GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Transcriptie

1 EUROPESE COMMISSIE Brussel, C(2018) 8465 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa NL NL

2 TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING Bij Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad 1 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa wordt aan de Commissie de bevoegdheid toegekend om gedelegeerde handelingen vast te stellen onder de in artikel 17 van die verordening neergelegde voorwaarden. Artikel 7, lid 2, van Verordening (EU) nr. 515/2014 verleent de Commissie met name de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen met het oog op het herzien van de specifieke acties vermeld in de lijst van bijlage II bij die verordening, indien dit nodig wordt geacht, onder meer in het kader van de tussentijdse evaluatie. De dynamische aard van de migratiestromen vereist een flexibele gezamenlijke aanpak die een adequaat antwoord biedt op de beleidsontwikkelingen en de financieringsbehoeften van de EU en haar lidstaten, in het bijzonder die lidstaten welke voortdurend geconfronteerd worden met een hoge migratiedruk aan hun buitengrenzen. In dit verband moet het Fonds voor interne veiligheid, en met name het instrument voor de buitengrenzen en visa, in staat zijn om adequate financiële ondersteuning te bieden voor de uitvoering van het EU-beleid, zoals de hotspotaanpak, zoals uiteengezet is in de Europese Migratieagenda, die op 13 mei 2015 door de Europese Commissie werd voorgesteld 2 en op 25 en 26 juni 2015 door de Europese Raad werd aangenomen 3. Met de hotspotaanpak biedt de EU operationele ondersteuning aan de lidstaten die te maken hebben met onevenredige migratiedruk aan de buitengrenzen van de Unie. Daarbij wordt in een geest van solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheid geïntegreerde, brede en gerichte bijstand geboden om de integriteit van het Schengengebied te vrijwaren. In het kader van de in artikel 15 van Verordening (EU) nr. 514/2014 bedoelde tussentijdse evaluatie van de nationale programma s en rekening houdend met de hierboven uiteengezette beleidsprioriteiten van de EU, werden aanvullende financieringsbehoeften inzake grenstoezicht vastgesteld, meer bepaald in de lidstaten die voortdurend met een hoge migratiedruk aan de buitengrenzen worden geconfronteerd. De Europese Raad heeft in zijn conclusies van 28 juni 2018 opnieuw gewezen op de noodzaak om dergelijke inspanningen te ondersteunen en gepleit voor de oprichting op vrijwillige basis van gecontroleerde centra op het grondgebied van de EU en voor meer samenwerking met derde landen om hun capaciteiten op het gebied van grensbeheer te versterken. In dergelijke financieringsbehoeften moet zo adequaat mogelijk worden voorzien, door gebruikmaking van het meest geschikte financieringsinstrument. Rekening houdend met de specifieke aard van de aan elkaar gerelateerde financieringsbehoeften kan in dit verband de verdeelsleutel die was gebruikt voor de verdeling van de basistoewijzing van elke lidstaat, niet worden beschouwd als een geschikt Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa en tot intrekking van Beschikking nr. 574/2007/EG (PB L 150 van , blz. 143). COM(2015) 240 final. EUCO 22/15 CO EUR 8 CONCL 3. NL 1 NL

