iii De Bibliotheek Sociaal Recht Larcier.................................. i Inleiding........................................................ 1 TITEL I. Toepassingsgebied Wet Ontslagregeling Personeelsafgevaardigden 3 Hoofdstuk 1. Organen van sociale democratie op ondernemingsvlak........ 5 Afdeling 1. Wettelijke overlegorganen: ondernemingsraad en comité voor preventie en bescherming op het werk..................... 5 1. Oprichting................................................... 5 I. Begrip onderneming........................................ 5 II. Personeelsdrempel......................................... 7 III. Aard van de onderneming................................... 9 2. Verkiesbare werknemers........................................ 11 I. Verkiesbaarheidsvoorwaarden................................ 11 II. De ontslagen werknemer.................................... 13 3. Voordracht van de kandidaturen.................................. 15 Afdeling 2. Conventionele overlegorganen........................... 18 1. Beginsel..................................................... 18 2. Conventionele uitbreiding van de bescherming....................... 19 I. De ontslagredenen en de beschermingsvergoeding................. 19 II. Procedure............................................... 20 Afdeling 3. Vakbondsafvaardiging................................. 21 1. Beginsel..................................................... 21 2. Vakbondsafvaardiging belast met opdrachten van het CPBW (art. 52 Wet Welzijn Werknemers)........................................... 23 3. Vakbondsafvaardiging fungeert gedeeltelijk als ondernemingsraad........ 24 4. Conventionele uitbreiding van de bescherming....................... 25 Afdeling 4. Europese ondernemingsraad............................. 26 1. Toepassingsgebied............................................. 26 2. Oprichting................................................... 27 I. Initiatief................................................. 27 II. Autonomie der partijen..................................... 27 III. Bijzondere onderhandelingsgroep............................. 28 IV. Uitkomst van de onderhandelingen............................ 29 V. Europese ondernemingsraad volgens de subsidiaire voorschriften..... 30 VI. Bestaande overeenkomsten.................................. 31 3. Ontslagbescherming........................................... 31 Afdeling 5. Europese vennootschap, Europese coöperatieve vennootschap en grensoverschrijdende fusie van EU-kapitaalvennootschappen.... 33
iv 1. Toepassingsgebied............................................. 33 2. Oprichting................................................... 35 3. Ontslagbescherming........................................... 36 Hoofdstuk 2. Beschermde personen.................................. 37 Afdeling 1. Personeelsafgevaardigden............................... 37 1. Wettelijke regeling............................................. 37 2. Gewone personeelsafgevaardigden................................. 37 3. Plaatsvervangende personeelsafgevaardigden......................... 38 4. Opvolging van een gewone of plaatsvervangende personeelsafgevaardigde.. 38 5. Tijdstip van betwisting van hoedanigheid van mandataris............... 39 Afdeling 2. Kandidaten.......................................... 42 1. Definitieve kandidatenlijst....................................... 42 2. Nietige verkiezingen........................................... 43 3. Intrekking van de kandidatuur................................... 43 4. Tijdstip van betwisting van hoedanigheid van kandidaat................ 44 Afdeling 3. Werkgeversafgevaardigden.............................. 45 Afdeling 4. Vakbondsafgevaardigden (art. 52 Wet Welzijn Werknemers).... 46 1. Effectieve leden............................................... 46 2. Plaatsvervangers.............................................. 47 3. Kandidaten.................................................. 48 Afdeling 5. Werknemersvertegenwoordigers in de EOR, SE, SCE of de uit grensoverschrijdende fusie ontstane vennootschap............ 48 Afdeling 6. Cumulatie van hoedanigheden........................... 50 1. Personeelsafgevaardigde en zijn kandidatuur bij dezelfde verkiezingen..... 50 2. Lid van de ondernemingsraad en van het comité...................... 51 3. Personeelsafgevaardigde in bestaand overlegorgaan en kandidaat bij de nieuwe verkiezingen........................................... 51 4. Verkozen afgevaardigde voor het ene orgaan (raad of comité) en nietverkozen kandidaat voor het andere orgaan......................... 52 5. Beschermde werknemer (ondernemingsraad of comité) en vakbondsafgevaardigde......................................... 53 6. Beschermde werknemer (ondernemingsraad of comité) en lid van de Europese ondernemingsraad of de bijzondere onderhandelingsgroep.............. 53 TITEL II. Inhoud en kenmerken van de bescherming.................. 55 Hoofdstuk 1. Beginselen.......................................... 57 Afdeling 1. Drie soorten bescherming............................... 57 Afdeling 2. Reden van de bescherming.............................. 57 Afdeling 3. Openbare orde....................................... 58 1. Algemeen.................................................... 58
