NASK1 SAMENVATTING ELEKTRICITEIT. Wanneer loopt er stroom? Schakelingen
|
|
- Marcella Thys
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 NASK1 SAMENVATTING ELEKTRICITEIT Wanneer loopt er stroom? Elektrische apparaten werken alleen als er een stroom door loopt. Om de stroom te laten lopen is er altijd een spanningsbron nodig. Dat kan een stopcontact, een accu of een batterij zijn. De stroom kan alleen maar lopen als de spanningsbron is aangesloten en de schakelaar gesloten is. Stroom loopt als er een gesloten stroomkring is. Eén draad voert de stroom aan en een andere draad voert de stroom weer af. Een stroomkring bestaat uit een spanningsbron, stroomdraden en apparaten. Schakelingen In de elektronica worden vele verschillende componenten gebruikt. Een spanningsbron Schakelaar Lampje Buzzer Ampèremeter Voltmeter Diode. Een elektrisch onderdeel dat de stroom maar in één richting doorlaat. LED (Light Emitting Diode). Een lichtgevende diode. Zeer veel toegepast in allerlei gebieden. Voorbeeld: Het stand-by lampje van de TV. Condensator. Component waar men voor korte tijd elektrische energie in kan opslaan. Relais. Een elektrische schakelaar. Met een kleine stroom kan je een grote stroom inschakelen. Reed contact. Een magnetische schakelaar. Meestal zo geschakeld, dat als een magneet bij het contact is, de schakelaar gesloten is en als de magneet verwijderd is, dan is de schakelaar open en kan er dus geen stroom lopen. Transistor. Een transistor kan werken als schakelaar.
2 Serie en parallel Als je een elektrisch apparaat aanzet, maak je een gesloten stroomkring. Via het snoer loopt er elektriciteit naar het apparaat en weer terug. Om te begrijpen hoe de stroom door zo'n stroomkring loopt, kan je een model gebruiken. Een geschikt model is de cv-installatie; daarin stroomt water in een gesloten kring rond. Een pomp zorgt voor het rondstromen van het water. Je kunt de stroom onderbreken door een kraan in de leiding dicht te draaien. In een stroomkring loopt elektrische stroom in een gesloten kring rond. Een spanningsbron, de 'pomp', zorgt voor het rondlopen van de stroom. Je kunt de stroom onderbreken door een schakelaar, een kraan, om te zetten. Serie Een serieschakeling is er één waarbij alle elektrische componenten (lamp, weerstand, apparaat) achter elkaar' staan. Als je een paar apparaten in serie schakelt, moeten ze wel allemaal aan staan: de stroom loopt door het eerste apparaat, dan door het tweede, enzovoort, en tenslotte door het laatste. Als er eentje kapot is, wordt deze stroomkring verbroken en doen ook de andere het niet meer. In dat geval is het ook moeilijk om te bepalen wélk apparaat kapot is, want ze zijn allemaal uitgevallen. Als je één component uit de schakeling haalt, dan doen geen van allen het meer. Denk aan de ouderwetse' kerstboomverlichting. Die kan je uitzetten door één lampje los te draaien. Parallel In een parallelschakeling loopt een deel van de stroom loopt door het eerste apparaat, een deel door het andere apparaat. Als je een stoppenkast met schakelaar hebt en je steekt daar de stekkers van al je elektrische apparaten in en er gaat er een uit of stuk, dan doet de rest het nog.
3 Beveiligen stroomkring In huis zijn een aantal maatregelen genomen om veilig met elektriciteit om te gaan. De elektrische huisinstallatie is verdeeld in groepen. Elke groep heeft zijn eigen beveiliging. Bij overbelasting valt zo niet in het hele huis de stroom uit. Een zekering schakelt de stroom uit bij overbelasting of kortsluiting. Overbelasting ontstaat als er teveel apparaten zijn ingeschakeld op één groep. Kortsluiting ontstaat bijvoorbeeld als de twee draden in een stekker elkaar raken. De stroom gaat dan direct terug naar de meterkast. Randaarde voert stroom af naar de aarde als de buitenkant van een apparaat onder spanning staat. De aardlekschakelaar meet de inkomende en uitgaande stroom. De aardlekschakelaar schakelt de stroom uit als er stroom naar de aarde lekt. Apparaten worden dubbel geïsoleerd uitgevoerd. Hierdoor kan de buitenkant van het apparaat niet onder spanning staan. Geleiders en isolatoren Geleiders Om een stroomkring te maken, heb je geleiders nodig. Dat zijn stoffen die de elektrische stroom goed doorlaten. Alle metalen zijn goede elektrische geleiders. Koper wordt vooral veel toegepast, omdat het beter geleidt dan de meeste ander metalen. Een andere (vaste) stof dat ook goed geleid is Koolstof. Water wordt een goede geleider door er bijvoorbeeld een zuur of zout aan toe te voegen. Isolatoren Stoffen die geen elektrische stroom doorlaten worden isolatoren genoemd. Over het algemeen kan je zeggen dat alle niet-metalen slecht geleiden en dus een isolator zijn. Enkele voorbeelden zijn: Plastic Hout Rubber Lucht
4 Schakelschema's Op je examen moet je schema s van schakelingen kunnen gebruiken, interpreteren en aanpassen, en de werking van de componenten verklaren van tenminste: inbrekersalarm automatische deurbediening elektronische temperatuursensor schemerschakeling dimmer discolichten
