VerzuimMonitor Gehandicaptenzorg Jaar 2007



Vergelijkbare documenten
VerzuimMonitor Gehandicaptenzorg Jaar 2008

Meldingsfrequentie GHZ Verzuimpercentage GHZ Aantal werknemers GHZ Gemiddelde duur GHZ 2009

VerzuimMonitor Thuiszorg Jaar 2007

VerzuimMonitor Thuiszorg Jaar 2008

VerzuimMonitor Sector Zorg Jaar 2005

VerzuimMonitor Sector Zorg Jaar 2004

VerzuimMonitor Gehandicaptenzorg Jaar 2004

Meldingsfrequentie Sector Zorg Verzuimpercentage Sector Zorg Aantal werknemers Sector Zorg Gemiddelde duur Sector Zorg 2009

KwartaalRapport. Gehandicaptenzorg periode

Branche Viewer VVT Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) VERNET

Branche Viewer. Algemene Ziekenhuizen. Kwartaal

Branche Viewer VVT Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) VERNET

Branche Viewer Algemene Ziekenhuizen Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020)

Branche Viewer. Geestelijke Gezondheidszorg. Kwartaal

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Branche Viewer VVT. Kwartaal

Branche Viewer. Algemene Ziekenhuizen. Kwartaal

Branche Viewer VVT Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) VERNET

Branche Viewer Geestelijke Gezondheidszorg Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020)

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Branche Viewer. Algemene Ziekenhuizen. Kwartaal

Branche Viewer VVT Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) VERNET

Branche Viewer Geestelijke Gezondheidszorg Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020)

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Toelichting. PS = gemiddeld aantal werknemers BF = beëindigingsfrequentie

Branche Viewer VVT. Kwartaal

Branche Viewer Geestelijke Gezondheidszorg Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020)

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

verzuimnetwerk Vernet Viewer Zorg aan Zet Voortschrijdend jaar t/m T (020) F (020) E info@vernet.nl W

6,5. Vernet Viewer Q Voorbeeldviewer. Vernet Health Ranking. Ontwikkeling van verzuim. Ontwikkeling van meldingsfrequentie

7,4. Vernet Viewer Q Woonzorg Flevoland. Vernet Health Ranking. Ontwikkeling van verzuim. Ontwikkeling van meldingsfrequentie

4,4. Vernet Viewer Q Voorbeeldorganisatie. Vernet Health Ranking. Ontwikkeling van verzuim. Ontwikkeling van meldingsfrequentie

Vernet Health Ranking

6,0. Vernet Viewer Q Voorbeeldorganisatie. Vernet Health Ranking. Ontwikkeling van verzuim. Ontwikkeling van meldingsfrequentie

Vernet Viewer Q Voorbeeldorganisatie

Jaarrapportage Branche informatie voor Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening

Vernet Health Ranking. Verzuim in de branche. Ontwikkeling van verzuim. Gemiva-SVG Groep. Vernet-ID Gehandicaptenzorg

Jaarrapportage Branche informatie voor Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening

Vernet Viewer Plus Q Voorbeeldorganisatie

Notitie. Verzuimrapportage 2e kwartaal AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca

Notitie NOTITIE. Verzuimrapportage 4 e kwartaal AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca

Notitie. Verzuimrapportage 3e en 4e kwartaal AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca

Feiten en cijfers 2010 Branche Kinderopvang

Verzuimcijfers 2010 sector Gemeenten

Factsheet Groenvoederdrogerijen 2016

Personeelsmonitor Gemeenten 2013

Ziekteverzuim naar leeftijd en geslacht,

Feiten en cijfers 2010 Branche WMD

Verzuimanalyse MBO-sector

Verzuimanalyse MBO-sector

Periodieke Brancherapportage 2014

Factsheet Open Teelten Bloembollen 2016

Verzuimanalyse MBO-sector

Factsheet Groothandel in Bloembollen 2016

Verzuimanalyse MBO-sector

Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, 2007

Factsheet Glastuinbouw 2016

Factsheet Open Teelten Landbouw 2016

Factsheet Open Teelten Boomkwekerij 2016

Brancherapportage J C:\Brancherapportages

Factsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Rapportage. Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, Gezond & Veilig werken. Prae Advies & Onderzoek, 17 september 2012, Utrecht

PeopleOnline rapportraamwerk

Factsheet Varkensverbetering Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Inhoudsopgave. Bijlage: De standaard rekenregels voor verzuimmaten...11

Verzuimanalyse MBO-sector

SticVerzuimrapportage J C:\Verzuimrapportages

Factsheet Paddenstoelen 2016

Brancherapportage J C:\Brancherapportages

Verzuimonderzoek PO en VO 2012

Periodieke Brancherapportage

Factsheet Open teelten Tuinbouw 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Ziekteverzuimcijfers sector gemeenten 2008

Verzuimonderzoek PO en VO 2015

Periodieke Brancherapportage

Ziekteverzuimregistratie

Voorbeelden Verzuimpercentages

Factsheet Open Teelten Tuinbouw 2016

Verzuimonderzoek PO en VO 2013

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2018

Groothandel II Beleidsinformatie 4e kwartaal 2003

Factsheet Loonwerk 2016

Factsheet Bos en Natuur Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013

Brancherapportage J C:\Brancherapportages

GEBASEERD OP DE VERZUIMGEGEVENS OVER 2018

Kengetallen Mobiliteitsbranche

Factsheet Loonwerk Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2018

Factsheet Open teelten Boomkwekerij Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Werkloosheid nauwelijks veranderd

0 Brancherapportage J C:\Brancherapportages

Definities verzuimcijfers vs 2.0 def

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Tweede kwartaal Publicatie oktober 2017

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2019

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2018

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Tweede kwartaal Publicatie oktober 2018

Factsheet Loonwerk 2015 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2014

Transcriptie:

VerzuimMonitor Gehandicaptenzorg

Verzuimpercentage GHZ Meldingsfrequentie GHZ Gemiddelde duur GHZ Aantal werknemers GHZ De indeling voor de vijf regio s in de zorgsector NN : Noord Nederland MN : Midden Nederland ZWN : Zuid-West Nederland ZON : Zuid-Oost Nederland GS : Grote Steden

Inhoud Hoofdstuk pagina Eerste ziektejaar Toelichting eerste ziektejaar 2 Landelijke verzuimcijfers 3 Instellingen naar verzuimklasse 4 Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie 5 Verzuim naar geslacht 6 Verzuim naar leeftijdklasse 8 Verzuim naar deeltijdklasse 12 Verzuim naar duurklasse 16 Werknemers per meldingsklasse 17 Verzuim naar grootteklasse 18 Verzuim naar salarisklasse 19 Verzuim en verzuimkosten 24 Verzuim naar regio 26 Tijdreeks verzuimcijfers 28 Eerste en Tweede ziektejaar Toelichting eerste én tweede ziektejaar 3 overzicht 31 Verzuim naar geslacht 32 Verzuim naar leeftijdklasse 33 Verzuim naar deeltijdklasse 34 Verzuim naar duurklasse 35 Verzuim naar grootteklasse 36 Verzuim naar regio 37 Tijdreeks verzuimcijfers 39 Rekenregels voor de verzuimgrootheden 4 28 VERNET verzuimnetwerk - 1 - GHZ-VerzuimMonitor

VP = Verzuimpercentage VKP = Verzuimkostenpercentage MF = Meldingsfrequentie BF = Beëindigingsfrequentie GD = Gemiddelde duur Toelichting (eerste ziektejaar) Opdrachtgever: De VerzuimMonitor voor de branche Gehandicaptenzorg (GHZ) wordt geproduceerd door VERNET verzuimnetwerk B.V. (Vernet) in opdracht van de Stichting Arbeidsmarkt Gehandicaptenzorg. Branche: De branche omvat volgens opgave van de GHZ ca. 12. werknemers. De gegevens voor deze Monitor, die zijn aangeleverd door 144 organisaties, zijn gebaseerd op bijna 1. werknemers. Dit komt neer op circa 83% van de totale werknemerspopulatie. Bij alle kengetallen zijn de oproepkrachten niet meegeteld. Eerste en tweede ziektejaar: Werkgevers hebben sinds 24 de plicht om het loon van een zieke werknemer twee jaar lang door te betalen. Het effect van het tweede ziektejaar kon voor het eerst in 26 correct berekend worden. Het eerste deel van deze VerzuimMonitor bevat uitsluitend de verzuimcijfers die op het eerste ziektejaar betrekking hebben. Deze verzuimcijfers kunnen met die van de jaren 24 en eerder vergeleken worden. Vergelijking met het voorgaande jaar: In deze VerzuimMonitor zijn de verzuimcijfers van het jaar weergegeven. In bijna alle tabellen staan ook de cijfers van 26 vermeld, zodat de ontwikkeling van het ziekteverzuim te zien is. Alle verzuimpercentages zijn m.i.v. met 2 decimalen weergegeven. Die van 26 zijn herberekend. De verzuimcijfers zijn onderverdeeld naar verschillende kenmerken. Bij een aantal tabellen staat de personeelsopbouw vermeld, zodat het gewicht bekend is en de cijfers beter geïnterpreteerd kunnen worden. In alle tabellen worden de verzuimcijfers exclusief het zwangerschaps- en bevallingsverlof weergegeven, tenzij anders vermeld. Absolute of relatieve verschillen: Verschillen tussen verzuimcijfers worden uitgedrukt in absolute of relatieve zin. Een verzuimpercentage dat bijvoorbeeld verandert van 4,56 naar 4,28 is met,28 procentpunt gedaald. Dit is een absoluut verschil. In relatieve zin is het verzuim met 6,1% gedaald (,28 / 4,56 x 1%). Standaard voor de berekening: Voor de meeste verzuimgrootheden hanteert Vernet de standaard zoals die in 1996 is vastgelegd door de Projectgroep Uniformering Verzuimgrootheden. Voor een korte samenvatting van de berekeningen verwijzen we naar de laatste pagina in deze Monitor. De integrale teksten van De Standaard en de 'Vernetmethode' staan op www.vernet.nl / documenten. In deze VerzuimMonitor worden voor de verzuimgrootheden de volgende afkortingen gebruikt: PS = Personeelssterkte ofwel aantal werknemers FTE = Fulltime-equivalenten ofwel volledige arbeidsplaatsen. Colofon De VerzuimMonitor verschijnt eenmaal per jaar en wordt geproduceerd door VERNET verzuimnetwerk B.V. te Amsterdam. Reproductie en overname is toegestaan onder bronvermelding. Dit verzuimrapport is gemaakt in opdracht van de Stichting Arbeidsmarkt Gehandicaptenzorg. Productiedatum: 14 maart 28 Redactie: Gerard Dobbenberg Eindredactie: Anna Tessel 28 VERNET verzuimnetwerk - 2 - GHZ-VerzuimMonitor