3 instrument ter aanvulling van de nationale programma s van de lidstaten, omdat hiermee niet op een gerichte wijze kan worden voldaan aan de vastgestelde behoeften van de lidstaten die geconfronteerd worden met een hoge migratiedruk en instaan voor het grenstoezicht aan de buitengrenzen van de EU. Gebruik maken van noodhulp is evenmin een geschikte oplossing, aangezien voor noodhulp in beginsel zeer specifieke omstandigheden moeten gelden, namelijk een noodsituatie als gedefinieerd in artikel 2, onder f), van Verordening (EU) nr. 515/2014. Daarbij komt dat in het kader van de noodhulp financiering wordt verstrekt op basis van een projectaanpak en voor korte duur (in de regel ten hoogste 12 maanden), zulks in tegenstelling tot het meerjarige perspectief van de financiering die in het kader van het nationale programma wordt verstrekt. Het gebruik van specifieke acties onder gedeeld beheer maakt een flexibeler, op maat gesneden aanpassing mogelijk aan de dynamiek en het specifieke karakter van een bijzondere situatie met het oog op het doorsluizen van aanvullende financiering naar de lidstaten voor steun aan een specifieke activiteit in het kader van het onderdeel grenzen en visa van het Fonds voor interne veiligheid. Gezien het zeer specifieke karakter van de activiteiten waarvoor extra financiële ondersteuning noodzakelijk is, zoals de uitvoering van de hotspotaanpak, worden daarom specifieke acties als het meest geschikte financieringsinstrument beschouwd. De lijst in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 515/2014 bevat momenteel twee specifieke acties. De eerste betreft het gezamenlijk optreden van twee of meer lidstaten op het gebied van consulaire samenwerking, terwijl de tweede betrekking heeft op de aanschaf van transportmiddelen en operationele uitrusting die ter beschikking worden gesteld van het Europees Grens- en kustwachtagentschap om te worden ingezet bij gezamenlijke operaties. Aangezien de bestaande specifieke acties geen steunverlening mogelijk maken aan het type acties dat in het kader van de tussentijdse evaluatie is vastgesteld, is het noodzakelijk een nieuwe specifieke actie op te nemen in de relevante bijlage bij Verordening (EU) nr. 515/2014. Deze specifieke actie zou bijdragen tot de uitvoering van de hotspotaanpak en op die manier het geïntegreerd grensbeheer ondersteunen door te zorgen voor een doeltreffende controle en bescherming van de buitengrenzen van de Unie. Verder biedt een dergelijke wijziging van de lijst van specifieke acties om tegemoet te komen aan de specifieke behoeften van de lidstaten, als bedoeld in de rechtsgrondslag van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa dat deel uitmaakt van het Fonds voor interne veiligheid, ook de mogelijkheid om de EU-meerwaarde te vergroten in verband met het beheer van de migratiestromen. 2. RAADPLEGINGEN VOORAFGAAND AAN DE VASTSTELLING VAN DE HANDELING Krachtens de regels voor beter regelgeven en overeenkomstig overweging 40 van Verordening (EU) nr. 515/2014 moet de Commissie bij de voorbereiding van gedelegeerde handelingen tot passende raadpleging overgaan, onder meer op deskundigenniveau. Deze raadpleging heeft van 4 tot 20 juni 2018 via de schriftelijke procedure plaatsgevonden, aangezien de vergadering met deskundigen die voor 6 juni 2018 was gepland, wegens het zeer lage aantal geregistreerde deelnemers was geannuleerd. Bij het opstellen van deze gedelegeerde verordening van de Commissie werd terdege rekening gehouden met de opmerkingen van de deskundigen van de lidstaten. NL 2 NL

4 Overeenkomstig de regels voor beter regelgeven werd na het interdienstenoverleg een feedbackmechanisme geactiveerd. De feedbackperiode liep af op 22 oktober Er werden geen opmerkingen ontvangen. 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING Artikel 7, lid 2, van Verordening (EU) nr. 515/2014 verleent de Commissie de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van bijlage II bij die verordening, die de lijst van specifieke acties bevat. In artikel 17 van Verordening (EU) nr. 515/2014 wordt de uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie geregeld, en meer bepaald de voorwaarden waaronder de Commissie de bevoegdheid krijgt om gedelegeerde handelingen vast te stellen. NL 3 NL

