THE POINT HET SOCIAL LEGAL TEAM VAN BDO BREIDT UIT FAQ. Tax. Partnership news. De zin en onzin van de managementvennootschap



Vergelijkbare documenten
Instelling. Onderwerp. Datum

KNIPPERLICHTEN Arbeidsrecht

1. Wat valt er onder uw loon als zaakvoerder/bestuurder?... 1

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 12 februari

Vennootschappen ontbinden vóór 1 oktober 14 tegen 10%

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 109 VAN 12 FEBRUARI 2014 BETREFFENDE DE MOTIVERING VAN HET ONTSLAG VERSLAG

2.1. Definitie Alleen aandelen? Alleen inkopen? Alleen bestaande aandelen? Alleen in eigen naam?...

Fiscale aspecten van de vergoeding van officials. Jan LAMMENS

Kosten eigen aan de werkgever

De roerende voorheffing op dividenden werd reeds opgetrokken van 15 % naar 25%.

Managementvennootschappen

Speaking Notes. e-invoicing: Juridisch luik

DEFINITIEVE REGELING VOORSCHOTFACTUREN

Michel I: bondig overzicht van de programmawet van 19 december 2014

Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten

Instelling. Onderwerp. Datum

Tax shelter voor startende ondernemingen

NIEUWSBRIEF JANUARI 2010

2. Voordelen van een doktersvennootschap

Inhoudstafel. Vo o r wo o r d... 1

Top executives efficiënt verlonen en belonen

Nightmare on Elm Street. Ontslag van beschermde werknemers en ontslagmotivatie na het eenheidsstatuut

Beslissing ET van 19 december 2012 Nieuwe regels inzake opeisbaarheid van btw Overgangsbepalingen

ENKELE MOGELIJKHEDEN OM NOG TE GENIETEN VAN VERLAAGDE ROERENDE VOORHEFFING

CAO nr. 109: De ontslagmotiveringsplicht en het kennelijk onredelijk ontslag

Veranderingen sinds Di Rupo I

De maaltijdcheques zijn onderworpen aan een bijzondere regeling zowel op fiscaal vlak als op het vlak van sociale zekerheid.

DEFINITIEVE REGELING VOORSCHOTFACTUREN

Nieuwe facturatieregels vanaf 2013

Inhoud. Inleiding Beweegreden voor de oprichting van een managementvennootschap. 2 Managementvennootschap en oprichting 27

Titel. Subtitel + auteur

MAATREGELEN DI RUPO DE ONDERNEMER ZAL BETALEN

Nieuwsbrief Nieuwe BTW-regels vanaf 01/01/2010 : wijziging inzake de plaats van diensten

Tip voor de bedrijfsleider: Vergeet uw 640 belastingvrij dividend niet!

Met deze beknopte samenvatting proberen wij enkele van de grootste verschillen en essentieelste kenmerken van beide landen weer te geven.

Voor wat dividenduitkeringen uit vennootschappen betreft, zijn er verregaande wijzigingen aan het fiscaal regime dat die ondergaan.

infonota Ondernemingsvormen De eenmanszaak De vennootschap

Nieuwsbrief 2014/4. Wat brengt het regeerakkoord?

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 58 VAN 7 JULI 1994 TOT VERVANGING VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 47 VAN 18 DECEMBER

Het tariefverschil

Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen

7. MANAGEMENTVENNOOTSCHAP NA DI RUPO

DE ZELFSTANDIG ONDERNEMER Al je aftrekbare beroepskosten op een rijtje.

Relatie Vennootschap Bedrijfsleider Recente fiscale ontwikkelingen. Luc Maes 24/11/2016

Stelsel van economische werkloosheid voor bedienden

WETSVOORSTEL. Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als voorzien in artikel 78 van de Grondwet. Toepassingsgebied.

1. Waarom kan werken met een vennootschap voordelig zijn?

IS EEN VENNOOTSCHAP OPRICHTEN NOG INTERESSANT?

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

5. Ter beschikking stellen van een bedrijfswagen

Instelling. Onderwerp. Datum

Lexalert informeert u gratis en per over de juridische actualiteit. Schrijf gratis in via

De inkomsten uit de deeleconomie

24/11/2017 Het zomerakkoord: Wat nog te doen in 2017?

De individuele pensioentoezegging

Optimaal gebruik van de managementvennootschap Inhoud

Cao 109 Motivering ontslag

A D V I E S Nr Zitting van maandag 27 april

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2016/15 Vergoedingen aan bestuurders en werkende vennoten. Advies van 7 september

Bespreking onroerende leasing in combinatie met een patrimoniumvennootschap

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2016/XX Vergoedingen aan bestuurders en werkende vennoten. Ontwerpadvies van 4 mei 2016

en laatste punt wordt nagegaan hoe een erkenning als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering kan bekomen worden.

De vrijwillige ontbinding en vereffening. Wettelijk kader

Pro memorie: nieuwe regels voor de opeisbaarheid van btw

VOORAFGAANDE OPMERKING

Instelling. Onderwerp. Datum

Nieuwsbrief Arbeidsrecht APRIL 2012 DE SOCIALE VERKIEZINGEN KOMEN DICHTERBIJ

VASTGOED EN VENNOOTSCHAP AANKOOP VAN VASTGOED DOOR DE VENNOOTSCHAP

De holding. vdvaccountants.be

RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN

Infosessie 12/09/2013

PERSNOTA. Het fiscaal resultaat zal worden vastgesteld op basis van een percentage (0,55%) op de omzet die werd behaald uit de diamanthandel.

TRANSPARANTE EN UNIFORME FISCALITEIT OP DE WAARDE DIE ONDERNEMERS CREËREN VIA HUN VENNOOTSCHAP Anonieme bijdrage


Vennootschapsvormen en de daaraan gekoppelde keuzes, en risico s. Bruno De Vuyst. VUB Starterseminarie 18 oktober 2007 NV:

DIVIDEND Wanneer moet u een dividend toekennen? Wanneer mag u geen dividend toekennen? Wanneer fiscaal gezien een goede keuze?

EURO BOOKS ONLINE - Digitaal bladeren in juridische uitgaven. Uitgave C.I.P. Koninklijke Bibliotheek Albert I NUR 820 I.S.B.N.

AFDELING 1 NIEUWE OPZEGGINGSTERMIJNEN

Impact eenheidsstatuut vanuit een Belgisch en Europees ontslagkostperspectief. Nicolaas Vermandel Stijn Demeestere Thomas Martens

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 26 januari

Hogere forfaitaire aftrek van beroepskosten en beperking automatische indexering fiscale uitgaven

Directe belastingen >> Circulaires >> Personenbelasting / Vennootschapsbelasting. Aan alle ambtenaren INHOUDSTAFEL

Stelsel van economische werkloosheid voor bedienden

BEGROTINGSAKKOORD 2012 DE NIEUWE FISCALE MAATREGELEN

TITEL 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Ontbinding en vereffening

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Inhoudstafel. De Bibliotheek Handelsrecht Larcier... Voorwoord bij de Reeks Vennootschaps- en Financieel Recht... Ten geleide... enkele cijfers...

Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen


Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen

Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen

Kan een VAPZE gecombineerd worden met een groepsverzekering?

Fiscale en andere nieuwtjes.

Herstructurering tijdens wachttermijn na 'interne vereffening' Herstructurering tijdens wachttermijn na 'interne vereffening'

1. Deze circulaire heeft betrekking op de anciënniteitspremies die aan werknemers worden toegekend tijdens hun loopbaan bij een werkgever.

SOLIDARITEITSREGLEMENT VOOR DE BEDIENDEN TEWERKGESTELD IN HET PARITAIR COMITÉ 220. Inhoudstafel Voorwerp Werking in de tijd...