Landelijke verzuimcijfers (eerste ziektejaar) In de onderstaande grafiek staan naast de verzuimcijfers van de branche Gehandicaptenzorg die van de totale Zorgsector. Te zien is dat de branche in alle kwartalen een hoger verzuim heeft dan de Zorgsector totaal. Tevens zijn in dezelfde grafiek de verzuimcijfers van het gehele Nederlandse bedrijfsleven weergegeven, zoals die zijn berekend door het CBS. Op de productiedatum van deze Monitor waren de verzuimcijfers van het CBS van 26 en nog niet bekend. 8, Verzuimpercentage per kwartaal in de Gehandicaptenzorg in vergelijking met Nederland totaal (CBS) en Zorgsector totaal 7, 6, 5, VP 4, 3, 2, 1,, 24-1 24-2 24-3 24-4 25-1 25-2 25-3 25-4 26-1 26-2 26-3 26-4 -1-2 -3-4 Gehandicaptenzorg Zorgsector totaal CBS Nederland totaal In de tabel zijn van en 26 de verzuimcijfers van de Gehandicaptenzorg weergegeven naast de verzuimcijfers van de totale Zorgsector. De verzuimpercentages en de gemiddelde duur van de Gehandicaptenzorg zijn in beide jaren hoger dan die van de totale Zorgsector, de meldingsfrequentie is steeds lager. Ten opzichte van het vorige jaar zijn in de branche en bij de totale Zorgsector alle verzuimpercentages licht gestegen. De meldingsfrequentie bleef gelijk en de gemiddelde duur daalde enigszins. Verslagperioden 26 Gehandicapten- Zorgsector Gehandicapten- Zorgsector zorg totaal zorg totaal Verzuimpercentage (excl. zw.) 5,41 5,5 5,3 5,1 Verzuimpercentage (incl. zw.) 6,92 6,33 6,83 6,3 Meldingsfrequentie 1,37 1,43 1,37 1,44 Gemiddelde duur 12,8 11,9 13, 12, 28 VERNET verzuimnetwerk - 3 - GHZ-VerzuimMonitor

Instellingen naar verzuimklasse (eerste ziektejaar) De onderstaande grafiek heeft betrekking op alle organisaties die verzuimgegevens voor deze VerzuimMonitor hebben aangeleverd. Op de horizontale as zijn de diverse verzuimklassen aangegeven. Van elke instelling is het verzuim in berekend en vervolgens is deze instelling in de passende verzuimklasse geplaatst. De hoogte van de kolom geeft het aantal instellingen aan dat in een bepaalde verzuimklasse valt. De rode stippellijn geeft het gemiddelde verzuim van de branche aan. In de Zorgsector als geheel zijn er bij de instellingen grote verschillen in verzuimniveau waar te nemen. Dit kan verklaard worden door branche-specifieke factoren, zoals de personeelsopbouw of de aard van het werk. Iedere branche afzonderlijk laat echter ook grote verschillen zien, terwijl er binnen deze branches sprake is van vergelijkbaar werk en van een vergelijkbare populatie. Bij de Gehandicaptenzorg varieert het verzuim van bijna 3 tot ruim 8 procent. aantal instellingen 5 45 4 35 3 25 2 15 1 5 Verdeling van de instellingen naar verzuimklasse () <3 ---------------------------------------------------- 3-4 4-5 5-6 6-7 7-8 >8 Verzuimklassen In de volgende grafiek geeft de hoogte van de kolom de gezamenlijke personeelssterkte weer van de instellingen die in deze verzuimklasse zijn ingedeeld. In combinatie met de vorige grafiek valt af te leiden dat bij 'kleinere' instellingen het verzuim het meest van het gemiddelde afwijkt. 6. Verdeling van de personeelssterkte naar verzuimklasse () 5. aantal personen 4. 3. 2. 1. <3 3-4 4-5 5-6 6-7 7-8 >8 Verzuimklassen 28 VERNET verzuimnetwerk - 4 - GHZ-VerzuimMonitor

Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie (eerste ziektejaar) In het onderstaande diagram staat op de horizontale as het verzuimpercentage en op de verticale as de meldingsfrequentie. De stippellijnen geven van beide verzuimgrootheden het gemiddelde van de branche Gehandicaptenzorg weer. Zo ontstaan er vier kwadranten. Kwadrant I een laag verzuim en een lage meldingsfrequentie Kwadrant II een laag verzuim en een hoge meldingsfrequentie Kwadrant III een hoog verzuim en een hoge meldingsfrequentie Kwadrant IV een hoog verzuim en een lage meldingsfrequentie Van alle instellingen die hun gegevens hebben aangeleverd zijn zowel het verzuimpercentage als de meldingsfrequentie van het jaar berekend. De combinatie van deze twee kengetallen maakt het mogelijk de instellingen binnen dit diagram te positioneren. 3, 2,5 II Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie III () MF 2, 1,5 1,,5, I 2 4 6 8 1 12 VP IV De schuine lijn in het diagram is de lineaire regressielijn. In het algemeen kan gezegd worden dat een hoger verzuim gepaard gaat met een hogere meldingsfrequentie. Kwadrant I Het 'beste' kwadrant. Maar men zegt wel eens: "het verzuim omlaag krijgen is niet zo moeilijk als het laag te houden". Verzuim blijft een punt van aandacht. Kwadrant II Het verzuim van de instelling in dit kwadrant is weliswaar laag, maar de meldingsfrequentie mag niet vergeten worden. Veel ziekmeldingen zijn storend voor het personeel en verhogen de werkdruk. Kwadrant III Bij de instellingen die zich in dit kwadrant bevinden is naast reïntegratie van langdurig zieken ook het meldgedrag van werknemers een belangrijk aandachtspunt in het verzuimbeleid. Hierbij moet voor ogen worden gehouden dat men zich realistische doelen stelt, bijvoorbeeld jaarlijks een verzuimreductie van 1% en tevens een vermindering van het aantal ziekmeldingen met 1%. Kwadrant IV Een hoog verzuim met een lage meldingsfrequentie duidt op een naar verhouding hoog aantal langdurig zieken. Een snelle (gedeeltelijke) reïntegratie in eigen of ander werk voorkomt dat werknemers uit beeld raken: naast het kostenaspect van het verzuim is dit belangrijk voor het sociaal beleid. 28 VERNET verzuimnetwerk - 5 - GHZ-VerzuimMonitor

Verzuim naar geslacht (eerste ziektejaar) De onderstaande tabellen geven de verzuimcijfers ex- en inclusief het zwangerschaps- en bevallingsverlof weer, uitgesplitst naar geslacht. Verzuim wegens zwangerschaps- en bevallingsverlof is een stabiele en een niet beïnvloedbare factor. Om deze reden worden in alle overige tabellen de verzuimcijfers alleen exclusief het zwangerschaps- en bevallingsverlof gepresenteerd. Het bevallingsverlof duurt 16 weken. Als de werkneemster voorafgaand of aansluitend aan het bevallingsverlof ziek wordt als gevolg van de zwangerschap en/of de bevalling, dan wordt dit verzuim meegenomen bij het verzuimpercentage inclusief zwangerschap. Verslagperioden 26 Tabel 1.1 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie en gemiddelde duur naar geslacht exclusief zwangerschap Geslacht Mannen Vrouwen Totaal VP MF GD VP MF GD 4,91 1,3 12,3 4,77 1,32 12,1 5,56 1,38 12,9 5,47 1,38 13,2 5,41 1,37 12,8 5,3 1,37 13, 6 Verzuimpercentage naar geslacht (exclusief-zw) VP 4 2 26 Mannen Vrouwen Totaal Verslagperioden 26 Tabel 1.2 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie en gemiddelde duur naar geslacht inclusief zwangerschap Geslacht Mannen Vrouwen Totaal VP MF GD VP MF GD 4,91 1,3 12,3 4,77 1,32 12,1 7,52 1,45 17, 7,46 1,45 17,3 6,92 1,42 16,2 6,83 1,42 16,4 28 VERNET verzuimnetwerk - 6 - GHZ-VerzuimMonitor

