Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Transcriptie

1 α Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG Bezoekadres Schedeldoekshaven EX Den Haag Telefoon (070) Fax (070) Datum 4 maart 2008 Ons kenmerk /08 Uw kenmerk Bijlage(n) 1 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over het zogenaamde autoklonen Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen. Hierbij zend ik u, mede namens mijn ambtgenoot van Verkeer en Waterstaat, het antwoord op de vragen van de Kamerleden Heerts (PvdA) en Teeven (VVD) over het zogenaamde autoklonen. (Ingezonden 18 januari 2008 onder nummer ). De Minister van Justitie,

2 Antwoorden van de Minister van Justitie, mede namens de Minister van Verkeer en Waterstaat op vragen van de leden Heerts (PvdA) en Teeven (VVD) over het zogenaamde autoklonen. (Ingezonden 18 januari 2008, onder nummer ) Vraag 1 Kent u de tv-uitzending over het zogenaamde autoklonen en de informatie over die uitzending? 1 Antwoord 1 Ja. Vraag 2 Bent u bekend met het fenomeen autoklonen? Zo ja, hoe vaak komt dit naar schatting voor in Nederland? Antwoord 2 Ja, het fenomeen autoklonen is mij bekend. Ik versta daaronder het valselijk toekennen van de identiteit van een Nederlands gekentekend voertuig aan een ander (gestolen) voertuig door middel van vervalsing van de kentekenplaten, het kentekenbewijs en voertuigidentificerende nummers. Vroeg of laat komt het feit dat een voertuig gekloond is aan het licht, bijvoorbeeld doordat de eigenaar van het originele voertuig motorrijtuigenbelasting krijgt teruggestort of doordat van het originele of gekloonde voertuig geen APK goedkeuring kan worden verwerkt omdat het volgens het kentekenregister bij voorbeeld is gesloopt of geëxporteerd of binnen dezelfde periode al een APK had ondergaan. Bij het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit (LIV) zijn in 2007 een 50-tal gevallen van klonen bekend geworden. Vraag 3 Op welke wijze kan autoklonen worden voorkomen? Wat is hierin de rol van de overheid en wat mag van de koper van een auto worden verwacht? Vraag 4 Worden door u maatregelen voorbereid om autoklonen beter te kunnen voorkomen? Zo ja, welke maatregelen betreft dit? Zo neen, waarom niet? Antwoord 3 en 4 1 Tros Opgelicht, van 15 januari 2008 ( 2/5

3 Een op professionele wijze gekloond voertuig is voor een niet-deskundige koper niet als zodanig te herkennen. Men kan zich dan ook het best beschermen door een voertuig te kopen bij een bekend persoon of bedrijf. Een neutrale ontmoetingsplaats als een afgelegen parkeerterrein is niet de meest logische plaats om een transactie met een voertuig te laten plaatsvinden. Door het systeem en de procedures van overschrijving van voertuigen zijn de nodige drempels tegen fraude opgeworpen. Daarnaast treft de overheid andere maatregelen ter bestrijding van voertuigcriminaliteit. Zo is er door het project keuren na schade voor gezorgd dat de identiteit van voertuigen die na zware schade weer ter keuring worden aangeboden nauwkeurig wordt onderzocht om te voorkomen dat met die identiteit een gestolen voertuig wordt gelegaliseerd. Ook wordt zo veel mogelijk in buitenlandse registers de identiteit van uit het buitenland afkomstige voertuigen geverifieerd. Ter voorkoming van misbruik verzendt de RDW geen vervangende kentekenbewijzen meer naar correspondentieadressen. De RDW onderzoekt voorts de mogelijkheid om extra document-controles in te voeren bij de overschrijving. Voor de wat langere termijn wordt gedacht aan de ontwikkeling van een smartcardkentekenbewijs; dit wordt beter te beveiligen geacht dan het huidige papieren kentekenbewijs. Verder wijs ik op de reactie van de Ministers van Justitie en BZK bij de aanbieding aan de Tweede Kamer van het WODC- rapport over georganiseerde autodiefstal op 5 april 2005 (kenmerk /505). In deze reactie werd aangegeven dat de toepassing van micro-dots op diverse onderdelen van auto s, waardoor deze beter te identificeren en daarmee minder goed verhandelbaar zijn en de ontwikkeling van EVI (Electronic Vehicle Identification) door middel van chips in auto s, waardevolle initiatieven zijn, die toegejuicht en zoveel mogelijk ondersteund worden. De toepassing van micro-dots of andere vormen van het markeren van een groot aantal onderdelen van voertuigen (Whole of Vehicle Marking, WOVM) is onderwerp van studie in AVc-verband en daaruit volgend (internationaal) overleg. WOVM maakt het wijzigen van de identiteit van een voertuig praktisch onmogelijk. Met EVI is vorig jaar een succesvolle proef gedaan in het kader van het Project Spits mijden. Het ontwikkelen van EVI technologie wordt, ook met het oog op andere belangen van het juist identificeren van voertuigen, voortvarend opgepakt. Ten slotte verwijs ik naar de maatregelen in het kader van het Programma Veiligheid begint bij Voorkomen (zie vraag 6). Vraag 5 Wordt er specifieke aandacht geschonken, bijvoorbeeld door het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit (LIV), aan autokloonpraktijken? Zo ja, op welke wijze? Zo neen, waarom niet? Antwoord 5 Deze praktijken worden meegenomen in de aanpak van voertuigcriminaliteit in het algemeen. Ook met betrekking tot dit onderwerp verzamelt en analyseert het LIV informatie; het resultaat daarvan wordt ter beschikking gesteld aan de politie en het openbaar ministerie. 3/5

