De zaken van zwijsen INLEIDING. Toelichting op de samenhang. De Zaken van Zwijsen bestaat uit:



Vergelijkbare documenten
De zaken van zwijsen INLEIDING. Toelichting op de samenhang. De Zaken van Zwijsen bestaat uit:

Voorbereiding en planning van een thema

Onderzoekend en ontwerpend leren met zaakvakken. Heleen van Ravenswaaij MSc, Dr. Tim van Wessel

Alles over. Tijdzaken. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Speelkaarten.indd :14:06

Nieuws in de klas Postbus AA Amsterdam t: f: e: w:

Alles over. Wereldzaken. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Aan welke kerndoelen heb je gewerkt?

Leerlijnen TULE SLO. Jory Tolkamp

AAN WELKE KERNDOELEN HEB JE GEWERKT?

Een kasteel in de buurt bezoeken

Mens en maatschappij (aardrijkskunde, economie, geschiedenis, godsdienst)

Aardrijkskunde vaardigheden (PO-vmbo)

Aardrijkskunde vaardigheden (PO-vmbo)

Keurmerk: Duurzame school

Richtlijn Kerndoelen. Verwijzing naar - Datum vaststelling April Datum bijstelling

Aardrijkskunde. Thema / onderwerp Aardrijkskundeles met gebruikmaking van de geografische vierslag. Betekenis. Bedoeling

De zaken van zwijsen INLEIDING

Stadswerken. Kerndoelen. Programma NMC. Groep 1 t/m 8.

Canon en kerndoelen geschiedenis PO

IPC en de kerndoelen

Leerdoelen en kerndoelen

Schoon water voor iedereen?

Geschiedenis/erfgoed

Aardrijkskunde inhouden (PO-havo/vwo)

Rijk Romeins Leven. Museum Park Matilo Cultuurlijn Tijd Groep 5. Handleiding voorbereidende les

Archeologie op school. Handleiding voor de leerkracht

Mentor Datum Groep Aantal lln

Algemene Docentenhandleiding bij de lesmaterialen over de archeologie van Vlaardingen

Mens en maatschappij vaardigheden (PO-vmbo)

Primair Onderwijs. 6 lessen

KTWT module rekenen-wiskunde. Rekenen is leuker als je denkt

Mentor Datum Groep Aantal lln

Wereldoriëntatie en de kerndoelen

Historisch denken. Historische benaderingen

Waar halen ze de ENERGIE. vandaan? Leerlijn

Leerkrachtenhandleiding Peperduur

Handleiding Echt gebeurd!

Veilig leren lezen kim-versie en Wereldoriëntatie

Instroom pabo geschiedenis

Wereldoriëntatie en de kerndoelen

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten

lesbrief vervolgles Ulrum

Naam leerlingen. Groep BBL1 Mens & Maatschappij. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment

Ontdek het verborgen verleden van Schokland

SaNdWiCh RoBoT. Wat leren leerlingen van deze les?

NEDERLAND VIERT 100 JAAR DE STIJL

Alles over. Blink Wereld geschiedenis. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Aanbod lesstof: basisstof, waar nodig herhalingsstof en extra uitdaging. Nav. de cito rekenresultaten wordt een verdeling in aanbod gemaakt.

Alles over. Faqta. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

INHOUD THIS IS HOLLAND IN DE KLAS / DOCENTENHANDLEIDING - BLAD 1 1 INLEIDING 2

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

Onder onze voeten Schoolbezoek Min40Celsius. Lesbrief

STOOM, MACHINES EN ARBEIDERS

Alles over. Blink Wereld Geschiedenis. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Grenzeloos. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

> In plaats van losse filmpjes of niet-methodische materialen

Stedelijk Dalton Lyceum locatie Overkampweg

De vijftig vensters en de kenmerkende aspecten van de tien tijdvakken van de commissie De Rooy

Alles over. Wijzer! Aardrijkskunde. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

KTWT module rekenen- wiskunde. rekenen is leuker als je denkt

HIERIN VINDT U DE OPBOUW VAN HET PROGRAMMA EN DE GANG VAN ZAKEN IN DE PRAKTIJK

INHOUD DE TIJDSWINKEL. groep 3-4 HOE MENSEN IN VERSCHILLENDE TIJDEN LEVEN

Alles over. Wijzer! Geschiedenis. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Geobas, aardrijkskunde voor de basisschool, Land in zicht, methode aardrijkskunde, Meander vierde editie tweede editie

