Trainingseffecten aerobe training op cel nivo: meer mitochondria, meer enzymen voor aerobe glycolyse



Vergelijkbare documenten
Werkstuk Biologie Bloed

Fysiologie les 3 BIO-ENERGETICA

Inspanningsfysiologie. Energiesystemen. Fosfaatpool. Hoofdstuk Fosfaatpool 2. Melkzuursysteem 3. Zuurstofsysteem

Voor voortgangtoets 3.1

Anaëroob a-lactisch Anaëroob lactisch Aërobe systeem

HOEK 1: RODE BLOEDLICHAAMPJES

Bloed, Afweer en Infectieziekten

VWO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA

Fysiologie / Metabolisme stofwisseling

Thema: Transport HAVO. HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai

Hart = pomp --> spier --> trainen --> krans(slag)aders vertakken verder --> hart krijgt meer voedingsstoffen

Alles over de bloedziekten PNH & AA. Wat is bloed?

De termen aeroob en anaeroob worden door sporters veel gebruikt. Maar wat is aeroob en anaeroob? Welke energiesystemen heb je?

Anatomie / fysiologie. Circulatie. Verdeling lichaamsvloeistoffen. Cxx53 3 en 4 Bloed Afweer/immuniteit

1) Wat is het verschil tussen de grote en kleine bloedsomloop? 2) Tot welke bloedsomloop behoren je hersenen?

Energie systemen v/h lichaam. Door: Theo Baks, Hennie Lensink

Anabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie

Les 3 Bloed en Temperatuur. Scheikunde of chemie. Bloed en functies bloed 1. Bloed, stolling, temperatuurregulatie, koude rilling

Bloedmorfologie. Klassieke bloedmorfologie. Erythrocyten of rode bloedcellen (RBC)

Voorwoord 10. Inleiding Inleiding in de module inspanning 1 5

CLINIC PARELLOOP 2019 EFFECTIEF TRAINEN MET HARTSLAGMETER

1. Trainingsleer. AWI opleiding Trainingsleer

Bloed - CCG AH2. Dianne Gijsbertsen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Sportgeneeskunde for dummies

Bloed. Presentatie: Peter Elgersma

Het hematologisch bloedonderzoek. Het hematologisch bloedonderzoek. is het onderzoek naar de bloedcellen

Methoden voor training van het uithoudingsvermogen

Bloedtransfusie. Informatiebrochure

Bloedtransfusie. informatie voor kinderen

Respiratie Functie en bouw van de luchtwegen. Een uitingsvorm van het gebruik van de hulpademhalingsspieren is neusvleugelen.

Goede en langdurige training leidt onder meer tot de volgende aanpassingen van de spieren en het cardiovasculaire systeem.

Bloed vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 4. Gezonde voeding

Ergometrie: interpretatie. Strategie. Volgorde. Fietsergometrie: Interpretatie op Tijdbasis. Waarom alle variabelen als functie van de tijd?

Naam: BLOEDSOMLOOP. Vraag 1. Waaruit bestaat bloed?

Longemfyseem is bij ouderen een van de belangrijkste oorzaken van kortademigheid en gebrek aan uithoudingsvermogen.

Grijze stof wordt gevormd door de cellichamen van de neuronen en de dendrieten

Elke spier neemt toe in dikte en kracht door hem regelmatig harder te laten werken (trainen).

TRAINEN MET HARTSLAGMETERS

Een intensieve extensieve interval

Celmembraan (duh! dat maakt het een cel) Celwand Ribosomen (voor eiwitsynthese) Soms: uitsteeksels zoals flagel (zweepstaart)

Bloedtransfusie patiënten van 8-12 jaar

NIERZIEKTEN WEGWIJS IN UW BLOEDUITSLAGEN

Bij eencellige dieren transport via diffusie (over kleine afstand). Het transporteren van zuurstof en afvalstoffen (traag proces).