v 2. Oprichting en werking van de overlegorganen........................ 59 3. Wet Ontslagregeling Personeelsafgevaardigden....................... 60 I. De ontslagbescherming..................................... 60 II. De beschermingsvergoeding.................................. 61 III. Conventionele uitbreiding................................... 64 Afdeling 4. Re-integratie: keuze voor de werknemer, geen recht........... 66 Afdeling 5. Rechtsmisbruik....................................... 70 1. Algemeen.................................................... 70 2. Voordracht van de kandidatuur................................... 70 3. Ontslag door de werkgever...................................... 74 4. Vordering van de beschermingsvergoeding.......................... 74 Hoofdstuk 2. Bescherming tegen ontslag.............................. 76 Afdeling 1. Principieel verbod en beperking van de ontslagredenen........ 76 Afdeling 2. Voorafgaande procedure................................ 76 Afdeling 3. Begrip ontslag....................................... 76 1. Wettelijke regeling............................................. 76 2. Situering.................................................... 77 3. Ontslag door de werkgever...................................... 77 4. Ontslag door de werknemer..................................... 80 5. Miskenning van de beschikking van de voorzitter van de arbeidsrechtbank tot voortzetting van de arbeidsovereenkomst........................... 82 6. Impliciet ontslag.............................................. 84 I. Algemeen................................................ 84 II. Beschermde werknemers.................................... 86 III. Tijdstip................................................. 87 IV. Onterecht impliciet ontslag.................................. 87 7. Kenmerken en gevolgen van het ontslag............................ 88 Afdeling 4. Andere beëindiging dan ontslag.......................... 90 1. Wettelijke regeling............................................. 90 2. Afloop van de termijn.......................................... 90 3. Voltooiing van het werk........................................ 92 4. Eenzijdige beëindiging door de werknemer.......................... 92 5. Overlijden van een partij........................................ 93 6. Overmacht.................................................. 93 7. Wederzijds akkoord............................................ 95 8. Gerechtelijke ontbinding........................................ 96 9. Ontbindende voorwaarde....................................... 98 10.Nietigverklaring.............................................. 100 11.Opzeggingstermijn betekend vóór de beschermingsperiode.............. 100 12.Proefperiode................................................. 101 13.Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (brugpensioen)............. 102
vi Hoofdstuk 3. Discriminatieverbod................................... 104 Afdeling 1. Beginsel............................................ 104 Afdeling 2. Ontslag............................................ 104 1. Economische of technische redenen................................ 104 2. Dringende reden.............................................. 105 Afdeling 3. Tijdens de tewerkstelling............................... 105 Hoofdstuk 4. Bescherming bij overplaatsing........................... 107 Afdeling 1. Overplaatsing binnen een zelfde juridische entiteit............ 107 1. Overplaatsing naar andere technische bedrijfseenheid van dezelfde juridische entiteit...................................................... 107 I. Wettelijke regeling......................................... 107 II. Situering................................................ 107 III. Instemming van de werknemer............................... 108 IV. Erkenning van economische of technische redenen door het paritair comité.................................................. 109 V. Sanctie.................................................. 110 2. Overplaatsing naar andere afdeling van dezelfde technische bedrijfseenheid. 111 Afdeling 2. Overgang van onderneming............................. 112 1. Conventionele overgang van onderneming.......................... 112 2. Overgang van onderneming na faillissement......................... 114 I. Wettelijke regeling......................................... 114 II. De overgenomen beschermde werknemers....................... 