Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Vergelijkbare documenten
Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV WERKbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV WERKbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV WERKbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV WERKbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV WERKbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV WERKbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Voorwoord. Inleiding. In dit tabellenboek worden de volgende 28 regio's onderscheiden: Zaanstreek en Waterland. Amstelland, Kennemerland, Meerlanden

FACTSHEET ARBEIDSMARKT

Ontgroening en vergrijzing Noord en Midden Limburg en Zuid Limburg

Aanzet tot ontwikkelen van een arbeidsmarktvisie. Zorg en Welzijn West Brabant. Januari 2012, versie 0.1

Prognose bevolking Fryslân

Leeftijdsopbouw Groningen

Leeftijdsopbouw Drenthe

Inleiding Uitgangspunten regionaal tabellenboek Opbouw regionaal tabellenboek

Aantal medewerkers West-Brabant

INLEIDING REGIOSCHETS 3 Bevolkingssamenstelling: ontgroening en vergrijzing 3 (Potentiële) beroepsbevolking 4 Werkgelegenheid 6

FACTS & FIGURES. Arbeidsmarktmonitor zorg en welzijn Zeeland

FACTSHEET. Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn. Zeeuws-Vlaanderen. foto Xander Koppelmans voor DNA-beeldbank op

WERKGELEGENHEID ZORG EN WJK NIEUWE WATERWEG NOORD

Ontwikkeling werkgelegenheid en werkloosheid 2003

INLEIDING REGIOSCHETS 3 Bevolkingssamenstelling: ontgroening en vergrijzing 3 (Potentiële) beroepsbevolking 4 Werkgelegenheid 6

De arbeidsmarkt Noordoost-Brabant. UWV Werkbedrijf Herman van Lith, bedrijfsadviseur Miranda de Wit, bedrijfsadviseur

Rapportage Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn 2008

Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Friesland 2017

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren

INLEIDING REGIOSCHETS 3 Bevolkingssamenstelling: ontgroening en vergrijzing 3 (Potentiële) beroepsbevolking 4 Werkgelegenheid 6

Langzaam maar zeker zijn ook de gevolgen van de economische krimp voor de arbeidsmarkt zichtbaar

Gegevens deelnemers in Calibris-kwalificaties: instroom, doorstroom, uitstroom en terugstroom

Onderwijs in Kaart 2018 Zuidoost-Brabant

Aantal medewerkers Noordoost-Brabant

Regioportret Haaglanden Arbeidsmarkt zorg en welzijn

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

Aantal medewerkers Zuidoost-Brabant

INLEIDING REGIOSCHETS 3 Bevolkingssamenstelling: ontgroening en vergrijzing 3 (Potentiële) beroepsbevolking 4 Werkgelegenheid 6

INLEIDING REGIOSCHETS 3 Bevolkingssamenstelling: ontgroening en vergrijzing 3 (Potentiële) beroepsbevolking 4 Werkgelegenheid 6

COLOFON. Goes, januari Welzijn & maatschappelijke dienstverlening, jeugdzorg en kinderopvang

Onderwijs in Kaart 2018 West- Brabant

Calibris Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

INLEIDING REGIOSCHETS 3 Bevolkingssamenstelling: ontgroening en vergrijzing 3 (Potentiële) beroepsbevolking 4 Werkgelegenheid 6

Regioportret Noordwest-Veluwe en Stedendriehoek. Arbeidsmarkt zorg en welzijn 2013

Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Drenthe 2017

Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Groningen 2017

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

Februari Brancheschets Zorg & Welzijn

Onderwijs in Kaart 2018 Noordoost-Brabant

Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant MBO

Regionaal Werkbedrijf arbeidsmarktregio Noordoost Brabant

Onderwijs in Kaart 2018 Midden-Brabant

COLOFON. Samenstelling regioportret: E,til. In opdracht van: RegioPlus. Eindredactie: Venturaplus

INLEIDING REGIOSCHETS 3 Bevolkingssamenstelling: ontgroening en vergrijzing 3 (Potentiële) beroepsbevolking 4 Werkgelegenheid 6

De regionale arbeidsmarkt 2016

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

COLOFON. Samenstelling regioportret:

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Regioportret IJssel-Vecht. Arbeidsmarkt zorg en welzijn 2013

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari

Facts & Figures. Arbeidsmarktgegevens Regio Kennemerland, Amstelland & Meerlanden KENNEMERLAND, AMSTELLAND & MEERLANDEN AMSTERDAM & DIEMEN TEXEL

Feiten en cijfers 2010 Branche Kinderopvang

COLOFON. Samenstelling regioportret:

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Regioportet Twente. Arbeidsmarkt zorg en welzijn 2013

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) April 2011

Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juli 2011

LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG

Monitor Economie 2018

Regioportret Achterhoek. Arbeidsmarkt zorg en welzijn 2013

Beroepsbevolking 2005

Trends Noord-Nederlandse arbeidsmarkt & onderwijs:

Facts & Figures 2017 De arbeidsmarkt Zorg en Welzijn in Flevoland

AZW Nieuwsflits Update en highlights AZW StatLine en arbeidsmarktonderzoek

INLEIDING REGIOSCHETS 3 Bevolkingssamenstelling: ontgroening en vergrijzing 3 (Potentiële) beroepsbevolking 4 Werkgelegenheid 6

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Onderwijs in Kaart 2017

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011

Vrouwen op de arbeidsmarkt

Transcriptie:

Colofon Het regioportret Noordoost-Brabant verschijnt één keer per jaar en brengt de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in de sector Zorg en WJK in beeld voor de regio Noordoost-Brabant. Het regioportret Norodoost-Brabant wordt samengesteld door het consortium Panteia, SEOR en Etil, in opdracht van het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Sport, de Stichting Arbeidsmarkten Opleidingsbeleid Verpleeg- Verzorgingstehuizen en Thuiszorg, FCB, de Stichting Arbeidsmarkt Gehandicaptenzorg, de Stichting Arbeidsmarkt Ziekenhuizen, de Stichting O&O Fonds Geestelijke Gezondheidszorg, het kenniscentrum voor leren in de praktijk in Zorg, Welzijn en Sport Calibris en UWV WERKbedrijf. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil. 1

Inhoudsopgave PAGINA 1 ALGEMEEN 3 AANBOD 2 POTENTIËLE BEROEPSBEVOLKING 4 3 ARBEIDSPARTICIPATIE 5 4 BEROEPSBEVOLKING 6 5 PENDEL 7 6 NIET-WERKENDE WERKZOEKENDEN (NWW) 8 VRAAG 7 WERKGELEGENHEID IN ZORG & WJK 9 ONDERWIJS 8 INSTROOM IN OPLEIDINGEN VOOR ZORG & WJK 11 9 DEELNEMERS IN OPLEIDINGEN VOOR ZORG & WJK 13 10 SECTOR- EN STUDIERENDEMENT 15 OORDEEL WERKNEMERS-WERKGEVERS 11 HET OORDEEL VAN WERKNEMERS 17 12 HET OORDEEL VAN WERKGEVERS 18 13 SAMENVATTEND OVERZICHT 19 DEFINITIES 20 BIJLAGEN 23 2

