BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.



Vergelijkbare documenten
BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. pagina 1 van 5. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\44304opb.htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT I. MELDING II. PARTIJEN

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm. NMa, Mededingingswet

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit inzake de toepasselijkheid van artikel 34 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld inartikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Transcriptie:

Nederlandse mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nummer /2949 Betreft zaak: 2949/ING LH - TOP Lease I. MELDING 1. Op 27 maart 2002 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat ING Lease Holding N.V. voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over TOP Lease B.V. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 65 van 4 april 2002. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan verschillende marktpartijen. II. PARTIJEN 2. ING Lease Holding N.V. (hierna: ING LH) is een naamloze vennootschap naar Nederlands recht. Zij is een dochtermaatschappij van ING Groep N.V. en maakt daarmee onderdeel uit van de ING-Groep. ING LH verleent diensten op het gebied van financiële dienstverlening, operationele lease en daaraan verbonden diensten. Daarnaast is de ING-Groep actief als bank en verzekeringsmaatschappij. De ING-groep biedt een uitgebreid pakket aan van bank- en verzekeringsdiensten, zoals levens- en schadeverzekeringen, diensten op het gebied van betalingsverkeer, spaarvoorzieningen, kredietverlening, hypotheken, leasing, vermogensbeheer, corporate and investment banking, alsmede het ontwikkelen, financieren en beheren van onroerende goederen. 3. TOP Lease B.V. (hierna: TOP Lease) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Zij is een dochteronderneming van Fortis Bank Nederland (Holding) N.V. en behoort daarmee tot de Fortis-Groep. TOP Lease is actief op het gebied van operationele lease van voertuigen in Nederland en België en het daaraan gekoppelde wagenparkbeheer. III. DE GEMELDE OPERATIE 4. De gemelde operatie betreft de verwerving door ING LH van alle geplaatste aandelen in het kapitaal van TOP Lease ingevolge een brief van Fortis Bank Nederland (Holding) N.V., d.d. 25 februari 2002 en het Draft Share Purchase Agreement, d.d. 25 februari 2002, tussen ING LH als 1 Openbare versie

koper en Fortis Bank Nederland (Holding) N.V. als verkoper, die de concentratie van ING LH en TOP Lease behelzen. IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 5. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4, omschreven transactie leidt er toe dat ING LH de uitsluitende zeggenschap over TOP Lease verkrijgt. 6. Betrokken ondernemingen zijn ING LH en TOP Lease. 7. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. V. BEOORDELING A. RELEVANTE MARKTEN Rel evant e pr oduct mar kt (en) Standpunt partijen 8. Met betrekking tot de lease van voertuigen hebben partijen aangegeven dat een onderscheid gemaakt kan worden tussen financiële lease enerzijds, en operationele lease en het daaraan gekoppelde wagenparkbeheer anderzijds. Financiële lease dient volgens partijen te worden beschouwd als een vorm van financiering waarbij de eigendom van een voertuig aan het eind van het leasecontract wordt overgedragen. Van operationele lease is daarentegen sprake wanneer het voertuig na het verstrijken van het leasecontract in eigendom blijft bij de leasemaatschappij. 9. Operationele lease wordt meestal gecombineerd met het verlenen van andere diensten zoals onderhoud, reparatie, verzekering, pech- en alarmdiensten en brandstofbeheer. Ondernemingen die zich bezighouden met operationele lease zijn ook in staat om het wagenparkbeheer van klanten te verzorgen, dat wil zeggen het verrichten van de hiervoor genoemde operationele diensten voor een klant die zelf juridisch eigenaar is van de voertuigen. 10. ING LH en TOP Lease zijn beide actief op het gebied van operationele lease van voertuigen, alsmede het daaraan gekoppelde wagenparkbeheer. In tegenstelling tot ING LH is TOP Lease niet actief op het gebied van financiële lease van voertuigen. 11. Partijen gaan uit van het bestaan van separate markten voor financiële lease enerzijds, en operationele lease van voertuigen en het daaraan gekoppelde wagenparkbeheer anderzijds. Van overlap van activiteiten is volgens partijen derhalve slechts sprake met betrekking tot de markt voor operationele lease van voertuigen en het daaraan gekoppelde wagenparkbeheer. 2 Openbare versie

