CO 2 energiemanagement programma



Vergelijkbare documenten
Reductiedoelstellingen 2010 en voortgang

Reductiedoelstellingen en voortgang

Reductiedoelstellingen en voortgang

Periodieke rapportage eerste helft 2018

Voortgang CO 2 -reductiedoelstellingen

Milieu jaarverslag 2013-Q4

Periodieke rapportage [2016, eerste helft]

CO 2 -Prestatieladder?

Milieubarometer

CO2-prestatieladder 3.B.1_1 Reductiedoelstellingen 2016 Revisiedatum: Inhoudsopgave

Periodieke rapportage eerste helft 2017

Inventarisatie emissies en evaluatie doelstellingen

Periodieke rapportage tweede helft 2017

CO 2 -Prestatieladder

Energie Management Programma 3.B.2

CO 2 - en energiereductiedoelstellingen t/m Alfen B.V. Auteur: H. van der Vlugt Versie: 2.4 Datum: 16-aug-2011 Doc.nr: 10.

InAxtion Uitzendgroep B.V.

CO 2 -Prestatieladder

Versie: 3. CO2 Reductiedoelstellingen Van Vulpen & Energiemanagement actieplan. Datum: Van Vulpen B.V. Pagina 1 van 8

CO 2 -Prestatieladder

CO2-Emissie-inventaris

CO2-Emissie-inventaris

InAxtion Uitzendgroep B.V.

CO2 reductiedoelstellingen Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 3.0

CO2 scope 3 verborgen Netto CO2-uitstoot 216 ton CO2 Tabel 1: CO 2-footprint Waalpartners 2016

Eric Kwinkelenberg(procesmanager KAM), Simone Butter-d Hulst Afdeling KAM

CO2-reductieplan Kuurman

CO 2 en energiereductiedoelstellingen

CO 2 -Prestatieladder

Management review Coolmark B.V. Mei 2013

BIJLAGE B REDUCTIE 2015

CO2-prestatieladder 3.B.1_2 Review CO2 reductiedoelstellingen 2015 H1 Revisiedatum: Inhoudsopgave

Milieubarometer

Onderdeel B: Reductie Energiemanagement actieplan Versie 2018, basisjaar 2015

Versie: 4. CO2 Reductiedoelstellingen Van Vulpen & Energiemanagement actieplan. Datum: Van Vulpen B.V. Pagina 1 van 9

CO 2 reductieplan: doelstellingen en voortgang Thales Transportation Systems 2 e half jaar 2015

Voortgangsrapportage CO 2 - reductiedoelstellingen scope 1 & 2 -emissies

3.C.1 Voortgangsrapportage CO2 over het jaar 2018

Energie Management Actieplan

CO2-Prestatieladder Energiemanagement actieplan Invalshoek B; Reductie Projectburo B.V.

CO 2 emissie scope 3. Emissie-soort Scope reductie Totaal ,1% Reductie 169

CO 2 -Prestatieladder

Management review Coolmark B.V. Mei 2014

De doelstellingen luidt: 4% reductie veroorzaakt door elektraverbruik door het geheel over te stappen naar groene stroom in 2017.

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

referentiejaar Emissies aantal FTE 29,5125

Energie Management Actieplan

Review CO 2 reductiedoelstellingen voestalpine WBN. Conform niveau 5 op de CO 2 -prestatieladder 2.2

Notitie. Project. l:\doc\a\2007\522103\a n002.docx CO 2 -prestatieladder

MANAGEMENT REVIEW CO2 PRESTATIELADDER 2013

CO 2 Prestatieladder. Inhoud. 1. Introductie. 2. Inventarisatie. 3. CO 2 reductie Scope I. 4. CO 2 reductie Scope II. 5. Voortgang

CO2-Emissie-inventaris

BIJLAGE B REDUCTIE 2016

Energiemanagement actieplan Orona the Netherlands B.V.

ENERGIEBEOORDELING 2012 H1

CO₂-nieuwsbrief. De directe emissie van CO₂ - vanuit scope 1 is gemeten en berekend als ton CO₂ -, 95% van de totale footprint.