Inhoudstafel. Deel 1. Winstuitkeringen 11. Hoofdstuk 1. Vennootschapsrechtelijke aspecten winstuitkeringen 13

More than accountants

Vergelijkende matrix vennootschapsvormen (Stibbe-rapport: Onderzoek naar de financieel-juridische aspecten van een Energie Conversie Park)

Transcriptie:

THE POINT BDO-NIEUWSBRIEF HET SOCIAL LEGAL TEAM VAN BDO BREIDT UIT FAQ De zin en onzin van de managementvennootschap Tax Terugbetaling van kosten eigen aan de werkgever voor telewerk Partnership news Het Platform for Entrepreneurial Buy-outs WWW.BDO.BE

EDITORIAAL COLOFON BDO-NIEUWSBRIEF #02 2014 REDACTIERAAD Werner Lapage Hans Wilmots Dirk Vandendaele Ann Celis Cindy De Bock Annick Deklerck BDO 2014 : De opgenomen informatie in deze nieuwsbrief heeft een signalerend en globaal karakter en is niet bedoeld als beroepsmatig advies. Onze adviseurs houden zich ter beschikking om verdere adviezen en acties terzake met u uit te werken. Wenst u deze nieuwsbrief voortaan ook elektronisch te ontvangen, dan kan u contact met ons opnemen via newsletter@bdo.be. U vindt onze Nieuwsbrief eveneens op www.bdo.be. Ook Frans-, Engels- en Duitstalige versies zijn beschikbaar. V.U. BDO Academy Burg.Ven. CVBA/ Soc. Civ. SCRL Werner Lapage, p/a The Corporate Village, Da Vincilaan 9 Box E6, Elsinor Building 1935 Zaventem Ons land is in verkiezingsmodus. Traditioneel een periode waarin niet alleen onze straten worden gesierd met verkiezingsborden maar waarbij we ook met mooie verkiezingsbeloften en intenties worden overspoeld. Politieke partijen maken van de gelegenheid gebruik om de kiezers te overtuigen dat hun plannen dé wissel op de toekomst zijn. Mirakels bestaan echter niet. Onze economie kruipt uit een diep dal en onze bedrijfsleiders zijn optimistisch, maar een aantal randvoorwaarden blijven ongunstig. De Belgische concurrentiepositie wordt nog steeds gehypothekeerd door loonlasten die tot de hoogste in de wereld behoren. Ook inzake belastingdruk prijkt België helaas steevast in de top van een weinig benijdenswaardige rangschikking. Het gebrek aan budgettaire ruimte en een overheidsbeslag van nog steeds meer dan 50%, maken dat België vermoedelijk nog een tijdje in de hoogste regionen van deze ranglijsten zal vertoeven. Keuzes dringen zich bijgevolg op, maar voor de kiezer wordt het haast ondoenbaar om in de veelheid van (soms aan elkaar tegengestelde) voorstellen het bos door de bomen te zien. Ook het brede middenveld laat zich hierbij niet onbetuigd en lanceert denkpistes die de belangen van de eigen achterban ten goede komen. De effectiviteit van bepaalde voorstellen is bovendien moeilijk vooraf te kwantificeren naar gerealiseerde opbrengst/ bespaarde kost. Fiscale voorstellen gaan bijvoorbeeld in alle richtingen: verlaag de vennootschapsbelasting en schaf de notionele interestaftrek af, verhoog het btw-tarief, belast werkelijke huurinkomsten, belast meerwaarden op aandelen, verhoog het belastingvrije minimum en als afsluiter de klassieker, voer de strijd tegen de fiscale en sociale fraude verder op. Plannen liggen voor om de loonkosten en dus de sociale zekerheidsbijdragen te laten dalen, al dan niet gekoppeld aan de afschaffing van de index. De fameuze Moesen-norm moet dan weer de overheidsuitgaven afremmen. Verkiezingsbeloften die voor iedereen meer inkomsten én minder uitgaven beloven zijn in die context niet realistisch, want budgettair niet haalbaar. Een coherente visie wordt bovendien bemoeilijkt door de verder doorgedreven regionalisering gekoppeld aan een federale context waarbij de bezorgdheden en de toekomstvisie in het noorden van het land een andere invulling krijgen dan in het zuiden. Voorwaar dus een moeilijke oefening die onvermijdelijk zal leiden tot compromisoplossingen die vermoedelijk niet de gewenste structurele en noodzakelijke wijzigingen zullen meebrengen. WERNER LAPAGE Voorzitter van de redactieraad

INHOUD 4 6 14 19 28 COVER STORY HET SOCIAL LEGAL TEAM VAN BDO BREIDT UIT 4 SOCIAL LEGAL HET EENHEIDSSTATUUT: AKKOORD OVER DE ONTSLAGMOTIVERING EN DE HARMONISERING VAN DE AANVULLENDE PENSIOENEN 6 FAQ DE ZIN EN ONZIN VAN DE MANAGEMENTVENNOOTSCHAP 10 AUDIT IFRS-NIEUWS 14 CORPORATE LEGAL ONTBINDING VAN RECHTSWEGE: OORZAKEN GEVOLGEN OPLOSSINGEN 16 TAX TERUGBETALING VAN KOSTEN EIGEN AAN DE WERKGEVER VOOR TELEWERK 19 ZELF EEN FACTUUR UITREIKEN ALS AFNEMER: NIEUWE REGELS SELF-BILLING MAKEN HET NU ECHT MOGELIJK 21 INTERNE VEREFFENING, DRIE CIRCULAIRES EN EEN AANTAL FAQ S LATER 24 PARTNERSHIP NEWS HET PLATFORM FOR ENTREPRENEURIAL BUY-OUTS 28 DELAHAYE MOVING 30 CORPORATE NEWS 31 BIJLAGE BESLISSINGSBOOM VERPLICHTE CONTROLE DOOR EEN BEDRIJFSREVISOR

COVER STORY HET SOCIAL LEGAL TEAM VAN BDO BREIDT UIT BEGIN 2014 HEBBEN BDO EN M-PROCONSULT BESLOTEN OM HUN KRACHTEN TE BUNDELEN. M-PROCONSULT STAAT ONDER LEIDING VAN RIA MATHIJSSENS EN IS GESPECIALISEERD IN SOCIAAL-JURIDISCHE ADVIESVERLENING. SINDS 2 JANUARI MAAKT DE M-PROCONSULTPLOEG VAN 5 MENSEN DEEL UIT VAN HET SOCIAL LEGAL TEAM VAN BDO. TIJD DUS OM DIT TEAM EN DE DIENSTVERLENING AAN U VOOR TE STELLEN. SAMEN BOUWEN IN VERTROUWEN De afdeling Social Legal bouwt samen met de cliënt een vertrouwensrelatie uit op het vlak van individuele en collectieve arbeidsbetrekkingen. Het Social Legal team van BDO ondersteunt bedrijven en particulieren in de verschillende aspecten van de verhouding werkgever werknemer en dit zowel op een proactieve als een reactieve manier. Volledig aangepast aan de specifieke situatie van de opdrachtgever biedt het Social Legal departement een oplossing op maat. Uiteraard kunnen we deze oplossing ook (helpen) implementeren. ADVIES IN FUNCTIE VAN SOCIALE REALITEIT Met de jarenlange ervaring van de adviseurs bieden we een zeer uitgebreide dienstverlening aan, op maat van de behoeften van iedere individuele cliënt. Daarbij staat ons advies in functie van de sociale realiteit binnen de onderneming. De expertise van het Social Legal team is verweven met de andere disciplines van BDO, zoals fiscaal en vennootschapsrecht. BDO biedt hierdoor een zeer volledige ondersteuning aan, waarbij de diverse disciplines naadloos in elkaar passen. Als internationale speler actief in meer dan 140 landen bieden we ook optimale ondersteuning bij internationale opdrachten. Zowel inbound als outbound beschikt BDO over de deskundigheid om deze vormen van tewerkstelling optimaal te begeleiden. PRAKTIJKGERICHTE OPLOSSINGEN Met passie voor ons vak en voor onze cliënten bieden wij geen theoretische maar praktijkgerichte oplossingen, aangepast aan onze cliënt. Concreet ondersteunt BDO Social Legal bij zowel de individuele als de collectieve arbeidsproblematiek. De opmaak van arbeidsovereenkomsten en arbeidsreglementen, maar ook de uitwerking van de bedrijfspolitiek voor bedrijfswagens, GSM, interneten e-mailverkeer, thuiswerk horen tot de dagelijkse praktijk. 4 2thePOINT #2 2014

