Grip op Handhaving in de gemeente Wormerland. Grip op Handhaving in de gemeente Wormerland. Rapport. Rapport

Vergelijkbare documenten
Grip op Handhaving in de gemeente Wormerland

Grip op Handhaving in de gemeente Waterland

Grip op Handhaving in de gemeente Koggenland

Beleidsregel kwaliteitseisen vergunningverlening, toezicht en handhaving Den Haag 2017

Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap. Inleiding

BELEIDSREGEL KWALITEITSEISEN VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING DEN HAAG 2017

Uitgangspunten procescriteria: waar dienen ze wel en waar dienen ze niet toe? Methode: hoe zijn de criteria opgebouwd en hoe zijn we daartoe gekomen?

Integrale Handhaving. Opzet Quick Scan. Inhoudsopgave. 1. Achtergrond en aanleiding

VOORTGANGSRAPPORTAGE HANDHAVING RUIMTELIJK BESTUURSRECHT 2009 GEMEENTE ZALTBOMMEL

Jaarverslag TOEZICHT EN HANDHAVING BOUWEN, RUIMTELIJKE ORDENING, APV EN BIJZONDERE WETTEN

ADVIESNOTA AAN B&W. Postregistratienummer. Onderwerp en inhoud Adviesnota B&W Vaststellen Uitvoeringsstrategieën omgevingsrecht VTH 15.

ONDERZOEKSOPZET REKENKAMERONDERZOEK GEMEENTELIJKE HANDHAVINGSBELEID. zaaknummer: ons kenmerk:

Beslisdocument college van Peel en Maas

onderzoeksopzet handhaving

Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer - kwaliteitscriteria - Besluit omgevingsrecht

Voorstel Het Toezicht- en Handhavingsbeleid gemeente Bronckhorst vast te stellen.

Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving 2017 gemeente Veenendaal

Handhavingsuitvoeringsprogramma 2014

Plan van aanpak. Onderzoek handhavingsbeleid. 22 januari 2013

VOORSTEL INHOUD. Portefeuille: D.M. Vis. No. B Dronten, 14 juni Verslag VH 2015, Jaarrapportage OFGV 2015 en IBT. Aan de gemeenteraad

Raadsavond Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving

Uitvoeringsprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving 2016

1. Nalevingstrategie. 1.1 Preventiestrategie. Bijlage 0: Nalevingstrategie

Berenschot. Evaluatie wet VTH. Op weg naar een volwassen stelsel BIJLAGE 1. EVALUATIEPROTOCOL. 22 mei 2017

Paraaf Provin. Onderwerp Uitgangspunten visie en strategie vergunningen, toezicht en handhaving

DE NIEUWE OMGEVINGSVERGUNNING OP WEG NAAR ÉÉN INTEGRALE VERGUNNING IN DE GEMEENTE BARNEVELD. Presentatie 15 oktober 2009 Raadscommissie Grondgebied

In hoeverre is het ICT-beleid bij de gemeenten Bergen op Zoom, Drimmelen, Halderberge en Moerdijk als doeltreffend en doelmatig aan te merken?

Jaarverslag vergunningen, toezicht en handhaving 2016 gemeente Veenendaal

Gemeente Hillegom Evaluatie handhaving bouwtaken 2015 en programma toezicht en handhaving 2016

Onderzoek handhaving Plassengebied

Raadsvoorstel Gebied en Wijkzaken A. de Neef P.J. Möhlmann. Veiligheid. Handhaving

Inhoud presentatie: Wat is handhaving? Wat is gedogen? Welke handhavingstaken heeft de gemeente? Waarom een project integrale handhaving?

CONCEPT VERORDENING KWALITEIT MILIEUGERELATEERD(E) VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Berg en Dal

Jaarverslag uitvoeringsprogramma handhaving gemeente Groningen De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Toezicht & Handhaving in de Gemeente Meerssen

Bijlage bij Uitvoeringsovereenkomst Provincie Utrecht 2017

Hoogte van dwangsommen lengte van b egunstigingstermijn opgenomen in tabellen

Onderwerp Voorstel tot vaststellen Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht Goirle

Rekenkamercommissie Vallei en Veluwerand

Voldoet de gemeente aan de landelijke kwaliteitscriteria voor haar taken op gebied van VTH

PROVI NCI E :: UTRECHT

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving Omgevingsrecht (milieu) Den Haag 2016.

Plan van aanpak Rekenkameronderzoek naar (be)sturing van Gemeenschappelijke Regelingen

Onderzoeksplan 2006 Doelmatigheid en rechtmatigheid sector Grondgebiedzaken. Opgesteld door de Rekenkamercommissie van Oostzaan d.d.

Bijlage D Raads- en statenvoorstel 1 en besluit GR RUD LN

Ontvangen 2 0 JAN, Gemeente Dongen. Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Dongen Postbus GE DONGEN

Gemeente Hillegom. Handhavingsuitvoeringsprogramma 2014

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND

rapportage Toezichtinformatie 2014

HANDHAVINGSUITVOERINGSPROGRAMMA GEMEENTE WOERDEN

INHOUDELIJKE TOELICHTING

Startnotitie. Invoeren Wet revitalisering generiek toezicht. Informatie: Versiebeheer: Registratienummer Vaststelling Directie Vaststelling College

S. van Dongen 3411

Uitvoeringsprogramma handhaving en toezicht omgevingsrecht 2016

Onderzoek Inkoop en aanbestedingen Onderzoeksopzet. Rekenkamercommissie De Wolden September 2016 Status: definitief Versie: 1.0

Gemeente Delft. Verordening Kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) omgevingsrecht.

RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: Raadsvergadering van 8 maart 2012 Agendanummer: 10.2

TOEZICHT EN HANDHAVING IN WIJK BIJ DUURSTEDE

Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders

Plan van aanpak. voor de ontwikkeling van integraal handhavingsbeleid

RKC ONDERZOEKSPLAN. Weststellingwerf. Toezeggingen aan burgers en bedrijven. Oktober 2015

Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld

RKC Opsterland. Onderzoeksplan Integratie Statushouders in de gemeente Opsterland

Jaarverslag Rekenkamercommissie Bernheze

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Afdelingsmanager Sjaak van Meijel

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht

Deze centrale vraag leidt tot de volgende deelvragen, die in het onderzoek beantwoord zullen worden.

Niet wegkijken maar toezien

onderzoeksopzet kwaliteit dienstverlening

Plan van aanpak NIEUWE DRANK- EN HORECAWET

mi Provincie :fw: Noord-Holland

Startnotitie Integraal Veiligheidsplan Gemeente Molenwaard

Werkwijze voor het informeren van opdrachtgevers over bestuurlijk gevoelige zaken

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht (VTH-taken) gemeente Oud-Beijerland

Halfjaarlijkse voortgangsrapportage Integraal Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht 2018

VERBETERPLANNEN KWALITEITS- CRITERIA 2.1

17 november 2015 Corr.nr , FC Nummer 82/2015 Zaaknr

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Almelo 2017

TOELICHTING BIJ DE VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGSRECHT GEMEENTE UTRECHT

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Toelichting Verordening kwaliteit VTH gemeente Tiel 2016 VERORDENING

Handhavingsplan Openbare Orde en Veiligheid 2013 Wormerland

B&W-Aanbiedingsformulier

LEIDRAAD BIJ DE LANDELIJKE HANDHAVINGSSTRATEGIE

Werkbijeenkomst NVRR en AR d.d. 18 september 2014

opzet onderzoek aanbestedingen

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Aan de gemeenteraad. Uw brief van: Uw kenmerk: Ons kenmerk: Datum: 26 november 2015

Startnotitie integrale handhavingsnota

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.7. Onderwerp: Jaarverslag 2007 van de Regionale Milieudienst West-Brabant

Themaraad VTH taken. Aanleiding: Themaraad 18 mei 2016 over:

TOELICHTING BIJ DE VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGSRECHT GEMEENTE BRONCKHORST

MILIEUJAARVERSLAG

GEMEENTE HOOGEVEEN. Raadsvoorstel

17IK systematisch toezicht (algemeen, hetzelfde voor alle gemeenten); reality-checks (blijkt uit de praktijk ook dat de gemeenten en

Onderwerp Handhavingsbeleid Industriële Veiligheid

PRESENTATIE. Onderzoek Openbare Orde en Veiligheid bij Evenementen COMMISSIE EFB

Handhaving van Bouw-, milieu- en ruimtelijke regelgeving. Jaarverslag 2015 gemeente Veenendaal

Transcriptie:

Grip op Handhaving in de gemeente Wormerland Rapport Rekenkamercommissies Koggenland, Waterland en Wormerland Grip op Handhaving in de gemeente Wormerland Rekenkamercommissies Koggenland, Waterland en Wormerland Rapport BMC Onderzoek oktober 2015 drs. R. Bruggeman drs. J. Slooijer MSM Projectnummer: 220133 Correspondentienummer: DH-0910-4613

INHOUD HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1 1.1 Aanleiding voor het onderzoek 1 1.2 Doel en focus van het onderzoek 1 1.3 Vraagstelling 2 1.4 Aanpak 3 1.5 Analyse en rapportage 4 1.6 Begeleiding 4 HOOFDSTUK 2 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 5 2.1 Beantwoording centrale onderzoeksvraag 5 2.2 Aanbevelingen 7 HOOFDSTUK 3 BELEIDS- EN HANDHAVINGSCYCLUS 9 3.1 Wet- en regelgeving 9 3.2 Landelijke ontwikkelingen 10 3.3 Ketenpartners 11 3.4 Big-8 cyclus 13 3.5 Beleidscyclus evenementen 14 HOOFDSTUK 4 DE TOEPASSING VAN BELEIDS- EN HANDHAVINGSCYCLUS 16 4.1 Inleiding 16 4.2 Wabo 16 4.3 Evenementen 21 4.4 Twee evenementen nader beschouwd 23 4.5 Governance 25 HOOFDSTUK 5 GOOD PRACTICES 27 5.1 Koggenland, Waterland en Wormerland 27 5.2 Intergemeentelijke samenwerking 28

Hoofdstuk 1 Inleiding Nederland kent een uitgebreid stelsel van wet- en regelgeving, waaraan overheden moeten toetsen bij vergunningverlening. Om te borgen dat regels en vergunningen worden nageleefd, is een adequate organisatie van de handhaving essentieel. Wanneer de handhaving niet adequaat georganiseerd is, ontstaat het risico dat vergunningen niet worden nageleefd of überhaupt worden aangevraagd, met alle maatschappelijke gevolgen van dien. Controle op de naleving is dus nodig. Het uitgebreide stelsel van wet- en regelgeving heeft tot gevolg dat een effectieve handhaving alleen gerealiseerd wordt door het maken van keuzes, het stellen van prioriteiten en het samenwerken tussen handhavingsorganisaties zoals gemeenten, regionale uitvoeringsdiensten, politie en brandweer. 1.1 Aanleiding voor het onderzoek De Rekenkamercommissies van de gemeenten Koggenland, Waterland en Wormerland willen inzicht krijgen in de wijze waarop de gemeenten praktisch uitvoering geven aan het handhavingsbeleid zoals geformuleerd in beleidsnota s en hoe de sturing en de beheersing binnen dit proces plaatsvinden. Besloten is daarom om onderzoek te doen naar het handhavingsbeleid en de handhavingspraktijk in de drie gemeenten. 1.2 Doel en focus van het onderzoek Doel van het onderzoek is inzicht te bieden in de opzet, de sturing, de middeleninzet, de organisatie, de uitvoering van het handhavingsbeleid, de beheersing, de bereikte resultaten, de verantwoording en het toezicht. Naast een beschrijving van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving, de ketenpartners en de beleids- en handhavingscyclus, gaat het onderzoek in op de vraag of de gemeente ten aanzien van de handhaving zo doelmatig en effectief mogelijk omgaat met de beperkte beschikbare middelen. Inwoners mogen van hun gemeente verwachten dat ook als het gaat om handhaving, daaraan een zorgvuldig afwegings- en besluitvormingsproces vooraf gaat en dat er op een transparante manier verantwoording wordt afgelegd. Het is de raad die uiteindelijk toezicht houdt op een juiste aanwending van de door de raad via de begroting ter beschikking gestelde financiën om afgesproken doelen te bereiken. Het onderzoek gaat in op de hiermee samenhangende componenten, te weten: sturing, beheersing, verantwoording en toezicht. Deze begrippen worden samengevat met de term governance. Aangezien momenteel actueel is in hoeverre het gemeentelijke beleid ten aanzien van handhaving ook tot uitvoering komt als het gaat om evenementen, is besloten tot een verdieping door in elke gemeente twee evenementen in het bijzonder in het onderzoek te betrekken. Deze evenementen zijn: 1 van 42 Nawoord op rapport Grip op handhaving

Naam gemeente Evenement Koggenland Kermis De Goorn Wielerrond Obdam Waterland Kermis 2014 Koperen Vis Live Wormerland Kermis Jisp 2014 Wormer Live 2014 Het uitvoeren van een burgerpeiling valt buiten dit onderzoek. Ook zijn geen personen die een vergunning hebben aangevraagd direct betrokken. 1.3 Vraagstelling De centrale vraagstelling voor het onderzoek luidt: Welke afwegingen worden er door de deelnemende gemeenten gemaakt om op voldoende doelmatige en doeltreffende wijze uitvoering te geven aan de gemeentelijke handhaving tegen de achtergrond van de daarbij behorende beleidsdoelen en maatschappelijke risico s. Deze vraagstelling is uitgewerkt in de volgende deelvragen: Doeltreffendheid van beleid 1. Welke juridische (bestuursrechtelijk, strafrechtelijk), politieke, bestuurlijke, beleid- en organisatorische kaders 1 liggen ten grondslag aan het gemeentelijke handhavingsbeleid? 2. Wat zijn relevante ontwikkelingen (bijvoorbeeld technische, landelijk, regionale, lokale ontwikkelingen) op het gebied van handhaving? 3. Welke perspectieven bieden de ontwikkelingen onder vraag 2 voor de deelnemende gemeenten? 4. Worden er algemene doelstellingen en prioriteiten geformuleerd? 5. Wat is de kwaliteit van de formulering van deze doelstellingen en prioriteiten? 6. Wordt in deze doelstellingen en prioriteiten de samenhang met beleidsdoelen en maatschappelijke risico s gewaarborgd? 7. Welke good practices zijn er op het gebied van handhaving in andere gemeenten en zijn deze meegewogen bij de totstandkoming van het handhavingsbeleid? 8. Hoe worden de raden geïnformeerd over de resultaten en eventuele wijzigingen van het beleid (frequentie, indicatoren et cetera)? 9. Welke verklaringen kunnen worden gegeven voor verschillen tussen doel- en kaderstelling en de behaalde resultaten? 10. Wordt het beleid bijgestuurd indien blijkt dat de doelen en resultaten niet overeenkomen. 1 Bijvoorbeeld wet- en regelgeving, beleid, vastgestelde doelstellingen, prestaties en kwaliteitsniveaus, et cetera. 2 van 42 Nawoord op rapport Grip op handhaving