Half jaarlijkse rapportage Carbon Footprint 2014

CO 2 reductiedoelstellingen Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 2.1

CO2 reductiedoelstellingen Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 3.0

CO 2 rapportage Verantwoording. Verebus Engineering BV Postbus CA Rijswijk. Handelskade CA Rijswijk

Energiemanagement actieplan 2013

CO 2 Prestatieladder Voortgangsrapportage Periode: 1 januari t/m 31 december 2014

Voortgangsrapportage over 2015 CO 2 -Prestatieladder 3.A.1 / 3.B.1

Verbruikte diesel Verbruikte benzine. Gasverbruik (M3) Elektraverbruik (kwh)

Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

Versie: 1. CO2 Reductiedoelstellingen Van Vulpen & Energiemanagement actieplan. Datum: Van Vulpen B.V. Pagina 1 van 7

CO 2 -Prestatieladder

Groene bedrijfsvoering

Energie meetplan Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 2.1

Energie Management Programma 3.B.2

CO 2 emissie scope e helft e helft 2011

CO2 Reductiedoelstellingen (3.B.1) & Kwaliteitsmanagementplan (4.A.2)

CO2-Prestatieladder Carbon Footprint rapportage ISO Wepro Group B.V.

Energie management Actieplan

CO 2 -Prestatieladder

CO2- en energiereductieplan feb CO2- en ENERGIEREDUCTIEPLAN

Kwantitatieve doelstellingen en energiemanagementplan

Emissies aantal FTE 23,6

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang

Carbon Footprint Welling Bouw Vastgoed

Management review CO 2-prestatieladder 2014

Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

Energie meetplan Conform niveau 3 op de CO 2 -prestatieladder 2.1

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang

CO 2 Footprint e half jaar Goudappel Groep

Vebruikte diesel Verbruikte benzine. Gasverbruik (M3) Elektraverbruik (kwh)

Reductiedoelstelling scope 1 en 2 emissies en jaarplan

Energie management actieplan. Copier Groep B.V.

Voortgangsrapportage over 2018 CO 2 -Prestatieladder

DGMR Totaal. Figuur 1. DGMR - Milieubelasting per jaar

Beschrijving Energie Management Systeem

CO2 beleidsplan J.P. Schilder B.V.

Energiefactor Ref. jaar 2013 Target 2016* T.o.v Target 2021* T.o.v. 2013

CO 2 Prestatieladder Voortgangsrapportage Periode: 1 januari t/m 30 juni 2014

Inventarisatie

A Inzicht Jaar 2016 V 2

Review CO 2 -reductiedoelstellingen

CO 2 Voortgangsrapportage 2016 Prins Bouw B.V.

CO2 prestatieladder. Het CO2-verbruik reduceren binnen de gehele organisatie. Inzicht. Doelstelling CO2-reductie

Transcriptie:

CO 2 energiemanagement programma 2010 BV Postbus 1045 2280 CA Rijswijk Visseringlaan 19c 2288 ER Rijswijk telefoon (070) 352 8200 telefax (070) 352 8205 Rijswijk, 2010

Inhoudsopgave Versie beheer 2 1. Inleiding 4 1.1 Inleiding en doel 4 1.2 Afbakening 4 1.3 Kwaliteit 5 1.4 Informatie, besturing en communicatie 5 1.5 Leeswijzer 5 2. Schoner en kleiner leasewagenpark 6 2.1 Probleemstelling 6 2.2 Doelen en oplossingsrichting 6 2.3 Randvoorwaarden en risico s 6 2.4 Uitgangspunten en beperkingen 7 3. Duurzame energie 8 3.1 Probleemstelling 8 3.2 Doelen en oplossingsrichting 8 3.3 Randvoorwaarden en risico s 8 3.4 Uitgangspunten en beperkingen 8 4. Papierreductie 9 4.1 Probleemstelling 9 4.2 Doelen en oplossingsrichting 9 4.3 Randvoorwaarden en risico s 9 4.4 Uitgangspunten en beperkingen 9 5. Huidige footprint en ambities 10 5.1 Huidige footprint 10 5.2 CO 2 compensatie 10 5.3 Emissiereductieprogramma 11 Colofon 12 Pagina 3 van 12

