Erfelijkheidsonderzoek: Exoomsequencing bij erfelijke slechthorendheid
Exoomsequencing is een techniek voor erfelijkheidsonderzoek, die kan worden gebruikt om de oorzaak van erfelijke slechthorendheid te achterhalen. In deze folder vindt u informatie over dit onderzoek. Hierbij komen de volgende onderwerpen aan bod: Wat zijn chromosomen en genen? Waarom exoomsequencing? Hoe werkt exoomsequencing? Welke uitslagen zijn mogelijk? Uitbreiding van het onderzoek? Meer kennis over erfelijke aandoeningen Praktische zaken Gebruik van uw onderzoeksgegevens Vragen Contactgegevens Om de leesbaarheid te bevorderen wordt in deze folder de u-vorm gebruikt, ook daar waar het kan gelden voor uw kind of een wilsonbekwame persoon waarvan u wettelijk vertegenwoordiger bent. 1
Wat zijn chromosomen en genen? Iedere cel in ons lichaam bevat chromosomen, de dragers van ons erfelijk materiaal. Dit erfelijke materiaal bepaalt bijvoorbeeld hoe we eruit zien, maar stuurt ook de ontwikkeling van alle organen aan, zoals bijvoorbeeld de hersenen, het hart en de nieren. Ook het gehoor en het evenwicht worden hierdoor aangestuurd. Normaal gesproken bevat iedere lichaamscel 46 chromosomen, verdeeld over 23 paren. Van elk paar chromosomen is één chromosoom afkomstig van de vader en het andere chromosoom van de moeder. In het plaatje hieronder ziet u een cel met daarin chromosomen. Eén chromosoom is vergroot en zoals u kunt zien bestaat een chromosoom uit DNA en genen. Mensen hebben ongeveer 22.000 genen. Alle genen hebben een bepaalde functie, maar van niet alle genen is deze functie bekend. Als iemand een erfelijke aandoening heeft, zijn er één of meerdere genen die niet goed functioneren door een fout in het DNA. Het opsporen van de fout in het DNA die verantwoordelijk is voor 2
de aandoening van de patiënt is belangrijk voor het stellen van een diagnose, maar kan ook belangrijk zijn voor andere familieleden. Er zijn op dit moment ongeveer 120 genen bekend die een rol kunnen spelen bij erfelijke slechthorendheid. In de meeste gevallen gaat het om slechthorendheid zonder dat er sprake is van andere afwijkingen (geïsoleerde slechthorendheid). Een aantal van deze 120 genen is betrokken bij een syndroom. We spreken van een syndroom wanneer er sprake is van een combinatie van kenmerken, waaronder slechthorendheid. Waarom exoomsequencing? Vroeger moesten voor het opsporen van een fout in het DNA de genen één voor één onderzocht worden. Dit is vooral lastig voor aandoeningen die door verschillende genen veroorzaakt kunnen worden. Tegenwoordig is het met exoomsequencing mogelijk om alle 22.000 genen van een persoon in één keer in kaart te brengen. Dit maakt de kans groter dat de oorzaak van een erfelijke ziekte kan worden gevonden. Wat wordt onderzocht? Exoomsequencing bestaat uit twee onderdelen. In het eerste onderdeel onderzoeken we in één keer alle genen waarvan we nu weten dat ze een rol kunnen spelen bij slechthorendheid (ongeveer 120 genen). We noemen dit een genenpakket. Het lukt ons zodoende om in 25-30% van de gevallen de genetische oorzaak te vinden. We verwachten dat dit percentage de komende jaren toe zal nemen en dat we zo steeds beter in staat zullen zijn de erfelijke oorzaken van slechthorendheid te ontdekken. Het is belangrijk om te weten dat veranderingen in sommige van deze genen naast slechthorendheid ook andere klachten kunnen geven. Zoals eerder gezegd noemen we dat een syndroom. 3
Welke uitslagen zijn mogelijk? Na een onderzoek met exoomsequencing van het genenpakket zijn drie uitslagen mogelijk: 1. Er worden één of meerdere afwijkingen in uw DNA gevonden die zeker verantwoordelijk is/zijn voor uw slechthorendheid. 2. Er worden één of meerdere veranderingen in uw DNA gevonden waarvan de betekenis niet meteen duidelijk is. In dit geval is verder onderzoek in uw familie nodig om te bepalen of de verandering(en) te maken hebben met uw slechthorendheid. U kunt zelf beslissen of u uw familie informeert en/of vraagt om mee te doen aan het onderzoek. Wij zullen uw familie nooit zelf benaderen. Bij uitslag 1 of 2 is er een kleine kans dat er een verandering wordt gevonden in een gen dat een rol speelt bij een syndroom. De meest voorkomende syndromen bij slechthorendheid zijn het syndroom van Usher, het syndroom van Waardenburg en het BOR syndroom. Bij het syndroom van Usher zijn er naast slechthorendheid ook problemen met het zien en soms problemen met het evenwicht. Bij het syndroom van Waardenburg kunnen er, naast slechthorendheid, afwijkingen zijn van onder andere het evenwicht en de kleur van de huid, haar en ogen. Bij het BOR syndroom zijn er vaak afwijkingen te zien aan de buitenkant van het oor en kunnen nierproblemen voorkomen. Meestal is er voorafgaand aan de test al een vermoeden of er wel of niet sprake is van een syndroom, bijvoorbeeld omdat u bepaalde klachten heeft of omdat er een syndroom in de familie voorkomt. In dat geval wordt dit voorafgaand aan de test met u besproken. 