5 Spanning en stroom Spanning en stroom zijn vaak gebruikte woorden als we het over elektriciteit hebben. Daar staat stroom op is niet helemaal juist. Om dat te begrijpen kan je elektriciteit het beste vergelijken met water. Op de kraan thuis staat waterdruk. Je kunt het water niet tegenhouden als je dat bij een geopende kraan zou proberen. Als je water in een fles doet en die op zijn kop houdt, kan je dat wel. Dat komt omdat dan de waterdruk kleiner is. Laat je het water uit de kraan of uit de fles stromen, dan moet het ergens naar toe. En als het uit de kraan komt zal dat meestal harder gaan dan wanneer het uit de fles komt. Dat komt omdat die waterdrukken verschillend zijn. Bij elektriciteit geldt net zoiets. Op het stopcontact staat spanning, vergelijkbaar met de druk van het water. Zolang er niets op het stopcontact is aangesloten gebeurt er verder niets. Net zoals bij een dichtgedraaide waterkraan. Als je echter een lamp op het stopcontact aansluit, gaat er "elektriciteit" stromen. Bij het water gaat dat van de kraan naar de gootsteen, bij elektriciteit van het ene gaatje naar het andere gaatje van het stopcontact. En pas dan spreken we bij elektriciteit van stroom. De hoeveelheid stroom die gaat lopen hangt af van de hoeveelheid spanning. Net als bij het voorbeeld van water, zal er door die lamp meer stroom gaan als de spanning hoger is. Omdat al die apparaten die op het stopcontact aangesloten kunnen worden, altijd op dezelfde manier moeten werken, is ervoor gezorgd dat de spanning op het stopcontact overal hetzelfde is. Die spanning wordt uitgedrukt in volt (V) en in Europa is dat 230 volt. Wat is het verband tussen spanning, stroomsterkte en weerstand? Elk apparaat heeft een weerstand. Hoe groter de weerstand van het apparaat, hoe kleiner de stroomsterkte door het apparaat. De wet van Ohm geeft het verband tussen spanning, stroomsterkte en weerstand: weerstand = spanning / stroomsterkte. In symbolen: R = U / I U is spanning in volt (V), I is stroomsterkte in ampère (A) en R is weerstand in ohm (Ω) Hoe meet je spanning? Om de spanning te meten heb je een spanningsmeter (voltmeter) nodig. Je moet de spanningsmeter parallel schakelen aan het apparaat waarover je de spanning wilt meten. Je begint te meten met het grootste bereik van de meter. Hoe sluit je een stroommeter aan? Om de stroom te meten heb je een stroommeter (ampèremeter) nodig. Je moet de stroommeter in serie schakelen met het apparaat waardoor je de stroom wilt meten. Je begint te meten met het grootste bereik van de meter.
6 Vermogen Het vermogen geeft aan, hoeveel elektrische energie een apparaat per seconde gebruikt. Hoe groter het vermogen van een elektrisch apparaat is, des te meer energie het in een bepaalde tijd gebruikt. Zo zal een lamp met een vermogen van 100 Watt in één uur vier keer meer energie gebruiken als een lamp van 25 Watt. Het vermogen van een elektrisch apparaat geeft aan hoe krachtig' het apparaat is. Het vermogen druk je uit in Watt (W) of kilowatt (kw) Energiegebruik Elektrische apparaten gebruiken energie als ze aanstaan. De hoeveelheid energie die ze gebruiken hangt af van het vermogen en de tijd dat het apparaat aanstaat. Wat verbruikt meer? Stel: je vriend Otto laat de hele avond een lamp van 20 watt en een lamp van 60 watt branden. De lamp van 60 watt geeft het meeste licht, maar verbruikt in die tijd wel meer energie. Nog iets: je vader heeft twee boormachines, een van 250 watt en een van 1000 watt. Met die laatste kun je zwaarder werk verrichten, maar die verbruikt per uur wel meer energie. Als je met de boormachine van 250 watt over hetzelfde karwei vier keer zo lang doet als met de machine van 1000 watt, hebben beide machines evenveel energie gebruikt. Hoe meet je energiegebruik? Het verbruik van elektrische energie meet je in kwh met een kwh-meter. 1 kwh = 3600 kj Hoe bereken je de energiekosten? Elektrische apparaten gebruiken energie als ze aanstaan. Hoeveel energie er gebruikt wordt bereken je met: energie = vermogen tijd In symbolen: E = P t P is vermogen in kilowatt (kw), t is tijd in uur (h), E is gebruikte energie in kilowattuur (kwh) De kosten reken je uit door de gebruikte energie te vermenigvuldigen met de kosten van 1 kwh. Hoe bereken je rendement? Een spaarlamp zet meer van de opgenomen elektrische energie om in licht dan een gloeilamp. Je zegt dan: Het rendement van de spaarlamp is hoger. Het rendement van een apparaat bereken je met: rendement geleverde energie opgenomen energie 100%
7 Apparaat kiezen Op je examen moet je een beargumenteerde keuze maken uit gelijksoortige elektrische apparaten. Je moet deze apparaten dus met elkaar kunnen vergelijken. Je vergelijkt op basis van energiegebruik, rendement, capaciteit, levensduur en veiligheid. Het gaat hierbij in ieder geval om de volgende apparaten: spaarlampen leds accu's huishoudelijke apparaten moderne apparaten (bv dvd-speler, LCD-schermen) Bron: dedigitalerevolutie.tv Magnetisme wit, groen of blauw). Elke magneet heeft een noordpool (meestal rood of zwart) en een zuidpool (meestal Permanente magneten Een permanente magneet is een magneet die zijn magnetisme blijft behouden. In een permanente magneet zijn de ijzeratomen één kant uit gericht. Een voorbeeld van een permanente magneet is een kompasnaald. Je hebt wellicht welleens een magneet bij een andere magneet gehouden. De Noordpool en de zuidpool trekken elkaar aan. Noord noord en zuid zuid stoten elkaar af.