1. Inleiding 1.1 Inleiding en doel Verebus wil verantwoord en duurzaam ondernemen. In 2009 is een start gemaakt met de inventarisatie van de eigen CO 2 uitstoot. Hiervoor heeft Verebus een aantal aannames gedaan, waardoor de berekende CO 2 uitstoot over 2009 waarschijnlijk hoger ligt dan het in werkelijkheid zal zijn. Voor het lopende jaar en daarop volgende jaren is het doel om het aantal aannames tot nul te reduceren en de methodiek te verfijnen, waarmee een nauwkeuriger beeld zal ontstaan van de CO 2 uitstoot. De directie van Verebus onderstreept het belang om de CO 2 uitstoot te reduceren en heeft hiertoe de volgende beleidsdoelen vastgesteld: 1. Terugdringen van de CO 2 uitstoot van leaseauto s. 2. Beperken van de CO 2 emissie als gevolg van huisvesting. 3. Beperken van de CO 2 emissie van (re)productiefaciliteiten. De kwantitatieve doelstelling van Verebus zal zich voor 2010 voornamelijk richten op het terugdringen van de CO 2 uitstoot door de leaseauto s. Verebus streeft ernaar om 2% (3,38 ton CO 2) minder uit te stoten dan in 2009. Daarnaast richt Verebus zich op een verdere groei naar minimaal 16 ton CO 2 gecompenseerde uitstoot in 2010. 1.2 Afbakening Als basis wordt de berekende CO 2 uitstoot over 2009 genomen voor de scopes 1 en 2 conform de indeling van ProRail (zie onderstaande figuur). Verebus neemt ook al een deel mee van scope 3 (papierverbruik). Pagina 4 van 12

1.3 Kwaliteit Verebus is voornemens om het NEN-EN-ISO 9001:2008 (certificaat 37670-2008-AQ-NLD-RvA rev.1)) gecertificeerde kwaliteitsmanagementsysteem waar nodig en mogelijk aanpassen om de kwaliteit en de uitvoering van de processen voor het energiereductieprogramma te borgen. Daarnaast wordt de kwaliteit geborgd door de projectmatige aanpak en competenties van de betrokkenen. 1.4 Informatie, besturing en communicatie Elk beleidsdoel wordt binnen Verebus vertaald naar een project. De projectplannen worden ter besluitvorming voorgelegd aan de interne opdrachtgever (directie). De projecten vallen onder de verantwoordelijkheid van de manager projecten RIE, die op basis van de projectplannen mandaat heeft om binnen Verebus de benodigde acties uit te zetten en een beroep te doen op eventueel benodigde middelen. De resultaten, documenten, voortgang en eventuele afwijkingen van de projecten worden periodiek in het Verebus management team overleg (onder voorzitterschap van de algemeen directeur) gerapporteerd. Op detailniveau wordt mondeling gecommuniceerd met de manager projecten RIE (projectleider), adviseur VGM en opdrachtgever. De resultaten van dit reductieprogramma worden gepubliceerd volgens het communicatieplan 1. 1.5 Leeswijzer Elk beleidsdoel wordt binnen Verebus vertaald naar een project. Ieder project wordt in een eigen hoofdstuk toegelicht, waarbij telkens eerst kort de probleemstelling wordt omschreven. Daarna volgen de concrete doelen en oplossingsrichtingen, de randvoorwaarden en risico s, en de uitgangspunten en beperkingen. Dit programma wordt afgesloten met een samenvattend hoofdstuk waar de totale potentiële CO 2-emissiereductie overzichtelijk wordt gepresenteerd, inclusief de route om dit te bereiken en een tijdsschema. 1 I00032 - CO2 energiemanagement programma 2010, v0.1 (concept), 27 juni 2010 Pagina 5 van 12

