Enkele voorbeeldbladzijden uit deel 2

Vergelijkbare documenten
Inhoud deel 2 Modellering van configuraties. Transiënt gedrag

Regelingen. Stationair gedrag

Nadere beschouwing. Subtransiënt gedrag

37.2. Afleiding op plaats E

Deeltentamen Meet en Regeltechniek 14 juni 1996

Modellering windturbines met Vision

Werking en verklaring van enkele basisbegrippen van de proportionele regelaar

Stroomcompensatie bij transformatorregelingen

Passieve filters: enkele case studies

Theory DutchBE (Belgium) Niet-lineaire dynamica in elektrische schakelingen (10 punten)

Alternator 1. De functie van de wisselstroomgenerator of de alternator 2. De werking/ basisprincipe van de wisselstroomgenerator

Eilandbedrijf. P.M. van Oirsouw 13 december 2005

Schriftelijke zitting Systeem- en regeltechniek 2 (WB2207) 29 januari 2009 van 14:00 tot 17:00 uur

Meet- en Regeltechniek

Titel: in bedrijf nemen koppeltransformatoren en APA's. Procesbeheerder: Procesbeheerder KEB AM Publicatiedatum:

Simulink. Deel1. Figuur 1 Model van het zonnepaneel in Simulink.

Berekenen van regelaars

Onderzoek werking T-verter.

Speciale transformatoren

Tent. Elektriciteitsvoorziening I / ET 2105

programma Regeling in Centrales Beveiligings- en afschakel apparatuur maandag 31 augustus :51 Si 4 B-C Pagina 1

Kennisdossier Regeltechniek

Opgaven bij hoofdstuk Bepaal R 1 t/m R 3 (in het sternetwerk) als in de driehoek geldt: R 1 = 2 ks, R 2 = 3 ks, R 3 = 6 ks 20.

VOORBLAD SCHRIFTELIJKE TOETSEN

Elektrische Netwerken 27

Examen Regeltechniek Take Home derde examenperiode

6 VEELVOUDEN EN ONDERDELEN VAN EENHEDEN

Rekenkunde, eenheden en formules voor HAREC. 10 april 2015 presentator : ON5PDV, Paul

WINDENERGIE : SYNCHRONE GENERATOREN

37.8 Het stationaire synchrone vermogen

Tentamen Systeemanalyse (113117)

regelaar Fig Regelaar in een open kring

Rendement bij inductiemachines: motor versus generator

ELEKTRICITEIT GELIJKSTROOMMOTOREN - LABO

TENTAMEN NATUURKUNDE

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (2)

Condensator. Het hellingsgetal a is constant. Dit hellingsgetal noemen we de capaciteit van de condensator C. Er geldt dus: C = Q U

Testen en metingen op windenergie.

GEBRUIKSAANWIJZING HD Microprocessor Volledig vrij instelbare controller

Fig. 2. Fig ,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 U (V) 0, temperatuur ( C)

X C D X C D. voertuigentechniek CSPE KB minitoets bij opdracht 8

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (1)

Verschillende normen voor de bepaling van het rendement van een inductiemachine

Opgaven bij hoofdstuk 9

Bijlage 1 Toelichting kwantitatieve analyse ACM van de loterijmarkt

Schriftelijke zitting Systeem- en regeltechniek 2 (WB2207) Oefententamen

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 (elektriciteit)

Deling van elektrische stroom en spanning. Student booklet

5. HOOFDSTUK 5 SYNCHRONE MACHINES

1. Een magnetische levitatie systeem is schematisch weergegeven in figuur 1. r-- ~ rail

Tentamen Elektriciteitsvoorziening i. (ee2611/et2105d3-t)

Algemene beschrijving van de regelprogramma's

Installatie van de P266 toerenregelaar

MONITOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE

3.4.3 Plaatsing van de meters in een stroomkring

inkijkexemplaar Energie voor de lamp Techniek 1

BUFFEROPLOSSINGEN. Inleiding

Actieve demping helpt nauwkeuriger positioneren

Analyse van de Futaba S3003 dc motor

6.1 Afrondingsopdracht Goed en veilig werken van elektrische schakelingen

Schriftelijke zitting Systeem- en regeltechniek 2 (WB2207) 31 januari 2008 van 9:00 tot 12:00 uur

Rem- en slipgedrag (2)

Historische autotechniek (4)

UNIVERSELE TRAPPENREGELAAR IR32 en IRDR

Practicum kortsluitankermotor met frequentie-omvormer

Opgaven bij hoofdstuk 12

Normering en schaallengte

Fig. 5.1: Blokschema van de 555

De dynamica van een hertenpopulatie. Verslag 1 Modellen en Simulatie

Kortsluitvastheid HS VP. Quercus Technical Services B.V.