Alles over. Naut. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

METHODEN EN THEMA S (1/6)

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1

Handleiding bij de cd-rom Terug in de Tijd behorende bij een bezoek aan de Menkemaborg en het gebruik van de junior-audiotour

LEER- EN TOETSPLAN A. ONDERWERP EN DOELEN. Vak: Geschiedenis Leerjaar: 1 Onderwerp: Introductie geschiedenis Kerndoel:

PTO Aardrijkskunde

Wilt u er voor zorgen dat uw kind op tijd op school is? Indien uw kind ziek is, graag telefonisch doorgeven.

TULE inhouden & activiteiten Oriëntatie op jezelf en de wereld - ruimte. Kerndoel 50. Toelichting en verantwoording

SLO-analyse Speurtocht - ThiemeMeulenhoff

Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 7

Leskist THEMA-handleiding Een weekend in de provincie Utrecht Groep 5 en 6

Informatiebrief groep 7/8

DE RODE DRAAD VAN TWENTE

aardrijkskunde het leren hanteren van de geografische benadering.

Alles over. Grenzeloos. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Terwijl veel plaatsen in de buurt van Veenendaal al in april waren bevrijd, duurde dit in Veenendaal veel langer.

hfst. groep 5 groep 6 groep 7 groep 8 4 Rondom de stad Aan het werk Het oosten van Europa Grote verschillen in Afrika

Handleiding leerkracht

METHODEN EN THEMA S (1/7)

Begrijpend lezen. Technisch lezen. Taal

SLO-analyse Een wereld van verschil - Malmberg

Alles over. Speurtocht. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Voorbeeld leerplan geschiedenis voor het Primair Onderwijs. Albert van der Kaap

Citizen science Waterkwaliteit en de aansluiting bij het onderwijs. Reina Kuiper - SME Advies

Alles over. Wijzer! Natuur en techniek. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Mens en maatschappij inhouden (PO-vmbo)

Duurzaamheidscentrum Assen

Agenda Datum Activiteit. Jarigen. Doelen. Jaargang 1, nieuwsbrief 5 10 januari 2017

Poep & Plas Handleiding voor leerkrachten

HvhV Mysterie van de Koppige Kogel LeerstofIntegratie. vs 01

Alles over. Wijzer! Natuur en techniek. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Blink Wereld Natuur en Techniek. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Blink Wereld aardrijkskunde. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

A. LEER EN TOETSPLAN. Vak: Geschiedenis Leerjaar: 3 Onderwerp: De Eerste en Tweede Wereldoorlog (H1 en 2) Kerndoel(en):

Kindcentrum Cornelius

Transcriptie:

INLEIDING De Zaken van Zwijsen bestaat uit: Tijdzaken: digibordmethode voor geschiedenis Wereldzaken: digibordmethode voor aardrijkskunde Natuurzaken: digibordmethode voor natuur en techniek Nieuwe Zaken: digibordlessen wereldoriëntatie gebaseerd op de actualiteit (Nieuwe Zaken heeft een aparte algemene handleiding) De methoden zijn in combinatie met elkaar, maar ook los, te gebruiken. De methoden onderscheiden zich van andere methoden voor kennisgebieden: speciaal ontwikkeld voor gebruik op het digibord; met minimale voorbereiding een kant-en-klare les, of een les die je eenvoudig samenstelt en naar wens verrijkt; een belangrijk uitgangspunt is dat taalproblemen bij leerlingen geen struikelblok mogen vormen: concepten en processen worden zo veel mogelijk visueel uitgelegd; tijdbesparend zonder concessies te doen aan goed onderwijs; gebruiksgemak voor de leerkracht en hogere leeropbrengst staan voorop. De methoden zijn ontwikkeld volgens hetzelfde concept. De samenhang kenmerkt zich doordat in elke methode gebruikgemaakt is van: dezelfde materialen dezelfde opbouw en structuur dezelfde didactiek dezelfde vormgeving dezelfde organisatievorm Toelichting op de samenhang Materialen Elke methode van De Zaken van Zwijsen bestaat uit digibordsoftware voor de leerkracht en de leerlingen en een papieren of digitaal werkboek voor de leerlingen. Het werkboek is een combinatie van informatieve tekst en verwerkingsopdrachten. 1