2. Schoner en kleiner leasewagenpark 2.1 Probleemstelling Het overgrote deel van de CO 2 uitstoot, 45%, komt bij Verebus voor rekening van de leaserijder. Met reductie van het brandstofgebruik lijkt ook de meeste winst te behalen. 2.2 Doelen en oplossingsrichting De kwantitatieve beleidsdoelstelling van Verebus voor 2010 is beperkt tot het terugdringen van de CO 2 uitstoot door de leaseauto s. Verebus streeft ernaar om 2% (3,38 ton CO 2) minder uit te stoten dan het wagenpark in 2009 deed. Hierbij is geen rekening gehouden met eventuele uitbreiding van het wagenpark als gevolg van nieuwe medewerkers. In 2011 zal dit aspect wel worden meegenomen in de doelstelling. In 2010 worden onder meer de volgende maatregelen benoemd om de doelstellingen te realiseren: - Thuiswerken faciliteren voor relevante functies, waardoor het aantal autokilometers zal verminderen. - Het gebruik van de video conferencing faciliteiten verder bevorderen om het aantal reiskilometers tussen de vestigingen in Rijswijk en Utrecht te beperken. - Nieuwe leaseauto s worden alleen nog maar via het Greenlease concept (maximaal C-label) ingezet. - Alle nieuwe leaserijders volgen de cursus Het Nieuwe Rijden 2, waarbij algemeen wordt aangenomen dat het gemiddelde brandstofverbruik met circa 10% afneemt. - Onderzoek doen naar de mogelijkheden om minder milieubelastende vervoerswijzen (zoals openbaar vervoer) te stimuleren. - De leasewagenregeling wordt per juli 2010 versoberd, waarbij de brandstof voor buitenlandse reiskilometers niet langer worden vergoed. Dit kan een positief effect hebben op de CO 2 uitstoot aangezien de benodigde brandstof voor dit deel van het privé-gebruik niet langer wordt meegeteld en er mogelijk ook minder buitenlandse kilometers worden gemaakt. De omvang van dit effect zal nader moeten worden bekeken. 2.3 Randvoorwaarden en risico s De huidige leasecontracten kunnen een risico vormen. Verebus moet ervoor waken aflopende leasecontracten niet automatisch te verlengen. Er zal een poging gedaan moeten worden om de effecten van Het Nieuwe Rijden meetbaar te maken, bijvoorbeeld door het brandstofverbruik per kilometer van de auto s in 2010 en 2011 te vergelijken met die van 2009. Het zal erg lastig zijn de precieze effecten van deze maatregel op de CO 2 uitstoot in kaart te brengen, omdat er ook nog andere effecten zijn. Ook kan worden gedacht aan een actieve toets ten opzichte van het normverbruik voor de leasewagen en de berijder daarmee te benaderen. Met als doel om het rijgedrag en het brandstofverbruik te beïnvloeden. De wijze van registratie en monitoring zal hierop moeten worden aangepast. 2 Zie: http://www.hetnieuwerijden.nl/over-het-nieuwe-rijden/ Pagina 6 van 12

2.4 Uitgangspunten en beperkingen Er moet rekening worden gehouden met een beperkte mogelijkheid om tussentijds het leasewagenpark te wijzigen. Dit heeft te maken met de looptijd van individuele leasecontracten, met reeds geplande extra inzet van leasewagen als gevolg van personeelsgroei, en met arbeidsvoorwaardelijke beperkingen (zoals het contractueel vastgelegde recht op een leasewagen). Een aantrekkelijk alternatief voor de leasewagen kan hierin wellicht meer soelaas bieden. Pagina 7 van 12

3. Duurzame energie 3.1 Probleemstelling Het gasverbruik voor verwarming van gebouwen omvat 10% van de totale CO 2 uitstoot. Elektriciteit draagt nog geen 2% bij aan de uitstoot. Verebus heeft weinig invloed op de leverancierskeuze voor zowel de gas- als elektriciteitsleverantie voor de verwarming van het huidige gehuurde gedeelte van het kantoorpand in Rijswijk. De verbruikskosten worden door de verhuurder doorbelast op basis van een berekend aandeel in de kosten van het volledige pand. Verebus is in 2009 voor 8,10% van het totaal aangeslagen. 3.2 Doelen en oplossingsrichting Verebus heeft zich nog geen kwantitatieve doelstelling opgelegd voor het verminderen van de CO 2 uitstoot als gevolg van huisvesting. Binnen de huidige versleuteling van verbruikskosten door de verhuurder zijn de mogelijkheden beperkt of afwezig. Wel zal - mogelijk binnen een huurdercollectief - worden nagegaan wat de mogelijkheden zijn om rekening te houden met de duurzaamheid van de leverantie. Dit geldt uiteraard ook voor de elektriciteitsleverancier, hoewel dit een minimale invloed zal hebben op de totale CO 2 uitstoot. Overigens is Verebus actief op zoek naar een ander kantoorpand ter vervanging van de vestiging Rijswijk. Aan de makelaar zijn voorwaarden meegegeven met betrekking tot de duurzaamheid c.q. EPC label van het aan te bieden pand. Daarnaast zal bij de locatiekeuze de woon-werkmodaliteit zwaar meewegen, waarbij het van strategisch belang wordt geacht dat personeel per fiets of te voet (al dan niet in combinatie met openbaar vervoer) van thuis naar het werk kan reizen. Indien Verebus besluit zich in 2011 elders te vestigen, dan zullen concrete maatregelen voor CO 2 reductie voor het nieuwe pand worden bekeken. 3.3 Randvoorwaarden en risico s Zie 3.2. 3.4 Uitgangspunten en beperkingen Zie 3.2. Pagina 8 van 12