1 Algemeen Inleiding Het Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en WJK (Welzijn en maatschappelijke dienstverlening, Jeugdzorg en Kinderopvang) beoogt relevante organisaties te voorzien van eenduidige en betrouwbare informatie over de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in de gezondheidszorg en de WJK. Daartoe worden onder andere regioportretten opgesteld voor elk van de 28 onderscheiden regio s. De voorliggende rapportage betreft het regioportret voor Noordoost-Brabant, deze regio valt in het werkgebied van werkgeversverband Transvorm. De regio bestaat uit de volgende gemeenten: Bernheze, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Cuijk, Grave, Haaren, Landerd, Lith, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, 's Hertogenbosch, Schijndel, Sint Anthonis, Sint-Michielsgestel, Sint-Oedenrode, Uden, Veghel en Vught. Uitgangspunten regioportret Bij het opstellen van de regioportretten is gebruik gemaakt van de meest recente beschikbare informatie. Aangezien voor een aantal relevante onderwerpen nog geen goede en bruikbare regionale gegevens beschikbaar zijn, kan en zal dit RegioPortret 2011 niet alle vragen over de regionale arbeidsmarkt kunnen beantwoorden, maar moet het op hoofdlijnen de regio wel voldoende handvatten bieden voor arbeidsmarktbeleid. Het is uitdrukkelijk de bedoeling de regioportretten in volgende jaren aan te vullen met nieuwe gegevens die beschikbaar komen. Het onderzoeksteam gaat hierbij voor de grootst mogelijke transparantie, om duidelijk en inzichtelijk te maken waar bepaalde resultaten op gebaseerd zijn. Informatie over de regionale arbeidsmarkt in Zorg en WJK heeft over het algemeen betrekking op een regionale verdeling van landelijke gegevens en ontwikkelingen. Dit betekent dat landelijke gegevens de basis vormen. Op basis van kenmerken die specifiek zijn voor een bepaalde regio, is bepaald hoe landelijke ontwikkelingen zich naar deze regio vertalen. Een belangrijk onderdeel van de pragmatische aanpak heeft betrekking op de regionale werkgelegenheid in Zorg en WJK. Verschillende bronnen zijn hiervoor voorhanden, alle met hun eigen voor- en nadelen. Op basis van een uitgebreide analyse van een viertal beschikbare bronnen (het Sociaal Statistische bestand SSB, gegevens van PGGM, het landelijke vestigingenregister LISA en het Banenbestand van CBS) is besloten om in de regioportretten voor de regionale verdeling van werkgelegenheid uit te gaan van het CBS Banenbestand. Aangezien gegevens over regionale vacatures en regionale mobiliteit nog niet beschikbaar zijn voor alle 28 regio's, zijn deze niet opgenomen in dit regioportret. Gegevens over regionale vacatures in Noord-Brabant zijn wel beschikbaar op de website www.brabantzorg.net. Wel zijn de landelijke cijfers hieromtrent in de bijlage opgenomen. Regionale prognoses omtrent overschotten en tekorten van verplegend, verzorgend en sociaalagogisch personeel worden voor het eerst in het RegioPortret 2012 gepresenteerd. De regionale werkverbanden, waaronder Transvorm, hebben de mogelijkheid gekregen om feedback te geven op hun RegioPortret 2011. Deze feedback kon twee vormen aannemen. Allereerst tekstuele feedback om resultaten zoals in het RegioPortret weergegeven beter te kunnen duiden, en te voorzien van couleur locale. Deze feedback vindt u terug in het RegioPortret dat voor u ligt. Daarnaast feedback op de vastgestelde cijfers met betrekking tot de regionale arbeidsmarkt. Deze feedback wordt verzameld en waar mogelijk meegenomen in het RegioPortret 2012. Voor eigen cijfers van Transvorm verwijzen we u naar de website www.azwbrabant.nl. 3

Leeftijden 2 Potentiële beroepsbevolking Samenstelling potentiële beroepsbevolking naar categorie, Noordoost-Brabant, Bevolkingspiramide Noordoost-Brabant, 2010 en 2020 2009 Werkzame beroepsbevolking (heeft werk >= 12u pw) 269.900 personen Bron: EBB, bewerking Etil Beroepsbevolking (heeft/zoekt werk > 12 u pw) 282.700 personen Potentiële beroepsbevolking 396.400 personen Werkloze beroepsbevolking (zoekt werk >= 12u pw) 12.800 personen Wil >= 12u pw werken 12.200 personen Nietberoepsbevolking 113.700 personen Wil of kan niet >= 12u pw werken 101.500 personen Reden: Opleiding/studie (33%) Ziekte/AO (27%) Vut (16%) Zorgtaken (12%) Anders (12%) Ontwikkeling potentiële beroepsbevolking Noordoost-Brabant en Nederland, 1996-2020 (index; 1996=100) 110 95 e.o. 90-94 85-89 80-84 75-79 70-74 65-69 60-64 55-59 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34 25-29 20-24 15-19 10-14 5-9 0-4 25.000 15.000 5.000 5.000 15.000 25.000 Bron: CBS Statline, bewerking Etil mannen 2020 mannen 2010 vrouwen 2020 vrouwen 2010 Samenstelling potentiële beroepsbevolking De potentiële beroepsbevolking wordt gevormd door alle mensen tussen 15 en 64 jaar. In 2009 waren er in potentie 396.400 mensen beschikbaar voor de arbeidsmarkt in Noordoost-Brabant. Daarvan hebben 269.900 mensen een baan van minimaal 12 uur per week. Ongeveer 25.000 mensen vormen de arbeidsreserve op de arbeidsmarkt in Noordoost-Brabant, deze mensen willen meer dan 12 uur per week werken. Van deze groep zijn 12.800 personen actief op zoek naar een baan en op korte termijn beschikbaar. 105 100 95 90 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 2016 2018 2020 Noordoost-Brabant Nederland Bron: CBS Statline, bewerking Etil 4 Leeftijdsopbouw bevolking De grafiek rechtsboven toont de leeftijdsopbouw van de bevolking in Noordoost-Brabant. De ui-vorm geeft aan dat de bevolking ontgroent en vergrijst. Dit betekent dat de instroom van jongeren krimpt, terwijl de uitstroom van ouderen groeit. Op termijn neemt hierdoor de potentiële beroepsbevolking af, omdat minder jongeren instromen dan ouderen uitstromen. Prognose tot en met 2020 De grafiek hiernaast bevestigd dit beeld en toont een afnemende potentiële beroepsbevolking vanaf 2010. Daarbij is de daling in Noordoost-Brabant groter dan landelijk.

3 Arbeidsparticipatie Ontwikkeling bruto arbeidsparticipatie mannen in Noordoost-Brabant Ontwikkeling bruto arbeidsparticipatie vrouwen in Noordoost-Brabant en Nederland, 1996-2015 (in %) en Nederland, 1996-2015 (in %) 85% 80% 75% 70% 65% 60% 55% 50% 45% 40% 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 Noordoost-Brabant Nederland 85% 80% 75% 70% 65% 60% 55% 50% 45% 40% 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 Noordoost-Brabant Nederland Bron: CBS Statline, bewerking Etil Bron: CBS Statline, bewerking Etil Bruto arbeidsparticipatie naar kenmerken, 2009 en 2015 (in %) Noordoost- Brabant Noordoost- Brabant Nederland Nederland 2009 2015 2009 2015 Totaal 71% 75% 71% 73% Mannen 79% 80% 79% 79% Vrouwen 63% 69% 63% 68% 15-24 jaar 46% 46% 45% 46% 25-34 jaar 89% 92% 87% 89% 35-44 jaar 86% 87% 86% 88% 45-54 jaar 82% 87% 81% 85% 55 jaar e.o 49% 59% 50% 56% autochtoon 72% 72% allochtoon 64% 66% Bron: EBB, CBS Statline, bewerking Etil Bruto arbeidsparticipatie De bruto participatiegraad geeft de verhouding weer tussen de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking en de potentiële beroepsbevolking. De arbeidsparticipatie stijgt al jaren onder met namevrouwen (zie boven). Onder invloed van sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen en stimulerende maatregelen om werk en gezin te combineren, is het aantal vrouwen en ouderen dat beschikbaar is voor de arbeidsmarkt, toegenomen. Daarnaast is het opleidingsniveau van de potentiële beroepsbevolking toegenomen, en hoger opgeleiden participeren over het algemeen meer op de arbeidsmarkt. In 2009 was de participatiegraad in zowel Noordoost-Brabant als Nederland 71%. Ook de komende jaren blijft de arbeidsparticipatie stijgen. Dit zal de afnemende potentiële beroepsbevolking in ieder geval tot 2015 compenseren. In 2015 zal de bruto arbeidsparticipatie in Noordoost-Brabant zijn gestegen tot 75%, in Nederland is dit 73%. Kenmerken bruto arbeidsparticipatie De participatie onder mannen ligt landelijk en in Noordoost-Brabant hoger dan onder vrouwen. Dit blijft zo tot 2015. Bovenstaande grafieken tonen dat vooral de participatie onder vrouwen zal blijven stijgen tot bijna 70%. Dat van mannen zal rond de 80% blijven schommelen. De participatie van vrouwen ligt in Noordoost-Brabant zowel in 2009 als 2015 lager dan landelijk, terwijl de participatie van mannen vrijwel gelijk is aan het landelijk gemiddelde. In de leeftijdsgroep 25-54 jaar participeert tussen 82 en 89% op de arbeidsmarkt. Bij jongeren (25-) en ouderen (55+) ligt het percentage lager. In 2009 ligt de arbeidsparticipatie van ouderen in Noordoost-Brabant lager dan landelijk. Tot 2015 groeit de participatie van ouderen in de regio echter aanzienlijk, waardoor de participatie in 2015 hoger ligt dan landelijk. Allochtonen participeren in Noordoost- Brabant in 2009 iets minder dan landelijk. 5

