14ink08152 pagina 1 van 1 Gemeente Drimmelen - Doorgest.: bestemd voor B en W en de raadsleden Van: Aan: Gemeente Drimmelen Grondgebied Datum: 13-11-2014 8:02 Onderwerp: Bijlagen: Doorgest.: bestemd voor B en W en de raadslede lichtbelasting.doc I Gsmetnit Diiirüiaiw 1 Rag. rv *» ra urn "Diverse 11 NOV. 2014 >>> "Jan Ligthart" <ligth502@planet.nl> 12-11-2014 20:54 >>> Bijgaand schrijven wil ik richten aan de burgemeester en wethouders en alle raadsleden, Beste dames en heren, Het is slechts twee weken geleden dat er in het hele land "de nacht van de nacht" weer werd georganiseerd. Op 25 oktober waren er in het hele land diverse activiteiten om aandacht te vragen voor de nadelige gevolgen welke nachtelijke verlichting op mens en natuur hebben. Die nadelen zijn niet gering, en wordt ook internatonaal steeds meer erkent. Onze astronauten Wubbo Okkels en Andre Kuipers zagen het probleem vanuit de ruimte. Andre kuipers geeft in het hele land lezingen om mensen te waarschuwen voor de uit de hand gelopen overtollige verlichting. Buiten de nadelige gevolgen kost het ook nog veel geld en uitstoot van CO 2. Stroom die je niet opwekt hoefje ook niet te betalen, en vermindert je uitstoot. Onze zuiderburen weten hier over mee te praten, hier gaan de lampen op veel plaatsen niet meer aan, zélfs in de bebouwde kom! Volgens de krant heeft de gemeente weer geld, ik had echter ook gelezen dat er nog héél veel wegen een opknapbeurt kunnen gebruiken, hier was echter niet genoeg geld voor?? De Brandestraat is een van de veiligste straten van onze gemeente, met zijn gescheiden fietspad en brede bermen ertussen kan er gewoon niets gebeuren. Bij mijn weten is er ook nog nooit iemand aangerand of verkracht. Misschien zou de gemeente al wat geld kunnen reserveren voor de problemen welke op ons af gaan komen met betrekking tot de zorg. Nog beter zou zijn als de gemeente zich bezing gaat houden met duurzaamheid, te beginnen met zelf het goede voorbeeld te geven. Als bijlage enkele gevolgen van lichthinder. Hopelijk zal het gezonde verstand zegevieren, Groeten, Jan Ligthart Adelstraat 51a Made file:///c:/usersavz298/appdata/local/temp/xpgrpwise/54649ba0drimmelenposto... 14-11-2014
Lichtbelasting Vanaf het moment dat onze jonge aarde om zijn eigen as om de zon draait heerst er op alles op onze aarde een regelmatige afwisseling van licht en duisternis. Al ver voor het eerste leven op aarde, heerste er al een regelmatige cyclus, de ontwikkeling van het leven heeft van het primitiefste tot het meest ingewikkeldste leven (de mens) met dit kosmische gegeven rekening gehouden. Licht heeft invloed op mens en dier (zelfs ook op planten) o.a. op het gedrag in de tijd ; de biologische klok,het slaapwaakritme,de biologische kalender,het gedrag in de ruimte in de vorm van hinder,afstoting,aantrekking,misleiding,verblinding en desoriëntatie. Het bioritme is voor een dier van belang omdat het daarmee kan anticiperen op de omgeving. Een nachtdier gaat al vóór het aanbreken van de dag naar zijn hol en een vleermuis ontwaakt in zijn donkere slaapplaats als het buiten begint te schemeren. Het gehalte aan het streshormoon Cortisol in het bloed van de mens stijgt al vóór we opstaan, ter voorbereiding van de activiteiten die komen gaan. De effecten welke invloed van licht hebben werken o.a. door op de voortplanting en de overlevingskansen van mens en dier. Zowel aantrekking als afstoting van licht bewerkstelligen een negatieve fragmentatie en isolatie van lokale populaties. Licht zorgt via lichtgevoelige cellen en zenuwen voor prikkels waardoor hormonen hun werk wel of niet kunnen gaan doen in het lichaam. Bij duisternis wordt in het lichaam van mens en dier de stof melatonine afgescheiden. Melatonine stuurt o.a. de activiteit aan van hormoonklieren zoals de schildklier, bij nierschors,en geslachtsklieren. Melatonine reguleert mede de productie van andere hormonen, versterkt de immuniteit en verlaagd het cholesterolgehalte. Melatonine is een zeer sterke antioxidant en dus goed om het verouderingsproces en het ontstaan van kanker tegen te gaan. Licht wordt door sommige dieren (vogels,reptielen en vissen) ook gebruikt bij het aardmagnetische oriëntatievermogen bij hun nachtelijke trek. Een combinatie met een bepaald soort licht kan een verstoring van het gedrag teweeg brengen. Licht kan voor nacht-en schemerdieren o.a. de tijd om te fourageren verkorten waardoor ze minder te eten hebben, net zoals op hun beurt weer hun eigen predatoren minder te eten zullen hebben. Door de resulterende afname van het rendement van het fourageren kan zo hun conditie in het gedrang komen. In tegenstelling tot nacht-en schemerdieren zullen sommige dagdieren juist langer fourageren, wat op zijn ergst lijdt tot uitputting voor de fourageerder en tot een verhoogde predatiedruk van de gepredeerde dieren. Onze waardering van duisternis wordt ernstig gehinderd omdat wij nu eenmaal dagdieren zijn.