Doelmatigheid van de uitvoering 11. Zijn er beleidsdoelstellingen geformuleerd? Hoe zijn deze vastgelegd? Zijn de doelstellingen SMART geformuleerd? 12. Op welke wijze worden er prioriteiten gesteld? Wordt hierbij gebruikgemaakt van een risicomatrix of ander instrument? Vindt prioritering (periodiek) plaats? Hoe wordt de frequentie en wijze van inspecteren bepaald? 13. Hoe wordt bepaald welk beleidsinstrument wordt ingezet? Wanneer is sprake van bestuursrechtelijk of strafrechtelijk optreden? Hanteert de gemeente lik op stuk beleid? 14. Is er een jaarlijks uitvoeringsprogramma? Uit welke elementen bestaat dit (doelstellingen, fte)? 15. In welke mate wordt er gebruikgemaakt van andere theoretische onderleggers voor handhaving (omgevingsanalyse, inspectiestrategie, interventiestrategie, risicomatrix)? Handhaving in de praktijk 16. Welke beleidsprestaties worden geleverd? Welke beleidsinstrumenten worden daadwerkelijk ingezet? Welke sancties zijn toegepast? 17. Worden de gestelde doelstellingen behaald? (kwaliteitsniveau)? 18. In welke mate en op welke wijze krijgt handhaving binnen de deelnemende gemeenten vorm? Wordt er aan elkaar gerapporteerd? Is er sprake van een oog en oorfunctie? Is er sprake van gezamenlijke activiteiten (bijv. controles)? 19. Is er bij de betrokken handhavingspartijen inzicht in de mate van naleving en ingezette instrumenten? Hoe wordt dit geregistreerd? Op welke wijze wordt hierover gerapporteerd? 20. Hoe is het feitelijk nalevingsgedrag in het veld? Hoeveel overtredingen zijn in de afgelopen twee jaren geconstateerd? Is het gewenste nalevingsniveau gerealiseerd? Worden Plan, Do, Check en Act doorlopen? 1.4 Aanpak Het onderzoek is uitgevoerd door middel van een documentstudie, opvragen van gegevens bij de uitvoerende regionale diensten, afnemen van interviews en een casestudy naar evenementen. Documentenstudie Door de gemeentelijke organisaties zijn relevante documenten, zoals beleidsnota s, verordeningen en beleidsregels, jaarverslagen en dergelijke ter beschikking gesteld. Door deze te bestuderen is een beeld verkregen hoe de gemeenten de beleids- en handhavingscyclus hebben ingericht. 3 van 42 Nawoord op rapport Grip op handhaving

Opvragen gegevens bij de regionale uitvoeringsdiensten Omgevingsdienst IJmond voert werkzaamheden uit voor de gemeenten Waterland en Wormerland. De gemeente Koggenland is aangesloten bij de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord. Per brief zijn aan deze organisaties een aantal vragen gesteld over de geleverde diensten en over de samenwerking met de gemeente(n). De tekst van de brief is als bijlage opgenomen. Interviews Na de documentenstudie zijn interviews gehouden met de verantwoordelijk portefeuillehouder(s) in het college van burgemeester en wethouders en betrokken ambtenaren. Tevens is in elk van de drie gemeenten gesproken met een aantal raadsleden. Voorafgaand aan de interviews is ter voorbereiding een interviewprotocol toegezonden. Na het gesprek is een gespreksverslag opgesteld en voor eventueel commentaar aan de geïnterviewden gestuurd. Casestudy Aan de drie gemeenten is in de vorm van een in te vullen matrix de vraag voorgelegd welke evenementen in het afgelopen jaar hebben plaatsgevonden. Daarna zijn per gemeente twee evenementen geselecteerd om nader te onderzoeken, aan de hand van de volgende criteria: Er is sprake van een relatief omvangrijk evenement met veel bezoekers. Er zijn meerdere instanties betrokken bij de vergunningverlening, gelet op mogelijke risico s. Er zijn bijzondere voorwaarden aan de vergunningverlening verbonden, bijvoorbeeld in verband met verwacht geluidsoverlast. Het onderzoek is uitgevoerd in de periode medio april tot en met medio september 2015. 1.5 Analyse en rapportage Voor de uitvoering van het onderzoek is een normenkader gehanteerd, dat als bijlage bij dit rapport is gevoegd. Hoofdstuk 2 bevat de conclusies en aanbevelingen op basis van het onderzoek. U kunt dit ook als een samenvatting lezen. Hoofdstuk 3 geeft een beschrijving van de reguliere beleids- en handhavingscyclus, de wetgeving waarop die zijn gebaseerd en de betrokken ketenpartners. In hoofdstuk 4 worden de uitkomsten van het onderzoek beschreven door de praktijk te toetsen aan de wettelijke normen en de normen die de gemeenten zelf hebben vastgesteld. Hoofdstuk 5 geeft een overzicht van good practices als uitkomst van een onderlinge vergelijking tussen de drie gemeenten en overige voorbeelden in het land. Als bijlagen zijn documenten toegevoegd waarnaar in de tekst wordt verwezen. 1.6 Begeleiding Gedurende het onderzoek heeft er overleg en afstemming plaatsgevonden met de rekenkamercommissies van de drie gemeenten: op 13 april, 2 juli, 27 augustus, 17 september en 29 oktober 2015. 4 van 42 Nawoord op rapport Grip op handhaving

Hoofdstuk 2 Conclusies en aanbevelingen In dit rapport wordt verslag gedaan van het rekenkameronderzoek naar de opzet, de sturing, de middeleninzet, de organisatie, de uitvoering van het handhavingsbeleid, de beheersing, de bereikte resultaten, de verantwoording en het toezicht. In dit hoofdstuk zijn op basis van de verkregen informatie en de analyse conclusies getrokken en aanbevelingen geformuleerd. In paragraaf 2.1 vindt de beantwoording van de centrale onderzoeksvraag plaats. Tot slot worden in paragraaf 2.2 de aanbevelingen gegeven. 2.1 Beantwoording centrale onderzoeksvraag Welke afwegingen worden er door de gemeente Wormerland gemaakt om op voldoende doelmatige en doeltreffende wijze uitvoering te geven aan de gemeentelijke handhaving tegen de achtergrond van de daarbij behorende beleidsdoelen en maatschappelijke risico s? Voor de aspecten bouwen en brandveiligheid geldt de nota handhaven in Wormerland 2010-2014. In dit plan is geen handhavingsstrategie opgenomen. Hierdoor ontbreekt bij de gemeente voor de aspecten bouwen en brandpreventie een sanctiestrategie (hoe treedt de gemeente op bij een geconstateerde overtreding en welke dwangsommen en begunstigingstermijnen worden toegepast), een gedoogstrategie (wanneer en onder welke voorwaarden treedt de gemeente niet op tegen geconstateerde overtredingen) en een communicatiestrategie (wanneer en welke andere instrumenten worden ingezet om naleving van de regels te bereiken zoals complimenteren, subsidiëren, voorlichten en communiceren). Dit leidt ertoe dat handhaving voornamelijk lijkt te gebeuren op basis van een piepsysteem. Er is wel een communicatieplan in de nota handhaven in Wormerland 2010-2014 aangekondigd maar deze is niet bij de documenten aangetroffen. Een nieuw beleidsplan is in voorbereiding en de verwachting is dat dit in 2015 gereed is. Voor milieu geldt het Uitvoeringskader Omgevingsdienst IJmond 2015-2018. In deze nota is bepaald met welke frequentie en op welke wijze het toezicht plaatsvindt. De frequentie is afhankelijk van de uitkomsten van de probleem- en risicoanalyse en het naleefgedrag. De wijze waarop de handhaving plaatsvindt, is beschreven in de zogenaamde handhavingsstrategie. Deze strategie bestaat uit de nalevingstrategie, de toezichtstrategie, de sanctiestrategie, de gedoogstrategie en de communicatiestrategie. De gemeente heeft zelf geen uitvoeringsprogramma. Het uitvoeringsprogramma 2015 van de ODIJ wordt nu als leidraad aangehouden. In het uitvoeringsprogramma van de ODIJ staan het aantal geplande controles op het vlak van milieu, bestaande bouw en brandveiligheid voor Wormerland. De handhaving in Wormerland verloopt wel volgens een bepaald stramien. De schriftelijke basis hiervoor ontbreekt echter. Er wordt sterk ingezet op pre-mediation. Onder premediation wordt verstaan het (meestal telefonisch) in contact treden met overtreders van regels om een toelichting te geven op hetgeen door de toezichthouders is geconstateerd en waarom de gemeente optreedt. Zoals gesteld is het niet duidelijk op welke wijze toezicht 5 van 42 Nawoord op rapport Grip op handhaving