4 Beroepsbevolking 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 Noordoost-Brabant Bron: CBS Statline, bewerking Etil Nederland Ontwikkeling beroepsbevolking Noordoost-Brabant en Nederland, Kenmerken beroepsbevolking, 2009 en 2015 (in %) 1996-2015 (index; 1996=100) Noordoost- 130 Brabant 125 120 115 110 105 100 95 90 Noordoost- Brabant Nederland Nederland 2009 2015 2009 2015 Totaal (absoluut) 282.600 292.600 7.846.200 8.135.700 Mannen 57% 54% 56% 54% Vrouwen 43% 46% 44% 46% 15-24 jaar 11% 11% 11% 12% 25-34 jaar 21% 21% 22% 23% 35-44 jaar 28% 23% 27% 23% 45-54 jaar 26% 28% 25% 27% 55 jaar e.o 14% 17% 14% 15% autochtoon 88% 82% allochtoon 12% 18% Bron: CBS Statline, bewerking Etil Toekomstige ontwikkelingen Tot de beroepsbevolking behoren alle mensen die werkend of werkzoekend actief zijn op de arbeidsmarkt. Dit wordt bepaald door een combinatie van de potentiële beroepsbevolking en arbeidsparticipatie. Ondanks een afnemende potentiële beroepsbevolking blijft de beroepsbevolking in Noordoost-Brabant stijgen de komende jaren. Deze groei ontstaat doordat de afname van de potentiële beroepsbevolking wordt goedgemaakt doordat er meer mensen gaan werken. In 2009 bestaat de beroepsbevolking in Noordoost-Brabant uit 282.600 personen. Vanaf 2007 neemt de beroepsbevolking toe, waardoor in 2015 de beroepsbevolking in Noordoost-Brabant uit 292.600 personen bestaat. Landelijk zal de beroepsbevolking tussen 2009 en 2015 ook blijven stijgen (ondanks een lichte daling in 2010) van ruim 7,8 miljoen naar ruim 8,1 miljoen personen in 2015. Kenmerken van beroepsbevolking In de beroepsbevolking is het aandeel mannen groter dan het aandeel vrouwen. Dat geldt zowel voor Noordoost-Brabant als landelijk. Ook naar leeftijd wijkt de beroepsbevolking in de regio weinig af van Nederland. Driekwart van de beroepsbevolking bevindt zich tussen de 25 en 54 jaar. In 2015 is er wel een verschuiving te zien van de categorie 35-44 naar 45-plus. De verdeling naar etniciteit toont dat de beroepsbevolking in Noordoost-Brabant een duidelijk kleiner aandeel allochtonen kent dan landelijk. 6

5 Pendel Binnenlandse pendel in Zorg en WJK, Noordoost-Brabant, 2006-2009 Binnenlandse pendel in Zorg en WJK en alle sectoren, 2009 15.000 (uitgedrukt als percentage van totaal aantal werknemers) 60% 10.000 40% 5.000 0 20% -5.000-10.000-15.000 2006 2007 2008 2009 Inkomende pendel Uitgaande pendel Pendelsaldo Bron: Loonaangifte, Statistiek Werkgelegenheid en Lonen (SWL), CBS, bewerking Etil Inkomende pendel uit buitenland, 2009* Zorg en WJK Alle sectoren Noordoost-Brabant 110 5.150 Nederland 9.600 147.600 Voor Nederland geldt de volgende uitsplitsing: België 70% 29% Duitsland 27% 29% Polen 0% 32% Overig buitenland 3% 10% * Er zijn geen gegevens bekend over uitgaande pendel naar het buitenland. Bron: Loonaangifte, SWL, CBS, bewerking Etil Top-3 inkomende en uitgaande pendelstromen in Zorg en WJK Noordoost-Brabant, 2009 Inkomende pendel Uitgaande pendel Regio van herkomst Regio van bestemming Zuid-West Gelderland 2.890 Zuid-West Gelderland 3.300 Midden-Brabant 2.640 Zuidoost-Brabant 2.400 Zuidoost-Brabant 2.370 Midden-Brabant 1.320 Bron: Loonaangifte, SWL, CBS, bewerking Etil 0% -20% -40% Zorg en WJK Noordoost-Brabant Bron: Loonaangifte, SWL, CBS, bewerking Etil Alle sectoren Noordoost-Brabant Inkomende pendel Uitgaande pendel Pendelsaldo Een belangrijk fenomeen voor de bepaling van vraag en aanbod op de regionale arbeidsmarkt is de pendel. De regionale arbeidsmarkt is geen gesloten systeem. Zo is er sprake van inkomende binnenlandse pendel. Dit zijn personen die weliswaar in de regio werken, maar elders in Nederland wonen. Omgekeerd is er ook sprake van uitgaande binnenlandse pendel, personen die wel in de regio wonen, maar elders in Nederland werken. Deze gegevens komen uit Statistiek Werkgelegenheid en Lonen van het CBS. Daarnaast kan er, voornamelijk in grensregio s, sprake zijn van buitenlandse pendel. Er is bekend hoeveel inwoners van een ander land in de regio werken, de inkomende buitenlandse pendel. Omdat deze gegevens niet voor het buitenland beschikbaar zijn, is onduidelijk hoeveel inwoners van de regio in het buitenland werkzaam zijn (de uitgaande buitenlandse pendel). Binnenlandse pendel In Noordoost-Brabant is er in Zorg en WJK sprake van een positief binnenlands pendelsaldo, dat in de loop van de jaren stabiel is gebleven. In 2009 was het pendelsaldo in Zorg en WJK 2.100. Een kleine 9.000 inwoners van Noordoost-Brabant verlaat de regio om elders in de Zorg te gaan werken, terwijl ongeveer 11.100 mensen de omgekeerde beweging maken. Dus per saldo komen meer werknemers van buiten regio in de sector werken. De populairste bestemmingen om vanuit Noordoost-Brabant in Zorg en WJK te gaan werken, zijn naburige regio s Zuid-West Gelderland, Zuidoost-Brabant en Midden-Brabant. Hierbij valt het op dat de inkomende pendel vanuit Midden-Brabant twee keer zo groot is als de uitgaande pendel naar Midden-Brabant. De grafiek rechtsboven vergelijkt de binnenlandse pendel in Zorg en WJK met andere sectoren. Dan blijkt dat het binnenlands pendelsaldo in de zorg relatief gezien nagenoeg gelijk is aan dat in andere sectoren. Zowel de uitgaande als de ingaande pendel is in Zorg en WJK relatief kleiner dan in andere sectoren. Buitenlandse pendel Er zijn alleen gegevens beschikbaar over de inkomende buitenlandse pendel. In totaal komen 5.150 buitenlanders naar Noordoost-Brabant om te werken, daarvan komt slechts een beperkt deel in Zorg en WJK terecht. Op basis van landelijke cijfers weten we dat de grootste groep buitenlandse werknemers die in Nederland komt werken in Zorg en WJK afkomstig is uit België, gevolgd door Duitsland. In vergelijking met andere sectoren werken er relatief veel inwoners van België in de Nederlandse gezondheids- en welzijnszorg. 7