Verslagperiode Tabel 1.3 Personeelsopbouw naar geslacht Geslacht PS PS in % FTE FTE in % Mannen 18.56 18,5 15.146 23, Vrouwen 81.342 81,5 5.588 77, Totaal 99.849 1, 65.734 1, De cijfers van het jaar In de bovenstaande tabel 'Personeelsopbouw naar geslacht' staat dat ruim 8% van het personeelsbestand uit vrouwen bestaat. De hoogte van de verzuimcijfers wordt dan ook sterk bepaald door de vrouwen die werkzaam zijn binnen deze branche. In diezelfde tabel staan de fulltime-equivalenten (FTE) vermeld. De verhouding tussen de FTE van mannen (23,%) en vrouwen (77,%) is niet gelijk aan de verhouding tussen de personeelssterkte van mannen en vrouwen, omdat vrouwen gemiddeld kleinere banen hebben. Hierdoor is het gewicht van vrouwen op die verzuimcijfers kleiner dan op grond van het aantal vrouwen verwacht wordt. Het verzuimpercentage exclusief het zwangerschaps- en bevallingsverlof van de vrouwen is 5,56 en van de mannen 4,91 (zie tabel 1.1). Vrouwen hebben niet alleen een hoger verzuim dan mannen, ook de meldingsfrequentie (vrouwen 1,38 en mannen 1,3) en de gemiddelde duur (vrouwen 12,9 en mannen 12,3) zijn hoger. Het verzuimpercentage inclusief het zwangerschaps- en bevallingsverlof is bij de vrouwen 7,52 (zie tabel 1.2). Als gevolg van zwangerschap wordt het verzuim bij vrouwen derhalve met 1,96 procentpunt verhoogd, ofwel met 35,3%. Het totale verzuim exclusief het zwangerschaps- en bevallingsverlof in de branche is 5,41%, inclusief is dat 6,92%. Het aantal ziektedagen wordt in de gehele branche door het zwangerschaps- en bevallingsverlof en door ziekten als gevolg van zwangerschap en/of bevalling met 27,9% verhoogd. De cijfers van het jaar vergeleken met die van 26 Het totale verzuim (exclusief zwangerschap) is gestegen van 5,3% in 26 naar 5,41% in. Deze absolute stijging van,11 procentpunt betekent een relatieve stijging van het aantal ziektedagen ten opzichte van 26 van 2,1%. De stijging bij de mannen is,14 procentpunt ofwel een stijging van het aantal ziektedagen van 2,9%. Bij vrouwen steeg het verzuim met,9 procentpunt wat neerkomt op een stijging van 1,6%. Het verzuimpercentage inclusief zwangerschap is gestegen van 6,83 in 26 naar 6,92 in : een stijging van,9 procentpunt ofwel een stijging van het totale aantal ziektedagen van 1,3%. De totale meldingsfrequentie was in gelijk aan die van 26. Bij de mannen daalde het met,2 naar 1,3 en bij de vrouwen bleef het met 1,38 gelijk. De totale gemiddelde duur is in licht gedaald, van 13, naar 12,8. Bij de mannen steeg het van 12,1 naar 12,3, bij de vrouwen daalde het van 13,2 naar 12,9. 28 VERNET verzuimnetwerk - 7 - GHZ-VerzuimMonitor

Verzuim naar leeftijdklasse (eerste ziektejaar) In tabel 2.1 zijn de verzuimcijfers verdeeld naar leeftijdklasse. Uit tabel 2.2 blijkt dat ruim 76% van de werknemers tussen de 25 en 55 jaar oud is. De 55-plussers vormen de kleinste groep. Een deel hiervan is met vervroegd pensioen gegaan of is in de WAO of WIA terechtgekomen. In de tabellen 2.3 t/m 2.5 zijn het verzuimpercentage, de meldingsfrequentie en de gemiddelde duur weergegeven naar leeftijdklasse en geslacht. Om verzuimcijfers goed te kunnen interpreteren is inzicht in de samenstelling van de steekproef van groot belang. Het is bekend dat in de Zorgsector veel vrouwen werkzaam zijn en dat de meeste van hen een leeftijd hebben die tussen de 25 en 55 valt. In tabel 2.6 is in één oogopslag te zien binnen welke categorie de meeste werknemers voorkomen. Verslagperioden 26 Tabel 2.1 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie en gemiddelde duur naar leeftijdklasse Leeftijdklasse VP MF GD VP MF GD t/m 25 3,39 1,3 8,2 3,47 1,3 8,5 26 t/m 35 5,23 1,59 11, 5,29 1,61 11,1 36 t/m 45 5,84 1,39 13,7 5,59 1,38 14,1 46 t/m 55 6,14 1,25 15,6 6,2 1,26 15,8 55 + 6,39 1,1 18, 6,9 1,7 18,2 Totaal 5,41 1,37 12,8 5,3 1,37 13, Verzuimpercentage naar leeftijdklasse t/m 25 26 t/m 35 36 t/m 45 26 46 t/m 55 55 + Totaal 2 4 6 8 VP 28 VERNET verzuimnetwerk - 8 - GHZ-VerzuimMonitor

Verslagperiode Tabel 2.2 Personeelsopbouw naar leeftijdklasse Leeftijdklasse PS PS in % FTE FTE in % t/m 25 16.266 16,3 1.732 16,3 26 t/m 35 23.823 23,9 16.478 25,1 36 t/m 45 26.341 26,4 16.545 25,2 46 t/m 55 26.36 26,1 17.267 26,3 55 + 7.384 7,4 4.71 7,2 Totaal 99.849 1, 65.734 1, Verslagperioden 26 Tabel 2.3 Verzuimpercentage naar leeftijdklasse en geslacht Leeftijdklasse Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal t/m 25 2,55 3,51 3,39 2,54 3,59 3,47 26 t/m 35 4,66 5,37 5,23 4,54 5,47 5,29 36 t/m 45 4,93 6,14 5,84 5,4 5,77 5,59 46 t/m 55 5,35 6,46 6,14 5,1 6,41 6,2 55 + 5,81 6,72 6,39 5,25 6,59 6,9 Totaal 4,91 5,56 5,41 4,77 5,47 5,3 8 Verzuimpercentage naar leeftijdklasse en geslacht () VP 6 4 2 Mannen Vrouwen Totaal t/m 25 26 t/m 35 36 t/m 45 46 t/m 55 55 + 28 VERNET verzuimnetwerk - 9 - GHZ-VerzuimMonitor

Verslagperioden 26 Tabel 2.4 Meldingsfrequentie naar leeftijdklasse en geslacht Leeftijdklasse Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal t/m 25 1,1 1,33 1,3 1,16 1,32 1,3 26 t/m 35 1,55 1,6 1,59 1,6 1,61 1,61 36 t/m 45 1,42 1,38 1,39 1,43 1,37 1,38 46 t/m 55 1,19 1,27 1,25 1,19 1,28 1,26 55 + 1,2 1,14 1,1,97 1,12 1,7 Totaal 1,3 1,38 1,37 1,32 1,38 1,37 Tabel 2.5 Gemiddelde duur naar leeftijdklasse en geslacht Leeftijdklasse Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal t/m 25 7,2 8,3 8,2 7,4 8,6 8,5 26 t/m 35 1, 11,1 11, 9,5 11,4 11,1 36 t/m 45 11,9 14,2 13,7 12,6 14,4 14,1 46 t/m 55 14,8 15,8 15,6 14,2 16,2 15,8 55 + 16,5 18,6 18, 17, 18,7 18,2 Totaal 12,3 12,9 12,8 12,1 13,2 13, Tabel 2.6 Personeelsopbouw in procenten naar leeftijdklasse en geslacht Leeftijdklasse Mannen Vrouwen Totaal t/m 25 1,9 14,4 16,3 26 t/m 35 3,9 2, 23,9 36 t/m 45 4,8 21,6 26,4 46 t/m 55 5,8 2,3 26,1 55 + 2,1 5,2 7,4 Totaal 18,5 81,5 1, 28 VERNET verzuimnetwerk - 1 - GHZ-VerzuimMonitor