gehouden wordt (hoe, welke frequentie, wanneer, met wie,). De toezichthouders van de ODIJ doen het werk vooral op verzoek van de handhavers van Wormerland. Het gaat hier met name om handhavingsverzoeken en ernstige zaken die door de toezichthouders van de ODIJ worden onderzocht. Het is niet te achterhalen of er door de gemeente gerapporteerd en geëvalueerd wordt, omdat er geen jaarverslag over het jaar 2014 is ontvangen. In de begroting worden wel aantallen controles en handhavingszaken opgenomen. Daarnaast wordt elk kwartaal een lijst opgesteld waarin per zaak is vermeld welke (handhavings) stappen zijn ondernomen. De ODIJ heeft wel een jaarverslag 2014 opgesteld waarin wordt gerapporteerd over alle gemeenten die ressorteren onder het werkgebied van de ODIJ. In dit verslag wordt ingegaan op projecten die spelen in het werkgebied van de ODIJ en worden aantallen vergunningen, meldingen, controles op diverse aspecten, milieuklachten en adviezen aan gemeenten genoemd. Dit verslag gaat uitgebreid in op de projecten die zijn uitgevoerd en geeft eveneens een toelichting op afwijkingen tussen geplande en gerealiseerde vergunningen en controles op het vlak van milieu. Op het vlak van bouwen blijft het bij het vermelden van aantallen. Het jaarverslag van de ODIJ blikt terug op wat de ODIJ in haar uitvoeringsprogramma had beschreven. Er lijkt geen relatie te zijn met de nota handhaven in Wormerland 2010-2014. Aangezien er geen uitvoeringsprogramma 2015 is, kan niet worden aangegeven in hoeverre er bijstellingen in het beleid plaatsvinden op basis van ervaringen van het voorgaande jaar. Daarnaast kent de gemeente nog een uit 2007 stammend uitvoeringsbeleid bouwregelgeving (bouwbeleidsplan). Dit plan wordt echter niet meer gebruikt. Voorts heeft de gemeente nog beleidsnotities over hobbyboeren en ruimtelijke ordening, agrarische bebouwing en mantelzorg in de ruimtelijke ordening. Deze notities geven nadere regels die in acht moeten worden genomen indien deze aspecten aan de orde zijn. De betrokkenheid vanuit de gemeenteraad bij het onderwerp handhaving is beperkt. Het primaat ligt bij het college van burgemeester en wethouders. De structurele informatieverstrekking aan de gemeenteraad is summier. Er zijn door de gemeenteraad geen indicatoren vastgesteld in het raadsprogramma over dit onderwerp en het is daarom ook lastig sturen vanuit de gemeenteraad en moeilijk rapporteren door het college van burgemeester en wethouders. Eens per jaar wordt een lijst met prioriteiten aan de orde gesteld in het kader van het politieoverleg. Daarnaast wordt het presidium in de rondvraag door de burgemeester bijgepraat over handhavingszaken, maar dat gaat met name over drank- en horeca en openbare orde. Over toezicht en handhavingszaken in het kader van de Wabo (bouwen en milieu) hoort de gemeenteraad zelden tot nooit iets. Toezicht en handhaving zal waarschijnlijk ook in de toekomst geen urgentie hebben bij de gemeenteraad. De reden hiervan is dat het een onderwerp is dat weinig tot geen vragen oplevert omdat het tot weinig ophef in de samenleving leidt. Dat betekent niet dat de raad toezicht en handhaving niet relevant vindt. Een belangrijke eerste stap is gezet doordat het presidium de Rekenkamercommissie heeft gevraagd dit onderzoek te houden. Met name in het prioriteren en het evalueren zou de gemeenteraad een actievere rol willen vervullen. Prioriteren omdat hiermee mede sturing kan worden gegeven aan de onderwerpen waar de handhaving zich op zou moeten richten. Evalueren omdat dit inzicht geeft in het naleefgedrag van burgers en bedrijven en de zin of onzin van gestelde regels. 6 van 42 Nawoord op rapport Grip op handhaving

Bij evenementen maakt de gemeente onderscheid in vergunningsplichtige en meldingsplichtige evenementen. Dit is vastgelegd in het evenementenbeleid, waarover de gemeenteraad is geïnformeerd. Om de risico s van een evenement te kunnen bepalen wordt gebruikgemaakt van een risicoscan met de classificaties A (laag risico), B (verhoogd risico) en C (risicovol). De gemeente heeft een beleidsregel opgesteld met als doel terugkerende evenementen sneller te kunnen afhandelen. De aanvraag kan dan summier worden ingediend met een verwijzing naar voorgaande evenementen. Wel volgt hierop een adviesronde en een nieuwe vergunning. Vooroverleg en evaluatie vindt alleen plaats over evenementen die nieuw zijn. Hierbij zijn alle betrokken partijen en de burgemeester betrokken. De ervaringen worden betrokken bij de aanvragen voor jaren daarna. Van deze gesprekken worden geen verslagen gemaakt. De gemeenteraad wordt niet structureel op de hoogte gehouden over evenementen. Het presidium van de gemeenteraad wordt mondeling door de burgemeester geïnformeerd indien er ernstige overtredingen in het kader van de openbare orde hebben plaatsgevonden. Uit een nader onderzoek van twee evenementen blijkt dat er geen documenten zijn aangetroffen waaruit blijkt of er toezicht en handhaving heeft plaatsgevonden en wat de uitkomsten hiervan zijn. Ook is in beide dossiers geen document aangetroffen waaruit blijkt dat er een evaluatie heeft plaatsgevonden. Veel informatie is daarom niet voorhanden. Wat betreft de governance moet geconstateerd worden dat de gemeenteraad formeel niet in de gelegenheid is vooraf te sturen door kaders te stellen, aangezien de nota s worden vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders (Wabo) respectievelijk de burgemeester (evenementen). De mogelijkheid om tussentijds bij te sturen is niet aanwezig omdat er geen jaarverslagen aan de raad worden aangeboden die inzicht geeft in de uitvoering van de uitgevoerde taken en kans geeft op bijsturing. Het eindoordeel van de provincie is: redelijk adequaat. Voor verbetering vatbaar zijn: implementatie en uitvoering van de beleidscyclus het opstellen en vaststellen van een periodieke beleidsevaluatie en deze aan de gemeenteraad sturen. 2.2 Aanbevelingen De Rekenkamercommissie beveelt de gemeenteraad aan het college van burgemeester en wethouders te verzoeken: 1. Draag zorg dat een handhavingsstrategie onderdeel is van het nieuwe beleidsplan inzake handhaving en dat een uitvoeringsprogramma wordt opgesteld. Zowel vanuit het college van B&W als ambtelijk is er aandacht voor handhaving. Dat is ook merkbaar in de dagelijkse praktijk. De burgemeester als eerst verantwoordelijke bestuurder zet zich hier ook persoonlijk voor in. Een uitgewerkte handhavingsstrategie en een uitvoeringsprogramma is de volgende stap om te komen tot professionele handhaving, dat daarmee ook minder afhankelijk is van de betrokken personen. Het geeft daarnaast legitimiteit aan handhaving en voorkomt willekeur t.a.v. de handhaving danwel de suggestie hiervan. 7 van 42 Nawoord op rapport Grip op handhaving