Matthias Van Wonterghem, Pieter Vanhulsel Aluminium en hoge snelheid, een mooie toekomst?

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË PRACTICUM-TOETS

SYSTEMEN 11/3/2009. Deze toets bestaat uit 3 opgaven (28 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

VOLT POT 1K R 220. OPEN FOR 60 Hz STAB. Spanningsregelaars R 220. Installatie en onderhoud

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN TECHNISCHE BEPALING

Opgaven elektrische machines ACE 2013

Elektrische energie en elektrisch vermogen

1 VRIJE TRILLINGEN 1.0 INLEIDING 1.1 HARMONISCHE OSCILLATOREN het massa-veersysteem. Hoofdstuk 1 - Vrije trillingen

natuurkunde havo 2015-II

Methodes voor debietsafstelling

9 PARALLELSCHAKELING VAN WEERSTANDEN

Meet en regeltechniek deel 2

Digitaal is een magisch woord

Beoordeling van investeringsvoorstellen

REGELAAR. W- --i. x PROCES. Fig Blokschema geslolen regelkring

Versterking Principe van de versterking

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Rotterdam / Rijnmond

Interactive Physics 2004 Nieuwe eigenschappen*

Rapport ETD/PSP Systeemtechnische consequenties toepassing 4-circuit Wintrack in het EHS-net

Leereenheid 1. Diagnostische toets: Soorten spanningen. Let op!

Procesbeheersing. Eigenschappen van processen

7,6. Samenvatting door A woorden 12 april keer beoordeeld. Natuurkunde. Natuurkunde Systemen. Systemen

NATUURKUNDE OLYMPIADE EINDRONDE 2015 PRACTICUMTOETS

Sensoren Introductie Weerstandtechniek Brug van Wheatstone Basis Opamp schakelingen Opampschakelingen voor gevorderden

vanwege het hoge rendement weinig warmte-ontwikkeling vanwege de steile schakelpulsen genereert de schakeling sterke hf-stoorsignalen

LABO. Elektriciteit OPGAVE: Karakteristieken van synchrone generatoren. Remediering: Datum van opgave: Datum van afgifte: Verslag nr. : 06.

V: Identificatie en regelaarsinstelling

Vermogen Elektronica : Stappenmotor

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5)

X C D. voertuigentechniek CSPE KB minitoets bij opdracht 8

Transcriptie:

Enkele voorbeeldbladzijden uit deel 2 Hoofdstuk 15. Inleiding generatormodel. Bladzijde 15-9 15.5. Hoofdlijn van de modelonwikkeling 15.5.1 P-model, vermogensmodelhet model van de mechanische werking wordt beknopt met het volgende blokschema weergeven: fig. 15-10 P-Model, model van het vermogensdeel van de synchrone generator 15.5.2 V-model, spanningsmodel Het spanningsdeel van het model van de generator (inclusief, indien gewenst en van toepassing, step-uptransformator en koppellijn) kent twee varianten, bestaande uit de volgende combinaties van deelmodellen: fig. 15-11 Opbouw van het V-model, model van het spanningsdeel van de synchrone generator, twee varianten. Duidelijk is dat de kern van het model in beide varianten hetzelfde is; het verschil bestaat slechts uit de wijze van bepaling van de I a -componenten. Opmerking: de betiteling "V-model" (c.q.spanningsmodel) is gekozen om een korte term te hebben; vanzelfsprekend zijn er meer grootheden dan alleen spanning in het spel, zoals bekrachtiging, statorstroom, mmk, flux, rotatie.

Hoofdstuk 15. Inleiding generatormodel Bladzijde 15-10 In beknopte vorm wordt het V-model als volgt weergegeven: fig. 15-12 V-model van de generator, twee varianten, in beknopte vorm Alternatieven:Het V-model kan ook gebaseerd worden op het U g -model, met direct de generator d- en q- klemspanning als uitgang. Het V b -model kan ook gebaseerd worden op een "omgekeerd" E r - of U g -model, met als ingang de d- en q- spanningen en als uitgang de stromen I q en I d. (I a -model) Er zijn geen fundamentele verschillen of grote practische voor- of nadelen aan deze alternatieven verbonden. De genoemde variant-modellen worden in deel 3 besproken. 15.5.3. PV-model, het volledig generatormodel. Uit de combinatie van P- en V-model ontstaat het volledig generatormodel: fig. 15-13 Opbouw van het PV-model van de generator, type a en type b