6 Niet-Werkende Werkzoekenden (NWW) Kenmerken totale werkloosheid, 2010 (jaargemiddelde) Regio's Noordoost- Brabant Nederland Totaal NWW 15.020 497.900 Totaal NWW Zorg en WJK 470 18.400 Mannen 52% 52% Vrouwen 48% 48% 15-24 jaar 8% 8% 25-54 jaar 68% 70% > 55 jaar 25% 22% Ontwikkeling werkloosheidspercentage in Noordoost-Brabant en Nederland, jaargemiddelde 2007-2010 (in %) 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% < 1 jaar werkloos 55% 53% > 1 jaar werkloos 45% 47% Basisonderwijs 23% 28% VMBO 22% 21% HAVO/VWO 4% 4% Bron: UWV Werkbedrijf, CBS MBO 35% 31% HBO/Bachelor 12% 11% WO/Master 4% 4% Bron: UWV Werkbedrijf, CBS 0% 2007 2008 2009 2010 Noordoost-Brabant Nederland Kenmerken werkloosheid Als het aanbod van de arbeidsmarkt niet aansluit op de vraag, ontstaat werkloosheid. De cijfers worden uitgedrukt in het aantal niet werkende werkzoekenden (NWW ers). Dit zijn mensen tussen 15 en 64 jaar die werk zoeken van minstens twaalf uur per week en daarvoor staan ingeschreven bij het UWV WERKbedrijf. In 2010 waren in Noordoost-Brabant 15.020 mensen werkloos. Daarvan was 52% man, 25% van de NWW-ers was ouder dan 55 jaar, terwijl 8% nog geen 25 was. In Noordoost-Brabant had 45% van de NWW ers maximaal een vmbo-opleiding (landelijk 49%), 39% was middelbaar opgeleid (landelijk 35%) en 16% was hoger opgeleid (landelijk 15%). Het aandeel laag opgeleide NWW ers is dus relatief laag in de regio. Het aantal NWW in Zorg en WJK is gebaseerd op het aantal bij UWV WERKbedrijf ingeschreven NWW ers in de voor de sector Zorg en WJK meest relevante grofmazige beroepsgroepen. Dit zijn de (para)medische, algemeen verzorgende en sociaal-maatschappelijke beroepsgroepen tot en met het hogere beroepsniveau. In Noordoost-Brabant staan daarom 470 niet-werkende werkzoekenden in Zorg en WJK ingeschreven. Dit is waarschijnlijk een onderschatting van het werkelijke aantal. Het UWV deelt een aantal Zorg en WJK beroepen in bij niet-zorg/wjk-beroepen en deze blijven daarom buiten beschouwing. Recente ontwikkelingen werkloosheid De ontwikkeling van de werkloosheid weerspiegelt de economische ontwikkeling. Toch valt op dat de werkloosheid ondanks de economische crisis in 2009 en 2010 slechts beperkt steeg, terwijl de productie enorm terugviel. Verklaringen hiervoor zijn: Labour hoarding: mensen in dienst houden met het oog op verwachte toekomstige krapte. Werktijdverkorting en deeltijd-ww Flexibilisering van de arbeidsmarkt: meer flexwerkers en zzp ers. Mogelijke veranderingen in de sectorstructuur: meer diensten en minder industrie waardoor het effect van productiedaling op personele bezetting verandert. Onvervulde vacatures: zelfs op het dieptepunt van de crisis waren er landelijk nog 100.000 openstaande vacatures. Het is plausibel dat een deel van de mensen die door de crisis hun werk kwijt raakten, konden instromen op nog openstaande vacatures bij andere arbeidsorganisaties. Langer doorleren door jongeren. In Noordoost-Brabant ligt het werkloosheidspercentage structureel onder het landelijk gemiddelde. Het gemiddelde NWW percentage was in 2010 5,3% in Noordoost- Brabant en 6,4% in Nederland. 8

7 Werkgelegenheid in Zorg & WJK Werknemers in Noordoost-Brabant en Nederland uitgesplitst naar sector, 2009 Noordoost-Brabant Nederland Werkgelegenheid Zorg WJK Zorg % totale % totale % totale absoluut werkgelegenheid absoluut werkgelegenheid absoluut werkgelegenheid absoluut In werknemers 36.700 13% 6.100 2% 1.007.400 13% 171.200 In arbeidsvolume werknemers 24.900 11% 4.000 2% 678.700 11% 116.400 In banen van werknemers 39.200 13% 6.700 2% 1.079.700 14% 182.300 WJK % totale werkgelegenheid 2% 2% 2% Bron: Loonaangifte, SWL, CBS, bewerking Etil Ontwikkeling aantal werknemers in Zorg en WJK, in Noordoost-Brabant en Nederland, 2006-2009 (index; 2006=100) 110 108 106 104 102 100 98 96 94 2006 2007 2008 2009 Noordoost-Brabant Nederland Bron: Loonaangifte, SWL, CBS, bewerking Etil Verdeling werknemers naar branches, 2009 3% 11% Noordoost-Brabant 4% 7% 34% 17% 8% 16% Ziekenhuizen Geestelijke gezondheidszorg Gehandicaptenzorg VVT Ontwikkeling aantal werknemers in Noordoost-Brabant naar branche, 2006-2009 Gem. jaarlijkse groei 2006- NL Gem. jaarlijkse groei 2006-2009 (%) Branches 2006 2007 2008 2009 2009 (%) Ziekenhuizen 6.300 6.500 6.700 7.100 3,7% 2,5% Geestelijke gezondheidszorg (GGZ) 3.400 3.500 3.400 3.300-0,4% 3,4% Gehandicaptenzorg 6.700 6.600 6.200 6.900 1,5% 3,4% Verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg (VVT) 13.600 13.600 14.500 14.600 2,4% 1,6% Zorg overig 4.500 4.400 4.700 4.800 2,4% -0,6% Jeugdzorg 700 700 1.100 1.400 27,9% 5,2% Kinderopvang 2.100 2.400 2.700 2.900 12,5% 9,1% Welzijn en maatschappelijke dienstverlening (WMD) 2.100 2.400 2.100 1.800-4,5% -1,5% Zorg overig Jeugdzorg Kinderopvang Totaal 39.400 40.100 41.400 42.800 2,8% 2,2% Bron: Loonaangifte, SWL, CBS, bewerking Etil Bron: Loonaangifte, SWL, CBS, bewerking Etil 2% 11% Nederland 6% 6% 34% 22% 12% 7% WMD 9

Karakteristieken van werknemers naar branche, Noordoost-Brabant, 2009 Branches Aantal werknemers 2009 Deeltijd factor Gemiddelde leeftijd Aandeel 55+ Aandeel 35- Aandeel vrouwen Aandeel zelfstandigen in werkgelegenheid in Zorg en WJK, 2006-2008 (in %) 3,5% Ziekenhuizen 7.100 0,71 40,6 13% 32% 84% GGZ 3.300 0,75 42,6 19% 28% 75% Gehandicaptenzorg 6.900 0,67 39,4 13% 37% 84% VVT 14.600 0,60 42,1 16% 25% 94% Zorg overig 4.800 0,81 41,3 14% 31% 77% Jeugdzorg 1.400 0,79 40,0 14% 39% 79% Kinderopvang 2.900 0,57 34,8 7% 56% 97% WMD Totaal Zorg en WJK Noordoost- 1.800 0,69 43,6 23% 25% 72% Brabant 42.800 0,66 40,8 15% 32% 86% Totaal alle sectoren Noordoost- Brabant 289.900 0,78 39,0 16% 42% 59% Totaal Zorg en WJK Nederland 1.178.600 0,67 40,6 15% 33% 84% Totaal alle sectoren Nederland 7.483.800 0,79 39,0 16% 43% 59% Bron: Loonaangifte, SWL, CBS, bewerking Etil 3,0% 2,5% 2,0% 1,5% 1,0% 0,5% 0,0% 2006 2007 2008 Zelfstandigen Noordoost-Brabant Zelfstandigen Nederland Bron: SSB Zelfstandigen Zorg en WJK binnen geheel van sectoren Dit hoofdstuk gaat in op de ontwikkeling van de werkgelegenheid in Zorg en WJK. De werkgelegenheid wordt gemeten in het aantal werknemers, dat is het gemiddeld aantal personen dat in de maand december een arbeidsovereenkomst heeft. De recente recessie is landelijk niet van invloed geweest op de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de sector Zorg en WJK. Waar de werkgelegenheid in veel andere sectoren in 2009 sterk is afgenomen, is in de Zorg en WJK sprake van groei. In 2009 bedroeg het aantal werknemers bijna 1,2 miljoen. Gedurende de periode 2006-2009 groeide landelijk het aantal werknemers per jaar gemiddeld met ruim twee procent. In Noordoost-Brabant zijn 42.800 werknemers werkzaam in Zorg en WJK. In totaal omvat de sector Zorg en WJK 15% van alle werknemers. Landelijk is dit aandeel eveneens 15%. Net als landelijk nam de werkgelegenheid in Zorg en WJK in Noordoost-Brabant toe in de periode 2006-2009. Procentueel was de toename gemiddeld 2,8% per jaar. Hoewel de grote lijnen herkenbaar zijn is het mogelijk dat de werkgelegenheidsontwikkeling op regionaal niveau, wanneer dit wordt bekeken van jaar op jaar, in sommige gevallen wat vreemde bewegingen kan laten zien. Zo is er in Noordoost-Brabant een groot verschil in werkgelegenheid in de jeugdzorg van 2007 naar 2008. Het aantal werknemers neemt dan toe van 700 naar 1.100 werknemers. Hieraan kunnen meerdere oorzaken ten grondslag liggen. Het vergt nog nader onderzoek om uit te vinden wat daar precies aan de hand is. Branches De ontwikkeling van de werkgelegenheid verschilt sterk tussen de diverse branches. In het algemeen waren in 2009 de meeste werknemers in zowel Noordoost-Brabant als Nederland werkzaam in de branches VVT en ziekenhuizen. Tussen 2006 en 2009 is met name de groei van het aantal werknemers in de kinderopvang en de jeugdzorg landelijk sterk geweest, respectievelijk 9,1 en 5,2%. De groei van het aantal werknemers in de VVT en zorg overig lag met respectievelijk 1,6 en -0,6% onder het gemiddelde voor de sector als geheel. Op regionaal niveau wijkt de ontwikkeling per branche op punten sterk af van het landelijk beeld. Zo neemt het aantal werknemers in de branche GGZ in Noordoost-Brabant af, terwijl deze sector landelijk juist toeneemt. Bij de sector jeugdzorg is de jaarlijkse groei veel groter dan landelijk. Kenmerken werknemers in zorgsector Een fors deel van de werkgelegenheid in de Zorg en WJK betreft deeltijdwerk. In Noordoost-Brabant werkte de gemiddelde werknemer in de Zorg en WJK in 2009 0,66 werkweek tegenover 0,67 landelijk. De omvang van de gemiddelde werkweek verschilt sterk tussen de diverse branches. In Noordoost-Brabant hebben de branches kinderopvang en VVT de kleinste omvang van de gemiddelde werkweek met respectievelijk 0,57 en 0,60. De gemiddelde leeftijd van werknemers in Zorg en WJK is 41 jaar en 86 procent van de werknemers is vrouw. Het aandeel jongeren (35-) is in de Zorg en WJK in Noordoost-Brabant ruim tweemaal zo groot als het aandeel ouderen (55+). Zelfstandigen in Zorg en WJK Bovenstaande grafiek toont het aandeel zelfstandigen in de sector. In de afgelopen jaren is zowel in Noordoost-Brabant als Nederland het aandeel zelfstandigen toegenomen. De trend van 'individualisering' van de beroepsbevolking, namelijk het in toenemende mate kiezen (vrijwillig of gedwongen) voor een bestaan als zelfstandige zonder personeel (zzp'er) speelt ook een rol in de sector Zorg en WJK. 10

