X C D X C D. voertuigentechniek CSPE KB minitoets bij opdracht 8

Transcriptie

1 voertuigentechniek CSPE KB 2009 minitoets bij opdracht 8 variant d Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). Geef verbeteringen aan volgens voorbeeld 2 of 3. (1) A B C D A B (2) X (3) C D A B B X C D 1p 1 Met welke eenheid wordt het vermogen aangegeven? A ampère B ohm C volt D watt 1p 2 Afgebeeld zijn twee formules die gebruikt worden bij elektro-berekeningen. Gegeven zijn: spanning U = 12 V vermogen P = 120 W U P I X R U X I Hoe groot is de weerstand R? A 1,2 Ω B 12 Ω C 120 Ω D 240 Ω b-PK-1-m8 1 lees verder

2 1p 3 Afgebeeld is het symbool van een elektronische component. Waar wordt deze elektronische component toegepast? A als gelijkrichter van een dynamo B als regensensor van de ruitenwissers C in het derde remlicht van een voertuig D in het relais van een startmotor 1p 4 Hier is een deel van een elektrisch schema afgebeeld. Met welke zekering is het kenteken-licht gezekerd? A met zekering Z4 B met zekering Z5 C met zekering Z6 D met zekering Z b-PK-1-m8 2 lees verder

3 1p 5 Hier is een deel van een elektrisch schema afgebeeld. Bij welk systeem hoort de kentekenverlichting? A bij het comfort- en veiligheidssysteem B bij het laadsysteem C bij het signaleringssysteem D bij het verlichtingssysteem b-PK-1-m8 3 lees verder

4 1p 6 Hier is een deel van een elektrisch schema afgebeeld. Wat is de betekenis van code 85 bij symbool K2? A ingang van de hoofdstroom B ingang van de stuurstroom C uitgang van de hoofdstroom D uitgang van de stuurstroom b-PK-1-m8 4 lees verder

5 1p 7 Afgebeeld zijn de onderdelen van een dynamo. Wat is de functie van de stator bij 15? A Deze stator begrenst de spanning. B Deze stator wekt een magnetisch veld op. C Deze stator wekt een wisselspanning op. D Deze stator zorgt voor het gelijkrichten van de wisselspanning. 1p 8 Op het typeplaatje van een dynamo staan deze gegevens. Wat is het maximum-vermogen van de dynamo? A 0,825 kw B 3,7 kw C 825 Ω D 8250 Ω b-PK-1-m8 5 lees verder

6 1p 9 De bestuurder van een auto met dieselmotor start de motor als dit lampje nog brandt. Wat kan het gevolg zijn? A De dynamo laadt niet bij. B De gloeistiften branden niet schoon. C De gloeistiften verbranden. D De motor slaat niet direct aan. 1p 10 Een dieselmotor met indirecte inspuiting heeft een aparte gloeistift voor elke cilinder. Waarom heeft een direct ingespoten dieselmotor vaak maar één centrale gloeistift? A De compressie-einddruk bij een vrachtwagen is lager. B De verbrandingskamer heeft een groter volume. C Het gekoeld oppervlak van de verbrandingsruimte is kleiner. D Het gekoeld oppervlak van de verbrandingskamer is groter. 1p 11 Afgebeeld zijn de onderdelen van een startmotor. Eén taak van het startrelais is het inschuiven van het rondsel. Wat is nog een taak van het startrelais? A het bedienen van de rotor B het inschakelen van de hoofdstroom C het inschakelen van de stuurstroom D het inschuiven van de vrijloopkoppeling b-PK-1-m8 6 lees verder

7 1p 12 Een motor draait stationair met een toerental van 800 omw./min. Als de verlichting wordt ingeschakeld, zakt het toerental naar 780 omw./min. Waarom daalt het toerental? A omdat de dynamo meer vermogen moet leveren B om oververhitting tegen te gaan bij het stationair draaien C om overbelasting van de dynamo tegen te gaan D om overbelasting van de verlichting tegen te gaan 1p 13 Dit is een schematische weergave van een voorgloeisysteem. Eén gloeistift is onderbroken. Verandert nu de stroomsterkte door ampèremeter A2? A Ja, de stroom wordt kleiner. B Ja, de stroom wordt groter. C Nee, de stroom blijft gelijk. 1p 14 Wat is een intranet? A een - en telefoonnetwerk B een gesloten bedrijfsnetwerk C een netwerk om te chatten D een web-pagina om door te linken naar andere sites 1p 15 Wat wordt bedoelt met surfen over het web? A chatten met anderen op internet B een versturen met de pc C een website bouwen met de pc D informatie zoeken op internet b-PK-1-m8* 7 lees verder einde