2. Integreer de bestaande notities ten aanzien van handhaving op deelterreinen met de integrale handhavingsnota. Om zoveel mogelijk te handhaven vanuit eenzelfde visie met bijbehorende strategieën, is het gewenst de bestaande notities ten aanzien van handhaving op deelterreinen te integreren in het nieuwe beleidsplan. Dat schept niet alleen duidelijkheid naar de inwoners en de gemeenteraad, maar ook naar de betrokken medewerkers en diensten. Daarmee wordt tevens de efficiëntie bevorderd en de rechtszekerheid vergroot. 3. Analyseer in hoeverre de organisatie is toegerust op haar taakuitvoering. De gemeente Wormerland kent voor de uitvoering van de VTH-taken een beperkte formatie. Of de organisatie voldoende is toegerust op haar taken, kan uit dit onderzoek niet worden opgemaakt en maakt ook geen onderdeel uit van dit onderzoek. Er zijn landelijk echter allerlei ontwikkelingen gaande (privatisering kwaliteitsborging bouwtoets, Wet VTH met een verplichting om als gemeente de kwaliteit van de taken te borgen, en de omgevingswet) waardoor het aan te raden is om als gemeente tijdig hiervan de gevolgen in beeld te krijgen en te kunnen inspelen op de naderende veranderingen. 4. Evalueer en rapporteer periodiek over de effecten van handhaving. Juist nu er ten aanzien van de toepassing van de verschillende strategieën in de praktijk een grote eigen beslisruimte is, is het van belang om de dossiers (zoals ten aanzien van de evenementen) op orde te hebben en periodiek te evalueren. Daarnaast is het van belang om criteria op te stellen die gebruikt worden bij de handhaving, anders ligt het risico van willekeur in handhaving voor het grijpen. Dit versterkt het lerend vermogen van de gemeente, zodat de strategieën nog effectiever kunnen worden ingezet. Het is van belang dit op een gestructureerde manier te doen en hiervan rapportages te maken, zodat desgewenst het beleid kan worden bijgesteld. 5. Zorg voor jaarlijkse verantwoordingsrapportage en het sturen van deze documenten aan de gemeenteraad. Deze aanbeveling sluit aan bij de vorige aanbeveling. De jaarrapportage is voor de gemeenteraad het document om invulling te geven aan haar controlerende taak die in het kader van het interbestuurlijk toezicht ook aan de gemeenteraad is toebedeeld. Om deze toezichthoudende taak te kunnen vervullen dient de gemeenteraad adequaat geïnformeerd te worden via jaarrapportages waaruit opgemaakt kan worden of de ambities en doelen die beschreven staan in het beleidskader worden gehaald en of de activiteiten die in het jaarprogramma staan beschreven ook worden uitgevoerd. De betrokkenheid van de raad bij toezicht en handhaving wordt hiermee ook vergroot. 6. Rapporteer over de uitvoering van de aanbevelingen aan de gemeenteraad over zes maanden. In het belang van de doorwerking van de aanbevelingen waartoe de gemeenteraad besluit, verdient het aanbeveling dat het college van burgemeester en wethouders over een periode van zes maanden over de stand van uitvoering rapporteert aan de gemeenteraad. Dat kan via een afzonderlijke rapportage dan wel als onderdeel van de planning&control-cyclus. 8 van 42 Nawoord op rapport Grip op handhaving

Hoofdstuk 3 Beleids- en handhavingscyclus 3.1 Wet- en regelgeving Om te borgen dat regels en vergunningen worden nageleefd, is een adequate organisatie van de handhaving essentieel. Wanneer de handhaving niet adequaat georganiseerd is, ontstaat het risico dat vergunningen niet worden nageleefd of überhaupt worden aangevraagd, met alle maatschappelijke gevolgen van dien. Controle op de naleving is dus nodig. Dit heeft geleid tot een uitgebreid stelsel van wet- en regelgeving op zowel landelijk als lokaal niveau. Landelijk is op het vlak van de fysieke leefomgeving de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo) het meest relevant. Doel van de Wabo is om te komen tot integratie van vergunningen op het terrein van bouwen, ruimte en milieu tot één omgevingsvergunning en daarmee eveneens te komen tot één handhavende instantie. Op het gebied van toezicht en handhaving zijn vooral het uit de Wabo voortkomende Besluit omgevingsrecht (Bor) en de kwaliteitscriteria 2.1. van belang. In het Bor zijn de processen beschreven die gemeenten moeten inrichten om ervoor te zorgen dat het toezicht en de handhaving structureel in de organisatie zijn geborgd. In de kwaliteitscriteria 2.1. zijn deze processen nader uitgewerkt en zijn tevens eisen gesteld aan de formatie. In het kopje Wet VTH wordt hier nader op ingegaan. Lokaal zie je op het vlak van de fysieke leefomgeving een vertaling van hetgeen in het Bor is bepaald. Dit komt tot uiting in handhavingsbeleidsplannen en jaarlijkse uitvoeringsprogramma s. Daarnaast zie je dat gemeenten voor onderwerpen die in die gemeente bijzondere aandacht hebben nog aparte beleidsregels opstellen. In deze beleidsregels wordt beschreven hoe de gemeente ten aanzien van de specifieke problematiek optreedt. De permanente bewoning van recreatiewoningen is hier een voorbeeld van. Op het vlak van evenementen is de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) het kader voor het verlenen van vergunningen. De in de APV genoemde bepalingen zijn vervolgens uitgewerkt in beleidsnota s waarin de voorwaarden voor het verlenen van vergunningen zijn opgenomen. Toezicht en handhaving van evenementen kent geen landelijke kwaliteitscriteria zoals opgenomen in het Bor of de kwaliteitscriteria 2.1. De wijze waarop dit is georganiseerd is dus aan de gemeenten zelf. Aan de hand van het normenkader zijn per gemeente de verschillende documenten beschreven die ingaan op de uitvoering van toezicht en handhaving. In hoofdstuk 3 wordt hier verder op ingegaan. Het uitgebreide stelsel van wet- en regelgeving heeft tot gevolg dat een effectieve handhaving alleen gerealiseerd wordt door het maken van keuzes, het stellen van prioriteiten en het samenwerken tussen handhavingsorganisaties zoals gemeenten, regionale uitvoeringsdiensten, politie en brandweer. 9 van 42 Nawoord op rapport Grip op handhaving