8 Instroom in opleidingen voor Zorg & WJK Instroom in opleidingen voor Zorg en WJK in Noordoost-Brabant en Nederland, 2009, absoluut en Instroom in opleidingen voor Zorg en WJK in uitgedrukt als percentage van de totale instroom in opleidingen voor Zorg en WJK Noordoost-Brabant en Nederland, 2009 Noordoost-Brabant Nederland Noordoost-Brabant % instroom % instroom Zorg & WJK Absoluut Zorg & WJK Absoluut Zorg & WJK V&V SAW Abs. % Kwalificaties Abs. % V&V Zorghulp (niveau 1) 29 1% 1.096 2% BOL 455 361 816 20% 3.221 80% Helpende zorg en welzijn (niveau 2) 243 11% 9.431 17% BBL 652 269 921 31% 2.056 69% Verzorgende (niveau 3) 387 18% 7.658 14% HBO 120 277 397 11% 3.171 89% Verpleegkundige (niveau 4) 320 15% 5.533 10% Verpleegkundige (niveau 5) 120 6% 3.306 6% AG* Assisterenden (niveau 4) 128 6% 2.784 5% SAW Pedagogisch werker (niveau 3) 206 10% 7.625 14% V&V SAW Nederland Zorg & WJK Overig Medewerker maatschappelijke zorg (niveau 3) 137 6% 3.603 7% Abs. % Abs. % Pedagogisch werker (niveau 4) 192 9% 2.794 5% BOL 14.689 11.236 25.925 22% 89.910 78% Medewerker maatschappelijke zorg (niveau 4) 58 3% 831 2% BBL 11.813 5.171 16.984 26% 48.354 74% Sociaal cultureel werker (niveau 4) 20 1% 839 2% HBO 3.306 8.995 12.300 12% 88.190 88% Sociaal-maatschappelijk dienstverlener (niveau 4) 17 1% 715 1% Bron: DUO-CFI, CBS Onderwijsgegevens, bewerking Etil Sociaal pedagogische hulpverlening (niveau 5) 179 8% 4.624 8% Cultureel maatschappelijke vorming (niveau 5) 22 1% 708 1% Maatschappelijke dienstverlening (niveau 5) 76 4% 3.662 7% Totaal Zorg en WJK 2.134 100% 55.209 100% Totaal overige opleidingen 8.448 226.454 Bron: DUO-CFI, CBS Onderwijsgegevens, bewerking Etil * Dit betreft een optelling van de kwalificaties apothekersassistent, doktersassistent en tandartsassistent Overig Instroom in opleidingen voor Zorg en WJK Het onderwijs in de sector draagt aanzienlijk bij aan het arbeidsaanbod. Elk jaar kiest ongeveer een kwart van alle jongeren voor een opleiding voor Zorg en WJK (MBO+HBO). De populairste opleidingen op mbo-niveau in Noordoost-Brabant zijn verzorgende (niveau 3), verpleegkundige (niveau 4) en helpende zorg en welzijn (niveau 2). In Noordoost-Brabant is de instroom in BOL-opleidingen voor Zorg en WJK kleiner dan in BBL-opleidingen. Ongeveer 20% van alle BOL-leerlingen kiest voor dergelijke opleiding en zo n 31% van de BBL ers maakt deze keuze. Het aandeel BOL'ers in Zorg en WJK ligt in Noordoost-Brabant lager dan landelijk, terwijl het aandeel BBL'ers juist hoger ligt. In Noordoost-Brabant is de instroom binnen het HBO het grootst in sociaal pedagogische hulpverlening. Ongeveer 11% van alle leerlingen in Noordoost-Brabant, die instromen in het HBO, kiest voor een opleiding voor Zorg en WJK. De grafiek op de rechterpagina (bovenaan) toont dat de totale instroom in opleidingen voor Zorg en WJK tussen 2006-2009 is toegenomen. In totaal is de toename bijna 30% in Noord-Brabant. De instroom in andere opleidingen is in deze periode daarentegen (minimaal) afgenomen. In Noordoost-Brabant is de groei van de instroom in Zorg en WJK duidelijk groter dan landelijk. Kenmerken instroom MBO De samenstelling van de bevolking naar leeftijd verandert in de toekomst en het aandeel personen van niet-nederlandse herkomst neemt toe, met name in grootstedelijke gebieden. Uitgaande van een toenemende vraag naar zorgdiensten is het voor de arbeidsmarkt in de Zorg en WJK van belang om aantrekkelijk te zijn voor deze groep personen. De grafieken op de rechterpagina hebben betrekking op de samenstelling van de instroom in opleidingen voor Zorg en WJK. In Noord-Brabant is het aandeel mannen in zowel BOL- als BBL-opleidingen iets kleiner dan landelijk. Ook het aandeel allochtonen in zowel BOL- als BBL-opleidingen in zorg en WJK is kleiner dan landelijk. Het aandeel 25-plussers is in BOL-opleidingen iets kleiner dan landelijk, maar in BBL-opleidingen iets groter dan landelijk. Kenmerken instroom HBO In 2009 lag het aandeel mannen dat landelijk instroomde in opleidingen voor Zorg en WJK op hbo-niveau rond 20%. Hierin wijkt Noordoost-Brabant niet veel af van het landelijke beeld. In Noordoost-Brabant wijkt het aandeel allochtonen en 25-plussers in de hbo-instroom meer af van het Nederlands beeld. Zo betrof bijna 19% van de instroom in 2009 allochtonen, terwijl het Nederlandse gemiddelde op 23% lag. De instroom van 25-plussers betrof ruim 20% in de regio, vergeleken met ruim 23% in Nederland. 11

Ontwikkeling instroom in opleidingen voor Zorg en WJK en overige opleidingen, Noordoost-Brabant en Nederland, 2006-2009 (in %) 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Bron: DUO-CFI, CBS Onderwijsgegevens, bewerking Etil Kenmerken instroom in mbo-opleidingen voor Zorg en WJK Kenmerken instroom in mbo-opleidingen voor Zorg en WJK uitgesplitst naar BOL en BBL, 2009, Noordoost-Brabant (in %) uitgesplitst naar BOL en BBL, 2009, Nederland (in %) 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Noordoost-Brabant Totaal overige opleidingen Bron: DUO-CFI, CBS Onderwijsgegevens, bewerking Etil Nederland Zorg en WJK Aandeel man Aandeel allochtoon Aandeel >25 jaar BOL BBL Bron: DUO-CFI, CBS Onderwijsgegevens, bewerking Etil Kenmerken instroom in hbo-opleidingen voor Zorg en WJK Kenmerken instroom in hbo-opleidingen voor Zorg en WJK 2009, Noordoost-Brabant (in %) 2009, Nederland (in %) 25% 25% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Aandeel man Aandeel allochtoon Aandeel >25 jaar BOL BBL 20% 20% 15% 15% 10% 10% 5% 5% 0% Aandeel man Aandeel allochtoon Aandeel >25 jaar 0% Aandeel man Aandeel allochtoon Aandeel >25 jaar Bron: DUO-CFI, CBS Onderwijsgegevens, bewerking Etil Bron: DUO-CFI, CBS Onderwijsgegevens, bewerking Etil 12