12. Volgens partijen behoort netto operationele lease niet tot de markt voor operationele lease. Netto operationele lease is een vorm van lease waarbij, in tegenstelling tot (full) service operationele lease, behoudens financiering geen enkele dienst van de leasemaatschappij wordt afgenomen. Daarmee behoort volgens partijen netto operationele lease, tot een markt voor financiering van voertuigen. 13. Partijen geven tevens aan dat ten aanzien van de markt voor operationele lease van voertuigen en het daaraan gekoppelde wagenparkbeheer mogelijk nog een verdere onderverdeling kan worden gemaakt in de lease van respectievelijk personenauto s, bestelauto s en vrachtwagens. 1 Een dergelijke verdere onderverdeling behoeft volgens partijen in het onderhavige geval niet te worden gemaakt omdat het voor bestaande marktpartijen eenvoudig mogelijk is om, zonder dat daar belangrijke investeringen voor moeten worden gedaan, te kunnen overstappen van de operationele lease van het ene type voertuig naar het andere; dit geldt volgens partijen met name voor de overstap tussen personenauto s en bestelauto s. Beoordeling 14. In eerdere besluiten is de markt voor het leasen van voertuigen afgebakend. 2 Nu de activiteiten van partijen overlappen op het gebied van het leasen van voertuigen zal in het onderhavige geval uitsluitend worden ingegaan op de markt(en) voor het leasen van voertuigen. 15. Of sprake is van separate markten voor enerzijds financiële lease en anderzijds operationele lease, kan net als in eerdere zaken 3 in het onderhavige geval in het midden worden gelaten omdat de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie de punten 22 tot en met 27). In het navolgende zal niet apart worden ingegaan op een mogelijke markt voor financiële lease, aangezien alleen ING LH actief is op deze markt en er derhalve op dit gebied geen sprake is van overlap(zie ook punt 10). 16. Of de activiteiten op het gebied van wagenparkbeheer moeten worden gerekend tot de markt voor operationele lease (zoals partijen hebben aangegeven), of dat er een afzonderlijke markt is voor wagenparkbeheer kan in het midden worden gelaten omdat de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie de punten 26 en 27). 17. Of netto operationele lease tot de markt voor operationele lease moet worden gerekend kan in het midden worden gelaten omdat de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie de punten 24, 25 en 27). 1 Tot bestelauto s worden gerekend bestelauto s voor bedrijfsmatige doeleinden met maximaal 3,5 ton gewicht, en tot vrachtwagens worden gerekend vrachtwagens voor bedrijfsmatige doeleinden met minimaal 3,5 ton gewicht. 2 Zie hiervoor onder andere het besluit in zaak 1055/ABN AMRO Lease KPN Autolease van 9 oktober 1998, en het besluit in zaak 2182/Pon Kreek van 30 november 2000. 3 Zie hiervoor onder andere het besluit in zaak 1055/ABN AMRO Lease KPN Autolease, reeds aangehaald, en het besluit in zaak 2182/Pon Kreek, reeds aangehaald. 3 Openbare versie