8 Elektomagneten Een elektromagneet kun je maken door om een ijzeren staafje koperdraad te wikkelen. Als dit gebeurt, kun je er elektriciteit door laten lopen. Dan krijg je een magneet! Ook elektromagneten hebben een noord- en een zuidpool. Aan welk uiteinde de noordpool is, hangt af van de stroomrichting. Als je de stroomrichting omdraait, worden de polen verwisseld. Dynamo Een dynamo bestaat uit een spoel die ronddraait in een magneet. De uiteinden van de spoel zijn de polen van de dynamo. In een dynamo wordt bewegingsenergie omgezet in elektrische energie. Een dynamo levert een spanning die steeds verandert, een wisselspanning. Ook in een fietsdynamo worden magneten gebruikt. Maak jouw dynamo maar open! Dan vind je een ronde magneet met een noordpool en een zuidpool van ijzer waar koperdraad omheen is gewikkeld. Hoe het werkt? Als je trapt, begint er een wieltje te draaien die een magneet laat draaien. Als die magneet draait, verandert de magnetisering van het ijzer voortdurend. Daardoor verandert het magneetveld door de spoel ook telkens van grootte en richting. Op deze manier wordt een wisselspanning opgewekt tussen de uiteinden van de spoel. Er zijn ook dynamo's waarin de spoel ronddraait, terwijl de magneet stilstaat. Ook in dat geval verandert het magneetveld in de spoel steeds van grootte en richting.
9 Transformator Een transformator verhoogt of verlaagt spanning en stroomsterkte. Hierdoor kan een apparaat op de juiste spanning en stroom werken. Een transformator bestaat uit een primaire spoel en een secundaire spoel die om een ijzeren juk bevestigd zijn. De spanning waarop de primaire spoel aangesloten wordt, noemt men de primaire spanning of Up. De spanning die de secundaire spoel levert, noemt men de secundaire spanning of Us. De werking van een transformator: 1. Als de primaire spoel wordt aangesloten op een wisselspanning, loopt er een wisselstroom doorheen. Daardoor wordt de primaire spoel een elektromagneet. Doordat de stroom steeds van grootte en richting verandert, doet het opgewekte magneetveld dit ook. 2. Het ijzeren juk wordt op deze manier gemagnetiseerd. De magnetisering verandert mee met het magneetveld en de primaire spoel. 3. Het gevolg is dat er ook in de secundaire spoel een veranderend magneetveld ontstaat. Dit magneetveld wekt een wisselspanning op tussen de uiteinden van de secundaire spoel. Met een transformator kan men een spanning omhoog transformeren of omlaag transformeren. Of de spanning hoger of lager wordt, hangt af van het aantal windingen van de beide spoelen. Als de secundaire spoel meer windingen heeft, dan de primaire spoel, wordt de spanning omhoog getransformeerd. Als de secundaire spoel minder windingen heeft dan de primaire spoel, wordt de spanning omlaag getransformeerd. Het aantal windingen van de spoel wordt aangegeven met NP (aantal windingen primaire spoel) en NS (aantal windingen secundaire spoel)
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4 Samenvatting door Roy 1370 woorden 5 maart 2017 6,8 14 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova Samenvatting h4 NaSk1 4.1 Elke keer dat je een apparaat aanzet,
Nadere informatie2 Elektriciteit Elektriciteit. 1 A De aal heeft ca 4000 elektrische cellen van 0,15 volt, die in serie geschakeld zijn.
2 Elektriciteit 1 2.1 Elektriciteit 1 A De aal heeft ca 4000 elektrische cellen van 0,15 volt, die in serie geschakeld zijn. 2 mp3-speler dynamo fiets accu lamp op je kamer stopcontact auto batterij 3
Nadere informatieOm een lampje te laten branden moet je er een elektrische stroom door laten lopen. Dat lukt alleen, als je een gesloten stroomkring maakt.
Samenvatting door een scholier 983 woorden 8 april 2011 6,8 988 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Nova Natuurkunde H5 par 1 t/m 5 samenvatting Par. 1 Een stroomkring maken Om een lampje te laten branden
Nadere informatieNatuur- en scheikunde 1, elektriciteit, uitwerkingen. Spanning, stroomsterkte, weerstand, vermogen, energie
4M versie 1 Natuur- en scheikunde 1, elektriciteit, uitwerkingen Werk netjes en nauwkeurig Geef altijd een duidelijke berekening of een verklaring Veel succes, Zan Spanning, stroomsterkte, weerstand, vermogen,
Nadere informatie5,6. Samenvatting door R woorden 24 januari keer beoordeeld. 1 Een stoomkring maken.
Samenvatting door R. 1985 woorden 24 januari 2016 5,6 130 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Nova 1 Een stoomkring maken. Je komt in huis allerlei apparaten tegen die op elektriciteit werken. Apparaten die
Nadere informatieEnergie : elektriciteit : stroomkringen
Energie : elektriciteit : stroomkringen De netspanning is uitgevallen! Pas dan merk je wat elektriciteit voor ons betekent. Geen licht, geen computer, geen playstation, het eten op het elektrisch fornuis
Nadere informatie4,1. Samenvatting door L. 836 woorden 21 november keer beoordeeld. Natuurkunde. Natuurkunde samenvattingen Havo 4 periode 2.
Samenvatting door L. 836 woorden 21 november 2012 4,1 51 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Pulsar Natuurkunde samenvattingen Havo 4 periode 2. Hoofdstuk 3 Stroom, spanning en weerstand. * Elektrische
Nadere informatieOpgave 5 V (geschreven als hoofdletter) Volt (voluit geschreven) hoeft niet met een hoofdletter te beginnen (volt is dus goed).