Metabolisme koolhydraten RozenbergSport.nl 2012 pagina 1 / 5

hematoloog dr. Uw specialist is op werkdagen tussen uur bereikbaar via de polikliniek Interne geneeskunde, tel. (078)

Bloed vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Patiënteninformatiedossier (PID) (Non) Hodgkin. onderdeel BLOED EN BLOEDWAARDEN. (NON) HODGKIN Bloed(waarden)

Eet smakelijk René de Groot

> Wegwijs in uw bloeduitslagen Centrum voor behandeling van Chronische Nierinsufficiëntie

Wat is het verschil tussen vitamines en mineralen?

5,2. Antwoorden door een scholier 1376 woorden 19 februari keer beoordeeld. Basisstof 1; samenstelling van bloed

Algemeen Bloedtransfusie voor kinderen

1. Een orgaan waarbij stoffen vanuit het interne milieu naar het externe milieu gebracht worden

Fysiologie les 5 Herhalen 3A Bloedsomloop

SPECIFIEKE UHV TRAINING VOOR SPELSPORTERS

IJzer en Cystic Fibrosis. Renske van der Meer Longarts-onderzoeker Haga Ziekenhuis

De GPS behandeling. Figuur: Container waarin het bloed wordt gecentrifugeerd en de bloedplaatjes worden gescheiden van het bloedplasma.

Naar: D.O. Hall & K.K. Rao, Photosynthesis, Studies in Biology, Cambridge, 1994, blz. 106.

Begrippenlijst bloed, bloedsomloop en lymfe AB0-systeem Bloedgroepenstelsel, waarbij het menselijk bloed is ingedeeld in vier typen bloed: A, B, AB

De onderdelen van het bloed.

Sportvoeding bij Atleten

Referentiewaarden Klinische Chemie Eenheid Hond Kat Eiwitten Eenheid Hond Kat Pancreas Darm Eenheid Hond Kat Bloedgassen Eenheid Hond Kat

Introductie. Inspanningsfysiologie Duursport. Guido Vroemen. Guido Vroemen Sportarts Medisch Bioloog Triathlon Trainer SMA MIDDEN NEDERLAND

Stamcelaferese Radboud universitair medisch centrum

Fysiologie les 13 Trainingsleer

hoofdstuk één hoofdstuk twee

hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Bij hoeveel procent vochtverlies gaat de sportprestatie achteruit? Ong. 1% Bart van der Meer WM/SM theorie les 11 Amice

Organismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof

Glucose in beweging door beweging. Yvonne Krul internist in opleiding

Bloedwaarden. Wat zeggen ze en wat kunnen we er mee? Landelijke contactdag Stichting Hematon 11 oktober door Joost Lips

Fysiologie / hart en bloedsomloop

Vragenles Deel 1. Vraagje. Infrastructuur menselijk lichaam. Matthieu Berenbroek

1 De huid en bescherming Waar beschermt onze huid ons eigenlijk allemaal tegen?

6.9. Werkstuk door E woorden 25 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou. Inhoudsopgave

Hyperglycemie Keto-acidose

Cellen aan de basis.

Bloedtransfusie patiënten van jaar

BASISSTOF 1 HET BLOED OM TE ONTHOUDEN

De cel metabolisme cel cel- membraan eiwitsynthese DNA aminozuren 1.1 De cel celcyclus celmembraan Afbeelding 1.1

Samenvatting Biologie Transport

35 Bloedarmoede. Drs. P.F. Ypma

Eindexamen biologie vmbo gl/tl I

Nederlandse Samenvatting

Anatomie / fysiologie. Team anatomie/fysiologie AFI1. Anatomie / fysiologie / pathologie. Cxx53 1 en 2. Milieu interieur Uitwisseling van stoffen

Theorie-examen Fysiologie 21 april 2006.