Opbouw en structuur Per vakgebied De kerndoelen bij de vakgebieden geschiedenis, aardrijkskunde en natuur en techniek zijn ondergebracht in het leergebied oriëntatie op jezelf en de wereld. Het SLO onderscheidt vier domeinen: mens en samenleving natuur en techniek ruimte (aardrijkskunde) tijd (geschiedenis) Tijdzaken realiseert de kerndoelen 51, 52 en 53 die horen bij het domein tijd. Dat zijn: 51 De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren. 52 De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en Holocaust; televisie en computer. De vensters van de canon van Nederland dienen als uitgangspunt ter illustratie van de tijdvakken. 53 De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis. Tijdzaken realiseert ook enkele kerndoelen uit het domein mens en samenleving. Deze kerndoelen (34 t/m 39) betreffen een mix van kennis en attitudes. Naast kennis biedt Tijdzaken met name bij de stellingen (Wat vind jij?) bij elke les aanknopingspunten om gesprekken op gang te brengen die steun bieden bij het ontwikkelen van de attitude rondom goed burgerschap. Het betreft dan vooral de kerndoelen 36 en 37. De andere kerndoelen uit dit domein komen aan bod bij Wereldzaken, Natuurzaken en Nieuwe Zaken. Wereldzaken realiseert de kerndoelen 47, 48, 49 en 50 die horen bij het domein ruimte. Dat zijn: 47 De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met die in omgevingen elders, in binnen- en buitenland, vanuit de perspectieven landschap, wonen, werken, bestuur, verkeer, recreatie, welvaart, cultuur en levensbeschouwing. In ieder geval wordt daarbij aandacht besteed aan twee lidstaten van de Europese Unie en twee landen die in 2004 lid werden, de Verenigde Staten en een land in Azië, Afrika en Zuid-Amerika. 48 De leerlingen leren over de maatregelen die in Nederland genomen worden/werden om bewoning van door water bedreigde gebieden mogelijk te maken. 49 De leerlingen leren over de mondiale ruimtelijke spreiding van bevolkingsconcentraties en godsdiensten, van klimaten, energiebronnen en van natuurlandschappen zoals vulkanen, woestijnen, tropische regenwouden, hooggebergten en rivieren. 50 De leerlingen leren omgaan met kaart en atlas, beheersen de basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld en ontwikkelen een eigentijds geografisch wereldbeeld. Wereldzaken realiseert ook enkele kerndoelen uit het domein mens en samenleving. Deze kerndoelen (34 t/m 39) betreffen een mix van kennis en attitudes. Naast kennis biedt Wereldzaken met name bij de stellingen (Wat vind jij?) bij elke les aanknopingspunten om gesprekken op gang te brengen die steun bieden bij het ontwikkelen van de attitude rondom goed burgerschap. Het betreft dan vooral de kerndoelen 35, 36, 37, 38 en 39. De andere kerndoelen uit dit domein komen aan bod bij Tijdzaken, Natuurzaken en Nieuwe Zaken. Natuurzaken realiseert de kerndoelen 40 t/m 46 die horen bij het domein natuur en techniek. Dat zijn: 40 De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en 2

benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving. 41 De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen. 42 De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur. 43 De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind. 44 De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik. 45 De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren. 46 De leerlingen leren dat de positie van de aarde ten opzichte van de zon, seizoenen en dag en nacht veroorzaakt. Natuurzaken realiseert ook enkele kerndoelen uit het domein mens en samenleving. Deze kerndoelen (34 t/m 39) betreffen een mix van kennis en attitudes. Naast kennis biedt Natuurzaken met name bij de stellingen (Wat vind jij?) bij elke les aanknopingspunten om gesprekken op gang te brengen die steun bieden bij het ontwikkelen van de attitude rondom goed burgerschap. Het betreft dan vooral de kerndoelen 34, 35, 36, 37, 38 en 39. De kerndoelen uit dit domein komen ook aan bod bij Tijdzaken, Wereldzaken en Nieuwe Zaken. Kerndoelen uit het domein mens en samenleving : 34 De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen. 35 De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument. 36 De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger. 37 De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. 38 De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met seksualiteit en met diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele diversiteit. 39 De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu. Per leerjaar In elk leerjaar komen vijf thema s aan bod. Per thema Elk thema bestaat uit drie lessen en een toets. Als voorbereiding op de toets kunt u de leerlingen een samenvatting mee naar huis geven. Elk thema heeft een plusopdracht. Dit is een creatieve opdracht waarbij de leerlingen in groepjes kunnen samenwerken. Deze opdracht leidt vaak tot een presentatie aan de groep zoals een rollenspel, presentatie van een werkstuk of spreekbeurt. In deze opdracht komen de verschillende leerstijlen aan bod. Per les Per les worden afwisselende en motiverende opdrachten aangeboden: twee open opdrachten en vier gesloten opdrachten. De derde les sluit af met een reflectieopdracht. De begrippen uit het thema komen hierin terug. De interactieve opdrachten van het digitale werkboek kunnen meteen door de leerlingen worden nagekeken. Het volgsysteem registreert welke opdrachten de leerlingen hebben gemaakt en hoe lang zij daarmee bezig zijn geweest. Het volgsysteem geeft geen beoordeling van de antwoorden van de leerlingen op de open opdrachten. 3

De antwoorden in het papieren werkboek moeten worden nagekeken. Dat doet u zelf of samen met de leerlingen. Dat laatste kunt u via het digibord doen met behulp van de antwoordversie van het werkboek (de antwoordversie vindt u onder het menu leerkracht ). In elke les worden dezelfde differentiatievormen gebruikt: Leerstijldifferentiatie: de digibordoefeningen, de animaties, de filmpjes en de opdrachten in het werkboek doen een beroep op verschillende leerstijlen. De digibordoefeningen kunnen door leerlingen zelfstandig worden gemaakt. Leerlingen kunnen alleen werken, tegen elkaar spelen of in groepjes spelen. Tempodifferentiatie: bij elke les zijn er twee plusopdrachten voor de snellere leerlingen. Niveaudifferentiatie: een van de plusopdrachten differentieert naar niveau. De toets De toets vindt u als printbare pdf onder het menu leerkracht. Elke toets bestaat uit tien vragen: over elk lesdoel wordt steeds één vraag gesteld. De eerste vraag van de toets wordt veelal gesteld naar aanleiding van een animatie of filmpje die voorafgaand aan de toets wordt getoond. De laatste vraag is een open vraag. De toetsresultaten kunt u registeren in het toetsregistratieformulier. Didactiek Visuele uitleg van concepten en processen Leerlingen van nu leren op een heel andere manier dan vroeger. Zij zijn gewend dat informatie vooral in beeld tot hen komt en steeds minder in tekst. Ze onthouden processen en concepten dan ook beter wanneer ze in beeld, via een animatie of filmpje, worden overgebracht. Dat prikkelt leerlingen veel meer dan een lange tekst. De afbeeldingen en de animaties of filmpjes zijn bronnen van informatie en kunnen zo tekstinformatie vervangen. Ze laten zien hoe iets er echt uitziet en waar je het tegenkomt. Ze maken een verbinding met de belevingswereld van de leerlingen. Taal We hechten veel belang aan taal. Toch is bij kennisgebieden taal voor veel leerlingen een struikelblok. Daarom bieden de methoden extra ondersteuning door uitgebreide en kleurrijke afbeeldingen, animaties en filmpjes. Een goed gekozen beeld verheldert meer dan een uitgebreide tekst. Bij woorden die lastig zijn om uit te spreken, wordt de uitspraak er tussen haakjes achter gezet, bijvoorbeeld guillotine (je zegt: kie-jo-tie-ne). Begrippen die centraal staan in de les worden uitgelegd in tekst en ondersteund door een afbeelding en animatie of filmpje. De begrippen kunnen worden gebruikt om voorkennis te activeren of om taalzwakke leerlingen voorafgaand aan de les te voorzien van extra ondersteuning. 4