Meer belang hechten wij aan onze materiële welvaart waar we dag en nacht moeten kunnen consumeren wat wij op dat moment ook maar wensen. Echter is er bij steeds meer mensen ook een groeiende behoefte aan ontspanning en rust. Daarbij spelen eigen woonomgeving en recreatie in de natuur een belangrijke rol. Het verkeren in een groene omgeving betekend voor velen een ervaring van tot rust brengende natuur, hoezeer dat groen ook in wezen door de mens gemaakt of beïnvloed kan zijn. Wat men in zo'n situatie als niet-natuurlijk ervaart, doet afbreuk aan de beleving: uitzicht op torenflats of op een industriecomplex, de hoorbare nabijheid van een snelweg, enz. roepen ergernis en verontrusting op. Hierbij aan sluit ook de beleving van de natuurlijke afwisseling van dag en nacht, met zijn seizoensvariatie, en de verstoring daarvan door verlichting. De effecten van extra licht op dieren zijn voor elke soort weer anders. Hier volgt een opsomming van diverse gevolgen. - Minder optimaal functioneren t.g.v. - Vermoeidheid/ongemak/belasting/verslapte aandacht/stress/aantasting conditie. Verhoogde vatbaarheid voor infecties. - Ontregeling van de aansturing van lichaamsfuncties o.m. de beperking van de aanmaak van melatonine - N.a.v. minder optimaal functioneren verhoogd risico op ongemak,letsel (verkeersslachtoffers) en predatie (ook i.v.m. langdurig blootstelling). - Verlenging van de dagelijkse foerageerperiodexompensatie van verkorting van de rust- en herstelperiode door kans op vergaren van meer voedsel lijkt op den duur echter onwaarschijnlijk. Risico van minder adequaat gedrag t.a.v. de keuzeplaats van vestiging en de voortplanting en verdediging van territoria en t.a.v. de broedzorg/verzorging van jongen. Beperking van ruimtegebruik,verlies aan leefgebied. Barrière werking /isolatie=biotoopversnippering en beperking. Risico van afname van de populatie(dichtheid) en van versnippering van de populatie. Bedreiging overlevingskansen individu en populatie; verschuivingen in aantalsverhoudingen. Risico van algenwoekering. Predatie van vissen i.v.m. aanwezigheid van licht (denk ook aan nachtvissen). Uitputting door doelloos rondzwerven rond lichtbronnen (insecten). Aanvliegen obstakels (door verblinding of omdat men de achtergrond niet meer helder ziet) Mislukken voortplanting door bij het licht te blijven;padden,salamanders. - Niet bereiken van de voortplantingsbiotoop;insecten: niet vinden potentiële partners, afzetting van eieren op t.a.v. predatie en infecties perspectiefarme en perspectiefloze plekken. De fotosynthese van planten wordt gestuurd door licht. Sommige planten kunnen niet groeien onder een continue belichting. Andere planten vertonen groeiafwijkingen. Het kiemen, de bestuiving en het bloeien van de plant worden door een teveel aan licht in de war gestuurd. Voorbeelden zijn o.a. hopplanten langs een verlichte weg die minder opbrengst leveren, bomen bij verlichtingspalen die bladeren in de winter blijven dragen en de vorming van algen in grotten waar verlichting is geplaatst.