Fysiologie. Algemeen. 1.1 organisatieniveau s. Cel. Weefsel. Orgaan. Orgaanstelsel. Organisme

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling

Mitochondriële ziekten

Wat maakt het verschil?

bloedtransfusie bij kinderen

Maxim Sportvoedingsschema 80 km

Bloedgassen. Homeostase. Ronald Broek

Infobrochure. Bloedtransfusie

Opdracht: hardlopen en ouder worden

DRBR0699. Bloedtransfusie

Transcriptie:

Herhalen hoofdstuk 2 Basaal metabolisme = basis stofwisseling Afhankelijk van: bioritme, lichaamsgrootte + samenstelling, sexe, leeftijd, voeding, mentale + fysieke belasting Sprint; Anaeroob, ATP-CP Fosfaatbatterij Midden; ATP-CP, Anaerobe Glycolyse, opstarten aerobe systeem Duur; Aeroob, alleen in eerste 2 min opstarten hartlong met anaeroob Duur; na 2 minuten mogelijk om met lichte inspanning Steady state te bereiken: evenwicht in O₂ aanbod en O₂ behoefte Bij tussensprint of heuvel ontstaat O₂ tekort: melkzuur anaeroob gevormd, moet stap terug doen, terug op steady state=tweede adem Trainingseffecten aerobe training op cel nivo: meer mitochondria, meer enzymen voor aerobe glycolyse

1: Welke energiebron(nen) benut een atleet bij een 1500 meter loop? A) Het aerobe systeem B) Het a-lactische anaerobe systeem (er wordt geen melkzuur=lactaat geproduceerd) C) Het lactische systeem (er word melkzuur geproduceerd) D) Alle bovengenoemde Vragen bij les 4 2: Bij welk sportonderdeel wordt de wedstrijd prestatie het meest bepaald door het anaerobe uithoudingsvermogen? A) 800 meter vrije slag zwemmen B) 1000 meter tijdrit met wielrennen C) 3000 meter steeple chase D) 5000 meter schaatsen 3: Bij welke wedstrijdvorm wordt de grootste hoeveelheid aerobe energie gebruikt? A) 3 pogingen hoogspringen B) 100 meter sprint hardlopen C) 200 meter schoolslag zwemmen D) 200 meter sprint wielrennen 4: Bij welke maximale prestatie is het melkzuurgehalte in de spieren het hoogst? A) 60 meter hordenloop B) 400 meter loop C) 1500 meter zwemmen D) 25 km snelwandelen

5: Voor welke tak van sport is een hoog ontwikkeld aeroob vermogen het belangrijkst? A) Diepzee duiken B) Tennis C) Voetbal D) Zwemmen 4x100 meter wisselslag persoonlijk 4 6: Welk effect heeft hard lopen met steeds hogere snelheid op de verbranding van voedingsstoffen? A) De verbranding van eiwit neemt het meest toe B) De verbranding van koolhydraat neemt het meest toe C) De verbranding van vet neemt het meest toe D) De verbranding van vet en koolhydraat neemt het meest toe 7: *Bij de start van een duurloop speelt de splitsing van ATP voorraad een rol bij energielevering #Bij de eerste 10 sec van een duurloop speelt de splitsing van CP voorraad een rol bij energielevering A) * en # zijn juist B) Alleen * is juist C) Alleen # is juist D) * en # zijn niet juist 8: Het aandeel van de anaerobe energielevering aan het totaal is verhoudingsgewijs het kleinst A) Bij een duurloop B) Bij een honkbaltraining C) Bij een turntraining D) Bij een voetbalwedstrijd

Herhalen Schoudergordel Anatomie

Hoofdstuk 3A Bloed en gaswisseling Bloed: Cellulair gedeelte: rode, witte bloedcellen en bloed plaatjes Plasma gedeelte: water met: 1: opgeloste stoffen 2: plasma eiwitten (albuminen, globuminen, fibrinogeen) Normaal is bloed vloeibaar; 55% plasma en 45% cellen De Haematocriet is dan 45% Heamatocrietis % bloedcellen, tijdens inspanning en ziekte neemt deze toe. Heamatocriet bestaat voor ruim 98% uit rode bloedcellen Heamatocriet wordt ook wel % rode bloedcellen genoemd Haematocrietbepaalt samen met de plasmaeiwitten de stroperigheid = Viscositeit van het bloed