116 III. De niet-overgenomen beschermde werknemers................... 117 TITEL III. Periode van bescherming............................... 119 Hoofdstuk 1. Aanvang............................................ 121 Afdeling 1. Wettelijke regeling.................................... 121 Afdeling 2. Retroactieve bescherming, occulte beschermingsperiode........ 121 Afdeling 3. Kandidatuur na ontslag tijdens de occulte beschermingsperiode (na X 30).......................................... 122 1. Beginsel..................................................... 122 2. Re-integratieverzoek........................................... 123 I. Geen verkiesbaarheidsvoorwaarde............................. 123 II. Re-integratieverzoek is vereist voor de beschermingsvergoeding...... 124 3. Dringende reden.............................................. 124 4. Rechtsmisbruik............................................... 124 5. Ontslag betekend voor de beschermingsperiode (voor X 30)........... 124 Hoofdstuk 2. Duur en einde: personeelsafgevaardigden.................. 126 Afdeling 1. Bescherming tot de bij de volgende verkiezingen aangestelde ondernemingsraad of comité............................ 126
vii Afdeling 2. Geen hernieuwing van de raad of het comité................ 127 Afdeling 3. Vervroegde verkiezingen................................ 129 Afdeling 4. Opschorting van de verkiezingen......................... 129 Afdeling 5. Einde van het mandaat................................. 130 1. Herleving van bescherming als kandidaat........................... 130 2. Geen herverkiezing............................................ 133 3. Geen deel meer uitmaken van het personeel.......................... 133 4. Ontslagneming door de personeelsafgevaardigde...................... 133 5. Verlies van lidmaatschap van de vakorganisatie....................... 134 6. Intrekking van het mandaat...................................... 135 7. Verandering van werknemerscategorie.............................. 135 8. Toetreden tot het leidinggevend personeel........................... 136 9. Overlijden................................................... 137 Afdeling 6. Bereiken van de leeftijd van 65 jaar....................... 137 Afdeling 7. Vrijwillige afstand van de bescherming..................... 138 Afdeling 8. Overgang van onderneming............................. 139 Afdeling 9. Plaatsvervangers...................................... 139 Afdeling 10. Gelijkheidsbeginsel.................................... 140 Hoofdstuk 3. Duur en einde: kandidaten............................. 141 Afdeling 1. Wettelijke regeling.................................... 141 Afdeling 2. Eerste kandidatuur.................................... 142 Afdeling 3. Volgende kandidatuur................................. 142 Afdeling 4. Nietig verklaarde verkiezingen........................... 144 Afdeling 5. Opeenvolgende kandidaturen voor verschillende organen...... 146 Afdeling 6. Kandidaat en mandaat................................. 146 1. Beginsel: geen mandaat......................................... 146 2. Kandidaat wordt mandataris..................................... 147 Afdeling 7. Voortijdig einde...................................... 148 1. Bereiken van de leeftijd van 65 jaar................................ 148 2. Verkiesbaarheidsvoorwaarden zijn niet meer vervuld: leidinggevend personeel 148 3. Vrijwillige afstand van de bescherming............................. 149 4. Vervroegde of opgeschorte verkiezingen............................ 150 5. Overgang van onderneming...................................... 150 6. Opzeggingstermijn betekend door de kandidaat...................... 150 Hoofdstuk 4. Vakbondsafvaardiging (art. 52 Wet Welzijn Werknemers)...... 151 Afdeling 1. Wettelijke regeling.................................... 151 Afdeling 2. Begin.............................................. 151 Afdeling 3. Einde.............................................. 152
viii Hoofdstuk 5. EOR, SE, SCE en werknemersmedezeggenschap na grensoverschrijdende fusie.............................. 154 Hoofdstuk 6. Beperkte bescherming na de beschermingsperiode............ 156 TITEL IV. Ontslag wegens economische en technische redenen........... 157 Hoofdstuk 1. Beginselen.......................................... 159 Afdeling 1. Beperkte ontslagmogelijkheid............................ 159 1. Wettelijke regeling............................................. 159 2. Historische situering........................................... 160 Afdeling 2. Voorafgaande procedure................................ 161 1. Paritair comité................................................ 161 2. Arbeidsgerechten.............................................. 162 I. Tijdige beslissing van het paritair comité........................ 162 II. Geen tijdige beslissing van het paritair comité.................... 