9 Deelnemers in opleidingen voor Zorg & WJK Kenmerken deelnemers in mbo- en hbo-opleidingen voor Zorg en WJK*, 2010 Noordoost-Brabant Kwalificaties Aantal 2010 Aandeel BOL Aandeel BBL Aandeel mannen Aandeel allochtonen Aandeel 25+ V&V Zorghulp (niveau 1) 25 92% 8% 4% 40% 8% Helpende zorg en welzijn (niveau 2) 518 85% 15% 3% 24% 13% Verzorgende (niveau 3) 761 27% 73% 5% 10% 52% Verpleegkundige (niveau 4) 790 46% 54% 11% 7% 43% Verpleegkundige (niveau 5) 380 0% 0% 15% 9% 19% AG Assisterenden (niveau 4) 345 94% 6% 3% 33% 14% SAW Pedagogisch werker (niveau 3) 675 86% 14% 3% 12% 8% Medewerker maatschappelijke zorg (niveau 3) 505 81% 19% 19% 12% 15% Pedagogisch werker (niveau 4) 633 49% 51% 14% 9% 44% Medewerker maatschappelijke zorg (niveau 4) 144 24% 76% 37% 6% 51% Sociaal cultureel werker (niveau 4) 79 94% 6% 58% 24% 3% Sociaal-maatschappelijk dienstverlener (niveau 4) 50 98% 2% 26% 54% 0% Sociaal pedagogische hulpverlening (niveau 5) 734 0% 0% 20% 14% 23% Cultureel maatschappelijke vorming (niveau 5) 96 0% 0% 50% 19% 32% Maatschappelijke dienstverlening (niveau 5) 390 0% 0% 20% 22% 25% Totaal Zorg en WJK 6.126 46% 28% 13% 14% 28% Totaal overige opleidingen 27.247 36% 20% 61% 16% 18% Bron: DUO-CFI, CBS Onderwijsgegevens, bewerking Etil * In het onderwijs wordt de term welzijn gehanteerd in plaats van WJK. Kenmerken deelnemers in mbo- en hbo-opleidingen voor Zorg en WJK*, 2010 Nederland Kwalificaties Aantal 2010 Aandeel BOL Aandeel BBL Aandeel mannen Aandeel allochtonen Aandeel 25+ V&V Zorghulp (niveau 1) 1.310 72% 28% 8% 51% 37% Helpende zorg en welzijn (niveau 2) 18.472 83% 17% 10% 40% 21% Verzorgende (niveau 3) 19.540 39% 61% 7% 20% 44% Verpleegkundige (niveau 4) 17.772 59% 41% 14% 14% 26% Verpleegkundige (niveau 5) 12.796 n.v.t. n.v.t. 13% 13% 21% AG Assisterenden (niveau 4) 7.943 88% 12% 4% 37% 17% SAW Pedagogisch werker (niveau 3) 24.332 86% 14% 7% 30% 14% Medewerker maatschappelijke zorg (niveau 3) 10.908 73% 27% 22% 20% 26% Pedagogisch werker (niveau 4) 10.790 71% 29% 18% 19% 29% Medewerker maatschappelijke zorg (niveau 4) 3.987 52% 48% 24% 14% 40% Sociaal cultureel werker (niveau 4) 3.620 94% 6% 47% 47% 9% Sociaal-maatschappelijk dienstverlener (niveau 4) 2.779 96% 4% 26% 56% 14% Sociaal pedagogische hulpverlening (niveau 5) 20.573 n.v.t. n.v.t. 19% 23% 27% Cultureel maatschappelijke vorming (niveau 5) 3.283 n.v.t. n.v.t. 35% 30% 31% Maatschappelijke dienstverlening (niveau 5) 14.552 n.v.t. n.v.t. 19% 29% 28% Totaal Zorg en WJK 172.657 50% 21% 15% 26% 25% Totaal overige opleidingen 768.971 35% 17% 59% 25% 20% Bron: DUO-CFI, CBS Onderwijsgegevens, bewerking Etil * In het onderwijs wordt de term welzijn gehanteerd in plaats van WJK. 13

Kenmerken deelnemers in mbo-opleidingen voor Zorg en WJK Kenmerken deelnemers in hbo-opleidingen voor Zorg en WJK uitgesplitst naar BOL en BBL, 2010, Noordoost-Brabant (in %) 2010, Noordoost-Brabant (in %) 80% 80% 70% 70% 60% 60% 50% 50% 40% 40% 30% 30% 20% 20% 10% 10% 0% 0% Aandeel man Aandeel allochtoon Aandeel >25 jaar Aandeel man Aandeel allochtoon Aandeel >25 jaar BOL BBL Bron: DUO-CFI, CBS Onderwijsgegevens, bewerking Etil Bron: DUO-CFI, CBS Onderwijsgegevens, bewerking Etil Deelnemers MBO Gediplomeerde schoolverlaters van de opleidingen voor Zorg en WJK vormen nieuw aanbod voor de arbeidsmarkt in de sector Zorg en WJK. Het aantal onderwijsdeelnemers op een bepaald moment is een indicatie voor de arbeidsmarktinstroom van gediplomeerden op de middellange termijn. In Noordoost-Brabant volgen op mbo-niveau ruim 4.500 deelnemers een opleiding voor Zorg en WJK. De meeste deelnemers volgen de mbo-opleidingen verpleegkundige (niveau 4), verzorgende (niveau 3) en pedagogisch werker (niveau 3). In Noordoost-Brabant volgen op hbo-niveau 1.600 deelnemers een opleiding voor Zorg en WJK. De meeste deelnemers volgen de opleiding sociaal pedagogische hulpverlening. Kenmerken deelnemers In zowel Noordoost-Brabant als landelijk nemen er relatief veel mannen deel aan de opleidingen sociaal cultureel werker en cultureel maatschappelijke vorming. In Noordoost-Brabant hebben de opleidingen sociaal-maatschappelijk dienstverlener, zorghulp, en assisterenden een opvallend hoog aandeel allochtone deelnemers (tussen de 33 en 54%). Het aandeel 25-plussers is fors in verzorgende, medewerker maatschappelijke zorg (niveau 4) en pedagogisch werker (niveau 4). Dit aandeel hangt veelal samen met een hoog aandeel BBL'ers. In vergelijking met BOL-opleidingen, hebben BBL-opleidingen een hoog aandeel 25-plussers (zie linksboven). Het aandeel allochtonen is duidelijk beperkter in BBL-opleidingen in de regio, terwijl het aandeel mannen licht groter is dan in BOL-opleidingen. Op hbo-niveau is het deel van de deelnemers dat man is groter dan op mboniveau. Het aandeel allochtonen is kleiner dan bij BOL-opleidingen, maar groter dan bij BBL-opleidingen. Het aandeel 25-plussers is groter dan bij BOLopleidingen, maar duidelijk kleiner dan bij BBL-opleidingen. 14