Uitwerkingen 1 Opgave 1 Twee Opgave 2 30 x 3 = 90 Opgave 3 Volt (afgekort V) Opgave 4 Voltmeter (ook wel spanningsmeter genoemd) Opgave 5 V (geschreven als hoofdletter) Volt (voluit geschreven) hoeft niet
Nadere informatieTheorie: Energieomzettingen (Herhaling klas 2)
les omschrijving 12 Theorie: Halfgeleiders Opgaven: halfgeleiders 13 Theorie: Energiekosten Opgaven: Energiekosten 14 Bespreken opgaven huiswerk Opgaven afmaken Opgaven afmaken 15 Practicumtoets (telt
Nadere informatie6,9. Samenvatting door een scholier 833 woorden 13 december keer beoordeeld. Natuurkunde 1.1
Samenvatting door een scholier 833 woorden 13 december 2014 6,9 35 keer beoordeeld Vak Natuurkunde 1.1 Sommige materialen kunnen stroom doorlaten > geleiders. Isolatoren laten geen stroom door. De grootte
Nadere informatie1 Elektriciteit Oriëntatie 1.1 Elektrische begrippen Elektrische stroomkring
1 Elektriciteit Oriëntatie Om met je auto of een tractor te kunnen rijden heb je elektriciteit nodig. Ook voor verlichting en je computer is veel elektriciteit nodig. Ook als je de mobiele telefoon aan
Nadere informatieElektriciteit. Wat is elektriciteit
Elektriciteit Wat is elektriciteit Elektriciteit kun je niet zien, niet ruiken, niet proeven, maar wel voelen. Dit voelen kan echter gevaarlijk zijn dus pas hier voor op. Maar wat is het dan wel? Hiervoor
Nadere informatieGeleider: (metaal) hierin kunnen elektronen bewegen, omdat de buitenste elektronen maar zwak aangetrokken worden tot de kern (vrije elektronen)
Boekverslag door B. 1240 woorden 16 juni 2015 7.6 10 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Pulsar Hoofdstuk 3, Elektriciteit 1 1 Lading en stroom Elektrische lading kan positief of negatief zijn. Gelijke
Nadere informatie5 Elektriciteit. 5.1 Elektriciteit om je heen
5 Elektriciteit 5.1 Elektriciteit om je heen 2 Overeenkomst: beide leveren elektriciteit. Verschil: stopcontact levert een hoge spanning en een batterij levert een lage spanning 3 spanningsbron volt penlight
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 (elektriciteit)
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 (elektriciteit) Samenvatting door een scholier 1671 woorden 2 december 2012 5,6 55 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Natuurkunde H2 elektriciteit
Nadere informatieH2 les par2+4+3.notebook November 11, 2015. Elektriciteit in huis. Na de verbruiksmeter zit er een hoofdschakelaar en daarna
Hoofdstuk 2 Elektriciteit in Huis Elektriciteit in huis Na de verbruiksmeter zit er een hoofdschakelaar en daarna wordt de huisinstallatie verdeeld in groepen met zekeringen. voor de extra veiligheid zijn
Nadere informatieb. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten.
Oefenopgaven vervangingsweerstand en transformator 1 Twee lampjes L1 en L2 staan in serie: R1 = 5,0 Ω en R2 = 9,0 Ω Bereken de vervangingsweerstand van de twee lampjes. gegeven: R1 = 5,0 Ω, R2 = 9,0 Ω
Nadere informatieHfd 3 Stroomkringen. Isolator heeft geen vrije elektronen. Molecuul. Geleider heeft wel vrije elektronen. Molecuul.
Hfd 3 Stroomkringen Enkele begrippen: Richting van de stroom: Stroom loopt van de plus naar de min pool Richting van de elektronen: De elektronen stromen van de min naar de plus. Geleiders en isolatoren
Nadere informatieElektriciteit Inhoud. Elektriciteit demonstraties
Elektriciteit Inhoud Inleiding : Deze les Spanning: Wat is dat, hoe komt dat? Stroom(sterkte) : Wat is dat, hoe komt dat? Practicum: (I,)-diagram van een lampje en een weerstand Weerstand : Wet van Ohm
Nadere informatieVrij Technisch Instituut Grote Hulststraat Tielt tel fax
De elektrische installatie in een woning heeft heel wat elektrische circuits. Een elektrisch circuit of een elektrische stroomkring is opgebouwd uit een stroombron, een verbruiker, een schakelaar en geleiders.
Nadere informatieOpgave 1 Er zijn twee soorten lading namelijk positieve en negatieve lading.
itwerkingen Opgave Er zijn twee soorten lading namelijk positieve en negatieve lading. Opgave 2 Een geleider kan de elektrische stroom goed geleiden. Metalen, zout water, grafiet. c. Een isolator kan de
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 2391 woorden 29 februari 2004 6,8 152 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal 4.1 Inleiding Deze paragraaf is een
Nadere informatieLees eerst bij Uitleg leerlingen, proef 1 alles over de onderdelen van de elektrische kringloop. stroomkring 1 stroomkring 2
Lees eerst bij Uitleg leerlingen, proef 1 alles over de onderdelen van de elektrische kringloop. Bekijk de twee stroomkringen op de foto s hieronder. stroomkring 1 stroomkring 2 Noem voor beide stroomkringen
Nadere informatieGlas en barnsteen hebben een tegengestelde lading als ze opgewreven zijn, de lading van gewreven glas noem je positief.
Samenvatting door E. 2498 woorden 2 april 2015 7,2 23 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Pulsar Hoofdstuk 3 Elektriciteit 3.1 Lading, Spanning en Stroom Elektrische lading Door wrijving kunnen voorwerpen
Nadere informatie3.4.3 Plaatsing van de meters in een stroomkring
1 De stroom- of ampèremeter De ampèremeter is een meetinstrument om elektrische stroom te meten. De sterkte van een elektrische stroom wordt uitgedrukt in ampère, vandaar de naam ampèremeter. Voorstelling
Nadere informatieb. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten.