3.2 Landelijke ontwikkelingen Vergunningverlening, toezicht en handhaving worden steeds meer gevormd door landelijke ontwikkelingen, afspraken en eisen. De tijd dat gemeenten geheel autonoom konden bepalen hoe zij deze taken vormgeven, ligt achter ons. De reden hiervan is het gevoelen in de maatschappij en de politiek dat de uitvoering hiervan soms tekort schiet. Rampzalige gebeurtenissen, zoals in Enschede en Volendam (milieu en bouw) en Haaksbergen (APV/evenementen), versterken dit beeld. Binnen de taakvelden vergunningverlening en handhaving spelen momenteel dan ook verschillende ingrijpende beleidsontwikkelingen waar hieronder kort op wordt ingegaan. Regionale uitvoeringsdiensten De gemeentelijke toezicht- en handhavingstaken op het beleidsterrein milieu zijn verplicht ondergebracht bij 29 zogenaamde regionale uitvoeringsdiensten (RUD s). De RUD s zijn in het leven geroepen om de kwaliteit van de toezichts- en handhavingstaken te vergroten en de kwetsbaarheid te verminderen door bundeling van taken en formatie van gemeenten en provincie. In paragraaf 3.3 over de ketenpartners zal op de RUD s worden teruggekomen. Wet VTH De kwaliteit van de uitvoering van de VTH (Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving)- taken wordt wettelijk verankerd in de zogenaamde Wet VTH. Deze wet schrijft voor dat gemeenten een verordening gaan opstellen waarin de kwaliteit van de uitvoering van de VTH-taken is beschreven. Vertrekpunt voor het bepalen van de kwaliteit zijn de kwaliteitscriteria 2.1 die tot doel hebben de kwaliteit van de VTH-taken te bevorderen en te borgen. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft in samenwerking met het Interprovinciaal Overleg (IPO) een modelverordening opgesteld die door gemeenteraden als basis kan worden gebruikt voor een eigen verordening. Deze verordeningen moeten naar verwachting uiterlijk 1 juli 2016 door de gemeenten zijn vastgesteld. Uiteindelijk zal het college van burgemeester en wethouders over de uitvoering van de verordening verantwoording moeten afleggen aan de gemeenteraad. Private kwaliteitsborging Vanwege de toenemende complexiteit in de bouw en onduidelijkheden over verantwoordelijkheden binnen de bouw wordt al jarenlang gediscussieerd over het aanpassen van het systeem van kwaliteitsbewaking in de bouw. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen waarmee de ministerraad heeft ingestemd. Het is de bedoeling dat bij het afgeven van een vergunning voor nieuwbouw of seriematige verbouw (later ook meer complexe bouwwerken) de gemeente niet meer de bouwtechnische aspecten van een aanvraag beoordeelt en dat een gemeente tijdens de bouw ook geen controles meer uitvoert. Er komt een systeem, waarbij de bewaking van de kwaliteit van nieuwbouw bij de marktpartijen komt te liggen. De gemeente blijft wel verantwoordelijk voor het afgeven van een omgevingsvergunning, onderdeel bouw en het toetsen aan welstandseisen, bestemmingsplannen en de veiligheid voor de omgeving. De gemeente zal ook controleren of de aannemer werkt met een goedgekeurde methode voor kwaliteitsbewaking. Daarnaast blijft de gemeente ook verantwoordelijk voor het toezicht op bestaande bouw, illegale bouw en het gebruik van bestaande bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan. 10 van 42 Nawoord op rapport Grip op handhaving

Landelijke handhavingsstrategie Het doel van de Landelijke handhavingsstrategie (LHS) is dat gemeenten, omgevingsdiensten, landelijke inspecties, politie en OM op afgestemde wijze en zo nodig samen uitvoering geven aan de beginselplicht tot handhaven, passend interveniëren bij iedere bevinding, in vergelijkbare situaties vergelijkbare keuzes maken en interventies op vergelijkbare wijze kiezen en toepassen. Een belangrijke reden voor de LHS is dat een landelijke toepassing ervan een gelijk speelveld voor bedrijven bevordert. Een andere reden is dat de toe te passen sancties worden bepaald door de (mogelijke) gevolgen van de overtreding te relateren aan het gedrag van de overtreder. Dit versterkt het appèl op de eigen verantwoordelijkheid van inwoners en bedrijven en werkt afschrikkend voor wie calculerend handelt en/of regels bewust en structureel niet naleeft voor eigen gewin. Evenementen Evenementen zijn jarenlang geen onderwerp van discussie geweest. Gemeenten zijn zich steeds professioneler gaan opstellen door het opstellen van evenementenbeleid en het aanpassen van voorschriften. Het ongeluk met de monstertruck in Haaksbergen heeft echter de (politiek/bestuurlijke) focus op evenementen gelegd. Naar aanleiding van het ongeluk in Haaksbergen heeft de Onderzoeksraad voor veiligheid een onderzoek uitgevoerd. De Onderzoeksraad is van mening dat veel Nederlandse gemeenten de evenementenvergunning als instrument beter kunnen benutten door vergunningverlening in te richten als een veiligheidskritisch proces. De Raad ziet hier uitdrukkelijk een rol voor de burgemeester als bestuurlijk eigenaar van de evenementenvergunning en het daarbij behorende proces. Door daarnaast de vergunningverlenende ambtenaren te professionaliseren kunnen de mensen die gezamenlijk de veiligheid bij evenementen bepalen beter hun rol vervullen. Vergunningverlening is mensenwerk dat maatwerk vraagt. Daarom is het vooral belangrijk de omstandigheden te scheppen waarin de mensen zo goed mogelijk hun werk kunnen doen. Naar het oordeel van de Onderzoeksraad biedt de bestaande wet- en regelgeving daarvoor voldoende ruimte. 3.3 Ketenpartners Het houden van toezicht en handhaving is, afhankelijk van de aard van hetgeen waarop toezicht wordt gehouden, belegd bij diverse organisaties. In de paragrafen hierboven is reeds meermalen het belang van samenwerking met andere partners genoemd. Bij de uitvoering van de Wabo en het houden van toezicht en handhaving bij evenementen zijn de volgende partners van belang: Regionale uitvoeringsdiensten Alle gemeenten en provincies hebben een deel van haar Wabo-taken overgedragen aan de RUD s. Deze taken worden de zogenoemde basistaken genoemd en bestaan grof gezegd uit de milieutaken. De gemeente Koggenland heeft al haar basistaken overgedragen aan de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord. De gemeente Waterland heeft wel milieutaken overgedragen aan de Omgevingsdienst IJmond maar nog niet alle basistaken. Een voorstel om dat wel te doen is in voorbereiding. De gemeente Wormerland heeft al haar toezichtstaken (dus naast milieu ook bouwen en toezicht op evenementen) uitbesteed aan de Omgevingsdienst IJmond. 11 van 42 Nawoord op rapport Grip op handhaving

Veiligheidsregio s In een veiligheidsregio wordt samengewerkt door verscheidene besturen en diensten ten aanzien van taken op het terrein van brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing, Geneeskundige Hulpverlening en handhaving van de openbare orde en veiligheid. De veiligheidsregio wordt door de gemeenten Koggenland en Waterland ingeschakeld voor het houden van toezicht op brandpreventie en het adviseren bij evenementen. In Waterland geschiedt het toezicht op evenementen op verzoek eveneens door de Veiligheidsregio. De gemeente Wormerland maakt voor deze aspecten geen gebruik van de diensten van de Veiligheidsregio. Politie en justitie Overtredingen van de Wabo (zoals niet naleven van voorschriften of het zonder vergunning ontplooien van activiteiten) of de APV worden door gemeenten over het algemeen bestuursrechtelijk (via een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom of intrekking van de vergunning) gesanctioneerd. Het kan echter beleid zijn dat in sommige gevallen eveneens strafrechtelijk (via een proces verbaal) wordt opgetreden. Dit kan gebeuren door de Bijzondere opsporingsambtenaren van de gemeente of, meestal in het geval van overtredingen van de openbare orde, door de politie. Bij strafrechtelijk optreden is afstemming met het OM over het vervolg raadzaam. Provincie Het interbestuurlijk toezicht is per 1 oktober 2012 herijkt met de inwerkingtreding van de Wet revitalisering generiek toezicht. De wet vereenvoudigt het stelsel van bestuurlijk toezicht. De controlerende rol op lokaal niveau komt met name de gemeenteraad toe. Daarvoor moet de verantwoording aan de gemeenteraad zoveel mogelijk transparant en openbaar zijn. Uitgangspunt is dat de provincie in principe de enige verticale toezichthouder is op de gemeente. Ter uitvoering van deze taak heeft de provincie Noord-Holland de Verordening systematische toezichtinformatie Noord-Holland vastgesteld. Ten aanzien van toezicht en handhaving omgevingsrecht beoordeelt de provincie of de processen dusdanig zijn ingericht waardoor de taken adequaat uitgevoerd kunnen worden. Met name wordt getoetst aan de BIG-8 cyclus. 12 van 42 Nawoord op rapport Grip op handhaving