Ria Matthijssens Wat als een bedrijf geconfronteerd wordt met problemen op het gebied van overuren of een flexibele arbeidsregeling wil invoeren? Wat als de regeling inzake kostenvergoedingen moet worden aangepast? Grotere ondernemingen kunnen tweejaarlijks geconfronteerd worden met onderhandelingen met de werknemersvertegenwoordigers om collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende loon-en arbeidsvoorwaarden af te sluiten. Welke verplichtingen moet u als werkgever respecteren, onder meer in functie van de nieuwe reglementering over het eenheidsstatuut als u tot ontslag wenst over te gaan? Hoe organiseert u als grotere onderneming de sociale verkiezingen? Bij al deze vragen benaderen we de Social Legal problematiek vanuit een praktische invalshoek, oplossingsgericht en aangepast aan de specifieke situatie van onze cliënt. PAYROLL IN INTERNATIONALE CONTEXT Omwille van de internationale dimensie van het cliëntenbestand van BDO en de specifieke payrolltoepassingen die daarmee gepaard gaan, heeft Social Legal ook een eigen payroll-afdeling. Zowel de coördinatie naar sociale secretariaten als verwerking in eigen beheer zijn mogelijk. Het pakket PRISMA stelt het team in staat om de volledige payroll voor onze cliënten autonoom te verzorgen zodat bvb. salarysplits op een efficiënte en correcte manier verwerkt worden met optimale aansluiting met de fiscale en boekhoudkundige verwerking. BEGELEIDING BIJ HERSTRUCTURERINGEN Bij fusies, overnames, collectieve ontslagen en sluitingen bieden wij een volledige ondersteuning en begeleiding aan. Daarbij streven we naar oplossingen op maat van de onderneming, rekening houdend met de specifieke omstandigheden en met het sociale klimaat en de sociale partners van de betrokken ondernemingen. Vanuit een strategische benadering worden budgetteringen inzake kostprijs opgemaakt, begeleiden we de onderneming bij de onderhandelingen en verzorgen de formele procedures. In een eerste fase analyseren we de wettelijke en conventionele verplichtingen. Daarna stellen we een strategische planning voor in functie van de actuele situatie op nationaal, sectoraal, regionaal en ondernemingsvlak, zowel politiek als sociaal. Daarna volgen de voorbereidende stappen om deze strategische planning uit te werken. Het ganse traject van budgettering, strategische planning, administratieve opvolging van de reglementaire procedures en vooral de begeleiding van onderhandelingen zijn steeds gericht op een pragmatische oplossing die aanvaardbaar is voor de verschillende stakeholders. DUE DILIGENCE Op basis van een gedetailleerde vragenlijst maken onze adviseurs een analyse van de situatie op het vlak van arbeidsrecht en sociaal zekerheidsrecht. In functie van de opdracht stellen zij tevens een actieplan voor en kunnen procedures uitgewerkt en geïmplementeerd worden. Due diligence is tevens een belangrijke ondersteuning voor de collega s van de andere disciplines bij overnames en fusies. OPLEIDINGEN Het Social Legal team van BDO verzorgt ook opleidingen op maat, die zowel personeelsverantwoordelijken als lijnverantwoordelijken een duidelijk en praktijkgericht inzicht geven in diverse problematieken. In functie van de onderwerpen nemen deze opleidingen één of meerdere dagen in beslag. Het aantal deelnemers is steeds beperkt zodat er voldoende ruimte is voor het stellen van vragen, voor discussie en uitwisseling van ervaringen. PUBLICATIES De medewerkers van Social Legal verzorgen sinds jaren diverse publicaties voor Wolters Kluwer, Indicator en Codes Larcier zoals o.m. Ondernemingsraad, VZW-gids voor de praktijk, Antwoordenpocket Arbeidsvragen, Herstructureren in tijden van crisis, wat is het wettelijk kader nu?, Het grote Tips & Adviesboek, Modellenboek, Welzijn: Wet en duiding en Kids IV, Wet en duiding. n Heeft u advies nodig op vlak van individuele of collectieve arbeidsproblematiek? Aarzel dan niet om contact op te nemen met het Social Legal team van BDO: legal@bdo.be BDO-NIEUWSBRIEF 5

LEGAL HET EENHEIDSSTATUUT: AKKOORD OVER DE ONTSLAGMOTIVERING EN DE HARMONISERING VAN DE AANVULLENDE PENSIOENEN 6 2thePOINT #2 2014

Katleen Engelen - Dirk Vandendaele HET AKKOORD OVER DE OPZEGGINGSTERMIJNEN WAS EEN EERSTE MIJLPAAL IN HET KADER VAN HET EENHEIDSSTATUUT. ONDERTUSSEN WERKEN DE SOCIALE PARTNERS IJVERIG VOORT OM OOK DE ANDERE VERSCHILLEN TUSSEN ARBEIDERS EN BEDIENDEN WEG TE WERKEN. RECENT WERD DAN OOK EEN AKKOORD BEREIKT OVER DE ONTSLAGMOTIVERING EN DE AANVULLENDE PENSIOENEN. ONTSLAGMOTIVERING De wet op het eenheidsstatuut bepaalt dat een nieuwe algemene ontslagmotivering moet worden uitgewerkt bij CAO. De sociale partners bereikten hierover een akkoord dat geformaliseerd werd in de cao nr. 109 afgesloten in de Nationale Arbeidsraad (NAR) op 12 februari 2014. Bij inwerkingtreding van deze CAO op 1 april 2014 vervalt de oude regeling en de ongelijkheid tussen arbeiders en bedienden. Waar arbeiders konden genieten van een wettelijke regeling die de bewijslast bij de werkgever legt (willekeurige afdanking), konden bedienden bij een betwisting van hun ontslag zich enkel beroepen op het algemene beginsel van rechtsmisbruik waarbij zij de bewijslast dragen. De nieuwe regeling is gebaseerd op 2 krachtlijnen: een algemeen recht op motivering van het ontslag en het invoeren van de notie kennelijk onredelijk ontslag. HET RECHT OP MOTIVERING De CAO nr. 109 geeft alle werknemers het recht om de redenen van hun ontslag te kennen. De werknemers kunnen via een aangetekend schrijven de werkgever verzoeken om hun de concrete redenen mee te delen. De werkgever krijgt op zijn beurt 2 maanden om wel of niet in te gaan op dit verzoek. Het staat de werkgever natuurlijk vrij om uit eigen beweging de motieven die geleid hebben tot het ontslag schriftelijk mee te delen aan de werknemer. Dit is van belang voor de bewijslast bij een eventuele betwisting van het ontslag voor de arbeidsrechtbank. Deze bewijslast is verdeeld als volgt: de werkgever deelt spontaan de redenen van ontslag mee: elk van de partijen draagt de bewijslast van de door hun aangevoerde betwistingen/motieven. de werknemer dient een verzoek tot motivering in: de werkgever draagt de bewijslast. de werknemer dient geen motiveringsverzoek in: de werknemer draagt zelf de bewijslast indien hij het ontslag wil betwisten. De CAO beoogt een evenwichtige verdeling van de bewijslast tussen de werknemer en de werkgever. Verder wordt ook een beperkte sanctie opgelegd (2 weken loon) wanneer de werkgever niet ingaat op het verzoek van de werknemer tot mededeling van de concrete redenen voor het ontslag. Deze sanctie kan niet worden opgelegd wanneer de werkgever uit eigen beweging overgaat tot motivering. De werkgever heeft dus baat bij een eigen initiatief tot motivering van een ontslag, zowel wat betreft het vermijden van de sanctie als wat betreft de bewijslast. HET KENNELIJK ONREDELIJK ONTSLAG De werkgevers wordt de nodige beleidsruimte gelaten om te «De nieuwe regeling is gebaseerd op 2 krachtlijnen: een algemeen recht op motivering van het ontslag en het invoeren van de notie kennelijk onredelijk ontslag.» beslissen over een ontslag. Dit wordt bevestigd door de notie kennelijk onredelijk ontslag die als volgt wordt gedefinieerd: Een kennelijk onredelijk ontslag is een ontslag van een werknemer die is aangeworven voor onbepaalde tijd, dat gebaseerd is op redenen die geen verband houden met de geschiktheid of het gedrag van de werknemer of die niet berusten op de noodwendigheden inzake de werking van de onderneming, de instelling of de dienst en waartoe nooit beslist zou zijn door een normale en redelijke werkgever. BDO-NIEUWSBRIEF 7