Hoofdstuk23. Regelaarinstelling voor generator in eilandbedrijf. Inleiding. Regelaarformule Bladzijde 23-1 23. Regelaarinstelling voor generator in eilandbedrijf Als opwekeenheid wordt de 600 MVA, 21 kv eenheid uit de voorbeeldconfiguratie gebruikt; deze bevat een stoomturbineaandrijving. Specificaties: zie Gegevens, na appendix deel 3. 23.1. Inleiding 23.1.1. Doel In dit hoofdstuk wordt nagegaan hoe in (de simulatie van) de configuratie een goede - en bij benadering de beste - instelling kan worden verkregen. Bij een simulatie is het geen probleem om veelvuldig instellingen uit te proberen, dit in tegenstelling tot instellen van een aandrijvinggeneratoreenheid in werkelijkheid. De simulatie maakt het mogelijk om een goed uitgangspunt voor het instellen van de werkelijkheid te verkrijgen en, wellicht van nog groter belang, inzicht in de invloeden van de verschillende regelaarparameters. 23.1.2. Werkwijze in het algemeen - Bepaling / keuze aangaande het gedrag van de belasting (par. 23.2.2). In het algemeen is de belasting spanning- en frekwentieafhankelijk. Op grond van het type belasting moet een keuze worden gedaan omtrent de mate van deze afhankeljkheid. - Bepaling / keuze van het meest kritische werkgebied (par. 23.2.3). Blijken zal dat de configuratie een qua demping verschillend gedrag vertoont, alnaargelang aard en grootte van de belasting en grootte van de verstoring. De instelling van de regeling moet ook voor het meest kritische gebied voldoen, met stabiliteit als absolute eis.om het meest kritische werkgebied te bepalen wordt o.m.bij één proportionele instelling en één verstoring bij verschillende belastingen naar de responsie gekeken. Dit wordt herhaald voor enkele andere waarden van de verstoring. - Volgorde van instellen van de regelingen: 1) Spanningsregeling. Het is practisch hiermede te beginnen, omdat variaties in de blindvermogensbelasting het toerental niet beinvloeden; de instelling van de toerenregeling speelt hier dan geen rol, de toerenregeling mag, theoretisch, zelfs ontbreken. 2) Toerenregeling. Voor het instelling van de toerenregeling kan het beste gewerkt worden bij goed ingestelde spanningsregeling, vooral omdat dit de normale siutatie is.bijkomende overwegingen zijn: zonder spanningsregeling hebben variaties in de vermogensbelasting invloed op de spanning; het systeem kan zelfs instabiel worden. Voorts zou, bij gegeven belasting, een variërende spanning inhouden dat de stroomsterkte omgekeerd evenredig verandert, waardoor de responsies op een moeilijk te doorziene wijze beinvloed zouden worden. - Methode van instellen: Een instelling wordt getest middels stappen in de belasting. Voor de spanningsregeling veelal stappen van + en - 100 Mvar, voor de toerenregeling stappen van + en - 20 MW. In principe wordt de instelling gemaakt voor het meest kritische gebied.

23.1.3. Volgorde bij het instellen van een regelaar: 1) Proportioneel: factor Kr van de regelaar (c.q.: de proportionele band) 2) Diffentiatie: τ d van de regelaar, bij een aangenomen tamheid 3) Indien gewenst of nodig: integratie: τ i van de regelaar. 23.1.4. Regelaarformule De toegepaste P(I)(D)-regelaars hebben volgende formule: Kr = versterkingsfactor τ i = integratietijdconstante τ d = differentiatietijdconstante a = tamheidsfactor van de differentiatie In plaats van de versterkingsfactor wordt vaak de grootheid 'proportionele band', Xp %, gebruikt. Kr = 100/Xp Met Kr een bepaalde waarde, τ i = en τ d = 0 heeft men een P(Proportionele)-regelaar Met Kr een bepaalde waarde, τ i =, τ d een bepaalde waarde en a een waarde tussen 0 en 1 heeft men een PD-regelaar Met Kr een bepaalde waarde, τ i een bepaalde waarde en τ d = 0 heeft men een PI-regelaar Als alle parameters een bepaalde waarde hebben heeft men een PID-regelaar. In het gesimuleerde systeem is het uitgangsignaal van de regelaar beperkt. Spanningsregelaar: grenzen -8 en +12, waarmede gemiddeld voor op- en neerregelen een ongeveer gelijke ruimte beschikbaar is (3,3 bij de nominale toestand) Toerenregelaar: grenzen 0 en +20 (5 bij de nominale toestand). Betekenis van de getallen: men kan denken aan ma of V voor hardware-regelaars of aan een getal in een software-regelaar.