Oefenopgaven vervangingsweerstand en transformator 1 Twee lampjes L1 en L2 staan in serie: R1 = 5,0 Ω en R2 = 9,0 Ω Bereken de vervangingsweerstand van de twee lampjes. 2 Twee apparaten, weerstand R1 =
Nadere informatieRepetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen)
Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen) Ga na of de onderstaande beweringen waar of niet waar zijn (invullen op antwoordblad). 1) De krachtwerking van een magneet is bij
Nadere informatieWerkboek elektra klas 2
Werkboek elektra klas 2 Duur 5 lessen inclusief toets 1 Inhoudsopgave blz. Stekker en lamp aansluiten 3 Stroom en spanning meten 7 Vermogen en Energie P = U x I & E = P x t 14 2 Les stekker en lamp aansluiten
Nadere informatieNaSk 1 Elektrische Energie
NaSk 1 Elektrische Energie Algemeen Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Tijd Open vragen Geef niet méér antwoorden dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee
Nadere informatieLessen in Elektriciteit
Lessen in Elektriciteit Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege Tegenwoordig kunnen we niet zonder elektriciteit. Het licht in de klas, de computers waar je op werkt en allerlei andere apparaten
Nadere informatieAlles om je heen is opgebouwd uit atomen. En elk atoom is weer bestaat uit protonen, elektronen en neutronen.
2 ELEKTRICITEITSLEER 2.1. Inleiding Je hebt al geleerd dat elektriciteit kan worden opgewekt door allerlei energievormen om te zetten in elektrische energie. Maar hoe kan elektriciteit ontstaan? En waarom
Nadere informatie6 Elektriciteit. Pulsar 1-2 vwo/havo uitwerkingen 2012 Noordhoff Uitgevers 1. 6.1 Elektriciteit om je heen. 1 Het juiste antwoord is D: 5000 V.
6 Elektriciteit 6.1 Elektriciteit om je heen 1 Het juiste antwoord is D: 5000 V. 2 Overeenkomst: beide leveren elektrische energie. Verschil: stopcontact levert een hoge (wissel)spanning en een batterij
Nadere informatieSpanning en sensatie!!! Wat een weerstand!! Elektriciteit. 3HV H3 elektriciteit les.notebook February 13, Elektriciteit 3HV
3HH3elektriciteitles.notebook February 13, 2016 Spanning en sensatie!!! Elektriciteit Elektriciteit 3H Wat een weerstand!! Spanning en Lading + + + + 3HH3elektriciteitles.notebook February 13, 2016 + +
Nadere informatieOpgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten.
Uitwerkingen 1 Opgave 1 IJzer, nikkel en kobalt. Opgave 2 ermanente magneten zijn blijvend magnetisch. Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten. Opgave 4 Weekijzer is
Nadere informatieinkijkexemplaar Energie voor de lamp Techniek 1
Nota s: Energie voor de lamp 1. Probleemstelling 50 2. Transport van elektriciteit in een kring 50 2.1. Wat is een elektrische stroomkring? 50 2.2. Stromen van water - stromen van elektriciteit 51 2.3.
Nadere informatieUitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5)
Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) 2.1 Inleiding 1. a) Warmte b) Magnetische Energie c) Bewegingsenergie en Warmte d) Licht (stralingsenergie) en warmte e) Stralingsenergie 2. a) Spanning (Volt),
Nadere informatieStroomkring XL handleiding voor leerkrachten
Stroomkring XL Inleiding Dagelijks verbruiken we elektriciteit. Maar toch is elektriciteit een heel abstract begrip. Waar komt elektriciteit vandaan? En wat gebeurt er precies wanneer we thuis de schakelaar
Nadere informatieElektriciteit. Hoofdstuk 2
Elektriciteit Hoofdstuk 2 (het blijft spannend) Om de lamp te laten branden moet er een gesloten stroomkring zijṇ Om de lamp te laten branden moet er een gesloten stroomkring zijṇ Om de lamp te laten branden
Nadere informatieElektriciteit (deel 1)
Elektriciteit (deel 1) 1 Spanningsbronnen 2 Batterijen in serie en parallel 3 Stroomkring 4 Spanning, stroomsterkte, watercircuit 5 Lampjes in serie en parallel 6 Elektriciteit thuis 7 Vermogen van elektrische
Nadere informatie3 Slim met stroom. Inleiding
3 Slim met stroom Inleiding Hierboven zie je allerlei elektrische apparaten. Voor de een heb je batterijen nodig. De ander steek je met een stekker in het stopcontact. Al deze toestellen gebruiken stroom.
Nadere informatieElektriciteit thuis. Extra informatie Elektriciteit, Elektriciteit thuis, www.roelhendriks.eu
Elektriciteit thuis Nuldraad, fasedraad In de elektriciteitskabel die je huis binnenkomt, bevinden zich twee draden: de fasedraad en de nuldraad. Zie de onderstaande figuur. De spanning tussen deze draden
Nadere informatieElektrische energie en elektrisch vermogen
Elektrische energie en elektrisch vermogen Grootheid Symbool Eenheid Lading Q C: Coulomb Spanning U V: Volt Stroomsterkte I A: Ampère Energie E J: Joule Weerstand R Ω: Ohm Spanning: noodzakelijk om lading
Nadere informatie6.0 Elektriciteit 1 www.natuurkundecompact.nl
6.0 Elektriciteit 1 www.natuurkundecompact.nl 6.1 a Stroomkring b Geleiders en isolatoren 6.2 Chemische spanningsbron 6.3 a Schakelingen b Schakelingen (Crocodile) 6.4 a Stroom meten (Crocodile) b Schakelingen
Nadere informatieR Verklaar alle antwoorden zo goed mogelijk
PROEFWERK TECHNOLOGIE VWO MODULE 6 ELECTRICITEIT VRIJDAG 19 maart 2010 R Verklaar alle antwoorden zo goed mogelijk 2P 2P 2P Opgave 1 Tup en Joep willen allebei in bed lezen. Ze hebben allebei een fietslampje.
Nadere informatieVWO 4 kernboek B hoofdstuk 8
SAMNVATTING LKTICITIT VWO 4 kernboek B hoofdstuk 8 HOVLHID LADING Symbool Q (soms q) enheid C (Coulomb) Iedereen heeft wel eens gemerkt dat voorwerpen elektrische eigenschappen kunnen krijgen. Als je over
Nadere informatieInleiding 3hv. Opdracht 1. Statische elektriciteit. Noem drie voorbeelden van hoe je statische elektriciteit kunt opwekken.