3.4 Big-8 cyclus Zoals in paragraaf 3.1. is beschreven staat de wijze waarop de Wabo moet worden toegepast onder meer beschreven in het Besluit omgevingsrecht (Bor). In het Bor staan minimumeisen waar elke organisatie, die zich bezig houdt met vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) op grond van de Wabo, aan moet voldoen. Deze eisen hebben tot doel de uitvoering van de VTH-taken op een adequate, herkenbare en structurele wijze te laten verlopen. Hierbij wordt gebruikgemaakt van een model waarmee een logische aaneenschakeling tot stand wordt gebracht van diverse bestuurlijke en uitvoerende werkprocessen. Dit procesmodel is, naar zijn vorm, bekend geworden onder de benaming Big-8. Aan de hand van de Big-8 zijn de volgende stappen in het beleidsproces te onderscheiden: 1. Rapportage en Evaluatie 2. Strategisch Beleidskader 3. Operationeel Beleidskader 4. Planning en Control 5. Voorbereiden 6. Uitvoeren 7. Monitoren Strategisch beleidskader In het strategisch beleidskader van de gemeente zijn onder meer de doelen, strategieën en afspraken over samenwerking beschreven. Tevens is daarin een probleem- en risicoanalyse opgenomen welke als uitgangspunt wordt gebruikt voor het stellen van prioriteiten in de uitvoering van de werkzaamheden. In een risicoanalyse is beschreven welke risicovolle activiteiten in de gemeente plaatsvinden en is inzichtelijk gemaakt welke problemen zich kunnen voordoen, hoe ernstig deze problemen zijn en hoe groot het risico is dat deze problemen zich zullen voordoen. Dit leidt vervolgens tot een onderverdeling in hoge, gemiddelde en lage prioriteiten. De hoogte van de prioriteit bepaalt de mate van intensiteit van het toezicht. Het strategisch beleidskader (i.c. het beleidsplan) wordt door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld en aan de gemeenteraad kenbaar gemaakt. Operationeel beleidskader: het uitvoeringsprogramma Gemeenten dienen te handelen op grond van een jaarlijks door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen uitvoeringsprogramma welke eveneens aan de gemeenteraad kenbaar wordt gemaakt. In het uitvoeringsprogramma worden de doelstellingen en prioriteiten verder uitgewerkt en worden de concrete activiteiten benoemd die in het betreffende jaar worden uitgevoerd inclusief de capaciteit die daar bij hoort. 13 van 42 Nawoord op rapport Grip op handhaving

Voorbereiden en uitvoeren: de uitvoeringsorganisatie De gemeente dient de organisatie zodanig in te richten, dat een adequate en effectieve uitvoering van de VTH-taken gewaarborgd is. Hiervoor is/zijn tenminste geborgd: Personeelsformatie, taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Scheiding ten aanzien van vergunningverlening en handhaving op persoonsniveau. Roulatiesysteem met betrekking tot inrichtingen. Bereikbaarheid buiten kantooruren. Werkprocessen, procedures ten aanzien van de uitvoering van de vergunningverlenings- en handhavingstaken en toezien op het werken conform de vastgestelde processen. Financiële middelen. Monitoring De gemeente handelt op grond van een systematiek van monitoring van de processen en de resultaten en effecten hiervan. Hiermee wordt bepaald of de doelstellingen worden behaald en vindt bijstelling van doelen en prioriteitstelling plaats. Voor het monitoren van het effect van toezicht en handhaving zijn indicatoren ontwikkeld. Deze indicatoren sluiten aan bij de meetbare doelstellingen en geven een beeld over in hoeverre de doelstellingen behaald worden. Rapportage en Evaluatie Voor het intern en extern afleggen van verantwoording wordt een rapportage opgesteld met daarin de resultaten van de monitoring en de doelstellingen vergunningverlening en handhaving. Tevens wordt hierin beschreven in hoeverre de samenwerkingsafspraken met externe partners zijn nagekomen en wordt geëvalueerd in hoeverre de resultaten dienen te leiden tot verbeteringen/aanpassingen in de uitvoeringspraktijk. De verantwoordingsgegevens worden bestuurlijk vastgesteld zodat het bestuur bepaalt of de relatie met de bestuurlijk vastgelegde wenselijke situatie aanwezig is. Deze aanpassingen worden vervolgens opgenomen in het uitvoeringsprogramma voor het volgende jaar. 3.5 Beleidscyclus evenementen De Big-8 richt zich met name op de beleidscyclus die wordt toegepast voor de uitvoering van de Wabo. In dit onderzoek richten we ons ook op de uitvoering van het toezicht en de handhaving bij evenementen. Hiervoor hanteren we het onderstaande, meer algemene model waarin de in paragraaf 4.3. genoemde elementen eveneens terugkomen. 14 van 42 Nawoord op rapport Grip op handhaving

Beschrijving gewenste situatie (visie, handhavingstrategieën) Evaluatie (indicatoren, jaarverslagen) Uitvoeringsprogramma s (probleemanalyse, prioritering) Uitvoering (werkprocessen, toetsprotocollen) 15 van 42 Nawoord op rapport Grip op handhaving

Hoofdstuk 4 De toepassing van beleids- en handhavingscyclus 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de vraag in hoeverre de gemeente de in de paragrafen 3.4 en 3.5 beschreven beleidscycli toepassen bij de uitvoering van toezicht en handhaving. Als leidraad wordt hierbij uitgegaan van de onderzoeksvragen zoals die in de onderzoeksopzet zijn geformuleerd. 4.2 Wabo Strategisch beleidskader In het collegeprogramma 2014-2018 van de gemeente Wormerland zijn ten aanzien van toezicht en handhaving geen doelstellingen bepaald. Er wordt momenteel nog gewerkt op basis van de nota handhaven in Wormerland 2010-2014. Een nieuw beleidsplan is in voorbereiding en de verwachting is dat deze in september 2015 gereed is. Deze nota richt zich vooral op de integraliteit om de samenhang tussen de verschillende beleidskader te versterken. Bij het opstellen van het beleidsplan wordt overleg gevoerd met de burgemeester als portefeuillehouder handhaving. Zijn visie op handhaven wordt in het plan meegenomen. Andere collegeleden of de gemeenteraad worden in het voorbereidende stadium niet betrokken bij het opstellen van het plan. De eerder door de collegeleden, raadsleden, het management en medewerkers vastgestelde risicoanalyse en prioritering wordt vooralsnog bij het nieuwe beleid wederom aangehouden als leidraad voor de vaststelling van het beleid. Daarnaast kent de gemeente nog een uit 2007 stammend uitvoeringsbeleid bouwregelgeving (bouwbeleidsplan). In dit plan is onder meer beschreven het toezicht en handhavingsbeleid van de gemeente ten aanzien van bouwwerken. Dit plan wordt voor toezicht en handhaving niet meer gebruikt. De gemeente kent voorts nog beleidsnotities over hobbyboeren en ruimtelijke ordening, agrarische bebouwing en mantelzorg in de ruimtelijke ordening. De notitie over hobbyboeren beschrijft de voorwaarden waaronder bebouwing voor hobbydieren bij burgerwoningen in het buitengebied mag plaatsvinden. De beleidsnotitie over agrarische bebouwing gaat in op de regels die in acht moeten worden genomen als agrarische bedrijven hun bedrijfsopzet of inrichting willen veranderen. Het geeft regels voor het al dan niet vragen van advies bij een agrarische deskundige bij de realisatie van nieuwe opstallen en is daarnaast een toetsingskader voor het beoordelen van initiatieven van agrarische ondernemers die hun bedrijf willen vergroten of functie van perceel willen veranderen. De notitie mantelzorg in de ruimtelijke ordening richt zich tenslotte op voorwaarden en procedures voor ontheffing bestemmingsplan voor huisvesting ten behoeve van mantelzorg. De gemeente kent daarnaast een Drank- en horecaverordening en het sanctiebeleid Dranken Horeca Wormerland 2014-2015. De verordening geeft nadere bepalingen aan inrichtingen, para-commerciële instellingen en de detailhandel op het gebied van drank- en horeca. Zo is onder meer een verbod op het houden van happy hours hier in opgenomen. Het sanctiebeleid gaat in op de wijze waarop toezicht wordt gehouden op het vlak van de Drank- en Horecawet en hoe wordt opgetreden bij geconstateerde overtredingen. De 16 van 42 Nawoord op rapport Grip op handhaving