18. Of de markt voor leasing van voertuigen in het algemeen of een eventuele markt voor operationele lease van voertuigen nader onderverdeeld zou moeten worden naar (i) personenauto s, (ii) bestelauto s (voor bedrijfsmatige doeleinden met maximaal 3,5 ton gewicht) en (iii) vrachtwagens (voor bedrijfsmatige doeleinden met minimaal 3,5 ton gewicht) kan, net als in eerdere zaken 4, in het midden worden gelaten omdat de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie de punten 22 tot en met 27). Rel evant e geogr af ische mar kt (en) Standpunt partijen 19. Hoewel het merendeel van de ondernemingen die zich met operationele lease van auto s en/of vrachtwagens bezighouden regionaal actief is, menen partijen dat de relevante geografische markt minstens nationaal van aard is. De reden daarvoor is met name gelegen in het feit dat het grootste gedeelte van de op de totale markt voor operationele lease van auto s en/of vrachtwagens behaalde omzet, wordt behaald door een aantal grotere ondernemingen die alle actief zijn op de gehele Nederlandse markt. Doordat de regionale kantoren van deze aanbieders landelijk vastgestelde voorwaarden hanteren zijn de concurrentievoorwaarden in geheel Nederland vrijwel gelijk. 20. Een andere reden waarom partijen van mening zijn dat de markt voor operationele lease van voertuigen een ruimer dan regionale markt betreft, is de trend naar een meer internationaal opererende markt. Multinationaal opererende ondernemingen willen hun gehele (Europese of mondiale) behoefte aan geleaste voertuigen bij één groep van internationaal opererende leasemaatschappijen onder kunnen brengen, aldus partijen. Beoordeling 21. Het gegeven dat de belangrijkste aanbieders op deze markt, waaronder partijen zelf, nationaal opererende maatschappijen zijn, vormt een aanwijzing dat de markt ten minste nationaal is. Of er sprake is van een ruimer dan nationale markt kan in het onderhavige geval, in navolging van voorgaande besluiten 5, in het midden worden gelaten aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punt 27). B. GEVOLGEN VAN DE CONCENTRATIE 22. Ingeval financiële lease, operationele lease en netto operationele lease van voertuigen tot een zelfde nationale markt behoren is het geschatte marktaandeel van partijen, bij een 4 Zie hiervoor onder andere het besluit in zaak 1055/ABN AMRO Lease KPN Autolease, reeds aangehaald, en het besluit in zaak 2182/Pon Kreek, reeds aangehaald. 5 Zie hiervoor onder andere het besluit in zaak 1055/ABN AMRO Lease KPN Autolease, reeds aangehaald, en het besluit in zaak 2045/Pon Holdings ROBA Almelo van 24 augustus 2000. 4 Openbare versie

marktomvang van 592.186 voertuigen 6, circa [10-20]%. Onderscheiden naar type voertuigen zijn de gezamenlijke marktaandelen bij een marktomvang van 478.366 personenauto s, 81.270 bestelauto s en 32.550 vrachtwagens respectievelijk [10-20]%, [10-20]% en [10-20]%. 23. Indien wordt uitgegaan van een nationale markt voor operationele lease van voertuigen is het gezamenlijke marktaandeel van partijen, bij een marktomvang van circa 521.850 operationeel geleaste voertuigen, circa [10-20]%. Onderscheiden naar type voertuigen zijn de gezamenlijke marktaandelen bij een marktomvang van 442.743 personenauto s, 62.307 bestelauto s en 16.800 vrachtwagens respectievelijk [10-20]%, [10-20]% en [0-10]%. 24. Het gezamenlijke marktaandeel van partijen op het gebied van netto operationele lease is, bij een marktomvang van 24.493 voertuigen, circa [0-10]%. Onderscheiden naar type voertuigen zijn de gezamenlijke marktaandelen bij een marktomvang van 10.178 personenauto s, 4.515 bestelauto s en 9.800 vrachtwagens respectievelijk [0-10]%, [0-10]% en [10-20]%. Hierbij kan opgemerkt worden dat alleen ING LH actief is op het gebied van netto operationele lease van vrachtwagens. 25. Wanneer netto operationele lease tot de markt voor operationele lease zou worden gerekend is het gezamenlijke marktaandeel van partijen op een eventuele markt voor operationele lease (inclusief netto operationele lease), bij een marktomvang van 546.343 voertuigen, circa [10-20]%. Onderscheiden naar type voertuigen zijn de gezamenlijke marktaandelen bij een marktomvang van 452.921 personenauto s, 66.822 bestelauto s en 26.600 vrachtwagens respectievelijk [10-20]%, [10-20]% en [0-10]%. 26. Wanneer wagenparkbeheer niet als activiteiten zouden worden beschouwd die verbonden zijn aan operationele lease, maar zouden worden beschouwd als een afzonderlijke markt, dan is het gezamenlijke marktaandeel van partijen, bij een marktomvang van 42.014 voertuigen, circa [0-10]%. Onderscheiden naar type voertuigen zijn de gezamenlijke marktaandelen bij een marktomvang van 30.534 personenauto s, 9.030 bestelauto s respectievelijk [0-10]% en [0-10]%. Geen van beide partijen is actief met wagenparkbeheer het gebied van vrachtwagens. 27. Indien wordt uitgegaan van ruimer dan nationale markten voor lease van voertuigen, operationele lease of wagenparkbeheer, eventueel onderscheiden naar personenauto s, bestelauto s en vrachtwagens, is het gezamenlijke marktaandeel van partijen kleiner omdat zij hoofdzakelijk in Nederland actief zijn. 6 Deze en de volgende berekeningen van de marktomvang zijn gemaakt op basis van gegevens, ontleend aan publicaties van de Vereniging van Nederlandse Autoleasemaatschappijen, te weten De Nederlandse Autoleasemarkt in Cijfers 2000 alsmede de resultaten van de door VNA gehouden enquête. De cijfers omvatten tevens een schatting van de omvang van de activiteiten van de niet bij de VNA aangesloten autoleasemaatschappijen. Schattingen van de omvang van de markt in 2001 op basis van de resultaten van de jaarlijkse enquêtes leiden tot nauwelijks afwijkende marktaandelen. 5 Openbare versie