3. Er worden geen veranderingen in uw DNA gevonden die uw slechthorendheid kunnen verklaren. In dat geval raden wij u aan om na 2 à 3 jaar opnieuw contact met ons op te nemen. We komen namelijk steeds meer te weten over erfelijke aandoeningen en ontdekken steeds weer nieuwe genen die erfelijke slechthorendheid kunnen veroorzaken. Op uw verzoek kunnen we na enkele jaren opnieuw kijken naar de gegevens van uw DNA en mogelijk kan de oorzaak van uw slechthorendheid dan wel worden achterhaald. 4
Het is eventueel ook mogelijk om het onderzoek uit te breiden naar de genen buiten het genenpakket. Uitbreiding van het onderzoek? Indien in het pakket van de bekende genen geen oorzaak wordt gevonden (bijvoorbeeld bij uitslag 3), dan kunt u verwezen worden naar een klinisch geneticus. De klinisch geneticus kan u uitleg geven over het tweede onderdeel van exoomsequencing. Het gaat dan om onderzoek van de overige genen (ongeveer 22.000), met als doel om alsnog de oorzaak van uw slechthorendheid te achterhalen. Omdat we in dit geval nog niet precies weten waar we naar op zoek zijn, kunnen we van tevoren niet voorspellen of (en wanneer) de oorzaak gevonden zal worden. Meer kennis over erfelijke aandoeningen De kennis van de functie van genen en erfelijke aandoeningen neemt snel toe. Het is daarom goed mogelijk dat we nu geen oorzaak voor uw slechthorendheid kunnen vinden, maar in de toekomst wel. Ook is het mogelijk dat we er later achter komen dat een verandering in een gen toch een ander gevolg heeft dan wij nu denken. In deze gevallen wordt dit aan uw behandelend arts gemeld. Hij/zij zal u vervolgens nader informeren. Praktische zaken Voor het onderzoek moeten we bloed bij u afnemen (5-20ml, 1-2 buisjes), tenzij er nog voldoende bloed aanwezig is van eerder DNA-onderzoek. In sommige gevallen is het ook nodig om bloed van de ouders af te nemen en te onderzoeken. Het onderzoek wordt uitgevoerd door de afdeling Genetica van het Radboudumc. Het DNA wat overblijft na het onderzoek zal worden opgeslagen bij de afdeling Genetica en zal worden bewaard zoals wettelijk vastgelegd. In de folder Rechten en plichten vindt u meer informatie over Onderzoek met lichaamsmateriaal. Exoomsequencing wordt in principe vergoed door uw zorgverzekeraar, maar als u dit jaar nog geen medische kosten heeft gehad kan de test wel ten koste 5
gaan van uw eigen risico. Kinderen onder de 18 jaar hebben geen eigen risico. De uitslagtermijn voor exoomsequencing bedraagt ongeveer 4 tot 6 maanden. Gebruik van uw onderzoeksgegevens Omdat we meer willen weten over erfelijke slechthorendheid is het belangrijk om gegevens van alle onderzochte patiënten te verzamelen. Uw onderzoeksgegevens worden opgeslagen bij de afdeling Keel-, Neus- en Oorheelkunde van het Radboudumc. Het overgebleven DNA kan na het onderzoek worden gebruikt voor anoniem wetenschappelijk onderzoek. Dit gebeurt onder code, dus los van uw persoonsgegevens. Zo kunnen de gegevens anoniem met andere onderzoeksgroepen worden uitgewisseld. U kunt aangeven of u geïnformeerd wilt worden over de uitslag van dit wetenschappelijk onderzoek. Als de onderzoeker iets ontdekt dat voor u van belang is kan dit dan via uw behandelend arts aan u gemeld worden. Als u hiervoor kiest is het onderzoek dus niet anoniem. U heeft het recht om op elk moment uw toestemming hiervoor in te trekken, zonder dat dit van invloed is op de kwaliteit van uw behandeling. Vragen Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen, wilt u over uw toestemming nog van gedachten wisselen, of uw toestemming veranderen? Dan kunt u terecht bij uw behandelend arts. U kunt ook contact opnemen met de polikliniek Keel-, Neus- en Oorheelkunde van het Radboudumc. Telefoonnummer 024-361 35 06, e-mail: hearingandgenes@radboudumc.nl. 6
Noteer hier uw vragen
04-2015-7489 Adres Polikliniek Keel- Neus- en Oorheelkunde Hearing & Genes Ingang west Philips van Leydenlaan 15, route 377 6525 EX Nijmegen Postadres Radboudumc 377 Polikliniek Keel- Neus- en Oorheelkunde Postbus 9101 6500 HB Nijmegen Contact 024 361 35 06 E-mail: hearingandgenes@radboudumc.nl www.radboudumc.nl/kno Radboud universitair medisch centrum