LEGAL burgerlijke rechtbanken waarbij echter een cumulatie van beide systemen niet is toegelaten. Wanneer de rechter oordeelt dat het ontslag kennelijk onredelijk was, is de werkgever een schadevergoeding verschuldigd van minimum 3 weken tot maximum 17 weken loon. Deze schadevergoeding kan niet gecumuleerd worden met andere ontslagbeschermingsvergoedingen (zwangerschap, tijdskrediet, ouderschapsverlof, ). De werknemer kan zich nog steeds beroepen op het algemene beginsel van rechtsmisbruik en een schadevergoeding claimen voor de UITZONDERINGEN Er geldt een belangrijke uitzondering voor de arbeiders die genieten van de verkorte opzeggingstermijnen zoals bepaald in de wet betreffende het eenheidsstatuut. Voor deze groep blijft de huidige regeling van de willekeurige afdanking behouden tot en met 31 december 2015 via een bijzonder hoofdstuk in de CAO. Voor deze groep blijft de sanctie van 6 maanden loon behouden en tevens blijft de werkgever de bewijslast dragen bij een betwisting van het ontslag. Voor arbeiders die tewerkgesteld zijn op tijdelijke en mobiele bouwplaatsen is de uitzondering niet beperkt in tijd wat in analogie is met de onbeperkte toepassing in de tijd van de verkorte opzeggingstermijnen. Ook volgende situaties worden uitgesloten door de CAO: werknemers ontslagen tijdens de eerste zes maanden van de tewerkstelling; werknemers verbonden door een arbeidsovereenkomst voor uitzendof studentenarbeid; werknemers ontslagen in het kader van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT), pensioen, stopzetting van de activiteit, sluiting en collectief ontslag; werknemers waarvoor een bijzondere ontslagprocedure werd vastgelegd bij wet of CAO; werknemers die worden ontslagen in het kader van een meervoudig ontslag bij herstructurering, zoals gedefinieerd op sectoraal niveau. 8 2thePOINT #2 2014

Katleen Engelen - Dirk Vandendaele AANVULLENDE PENSIOENEN Vanaf 1 januari 2025 moeten de verschillen in behandeling tussen arbeiders en bedienden betreffende aanvullende pensioenstelsels zijn weggewerkt. Ook hier zal dus een harmonisatie plaatsvinden. Het is momenteel nog niet duidelijk of er een nieuwe wet zal worden ingevoerd of dat dit zal worden opgenomen in de Wet op de Aanvullende Pensioenen (WAP). Tot 1 januari 2015 mogen er nog verschillen zijn tussen arbeiders en bedienden op ondernemingsniveau waarbij echter wordt gevraagd dat de werkgevers reeds nu het nodige doen om de verschillen weg te werken en geen nieuwe discriminaties te creëren. Wanneer verdere details bekend zijn, komen «Wanneer de rechter oordeelt dat het ontslag kennelijk onredelijk was, is de werkgever een schadevergoeding verschuldigd van minimum 3 weken tot maximum 17 weken loon.» wij hierop terug in een latere publicatie. n Voor meer informatie: Neem contact op met de collega s van Legal: legal@bdo.be BOEKHOUDKUNDIGE VERWERKING BIJ BEËINDIGING ARBEIDSOVEREENKOMST In de regel moeten de personeelskosten verbonden aan de beëindiging van een arbeidsovereenkomst worden geboekt op het ogenblik waarop ze zich voordoen. Op het terrein wordt soms de vraag gesteld of van dit algemeen principe kan worden afgeweken door de kosten vervroegd te boeken? Het antwoord hierop moet worden gezocht in het licht van de algemene beginselen die aan de basis liggen van de boeking van een voorziening voor risico s en kosten. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen het geval waarin de beslissing tot ontslag al werd genomen of nakend is op het einde van het boekjaar, en het geval waarin het gaat om een loutere mogelijkheid die door geen enkel objectief gegeven waarschijnlijk wordt gemaakt. Zolang het bestuursorgaan of ander bevoegd orgaan geen beslissing heeft genomen tot afdanking, of zolang deze beslissing niet als waarschijnlijk voorkomt (i.e. kans groter dan 50%), staat het een onderneming niet vrij een voorziening te boeken voor de personeelskosten en andere sociale lasten die zij moet dragen naar aanleiding van die afdanking. Wil men de kosten anticiperen, dan moet dus één en ander op papier worden vastgelegd vóór de balansdatum. Kan de beslissing worden aangetoond voor het einde van het boekjaar, dan is de boeking van een voorziening niet alleen toegelaten maar zelfs verplicht. Artikel 33 van het uitvoeringsbesluit legt immers op dat... de bezoldigingen, uitkeringen en andere sociale voordelen die in de loop van een volgend boekjaar zullen worden betaald... ten laste van het boekjaar moeten worden geboekt. BDO-NIEUWSBRIEF 9