10 Sector- & Studierendement Gediplomeerden (abs., 2009), sector- en studierendement in mbo- en hbo-opleidingen, 2007 (in %) SECTORRENDEMENT STUDIERENDEMENT Noordoost-Brabant Nederland Noordoost- Gediplomeerden Rendement Rendement Gediplomeerden Rendement Rendement Brabant Kwalificaties Zorg & WJK Zorg (%) WJK (%) Zorg & WJK Zorg (%) WJK (%) Nederland V&V Zorghulp (niveau 1) 28 41% 0% 1.205 43% 2% 78% 71% Helpende zorg en welzijn (niveau 2) 1.605 58% 6% 35.277 46% 5% 82% 77% Verzorgende (niveau 3) 186 91% 0% 6.290 87% 2% 63% 69% Verpleegkundige (niveau 4) 144 80% 0% 4.039 85% 1% 66% 65% Verpleegkundige (niveau 5) 64 87% 0% 2.615 85% 1% 68% 62% AG Assisterenden (niveau 4) 104 80% 0% 2.337 73% 0% 74% 72% SAW Pedagogisch werker (niveau 3) 194 17% 56% 5.996 21% 43% 52% 64% Medewerker maatschappelijke zorg (niveau 3) 7 ** ** 595 70% 5% * * Pedagogisch werker (niveau 4) 184 64% 13% 5.995 52% 15% 67% 67% Medewerker maatschappelijke zorg (niveau 4) 8 ** ** 914 76% 6% * * Sociaal cultureel werker (niveau 4) 30 5% 31% 869 7% 22% 43% 50% Sociaal-maatschappelijk dienstverlener (niveau 4) 4 ** ** 497 11% 9% 27% 53% Sociaal pedagogische hulpverlening (niveau 5) 93 59% 17% 3.399 44% 21% 58% 61% Cultureel maatschappelijke vorming (niveau 5) 9 0% 32% 471 7% 26% 64% 49% Maatschappelijke dienstverlening (niveau 5) 60 24% 32% 2.400 29% 33% 71% 57% Bron: DUO-CFI, CBS Onderwijsgegevens, SSB, bewerking Etil * Deze opleiding bestond nog niet in schooljaar 2005/2006 en daarom kan geen studierendement worden bepaald. **Geen berekening mogelijk i.v.m. te kleine aantallen. Sectorrendement Het sectorrendement is gedefinieerd als het percentage gediplomeerden van een opleiding voor Zorg en WJK dat een jaar na diplomering werkzaam is in de sector Zorg en WJK. Het regionale sectorrendement is bepaald op basis van de woonregio van de gediplomeerde. Het sectorrendement is in Noordoost-Brabant het hoogst voor verpleegkundigen (niveau 5) en verzorgenden (niveau 3). Eén jaar na diplomering is van alle gediplomeerden van deze groep tussen de 87 en 91% werkzaam in de Zorgsector. Voor assisterenden (niveau 4) en verpleegkundigen (niveau 4) ligt het rendement rond de 80%. Van de overige opleidingen, zowel op mbo als hbo niveau, is het rendement veel lager. Een laag sectorrendement betekent niet per se dat deze personen niet uiteindelijk in de sector Zorg en WJK gaan werken. Veel gediplomeerden, met name van de lagere niveaus van het mbo, stromen door naar een vervolgopleiding en volgen dus nog enige jaren onderwijs. Een deel van deze personen zal later alsnog instromen op de arbeidsmarkt Zorg en WJK, maar dan vanuit de vervolgopleiding. Studierendement Het studierendement, de mate waarin studenten een diploma halen, loopt uiteen. Van de mbo-leerlingen verpleging en verzorging haalt in Noordoost-Brabant gemiddeld 79% hun diploma (dit betreft een gewogen gemiddelde op basis van het aantal gediplomeerden). Dat is meer dan landelijk (75%). Het gemiddelde studierendement onder mbo-leerlingen SAW in Noordoost-Brabant ligt gemiddeld op 58%. Op mbo-niveau 1 en 2 ligt het studierendement in Noordoost-Brabant gemiddeld op 82% (landelijk 76%). Op niveau 3 en 4 ligt het rendement tussen de 27 en 74% in Noordoost-Brabant. Het studierendement is het laagst voor de opleiding sociaal-maatschappelijk dienstverlener. Over het algemeen is het rendement van BBL-opleidingen het hoogst. Het studierendement in hbo-opleidingen voor Zorg en WJK wijkt enigszins af van dat in het mbo. In Noordoost-Brabant haalt gemiddeld 65% van de hbo ers zijn diploma in maximaal vijf jaar. Bij hbo verpleging ligt het rendement hoger dan bij de opleidingen gedrag en maatschappij. 15

16

11 Het oordeel van werknemers (Werknemersonderzoek) Werkbeleving 2011 in Noordoost-Brabant en Nederland (vijfpuntsschaal: 1= negatief tot 5 = positief) Noordoost-Brabant Nederland Werkbeleving* Zorg (n=353) WJK (n=93) Zorg (n=8.579) WJK (n=2.349) Ervaren werkdruk 3,4 3,5 3,4 3,5 Waardering door leidinggevende 3,7 3,5 3,6 3,7 Inhoud & omstandigheden werk 4,2 4,4 4,1 4,2 Ervaren zelfstandigheid 3,5 3,6 3,5 3,7 Bron: Werknemersonderzoek Zorg en Welzijn 2011 Stratus, bewerking Etil *Voor uitleg over de samenstelling van de vier onderdelen van "werkbeleving", zie bijlage 2 Werkbeleving 2011 in Nederland uitgesplitst naar branche (vijfpuntsschaal: 1= negatief tot 5 = positief) ZKH GGZ GHZ VVT Zorg overig JZ KO WMD Werkbeleving* (n=2.397) (n=1.017) (n=1.582) (n=2.813) (n=770) (n=805) (n=779) (n=765) Ervaren werkdruk 3,4 3,4 3,3 3,4 3,4 3,3 3,5 3,5 Waardering door leidinggevende 3,6 3,6 3,6 3,6 3,7 3,7 3,8 3,6 Inhoud & omstandigheden werk 4,2 4,1 4,1 4,1 4,2 4,1 4,3 4,2 Ervaren zelfstandigheid 3,4 3,7 3,6 3,6 3,3 3,8 3,5 3,9 Bron: Werknemersonderzoek Zorg en Welzijn 2011 Stratus, bewerking Etil *Voor uitleg over de samenstelling van de vier onderdelen van "werkbeleving", zie bijlage 2 Werkbeleving 2011 van VOV personeel en niet-vov personeel in Noordoost-Brabant Vertrekgeneigdheid VOV personeel in Noordoost-Brabant (in %) (vijfpuntsschaal: 1= negatief tot 5 = positief) VOV personeel niet-vov personeel Werkbeleving* (n=318) (n=97) Ervaren werkdruk 3,4 3,2 Waardering door leidinggevende 3,7 3,8 Inhoud & omstandigheden werk 4,2 4,2 Ervaren zelfstandigheid 3,4 3,9 Bron: Werknemersonderzoek Zorg en Welzijn 2011 Stratus, bewerking Etil *Voor uitleg over de samenstelling van de vier onderdelen van "werkbeleving", zie bijlage 2 22% WJK 18% 12% 13% Zorg 12% 4% 0% 5% 10% 15% 20% 25% Op zoek naar een andere baan Op zoek en minimaal enige actie hiertoe ondernomen Op zoek, minimaal enige actie hiertoe ondernomen en buiten de sector zoeken of geen voorkeur hebbend Bron: Werknemersonderzoek Zorg en Welzijn 2011 Stratus, bewerking Etil n= het aantal respondenten dat de desbetreffende vraag heeft beantwoord. 17

12 Het oordeel van werkgevers (Werkgeversonderzoek*) Knelpunten in personeelsbeleid, top 5 Noordoost-Brabant (n=30) Nederland (n= 1.000) Beheersing van de werkdruk 52% Beheersing van de werkdruk 27% Onvoldoende beschikbaarheid van personeel a.g.v. verlof/vakantie 38% Onvoldoende beschikbaarheid van personeel a.g.v. verlof/vakantie 21% Het aantrekken van (nieuw) personeel 35% Het aantrekken van (nieuw) personeel 20% Coördinatieproblemen door aanstellingsomvang medewerkers 33% Vergrijzing van het personeel 20% Onder- of overkwalificatie van personeel 25% Loonkosten 17% Bron: Werkgeversonderzoek Zorg en Welzijn 2011 Stratus, bewerking Etil Maatregelen die de instellingen nemen om de werkdruk te verminderen Top 5 en ranking meest succesvolle maatregelen, Noordoost-Brabant en Nederland Noordoost-Brabant (n=30) Nederland (n= 1.000 ) Meest succesvol Werkprocessen efficiënter vormgeven 36% Werkprocessen efficiënter vormgeven 15% 1 Coaching van leidinggevenden 23% Door extra personeel aan te trekken 11% 2 Door extra personeel aan te trekken 19% Betere roostering 8% 3 Inzet van (til)hulpmiddelen 8% Werkdrukanalyse 4% - Door het ziekteverzuim te verlagen 7% Coaching van leidinggevenden 3% 4 Geen maatregelen genomen 30% Geen maatregelen genomen 42% Bron: Werkgeversonderzoek Zorg en Welzijn 2011 Stratus, bewerking Etil Werknemers In juni 2011 gaven bijna 450 werknemers in Noordoost-Brabant hun oordeel over werken in de sector Zorg en WJK. Op de linkerpagina staan enkele resultaten van dit onderzoek. Aan de hand van een aantal stellingen is de werkbeleving van medewerkers in de sector gemeten. Het gaat hier om vier factoren die gezamenlijk de gemiddelde werkbeleving vormen. In zowel Zorg als WJK is men het meest tevreden over de inhoud en omstandigheden van het werk zelf. In de Zorg is men het minst tevreden over de ervaren werkdruk, in WJK over de ervaren werkdruk en waardering door de leidinggevende. In Noordoost-Brabant zijn werknemers in WJK iets positiever over de inhoud en omstandigheden van het werk ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Landelijk wordt de meeste werkdruk ervaren in de branches gehandicaptenzorg en jeugdzorg. In Noordoost-Brabant is er enigszins verschil in werkbeleving tussen VOV-personeel en niet- VOV personeel. Het VOV-personeel is iets minder positief over de ervaren zelfstandigheid dan niet-vov personeel. Ongeveer 13% van het VOV-personeel in de Zorg in Noordoost-Brabant geeft aan op zoek te zijn naar een andere baan. In de sector WJK ligt dit percentage hoger, op 22%. In zowel Zorg als WJK is een groot deel van deze groep echt actief op zoek naar een andere baan. Actief op zoek wil zeggen dat mensen van zichzelf aangeven activiteiten te ontplooien om een nieuwe baan te vinden. In de Zorg is slechts 4% van de actief zoekenden op zoek naar een baan buiten de sector. In WJK ligt dit percentage op 12%. In Noordoost-Brabant is het dreigende verlies voor de sector Zorg en WJK dus respectievelijk 4 en 12%. Werkgevers Ook werkgevers zijn in juni 2011 benaderd voor een onderzoek en in totaal hebben 30 werkgevers in Noordoost-Brabant deelgenomen. In het onderzoek is onder andere gevraagd naar knelpunten in personeelsvoorziening en maatregelen om werkdruk te verminderen. De top 5 van knelpunten in personeelsbeleid komt in Noordoost-Brabant redelijk overeen met het landelijke gemiddelde. Het nummer 1 knelpunt dat werkgevers in Noordoost- Brabant ervaren is beheersing van de werkdruk, dit is gelijk aan landelijk. Ook de maatregelen om de werkdruk te verminderen komen in Noordoost- Brabant deels overeen met het landelijke beeld. De populairste maatregel die werkgevers in Noordoost-Brabant nemen is "werkprocessen efficiënter vormgeven" en dat komt overeen met het landelijke beeld. Opvallend genoeg geeft 30% van de werkgevers in Noordoost-Brabant aan géén maatregelen te nemen om de werkdruk te verminderen, ondanks het feit dat 30% aangaf dat beheersing van de werkdruk een knelpunt in personeelsbeleid vormt. Dit strookt tevens niet met de ervaring van werknemers aangezien zij dit aspect relatief laag beoordelen. n= het aantal respondenten dat de desbetreffende vraag heeft beantwoord. * De resultaten van het werkgeversonderzoek zijn op regionaal niveau niet representatief maar indicatief 18