Inleiding hv Opdracht Statische elektriciteit Noem drie voorbeelden van hoe je statische elektriciteit kunt opwekken Opdracht Serie- en parallelschakeling Leg van elke schakeling uit ) of het een serie-
Nadere informatieNaam: Klas: Repetitie natuurkunde voor havo (versie A) Getoetste stof: elektriciteit 1 t/m 5
Naam: Klas: Repetitie natuurkunde voor havo (versie A) Getoetste stof: elektriciteit 1 t/m 5 OPGAVE 1 Teken hieronder het bijbehorende schakelschema. Geef ook de richting van de elektrische stroom aan.
Nadere informatieBasis Elektriciteit R = U/I. Gelijkstroom (Direct Current) Batterij of zonnecel; de elektronen stromen allemaal in 1 richting.
Basis Elektriciteit Gelijkstroom (Direct Current) Wisselstroom (Alternating Current) Gesloten stroomkring (Closed circuit) DC AC Batterij of zonnecel; de elektronen stromen allemaal in 1 richting. Lichtnet;
Nadere informatieOpgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten.
Uitwerkingen 1 Opgave 1 IJzer, nikkel en kobalt. Opgave 2 ermanente magneten zijn blijvend magnetisch. Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten. Opgave 4 Weekijzer is
Nadere informatieVWO 4 kernboek B hoofdstuk 8
SAMENVATTING ELEKTRICITEIT VWO 4 kernboek B hoofdstuk 8 HOEVEELHEID LADING Symbool Q (soms q) Eenheid C (Coulomb) Iedereen heeft wel eens gemerkt dat voorwerpen elektrische eigenschappen kunnen krijgen.
Nadere informatieOpgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3.
Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3. figuur 3 De schuifweerstand is zo ingesteld dat de stroomsterkte 0,50 A is. a) Bereken het
Nadere informatie2 ELEKTRISCHE STROOMKRING
2 ELEKTRISCHE STROOMKRING Om elektrische stroom nuttig te gebruiken moet hij door een verbruiker vloeien. Verbruikers zijn bijvoorbeeld een gloeilampje, een motor, een deurbel. Om een gloeilampje te laten
Nadere informatieNewton - HAVO. Elektromagnetisme. Samenvatting
Newton - HAVO Elektromagnetisme Samenvatting Het magnetisch veld Een permanente magneet is een magneet waarvan de magnetische werking niet verandert Een draaibare kompasnaald draait met zijn noordpool
Nadere informatieINLEIDING. Veel succes
INLEIDING In de eerste hoofdstukken van de cursus meettechnieken verklaren we de oorsprong van elektrische verschijnselen vanuit de bouw van de stof. Zo leer je o.a. wat elektrische stroom en spanning
Nadere informatieUitwerkingen Hoofdstuk 2 - deel 2
Uitwerkingen Hoofdstuk 2 - deel 2 4 VWO 2.6 Serie en parallel 51. Vervanging 52. Bij de winkelstraat zijn de lampen parallel geschakeld en bij de kandelaar in serie. 53. Voorbeeld: Serie De stroom moet
Nadere informatieTandwielen. Katrollen
Met tandwielen kun je beweging van het ene apparaat overbrengen op een ander. Er zijn veel verschillende soorten tandwielen en de meeste apparaten maken er gebruik van. Met het aantal tandwielen kun je
Nadere informatieGroep 7 - Les 1 Stroom in huis
Leerkrachtinformatie Groep 7 - Les Stroom in huis Lesduur: 45 minuten (zelfstandig) DOEL De leerlingen ontdekken en beschrijven de werking van een stekker en stopcontact. De leerlingen kunnen het gebruik
Nadere informatieProbeer je een dag in te beelden zonder stekkers en stopcontacten? Wat moeten we allemaal missen?
Probeer je een dag in te beelden zonder stekkers en stopcontacten? Wat moeten we allemaal missen?.......... Iedereen is het erover eens dat we eigenlijk niet meer zonder elektriciteit kunnen. Maar heb
Nadere informatieAT-142 EPD Basis 1. Zelfstudie en huiswerk 10-08
AT-142 EPD Basis 1 Zelfstudie en huiswerk 10-08 2 Inhoud INTRODUCTIE 3 DOELSTELLINGEN 4 ELEKTRISCH METEN 5 SPANNING METEN 6 STROOM METEN 7 WEERSTAND METEN 9 BASISSCHAKELINGEN 10 ELEKTRISCH VERMOGEN 11
Nadere informatieBlad 1. Voor het simulatiespel: 100 gele kaartjes (de energiepunten) 2 A6 met lampsymbool 1 A6 met batterijsymbool. Tijd Totaal 60 minuten.
Les in het kort De leerlingen onderzoeken op welke manieren je twee of meer lampjes op één batterij kunt aansluiten (parallel of serie) en welk effect dat heeft op de felheid van de lampjes. Ze gaan uitproberen
Nadere informatieSerie. Itotaal= I1 = I2. Utotaal=UR1 + UR2. Rtotaal = R1 + R2. Itotaal= Utotaal : Rtotaal 24 = 10 + UR2 UR2 = 24 10 = 14 V
Om te onthouden Serieschakeling Parallelschakeling Itotaal= I = I2 Utotaal=U + U2 totaal = + 2 Itotaal=I + I2 Utotaal= U = U2 tot 2 enz Voor elke schakeling I totaal U totaal totaal Itotaal= I = I2 Utotaal=U
Nadere informatieImpedantie V I V R R Z R
Impedantie Impedantie (Z) betekent: wisselstroom-weerstand. De eenheid is (met als gelijkstroom-weerstand) Ohm. De weerstand geeft aan hoe goed de stroom wordt tegengehouden. We kennen de formules I R
Nadere informatieElektrische techniek
AOC OOST Almelo Groot Obbink 01-09-2013 . Zowel in huis als bij voertuigen heb je met elektriciteit te maken. Hoe zit een meterkast in elkaar? Hoe werkt een elektrisch ontstekingssysteem van een motor?