FAQ DE ZIN EN ONZIN VAN DE MANAGEMENTVENNOOTSCHAP DE VOORBIJE JAREN WIJZIGDE ER ONDER INVLOED VAN DE REGERING DI RUPO I VEEL AAN HET FISCALE ONDERNEMERSKLIMAAT. ZO BESLISTE DE REGERING TOT VERHOGING VAN HET FORFAITAIRE BEDRAG VAN VERSCHILLENDE VOORDELEN VAN ALLE AARD, VERHOGING VAN DE TARIEVEN VAN DE ROERENDE VOORHEFFING. ER WERD OOK EEN STRENGERE ALGEMENE ANTI- MISBRUIKMAATREGEL INGEVOERD OM EFFICIËNTER TE KUNNEN OPTREDEN TEGEN FISCAAL MISBRUIK. DE AFKEER TEGEN, ONDER ANDERE, MANAGEMENTVENNOOTSCHAPPEN WERD IN DE MARGE HIERVAN OOK OPENLIJK UITGESPROKEN. DE VRAAG OF HET NOG ZIN HEEFT OM EEN ZELFSTANDIGE ACTIVITEIT UIT TE OEFENEN ONDER DE VORM VAN EEN MANAGEMENTVENNOOTSCHAP DRINGT ZICH DUS STEEDS MEER OP. WAAROM EEN MANAGEMENTVENNOOTSCHAP OPRICHTEN? De bedrijfsleider kan met een managementvennootschap zijn inkomstenpatroon op korte en lange termijn afstemmen op zijn individuele behoeften. Hij kan op verschillende manieren de nodige middelen uit zijn vennootschap halen. Zo kan hij de hoogte en het type inkomen plannen. Daarnaast kan de bedrijfsleider ook rekening houden met fluctuaties in zijn inkomstenbehoefte doorheen de tijd. De bedrijfsleider kan naast de gekende beroepsinkomsten zoals loon, voordelen van alle aard en groepsverzekering ook kostenvergoedingen toekennen, of de eigendom van onroerend goed optimaliseren. Hij kan uiteraard ook beslissen om dividend- of interestuitkeringen te doen. Hij kan zelfs een bepaald vermogen in de vennootschap behouden voor verdere investeringen of voor overdracht naar de volgende generatie. Op deze manier daalt het totale belastbare loon in de personenbelasting. Doordat het nominale tarief van de vennootschapsbelasting lager ligt dan het marginale tarief van de personenbelasting, neemt de globale belastingdruk af. Het verlaagd opklimmend tarief van de vennootschapsbelasting en de notionele interestaftrek, onder meer, versterken dit effect nog. Naast fiscale voordelen zijn er 10 2thePOINT #2 2014

Bart Janssens - Nele Truyman WAT MAAKT DE MANAGEMENTVENNOOTSCHAP ANNO 2014 PRECIES DUURDER? De vennootschap stelt vaak een wagen en een woning ter beschikking aan de bedrijfsleider, draagt de kosten voor elektriciteit en internet, betaalt de sociale bijdragen,. Deze kosten zijn aftrekbaar in de vennootschap en de belastbare basis van de vennootschap neemt af. Daar tegenover staat echter dat deze voordelen worden belast als beroepsinkomen bij de genieter. Voor enkele van deze voordelen wijzigde de forfaitaire waardering en loopt de kostprijs voor de genieter hoger op dan voorheen. In onderstaande tabel nemen we de voordelen op voor het jaar 2011 en 2014, en geven we de stijging van het bedrag van deze voordelen weer. 2011 2014 Stijging Verwarming 1.640 1.900 16% Elektriciteït 820 940 15% Woning (Kl 2.500) 13.158 26.917 105% Wagen (Audi A5) 1.766 4.671 165% uiteraard ook niet-fiscale voordelen verbonden aan de oprichting van een managementvennootschap. Eén van de belangrijkste is de afscheiding van het private vermogen van het vennootschapsvermogen. Hierdoor kan de zaakvoerder zijn aansprakelijkheid inperken. Successieplanning kan ook als argument worden ingeroepen, net zoals de gemakkelijkere contacten met externe partijen. Naast de stijging van enkele forfaitair berekende voordelen, steeg ook het tarief van de roerende voorheffing op interesten en op liquidatieboni. Het uniforme tarief bedraagt nu 25% voor interesten en dividenden. Voorheen werden interesten onderworpen aan een roerende voorheffing van 15%. Het tarief voor de liquidatieboni stijgt met ingang van 1 oktober 2014 van 10% naar 25%. Deze tariefverhoging wordt voor nieuwe aandelen (kapitaalverhogingen of oprichtingen vanaf 1 juli 2013) in kmo s echter getemperd. Er wordt namelijk een nieuwe categorie van dividenden ingevoerd waarvoor een verlaagd tarief van roerende voorheffing van 15% van toepassing is. Er geldt wel een wachtperiode van drie jaar. Voor dividenduitkeringen twee jaar na de inbreng of oprichting bedraagt het tarief 20%. BDO-NIEUWSBRIEF 11

FAQ IS DE NIEUWE ALGEMENE ANTIMISBRUIKBEPALING EEN WAPEN TEGEN DE MANAGEMENTVENNOOTSCHAP? De zogenaamde algemene antimisbruikbepaling moet de fiscus toelaten handelingen te herkwalificeren die belastingontwijking beogen. Om aan een aantal doelstellingen te voldoen werd de algemene antimisbruikbepaling met de programmawet van 29 maart 2012 herschreven. Opdat de belastingadministratie met succes de nieuwe algemene antimisbruikbepaling zou kunnen inroepen, is zij er toe gehouden fiscaal misbruik aan te tonen. Fiscaal misbruik betekent dan dat de belastingplichtige de doelstelling van een fiscale wet naast zich neerlegt om zich hiermee binnen of buiten het toepassingsgebied van een fiscale bepaling te plaatsen. Vaktechnisch wordt dit omschreven als de frustratie van de doelstelling van de fiscale wet. Van frustratie van de doelstelling is slechts sprake voor zover de door de belastingplichtige opgezette constructie als volstrekt kunstmatig kan worden beschouwd. Dat is bvb. het geval wanneer de verrichting niet de economische doelstellingen onderliggend aan de fiscale wetgeving nastreeft of geen verband houdt met de economische werkelijkheid. Het volstaat nu dat de belastingadministratie aantoont dat de doelstelling van een fiscale bepaling werd gefrustreerd. De belastingplichtige kan hiertegen inbrengen dat de verrichting is ingegeven door andere dan fiscale motieven, waardoor de verrichting niet als volstrekt kunstmatig kan worden aanzien. Met deze antimisbruikbepaling worden nu heel wat managementvennootschappen onder de loep genomen. Het feit dat de tarieven van de vennootschapsbelasting lager liggen dan de tarieven van de personenbelasting zou een fiscaal argument voor de oprichting van een vennootschap kunnen zijn. Dit voordeel is echter na de verhoging van de roerende voorheffing niet langer noemenswaardig. Het marginaal tarief van de personenbelasting bedraagt namelijk 53,5%, terwijl de totale belastingdruk na dividenduitkering uit de vennootschap ook 50,49% bedraagt. Hierbij kan overigens worden geargumenteerd dat geen wettelijke bepaling werd gefrustreerd, aangezien de fiscale wet duidelijk bepaalt dat de winst in de boeken van de vennootschap onderworpen is aan de vennootschapsbelasting. Bovendien is het fiscaal motief vaak niet het enige motief om over te gaan tot de oprichting van een managementvennootschap. Het feit dat de oprichting van een managementvennootschap kan leiden tot een verhoogde kostenaftrek door de vennootschap kan naar onze mening evenmin met de algemene antimisbruikbepaling worden aangepakt. Hiervoor bestaan namelijk specifieke antimisbruikbepalingen met betrekking tot de beroepskosten. Een specifieke bepaling geniet steeds voorrang op een algemene bepaling. Hierdoor is er voor de fiscus weinig slaagkans om de algemene antimisbruikbepaling in te roepen tegen de oprichting van een managementvennootschap. ZIJN ER OOK SOCIAALRECHTELIJKE AANDACHTSPUNTEN? Normaal zijn contractpartijen vrij om de aard van hun relatie contractueel vast te leggen. Wanneer de bepalingen in de overeenkomst echter niet stroken met de werkelijkheid bestaat de mogelijkheid tot herkwalificatie van de overeenkomst in een arbeidsovereenkomst op basis van het principe van de schijnzelfstandigheid. De kwalificatie van een overeenkomst als een arbeidsovereenkomst, dan wel als een overeenkomst waarbij een zelfstandige zijn diensten aanbiedt aan een vennootschap, houdt rekening met het geheel van feitelijke omstandigheden. Het criterium voor het onderscheid tussen beide is de band van ondergeschiktheid met de opdrachtgever. Wanneer er een band van ondergeschiktheid met de opdrachtgever is, doet dit het vermoeden van een arbeidsrelatie ontstaan. Voor bepaalde categorieën van dienstverleners bestaat echter een wettelijk vermoeden van zelfstandigheid, dat onafhankelijk is van de contractuele vrijheid van de partijen. Dit is namelijk zo voor bedrijfsleiders en mandatarissen van vennootschappen. Voor bestuurders is dit zelfs een onweerlegbaar vermoeden. Wanneer alle aandelen van een managementvennootschap zijn verenigd in één hand, wordt de mogelijkheid tot gezag en een band van ondergeschiktheid onmogelijk geacht. 12 2thePOINT #2 2014