13 Samenvattend overzicht AANBOD Noordoost-Brabant ontgroent en vergrijst. De potentiële beroepsbevolking, alle mensen tussen 15 en 64 jaar, bestond in 2009 uit 396.400 mensen in Noordoost-Brabant. In de toekomst zal dit aantal afnemen. Daarbij is de daling in Noordoost-Brabant groter dan landelijk. In 2009 was de bruto participatiegraad in Noordoost-Brabant 71% en daarmee gelijk aan het landelijk gemiddelde. De komende jaren blijft de arbeidsparticipatie stijgen. Deze stijging vindt voornamelijk onder vrouwen plaats. Waar in 2009 de arbeidsparticipatie van ouderen in Noordoost-Brabant lager aanzienlijk lager ligt dan landelijk, wordt het verschil in 2015 kleiner. Allochtonen participeren in Noordoost-Brabant in 2009 iets minder dan landelijk. In 2009 bestaat de beroepsbevolking in Noordoost-Brabant uit 282.600 personen. De komende jaren blijft de beroepsbevolking in Noordoost-Brabant groeien. Deze groei ontstaat doordat de afname van de potentiële beroepsbevolking wordt goedgemaakt doordat er meer mensen gaan werken. VRAAG In Noordoost-Brabant zijn 42.800 werknemers werkzaam in Zorg en WJK. In totaal omvat de sector Zorg en WJK 15% van alle werknemers, dit is gelijk aan het landelijk gemiddelde. De meeste mensen zijn werkzaam in de branches VVT en ziekenhuizen. In de periode 2006-2009 nam de werkgelegenheid in Zorg en WJK in Noordoost- Brabant toe met gemiddeld 2,8% per jaar, terwijl de werkgelegenheid landelijk toenam met ruim 2% per jaar. In de regio neemt het aantal werknemers in de branche GGZ in Noordoost-Brabant af, terwijl deze sector landelijk juist toeneemt. Bij de sector jeugdzorg was de jaarlijkse groei veel groter dan landelijk. Een fors deel van de werkgelegenheid in de Zorg en WJK betreft deeltijdwerk. In Noordoost-Brabant werkte de gemiddelde werknemer in de Zorg en WJK in 2009 0,66 werkweek tegenover 0,67 landelijk. Regionaal gezien hebben de branches kinderopvang en VVT de kleinste omvang van de gemiddelde werkweek. De gemiddelde leeftijd van werknemers in Zorg en WJK is 41 jaar en 86% van de werknemers is vrouw. In Noordoost-Brabant is het aandeel jongeren (35-) in Zorg en WJK ruim tweemaal zo groot als het aandeel ouderen (55+). In de afgelopen jaren is zowel in Noordoost-Brabant als Nederland het aandeel zelfstandigen werkzaam binnen Zorg en WJK toegenomen. ONDERWIJS Het onderwijs in de sector draagt aanzienlijk bij aan het arbeidsaanbod. Elk jaar kiest bijna een kwart van alle jongeren voor een opleiding voor Zorg en WJK. Tussen 2006 en 2009 is de totale instroom in opleidingen voor Zorg en WJK in Noordoost-Brabant gegroeid met bijna 30%. Binnen Zorg en WJK kiezen de meeste leerlingen in Noordoost-Brabant voor mboopleidingen verzorgende (niveau 3), verpleegkundige (niveau 4) en helpende zorg en welzijn (niveau 2). Binnen het HBO is de instroom in sociaal pedagogische hulpverlening het grootst. In Noordoost-Brabant is het aandeel mannen in zowel BOL- als BBL-opleidingen iets kleiner dan landelijk. Ook het aandeel allochtonen in zowel BOL- als BBL-opleidingen voor Zorg en WJK is kleiner dan landelijk. Het aandeel 25-plussers is in BOLopleidingen iets kleiner dan landelijk, maar in BBL-opleidingen iets groter. Het sectorrendement ligt tussen de 87 en 91% voor verpleegkundigen (niveau 5) en verzorgenden (niveau 3) in Noordoost-Brabant. Voor assisterenden (niveau 4) en verpleegkundigen (niveau 4) ligt het rendement rond de 80%. Van de overige opleidingen, zowel op mbo als hbo niveau, is het rendement veel lager. In Noordoost-Brabant ligt het studierendement van mbo-leerlingen V&V gemiddeld op 79%, dat is meer dan landelijk (75%). Onder mbo-leerlingen SAW haalt ongeveer 58% zijn diploma in de regio. Op niveau 1 en 2 ligt het studierendement in Noordoost- Brabant op 82%. In Noordoost-Brabant haalt gemiddeld 65% van de hbo ers zijn diploma in maximaal vijf jaar. 19 OORDEEL WERKNEMERS-WERKGEVERS Bijna 450 werknemers in Zorg en WJK hebben in Noordoost-Brabant hun oordeel gegeven over werken in de sector. In zowel Zorg als WJK is men het meest tevreden over de inhoud en omstandigheden van het werk zelf. In de Zorg is men het minst tevreden over de ervaren werkdruk, in WJK over de ervaren werkdruk en waardering door de leidinggevende. In Noordoost-Brabant zijn werknemers in WJK iets positiever over de inhoud en omstandigheden van het werk ten opzichte van het landelijk gemiddelde. In Noordoost-Brabant is VOV-personeel iets minder positief over de ervaren zelfstandigheid dan niet-vov personeel. Ongeveer 13% van het VOV-personeel in de Zorg in Noordoost-Brabant geeft aan op zoek te zijn naar een andere baan. In de sector WJK ligt dit percentage hoger, op 22%. Van beide groepen is een groot deel actief op zoek naar een andere baan. In de Zorg is 4% van de actief zoekenden op zoek naar een baan buiten de Zorgsector. In WJK ligt dit percentage op 12%. Het nummer één knelpunt dat 30 werkgevers uit Noordoost-Brabant ervaren is beheersing van de werkdruk, dit is gelijk aan landelijk. De populairste maatregel om diezelfde werkdruk te verminderen is in Noordoost-Brabant "werkprocessen efficiënter vormgeven" en dat komt ook overeen met het landelijke beeld. In totaal geeft 30% van de werkgevers in Noordoost-Brabant aan géén maatregelen te nemen om de werkdruk te verminderen, ondanks het feit dat 30% aangaf dat beheersing van de werkdruk een knelpunt in personeelsbeleid vormt.