Bloedplasma: 90% water; dient alsoplosmiddel voor glucose, vetzuren, eiwitten, zouten en hormonen en heeft mogelijkheid tot warmteopslag en transport In plasmaopgeloste eiwittenzijn te groot om de vaatwand te kunnen passeren (bloedvatwand fungeert als semipermeabele wand) en vervullen belangrijke functies. Functies Plasma-eiwitten: -Colloid osmotische druk -Buffering van H+ en OH en zo verzuring tegengaan -Transportfunctie calcium, hormonen, vetzuren, vitaminen, zouten -Bloedstolling: het plasma-eiwit fibrinogeen is onmisbaar

Rode Bloedcellen: Erytrocyten Bloed is rood door eiwit hemoglobine (bevat ijzer) uit rode bloedcel. Per MLᶾbevat bloed 5 miljoen erytrocyten. Ieder mens andere membraan bepaalt bloedgroep Rode bloedcel bevat hemoglobine: bind het O₂ en CO₂ en ongewenst (!) CO Volwassen rode bloedcel bevat geen kern en mitochondria Nieren produceren hormoon Erytropoëtine(die vorming en afgifte nieuwe rode bloedcellen regelt) als er afname is van: - Aantal ery s -HB per bloedcel - Nierdoorbloeding - O₂ opname longen.

Rode bloedcellen: Erytrocyten Rode bloedcellen worden bij volwassenen gevormd in rode beenmerg van Sternum, Cranium, Femur en Humerus Mannelijk hormoon Testosteronstimuleert afgifte Erytropoëtine. Daardoor hebben mannen gemiddeld een hogere hematocriet en HB concentratie Anemie = Bloedarmoede: te lage HB concentratie bloed (Extra informatie: Meerdere oorzaken: Tekort ijzeren of vitamine B in voeding, grote bloeding, verhoogde afbraak, onvoldoende erytropoëtine, tekort intrinsic factor, parasieten enz enz)

Witte bloedcellen: Leukocyten Aanmaak in rode beenmerg, leven enkele dagen, per MLᶾ 4-7000. Daarvan 66% granulocyten, 30% lymfocyten uit lymfeknopen en 4% monocyten Via (barbapappa) schijnvoetjes: Diapedese: Leukocyt kan de bloedbaan verlaten naar milieu interieur. Via (pacman) Fagocytosekan het indringer (bacterie, virus) omsluiten. De indringer is ingesloten en meestal gaan indringer met witte bloedcel samen dan te gronde. Niet alle indringers gaan dood: pus kan nog besmettelijk zijn! Witte bloedcellen gaan dus overal in lichaam ten onder, niet op 1 plek. Pus is hoeveelheid dode leukocyten

Bloedplaatjes: Trombocyten Bloedstolling: Uit Bloedplaatje Calcium in bloed Trombokinase Trombine(stollingsenzym) Pro-trombine Uit Plasma Fibrinogeen(plasma-eiwit) Gemaakt in lever met vitamine K Fibrine(draden) Bloedcellen blijven erin hangen Wondranden samen getrokken=korstje Stollingsproces geremd door: Heparine, stofje uit lever

Zuurstoftransport blz37-39 P O₂= partiële zuurstofspanning = zuurstofspanning in een gasmengsel of oplossing Lucht in longen hoge P O₂. Diffusie O₂ van long naar bloed In bloed 98% binding van O₂ aan hemoglobine (oxyhemoglobine) van erytrocyt, 2% van O₂ opgelost in plasma. (Arterieel)Bloed via hart naar weefselcellen heeft hoge P O₂. In weefsel heerst lage PO₂. Diffusie van O₂ van bloed naar milieu interieur en dan naar cellen Bloed (veneus) terug naar hart heeft lagere P O₂.