163 Afdeling 3. Discriminatieverbod................................... 164 1. Wettelijke regeling............................................. 164 2. Positieve discriminatie.......................................... 167 3. Discriminatie en volledige sluiting................................. 167 I. Faillissement............................................. 167 II. Volledige sluiting zonder faillissement.......................... 167 4. Overdracht onder gerechtelijk gezag............................... 168 Afdeling 4. Causaal verband tussen de redenen en het ontslag............ 169 Afdeling 5. Overmacht.......................................... 171 1. Algemeen.................................................... 171 2. Geen beperking van de redenen tot overmacht....................... 172 3. Overmacht en raadpleging van het paritair comité.................... 172 4. Overmacht en schorsing van de tewerkstelling........................ 173 Afdeling 6. Ontslag na erkenning van de redenen...................... 175 Afdeling 7. Gelijkheidsbeginsel.................................... 175 Hoofdstuk 2. Het begrip economische en technische redenen............. 177 Afdeling 1. De redenen kunnen niet steunen op de persoon van de werknemer 177 Afdeling 2. Aard van de onderneming.............................. 177 Afdeling 3. Redenen voor het paritair comité......................... 178 Afdeling 4. Redenen voor de arbeidsgerechten........................ 179 1. Tijdige beslissing van het paritair comité............................ 179 I. Aanvaarding............................................. 179 II. Verwerping.............................................. 179 2. Geen tijdige beslissing van het paritair comité........................ 181 3. Andere redenen dan voor het paritair comité......................... 181
ix 4. Tijdstip van beoordeling........................................ 181 Afdeling 5. Sluiting van de onderneming............................ 181 1. Definitie.................................................... 181 2. Tijdstip..................................................... 183 3. Verplaatsing van de exploitatiezetel................................ 183 4. Overgang na faillissement....................................... 184 Afdeling 6. Sluiting van een afdeling................................ 184 1. Definitie.................................................... 184 2. Geen minimumpersoneelsbestand................................. 185 3. Toepassing................................................... 186 4. Geen tewerkstelling in de afdeling vereist........................... 187 5. Overplaatsing naar een andere afdeling............................. 187 Afdeling 7. Ontslag van een bepaalde personeelsgroep.................. 187 Afdeling 8. Outsourcing......................................... 190 Afdeling 9. Geen beoordeling van het beleid van de werkgever............ 190 1. Geen tijdige beslissing van het paritair comité........................ 190 2. Tijdige beslissing van het paritair comité............................ 191 Afdeling 10. De redenen staan los van andere sociaalrechtelijke verplichtingen 192 Hoofdstuk 3. Paritair comité....................................... 193 Afdeling 1. Welk paritair comité?.................................. 193 1. Paritair comité van de onderneming............................... 193 2. Nationale Arbeidsraad......................................... 193 3. Werkgroep van het paritair comité................................ 194 Afdeling 2. Voorafgaande raadpleging.............................. 194 Afdeling 3. Bevoegdheid......................................... 195 Afdeling 4. Aanvraag........................................... 196 1. Vorm....................................................... 196 2. Inhoud...................................................... 196 3. Termijn..................................................... 197 Afdeling 5. Beslissing........................................... 197 1. Termijn..................................................... 197 2. Quorum en unanimiteit......................................... 198 3. Effectieve beslissing............................................ 199 4. Motivering.................................................. 199 Afdeling 6. Beroep............................................. 201 1. Situering.................................................... 201 2. Geen administratief beroep...................................... 202 3. Beroep bij de arbeidsgerechten.................................... 202 I. Bevoegdheid van de arbeidsgerechten.......................... 202 II. Termijn................................................. 203 III. Voortzetting van de arbeidsovereenkomst, beperking van de redenen.. 203
