Lesvoorbereiding Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Naam Cluster Lefebure Jonathan Lichamelijke opvoeding - Bewegingsrecreatie Groep C Academiejaar 2009-2010 Stageschool Stageles Naam Koninklijk Atheneum GO Datum 16 november 2009 Adres Onteigeningsstraat 41b, 9060 Zelzate Vak Lichamelijke Opvoeding Naam vakleraar Steven Meus Lesonderwerp Interactieve Sporten: handbal: sprongworp in oefenvormen en wedstrijdvormen. Afdeling BSO Lesuur van 10.55 uur tot 11.45 Uur Leerjaar (3 e graad) 5 e jaar Aantal lln 13 Lokaal Sporthal school Beginsituatie Inhoudsgebonden De leerlingen hebben reeds een inleidende les rond handbal gehad (vangen, wapenen, werpen) Persoonsgebonden Sterke & gemotiveerde groep. De klas komt op voor elkaar & respecteert elkaar. Schoolse en/of situationele gegevens De leerlingen hebben les in blokken van 2 uur. Voor de les dient de agenda ingevuld te worden, wordt de kledij gecontroleerd, en wordt een korte bespreking gehouden over het onderwerp & de bedoeling van de les. Iets voor het einde van het eerste uur stopt de les en maken ze de verplaatsing van school naar de sporthal Eurohal (aan het zwembad) te voet in groep. De les stopt om 11h30 Bronnen MEYSMAN, H., L. VANDERHOEVEN, J., Paper, Project of Scriptie, Van muisklik tot tekst, Leuven, Acco, 2006, 137 pp. Sports Media, LO & sport voor iedereen, http://www.sports-media.org De Buck E., De Cauwer S., Lesaffer J., Lichamelijke Opvoeding Vakdidaktiek 2, Artevelde hogeschool: Gent Cd-rom: new didactics in teaching invasion games with application to basketball and team handball Bijlagen
LESONDERWERP: Interactieve Sporten: handbal: sprongworp in oefenvormen en wedstrijdvormen. ALGEMENE VAARDIGHEDEN EN ATTITUDES / VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN / VAKOVERSCHRIJDENDE ONTWIKKELINGSDOELEN / LEERGEBIEDOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (schrap wat voor je les niet van toepassing is) SOVA 02 : Lln kunnen respect en waardering opbrengen, de eigenheid van medeleerlingen accepteren en waarderen. LELE 10 : Lln kunnen de eigen werkwijze vergelijken met die van anderen, aangeven waarom iets fout gegaan is en hoe de fouten vermeden kunnen worden. LEERPLANDOEL(EN): Inhoudsgebonden: 1.2.4 : Lln kunnen in eenvoudige bewegingssituaties zelfstandig en onder begeleiding oefenen in kleine groepen, het gepaste materiaal opstellen en wegbergen. 2.*30 : Lln leren positief staan tegenover regelmatig oefenen en hun prestaties vergelijken met de voorgaande. Persoonsgebonden: 3.32 : Lln tonen in alle omstandigheden respect voor het materiaal. 3.*34 : Lln leren hun eigen bewegingsuitvoeringen en hun mogelijkheden en beperkingen juist inschatten. LESDOELEN LEERINHOUD WERKVORMEN/ MEDIA/ORGANISATIE TIJD Lichaam/snel reageren: Reageren op bewegingen & passen van team en tegenspelers om aan de bal te geraken. Fys/uithouding: Gedurende de hele oefening blijven lopen & de bloedsomloop activeren, en de fysieke inspanning uithouden. Ruimte/richting: De juiste loop/pasrichting berekenen om tot bij de kapitein te raken met de bal Cardiovasculair Lesbegin Spel: speel je kapitein aan Spelomschrijving: De leerlingen worden verdeeld in 2 gelijke teams, waarbij in elk team één kapitein wordt aangeduid die een partijvestje & hoepel krijgt. De leerlingen hebben elk een speelhelft waarbij de kapitein in de hoepel plaatsneemt en deze niet verlaat. De bedoeling is dat de teamleden d.m.v. passenwerk de kapitein een pas geven zonder dat deze daarvoor de hoepel moet verlaten. Per keer dat de kapitein wordt aangespeeld, krijg je een punt Spelregels: - Niet lopen of dribbelen met de bal - De kapitein verlaat de hoepel niet - Respecteer de belijning - De bal kan enkel worden onderschept, niet uit de handen geslaan worden - Verkeerde pas, of bal op de grond = bal aan ander team. 2 hoepels, partijvestjes, handbal 2
Fys/snelheid: Zoveel mogelijk snelheid opbouwen om heen en weer te lopen van doelgebied naar teamspelers Fys/coördinatie: De juiste houding van lichaam & controle over de bal houden om vanuit snelheid/beweging een juiste baan aan de bal te geven. Lichaam/afremmen bewegingen: De maximale snelheid van het sprinten onderdrukken om tot een doelpoging te komen, waarna weer te versnellen & vertragen om de bal aan de teamspelers te geven. Lesuitwerking Wedstrijdvorm: Spel: Kegelwerpen (estafette) De vier groepen strijden tegen elkaar en proberen zo snel mogelijk 3 kegels omver te werpen. De groep die als eerste alle kegels heeft omver geworpen krijgt 3 punten, de 2 e groep krijgt 2 