PH=Zuurgraad Hoge zuurgraad 1 Lage PH 2 3 4 5 6 Neutraal 7 Neutraal 8 9 10 11 12 13 Lage zuurgraad 14 hoge PH

Zuurstoftransport tijdens inspanning Tijdens inspanning is stofwisseling sterk verhoogd Verhoogde O₂ opname cellen, CO₂ afgifte cellen, daling van de PH(= s jgen van PH, losse H+), s jgen van temperatuur Verandering in veneus bloed; P O₂ P CO₂ PH Temp Arterio-veneus verschil: Bloed bij: Long 98% min verzadigd O₂ Weefsel rust 70% Veneus insp. 30% ( bohr effect) Hoe meer O₂ verschil en hoe meer CO₂ hoe sneller diffusie!!! Ook PH daling en temp stijging positieve invloed op diffusie

RUST INSPANNING Longen Longen Hart Hart Lagere PO₂ Hogere PO₂ (98%) Heel lage PO₂ Hoge PO₂(98%) Hogere PCO₂ Lage PCO₂ Heel hoge PCO₂ Lage PCO₂ Lagere PH Neutrale PH Heel lage PH Neutrale PH Iets warmer Neutraal Veel warmte Neutraal Weefsel Weefsel Venen Arterien Venen Arterien

CO= koolmomoxide Na slechte verbranding kachel kolen gas, bijproduct sigarettenrook en uitlaatgassen. Sterkere affiniteit = aantrekkingskracht CO dan O₂ op HB HB bindt CO graag en laat moeilijk los CO reduceert de O₂ transportcapaciteit enorm! Bij iemand die 30 sigaretten per dag rookt is 10% HB bezet door CO hierdoor is de maximale O₂ transport capaciteit met 10% gedaald. Bij niet roker is dit effect groter. Tekort aan O₂ eerder beroep op anaerobe verbranding: Sneller verzuren bij duurprestatie Bij sprint bijna geen verschil

Verblijf op grote hoogte Op grote hoogte is lucht ijler, minder geconcentreerd Op 1000 meter hoogte is P O₂ met 12% gedaald Op 2000 meter met 22% en op 5000 meter met 50% Op hoogte: Sprint beter: minder luchtweerstand, minder zwaartekracht Duur minder: minder O₂ Langdurig op hoogte: Meer aanmaak erytropoëtine Meer rode bloedcellen = Acclimatisatie

Kooldioxidetransport CO₂ Klein P CO₂ verschil bloed-longlucht maar toch snelle diffusie, vele malen sneller dan O₂. Hbbindt sneller zuurstof dan kooldioxide, bij hoge zuurstofspanning dus weinig CO₂ aan hemoglobine Ongeveer ⅓ CO₂ gebonden aan HB Ongeveer ⅔ opgelost in bloedplasma CO₂ + H₂O H₂CO₃ H+ + HCO₃ koolzuur valt in plasma uiteen In de buurt van de longen reactie terug naar koolzuur, H₂O en CO₂ en dan kan kooldioxide de longen in diffunderen

Effecten van training op bloed en gaswisseling Tabel blz43 Na periode van duurtraining is bloedvolume toegenomen. Plasma neemt meer toe dan celvolume Hematocriet en Viscositeit gaan dus omlaag Aan begin inspanning treedt extra vocht uit naar weefsel cellen, het bloed dikt dus in, dit is minder probleem bij goed getrainden. Tijdens inspanning is veel zweten dan ook een minder groot probleem. Kleinere kans op uitdroging. Minder dik bloed belast hart minder: hart verbruikt minder O₂ Getrainden meer activiteit rode beenmerg echter ook meer afbraak

Hoogte training 2-4 weken op hoogte resulteert in verhoogde zuurstof transportcapaciteit door toename van aantal rode bloedcellen. Maar als tegengesteld effect moet het hart sterker werken door de verhoogde viscositeit van het bloed en verbruikt hierdoor zelf meer zuurstof. Netto opbrengst? Bloeddoping 1:Toedienen van erytropoëtine(epo) 2:Toedienen van eigen bloed via bloedtransfusie (en dan het celvolume en niet het plasma) Beide manieren verhogen op kunstmatige wijze het hemoglobine gehalte, O₂ transportcapaciteit en viscositeit (stroperigheid) van het bloed. Resultaat is hartbelasting