gemeente kent daarnaast nog een integraal veiligheidsplan (IVP). Dit plan richt zich primair op het bevorderen van de veiligheid vanuit de optiek van de openbare orde. De handhaving van de Drank- en Horecawet en het IVP vallen buiten de scope van dit onderzoek. Wormerland heeft al haar toezichtstaken overgeheveld naar de Omgevingsdienst IJmond (ODIJ). De ODIJ heeft op basis van het Besluit omgevingsrecht het Uitvoeringskader 2015-2018 Omgevingsdienst IJmond en het Handhavingsbeleid Milieudienst IJmond 2014 opgesteld voor alle gemeenten ressorterend onder de ODIJ. In het Uitvoeringskader 2015-2018 zijn de prioriteiten, doelstellingen en werkwijze opgenomen met betrekking tot vergunningverlening, toezicht, handhaving en samenwerking inclusief indicatoren om te kunnen bepalen of vooruitgang is geboekt op het behalen van de doelstellingen. Met het Uitvoeringskader 2015-2018 wordt beoogd een gelijk speelveld (level playing field) te creëren binnen het werkgebied van de ODIJ. In het Handhavingsbeleid Milieudienst IJmond 2014 wordt de werkwijze ten aanzien van toezicht en handhaving beschreven. Wormerland heeft deze stukken vastgesteld. Hierbij dient de kanttekening te worden geplaatst dat de beleidskaders van de ODIJ zich vooral richten op het aspect milieu. Op andere aspecten van de Wabo zoals bouwen wordt amper tot niet ingegaan. Operationeel beleidskader De gemeente Wormerland heeft geen uitvoeringsprogramma. Het uitvoeringsprogramma 2015 van de ODIJ wordt nu als leidraad aangehouden. De ODIJ stelt elk jaar een uitvoeringsprogramma op waarin het aantal geplande aantal controles op het vlak van milieu, bestaande bouw en brandveiligheid voor Wormerland zijn vastgelegd. Het uitvoeringsprogramma wordt ter kennisneming naar de gemeente gestuurd. Het is niet duidelijk in hoeverre het uitvoeringsprogramma van de ODIJ aansluit op de nota handhaven in Wormerland 2010-2014. Voor milieu is een probleem- en risicoanalyse beschreven in het Uitvoeringskader Omgevingsdienst IJmond 2015-2018. In deze nota is eveneens bepaald met welke frequentie en op welke wijze het toezicht plaatsvindt. De frequentie is afhankelijk van de uitkomsten van de probleem- en risicoanalyse en het naleefgedrag. Met dit laatste wordt bedoeld dat bedrijven waarvan bekend is dat zij de regels consequent goed naleven minder vaak gecontroleerd worden dan bedrijven die dat niet doen. De wijze waarop het toezicht plaatsvindt, is beschreven in de zogenaamde handhavingsstrategie. Deze strategie bestaat uit de nalevingstrategie, de toezichtstrategie, de sanctie-strategie, de gedoogstrategie en de communicatiestrategie. In de naleefstrategie wordt beschreven wat er nodig is om een goed naleefgedrag te realiseren. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat deze strategieën worden toegepast voor de milieugerelateerde taken. Voor de aspecten bouwen en brandveiligheid geldt dus nog de nota handhaven in Wormerland 2010-2014. Dit plan is minder uitgebreid dan het uitvoeringskader van de ODIJ aangezien er bijvoorbeeld geen handhavingsstrategie in is opgenomen. Hierdoor ontbreekt bij de gemeente voor de aspecten bouwen en brandpreventie een sanctiestrategie (hoe treedt de gemeente op bij een geconstateerde overtreding en welke dwangsommen en begunstigingstermijnen worden toegepast), een gedoogstrategie (wanneer en onder welke voorwaarden treedt de gemeente niet op tegen geconstateerde overtredingen) en een communicatiestrategie (wanneer en welke andere instrumenten worden ingezet om naleving van de regels te bereiken zoals complimenteren, subsidiëren, voorlichten en 17 van 42 Nawoord op rapport Grip op handhaving

communiceren). Er is wel een communicatieplan in de nota handhaven in Wormerland 2010-2014 aangekondigd maar deze is niet bij de documenten aangetroffen. Uit gesprekken met medewerkers is gebleken dat in Wormerland de handhaving wel volgens een bepaald stramien verloopt. De schriftelijke basis hiervoor ontbreekt echter. Zo wordt er sterk ingezet op pre-mediation. Onder pre-mediation wordt verstaan het (meestal telefonisch) in contact treden met overtreders van regels om een toelichting te geven op hetgeen door de toezichthouders is geconstateerd en waarom de gemeente optreedt. Tijdens deze gesprekken wordt tevens melding gemaakt van de schriftelijke vooraankondiging. Pre-mediation is een methode dat gemeentebreed (en dus niet alleen bij de Wabo of de APV) wordt toegepast. De vooraankondiging is de eerste stap in de handhavingsprocedure. In de vooraankondiging wordt een begunstigingstermijn gegeven om de overtreding ongedaan te maken. Ook wordt vermeld dat zal worden overgegaan tot daadwerkelijk bestuursrechtelijk optreden, indien de overtreding niet binnen de gestelde termijn wordt beëindigd. Dat houdt in dat er dan een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang wordt verstuurd. In elke stap zit een begunstigingstermijn waarbij de overtreder de gelegenheid krijgt om de overtreding teniet te doen. Deze procedures worden indien nodig - tot aan het eind van het traject (bijv. het daadwerkelijk innen van een dwangsom) voortgezet. Dit gebeurt enkele keren per jaar. Het is niet duidelijk in hoeverre de prioritering uit het gemeentelijk beleidsplan nog terugkomt in het uitvoeringsprogramma 2015 van de ODIJ. Hetzelfde geldt voor de wijze waarop toezicht gehouden wordt (hoe, welke frequentie, wanneer, met wie,) Uit gesprekken is gebleken dat de toezichthouders van de ODIJ het werk vooral doen op verzoek van de handhavers van Wormerland. Het gaat hier met name om handhavingsverzoeken en ernstige zaken die door de toezichthouders van de ODIJ worden onderzocht. De uitvoeringsorganisatie De afdeling dienstverlening (team vergunningen) van de gemeente Wormerland houdt zich bezig met de vergunningverlening op het vlak van de APV, de bijzondere wetten en de Wabo en afhandeling van bezwaar- en beroepschriften bij verlening of weigering van de vergunning. De afdeling gebieds- en wijkzaken (team juridische zaken) houdt zich bezig met handhavingszaken gericht op handhavingsverzoeken en bouwen zonder en in strijd met de vergunning. Het team vergunningen van de afdeling dienstverlening bestaat uit 8 fte die taken uitvoert voor de gemeente Wormerveen en Oostzaan. In het team juridische zaken van de afdeling gebieds- en wijkzaken is in totaal 2,5 fte met deze taken bezig. Deze 2.5 fte is voor de gemeente Wormerland én Oostzaan. Voor Wormerland moet 1.5 fte gerekend worden (60%). Onder het team juridische zaken van de afdeling gebieds- en wijkzaken vallen ook 2 (ca. 1,2 fte) bijzondere opsporingsambtenaren (BOA s). Er is een scheiding aangebracht tussen vergunningverlening (team vergunningen) en handhaving (team juridische zaken). Om te voorkomen dat er een nauwe band ontstaat tussen de toezichthouder en personen werkzaam bij de te controleren objecten/gebieden wisselen de toezichthouders van de ODIJ met enige regelmaat. 18 van 42 Nawoord op rapport Grip op handhaving