Bart Janssens - Nele Truyman LEVERT MANAGEMENTVENNOOTSCHAP OOK NA DE STOPZETTING VAN DE ACTIVITEITEN NOG EEN VOORDEEL OP? Aangezien het relatief lage zelfstandigenpensioen mogelijks niet volstaat om te kunnen voldoen aan de levensbehoeften van de voormalige bedrijfsleider/ aandeelhouder, is het aanbevolen dat hij zelf aan pensioenopbouw doet via de zogenaamde tweede en derde pijler. Voor de eenmanszaak zijn de mogelijkheden beperkt tot het pensioensparen en het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ). Voor een eenmanszaak met een bruto-omzet van 100.000 EUR gedurende 25 jaar, resulteert dit in een maandelijks pensioen van ongeveer 1.650 EUR (wettelijk pensioen + rente uit pensioensparen + rente uit VAPZ). Werken onder de vorm van een managementvennootschap maakt echter een efficiëntere pensioenopbouw mogelijk. In de vennootschap kan namelijk via een interne pensioentoezegging (IPT/ groepsverzekering) meer pensioen worden opgebouwd. De betaalde premies zijn bovendien als kost aftrekbaar in de vennootschap voor zover de 80%-grens gerespecteerd blijft, terwijl de uitkering bij de bedrijfsleider gunstig wordt belast. Weerom met het voorbeeld van een omzet van 100.000 EUR gedurende 25 jaar, zal de bedrijfsleider, indien de vennootschap voorziet in een IPT en een bezoldiging van ongeveer 60.000 EUR, ongeveer 3.000 EUR pensioen ontvangen (wettelijk pensioen + pensioensparen + VAPZ + IPT). Afhankelijk van de specifieke noden van iedere bedrijfsleideraandeelhouder kunnen wij nagaan welke vormen van vergoedingen mogelijk zijn. Op basis van ieders wens wordt hierin een keuze gemaakt waarbij wordt gestreefd naar een zo comfortabele en efficiënt mogelijke structuur. n Voor meer informatie: Neem contact op met de collega s van Tax: tax@bdo.be BDO-NIEUWSBRIEF 13

AUDIT IFRS-NIEUWS DE INTERNATIONAL ACCOUNTING STANDARDS BOARD (IASB) WERKT MOMENTEEL AAN EEN AANTAL GROTE PROJECTEN DIE IN VERSCHILLENDE VOLTOOIINGSFASEN ZITTEN. GELET OP DE MOGELIJKE GEVOLGEN VAN DE NIEUWE STANDAARDEN NA HUN DEFINITIEVE UITVAARDIGING, IS HET INTERESSANT OM DE STATUS VAN SOMMIGE VAN DEZE PROJECTEN EN DE BELANGRIJKSTE (VOORLOPIGE) BESLISSINGEN VAN DE IASB VAN DICHTBIJ OP TE VOLGEN. OMZET Het IASB-personeel werkt aan de finale Revenue Recognition Standard en de IASB verwacht dat deze in de eerste helft van 2014 uitgevaardigd zal worden, met toepassing vanaf 2017. De Exposure Draft stelt één model voor omzeterkenning voor dat van toepassing zou zijn op alle contracten met klanten, en schetst twee methoden van omzeterkenning: over een periode of op een bepaald tijdstip. Volgens het model worden de transacties in vijf stappen geanalyseerd op basis van het 14 2thePOINT #2 2014

Christian Schmetz - Dominique Milis contract om te bepalen of en hoeveel omzet wordt erkend. De vijf stappen zijn de volgende: 1. het contract met een klant identificeren; 2. de afzonderlijke prestatieverplichtingen in het contract identificeren; 3. de transactieprijs bepalen; 4. de transactieprijs toekennen aan afzonderlijke prestatieverplichtingen in het contract; en 5. omzeterkenning wanneer (of naargelang) elke prestatieverplichting vervuld is. De nieuwe standaard zal gevolgen hebben voor de timing en het bedrag van omzeterkenning aangezien in vergelijking met de huidige IFRS meer gedetailleerde eisen zullen worden gesteld, in het bijzonder voor regelingen met meervoudige prestatieverplichtingen. LEASES In mei 2013 gaf de IASB een herziene Exposure Draft ED/2013/6 uit dat de herziene voorstellen voor lease accounting bevatte, die zouden leiden tot erkenning van leaseactiva en -passira resulterend uit leasingcontracten op de balans van een entiteit. Een belangrijke wijziging tegenover de vorige Exposure Draft is het voorstel van twee soorten leasemodellen voor leasingnemers en leasinggevers, afhankelijk van het aandeel van tijdens de leasingovereenkomst verbruikte economische voordelen en de aard van het onderliggende actief: Type A-leases de leasingnemer verbruikt een deel van het economische voordeel van het actief gewoonlijk leasing van uitrusting en voertuigen. Type B-leases de leasingnemers verbruikt een onbeduidend deel van de totale economische levensduur van het onderliggende actief gewoonlijk leasing van vastgoed. Zowel voor Type A- als Type B-leases stelt de ED 2013 voor dat de leasingnemer in zijn balans het volgende verantwoordt: een (afschrijfbaar) gebruiksrecht; en een leasingschuld. Deze voorstellen zullen waarschijnlijk gevolgen hebben voor de meeste entiteiten die leasingcontracten zijn aangegaan als leasingnemer of leasinggever, met uitzondering van de entiteiten met zeer kort lopende huurovereenkomsten. Als de voorstellen in de ED 2013 worden aangenomen, kunnen ze gevolgen hebben voor bankconvenanten, voor vergoedingsregelingen voor werknemers die gekoppeld zijn aan gerapporteerde resultaten en voor belangrijke maatstaven die ze meedelen aan de markten en andere gebruikers van hun financiële overzichten. n BDO publiceert regelmatig IFR-Bulletins, die inzoomen op de laatste ontwikkelingen op het gebied van internationale financiële verslaggeving. U vindt een overicht op: http://www.bdointernational. com/services/audit/ifrs/pages/default.aspx Voor meer informatie, neem contact op met het Competence Center IS: ifrs@bdo.be BDO-NIEUWSBRIEF 15

