RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 Januari 2004 5216/04 ENFOPOL 4



Vergelijkbare documenten
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 augustus /02 ENFOPOL 112

2. Het CATS heeft op 22 november 2010 deze ontwerp-conclusies van de Raad goedgekeurd.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 september 2003 (16.09) (OR. fr) 12154/03 ENFOPOL 79 ENFOCUSTOM 32

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 July /01 ENFOPOL 85

PUBLIC 14277/10 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 oktober 2010 (11.10) (OR. en) LIMITE GENVAL 12 ENFOPOL 270 NOTA

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 januari 2006 (28.02) (OR. en) 5467/06 LIMITE ENFOCUSTOM 8 ENFOPOL 8 CRIMORG 9 CORDROGUE 4

Tweede Kamer der Staten-Generaal

9454/17 nuf/gar/dp 1 DG D 1C

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 oktober 2004 (28.10) (OR. en) 13824/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0198 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 november 2003 (OR. en) 13915/03 ENFOPOL 92 COMIX 642

13525/14 van/yen/sv 1 DG D1C

7079/17 gys/van/sv 1 DG D 1C

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument

PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 september 2006 (12.09) (OR. en) 8082/1/06 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2005/0104 (COD)

Verdrag betreffende een Europees voertuig- en rijbewijsinformatiesysteem (Eucaris); Luxemburg, 29 juni 2000.

10159/17 mak/gra/fb 1 DG D 1C

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 september 2003 (15.09) (OR. en) 11374/1/03 REV 1 LIMITE CRIMORG 53 MIGR 66 ENFOPOL 69

12892/15 van/sl 1 DGD1C

11274/1/99 REV 1 dau/sr/lg NL DG H II 1

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5157/02 STUP 3

De samenwerking inzake VOERTUIGCRIMINALITEIT

Benelux Verdrag 27 juni 1962 aangaande de uitlevering en de rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 februari 2003 (10.03) (OR. en) 6927/03 CRIMORG 16

4. Het voorzitterschap verzoekt de Raad de ontwerp-conclusies in de bijlage aan te nemen

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 november 2004 (29.11) (OR. en) 14504/1/04 REV 1 LIMITE

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Nationaal Benelux Prüm Europese Unie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5159/02 STUP 4

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

1. Punt 43: Samenwerking in het kader van een gezamenlijk team waarbij functionarissen van Europol betrokken zijn

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 Den Haag

15184/16 mak/van/fb 1 DG D 1C

voor politiefunctionarissen.

Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 4 oktober 2012 (09.10) (OR. en) 14232/12 E FOPOL 292 CULT 116 E FOCUSTOM 93

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 oktober 2003 (08.10) (OR. it) 11051/2/03 REV 2 CORDROGUE 66

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 juni 2004 (23.06) (OR. en) 10665/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0270 (C S) LIMITE COPE 74

PUBLIC. Brussel, 23 mei 2003 (12.06) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 6927/2/03 REV 2 LIMITE CRIMORG 16

EUROPEES PARLEMENT. Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

Uit: DE GRENZEN VERKEND Juridisch Kader informatieuitwisseling tussen Nederland en Duitsland

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN KADERBESLUIT VAN DE RAAD over de accreditatie van activiteiten van gerechtelijke laboratoria

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 juli 2015 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 oktober 2000 (31.10) (OR. fr) 11037/2/00 REV 2 LIMITE ENFOPOL 58

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 april 2007 (24.04) (OR. fr) 8353/07 LIMITE ENFOPOL 64

M (2015) 7. Overwegende dat deze samenwerking dus internationaal, interinstitutioneel en multidisciplinair moet zijn,

van de Raad inzake de preventie en de bestrijding van criminaliteit jegens cultuurgoederen

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 oktober 2004 (07.10) 12561/04 LIMITE EUROJUST 78

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 oktober 2003 (03.11) (OR. it) 11051/4/03 REV 4 CORDROGUE 66

GEORGANISEERDE MISDAAD EN STRAFRECHTELIJKE SAMENWERKING IN DE NEDERLANDSE GRENSGEBIEDEN

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 september 2014 (OR. en)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

TRACTATENBLAD VAN HET

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad

6074/15 pro/adw/mt 1 DG B 3A

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2009 (OR. en) 15137/09 CRIMORG 164 ENFOPOL 271

6424/15 rts/sv 1 DG B 3A

6182/1/17 REV 1 ADD 1 eer/gra/cg 1 DRI

Steun bij internationale samenwerking in strafzaken voor praktijkmensen. Europees justitieel netwerk en Eurojust. Wat kunnen zij betekenen?