4. Papierreductie 4.1 Probleemstelling Het papierverbruik draagt voor 4% bij aan de CO 2 uitstoot. Hoewel dit een gering aandeel is in het totaal, lijken er voldoende mogelijkheden te zijn om tot een wezenlijke besparing te komen. Het effect van de mogelijkheden op de totale CO 2 uitstoot zal echter minimaal blijven. 4.2 Doelen en oplossingsrichting Verebus heeft voor 2010 nog geen concrete doelen gesteld om het papierverbuik te reduceren. Een afname van het papierverbruik met 3% moet mogelijk zijn. De volgende maatregelen worden in 2010 uitgewerkt: - Printerinstellingen bij PC s en printers worden standaard bepaald op dubbelzijdig, zwart/wit afdrukken. - Bevorderen dat alle documentatie wordt ingescand en vervolgens digitaal wordt opgeslagen. - Bewustzijn vergroten van medewerkers en relaties dat niet alle email, regelgeving, teksten etc. die digitaal voorhanden zijn, ook geprint moeten worden. Dit gebeurt onder andere door onderaan alle mail standaard de volgende zin toe te voegen: Denk alstublieft aan het milieu voordat u deze email uitprint! - Onderzoek (laten) doen naar de mogelijkheid om disclaimers onderaan emailcorrespondentie in nonprintable tekst te laten afdrukken. - Onderzoek (laten) doen naar optimalisatie van de (re)productiefaciliteiten (bijvoorbeeld door inzet van multifunctionals) waarbij de totale CO 2 uitstoot kan worden beperkt. - Gerecycled papier gebruiken als printerpapier. - Efficiënter gebruik van diverse groot formaat papierrollen voor het plotten van technische tekeningen. In de praktijk blijkt dat in veel gevallen de geplotte tekening leidt tot zelfs 50% snijverlies. Het teveel aan papier verdwijnt vervolgens in de afvalbak voor papier. In 2010 moet het mogelijk zijn hier een besparing op te bereiken van 10%. 4.3 Randvoorwaarden en risico s Een groot deel van het papiergebruik heeft een directe relatie met de werkgerelateerde productie en is daarom conjunctuurgevoelig. Voor de eenvoud is aangenomen dat papier met name gebruikt wordt om te printen en dat zwart-wit-printen beter voor het milieu is dan printen in kleur. Voor deze reductiedoelstelling maakt de vorm van printen in feite niet uit, omdat gekeken wordt naar de inkoop van papier en de achterliggende productie. 4.4 Uitgangspunten en beperkingen De papierinkoop van 2010 zal vergeleken worden met die van 2009. Enige conjunctuurgevoeligheid van deze maatregel is niet uitgesloten. In de evaluatie kan daarom ook gekeken worden naar de verandering in relatieve papierinkoop, bijvoorbeeld per fte. Pagina 9 van 12

5. Huidige footprint en ambities 5.1 Huidige footprint De CO 2 uitstoot over 2009 bedroeg 374,93 ton CO 2 (3,53 ton CO 2 per FTE). Onderscheiden naar de scope van de emissie-uitstoot ontstaat het volgende beeld: 1. Scope 1: 56,94% (213,47 ton CO 2 ) 2. Scope 2: 3,57% (13,39 ton CO 2 ) 3. Scope 3: 39,49% (148,07 ton CO 2 ) Een verdere detaillering van verdeling van de uitstoot over 2009 wordt in onderstaande grafiek weergegeven. CO 2 uitstoot (2009) Gasverbruik (verwarming) Dienstverkeer huurauto's Dienstverkeer luchtvaart Elektriciteitsverbruik Woon-werk verkeer Afvoer materialen Niet meegenomen emissie Dienstverkeer leaseauto's Airco vloeibare gassen Dienstverkeer eigen vervoer Dienstverkeer openbaar vervoer Papierverbruik Elektriciteitsverbruik detacheerders Overig kantoor (o.a. drinkwater) De volgende categorieën zijn verantwoordelijk voor het merendeel van de uitstoot (in totaal 92%): 1. dienstverkeer leaseauto s (scope 1 business car travel) (45%). 2. woon-werkverkeer (scope 3 commuter travel) (37%). 3. gasverbruik voor verwarming van gebouwen (scope 1 fuel used) (10%). 5.2 CO 2 compensatie Hoewel het geen deel uitmaakt van de CO 2 prestatieladder compenseert Verebus een deel van zijn CO 2 uitstoot met het zogenoemde Greenlease concept van Terberg Leasing. Dit concept combineert groen rijden met kostenbesparing. Auto s geleasd onder dit concept hebben uitsluitend een A-, B- of C-label. De CO 2 emissie van Pagina 10 van 12