28. De belangrijkste concurrent van partijen op het gebied van operationele lease is de ABN AMRO-groep met verschillende grote leasemaatschappijen, te weten LeasePlan, Auto Lease Holland en Lease Concept. Andere grote concurrenten zijn bijvoorbeeld De Lage Landen Translease en Interleasing. 29. Enkele concurrenten geven desgevraagd aan dat de inkoopkracht van partijen op het gebied van voertuigen toeneemt, en dat zij hierdoor een grotere concurrentiedruk zullen ondervinden. Hierover dient opgemerkt te worden dat de ING-groep op het gebied van het leasen van voertuigen niet de grootste aanbieder van Nederland wordt. Indien de inkoopkracht van de ING-groep op dit gebied toeneemt, zal zij hierdoor in staat worden gesteld tegenwicht te bieden tegen de positie van de ondernemingen die behoren tot de ABN AMRO-groep als grootste aanbieder op de Nederlandse markt voor het leasen van voertuigen. VI. NEVENRESTRICTIES 30. Partijen zijn voornemens overeen te komen dat de ondernemingen van de Fortis Groep niet actief worden op het gebied van autolease of autoverhuur in de Benelux. De duur van het beding is gesteld op 27 maanden. Het beding zal er niet aan in de weg staan dat de Fortis Groep haar huidige activiteiten voortzet. Evenmin zal het beding in de weg staan aan de acquisitie door de Fortis Groep van ondernemingen wier lease-activiteiten slechts marginaal zijn in vergelijking met hun overige activiteiten. 31. In dit verband is relevant dat TOP Lease een vooruitstrevend IT systeem heeft ontwikkeld, bedoeld om de operationele efficiency van de onderneming te vergroten. Het systeem staat onder meer toe dat TOP Lease haar klanten volledig e-business gestuurd kan bedienen. 32. Het is begrijpelijk dat de koper tot op zekere hoogte wordt beschermd tegen concurrerend handelen van de verkopers. Bovengenoemde bedingen kunnen wat betreft de inhoud als rechtstreeks verbonden aan de onderhavige concentratie en noodzakelijk voor de verwezenlijking ervan worden beschouwd voorzover het de verkoper niet belet aandelen te kopen of te bezitten voor investeringsdoeleinden zonder dat daar een wezenlijke invloed in de concurrerende onderneming uit voortvloeit, en voor zover het betrekking heeft op de huidige activiteiten van TOP Lease en het huidige geografische gebied waarin TOP Lease actief is, voor zover het de duur van 2 jaar niet overschrijdt. VII. CONCLUSIE 33. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke 6 Openbare versie

mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 34. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. 35. Gelet op de overwegingen 30 en 31 is de directeur-generaal van oordeel dat, voor zover de in punt 30 omschreven clausules een overeenkomst vormen als bedoeld in artikel 6 van de Mededingingswet, dat artikel ingevolge artikel 10 van de Mededingingswet, niet geldt voor deze overeenkomst voor zover omschreven in punt 32. Datum: 15 mei 2002 De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, voor deze: w.g. Mr. J. Schönau Directeur Concentratiecontrole Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam. 7 Openbare versie