Vormgeving 1 3 2 8 4 5 10 6 7 9 Homepage van een les op het digibord. 1 Lesdoelen. 2 Begrippen. Klik erop voor meer uitleg en een afbeelding en een animatie of filmpje. 3 Slideshow. De beelden geven een indruk van de les. 4 Animatie en/of filmpje. Hierin wordt een begrip, concept of proces verduidelijkt. 5 Digibordoefeningen. Elke les heeft twee of drie digibordoefeningen. Met deze oefeningen vergroten de leerlingen spelenderwijs hun kennis van en inzicht in het onderwerp en laten ze zien wat ze al weten. Sommige oefeningen kunnen individueel worden gedaan, andere in tweetallen of groepjes. 6 Werkboek. Wanneer de leerlingen digitaal werken vinden ze hier de werkboekpagina s van de les met de digitale opdrachten. U kunt er ook voor kiezen de leerlingen te laten werken in het papieren werkboek. 7 Stelling. Dit is de opdracht Wat vind jij? U kunt de les afsluiten met deze stelling of ervoor kiezen de werkboekpagina s samen na te kijken. 8 Les aanpassen. U kunt zonder voorbereiding de les geven zoals die wordt aangeboden op het digibord. U kunt de les ook aanpassen. Open de knop les aanpassen en plaats er de lesonderdelen in die u niet wilt gebruiken of zet de lesonderdelen in een eigen volgorde. 9 Foto s en filmpjes toevoegen doet u met de pennentool. De pennentool vindt u onder het menu leerkracht. Onder dit menu staan ook de instructiefilmpjes waarin dit wordt uitgelegd: Zoomvenster Hyperlink toevoegen Pennentool Les aanpassen 10 Google earth. 5

Algemene handleiding Les 1 Landbouw in West-Nederland We s t- N e d e r l a n d JE LE E RT wat de Randstad en het Groene Hart zijn. B EG RIPPE N Randstad Groene Hart veen LES 1 WEET JE HET NOG? C De grond in Zuid-Nederland bestaat vooral uit zeeklei en zand. LANDBOUW IN WESTNEDERLAND 1 wat de Randstad en het Groene Hart zijn; twee voorbeelden van tuinbouw in West-Nederland; de plaatsen van WestNederland. BEGRIPPEN de Randstad het Groene Hart het veen het Westland de glastuinbouw de bollenteel 2 Den Haag. De Randstad Den Haag ligt in de Randstad, net als Amsterdam, Rotterdam en Utrecht. Er wonen veel mensen in dit gebied. Bijna de helft van alle Nederlanders woont in de Randstad! Tussen al die dichtbevolkte steden in de Randstad is nog veel open ruimte. Dit gebied met meren, weilanden en sloten heet het Groene Hart. Hoi, ik heet Melissa. Ik woon in Den Haag. Ik vind Den Haag heel leuk, want er wonen veel mensen en er is altijd wel wat te beleven. En weet je wat ik het leukste vind? Ik woon vlak bij de zee! 3 De grond in het Groene Hart bestaat uit veen. Veengrond is natte grond. Je kunt er geen groente of graan op verbouwen. De boeren gebruiken het veen daarom als weiland. Ze laten er hun koeien grazen. In de zomer maaien de boeren een deel van het gras. Ze laten het drogen tot hooi. De koeien eten het hooi als ze s winters in de stal staan. In een veenlandschap zijn veel weilanden en sloten. Resten van dode planten s Winters eten koeien hooi. Veen is anders dan zand en klei. Zand en klei bestaan uit heel fijne stukjes steen. Maar veen bestaat uit de resten van dode planten. LEGENDA bebouwing Randstad Zo ziet veen eruit. Groene Hart provinciegrens geen kopieermateriaal opdracht 1 Maak opdracht 1 Maak opdracht 2 De provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht vormen samen West-Nederland. Weet jij waar deze provincies liggen? Zet de cijfers in de goede hokjes. 1 = Noord-Holland 2 = Zuid-Holland 3 = Utrecht opdracht 2 geen kopieermateriaal JE LEERT Het Groene Hart Wat kun je op deze grond laten groeien? Trek lijnen. 4 veen gras maïs 40 13110_wz_wb_gr6_bw_thema 3.indd 40-41 zand klei aardappelen 41 6-8-2013 12:05:34 De pagina s van een les uit het papieren werkboek. 1 Lesdoelen. Drie per les. 2 Begrippen. Zes per les. 3 Informatieve deel. Zes pagina s per les. 4 Verwerkingsopdrachten. Zes per les. In het digitale werkboek worden deze opdrachten interactief aangeboden. De leerlingen kunnen deze opdrachten meteen zelf nakijken. Organisatievorm Op lesniveau Elke les duurt 50 minuten, maar kan naar voorkeur worden beperkt of juist uitgebreid (hoe u de les naar uw hand zet, ziet u in het introductiefilmpje in het programma onder het menu leerkracht ). De lesonderdelen voor het digibord zijn: slideshow, lesdoelen, begrippen, animatie, filmpje, digibordoefeningen en stelling. Daarnaast is er een zelfstandig werken-deel, digitaal of papier. De verwerking van de les, digitaal of op papier, neemt ongeveer 25 minuten in beslag. Het is ook mogelijk om de leerlingen alle lesonderdelen zelfstandig te laten doorlopen. Zij bekijken dan de animaties en filmpjes zelfstandig, bekijken de ondersteunende multimediale uitleg bij de begrippen, doen eventueel de interactieve oefeningen en gaan tot slot aan de slag met het digitale werkboek. Ook de stelling (Wat vind jij?) leent zich voor zelfstandig werken. Laat de leerlingen hun mening op papier zetten (of typen op de pc/laptop). Welke argumenten kunnen zij bedenken? Op jaarniveau Elke methode binnen De Zaken Van Zwijsen biedt een kort en helder jaarprogramma. In 20 weken per 6