punten. Spelregels: - Dribbel tot aan de blauwe spots - Springen mag voor spots - Na de worp zelf de bal terug nemen en doorgeven aan de volgende, geen passen - Andere lln blijven achter de rode lijn - De groep die klaar is, roept Klaar! en zet zich neer achter de rode lijn. - Afstoten voorbij de spots = doelpunt afgekeurd - Bal wordt geworpen met 1 hand - Wapenen & werpen gebeurt zoals uitgelegd in de vorige les! Variatie: - spots verleggen zodat de afstand vergroot De LK splitst de groepen zodat er 4 teams gevormd worden. Bij overschot 1 groep van 4. lln verzamelen in het midden van de zaal. LK demonstreert de oefening en legt de regels uit. LK kiest 2 lln die helpen om kegels klaar te zetten. 8 spots, 12 kegels Fys/coördinatie: De juiste passen, lichaamshouding & uitvoering hanteren om de bal in een correcte sprongworp te scoren (zwaaibeen gestrekt, arm gericht, ) Oefenvorm: sprongworp Omschrijving: Er wordt in golven gewerkt. Er staat telkens een keeper in het doel welke na een aantal uitvoeringen wordt vervangen. De leerlingen krijgen de bal aangespeeld van een speler die aan de 6-meterlijn staat opgesteld en proberen te scoren naar doel m.b.v. de sprongworp. Wanneer je een doelpoging deed, haal je je bal op, en wordt je automatisch aangever. Overgang: De leerkracht verzamelt alle leerlingen in het midden van de zaal. Hier worden alle aandachtspunten meegegeven & een correcte uitvoering van de sprongworp gedemonstreerd. Het volgende spel wordt uitgelegd en het materiaal wordt door de aangeduidde leerlingen geplaatst. 15
Fys/kracht: Genoeg snelheid/kracht steken bij het uitzwaaien van de werparm, om een krachtige worp te ontwikkelen richting doel. Lichaam/lichaamshoudingen Optrekken van het zwaaibeen, en tegelijkertijd een uitstrekking van rug & romp bekomen, bal achter je wapenen en het lichaam voorwaarts plooien bij het werpen. Ruimte/richting: De juiste baan inschatten van een welbepaalde afstand (aanvaller-doel) om de bal in een juiste boog te werpen. - voor hij de bal ontvangt is de speler reeds in beweging - na het vangen van de bal volgen 3 passen (voor een rechtshandige is dit links / rechts / links) - wordt de bal in zweeffase gevangen dan is de landing een nulcontact en mag men hierna nog 3 passsen zetten met de bal. - gebruiken we een sprongworp met nadruk op de hoogtesprong dan zal de laatste stap van de aanloop iets groter zijn - de afstoot wordt ondersteund door het optrekken van het zwaaibeen - tijdens de afstoot wordt de bal volledig gewapend - de bal wordt boven en achter het hoofd gebracht waardoor een boogspanning in de romp ontstaat - het werpen zelf gebeurt op het hoogste punt van de zweeffase door het naar voor brengen van de werpschouder en het krachtig naar voor trekken van de werparm - gelijktijdig wordt het zwaaibeen krachtig achterwaarts gestekt - de landing gebeurt op het afstootbeen Handballen, doel, kegels/spots Gradaties/variaties: - werken met 1 verdediger vanaf de spot - afstootspots verder verwijderd van het doel leggen - groter of kleiner doel De leerlingen worden verdeeld in groepen van 3 en verzamelen allemaal rond de middencirkel bij de leerkracht waarna deze het volgende spel uitlegt.
Fys/snelheid/kracht: Genoeg snelheid kracht aan de bal geven om de bal in een vlotte en snelle boog in het doel te brengen. Ruimte/afstand: Afmetingen van het speelveld optimaal gebruiken en zo breed mogelijk spelen tijdens de uitvoering. Partiële grondvorm: opbouw aanval Spelomschrijving: Lln lopen per drie naar het doel en geven passen naar elkaar. De middenspeler wordt telkens aangespeeld en past afwisselend naar links en rechts. Na een 5 tal passen moet een doelpoging ondernomen worden, aan de rode spots. - bal met 1 hand gooien - bal met 2 handen vangen voor de borst - 3 stappen mogelijk voor de doelpoging - In rechte lijn richting doel lopen - Middenpersoon verwisselt elke ronde. Gradatie: - 1 of 2 verdediger(s) voor de rode spots (passief storen) - 1 doelman - Werken met gebruik van sprongworp - wisselen van functie na worp (aanvallers keren terug voor verdediging) 1 handbal per team van 3, doel/goal, spots Legende: blauw is de looprichting, groen zijn passen. 2 terreinen beschikbaar, dus 6 lln per terrein Lesafsluiting De lesafsluiting bestaat uit een kort feedbackmoment & reflectie over de leerlingen hun eigen kunnen & onkunnen. Er wordt niet echt een cooling down voorzien omdat de leerlingen les hebben in blokken van 2 uur. Na deze les wordt direct vertrokken naar de andere sporthal waar ze een balsport krijgen tijdens het 2 e uur. 5