Dieren die worden aangetrokken door licht hebben een grotere kans ten prooi te vallen aan andere dieren of te worden doodgereden. Andere dieren, die worden afgestoten door licht, kunnen geschikte gebieden rond de lichtbron niet meer gebruiken. Een voorbeeld hiervan is de watervleermuis die, net als de meeste andere vleermuizen, door licht wordt afgestoten. Vleermuizen zijn een bijzondere soortgroep als het gaat om nachtelijk kunstlicht. Het is sinds langere tijd bekend dat sommige vleermuizen vaak rond lantaarnpalen jagen. Dat komt omdat zich rond lampen 's nachts [link nachtvlinders] veel insecten verzamelen die relatief gemakkelijk door vleermuizen te vangen zijn. De meeste soorten vleermuizen zijn echter lichtschuw en worden tijdens hun nachtelijke activiteiten gehinderd door licht, wat als gevolg heeft dat ze niet op de plaats fourageren waar ze eigenlijk wilde fourageren. Het is gebleken dat de dwergvleermuis en de rosse vleermuis later uitvliegen wanneer dichtbij de vliegopening verlichting aanwezig is. Door het verlate uitvliegen wordt een deel van de insectenpiek in de avondschemering gemist en moeten de dieren langer door fourageren, wat ten koste gaat van hun conditie. Het is tevens de vraag of ze vóór het weer licht wordt voldoende hebben gevangen. Sommige dieren, zoals konijnen, raken gevangen in het licht; ze ervaren de donkere omgeving dan als en zwarte muur en dus als een obstakel. Van grutto's is aangetoond (en aangenomen wordt dat bij meer broedvogels van open terreinen dit niet anders is) dat ze afgestoten worden van verlichting. De consequenties hiervan zijn: verlaagde populatiedichtheden van soorten nabij verlichting. Isolatie van deelpopulaties c.q. versnippering van habitats. Bij wegverlichting wordt het broedgebied (wat al doorkruist is door de weg) nog sterker versnipperd. Bij veel verlichting zal de keuze niet op deze plaats vallen, maar wijkt men uit naar een ander gebied waar de omstandigheden minder kunnen zijn. Vooral laag vliegende, in de nacht trekkende vogels raken in de war door verlichte gebouwen op hun route. Aan de voet van één verlicht kantoorgebouw in Chicago zijn door vogelbeschermers in veertien jaar 20.697 dode vogels geteld; een gemiddelde van 1478 per jaar. Een schoorsteen van een elektriciteitscentrale in Ontario leverde tussen 1972 en 1982 22.779 dode vogels op. Toen de lampen werden vervangen door knipperlichten, daalde het aantal tot enkele per jaar. Wetenschappers weten niet precies hoe het komt, maar trekvogels worden verward door de verlichte torens. Ze raken van koers en vliegen als motten om de gebouwen heen. Uiteindelijk sterven ze van uitputting of komen ze in botsing met een spiegelruit. Wetenschappers hebben aangetoond dat mestkevers zich 's nachts oriënteren op basis van de Melkweg. Onderzoekster Marie Dacke van de Zweedse Lung Universiteit legt uit: "Mestkevers rollen hun bolletje mest steeds in een rechte lijn, om te vermijden dat ze terug bij de mesthoop uitkomen. Daar zou een andere mestkever er namelijk met het balletjes vandoor kunnen gaan. Om zich te oriënteren, gebruiken ze de streep helder licht in de lucht die de Melkweg is."er was al geweten dat meer geëvolueerde dieren zoals mensen, vogels en zeehonden zich oriënteren op de sterren, maar dit is de eerste keer dat het ook bij een
insect kon worden aangetoond. Dat schrijft het tijdschrift Current Biology. De Melkweg moet dan wel te zien zijn. Het meeste onderzoek over het effect van licht op organismes gaat over gedrag, zoals vogels die eerder gaan zingen. Nu is er ook een onderzoek dat meldt dat er op het niveau van populatiesamenstelling verschuivingen optreden onder invloed van verlichting. Dat is aangetoond bij een aantal insectensoorten. Aangezien insecten een belangrijke bouwsteen vormen in de hele ecologie, wint daarmee ook het idee dat een heel ecologisch systeem door de verlichting kan veranderen, aan kracht. Onderzoekers van de Wageningse Universiteit doen daar nu onderzoek naar. Twee Groningse onderzoekers hebben een systeem voor dagnachtritme gevonden dat in vrijwel alle organismen op aarde aanwezig is. Kern van dit systeem is het enzym peroxiredoxine. Dat beschermt met antioxidanten cellen tegen