De cijfers van het jaar In tabel 2.6 is te zien dat de drie klassen 'vrouwen tussen de 25 en 55 jaar' bijna 62% van de werknemers bevatten. Hun verzuim is resp. 5,37%, 6,14% en 6,46% (zie tabel 2.3). Het totale verzuimpercentage exclusief het zwangerschaps- en bevallingsverlof van 5,41 wordt dan ook sterk bepaald door deze groep. Zowel voor mannen als voor vrouwen geldt dat met het ouder worden het verzuimpercentage en de gemiddelde duur stijgt en de meldingsfrequentie daalt. M.a.w.: werknemers die in een hogere leeftijdklasse zitten, melden zich gemiddeld minder vaak ziek in vergelijking met jongere mensen, maar als ze ziek worden duurt het langer voor ze weer aan de slag kunnen. Uitzondering hierop is de meldingsfrequentie van de jonge werknemers tot 25 jaar die lager is dan die van de leeftijdsgroep boven hen. De cijfers van het jaar vergeleken met die van 26 In tabel 2.3 is te zien dat op totaal niveau en bij de vrouwen het verzuimpercentage in ten opzichte van 26 boven de 35 jaar is gestegen, daaronder is het gedaald. Bij de mannen steeg het verzuim in alle leeftijdklassen, uitgezonderd de klasse '36 t/m 45 jaar'. Omdat de meldingsfrequentie (tabel 2.4) in bij de mannen in vergelijking met 26 praktisch gelijk was gebleven en bij de vrouwen onveranderd was, laat de verdeling van de frequentie naar leeftijdklassen evenveel dalingen als stijgingen zien. Bij de onderverdeling naar geslacht en leeftijdklassen zien we dat de gemiddelde duur overal daalde, behalve bij de mannen in de klassen '26 t/m 35' en '46 t/m 55'. Het verzuimpercentage is in alle leeftijdklassen bij de vrouwen hoger dan bij de mannen. Het absolute verschil tussen mannen en vrouwen daalde. In 26 was het op totaal niveau,7, in was dat,65. Alleen in de leeftijdklasse '36 t/m 45' is dat verschil toegenomen, van,73 in 26 naar 1,21 in. 28 VERNET verzuimnetwerk - 11 - GHZ-VerzuimMonitor

Verzuim naar deeltijdklasse (eerste ziektejaar) Bij de berekening van verzuimcijfers wordt elke ziektedag en elke dienstverbanddag van de werknemer vermenigvuldigd met de bij die dag behorende parttimefactor. Het aantal 'dagen' ofwel het 'gewicht' wordt derhalve groter naarmate werknemers meer uren per week werken. Uit tabel 3.2 blijkt dat het percentage fulltime-equivalenten (FTE) bij de groep die 8% of meer werkt verreweg het hoogst is. De invloed van het verzuim van die groep op het totale verzuim is door het 'gewicht' dan ook veel groter in vergelijking met de overige groepen. In tabel 3.1 worden de verzuimcijfers verdeeld naar deeltijdklasse. In de tabellen 3.3 t/m 3.5 zijn het verzuimpercentage, de meldingsfrequentie en de gemiddelde duur weergegeven naar deeltijdklasse en geslacht. Vervolgens is in tabel 3.7 van het verzuimpercentage de verdeling naar deeltijdklasse en leeftijdklasse weergegeven. Verslagperioden 26 Tabel 3.1 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie en gemiddelde duur naar deeltijdklasse Deeltijdklasse VP MF GD VP MF GD < 4% 4,74 1,4 13,7 4,36 1,2 13,1 4% - 8% 5,54 1,39 13, 5,46 1,39 13,4 8% 5,37 1,47 12,3 5,28 1,49 12,5 Totaal 5,41 1,37 12,8 5,3 1,37 13, 6 Verzuimpercentage naar deeltijdklasse VP 4 2 26 < 4% 4% - 8% 8% Totaal Verslagperiode Tabel 3.2 Personeelsopbouw naar deeltijdklasse Deeltijdklasse PS PS in % FTE FTE in % < 4% 15.596 15,6 3.624 5,5 4% - 8% 47.41 47,1 27.918 42,5 8% 37.213 37,3 34.192 52, Totaal 99.849 1, 65.734 1, 28 VERNET verzuimnetwerk - 12 - GHZ-VerzuimMonitor

Verslagperioden 26 Tabel 3.3 Verzuimpercentage naar deeltijdklasse en geslacht Deeltijdklasse Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal < 4% 3,11 4,89 4,74 3,9 4,47 4,36 4% - 8% 4,75 5,62 5,54 4,62 5,55 5,46 8% 4,98 5,59 5,37 4,84 5,54 5,28 Totaal 4,91 5,56 5,41 4,77 5,47 5,3 Verzuimpercentage naar deeltijdklasse en geslacht () 6 4 2 Mannen Vrouwen Totaal < 4% 4% - 8% 8% Verslagperioden 26 Tabel 3.4 Meldingsfrequentie naar deeltijdklasse en geslacht Deeltijdklasse Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal < 4%,86 1,6 1,4,89 1,3 1,2 4% - 8% 1,27 1,4 1,39 1,29 1,4 1,39 8% 1,35 1,54 1,47 1,37 1,56 1,49 Totaal 1,3 1,38 1,37 1,32 1,38 1,37 Tabel 3.5 Gemiddelde duur naar deeltijdklasse en geslacht Deeltijdklasse Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal < 4% 12, 13,8 13,7 1,5 13,3 13,1 4% - 8% 11,3 13,1 13, 11,7 13,5 13,4 8% 12,6 12,2 12,3 12,4 12,5 12,5 Totaal 12,3 12,9 12,8 12,1 13,2 13, Tabel 3.6 Personeelsopbouw in procenten naar deeltijdklasse en geslacht Deeltijdklasse Mannen Vrouwen Totaal < 4% 1,5 14,2 15,6 4% - 8% 4,1 43, 47,1 8% 12,9 24,3 37,3 Totaal 18,5 81,5 1, 28 VERNET verzuimnetwerk - 13 - GHZ-VerzuimMonitor

Verslagperioden Tabel 3.7 Verzuimpercentage naar deeltijdklasse en leeftijdklasse Deeltijdklasse t/m 25 26 t/m 35 36 t/m 45 46 t/m 55 55+ Totaal < 4% 2,1 4,54 5,13 5,55 5,66 4,74 4% - 8% 3, 5,38 5,94 6,45 7,2 5,54 8% 3,79 5,18 5,85 5,95 6,39 5,37 Totaal 3,39 5,23 5,84 6,14 6,39 5,41 8 6 VP 4 Verzuimpercentage naar deeltijdklasse en leeftijdklasse ---------------------------------------------------- () t/m 25 26 t/m 35 36 t/m 45 46 t/m 55 55+ 2 < 4% 4% - 8% 8% Verslagperiode Tabel 3.8 Personeelsopbouw in procenten naar deeltijdklasse en leeftijdklasse Deeltijdklasse t/m 25 26 t/m 35 36 t/m 45 46 t/m 55 55+ Totaal < 4% 2,9 2,7 4,4 3,9 1,6 15,6 4% - 8% 6,7 1,9 13,8 12,5 3,2 47,1 8% 6,6 1,3 8,1 9,6 2,7 37,3 Totaal 16,3 23,9 26,4 26,1 7,4 1, 28 VERNET verzuimnetwerk - 14 - GHZ-VerzuimMonitor

De cijfers van het jaar Tabel 3.2 laat zien dat ruim 37% van het aantal werknemers een arbeidsovereenkomst heeft van 8% of meer. In diezelfde tabel staan de fulltime-equivalenten (FTE) vermeld. Omdat bij de berekening van het verzuim het gewicht van de groep een grote rol speelt, is het met name in dit hoofdstuk van belang dat de percentages FTE in ogenschouw worden genomen. Het percentage FTE van de groep die de meeste uren werkt ( 8%) bedraagt 52,%. Het hoogste verzuimpercentage (5,54) op totaal niveau is in de klassen '4% - 8%' (zie tabel 3.1). Het lagere verzuim van 4,74 van de werknemers met de kleinste deeltijdbanen is nauwelijks van invloed op het totale verzuim vanwege de geringe omvang (5,5% FTE's). Kijken we naar de verdeling naar geslacht in de twee hoogste deeltijdklassen (tabel 3.3) dan zien we dat het verzuim bij vrouwen in de klasse '4% - 8%' het hoogst is en bij mannen in de klasse ' 8%'. Uit tabel 3.4 blijkt dat de meldingsfrequentie toeneemt bij mannen en vrouwen naarmate de baan 'groter' wordt. In tabel 3.5 is te zien dat mannen de hoogste gemiddelde duur hebben in de deeltijdklasse ' 8%' en de vrouwen in de klasse '< 4%'. Binnen alle deeltijdklassen is te zien dat vrouwen een hoger verzuimpercentage, een hogere meldingsfrequentie en een langere gemiddelde duur hebben in vergelijking met mannen. De uitzondering betreft hier de deeltijdklasse ' 8%', waar bij vrouwen de gemiddelde duur korter is. Uit tabel 3.7 is op te maken dat ook voor de opsplitsing naar deeltijd geldt dat het verzuim toeneemt naarmate men ouder wordt. De cijfers van het jaar vergeleken met die van 26 Uit tabel 3.3 blijkt dat het verzuimpercentage van de mannen en de vrouwen in alle deeltijdklassen is gestegen in. De meldingsfrequentie (tabel 3.4) van mannen daalde in alle deeltijdklassen in. Bij de de vrouwen daalde het alleen in de deeltijdklasse ' 8%'. In de klasse '4%-8%' bleef het gelijk en in de deeltijdklasse '< 4%' steeg het. De gemiddelde duur op totaal niveau (tabel 3.5) steeg in de klasse '< 4%' met,6 dag en daalde in de overige klassen met resp.,4 en,2. De onderverdeling naar geslacht laat een wisselend beeld zien. 28 VERNET verzuimnetwerk - 15 - GHZ-VerzuimMonitor