LEGAL ONTBINDING VAN RECHTSWEGE: OORZAKEN GEVOLGEN OPLOSSINGEN EEN VENNOOTSCHAP KAN GECONFRONTEERD WORDEN MET HAAR ONTBINDING VAN RECHTSWEGE. DIT IS EEN ONTBINDING ALS ONMIDDELLIJK EN NOODZAKELIJK GEVOLG VAN EEN BEPAALDE GEBEURTENIS EN ZONDER DAT HIERTOE EEN BESLISSING VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS OF VAN EEN RECHTER VEREIST IS. DE PRAKTIJK LEERT ONS DAT DIT RISICO NIET LOUTER THEORETISCH IS, EN DAT IN VELE GEVALLEN DE BESTUURDERS EN DE VENNOTEN ZICH NIET BEWUST ZIJN VAN HET FEIT DAT DE VENNOOTSCHAP IN VEREFFENING IS. IN DIT ARTIKEL GEVEN WE EEN OVERZICHT VAN DE OORZAKEN VAN EEN ONTBINDING VAN RECHTSWEGE, VAN DE GEVOLGEN DIE HIERAAN VERBONDEN ZIJN, EN EEN AANZET TOT MOGELIJKE OPLOSSINGEN VOOR HET GEVAL HET DE WENS IS OM DE ACTIVITEITEN VAN DE VENNOOTSCHAP ONDANKS HAAR ONTBINDING VERDER TE ZETTEN. WE BEPERKEN ONS TOT DE VENNOOTSCHAPPEN MET EEN VOLKOMEN RECHTSPERSOONLIJKHEID (NV, BVBA, CVBA, COMM. VA). OORZAKEN De voornaamste in de praktijk voorkomende oorzaken van een ontbinding van rechtswege zijn: Het verstrijken van de duur Vandaag worden vennootschappen over het algemeen opgericht voor een onbepaalde duur. Tot vóór de inwerkingtreding van de Wet van 5 december 1984 (op 12 januari 1985) was dit niet mogelijk, en kon een vennootschap voor maximum 30 jaar opgericht worden. Wanneer nu vennootschappen voor een bepaalde duur opgericht worden, is dit meestal in het kader van een bepaalde onderneming met een beperkte duur. Indien een voor een bepaalde duur opgerichte vennootschap haar duur niet vóór het verstrijken ervan verlengt (naar een bepaalde of onbepaalde duur) is de vennootschap van rechtswege ontbonden. Een vennootschap opgericht vanaf 12 januari 1985 en waarvan de statuten geen expliciete bepaling opnemen inzake de duur van de vennootschap, wordt geacht voor een onbepaalde duur opgericht te zijn. Een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (CVBA) die eenhoofdig wordt Een CVBA moet minstens 3 vennoten hebben. Rechtsleer en rechtspraak aanvaarden over het algemeen dat een CVBA met slechts 2 vennoten geregulariseerd kan worden door een 3de vennoot op te nemen. Een CVBA met slechts 1 vennoot is onvermijdelijk van rechtswege ontbonden. Zo heeft een CVBA die op georganiseerde wijze eenhoofdig wordt gemaakt met het oog op een geruisloze fusie met haar moedervennootschap tot gevolg dat een fusie met een vennootschap in vereffening plaatsvindt. Deze beide ontbindingsgronden kunnen in de statuten van de vennootschap niet uitgesloten worden. Andere oorzaken van ontbinding van rechtswege, zoals bvb. het overlijden of het faillissement van een vennoot 16 2thePOINT #2 2014

Ann De Wilde of de statutaire zaakvoerder die wegvalt in een Comm. VA zijn van aanvullend recht. Dit wil zeggen dat een andersluidende regeling in de statuten opgenomen kan worden, wat in veel gevallen ook zo gebeurt. GEVOLGEN Een vennootschap die van rechtswege ontbonden en dus in vereffening is, moet een aantal formaliteiten naleven, zoals bij elke andere vereffeningsprocedure. Eerst en vooral moet de benoeming van de vereffenaar(s) door de voorzitter van de bevoegde rechtbank van koophandel bevestigd of gehomologeerd worden. Hiertoe wordt een verzoekschrift ingediend. De voorzitter doet binnen de 5 werkdagen een uitspraak. Zoals gezegd, is er bij een ontbinding van rechtswege geen besluit van de algemene vergadering en dus ook geen aanstelling van vereffenaars. Alle bestuurders in functie worden in dat geval als vereffenaar beschouwd. Indien de algemene vergadering toch andere vereffenaars wenst aan te stellen of de wettelijke bevoegdheden van de vereffenaars wenst te beperken of een onderlinge taakverdeling wenst op te nemen, zal zij hierover moeten beslissen in een (onderhandse) bijzondere algemene vergadering, in welke vergadering dan ook de ontbinding van rechtswege vastgesteld wordt. Tijdens de vereffeningsperiode hebben de vereffenaars de volgende taken: het actief te gelde maken om het passief aan te zuiveren; jaarlijks een omstandige staat van de vereffening bezorgen aan de bevoegde rechtbank van koophandel (in het 1 ste vereffeningsjaar halfjaarlijks); jaarlijks de jaarrekening opmaken en aan de algemene vergadering van vennoten voorleggen, samen met de redenen waarom de vereffening nog niet gesloten kon worden. Is de vereffening van de vennootschap ten einde, dan leggen de vereffenaars een verdelingsplan (verdeling van de activa onder de verschillende categorieën van schuldeisers) voor akkoord voor aan de bevoegde rechtbank van koophandel. Eens die goedkeuring er is, kan de algemene vergadering beslissen tot sluiting van de vereffening en tot het definitieve einde van het bestaan van de vennootschap. Een vrijwillige ontbinding van een vennootschap (via een besluit van de algemene vergadering) kan enkel BDO-NIEUWSBRIEF 17

LEGAL Ann De Wilde «De praktijk leert ons dat dit risico niet louter theoretisch is, en dat in vele gevallen de bestuurders en de vennoten zich niet bewust zijn van het feit dat de vennootschap in vereffening is.» indien er een boekhoudkundige staat van actief/passief beschikbaar is (niet ouder dan 3 maanden), een verslag van de bestuurders over de redenen van de ontbinding en een verslag van de commissaris of een bedrijfsrevisor of externe accountant over de boekhoudkundige staat. Deze formaliteiten zijn niet vereist bij een van rechtswege ontbinding, waarbij er immers geen voorstel tot ontbinding was. OPLOSSINGEN Verstrijken van de duur De enige manier om een ontbinding van rechtswege te vermijden bij een vennootschap die voor een bepaalde duur aangegaan werd, is de duur ervan tijdig en voorafgaand te verlengen. Deze verlenging moet plaatsvinden bij notariële akte, en dit volgens de wettelijke aanwezigheidsen meerderheidsquora voorzien voor de rechtsvorm, tenzij in de statuten strengere quora bepaald zouden zijn. Voor de vennootschappen die opgericht werden vóór 12 januari 1985, bestaat een specifieke overgangsregeling: de statuten bepalen dat de vennootschap aangegaan werd voor 30 jaar: de duur ervan moet tijdig verlengd worden; de statuten bepalen dat de vennootschap een duur heeft zoals toegestaan door de wet: in dit geval moet de bedoeling van de oprichters achterhaald worden: indien zij een vennootschap wensten op te richten met een maximaal toegelaten duur, is deze opgericht voor een onbepaalde duur; maar alleszins is het raadzaam ook deze vennootschappen tijdig te verlengen; de statuten bepalen niets over de duur van de vennootschap: de vennootschap bestaat dan voor een onbepaalde duur. Gelet op de datum van inwerkingtreding van de Wet van 5 december 1984 (nl. 12 januari 1985) is het niet ondenkbaar dat er vandaag nog rechtsgeldig vennootschappen bestaan met een duur van 30 jaar. Hun duur zal alleszins uiterlijk op 11 januari 2015 verlengd moeten worden, of vroeger, rekening houdend met hun oprichtings datum, om een van rechtswege ontbinding te vermijden. Eenhoofdige CVBA Een ontbinding van rechtswege van een CVBA kan enkel vermeden worden door erover te waken dat er altijd minstens 2 vennoten zijn. Toch een ontbinding van rechtswege Wie toch geconfronteerd wordt met een vennootschap die van rechtswege ontbonden is, waar dit niet de bedoeling was, kan de activiteit alleen nog maar verder zetten middels een andere vennootschap. Een vennootschap in vereffening bestaat immers enkel in het kader van haar vereffening. De vennootschap in vereffening moet dus haar handelsfonds aan een nieuwe of bestaande vennootschap overdragen. Hierbij staan verschillende mogelijkheden open: fusie, splitsing, inbreng of overdracht van bedrijfstak of algemeenheid van goederen. Op welke manier dit praktisch georganiseerd wordt, wordt best zowel op financieel als op fiscaal en juridisch vlak bekeken. Belangrijk hierbij is dat wanneer de procedures zoals vermeld in Boek XI van het Wetboek van vennootschappen gevolgd worden (herstructurering van vennootschappen), een overgang ten algemene titel georganiseerd kan worden. Dit is in principe zonder dat de formaliteiten en goedkeuringen die normaal gezien voor de afzonderlijke bestanddelen gelden, nageleefd moeten worden. Ook een overgang met boekhoudkundige en fiscale continuïteit behoort tot de mogelijkheden. n Voor meer informatie: Neem contact op met de collega s van Legal: legal@bdo.be 18 2thePOINT #2 2014