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Datum 16 maart 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht van Europol over minstens 10 duizend vermiste vluchtelingenkinderen

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 april 2003 (12.05) (OR. el) 8696/03 LIMITE VISA 70 COMIX 260

9337/16 rts/pau/as 1 DG D 2A

9935/16 roe/hh 1 DG D 2B

14257/16 pro/oms/fb 1 DG G 2B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 juni 2000 (30.06) (OR. fr) 9639/00 LIMITE EUROPOL 18

de aanbevelingen in het verslag van de Deskundigengroep mensenhandel van de Europese Commissie aan de EU-lidstaten van 22 december 2004,

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag,

(98/C 364/02) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1,

Brussel, 14 mei 2003 (16.05) SECRETARIAAT. het secretariaat de Conventie De rol van de nationale parlementen in de ontwerp-grondwet

VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT: HOE ZIET DE TOEKOMST ERUIT? OPENBARE RAADPLEGING WAAR STAAN WE NU?

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409

Op weg met de basisregistratie voertuigen

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

OVEREENKOMST. Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA), vertegenwoordigd door de heer Georges CARLENS, administrateur generaal,

(2002/C 42/07) Gelet op de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst ( 1 ), inzonderheid op artikel 43, lid 1,

VERSLAG. over de jaarrekening van de Europese Politiedienst betreffende het begrotingsjaar 2016, vergezeld van het antwoord van de Dienst

16900/08 gar/mak/mv 1 DG H 3B

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Conclusies van de Raad betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol

12926/16 nuf/mak/sl 1 GIP 1B

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 april 2015 (OR. en)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 16 juni 2009 (24.06) (OR. en) 10964/09 JAI 391 E FOPOL 170

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2009 (08.06) (OR. en) 10523/2/09 REV 2

9116/19 JVB/jvc/srl JAI.2

2. Het Europees Parlement heeft op 12 juni 2001 advies over het voorstel uitgebracht. 2

Transcriptie:

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 13 Januari 2004 5216/04 ENFOPOL 4 NOTA van: Nederlandse delegatie aan: Groep politiële samenwerking nr. vorig doc.: SN 1024/04 Betreft: Toelichting op het besluit betreffende de aanpak van voertuigcriminaliteit met grensoverschrijdende implicaties 1. Inleiding Autodiefstal is een vorm van criminaliteit waarmee volgens schatting in de EU een bedrag van 10 miljard Euro is gemoeid per jaar. In 2001 zijn in de EU-lidstaten 1.175.000 auto s gestolen. Daarvan is 63,25 % teruggevonden. Naast de gelegenheidsdief (joyrider) wordt een deel van de auto s gestolen door de georganiseerde misdaad. Een aanzienlijk deel van de, vooral duurdere personenauto s, verdwijnt richting van Afrika, het Midden Oosten, en Oost-Europa. Autodiefstal schaadt het rechtsgevoel en de persoonlijke levenssfeer van burgers. Sommige gevallen van autodiefstal (carjacking, home- en showroomjacking) zijn nog ingrijpender door hun gewelddadige aard. Voertuigcriminaliteit is het scharnierpunt voor vele andere vormen van criminaliteit. Veelal is er een relatie van autodiefstal en illegale autohandel met andere vormen van criminaliteit zoals verdovende middelen, vuurwapens en mensenhandel. 5216/04 WF/ils 1

De politieactiviteiten moeten gericht zijn op alle schakels in de criminele keten. (de uitvoerder van de diefstal, de tussenpersonen, de opdrachtgever, transporteur, de ontvanger in bestemmingsland). Internationale samenwerking is geboden en een gericht toezicht binnen de Unie op de export van voertuigen en het transport via de buitengrenzen, zoals in de havens. In een doorlopende analyse van lidstaten en Europol zullen transportlijnen moeten worden blootgelegd en moet worden ingespeeld op de flexibiliteit van de dadergroepen. Slachtoffers van autodiefstal worden gevonden in alle categorieën autobezitters. Dit leidt tot forse investeringen in verzekeringspremies, alsmede beveiliging door kostbare voorzieningen in het voertuig. Oudere auto s vormen steeds meer een gevraagd artikel in het criminele milieu omdat hier geen beveiligingsvoorzieningen zijn getroffen, waardoor minder draagkrachtigen worden getroffen. De kosten van het autobezit neemt gestaag toe door frequente diefstal van dit goed. Het profijt van de crimineel en zijn heler maar ook de schade van de verzekeringsmaatschappijen zullen door de autobezitter moeten worden opgebracht. Binnen de Raad wordt al enige jaren gesproken over de aanpak van voertuigcriminaliteit. Om deze adequaat aan te pakken is een breed scala van maatregelen nodig, zowel nationaal als EU-breed. In diverse nota s is dit neergelegd, zie daarvoor onder meer 11222/01ENFOPOL 85. Het is dringend noodzakelijk dat samen wordt gewerkt tussen de verschillende betrokken partijen, te weten: politie en douane, de registrerende voertuigautoriteit, de autobranche en het verzekeringswezen. Deze maatregelen komen niet in de plaats van nationale maatregelen, maar zijn aanvullend. De maatregelen hebben vooral betrekking op de verbetering van de informatie en registratie voorzieningen tussen de betreffende diensten, de samenwerking, de deskundigheidsbevordering en ervaringsuitwisseling. 2. Doelstelling Met het voorliggende (ontwerp) besluit over de aanpak van voertuigcriminaliteit wordt beoogd deze vorm van criminaliteit terug te dringen. Aangezien de daders van deze criminaliteit zich niet houden aan de nationale grenzen van de lidstaten is een Europese aanpak geboden. Voor het traceren van daders en het terugvinden van voertuigen is snelheid van aanpak geboden. 5216/04 WF/ils 2