Verzuim naar duurklasse (eerste ziektejaar) In de onderstaande tabel zijn de verzuimcijfers verdeeld naar vier duurklassen. Uit de verdeling van het verzuimpercentage blijkt dat verreweg het grootste deel van het verzuim veroorzaakt wordt door werknemers die langer dan zes weken ziek zijn. De hoogste meldingsfrequentie valt in de klasse '1 t/m 7 dagen'. Verslagperioden jaar jaar 26 Tabel 4 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie en gemiddelde duur naar duurklasse Duurklasse VP MF GD VP MF GD 1 t/m 7 dagen,97 1,4 3,3,98 1,4 3,3 8 t/m 14 dagen,42,14 1,5,44,15 1,5 15 t/m 42 dagen,6,1 24,4,58,9 24,7 > 42 dagen 3,43,9 122,1 3,31,9 124,5 Totaal 5,41 1,37 12,8 5,3 1,37 13, Verzuim naar duurklasse () Meldingsfrequentie naar duurklasse 6,6% 17,9% 7,3% () 7,7% 1,2% 63,3% 11,1% 1 t/m 7 dagen 8 t/m 14 dagen 15 t/m 42 dagen > 42 dagen 75,9% 1 t/m 7 dagen 8 t/m 14 dagen 15 t/m 42 dagen > 42 dagen De berekeningen voor het 'Totaal' en 'per duurklasse' worden afzonderlijk uitgevoerd. Hierdoor kan het 'Totaal' afwijken van de som der delen. In beide jaren is dit bij het verzuimpercentage het geval. In tabel 4 is te zien dat de stijging van het verzuimpercentage van 5,3 in 26 naar 5,41 in voornamelijk door de stijging van het verzuim in de klasse '43 t/m 365 dagen' veroorzaakt is. Het langdurig verzuim steeg van 3,31 naar 3,43. De stijging van,12 procentpunt komt neer op een stijging van het aantal ziektedagen in die klasse van 3,6%. De meldingsfrequentie laat in de duurklassen van in vergelijking met 26 minieme verschillen zien. De gemiddelde duur daalde bij de ziektegevallen die langer dan 2 weken duurden. In het linker diagram is te zien dat verreweg het grootste deel van het verzuim in het jaar, namelijk 63,3% toe te schrijven is aan het langdurig verzuim. Uit de gegevens in de tabel kan worden afgeleid dat in 26 het aandeel langdurig verzuim 62,5% was. Door werknemers die langdurig ziek zijn vaker en sneller (gedeeltelijk) te reïntegreren, kan in deze klasse het verzuim worden teruggedrongen. Uit beide cirkeldiagrammen blijkt de relatie tussen ziektedagen en ziekmeldingen: in de hoogste duurklasse is het percentage ziektedagen 63,3% en het percentage ziekmeldingen 6,6%. 28 VERNET verzuimnetwerk - 16 - GHZ-VerzuimMonitor

Werknemers per meldingsklasse (eerste ziektejaar) Van elke werknemer wordt jaarlijks vastgesteld hoe vaak hij of zij zich heeft ziekgemeld. Vervolgens worden zij in een 'meldingsklasse' ingedeeld. Een hoog percentage in de klasse '4' of '5 of meer' biedt een aangrijpingspunt voor het verzuimbeleid, met name waar het de cultuur rond het meldgedrag betreft. De kans dat werknemers die gedurende het verslagjaar in dienst komen, of de dienst verlaten, zich ziek melden is kleiner in vergelijking met werknemers die het hele jaar in dienst zijn geweest. Vernet houdt hier rekening mee. Afhankelijk van de lengte van het dienstverband krijgt iedere werknemer een gewicht: werknemers die het hele jaar in dienst zijn geweest hebben een gewicht van '1'. Wettelijk gezien worden de ziektedagen van iemand, die zich binnen 4 weken na herstel opnieuw ziek meldt, opgeteld bij de vorige ziekteperiode(n). De samengestelde perioden bepalen wanneer een werknemer een aanvraag kan doen voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Vernet gaat er bij het begrip 'meldingsfrequentie', 'werknemers per meldingsklasse' en 'beëindigingsfrequentie' van uit dat elke melding geteld moet worden. Juist met deze kengetallen moet het storende effect van ziekmeldingen (zoals frequent kortdurend verzuim) in de instelling respectievelijk de branche tot uiting komen. Tabel 6 Percentage werknemers per meldingsklasse Aantal Meldingen 1 2 3 4 5 of meer Totaal 26 38,5 38,3 27,2 27,2 17,3 17,1 9,2 9,2 4,5 4,7 3,4 3,6 1, 1, Percentage werknemers per meldingsklasse 4,5% 3,4% 9,2% 38,5% 17,3% () 1 2 3 4 5 of meer 27,2% Tabel 6 laat zien dat het percentage werknemers dat zich geen enkele keer heeft ziek gemeld is gestegen van 38,3% in 26 naar 38,5% in. Ook in de klasse met 2 meldingen steeg het percentage (van 17,1 naar 17,3). In de klassen met 1 en 3 meldingen is het percentage gelijk gebleven, in de hoogste klassen is het gedaald. De frequente verzuimers in de klasse '4' en '5 of meer' verzuimen per melding vaak niet lang. Vanwege het storend effect behoeft deze groep extra aandacht bij de bestrijding van het verzuim. Het percentage van deze twee klassen samen daalde van 8,3% naar 7,9%. 28 VERNET verzuimnetwerk - 17 - GHZ-VerzuimMonitor

Verzuim naar grootteklasse (eerste ziektejaar) Voor de Gehandicaptenzorg is t.b.v. deze VerzuimMonitor een indeling in vier grootteklassen gemaakt. In tabel 7.1 zijn de verzuimcijfers per grootteklasse weergegeven. De personeelsopbouw staat in tabel 7.2. Verslagperioden 26 Tabel 7.1 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie en gemiddelde duur naar grootteklasse Grootteklasse VP MF GD VP MF GD < 5 5,61 1,47 12,3 5,31 1,49 12,4 5-1. 5,25 1,4 12,2 5,23 1,39 12,6 1. - 1.5 5,2 1,35 13, 5,16 1,39 12,8 > 1.5 5,49 1,33 13,2 5,4 1,3 13,5 Totaal 5,41 1,37 12,8 5,3 1,37 13, 8 Verzuimpercentage naar grootteklasse ---------------------------------------------------- 6 VP 4 26 2 < 5 5-1. 1. - 1.5 > 1.5 Totaal Verslagperiode Tabel 7.2 Personeelsopbouw naar grootteklasse Grootteklasse PS PS in % FTE FTE in % < 5 13.94 14, 9.694 14,7 5-1. 23.423 23,5 14.862 22,6 1. - 1.5 15.78 15,8 1.716 16,3 > 1.5 46.76 46,8 3.461 46,3 Totaal 99.849 1, 65.734 1, In tabel 7.1 is te zien dat in het verzuimpercentage bij de kleinste instellingen ('< 5') het hoogst was. In 26 was dat nog bij de grootste instellingen ' (> 1.5') het geval. De hoogste meldingsfrequentie was in beide jaren in de klasse '< 5' en de langste gemiddelde duur in de klasse '> 1.5'. Het verzuimpercentage is in t.o.v. 26 in alle grootteklassen gestegen. Bij de meldingsfrequentie en de gemiddelde duur zien we in die grootteklassen in zowel dalingen als stijgingen. 28 VERNET verzuimnetwerk - 18 - GHZ-VerzuimMonitor

Verzuim naar salarisklasse (eerste ziektejaar) Wegens het ontbreken van een standaard functie-coderingssysteem is het niet mogelijk om verzuimcijfers naar functie weer te geven. Een alternatieve methode om inzicht te krijgen in het verzuim naar functiegroepen is door middel van een verdeling naar salarisklasse. Alle werknemers met min of meer hetzelfde salarisniveau worden in dezelfde salarisklasse ingedeeld. Zo is het mogelijk om het verzuim te analyseren naar functiezwaarte, uitgaande van de stelling dat het salaris parallel loopt aan het niveau van de functie. In de tabellen 8.1 t/m 8.3 zijn het verzuimpercentage, de meldingsfrequentie en de gemiddelde duur weergegeven naar salarisklasse en geslacht. In tabel 8.5 wordt het verzuimpercentage weergegeven naar salarisklasse en leeftijdklasse. In tabel 8.7 staat het verzuimpercentage naar salarisklasse en deeltijdklasse. In de tabellen 8.4, 8.6 en 8.8 is de bijbehorende personeelsopbouw weergegeven. Verslagperioden jaar jaar 26 Tabel 8.1 Verzuimpercentage naar salarisklasse en geslacht Salarisklasse Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal < 1.5 2,5 2,55 2,54 2,93 3,2 3, 1.5-2. 5,54 6,23 6,12 5,39 6,2 6,7 2. - 2.5 5,73 6,4 5,98 5,64 5,83 5,79 2.5-3. 5,2 4,91 4,95 4,49 4,93 4,78 > 3. 2,92 3,61 3,29 3,1 3,54 3,28 Totaal 4,91 5,56 5,41 4,77 5,47 5,3 Verzuimpercentage naar salarisklasse en geslacht () 8 VP 6 4 2 Mannen Vrouwen Totaal < 1.5 1.5-2. 2. - 2.5 2.5-3. > 3. 28 VERNET verzuimnetwerk - 19 - GHZ-VerzuimMonitor