4 Vraag 6 Is er sprake van georganiseerde criminaliteit in het geval van autoklonen? Zo ja, in hoeverre past het bestrijden van autoklonen binnen het kader van Veiligheid begint bij voorkomen? Zo neen, waarom niet? Antwoord 6 Gezien de verschillende aspecten van het autoklonen die duiden op de nodige taakverdeling en deskundigheid kan er in ieder geval gesproken worden van een zekere organisatiegraad, terwijl voorts, mede vanwege het feit dat er zich gevallen voordoen in het hele land, sprake lijkt te zijn van een problematiek die de grenzen van de afzonderlijke politieregio s overstijgt. In het programma Veiligheid begint bij Voorkomen heeft het kabinet een groot deel van haar plannen op het gebied van veiligheid gebundeld. De plannen richten zich ook op de aanpak van fraude als onderdeel van de aanpak van financieel economische criminaliteit (en daarmee ook op het klonen van auto s). 2 Bij de aanpak van fraude die het kabinet voorstaat, gelden de volgende algemene beleidsuitgangspunten: De overheid wil helderheid verschaffen over wat zij wel en niet kan doen en wat van andere partijen mag worden verwacht. Ook bij het tegengaan van fraude staat preventie voorop. De burger en de respectievelijke branches worden daarbij aangesproken op eigen gedrag maar ook betrokken bij het tegengaan van fraude. Dit heeft als doel de gelegenheid tot fraude structureel en substantieel te verminderen. Bij de aanpak van autoklonen kan het dan bijv. gaan om voorlichting over de risico s van het kopen van auto s bij niet erkende garagebedrijven en onbekende personen. De autobranche zelf, de RDW, consumentenorganisaties, maar ook een voorziening als het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid en de Stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit kunnen in deze voorlichting een grote rol spelen. De strafrechtelijke aanpak, met name gericht op de aanpak van stelselmatige en omvangrijke fraude, vormt het altijd inzetbare sluitstuk van deze ketenbenadering. Dit geldt ook voor het klonen van auto s. Vraag 7 Is het wenselijk dat een team van de bovenregionale recherche wordt belast met het opsporen van criminaliteit gerelateerd aan autoklonen? Kan de reeds verkregen expertise op deze wijze niet beter worden geborgd? Antwoord 7 2 De Tweede Kamer is over de aanpak van fraude geïnformeerd in zowel de brief over het programma Veiligheid begint bij Voorkomen (Tweede Kamer , , nr. 119) als in de brief over de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit van 13 december jl. ( Tweede kamer , , nr. 10) 4/5

5 Vooralsnog is de specifieke ondersteuning die het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit (LIV) verleent aan de politiekorpsen voldoende. Dit jaar is de Dienst Nationale Recherche Informatie van het Korps Landelijke Politiediensten in nauwe samenwerking met het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit (LIV) wel een project gestart om in het kader van informatie gestuurde politie (IGP) geëigende onderzoeksvoorstellen te doen aan het Bovenregionale Recherche Overleg op het gebied van voertuigcriminaliteit. De Bovenregionale Rechercheteams (BRT's) hebben door hun onderzoeken in toenemende mate kennis en ervaring opgedaan op het gebied van voertuigcriminaliteit. De meer thematische aanpak door de BRT's van bepaalde vormen van criminaliteit, die dit jaar wordt geïntroduceerd, zou de verkregen expertise ook nader kunnen borgen. Of voertuigcriminaliteit voor deze aanpak in aanmerking komt, is ter beslissing aan het Bovenregionaal Recherche Overleg. 5/5