Nadere informatieOpgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l
Opgave 1 Een kompasnaald staat horizontaal opgesteld en geeft de richting aan van de horizontale r component Bh van de magnetische veldsterkte van het aardmagnetische veld. Een spoel wordt r evenwijdig
Nadere informatiesensor handboek vmbo-kgt deel 1b
21 12 natuur-, scheikunde en techniek voor de onderbouw 70 13 06 60 07 10 05 50 08 14 11 41 01 09 11 90 sensor handboek vmbo-kgt deel 1b 31 80 AUTEURS : FONS ALKEMADE 40 04 BORIS BERENTS FRITS KAPPERS
Nadere informatieElektrische stroomnetwerken
ntroductieweek Faculteit Bewegings- en evalidatiewetenschappen 25 29 Augustus 2014 Elektrische stroomnetwerken Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen pieter.neyskens@wet.kuleuven.be Assistent: Erik
Nadere informatieOver Betuwe College Oefeningen H3 Elektriciteit deel 4
1 Door een dunne draad loopt een elektrische stroom met een stroomsterkte van 2 A. De spanning over deze draad is 50 V. Bereken de weerstand van de dunne draad. U = 50 V I = 2 A R = 50V 2A R = 25Ω 2 Een
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Elektrodynamica 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),
Nadere informatiehoofdstuk 1 Elektriciteit.
hoofdstuk 1 Elektriciteit. 1.1 Lading. Veel toestellen op het laboratorium werken met elektriciteit. De werking van deze toestellen berust op elektrische lading die stroomt. We kennen twee soorten lading:
Nadere informatie5 Elektriciteit. 1 Stroomkringen. Nova. 1 a de metalen b isolatoren c een schakelaar
5 Elektriciteit 1 Stroomkringen 1 a de metalen b isolatoren c een schakelaar 2 a Een elektrische stroom bestaat uit kleine deeltjes die door geleidende materialen bewegen. b Met een stroommeter (ampèremeter)
Nadere informatieWerking van een zekering
Naam: Klas: Datum: Werking van een zekering Doelstelling Leerlingen moeten inzien dat een zekering de elektrische stroom kan onderbreken bij oververhitting als gevolg van een kortsluiting. Inleidende proef
Nadere informatieWat meet je met een voltmeter? Vul de ontbrekende woorden in. Met een voltmeter meet je de
Oefentoets Hieronder zie je leerdoelen en toetsopdrachten ink de leerdoelen aan als je denkt dat je ze beheerst Maak de toetsopdrachten om na te gaan of dit inderdaad zo is Na leren van paragraaf kun je
Nadere informatieSTROOMKRING. STAP 1 Lees eerst de hele tekst door en bekijk de tekeningen en het montagepaneel.
1 WAT GA JE DOEN? Je gaat met stroom werken. Jullie gaan ontdekken wat je met schakelingen en stroom kunt doen en welk effect dat heeft op een lampje. Jullie moeten zelf de draden goed monteren en aansluiten.
Nadere informatieElektriciteit, wat is dat eigenlijk?
Achtergrondinformatie voor de leerkracht Te gebruiken begrippen tijdens de les. Weetje!! Let op de correcte combinatie lampjes en batterijen -- 1,2 V lampjes gebruiken met de AA-batterijen van 1,5 V ---
Nadere informatieBlad 1. Het simulatiespel Bijlage - Simulatiespel 100 gele kaartjes = energiepunten. Digibord Afbeelding van technische tekening
Les in het kort De leerlingen onderzoeken op welke manieren je twee of meer lampjes op één batterij kunt aansluiten (parallel of serie) en welk effect dat heeft op de felheid van de lampjes. Ze gaan uitproberen
Nadere informatieDe dynamo. Student booklet
De dynamo Student booklet De dynamo - INDEX - 2006-04-10-14:10 De dynamo In deze module wordt de dynamo behandeld. We beginnen met enkele vereenvoudigde afbeeldingen, om de stof gemakkelijker te begrijpen.
Nadere informatieEen elektrische schakeling is tot op zekere hoogte te vergelijken met een verwarmingsinstallatie.
Inhoud Basisgrootheden... 2 Verwarmingsinstallatie... 3 Elektrische schakelingen... 4 Definities van basisgrootheden... 6 Fysische achtergrond bij deze grootheden... 6 Opgave: Geladen bollen... 7 De wet
Nadere informatiehoofdstuk 1 Elektriciteit.
spanning 2007-2008 hoofdstuk 1 Elektriciteit. 1.1 Lading. Veel toestellen op het laboratorium werken met elektriciteit. De werking van deze toestellen berust op van elektrische lading die stroomt. We kennen
Nadere informatie4.2 Het instapprobleem Een roodgloeiende metaaldraad onderdompelen in water
4 Elektrische energie 4.1 Introductie Inleiding Het hoofdstuk gaat over het goed en veilig functioneren van elektrische schakelingen en over wetmatigheden die gelden voor elektrische schakelingen. Je hebt
Nadere informatie4.2 Het instapprobleem Een roodgloeiende metaaldraad onderdompelen in water
4 Elektrische energie 4.1 Introductie Inleiding Het hoofdstuk gaat over het goed en veilig functioneren van elektrische schakelingen en over wetmatigheden die gelden voor elektrische schakelingen. Je hebt
Nadere informatieWindmolenpark Houten. Project nask & techniek Leerjaar 2 havo/atheneum College de Heemlanden, Houten. Namen: Klas:
Namen: Klas: Windmolenpark Houten Project nask & techniek Leerjaar 2 havo/atheneum College de Heemlanden, Houten Ontwikkeld door: Geert Veenstra Gerard Visker Inhoud Probleem en hoofdopdracht Blz 3 Samenwerking
Nadere informatieSchakelingen Hoofdstuk 6
Schakelingen Hoofdstuk 6 Een schakeling... I = 0,1 A = 100 ma U = 6 V Geen grote stroom door de lamp. Dit komt door de weerstand van die lamp. De weerstand kunnen we berekenen. Presentatie H6 1 De weerstand
Nadere informatie2. maximumscore 1 Het antwoord moet de notie bevatten dat het anders levensgevaarlijk is om de mast aan te raken.