Verslagperioden jaar jaar 26 Tabel 8.2 Meldingsfrequentie naar salarisklasse en geslacht Salarisklasse Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal < 1.5,91 1,2 1,,96 1,1 1,1 1.5-2. 1,46 1,54 1,53 1,48 1,54 1,53 2. - 2.5 1,46 1,41 1,41 1,48 1,4 1,41 2.5-3. 1,28 1,26 1,27 1,29 1,27 1,28 > 3.,83 1,9,98,88 1,9 1, Totaal 1,3 1,38 1,37 1,32 1,38 1,37 Meldingsfrequentie naar salarisklasse en geslacht dienstverbanddagen (kalenderdagen) ---------------------------------------------------- 2, () 1,5 MF 1,,5 Mannen Vrouwen Totaal, < 1.5 1.5-2. 2. - 2.5 2.5-3. > 3. Verslagperioden jaar jaar 26 Tabel 8.3 Gemiddelde duur naar salarisklasse en geslacht Salarisklasse Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal < 1.5 8,3 8,3 8,3 9, 9,1 9,1 1.5-2. 11,2 12,3 12,1 11,5 13, 12,8 2. - 2.5 12,7 13,8 13,6 12,9 13,9 13,7 2.5-3. 13,3 13,6 13,5 12,1 13,7 13,2 > 3. 13,1 12,5 12,7 11,9 12,2 12,1 Totaal 12,3 12,9 12,8 12,1 13,2 13, 28 VERNET verzuimnetwerk - 2 - GHZ-VerzuimMonitor

Verslagperiode Tabel 8.4 Personeelsopbouw in procenten naar salarisklasse en geslacht Salarisklasse Mannen Vrouwen Totaal < 1.5 1,2 6,6 7,8 1.5-2. 3,7 23,5 27,2 2. - 2.5 7,7 4,1 47,8 2.5-3. 3, 7,4 1,4 > 3. 2,9 3,9 6,8 Totaal 18,5 81,5 1, 5 Personeelsopbouw in procenten naar salarisklasse en geslacht () () 4 3 PS % 2 Mannen Vrouwen 1 < 1.5 1.5-2. 2. - 2.5 2.5-3. > 3. Uit tabel 8.1 blijkt dat op totaal niveau in zowel als in 26 het verzuimpercentage het hoogste is in de klasse ' 1.5-2.'. Het verzuim daalt vervolgens naarmate het salaris stijgt. Tabel 8.2 laat hetzelfde beeld zien voor de meldingsfrequentie en uit tabel 8.3 blijkt dat de gemiddelde duur stijgt tot en met salarisklasse ' 2. - 2.5', waarna zij weer daalt. De meeste werknemers (75%) verdienen tussen de 1.5 en 2.5 (zie tabel 8.6). In beide jaren is het verzuimpercentage (tabel 8.1) en de gemiddelde duur (tabel 8.3) in deze categorie bij vrouwen hoger dan bij mannen. De meldingsfrequentie (tabel 8.2) is bij de vrouwen in de klasse ' 1.5-2.' ook hoger in vergelijking met die van de mannen, maar in de klasse ' 2. - 2.5' is zij lager. In tabel 8.5 is te zien dat voor bijna alle salarisklassen gezegd kan worden dat het verzuimpercentage stijgt naarmate de leeftijd toeneemt. Bij de 55-plussers neemt het verzuim in 3 salarisklassen echter weer af. Uit de combinatie van de tabellen 8.5 en 8.6 (de bijbehorende personeelsopbouw) is op te maken dat er een categorie is (salarisklassen ' 1.5-2.5' / leeftijdklassen '36-55') die èn een meer dan gemiddeld verzuim heeft èn veel werknemers bevat, namelijk 39% van de werknemerspopulatie. Tabel 8.7 geeft het verzuim naar salarisklasse en deeltijdklasse weer. Ook hier kan gekeken worden naar de combinatie met tabel 8.8 (de bijbehorende personeelsopbouw). Te zien is dat er vier cellen zijn, te weten salarisklasse ' 1.5-2.5' / deeltijdklassen ' 4%' die èn een meer dan gemiddeld verzuim hebben èn veel werknemers bevatten (62,1%). 28 VERNET verzuimnetwerk - 21 - GHZ-VerzuimMonitor

Tabel 8.5 Verzuimpercentage naar salarisklasse en leeftijdklasse () Salarisklasse t/m 25 26 t/m 35 36 t/m 45 46 t/m 55 55 + Totaal < 1.5 1,8 5, 5,76 5,99 3, 2,54 1.5-2. 4,23 5,96 7,66 7,99 7,57 6,12 2. - 2.5 4,43 5,36 6,6 6,57 6,9 5,98 2.5-3. 2,61 3,71 4,93 5,26 6,82 4,95 > 3. 3,52 2,93 3,6 3,53 3,33 3,29 Totaal 3,39 5,23 5,84 6,14 6,39 5,41 1 Verzuimpercentage naar salarisklasse en leeftijdklasse () 8 6 dienstverbanddagen VP (kalenderdagen) 4 2 ---------------------------------------------------- < 1.5 1.5-2. 2. - 2.5 2.5-3. > 3. t/m 25 26 t/m 35 36 t/m 45 46 t/m 55 55 + Tabel 8.6 Personeelsopbouw in procenten naar salarisklasse en leeftijdklasse () Salarisklasse t/m 25 26 t/m 35 36 t/m 45 46 t/m 55 55 + Totaal < 1.5 6,,7,6,4,1 7,8 1.5-2. 8,6 6, 5,3 5,4 2, 27,2 2. - 2.5 1,6 14,4 14,6 13,7 3,6 47,8 2.5-3.,1 1,9 3,9 3,7,8 1,4 > 3., 1, 2, 2,9,9 6,8 Totaal 16,3 23,9 26,4 26,1 7,4 1, Personeelsopbouw naar salarisklasse en leeftijdklasse () PS% 16 14 12 1 8 6 4 2 t/m 25 26 t/m 35 36 t/m 45 46 t/m 55 55 + < 1.5 1.5-2. 2. - 2.5 2.5-3. > 3. 28 VERNET verzuimnetwerk - 22 - GHZ-VerzuimMonitor

Tabel 8.7 Verzuimpercentage naar salarisklasse en deeltijdklasse () Salarisklasse < 4% 4% - 8% 8% Totaal < 1.5 2,81 2,39 2,68 2,54 1.5-2. 5,27 6,37 6,3 6,12 2. - 2.5 4,94 5,88 6,18 5,98 2.5-3. 3,19 4,92 5,2 4,95 > 3. 2,68 3,6 3,22 3,29 Totaal 4,74 5,54 5,37 5,41 Verzuimpercentage naar salarisklasse en deeltijdklasse () 8 6 dienstverbanddagen (kalenderdagen) 4 VP < 4% ---------------------------------------------------- 4% - 8% 2 8% < 1.5 1.5-2. 2. - 2.5 2.5-3. > 3. Tabel 8.8 Personeelsopbouw in procenten naar salarisklasse en deeltijdklasse () Salarisklasse < 4% 4% - 8% 8% Totaal < 1.5 1,6 4, 2,2 7,8 1.5-2. 6,3 12,6 8,2 27,2 2. - 2.5 6,6 24,7 16,6 47,8 2.5-3.,8 4,1 5,6 1,4 > 3.,3 1,8 4,7 6,8 Totaal 15,6 47,1 37,3 1, Personeelsopbouw naar salarisklasse en deeltijdklasse () 26 24 22 2 18 16 14 12 1 8 6 4 2 PS% < 4% < 1.5 1.5-2. 2. - 2.5 2.5-3. > 3. 4% - 8% 8% 28 VERNET verzuimnetwerk - 23 - GHZ-VerzuimMonitor