jaargroep komen alle kerndoelen aan bod en worden de leerlingen getoetst. Dit korte programma biedt mogelijkheden om te variëren: pas na de herfstvakantie starten met geschiedenis of eerst geschiedenis geven, daarna aardrijkskunde en tot slot natuur en techniek. En natuurlijk inspelen op actuele gebeurtenissen met de lessen van Nieuwe Zaken. Wanneer er meer ruimte is, kan het programma worden uitgebreid met de plusopdracht van het thema. In deze variant geeft u elke week een les. Jaarprogramma Tijd: 20 weken Thema 1 Thema 2 Thema 3 Thema 4 Thema 5 In deze variant geeft u elke week 3 lessen. Jaarprogramma Thema 1 Thema 2 Thema 3 Thema 4 Thema 5 Tijd: 10 weken week 1: 3 lessen week 2: toets week 1: 3 lessen week 2: toets week 1: 3 lessen week 2: toets week 1: 3 lessen week 2: toets week 1: 3 lessen week 2: toets In deze variant geeft u elke week een les en in de vijfde week werkt de groep aan de plusopdracht van het thema. Jaarprogramma Tijd: 25 weken Thema 1 plusopdracht 1 week Thema 2 plusopdracht 1 week Thema 3 plusopdracht 1 week Thema 4 plusopdracht 1 week Thema 5 plusopdracht 1 week Omdat actuele gebeurtenissen zich niet laten voorspellen geldt voor een jaarprogramma waarin u ook gebruikmaakt van Nieuwe Zaken een flexibeler rooster. 7

Voor combinatiegroepen Elke methode is goed te gebruiken in een combinatiegroep. Terwijl de ene groep samen met de leerkracht leert en verwerkt via het digibord, werkt de andere groep zelfstandig, in het papieren of digitale werkboek. groep A groep B les 1 samen leren les 1 les 2 les 2 samen leren les 3 samen leren les 3 toets zelfstandig toets zelfstandig samen leren samen leren samen leren Bij deze variant werkt een groep steeds helemaal zelfstandig. groep A groep B les 1 samen leren les 1 zelfstandig werken: digitaal les 2 zelfstandig werken: digitaal les 2 samen leren les 3 samen leren les 3 zelfstandig werken: digitaal toets zelfstandig toets zelfstandig 8