1. maximumscore 1 voorbeelden van goede antwoorden zijn: aluminium is goedkoper dan koper. aluminium is lichter dan koper. 2. maximumscore 1 Het antwoord moet de notie bevatten dat het anders levensgevaarlijk
Nadere informatieExact Periode 6.2. Gepaarde t-test t-test voor gemiddelden Electriciteit
Exact Periode 6.2 Gepaarde t-test t-test voor gemiddelden Electriciteit De gepaarde t-test De gepaarde t-test gebruik je als er door twee analisten ( of met twee methodes) aan een serie verschillende monsters
Nadere informatie1.3 Transformator Werking van een dynamo
zekering. b. Je gaat twee weken met vakantie en laat al die lampen aanstaan. Hoeveel gaat die stommiteit je kosten? 1 kwh kost 0,12. 1.3 Transformator Magnetische flux (f) is een maat voor het aantal magnetische
Nadere informatieExamenopgaven VMBO-KB 2004
Examenopgaven VMBO-KB 2004 tijdvak 1 maandag 24 mei 9.00-11.00 uur ELEKTROTECHNIEK CSE KB Gebruik waar nodig de bijlage formulelijst. Dit examen bestaat uit 50 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 60
Nadere informatieElektrische huisinstallatie
Elektrische huisinstallatie Titel: Vak: Domein: Sector: 3D aspecten: Elektrische apparaten - Ontwerp een huisinstallatie Natuurkunde Energie Havo - vwo Werkwijze: Modelontwikkeling en gebruik, Onderzoeken,
Nadere informatieOver jezelf. Begripstest Elektriciteit BEGIN DE TEST [DOELGROEP: VMBO EN HAVO/VWO-ONDERBOUW]
Begripstest Elektriciteit [DOELGROEP: VMBO EN HAVO/VWO-ONDERBOUW] Deze begripstest gaat over het onderdeel elektriciteit. Als het goed is weet je al veel dingen over dit onderwerp. Met behulp van deze
Nadere informatieQUARK_5-Thema-04-elektrische stroom Blz. 1. Grootheid Symbool Eenheid symbool Verband tussen eenheden Stroomsterkte I Ampère A 1 C
QUAK_5-Thema-04-elektrische stroom Blz. 1 THEMA 4: elektrische stroom Elektrische stroom Elektrische kring (L Verplaatsing van lading Spanningsbron -> elektrisch veld -> vrije ladingen bewegen volgens
Nadere informatieWelke wetmatigheden die gelden voor de elektrische schakeling kun je gebruiken om de werking van aarding, zekering en aardlekschakelaar te begrijpen?
2 De elektrische schakeling 2.1 Introductie Inleiding In huis waar gewerkt wordt met een spanning van 230 volt, kunnen gevaarlijke situaties voorkomen, bijvoorbeeld kortsluiting, overbelasting, het aanraken
Nadere informatie6.2 Elektrische energie en vermogen; rendement
6.2 Elektrische energie en vermogen; rendement Opgave 9 Het rendement bereken je met E nuttig en E in. E nuttig is de hoeveelheid energie die nodig is het water op te warmen. E in is de hoeveelheid energie
Nadere informatieStroomkringen. opdracht 2
Stroomkringen opdracht 8 Wat ga je doen? Je gaat een aantal stroomkringen maken. HIermee kun je bijvoorbeeld een lamp laten branden of een bel laten rinkelen. Lees eerst goed de opdracht en bekijk de illustratie
Nadere informatieElektra. Retail Trainingen. alles over elektriciteit, strijkijzers, stofzuigers, klokken en ventilatoren
alles over elektriciteit, strijkijzers, stofzuigers, klokken en ventilatoren Onderdeel van de opleiding Verkopen in de Gemengde Branche Retail Trainingen 2 Dit vakinformatieboek is een uitgave van: Vereniging
Nadere informatie6.1 Afrondingsopdracht Goed en veilig werken van elektrische schakelingen
6. Afronding hoofdstuk 2 6.1 Afrondingsopdracht Goed en veilig werken van elektrische schakelingen Inleiding Bij de introductie van dit hoofdstuk heb je je georiënteerd op het onderwerp van dit hoofdstuk
Nadere informatieVMBO-B DEEL A LEERWERKBOEK. nask 1
4 VMBO-B LEERWERKBOEK DEEL A nask 1 H8 Stoffen en hun eigenschappen Inhoudsopgave 1 Licht 1 Licht en schaduw 8 2 Het spectrum van wit licht 14 3 Lenzen 21 4 Een reëel beeld tekenen 31 5 Het oog 36 6 Straling
Nadere informatie6.0 Elektriciteit 1 www.natuurkundecompact.nl
6.0 Elektriciteit 1 www.natuurkundecompact.nl 6.1 Stroom 6.2 Spanning 6.3 Schakelingen 6.4 Veiligheid 6.5 Energie Een netwerk van hoogspanningskabels: - Waar komen die kabels vandaan? - Waar gaan ze naar
Nadere informatieOver Betuwe College Oefeningen H3 Elektriciteit deel 4
1 Door een dunne draad loopt een elektrische stroom met een stroomsterkte van 2 µa. De spanning over deze draad is 50 V. Bereken de weerstand van de dunne draad. U = 50 V I = 2 µa R = 50V 2µA R = 2,5 10
Nadere informatie