Verzuim en verzuimkosten (eerste ziektejaar) In de onderstaande tabellen staan verzuimpercentages en verzuimkostenpercentages weergegeven: - het verzuimpercentage is een sociale indicatie: het zegt iets over het welzijn van werknemers. - het verzuimkostenpercentage is een financieel-economisch begrip: met dit gegeven heeft men een indicatie van het uitgekeerde ziekengeld. Het verzuimkostenpercentage wordt berekend door in het verzuimpercentage loongegevens te koppelen aan de ziektedagen en de dienstverbanddagen van werknemers. Zo ontstaat er een relatie tussen het verzuim en de kosten die dat verzuim met zich meebrengt. De kosten van het verzuim kunnen verdeeld worden in directe kosten en indirecte kosten: - directe kosten van het verzuim kan men berekenen door het verzuimkostenpercentage te vermenigvuldigen met de bruto loonsom van de gehele werknemerspopulatie en dit bedrag te verhogen met 28%, zijnde het vakantiegeld (8%) en de werkgeverslasten (2%). Bij deze berekening is uitgegaan van 1% doorbetaling van het loon bij ziekte en van nul wachtdagen. - indirecte verzuimkosten zijn kosten als gevolg van overwerk collega s, inhuren uitzendkrachten, arbodienst of bedrijfsarts, personeelsverloop, kosten preventie, begeleiding en reïntegratie, administratieve verplichtingen (o.a. door de Wet Poortwachter), slecht imago, kwaliteitsverlies, overbelasting collega s, verhoogde premie etc. etc. In het algemeen wordt gesteld dat de indirecte kosten min of meer gelijk zijn aan de directe kosten. Het verzuim- en verzuimkostenpercentage is in de tabellen 9.1 t/m 9.3 onderverdeeld naar geslacht, leeftijdklasse en deeltijdklasse. Voor de interpretatie is het percentage werknemers toegevoegd. Verslagperioden 26 Tabel 9.1 Verzuim en verzuimkosten naar geslacht Geslacht VP VKP PS in % VP VKP PS in % Mannen 4,91 4,63 18,5 4,77 4,49 18,7 Vrouwen 5,56 5,62 81,5 5,47 5,53 81,3 Totaal 5,41 5,36 1, 5,3 5,25 1, 6 Verzuim en verzuimkosten naar geslacht ---------------------------------------------------- () 4 2 VP VKP Mannen Vrouwen Totaal In tabel 9.1 is te zien dat in en in 26 het verzuimkostenpercentage op totaal niveau en bij de mannen lager is dan het verzuimpercentage. Bij vrouwen is het verzuimkostenpercentage hoger. Voor de onderverdeling naar leeftijdklasse (tabel 9.2) geldt dat het verzuimkostenpercentage altijd lager is dan het verzuimpercentage. Een uitzondering hierop vormt de leeftijdklasse 't/m 25' waar het verzuimkostenpercentage in beide jaren hoger is. Bij de verdeling naar deeltijdklasse (tabel 9.3) is alleen in de klasse ' 8%' het verzuimkostenpercentage lager is dan het verzuimpercentage. 28 VERNET verzuimnetwerk - 24 - GHZ-VerzuimMonitor

Verslagperioden 26 Tabel 9.2 Verzuim en verzuimkosten naar leeftijdklasse Leeftijdsklasse VP VKP PS in % VP VKP PS in % t/m 25 3,39 4,4 16,3 3,47 4,17 16,3 26 t/m 35 5,23 5,13 23,9 5,29 5,19 24,4 36 t/m 45 5,84 5,56 26,4 5,59 5,33 27,3 46 t/m 55 6,14 5,72 26,1 6,2 5,56 25,3 55 + 6,39 5,78 7,4 6,9 5,48 6,7 Totaal 5,41 5,36 1, 5,3 5,25 1, 8 Verzuim en verzuimkosten naar leeftijdklasse dienstverbanddagen (kalenderdagen) () 6 4 ---------------------------------------------------- VP VKP 2 t/m 25 26 t/m 35 36 t/m 45 46 t/m 55 55 + Totaal Verslagperioden 26 Tabel 9.3 Verzuim en verzuimkosten naar deeltijdklasse Deeltijdklasse VP VKP PS in % VP VKP PS in % < 4% 4,74 4,78 15,6 4,36 4,41 15,9 4% - 8% 5,54 5,66 47,1 5,46 5,58 46,2 8% 5,37 5,2 37,3 5,28 5,1 37,9 Totaal 5,41 5,36 1, 5,3 5,25 1, 6 Verzuim en verzuimkosten naar deeltijdklasse () 4 VP VKP 2 < 4% 4% - 8% 8% Totaal 28 VERNET verzuimnetwerk - 25 - GHZ-VerzuimMonitor

Verzuim naar regio (eerste ziektejaar) In tabel 1.1 staan de verzuimcijfers naar regio. De indeling voor de vijf regio's, zoals die door Vernet wordt gehanteerd, staat hieronder weergegeven. De verzuimcijfers voor de grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht en hun naaste omgeving zijn afzonderlijk gepresenteerd in tabel 1.2. Noord Nederland: Groningen, Friesland, Drenthe, Gooi- en Vechtstreek, Noord-Holland-Noord, Kennemerland, Amstel- en Meerlanden. Midden Nederland: IJssel/Vecht, Twente, Midden-IJssel, Veluwe, Arnhem, Oost-Gelderland, Nijmegen, Rivierenland, Flevoland, Oost-Utrecht. Zuid-Oost Nederland: Midden-Brabant, Noord-Oost-Brabant, Zuid-Oost Brabant, Noord-, Midden- en Zuid-Limburg. Zuid-West Nederland: Rijnstreek, Drechtsteden, Zeeland, Westelijk Noord-Brabant, Breda. Grote Steden: Amsterdam (met Zaanstreek en Waterland), Rotterdam (met Rijnmond), Den Haag (met Delft en Westland) en Utrecht-West. Verslagperioden jaar jaar 26 Tabel 1.1 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie en gemiddelde duur naar regio Regio VP MF GD PS in % VP MF GD PS in % Noord Nederland 5,41 1,34 13,2 2,9 5,27 1,35 13,2 22,3 Midden Nederland 5,44 1,35 13,1 42,5 5,48 1,35 13,5 41,1 Zuid-Oost Nederland 4,6 1,34 11,9 6,5 4,39 1,35 11,1 1,9 Zuid-West Nederland 5,38 1,34 12,1 13,4 5,45 1,37 13,3 11,2 Grote Steden 5,64 1,49 12,5 16,8 5,42 1,49 12,2 14,5 Totaal 5,41 1,37 12,8 1, 5,3 1,37 13, 1, Verzuim naar regio Noord Nederland Midden Nederland Zuid-Oost Nederland 26 Zuid-West Nederland Grote Steden Totaal 2 4 6 8 VP 28 VERNET verzuimnetwerk - 26 - GHZ-VerzuimMonitor

Verslagperioden 26 Tabel 1.2 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie en gemiddelde duur naar Grote Steden Grote Steden VP MF GD PS in % VP MF GD PS in % Amsterdam 5,69 1,45 12,6 27,5 5,37 1,48 12,8 27,9 Rotterdam 5,62 1,46 13, 18,6 6,7 1,5 13,2 21,8 Den Haag 5,49 1,51 12, 29,3 4,98 1,52 1,5 27,9 Utrecht 5,77 1,51 12,5 24,5 5,43 1,47 12,8 22,4 Totaal 5,64 1,49 12,5 1, 5,42 1,49 12,2 1, Verzuim naar Grote Steden Amsterdam ---------------------------------------------------- Rotterdam 26 Den Haag Utrecht Totaal 1 2 3 4 5 6 7 8 VP In tabel 1.1 is te zien dat in bij de 'Grote Steden' het hoogste verzuimpercentage is gemeten. In 26 was dat in Midden Nederland. De hoogste meldingsfrequentie was in beide jaren in de 'Grote Steden' te zien. De langste gemiddelde duur was in in Noord Nederland, in 26 in Midden Nederland. Zuid-Oost Nederland behaalde bij alle verzuimcijfers, zowel in als 26, de laagste waarden. Ook in enkele andere regio's werd de laagste meldingsfrequentie gemeten. De grootste relatieve stijging van het verzuimpercentage is te zien in Zuid-Oost Nederland. Echter, door de grotere omvang in Noord Nederland en bij de Grote Steden is de stijging in aldaar van grotere invloed op het totale verzuimpercentage van de branche. De meldingsfrequenties zijn in de regio's in gelijk gebleven of gedaald. De gemiddelde duur steeg alleen in Zuid Oost Nederland en bij de Grote Steden. In tabel 1.2 zien we dat Utrecht in het hoogste verzuim heeft. In 26 was dat in Rotterdam. In Den Haag is in beide jaren het laagste verzuimpercentage gemeten. De hoogste meldingsfrequentie was in in Den Haag en Utrecht, in 26 in Den Haag. De langste gemiddelde duur was in beide jaren in Rotterdam te zien. Het verzuimpercentage steeg in t.o.v. 26 in Amsterdam (met,32) en in Utrecht (met,34). De grootste relatieve stijging vond plaats in Utrecht met 6,3%. De meldingsfrequentie steeg alleen in Utrecht (met,4) in en de gemiddelde duur steeg in vergelijking met 26 alleen in Den Haag (met 1,5 dag). 28 VERNET verzuimnetwerk - 27 - GHZ-VerzuimMonitor