TOELICHTING OP TIJDZAKEN Tijdzaken is een thematisch-concentrische geschiedenismethode. In elk leerjaar komen vijf thema s aan bod. Na twee jaar worden de thema s herhaald. Zo komen de tien tijdzakken tweemaal aan bod. De accenten in groep 5-6 en 7-8 verschillen. In groep 5-6 wordt de inhoud vooral bepaald door de Nederlandse geschiedenis en wordt vooral ingegaan op wie, wat, waar en hoe. In groep 7-8 ligt de nadruk meer op het waarom en worden de onderwerpen vanuit Europees en mondiaal perspectief benaderd. groep 5 groep 7 Jagers en boeren leven als jager, leven als boer Grieken en Romeinen Romeinen in Nederland, Olympische Spelen, Griekse en Romeinse goden Monniken en ridders leven als heer, leven als monnik, leven als horige Steden en staten leven in een stad, leven in een kasteel, een kerk bouwen Ontdekkers en hervormers uitvindingen en ontdekkingen, hervormingen Jagers en boeren archeologie, overgang van jager naar boer, wat verandert er? Grieken en Romeinen leven in Griekenland, het Romeinse Rijk Monniken en ridders Karel de Grote, christendom, Frankische Rijk Steden en staten landbouw en handel, Bourgondische Rijk, de macht van de kerk Ontdekkers en hervormers ontdekkingsreizen, hervormingen groep 6 groep 8 Regenten en vorsten de gouden eeuw, wonen en werken in Amsterdam Pruiken en revoluties pruiken en buitenhuizen, rijk en arm Burgers en stoommachines burgers, arbeiders, industrie in Nederland Wereldoorlogen en Holocaust Tweede Wereldoorlog Televisie en computer wederopbouw, welvaart in Nederland Regenten en vorsten de Republiek, scheepvaart en handel Pruiken en revoluties de Franse tijd, revoluties Burgers en stoommachines industriële revolutie, ontstaan van de democratie Wereldoorlogen en Holocaust Eerste Wereldoorlog, Tweede Wereldoorlog Televisie en computer Koude Oorlog, vrijheid en veiligheid? Tijdsbesef en historisch besef Tijdzaken brengt de leerlingen tijdsbesef en historisch besef bij. Voor de ontwikkeling hiervan is de tijdbalk onontbeerlijk. De tijdbalk wordt gebruikt als middel om gebeurtenissen, verschijnselen, ontwikkelingen en personen in de tijd te plaatsen en te ordenen. De leerlingen ontwikkelen zo inzicht in chronologie. Het gaat hierbij niet alleen om jaartallen. Ook de vraag hoe ver of hoe dichtbij de geschiedenis is, wordt regelmatig gesteld, bijvoorbeeld wanneer verschillende tijdvakken met elkaar worden vergeleken. Bovendien leren de leerlingen historisch besef doordat ze beseffen dat het verleden invloed heeft op het heden. Ze leren aan de hand van bronnen het verleden in het heden te herkennen. Als naslagwerk is er de digitale tijdbalk. 9

Voorkennis ophalen en activeren In de eerste les van elk thema wordt in de rubriek Wat verandert er? een link gelegd met het voorgaande thema. Met de rubriek Weet je het nog? wordt kennis uit vorige thema s of jaargroep geactiveerd. Aandacht voor de eigen omgeving De rubriek Kijk eens om je heen vestigt de aandacht op aspecten uit het thema die in de omgeving van de leerlingen zouden kunnen voorkomen. Het verwijst bijvoorbeeld naar interessante plaatsen, musea of landschappen. Gebruik van personages Elk thema heeft een personage waarmee de leerlingen zich kunnen identificeren. Dit personage vertelt de leerlingen over zijn of haar leven in die tijd. Het personage geeft informatie over het tijdvak of voorziet de lesstof van commentaar. Het personage komt gedurende een les regelmatig voor en kan ook een rol spelen in de opdrachten. In groep 5-6 is het personage een kind. In groep 7-8 een volwassene. Gebruik van kaarten, tabellen en grafieken Vanaf groep 6 wordt regelmatig gebruikgemaakt van historische of topografische kaarten, wordt de informatie in een grafiek of tabel weergegeven en wordt een vergelijking gemaakt tussen toen en nu: wat is hetzelfde en wat is anders. 10

