Stroomkringen. opdracht 2

Transcriptie

1 Stroomkringen opdracht 8

2 Wat ga je doen? Je gaat een aantal stroomkringen maken. HIermee kun je bijvoorbeeld een lamp laten branden of een bel laten rinkelen. Lees eerst goed de opdracht en bekijk de illustratie goed voordat je begint met het maken van de kringen. 1 Oefening: Gesloten circuit Bouw het circuit op het zelfstandig werkplateau zoals aangegeven in de tekening hieronder. Schuif de schuifschakelaar () naar on en het lampje () of (7) gaat branden. Schuif de schuifschakelaar () terug naar off en het lampje gaat uit. Zoals in de figuur te zien is, zijn de batterij, de schakelaar en het lampje in een kring geschakeld. De stroom van het batterijpak maakt een rondje door het circuit van min naar plus. Onderweg gaat de stroom door het lampje, door de verbindingsonderdelen en door de schuifschakelaar. Alleen als de stroom een volledig rondje maakt door de geleiders en niet onderbroken wordt kan het lampje branden. In de geleiders moet metaal of staal zitten om de stroom te geleiden. Aan de onderkant van de blauwe verbindingsonderdelen zie je het staal waar de stroom door wordt geleid. Om zuinig met het milieu om te gaan, gebruik je de batterij alleen als het nodig is. Laat de schakelaars dus niet onnodig lang aan staan en zorg dat de plus en de min van de batterij niet rechtstreeks verbonden zijn (kortsluiting). + Oefening: Elektrische motoraandrijving Bouw het circuit. Zet de propeller op de motor (). Zorg ervoor dat je de plus van de motor aan de juiste kant hebt. Schuif de schuifschakelaar () naar on en de ventilator gaat draaien Oefening: Serieschakeling motor en lamp Bouw het circuit. De elektrische stroom gaat van de plus van de batterij () via de schakelaar (), als deze gesloten is, door de motor () en het lampje () of (7) terug naar de min van de batterij. Dit noemt men een verbinding in serie, want de onderdelen staan achter elkaar. Schuif de schuifschakelaar () naar on. Het lampje ( of 7) en de motor () gaan precies tegelijk aan. Schuif de schakelaar () naar off. Wissel de motor () en het lampje () of (7) van plek. Als je de schuifschakelaar () naar on schuift, verandert de sterkte van de lamp niet en de motor gaat niet harder of zachter. Schuif de schuifschakelaar () naar off. Haal het lampje uit de fitting. Als je de schuifschakelaar () nu naar on schuift gaat de motor niet draaien. Dit komt omdat het lampje eruit is. Het circuit is daar dus onderbroken. Als er stroom door het circuit loopt en de lamp kapot zou gaan dan gaat de motor dus uit. +