Wanneer kostbare tijd na ontvreemding van het voertuig verloren gaat dan bevindt het voertuig zich al ver over de nationale grenzen. Veel voertuigen verdwijnen over de buitengrenzen van de Europese Unie. Voor een aanpak daarvan is het primair noodzakelijk dat eerst orde op eigen zaken binnen de Unie wordt gebracht. Een belangrijk punt daarbij is dat gebruik wordt gemaakt van de beschikbare informatie en van de bestaande opsporing en registratiesystemen. Niet alle lidstaten zijn aangesloten op het Schengeninformatiesysteem en/of op het gestolen voertuigenregister van Interpol. Versterking van de samenwerking tussen overheidsdiensten, zoals de politie- en douanediensten, en Europol is noodzakelijk. De politiediensten alleen kunnen het fenomeen voertuigcriminaliteit niet terugdringen. Ook maatschappelijke actoren zullen moeten bijdragen aan het voorkomen en bestrijden van voertuigcriminaliteit. Aandacht wordt gevraagd voor de samenwerking tussen publiek en private partners, zoals verzekeringsmaatschappijen, autofabrikanten. Publiek/private samenwerking is geboden. Waar de publieke diensten geïnteresseerd zijn in de dader en in de auto als bewijsmateriaal vanuit het oogpunt van opsporing, zo zijn de private organisaties geïnteresseerd in het voertuig vanuit de positie van risicodrager. In de tekst worden geen besluiten voorgesteld op het gebied van technopreventie aan voertuigen. Dit is een verantwoordelijkheid die thuishoort in de eerste pijler en waarvan daarom het initiatiefrecht toevalt aan de Commissie, bijv. door Richtlijnen op het gebied van inrichtingseisen van voertuigen. 3. Reden voor de gekozen vorm Het onderhavige voorstel is een bijdrage aan de bestrijding van voertuigcriminaliteit. In het onderhavige voorstel is gekozen voor een besluit op grond van art. 34, lid 2 onder c VEU, aangezien de voorgestelde maatregelen een grotendeels feitelijk karakter hebben. Er is geen sprake van toenadering van regelgeving, terwijl de voorstellen anderzijds wel de intentie hebben om te komen tot bindende afspraken. 5216/04 WF/ils 3

4. Subsidiariteit en proportionaliteit Aanpak van vele vormen van misdaad blijft een nationale aangelegenheid. Tegelijkertijd is internationale samenwerking noodzakelijk indien er sprake is van grensoverschrijdende criminaliteit. Dat is bij voertuigcriminaliteit veelal het geval en daarop richt zich dit besluit. Het voorstel treedt niet in de bevoegdheden van de lidstaten maar beoogt aanvullende afspraken te maken die leiden tot een betere internationale aanpak dan zonder deze afspraken mogelijk is. Het besluit richt zich op de internationale component van het politieoptreden. Het voorstel houdt rekening met de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit. 5. Financieel memorandum De voorgesteld maatregelen richten zich op een meer adequate informatie-uitwisseling tussen de wetshandhavingdiensten van de lidstaten. Daaraan zijn geen kosten ten laste van het EU-budget verbonden. 6. Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 definitie Voor de definitie is het van belang die categorie voertuigen te duiden waarvoor een voertuig registratiebewijs volgens de Europese richtlijnen verplicht is. De in dit artikel omschreven categorie voertuigen is opgenomen in de nationale voertuigregisters. Tevens is met deze omschrijving aansluiting gevonden bij de bepalingen in de Schengenuitvoeringsovereenkomst in verband met het Schengen Informatie Systeem. Artikel 3, 7 en 8 samenwerking, registratie en voorkoming misbruik Politie- en douanediensten hebben onderscheiden taken en verantwoordelijkheden. De uitvoering daarvan kan worden versterkt door een goede wederzijdse informatie-uitwisseling en het verrichten van onderzoeken bij gezamenlijke acties. De douane heeft door haar controlebevoegdheid bij grensoverschrijdend goederenverkeer bij uitstek de mogelijkheid aan de opsporing van voertuigcriminaliteit bij te dragen. Over de uitvoering van opeen volgende taken maken politie en douane goede afspraken op het gebied van de controle en handhaving. 5216/04 WF/ils 4