deze auto s wordt volledig gecompenseerd via de Climate Neutral Group 3. In 2008 bedroeg de gecompenseerde hoeveelheid CO 2 8,683 ton CO 2. In 2009 is dit al opgelopen naar 13,121 ton 2010. Verebus richt zich op een verdere groei naar minimaal 16 ton CO 2 gecompenseerde uitstoot in 2010. 5.3 Emissiereductieprogramma Het programma richt zich vooralsnog op 2010, omdat de wijze van registreren nog zal worden aangepast en verfijnd. Het doel is om alle aannames te vervangen door feitelijke gegevens. Bovendien is onzeker dat Verebus in 2011 op dezelfde locatie zal zijn gehuisvest in Rijswijk. Eind 2010 zal worden heroverwogen of het emissiereductieprogramma moet worden opgesteld voor een langere periode. In de besluitvorming wordt op dat moment ook verbreding naar scope 3 (woon-werkverkeer) meegenomen. De meeste genoemde projecten worden/zijn in 2010 opgestart. Begin 2011 vindt een evaluatie plaats. Uit onderstaande tabel blijkt dat de totale ambitie voor 2010 enigszins beperkt is. Verebus houdt er rekening mee dat 2010 een aanloopjaar zal zijn, waarin gedurende het jaar verbeteringen kunnen worden bereikt. Het uiteindelijke effect zal hierdoor slechts voor een deel van het jaar optreden. Daarnaast is rekening gehouden met lopende zaken en een gezonde groei in activiteiten met haar partners. Project Scope (conform GHGprotocol) Plandatum gereed Ambitie reductie CO 2 uitstoot in %* (ton CO 2) Schoner en kleiner 1 (Business car travel) 1 maart 2011 0,90% (3,38)** leasewagenpark Duurzame energie 1 (Fuel used) 15 december 2010 0% (0) *** 2 (Electricity urchased) Papierreductie 3 (Paper used) 1 maart 2011 0,05% (0,18)*** Totale ambitie 2010 0,95% (3,56) * = Als percentage van de totale CO 2 footprint van 2009. ** = In 2010 zal de methode van registreren worden verfijnd (onder meer met vervaltermijn leasecontract, en met inachtneming van kilometers) en aannames zoveel als mogelijk worden voorkomen (onder meer uitstoot specifiek per type auto, aftrek voor privé-gebruik). Reductie komt overeen met 2,00% ten opzichte van de uitstoot door leasewagenpark in 2009. *** = Geen doelstelling i.v.m. nagenoeg ontbreken van mogelijkheden om de mate van duurzaamheid te kunnen beïnvloeden. **** = Efficiëntie groot formaat papierrollen 10% t.o.v. 2009. Reductie komt overeen met 3,24% ten opzichte van de uitstoot door papierverbruik in 2009 3 Via de Climate Neutral Group ondersteunt Greenlease overal ter wereld duurzame energie- en bosprojecten. Op transparante wijze, met de reële verbruikscijfers als uitgangspunt. Zo draagt elke bestuurder met elke tankbeurt bij aan terugdringing van schadelijke klimaateffecten en rijdt kostenefficiënt én CO 2-neutraal. Pagina 11 van 12

Colofon Opdrachtgever BV Uitgave B.V. Railinfra Engineering Visseringlaan 19c Postbus 1045 2280 CA Rijswijk Telefoon 070-352 82 00 Telefax 070-352 82 05 Auteur(s) L. Schel Projectnaam CO2 prestatieladder Projectnummer I00032 Pagina 12 van 12