beschadigingen en veroudering. De onderzoekers ontdekten dat de antioxiderende werking van het enzym een 24-uurs patroon heeft. Bijna alle levende cellen vertonen een ritme van ongeveer 24 uur waarvan wordt aangenomen dat dit sinds het begin van het leven bestaat. Dat systeem wordt een circadiaan ritme genoemd. De Groningse onderzoekers Maria Olmedo en hoogleraar moleculaire chronobiologie Martha Merrow denken dat hun systeem een zeer vroege stap is in de evolutie van het circadiaan ritme. Uit het onderzoek tot nu toe is gebleken dat het natuurlijke gedrag van nachtvlinders sterk verstoord wordt door kunstlicht, ook als dit licht erg zwak is. Nachtvlinder vrouwtjes maken minder lokstoffen voor mannetjes, nachtvlinders zijn minder actief, eten minder en zijn minder geneigd te paren als het niet donker is. Nachtvlinders en hun rupsen zijn belangrijk: ze zijn bestuivers, de rupsen eten planten, en ze zijn prooien voor veel andere dieren zoals vogels en vleermuizen. Het is daarom niet ondenkbaar dat effecten op nachtvlinders door kunnen werken op de vegetatie of hun natuurlijke vijanden. Denkend aan de paddentrek in de eerste mooie dagen van het vroege voorjaar. Op wegen waar veel verlichting is, blijven veel amfibieën onder lampen op de weg zitten, waardoor de kans op doodrijden sterk toeneemt. Muizen zijn veelal nachtdieren, en wachten met hun activiteit tot het voldoende donker is. Van het gedrag van muizen is relatief veel bekend uit het laboratorium, zo weten we dat muizen vaak direct hun activiteit onderdrukken ('maskering') als er licht is 's nachts. Ook kan het dag- en nacht ritme van muizen veranderen als gevolg van kleine hoeveelheden kunstlicht. Over het gedrag van muizen in het vrije veld is veel minder bekend, en nog minder over hoe dat wordt beïnvloed door kunstlicht. Het ligt echter voor de hand dat licht sterke effecten heeft op muizen die in het vrije veld leven. Bunzing, hermelijn, muskusrat en vos worden door verlichting aangetrokken. Bomen vlak naast sterk verlichtte objecten vallen de bladeren later of zelfs niet af. Kippen leggen meer eieren per dag bij nachtelijke verlichting (worden echter niet zo oud), tegenwoordig zie je ook koeienstallen waar 's nachts de lampen aan zijn, dit om de melkproductie te vergroten. Een haan die 's nachts in het licht staat, kraait de hele nacht door.
Vogels die ook 's nachts al zingend hun territorium afbakenen. De wintervacht van de Siberische hamster bleef na een lichtproef in de winter bruin (makkelijke prooi). Zooplankton verplaatst zich dagelijks verticaal in het water. Het houd zich bij daglicht op in de diepte, en 's nachts nabij de oppervlakte. Nachtelijke verlichting kan de migratie naar het oppervlakte beperken tot teniet doen, en daarmee de ecologie van sloot en plas verstoren. Van haften is bekend dat de mannetjes in de voortplantingstijd grote afstanden afleggen om de meer plaatsgetrouwe vrouwtjes te bezoeken. Als de paarvlucht van de mannetjes ten gevolge van aantrekking door verlichting wordt afgeleid, bereiken zij hun doel niet en komt er van paren en voortplanten niets terecht. Tegenwoordig zie je 's avonds of's nachts dat de verlichting in koeienstallen aan staat, dit is niet voor het welzijn van de koeien maar voor de welvaart van de boer. De melkproductie van koeien kan met zo'n 8 a 9 procent worden verhoogd door de daglichtperiode buiten de zomermaanden met lamplicht te verlengen tot 16 uren licht (en 8 uren donker). Hiervoor is een verlichtingssterkte nodig van minimaal 150 lux, gemeten op dierniveau (dat wil zeggen op ooghoogte dieren). De werking van stallicht heeft ook (minimale) effecten effecten op de flora zeer dicht nabij een stal. De bloeiperiode van die planten zou verlengd en vervroegd kunnen worden, doordat er gedurende een langere periode fotosynthese kan plaatsvinden binnen de plant. Ook kunnen de planten meer last ondervinden van vorst, aangezien de kwetsbare delen van de plant in het voorjaar eerder zijn gaan groeien en de plant in het najaar later in rust komt. Bronnen; Alterra rapport 668 en 648, platformlichthinder.nl en lichtopnatuur.nl, adviesdocument optimale verlichting van melkveestallen..platformlichthinder.nl/thema/wetgeving/