x Afdeling 7. Het ontslag.......................................... 204 1. Aanvaarding................................................. 204 2. Verwerping.................................................. 205 3. Geen tijdige beslissing.......................................... 205 Hoofdstuk 4. Arbeidsgerechten..................................... 206 Afdeling 1. Voorafgaande procedure voor het paritair comité............. 206 Afdeling 2. Tijdige beslissing van het paritair comité................... 206 1. Aanvaarding................................................. 206 2. Verwerping.................................................. 207 3. Procedure................................................... 207 Afdeling 3. Geen tijdige beslissing van het paritair comité............... 207 1. Beperking van de redenen....................................... 207 2. Omvang van de beoordeling..................................... 208 3. Procedure................................................... 208 I. Sluiting van de onderneming of een afdeling..................... 208 II. Ontslag van een personeelsgroep.............................. 209 Hoofdstuk 5. Faillissement en gerechtelijke reorganisatie................. 211 Afdeling 1. Raadpleging van het paritair comité door de curator.......... 211 1. Historische situering........................................... 211 2. Artikel 46, 2 Faillissementswet.................................. 213 Afdeling 2. Overname van activa en personeel na faillissement: sluiting?.... 214 Afdeling 3. Gerechtelijke reorganisatie en overdracht onder gerechtelijk gezag 217 TITEL V. Ontslag wegens dringende reden......................... 221 Hoofdstuk 1. Begrip dringende reden................................ 224 Afdeling 1. Eenzelfde begrip...................................... 224 Afdeling 2. Ernstige tekortkoming................................. 225 1. Fout........................................................ 225 2. Privéleven................................................... 225 Afdeling 3. Definitieve onmogelijkheid van professionele samenwerking.... 226 1. Feitenkwestie................................................. 226 2. Schade...................................................... 227 Afdeling 4. Onmiddellijke onmogelijkheid van professionele samenwerking. 227 Afdeling 5. Feiten vreemd aan het mandaat.......................... 228 1. Wettelijke regeling............................................. 228 2. Historische situering........................................... 229 3. Normale uitoefening van het mandaat.............................. 230 4. Het mandaat van de personeelsafgevaardigde in de ondernemingsraad en het verspreiden van informatie...................................... 231
xi 5. Het mandaat van de personeelsafgevaardigde in het CPBW.............. 233 6. Staking..................................................... 234 I. Het recht te staken......................................... 234 II. Misbruik van het stakingsrecht............................... 236 III. Vredesplicht.............................................. 238 IV. Posten.................................................. 239 Hoofdstuk 2. Procedure........................................... 241 Afdeling 1. Beginselen.......................................... 241 1. Voorafgaande procedure........................................ 241 2. Rechtzetting van een voorbarig ontslag............................. 242 3. Toepasselijkheid van het Gerechtelijk Wetboek....................... 243 4. Geen procedure bij CAO........................................ 244 5. Termijnen................................................... 245 6. Partijen..................................................... 247 7. Bevoegde rechtbank............................................ 250 8. Le criminel tient le civil en état................................... 251 9. Geen tussenvordering.......................................... 252 10.Occulte beschermingsperiode.................................... 254 Afdeling 2. Kennisgeving van de dringende reden...................... 255 1. Wettelijke regeling............................................. 255 2. De aangetekende brieven........................................ 255 I. Bestemmelingen........................................... 255 II. Alle feiten............................................... 256 III. Bevoegde persoon......................................... 257 IV. Ondertekening............................................ 259 V. Mededeling in de procedure.................................. 259 3. Verzoekschrift................................................ 259 4. Termijn van drie werkdagen..................................... 261 I. Verschil met artikel 35 Arbeidsovereenkomstenwet................ 261 II. Vervaltermijn............................................. 262 III. Aanvang: kennisneming van de feiten.......................... 263 IV. Duur................................................... 264 5. Taalgebruik.................................................. 265 6. Sanctie...................................................... 266 Afdeling 3. Onderhandelingsfase.................................. 267 1. Algemeen.................................................... 267 2. Verloop..................................................... 267 3. Verzoening................................................... 268 Afdeling 4. Schorsing........................................... 269 1. Personeelsafgevaardigde........................................ 269 2. Kandidaat................................................... 272 3. Aanvang en duur.............................................. 272 4. Schorsing vóór de beschikking van de voorzitter...................... 273