Eerder heeft de Raad benadrukt dat douane, politie en gerechtelijke autoriteiten doeltreffend moeten samenwerken om de Europese Unie als ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid te handhaven en verder te ontwikkelen. 12 De registrerende autoriteiten in de lidstaten kunnen met de gegevens over voertuigen de politie - en douanediensten bijstand verlenen met voertuiginformatie en informatie over met voertuigen verband houdende fraude en criminaliteit. De voertuigregisters van deze autoriteiten bevatten meer technische informatie over de voertuigen ter vaststelling van de identiteit van het voertuig dan de voorhandenzijnde opsporingsregisters. Tussen verschillende lidstaten van de Unie bestaat een systeem van voertuigregistratie dat elektronisch uitwisselbaar is op basis van een gemeenschappelijk Verdrag betreffende een Europees voertuig - en rijbewijsinformatiesysteem, EUCARIS. Politiediensten en registrerende autoriteiten werken samen ter voorkoming van een registratie van een gestolen (geïmporteerd) voertuig en/of ter voorkoming van misbruik van voertuig registratiebewijzen na een ernstige aanrijding (total loss) Artikel 4 samenwerking tussen bevoegde autoriteiten en de private sector Verzekeringsmaatschappijen treden veelal in rechten van de eigenaar van het voertuig. Zij hebben een eigen verantwoordelijkheid bij het repatriëren van in het buitenland door politie en justitie vrijgegeven voertuigen. De maatschappijen hebben een stuk regie op de verdere levensloop van schadevoertuigen met de bijbehorende voertuig registratiebewijzen en de wijze waarop van voertuigen afstand wordt gedaan. De autobranche kan nuttige informatie inbrengen op het gebied van technische identificatie van voertuigen en onderdelen daarvan, merken en fabrieksnummers. Voor de bestrijding van voertuigcriminaliteit is het geboden dat politie, de registrerende voertuigautoriteit met de private sector periodiek komen tot uitwisseling van informatie. 1 2 PB C 171/01 Europese Raad van Brussel 16/17 oktober 2003, conclusie 34, SN 300/03 5216/04 WF/ils 5

Artikel 5 Contactpunten Om de samenwerking tussen de politiediensten van de lidstaten te versterken is het dienstig om nationale contactpunten aan te wijzen die door de lidstaten kunnen worden geconsulteerd en waar tussen informatie en deskundigheid kan worden uitgewisseld. Artikel 6 informatie en melding van gestolen voertuigen Van belang is dat vermissing van het voertuig zo snel mogelijk in de opsporingsregisters wordt ingevoerd en dat het register actueel en betrouwbaar wordt gehouden. Eveneens is het van groot belang om diefstal van blanco voertuig registratiebewijzen in het Schengen Informatie Systeem op te nemen. Nog onvoldoende is bij de wetshandhavingdiensten bekend dat het SIS opsporingsregister daarvoor openstaat. Artikel 9 Europol De bestrijding van voertuigcriminaliteit behoort tot het mandaatgebied van EUROPOL. Het is van groot belang dat de politiediensten van de lidstaten EUROPOL informatie aanleveren ten behoeve van het opstellen van de Analytical Work File voertuigcriminaliteit. EUROPOL stelt de politiediensten in de lidstaten het European Vehicle Identification Database (EuVID) ter beschikking. Artikel 10 en 11 Deskundigheidsbevordering, opleiding en expertbijeenkomsten Voor de bestrijding van voertuigcriminaliteit is veel specialistische kennis noodzakelijk op het gebied van voertuigtechniek, technische opsporingsmiddelen in verband met de identificatie van voertuigen en van kennis op het gebied van voertuigdocumenten. Deskundigheidsbevordering is dringend noodzakelijk. Het houden van een jaarlijkse bijeenkomst voor deskundigen kan daaraan bijdragen. Daarnaast hebben EUROPOL en CEPOL veel kennis en informatie te bieden; CEPOL via het Europees Politie kennisnet. 5216/04 WF/ils 6

Artikel 12 Afspraken met derde landen Het is van belang dat tussen de Unie en derde landen afspraken worden gemaakt over de registratie van voertuigen, waarvan de voertuigen afkomstig zijn uit een van de lidstaten. Binnen de Unie zijn over de registratie van voertuigen afkomstig uit een andere lidstaat al afspraken gemaakt waaraan de lidstaten van de Unie gebonden zijn. (Richtlijn 1999/37/EG van de Raad van 29.04.1999, artikel 4 en 5). Hiermede wordt voorkomen dat een in een lidstaat gestolen voertuig wordt opgenomen in de nationale voertuigregisters van een derde land. 5216/04 WF/ils 7