TAX Jean-marcel Steenhout TERUGBETALING VAN KOSTEN EIGEN AAN DE WERKGEVER VOOR TELEWERK SINDS 16 JANUARI 2014 IS ER EEN NIEUWE CIRCULAIRE DIE DE GEVOLGEN VAN TELEWERKEN VOOR DE INKOMSTENBELASTINGEN BESPREEKT. DEZE CIRCULAIRE VERDUIDELIJKT NIET ALLEEN DE ADMINISTRATIEVE VISIE OP TELEWERK, MAAR HERNEEMT OOK ENKELE PUNTEN OVER DE VOORDELEN VAN ALLE AARD. TEN SLOTTE, WORDEN DE AANVAARDE GRENZEN VOOR DE TERUGBETALING VAN KOSTEN EIGEN AAN DE WERKGEVER IN HET KADER VAN TELEWERK OPGESOMD. DEZE CIRCULAIRE IS ZOWEL OP WERKNEMERS ALS OP BEDRIJFSLEIDERS VAN TOEPASSING. TELEWERK Om de draagwijdte van de circulaire te begrijpen, is het belangrijk om te weten wat telewerk juist inhoudt. De administratie omschrijft telewerk als de uitoefening van werk dat kan uitgevoerd worden bij de werkgever buiten de werkvloer door gebruik van informaticatoepassingen. Dit werk mag op regelmatige of incidentele basis worden uitgevoerd. Essentieel is wel dat het werk op de normale werkdagen en binnen de normale werkuren moet uitgeoefend worden. s Avonds of in het weekend van thuis uit werken valt dus buiten het toepassingsgebied van telewerk. TERBESCHIKKINGSTELLING DOOR WERKGEVER De gekende voordelen van alle aard voor de terbeschikkingstelling van een computer en voor een internetaansluiting zijn hernomen in de circulaire. Wanneer de werkgever een computer ter beschikking stelt van een personeelslid/bedrijfsleider, moet hiervoor een voordeel van alle aard van 15 EUR op maandelijkse basis toegepast worden. Voor een internetaansluiting op kosten van de werkgever bedraagt het belastbaar voordeel van alle aard 5 EUR op maandelijkse basis. Een belastbaar voordeel van alle aard kan uiteraard slechts aanwezig zijn wanneer er een privégenot is in hoofde van de werknemer/ bedrijfsleider. De administratie aanvaardt dat er geen voordeel van alle aard is wanneer het privégebruik verboden is door de werkgever, de werknemer zich schriftelijk tot de naleving van dit verbod verbindt en de werkgever technische voorzorgen neemt om het privégebruik maximaal te beperken. TUSSENKOMST VAN DE WERK- GEVER IN DE KOSTEN VAN HET TELEWERKEN Een werkgever kan zijn werknemers/bedrijfsleiders ook vergoeden wanneer zij voor het telewerken gebruik maken BDO-NIEUWSBRIEF 19

TAX Jean-marcel Steenhout de vergoeding belast wordt zonder dat er RSZ-bijdragen op verschuldigd zijn. van hun privécomputer en/of hun privéinternetverbinding. In theorie is hier een hele bewijslast aan gekoppeld. In het geval dat het een gebruik in het kader van telewerk betreft, zal er geen verdere rechtvaardiging gevraagd worden. Concreet is het toegestaan om een maandelijkse vergoeding van 20 EUR toe te kennen aan de werknemer/ bedrijfsleider voor het gebruik van zijn privécomputer en nog eens 20 EUR iedere maand voor het gebruik van de internetverbinding. Deze terugbetalingen van kosten eigen aan de werkgever zijn dan niet belastbaar. Bij een overschrijding van deze toegestane maxima en zonder afdoende bewijsstukken die dit rechtvaardigen, zal het gedeelte van de vergoeding boven de limiet belast worden als een bezoldiging (de werkgever moet dit bedrag dan ook opnemen in de fiches 281.10 van de werknemers). Een lagere vergoeding is uiteraard steeds toegestaan. RSZ-BIJDRAGEN Naast het fiscale luik is het ook belangrijk om even stil te staan bij de gevolgen op vlak van de RSZbijdragen. Voor de belastbare voordelen van alle aard voor computer en/ of een internetaansluiting is er geen probleem: de RSZ hanteert dezelfde forfaitaire bedragen. Dit betekent dat zowel werkgevers- als werknemersbijdragen verschuldigd zijn op het bedrag van het toegekende voordeel. Bij de terugbetalingen van kosten eigen aan de werkgever is het plaatje iets complexer. De forfaits die de fiscale administratie hanteert worden (voorlopig) niet erkend door de RSZ. De RSZ gebruikt een heel andere formule: een vrijgestelde vergoeding van 10% van het brutoloon is aanvaardbaar voor telewerk. Het brutoloon dat als basis dient voor deze vrijgestelde vergoeding mag echter enkel overeenstemmen met de dagen waarop er telewerk werd verricht. In geval van incidenteel telewerk, kunnen er dus op een gedeelte van de fiscaal aanvaarde vergoeding RSZ-bijdragen verschuldigd zijn! Omgekeerd is het ook mogelijk bij frequent telewerk dat een werknemer op een gedeelte van VOORBEELDEN De werkgever verschaft een computer en betaalt het internetabonnement, de werknemers/bedrijfsleiders kunnen deze vrij gebruiken voor privédoeleinden: De werknemer/bedrijfsleider ontvangt een maandelijks belastbaar voordeel van alle aard van 20 EUR (15+5). Een werknemer gebruikt zijn eigen pc en internetverbinding voor telewerk: De werkgever mag maximaal 40 EUR toekennen als terugbetaling van kosten eigen aan de werkgever. Een lagere/ geen terugbetaling is ook toegestaan. Een werknemer gebruikt zijn eigen pc en internetverbinding voor telewerk, de werkgever betaalt 50 EUR terug als vergoeding: Indien geen bewijsstukken kunnen worden voorgelegd die deze hogere terugbetaling rechtvaardigen, zal 10 EUR van deze vergoeding als een bezoldiging worden beschouwd. De werkgever moet deze 10 EUR ook opnemen in de fiche 281.10. n Voor meer informatie: Neem contact op met de collega s van Tax: tax@bdo.be 20 2thePOINT #2 2014