xii 5. Schorsing in geval van cassatieberoep.............................. 274 6. Vergoeding.................................................. 274 Afdeling 5. Gerechtelijke procedure in eerste aanleg.................... 277 1. Dagvaarding................................................. 277 I. Termijn................................................. 277 II. Vormen van het kort geding................................. 279 III. Te dagen partijen.......................................... 279 IV. Alle feiten............................................... 280 V. Rechtbank............................................... 280 2. Beschikking van de voorzitter van de arbeidsrechtbank................. 281 I. Inhoud.................................................. 281 II. Aard................................................... 282 3. Procedure voor de arbeidsrechtbank............................... 283 I. Procedureregeling......................................... 283 II. Behandeling.............................................. 284 III. Vonnis.................................................. 285 IV. Berusting................................................ 285 Afdeling 6. Hoger beroep........................................ 287 1. Eindvonnis.................................................. 287 2. Verzoekschrift................................................ 287 3. De middelen................................................. 289 4. Termijn..................................................... 291 5. Beschikking van de eerste voorzitter............................... 292 6. Procedure voor het arbeidshof.................................... 292 Afdeling 7. Cassatieberoep....................................... 294 1. Termijn..................................................... 294 2. De dringende reden is erkend.................................... 294 3. De dringende reden wordt verworpen.............................. 295 Afdeling 8. Het ontslag.......................................... 296 1. Ontslag door de werkgever...................................... 296 I. De dringende reden is erkend................................. 296 II. De dringende reden is verworpen.............................. 299 2. Ontslag door de werknemer..................................... 299 I. Dringende reden lastens de werkgever.......................... 299 II. Dwang.................................................. 299 III. Ontslag tijdens de procedure................................. 300 TITEL VI. Sanctie bij onregelmatig ontslag.......................... 301 Hoofdstuk 1. Re-integratie........................................ 303 Afdeling 1. Keuze voor de werknemer.............................. 303 Afdeling 2. Geen recht op re-integratie.............................. 305
xiii Afdeling 3. Re-integratieaanvraag.................................. 305 1. Aanvrager................................................... 305 2. Vorm....................................................... 306 3. Inhoud...................................................... 307 4. Termijn..................................................... 307 I. Aanvang en duur.......................................... 307 II. Voorbarige re-integratieaanvraag.............................. 311 Afdeling 4. Aanvaarding door de werkgever.......................... 312 1. Vorm....................................................... 312 2. Termijn..................................................... 312 I. Aanvang en duur.......................................... 312 II. Laattijdige aanvaarding..................................... 313 3. Onvoorwaardelijke verbintenis................................... 313 4. Dezelfde voorwaarden.......................................... 314 5. Onmogelijkheid tot re-integratie.................................. 315 Afdeling 5. Gevolgen van de re-integratie............................ 316 1. Loon....................................................... 316 2. Mandaat.................................................... 316 3. Geen beschermingsvergoeding.................................... 317 4. Afstand van de dringende reden, berusting.......................... 