Hoofdstuk 25. Regelaarinstelling voor generator gekoppeld op star net. Instelling spanningsregelaar. Bladzijde 25-8 25.4.3. Instelling spanningsregelaar Op grond van het besprokene in par. 25.3. wordt de spanningsregelaar ingesteld bij P = 485 MW, Q g = 332 Mvar. Het vermogen is proportioneel geregeld met een kleine versterking, K rp = 0,02. Als eerste wordt een aantal waarden van de regelaarversterking beproefd, totdat duidelijk instabiliteit optreedt; in tweede instantie worden bij daartoe bij daartoe in aanmerking komende waarden verschillende sterkten van differentiatie toegevoegd. Integratie blijft nog buiten beschouwing. 25.4.3.1. Proportionele instelling, diverse waarden K ru fig 25-3 Responsies op stap - 0,05 kv en stap - 0,5 kv in de spanning U b = U n van het starre net, bij diverse waarden van K ru. Bij K ru = 14 is ook het elektrisch vermogen weergegeven. Beschouwing: - Bij lage versterking is het systeem stabiel, zowel bij kleine als grote verstoring - Boven K ru = 10 wordt het systeem instabiel (versterking bekrachtigingsketen U F / R u of U g = 2000 V/kV) - De waarde van de versterking heeft weinig invloed op de grootte van de eerste (negatieve) spanningspiek.- Bij de lagere versterkingen blijft een grotere statische afwijking over. - De verklaring van de instabiliteit bij hogere versterking ligt in het resoneren van het vermogensdeel met de het spanningsdeel, zoals besproken in par. 25.2.1. en de appendix hoodstuk 7.. Ter illustratie is bij de hoogste beproefde spanningsversterking ook het elektrisch vermogen in de figuur weergegeven. - Dat bij de grote verstoring en grote versterking de slingering uiteindelijk beperkt blijft komt door het vastlopen van regelaar en opwekker tegen hun bovengrenzen. Bij de kleine verstoring zal de slingering uiteindelijk op dezelfde waarden uitkomen.

Hoofdstuk 25. Regelaarinstelling voor generator gekoppeld op star net. Instelling spanningsregelaar. Bladzijde 25-9 25.4.3.2. Toevoeging van differentiatie fig 25-4 Invloed van differentiatie bij twee waarden van K ru. Beschouwing:- Differentiatie heeft vrijwel geen invloed voorzover het lage waarden betreft; hogere waarden leiden tot instabiliteit. Bij de lage waarden worden de eerste slingeringen wat kleiner, waar tegenover staat dat de slingering wat langer duurt. Opmerking: een stap van 0,5 kv in de spanning van het net geeft hetzelfde beeld als de stap van 0,05 kv, uiteraard met aangepaste schaal voor U g. 25.4.3.3. Eerste keuze Op grond van beide voorgaande figuren wordt - voor de voorbeeldgenerator - de keuze: versterking: K ru = 5 (versterking bekrachtigingsketen = 1000 V/kV), geen differentiatie. 25.4.3.4. Toevoeging van integratie Bij K ru = 5 treedt bij een stap van 0,5 kv in U n stationair een afwijking van 3 V op (U g = 20,997 kv); te weinig om tot integratie over te gaan. Bij andere belastingen of veranderingen daarin kunnen echter grotere veranderingen optreden. Als voorbeeld: Bij een beginbelasting van 400 MW, 166 Mvar (80/50% van vollast) en een frekwentie-vermogensstatiek van 5% treedt in het starre net een frekwentiedaling op van 0,2 Hz. Daaardoor ontstaat ook een spanningsdaling. Zie volgende figuur.

Hoofdstuk 25. Regelaarinstelling voor generator gekoppeld op star net. Instelling spanningsregelaar. Bladzijde 25-10 fq fq Ug Ug P P PT PT t t fig 25-5 Voorbeeld van een verstoring waarbij een grotere stationaire afwijking in de generatorklemspanning optreedt: stap - 0,2 Hz in de netfrekwentie, bij een frewentie-vermogensstatiek van 5% Links: geen integratie. Rechts: met integratie, τ i = 2 Links: door de statiek wordt het vermogen met 40 MW opgeregeld, het blindvermogen stijgt tot 172 MVAr, de generatorklemspanning daalt tot 20,973 kv, ofwel met 27 V, 0,13%; Rechts: alles verloopt hetzelfde, doch de integratie regelt de spanning terug naar 21 kv.