van de toegestane rijsnelheid voor het wegverkeer die de verkeersveiligheid op deze straat aanmerkelijk zullen verbeteren. Echter, het is een gegeven dat de nieuwe ontsluitingsweg gedurende de periode tot het gereedkomen van de nieuwe N18 aan zal sluiten op de huidige, drukke Haaksbergerstraat. Rijkswaterstaat is, als eigenaar en wegbeheerder van deze weg (tot aan de overdracht naar provincie of gemeente), verantwoordelijk voor de verkeersveiligheid op deze weg. Met het oog op het belang van het verplaatsen van het agrarisch bedrijf en ten behoeve van de aanleg van de nieuwe N18, de onmogelijkheid om de ontsluiting van het agrarisch bedrijf anders te waarborgen alsmede de voorziene Afd. Bestemmingsplannen blz. 3
aanpassingen van deze wegverbinding, heeft Rijkswaterstaat op voorhand aangegeven geen aanleiding te zien om over een aanvraag voor een uitwegvergunning op de Haaksbergerstraat, overeenkomstig de gekozen variant, negatief te oordelen. Extra structurele veiligheidsmaatregelen ter hoogte van de nieuwe ontsluiting op de Haaksbergerstraat, vooruitlopend op de latere aanpassingen, zijn niet voorzien omdat er sprake is van vele vergelijkbare uitwegen op deze weg met de huidige functie van gebiedsontsluitingsweg buiten de bebouwde kom. De nieuwe uitweg zal dus voor de weggebruikers van dit wegvak geheel binnen het verwachtingspatroon vallen. Tevens zal de nieuwe uitweg, gezien de afstand van ca. 180 meter, buiten de invloedsfeer van de Usselerveenweg komen te liggen. Hier dient overigens vermeld te worden dat op een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor o.a. de aanleg van bewuste ontsluitingsweg door betrokken ondernemer d.d. 24 juli 2012, Rijkswaterstaat inmiddels positief heeft geadviseerd. 2. A.H.J. Westendorp Boekelosestraat 57 7548 AS Enschede a. Reclamant maakt bezwaar tegen het gegeven dat in het bestemmingsplan nergens een vermelding is opgenomen dat het bestemmingsplan niet in eerder in werking mag treden dan wanneer de plannen voor de ruilverkaveling zijn afgerond. Een bestemmingsplan of een wijziging van het bestemmingsplan doorloopt de daarvoor wettelijk voorgeschreven procedure overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht (Afdeling 3:4) en de Wet ruimtelijke ordening (artikel 3.8 Wro). Dit betekent o.a. dat de gemeenteraad binnen 12 weken na de termijn van ter inzage legging van een bestemmingsplan (6 weken) een besluit omtrent dit bestemmingsplan dient te nemen waarbij zij de mogelijkheid hebben het bestemmingsplan vast te stellen, het bestemmingsplan gewijzigd vast te stellen alsmede de mogelijkheid het bestemmingsplan niet vast te stellen. Bij vaststelling door de raad dient het genomen besluit binnen twee weken bekend te worden gemaakt en wordt het bestemmingsplan voor een termijn van zes weken ter inzage gelegd (beroepstermijn). Een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan treedt pas in werking met ingang van de dag na die waarop de beroepstermijn afloopt. De Wet ruimtelijke ordening voorziet niet in de mogelijkheid een bestemmingsplan vast te stellen met een restrictieve bepaling die de inwerkingtreding van dit plan op een later tijdstip laat plaatsvinden dan wettelijk is bepaald. Ondanks dat de Landinrichting (ruilverkaveling) in het betreffende gebied nog niet is afgerond, kan het niet zo zijn dat nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen hier niet meer kunnen, niet eerder dan dat de landinrichting voor het betreffende gebied is afgerond. Hierdoor zou het betreffende gebied in principe voor een aantal jaren op slot worden gezet. Uiteraard worden bij nieuwe initiatieven in dergelijke gebieden de bij de landinrichting betrokken instanties geraadpleegd. Zo heeft ten behoeve van de verplaatsing van het agrarisch bedrijf overleg plaatsgevonden tussen de ondernemer (initiatiefnemer) met o.a. de Landinrichtingscommissie Enschede-Zuid, de DLG (Rijksdienst Landelijk Gebied), Rijkswaterstaat, Stawel (Stichting voor Duurzame Plattelandsontwikkeling Enschede), het Oversticht, de Stichting Wissinksmöl en de gemeente Enschede. Uit dit overleg is de nieuwe locatie aan de Haaksbergerstraat als geschikt bevonden. Afd. Bestemmingsplannen blz. 4
b. Reclamant merkt in zijn zienswijze tevens op dat de initiatiefnemer nog geen eigenaar is van de gronden aan de Haaksbergerstraat Reclamant heeft gelijk als hij stelt dat de betreffende gronden nog niet in het bezit zijn van de initiatiefnemer. De huidige eigenaren hebben echter betreffende gronden in de landinrichting ingebracht en hebben ingestemd met een kavelruil om daarmee tevens de verplaatsing van het agrarisch bedrijf mogelijk te maken. Eén van de eigenaren heeft inmiddels vervangende gronden aangeboden gekregen aan de Jacobsrietweg en hiermee ingestemd. Overigens dient hier vermeld te worden dat een bestemmingsplan zich enkel en alleen beperkt tot het toekennen van één of meerdere bestemmingen aan gronden met de daarbij behorende gebruiksregels en (eventuele) bebouwingsregels die voor het betreffende gebied, ruimtelijk gezien en in het kader van een goede ruimtelijke ordening, verantwoord zijn. Een bestemmingsplan regelt niet de eigendomsverhoudingen binnen een plangebied en doet daar ook geen uitspraken over. Wel is het zo dat een vastgesteld en onherroepelijk bestemmingsplan een belangrijk instrument is in het geval er sprake is van een onteigeningsprocedure. c. Tenslotte maakt reclamant in zijn zienswijze bezwaar tegen het mogelijk rooien van een houtwal zonder hiervoor toestemming te hebben van de huidige eigenaren van de percelen aan de Haaksbergerstraat en verwijst hierbij naar een aanvraag voor een omgevingsvergunning V-2012-1581. Tegen deze vergunning heeft reclamant bezwaar aangetekend. In deze vergunning is mede bepaald dat de in werking treding van het bestemmingsplan Buitengebied Noordwest- Haaksbergerstraat 1006 bepalend is voor de in werking treding van bewuste omgevingsvergunning. Hij acht dit in juridische zin niet correct. Vooropgesteld dat de procedure van het bestemmingsplan Buitengebied Noordwest- Haaksbergerstraat 1006 los staat van die van de verlening van een omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden, dient hier vermeld te worden dat bij de verlening van een omgevingsvergunning wél voorwaarden kunnen worden verbonden ten aanzien van de tijdstip van inwerking treding. Dit in tegenstelling van die van een bestemmingsplan waarbij de inwerkingtreding van dit plan wettelijk is bepaald en voortvloeit uit een te volgen wettelijke procedure. Overigens heeft reclamant ongelijk indien hij stelt dat de huidige eigenaren geen toestemming hebben gegeven voor het mogelijk vellen van houtopstanden op hun gronden. Bij brief van 20 augustus 2012 en 21 augustus 2012 hebben zij met een verlening van een omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden op hun gronden ingestemd. o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o Afd. Bestemmingsplannen blz. 5