3 Oefening: Serieschakeling met motorlamp en batterijen De twee batterijpakken () staan in het circuit achter elkaar. Dit noem je een serie. Elk pak geeft volt spanning. Dit komt omdat er twee batterijen in zitten van 1, volt. Dit staat ook op de batterijen. De twee pakken samen leveren dus 6 volt als ze in serie staan. Bouw het circuit. Als je de drukschakelaar (1) indrukt dan gaat alleen de motor draaien. Alleen het bovenste batterijpak wordt gebruikt in de gemaakte kring. Als je de schuifschakelaar () op on zet en de drukschakelaar (1) loslaat, krijg je een grotere kring. De stroom van beide batterijpakken gaat samen door de motor () en het lampje () of (7). De motor draait en de lamp brandt fel. Als je het drievoudige () weghaalt en nog een keer beide schakelaars inschakelt zal alleen de onderste batterijpak in de kring worden gebruikt. De lamp gaat aan omdat hij in het circuit zit. De motor die niet meer in het gesloten deel van het circuit zit, blijft stilstaan. Zet het drievoudige weer terug. Schuif de schuifschakelaar () op on en druk de drukschakelaar (1) in. De motor en het lampje draaien nu ieder met hun eigen circuit. Oefening: Parallelschakeling Bouw het circuit. Als je de schuifschakelaar () naar on schuift dan gaat de stroom lopen door zowel de motor () als de lamp () of (7), elk onderdeel afzonderlijk. Dit heet een parallelle verbinding, want de onderdelen staan naast elkaar. Beide onderdelen gaan tegelijk aan en uit. 1 Schuif de schuifschakelaar () naar off. Wissel de motor () en het lampje () of (7) van plek. Als je de schuifschakelaar () naar on schuift, verandert de sterkte van de lamp niet en de motor gaat niet harder of zachter. Als onderdelen parallel staan, dan maakt het niet uit waar ze staan. Schuif de schuifschakelaar () naar off. Haal het lampje uit de fitting. Als je de schuifschakelaar () nu naar on schuift, gaat de motor wel draaien. Zelfs al is het lampje uit de fitting dan is er toch verbinding in het circuit, want de stroom loopt in een kring. Deze kring loopt van het batterijpak via de motor terug naar het batterijpak. 6 Oefening: Deurbel Het geïntegreerde circuit (1) (muziek) zorgt voor een muziekje als er stroom doorheen loopt. 7 Bouw het circuit. Als je de schuifschakelaar () op on schuift,dan speelt het muziekje één keer af. Door op de drukschakelaar (1) te drukken kan je zelf de muziek regelen. Dit werkt dan net als een deurbel. A B 1 Als je het drievoudige weghaalt, verandert de toonhoogte van het muziekje. De stroom van de elektriciteit loopt nu anders door het muziekgeïntegreerde circuit (1), waardoor het ook een ander resultaat geeft. Oefening: Sirene Bouw het circuit. Als je de schuifschakelaar () op on schuift, gaat de sirene af. Haal het drievoudige () uit het circuit. Plaats hem tussen punten E en F. Als je nu de schuifschakelaar () op on schuift, dan gaat een andere sirene af. Probeer verschillende geluiden te maken. Gebruik hiervoor twee drievoudige verbindingsonderdelen (). Plaats ze tussen de punten A/B, C/D en E/F in verschillende combinaties. 1 0

4 Al die verschillende sirenegeluiden zitten in het alarmgeïntegreerd circuit (). A C E Uitleg van de verschillende lagen in een circuit Elk circuit wordt gebouwd in verschillende lagen op het zelfstandig werkplateau. Elke laag wordt aangegeven met een ander symbool. Het symbool geeft aan in welke laag het onderdeel moet worden geplaatst. Het nummer in het symbool geeft aan om welk onderdeel het gaat. De kleur komt overeen met de kleur van het onderdeel. B D F 0 laag 1 onderdeel laag onderdeel laag onderdeel ONDERDELEN 8 Oefening: Het EN-circuit Een en-circuit doet het alleen als er meer schakelaars aan staan. A 1 Enkelvoudig 7 Lampje Tweevoudig Drievoudig Batterijpak 0 Luidspreker Bouw het circuit. De motor gaat alleen draaien als allebei de schakelaars verbinding maken. Probeer met beide schakelaars verbinding te maken en kijk of de motor het doet. Een goed voorbeeld hiervan is de zoemer die in een auto afgaat als je de autolichten aan laat staan. Deze gaat alleen af als er aan voorwaarden wordt voldaan: B 1 16 Viervoudig Vijfvoudig 6 Zesvoudig 11 Geluidsgestuurde schakelaar Schuifschakelaar 1 Drukschakelaar 16 Lichtgestuurde schakelaar 17 Diode 1 Alarm geïntregreerd circuit Geluidseffect geïntregreerd circuit Motor 0 Muziek geïntregreerd circuit Weerstand 100 Ohm 1: De lichten staan aan; : De deur is open; : De motor draait niet. Als aan één van deze voorwaarden niet wordt voldaan, zal de zoemer niet afgaan. Vraag aan iemand of je dit een keer mag uitproberen. 6 7

5 Frankrijklaan 10 A T PX Hazerswoude - Dorp F Postbus administratie@bureautop.nl 90 AA Hazerswoude-Dorp