5 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa en tot intrekking van Beschikking nr. 574/2007/EG 4, en met name artikel 7, lid 2, Overwegende hetgeen volgt: (1) Artikel 7 van Verordening (EU) nr. 515/2014 heeft betrekking op de beschikbare middelen voor specifieke acties die aan de lidstaten moeten worden toegewezen. (2) In het kader van de in artikel 15 van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad 5 bedoelde tussentijdse evaluatie werden aanvullende financieringsbehoeften van de lidstaten vastgesteld op het gebied van grensbeheer. (3) Bij de tussentijdse evaluatie is gebleken dat voor grenstoezicht adequate financiële ondersteuning nodig is, met name in de hotspotgebieden als omschreven in artikel 2, punt 10, van Verordening (EU) 2016/1624 6, of andere gebieden die te kampen hebben met soortgelijke actuele of potentiële grote en buitensporige migratiedruk. (4) De Europese Raad heeft er in zijn conclusies van 28 juni 2018 opnieuw op gewezen dat de Unie dergelijke inspanningen moet ondersteunen en gepleit voor de oprichting op vrijwillige basis van gecontroleerde centra op het grondgebied van de Unie en voor meer samenwerking met derde landen om hun capaciteiten op het gebied van grensbeheer te versterken. (5) De bestaande lijst van specifieke acties in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 515/2014 noemt twee specifieke acties voor lidstaten met het oog op aanvullende financiering PB L 150 van , blz Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van , blz. 112). Verordening (EU) 2016/1624 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 betreffende de Europese grens- en kustwacht, tot wijziging van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 863/2007 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad en Besluit 2005/267/EG van de Raad (PB L 251 van , blz. 1). NL 4 NL

6 (6) De financiering van de maatregelen ter uitvoering van de hotspotaanpak of een vergelijkbare aanpak kan niet naar behoren plaatsvinden via de huidige lijst van specifieke acties. Een aanpassing van deze lijst is bijgevolg het beste middel om de flexibiliteit van het Fonds voor interne veiligheid grenzen en visa te garanderen. (7) De nieuwe specifieke actie die aan bijlage II bij Verordening (EU) nr. 515/2014 wordt toegevoegd, zou bijdragen tot het doeltreffend niveau van toezicht op de buitengrenzen van de Unie. Zij zou in overeenstemming zijn met de specifieke doelstelling van die verordening, zoals beschreven in artikel 3, lid 2, onder b), om een geïntegreerd grensbeheer te ondersteunen, waarbij wordt bevorderd dat personen die internationale bescherming nodig hebben daar toegang toe krijgen. (8) De toevoeging van een nieuwe specifieke actie die de recente beleidsontwikkelingen en financieringsbehoeften van de lidstaten weerspiegelt, zou een aanzienlijke meerwaarde creëren door ertoe bij te dragen de druk te verlichten op de landen die het meest door de migratie- en asielstromen worden getroffen, en daarmee op de Unie als geheel. (9) Om een spoedige toepassing van deze specifieke actie mogelijk te maken en gezien de voormelde dringende financieringsbehoeften, zou de verordening in werking moeten treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. (10) Verordening (EU) nr. 515/2014 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 In bijlage II bij Verordening (EU) nr. 515/2014 wordt het volgende punt 3 toegevoegd: "3. Oprichting, ontwikkeling en inwerkingstelling (met inbegrip van de levering van diensten zoals identificatie, het nemen van vingerafdrukken, veiligheids- en medisch onderzoek, debriefing, informatieverstrekking, registratie en eerste opvang) van hotspotgebieden als omschreven in artikel 2, punt 10, van Verordening (EU) 2016/1624 of andere gebieden waar de hotspotprocedure of een soortgelijke regeling wordt toegepast, zoals door de lidstaten opgezette "gecontroleerde centra", alsook levering van de bovengenoemde diensten aan grensdoorlaatposten die te kampen hebben met vergelijkbare actuele of potentiële grote en buitensporige migratiedruk, indien nodig met inbegrip van de ondersteuning van grensbeheersactiviteiten in derde landen." Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. NL 5 NL

7 Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen. Gedaan te Brussel, Voor de Commissie De Voorzitter Jean-Claude JUNCKER NL 6 NL