317 Hoofdstuk 2. Beschermingsvergoeding............................... 318 Afdeling 1. Beginselen.......................................... 318 1. Twee onderdelen.............................................. 318 2. Voorwaarde: arbeidsovereenkomst eindigt door het onregelmatig ontslag... 318 3. Dwingend recht en afstand...................................... 319 4. Rechtsmisbruik............................................... 319 5. Conventionele beschermingsvergoeding............................. 320 Afdeling 2. Forfaitair gedeelte..................................... 321 Afdeling 3. Variabel gedeelte...................................... 322 Afdeling 4. Berekeningsbasis..................................... 325 Afdeling 5. Cumulatie van vergoedingen............................ 328 1. Meerdere beschermingsvergoedingen............................... 328 2. Gewone opzeggingsvergoeding................................... 328 3. Gepresteerde opzeggingstermijn................................... 329 4. Andere vergoedingen bij ontslag.................................. 330 I. Werkzekerheidsbeding...................................... 330 II. Ontslagvergoeding als vakbondsafgevaardigde................... 331 III. Willekeurig ontslag en misbruik van ontslagrecht................. 331 IV. Uitwinningsvergoeding..................................... 332 V. Vergoeding wegens concurrentiebeding......................... 332 VI. Sluitingsvergoeding, collectief ontslag.......................... 332 VII. Moederschapsbescherming.................................. 333
xiv VIII. Diverse andere vergoedingen................................. 333 5. Werkloosheidsuitkering......................................... 335 6. Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (brugpensioen)............. 336 7. Ziekte- en invaliditeitsuitkeringen................................. 336 Afdeling 6. Verjaring, interest, waarborg............................ 336 1. Verjaring.................................................... 336 2. Interest..................................................... 340 3. Betalingswaarborg............................................. 340 Afdeling 7. Sociale zekerheid, fiscale behandeling...................... 341 1. Sociale zekerheid.............................................. 341 2. Fiscale behandeling............................................ 341 Modellen........................................................ 343 Bibliografie...................................................... 353 Zaakregister..................................................... 367
1 Inleiding Van bij de oprichting van de ondernemingsraden in 1948 werden de werknemersvertegenwoordigers beschermd tegen afdanking. Door diverse wetswijzigingen werd de ontslagbescherming uitgebouwd. De kandidaten en nadien de leden van de vakbondsafvaardiging belast met de taken van het comité werden ook beschermd, de voorafgaandelijke erkenning van de dringende reden door het arbeidsgerecht werd ingevoerd, en de beschermingsvergoeding werd substantieel opgetrokken. De laatste wettelijke update dateert van 1991. Toen werd de ontslagbescherming gelicht uit de Bedrijfsorganisatiewet en de Gezondheids- en Veiligheidswet, en ondergebracht in de Wet Ontslagregeling Personeelsafgevaardigden. Het is de wet van 19 maart 1991 die voluit als titel heeft: wet houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden. Zowel vóór deze wet als nadien kwam er een uitgebreide rechtspraak tot stand, die i.v.m. belangrijke aspecten van de bescherming verduidelijking heeft gebracht. De uitgebreide rechtspraak en rechtsleer werden door Luc Eliaerts verwerkt in de eerste editie van dit boek. Hoewel er sinds de eerste editie aan de Wet Ontslagregeling Personeelsafgevaardigden weinig is veranderd, maakte de evolutie van de rechtspraak, met markante arresten van het Hof van Cassatie en het Grondwettelijk Hof over o.m. de duur van de bescherming, een update noodzakelijk. Ook onderging de verwante wetgeving in de periode van tien jaar significante wijzigingen, met o.m. de Wet Sociale Verkiezingen die de vroegere KB s vervangt, de herziening van de Richtlijn Europese Ondernemingsraden, de wijziging van de Faillissementswet, de nieuwe Wet Continuïteit Ondernemingen, de invoering van de Europese vennootschap en Europese coöperatieve vennootschap,... Tegelijk was het nodig om de referenties naar de rechtsleer te actualiseren en aan te vullen. Het voorliggend boek is het resultaat van deze oefening. Luc Eliaerts werkte hiervoor samen met Isabelle Van Hiel. Zoals de eerste editie behandelt het slechts één van de beschermingsstatuten, nl. de ontslagbescherming verleend aan de (kandidaat-)personeelsafgevaardigde in de ondernemingsraad en het comité voor preventie en bescherming op het werk. De beoefenaars van het sociaal recht noemen hen gemeenzaam de beschermde werknemers. Antwerpen, december 2012.