Tijdreeks verzuimcijfers (eerste ziektejaar) In de onderstaande tabel staan de verzuimcijfers per kwartaal en per voortschrijdend jaar. Bij het verzuimpercentage en de meldingsfrequentie op kwartaalbasis zien we een afspiegeling van het 'seizoenspatroon': het ziekteverzuim is doorgaans iets hoger in het eerste kwartaal, de winter, en wat lager in het derde kwartaal, de zomer. Het tweede en vierde kwartaal zijn min of meer gelijk aan elkaar, mits er geen sprake is van een structurele groei of daling van het verzuim. De gemiddelde duur daarentegen is in het derde kwartaal steeds hoger. De verklaring hiervoor ligt in het aantal gevallen van verkoudheid en griep in de overige kwartalen: deze ziekten duren naar verhouding kort en beïnvloeden de gemiddelde duur. De jaarcijfers geven om die reden betere informatie. Een voortschrijdend jaar bestaat uit vier aaneengesloten kwartalen. Verzuimcijfers van voortschrijdende jaren vertonen geen fluctuaties als gevolg van seizoensinvloeden. Hierdoor geven de 'voortschrijdende jaarcijfers' de structurele ontwikkeling beter weer dan 'kwartaalcijfers'. In de grafiek, waarin tevens de cijfers vanaf 24 zijn opgenomen, is het verschil tussen beide cijfers goed te zien. GD*) Als gevolg van de invoering van het tweede ziektejaar is de gemiddelde duur in 25 sterk verlaagd in vergelijking met de jaren daarvoor. Vanaf 26 is de gemiddelde duur gebaseerd op twee ziektejaren. Tabel 11.1 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie en gemiddelde duur per kwartaal en voortschrijdend jaar Kwartaal VP MF GD* Voortschrijdend jaar VP MF GD* 25-1 7,14 2,8 11,7 24-2 t/m 25-1 6,14 1,53 14,8 25-2 5,39 1,2 14,8 24-3 t/m 25-2 5,93 1,51 14,2 25-3 4,66 1,4 15,2 24-4 t/m 25-3 5,75 1,49 13,5 25-4 5,82 1,52 11,5 25-1 t/m 25-4 5,65 1,45 12,9 26-1 6,48 1,93 11,7 25-2 t/m 26-1 5,62 1,43 13, 26-2 5,18 1,14 15,1 25-3 t/m 26-2 5,55 1,41 13,1 26-3 4,52 1,1 15,1 25-4 t/m 26-3 5,42 1,4 13, 26-4 5,44 1,42 11,4 26-1 t/m 26-4 5,3 1,37 13, -1 6,4 1,71 11,6 26-2 t/m -1 5,25 1,32 13,1-2 5,21 1,13 14,9 26-3 t/m -2 5,28 1,32 13, -3 4,82 1,3 15,5 26-4 t/m -3 5,32 1,32 13,1-4 5,74 1,58 11, -1 t/m -4 5,41 1,37 12,8 8 Verzuimpercentage en meldingsfrequentie per kwartaal en voortschrijdend jaar 6 4 VP kwartaal VP jaar MF kwartaal MF jaar 2 24-1 24-2 24-3 24-4 25-1 25-2 25-3 25-4 26-1 26-2 26-3 26-4 -1-2 -3-4 28 VERNET verzuimnetwerk - 28 - GHZ-VerzuimMonitor

Tabel 11.2 Verzuimpercentage per voortschrijdend jaar naar duurklasse Voortschrijdend jaar 1-7 dagen 8-14 dagen 15-42 dagen > 42 dagen Totaal VP VP VP VP VP 25-1 t/m 25-4 1,6,51,62 3,46 5,65 25-2 t/m 26-1 1,3,47,62 3,5 5,62 25-3 t/m 26-2 1,2,46,61 3,46 5,55 25-4 t/m 26-3 1,1,46,62 3,34 5,42 26-1 t/m 26-4,98,44,58 3,31 5,3 26-2 t/m -1,93,41,59 3,32 5,25 26-3 t/m -2,93,41,58 3,35 5,28 26-4 t/m -3,93,41,59 3,39 5,32-1 t/m -4,97,42,6 3,43 5,41 Tabel 11.3 Meldingsfrequentie per voortschrijdend jaar naar duurklasse Voortschrijdend jaar 1-7 dagen 8-14 dagen 15-42 dagen > 42 dagen Totaal MF MF MF MF MF 25-1 t/m 25-4 1,8,17,1,9 1,45 25-2 t/m 26-1 1,8,16,1,9 1,43 25-3 t/m 26-2 1,7,16,1,9 1,41 25-4 t/m 26-3 1,6,16,1,9 1,4 26-1 t/m 26-4 1,4,15,9,9 1,37 26-2 t/m -1,99,14,9,9 1,32 26-3 t/m -2,99,14,9,9 1,32 26-4 t/m -3,99,14,1,9 1,32-1 t/m -4 1,4,14,1,9 1,37 8 Verzuim en langdurig verzuim per voortschrijdend jaar 6 4 2 23-1 t/m 23-4 23-2 t/m 24-1 23-3 t/m 24-2 23-4 t/m 24-3 24-1 t/m 24-4 24-2 t/m 25-1 24-3 t/m 25-2 24-4 t/m 25-3 25-1 t/m 25-4 25-2 t/m 26-1 25-3 t/m 26-2 25-4 t/m 26-3 26-1 t/m 26-4 26-2 t/m -1 26-3 t/m -2 26-4 t/m -3-1 t/m -4 VP totaal VP langdurig verzuim In tabel 11.1 kunnen de verzuimcijfers van de overeenkomstige kwartalen met elkaar vergeleken worden. In het 2-de, 3-de en 4-de kwartaal van is het verzuim voor het eerst sinds jaren weer gestegen. Ook is het verzuim van de bij die kwartalen behorende voortschrijdende jaren gestegen. Uit tabel 11.2 blijkt dat de stijging van het totale verzuim in die laatste drie voortschrijdende jaren voornamelijk veroorzaakt is door de stijging van het langdurige verzuim. In tabel 11.3 is te zien dat de meldingsfrequentie in de voortschrijdende jaren tussen 26-1 t/m 26-4 en -1 t/m -4 de laagste waarde bereikt heeft van 1,32. De stijging van het totale niveau in naar 1,37 werd voornamelijk veroorzaakt door de stijging van de frequentie in de duurklasse '1-7 dagen'. De grafiek, waarin de verzuimcijfers vanaf het jaar 23-1 t/m 23-4 te zien zijn, maakt de ontwikkeling van het langdurig verzuim ten opzichte van het totale verzuim zichtbaar. 28 VERNET verzuimnetwerk - 29 - GHZ-VerzuimMonitor

Toelichting (eerste èn tweede ziektejaar) Eerste en Tweede ziektejaar: In 24 is de wet 'Verlenging Loondoorbetalingsverplichting bij Ziekte' (VLZ) van kracht geworden. In plaats van één jaar hebben werkgevers de plicht om het loon van een zieke werknemer twee jaar lang door te betalen. In dit deel van de Monitor staan de verzuimcijfers van het eerste en tweede ziektejaar tezamen. Het jaar 25 was, zoals uit het onderstaande schema blijkt, een opbouwjaar voor de ziektedagen ofwel de verzuimpercentages die op het tweede ziektejaar betrekking hebben. In 26 waren de verzuimcijfers volledig. Verzuimcijfers van 25, die eerder gepubliceerd zijn, kunnen derhalve niet met die van 26 vergeleken worden. Meer informatie hierover staat op www.vernet.nl / documenten / verzuim tweede ziektejaar. 23 24 25 26 kw1 kw2 kw3 kw4 kw1 kw2 kw3 kw4 kw1 kw2 kw3 kw4 kw1 kw2 kw3 kw4 kw1 kw2 kw3 kw4 oude ziektewet oude ziektewet nieuwe ziektewet nieuwe ziektewet nieuwe ziektewet - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - ziektedagen die betrekking hebben op het eerste ziektejaar - ziektedagen die betrekking hebben op het tweede ziektejaar Verzuimpercentage naar duurklasse en eerste en tweede ziektejaar (fase): De verzuimcijfers in tabel 16 (pagina 35) zijn weergegeven in 12 duurklassen. De duurklassen 1 t/m 8 (tezamen 365 dagen) kunnen als ze worden opgeteld niet worden vergeleken met de verzuimcijfers van het eerste ziektejaar (deel I van deze Monitor en tabel 12.1 op pagina 31). - Duurklassen: Bij de verdeling naar duurklasse worden alle ziektedagen in één duurklasse geplaatst. Als het verzuim van een werknemer langer dan een jaar heeft geduurd gaan al zijn of haar ziektedagen naar een duurklasse uit het tweede ziektejaar, dus ook de ziektedagen die op het eerste ziektejaar betrekking hebben. - Fasen: Bij de verdeling naar fase kunnen ziektedagen in meer dan één fase worden geplaatst. In deze Monitor is fase 1 gelijk aan het eerste ziektejaar en fase 2 aan het tweede: van alle ziektegevallen die langer dan een jaar hebben geduurd worden de eerste 365 ziektedagen in het eerste ziektejaar geplaatst en de resterende dagen in het tweede. Deze verdeling naar fase maakt het mogelijk om de verzuimcijfers van het eerste ziektejaar te blijven vergelijken met die van 24 en eerder. Meer informatie staat op www.vernet.nl / documenten / verzuim naar duurklassen en fasen. Beëindigingsfrequentie verdeeld naar duurklasse: In tabel 16 is een nieuw begrip geïntroduceerd: de beëindigingsfrequentie. de beëindigingsfrequentie = het aantal beëindigingen gedeeld door het aantal werknemers (onder beëindigingen wordt verstaan: het herstel of het einde van de ziekteperiode van twee jaar) Omdat alle aangevangen ziektegevallen ook weer beëindigen is de beëindigingsfrequentie min of meer gelijk aan de meldingsfrequentie. Indien in dit deel van de Monitor bij de verdeling naar duurklasse zou worden vastgehouden aan de meldingsfrequentie, zouden de duurklassen die betrekking hebben op het tweede ziektejaar nooit gevuld worden, omdat de verslagperiode één kalenderjaar is. Het aantal beëindigingen is aan het einde van het eerste ziektejaar en in het tweede ziektejaar heel laag. Om deze reden is ervoor gekozen om de beëindigingsfrequentie in 3 decimalen weer te geven. Voor de beëindigingsfrequentie geldt eveneens dat 25 een opbouwjaar was: in 26 was de informatie volledig. 28 VERNET verzuimnetwerk - 3 - GHZ-VerzuimMonitor