TOELICHTING OP wereldzaken Wereldzaken is een regionaal-thematische aardrijkskundemethode. In elk leerjaar komen vijf thema s aan bod. De accenten in groep 5-6 en 7-8 verschillen. In groep 5-6 wordt de inhoud vooral bepaald door de eigen omgeving en door Nederland, gezien vanuit geografisch, economisch en sociaal-cultureel perspectief. In groep 7 komt Europa aan bod en in groep 8 de wereld. Beide eveneens gezien vanuit geografisch, economisch en sociaal-cultureel perspectief. groep 5 De wijk de buurt, voorzieningen Stad, dorp en platteland verschillen, vervoer, landschappen Aan het werk! beroepen, industrie, diensten, landbouw Water bescherming tegen water, rivieren, drinkwater Op vakantie in eigen land, in Europa, buiten Europa groep 6 Nederland waterland, wonen en werken Zuid-Nederland in en op de grond, waarom staat die fabriek daar? West-Nederland landbouw, industrie, vakantie Noord-Nederland landschap, taal en dialect, in de fabriek, recreatie Oost-Nederland rivierenlandschap, nieuw land, natuur groep 7 Europa landschappen, klimaten, EU Zuid-Europa landschap en klimaat, waterkringloop, toerisme en werk West-Europa landschap en klimaat, wonen en reizen, landbouw en industrie Noord-Europa landschap en klimaat, welvaart en welzijn, visserij en bosbouw Oost-Europa landschap en klimaat, grenzen en EU, landbouw en mijnbouw groep 8 De wereld het zonnestelsel, de aarde, de werelddelen Noord-Amerika landschap en weer, wonen en werken Zuid-Amerika en Antarctica landschap, relatie met Europa, rijk en arm, mijnbouw en ontbossing Afrika landschap en klimaat, leven in Afrika, rijk en arm Azië en Oceanië landschap, grondstoffen, godsdiensten Kaartvaardigheden en topografie In Wereldzaken is een doorlopende leerlijn kaartvaardigheden opgenomen. Doel van deze leerlijn is de leerlingen te trainen in, en te stimuleren tot, kaartgebruik in het dagelijks leven. Tevens is de leerlijn hiermee goed toegerust voor de Cito- en andere toetsen. In groep 5 wordt begonnen met (aanvankelijk) kaartlezen. De laatste twee pagina s van elke les worden hieraan besteed. In groep 6, 7 en 8 zijn kaartvaardigheden en topografie op de volgende manieren structureel verweven in de methode: Zelfstandig werken: kaartvaardigheden en topografie worden in context aangeboden op de laatste twee pagina s van elke les in het werkboek. Opdracht 5 en 6 zijn altijd opdrachten kaartvaardigheden en t o p og r afi e. 11

Samen leren en instructie: er is altijd een digibordoefening die te maken heeft met kaartvaardigheden en topografie. De leerlingen oefenen samen. Google earth wordt ook regelmatig ingezet om te oefenen met topo (in context) of om een tour te maken door een provincie of een land. Oefenen: elk thema heeft een topo-oefenblad met en zonder antwoorden. Het topo-oefenblad vindt u als printbare pdf onder het menu leerkracht. Toets: naast de reguliere toets is er ook een topotoets. De topotoets vindt u als printbare pdf onder het menu leerkracht. Extra: als naslagwerk of om mee te oefenen zijn er digitale atlaskaarten (Nederland, Europa, de wereld). De atlaskaarten vindt u onder het menu extra. Voorkennis ophalen en activeren Met de rubriek Weet je het nog? wordt kennis uit vorige thema s of jaargroep geactiveerd. Uitzoomen en multiperspectiviteit In de rubriek Ergens anders wordt vanuit het thema uitgezoomd naar een ander gebied. Waar komt dit nog meer voor? Er worden verbanden gelegd waardoor de situatie elders beter herkenbaar is voor de leerlingen. Het is belangrijk te beseffen dat dingen vanuit meerdere perspectieven kunnen worden bekeken en dat er verschillende belangen een rol kunnen spelen. Wereldzaken leert leerlingen vanuit verschillende standpunten naar dingen te kijken en zich te verplaatsen in andere standpunten. Gebruik van personages Elk thema heeft een personage waarmee de leerlingen zich kunnen identificeren. Dit personage vertelt de leerlingen over zijn of haar leven in die tijd. Het personage geeft informatie over het tijdvak of voorziet de lesstof van commentaar. Het personage komt gedurende een les regelmatig voor en kan ook een rol spelen in de opdrachten. In groep 5-6 is het personage een kind. In groep 7-8 een volwassene. Gebruik van kaarten, tabellen en grafieken Natuurlijk spelen verschillende soorten kaarten een belangrijke rol binnen Wereldzaken. Vanaf groep 6 wordt regelmatig informatie in een grafiek of tabel weergegeven en wordt een vergelijking gemaakt tussen hier en daar: wat is hetzelfde en wat is anders? 12