De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004



Vergelijkbare documenten
De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

Voedingsprofiel. Hoofdstuk IV. Inleiding en methoden. Studiepopulatie. Voedings- en gezondheidsstatus. Maaltijdpatroon

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

Samenvatting resultaten voedselconsumptiepeiling 2014

Voedselconsumptie Vergelijking met de Richtlijnen goede voeding Belangrijkste bevindingen

VOEDSELCONSUMPTIEPEILING

BEREIDINGS- EN CONSUMPTIETIJD VAN MAALTIJDEN. AUTEUR Sarah BEL

DE ACTIEVE VOEDINGSDRIEHOEK: OM DAGELIJKS EVENWICHTIG TE ETEN EN VOLDOENDE TE BEWEGEN.

Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest

De voedingsmiddelendriehoek.

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

De fundamenten van de actieve voedingsdriehoek

Leefstijl en preventie

Voedselconsumptiepeiling : De consumptie van voedingsmiddelen

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Voedselconsumptie Vergeleken met de Richtlijnen goede voeding Belangrijkste bevindingen

Belangrijkste bevindingen

Introductie. Introductie. Inleiding Methode Interventie Resultaten Conclusies. Preventie van overgewicht bij jonge kinderen.

MEMO. Bijdrage van voedingsmiddelengroepen aan de inneming van mono- en disachariden en energie. Resultaten van VCP

Jong en gezond? Uitdagingen voor meer gezonde voeding en beweging bij kinderen in Vlaanderen

Infofiche 2. De actieve voedingsdriehoek. Doelstellingen

EVALUATIE GEZONDHEIDS DOELSTELLINGEN

1-2004: IPH/EPI REPORTS N

De Belgische Voedselconsumptiepeiling

2.2 GRAANPRODUCTEN EN AARDAPPELEN. AUTEUR Cloë OST

Lydia Gisle, Stefaan Demarest (ed.)

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

De actieve voedingsdriehoek. Doelstellingen. De kinderen kunnen reflecteren over hun eigen eetgewoonten.

Methodologie. Nutrinews december 2003

2.1 WATER EN NIET-GESUIKERDE DRANKEN. AUTEUR Thérésa LEBACQ

Annex: Tabellen behorende bij de analyses consumptiedatabanken

Consumptie van koolhydraten in Nederland

Onderzoek voedingspatroon kleuters

2.5 MELK- EN CALCIUMVERRIJKTE SOJAPRODUCTEN. AUTEUR Thérésa LEBACQ

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Voedingsgewoonten. Sabine Drieskens

Bijlage 1: Gezondheidsdoelstellingen Vlaamse Overheid

Gezonde voeding. Jan Yperman Ziekenhuis Briekestraat Ieper N Diensthoofd keuken

Infofiche 1. De actieve voedingsdriehoek. Doelstellingen. De leerlingen begrijpen het principe van de actieve voedingsdriehoek.

Fruitconsumptie van 4-12-jarigen Resultaten van VCP

MAALTIJDPATROON. AUTEUR Sarah BEL

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Eet, drink en. beweeg!

Kieskeurig dossier: De Actieve voedingsdriehoek

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Landbouwer als. expert. Een landbouwer werkt met kennis van zaken. Daar mag je zeker van zijn. Goed geboerd

Voedselconsumptie in Nederland anno nu Eerste bevindingen van voedselconsumptiepeiling Caroline van Rossum

VOEDINGSAANBEVELINGEN. AUTEURS Thérésa LEBACQ Cloë OST

niveau 2, 3, 4 thema 5.5

MEMO: Inname van vitamine K door kinderen en volwassenen in Nederland. Resultaten van VCP

De actieve voedingsdriehoek. Bekijk aandachtig de menu s van Jana en Stef. Wie heeft volgens jou het lekkerste menu? Waarom?

Eetdagboek. Voedingsleer. Maaike Oelen

Voeding na transplantatie Universitair Ziekenhuis Gent

Gemiddelde consumptie van groente

Voeding en sport. 31 oktober 2012 RedFed - Carmen Lecluyse

Gezondheidsenquête, België Medische consumptie. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Dienstverlenende werkzaamheden Les 7

De actieve voedingsdriehoek. VIGeZ 2012

HOUDING VAN DE BELG TEGENOVER HAAR/ZIJN GEWICHT. AUTEUR Cloë OST

Overgewicht en Obesitas op Curaçao

De nieuwe voedingsdriehoek: kompas voor een gezond leven. Nina Van Den Broecke 30/09/2018

Gezondheid en samenleving

Infofiche 2. De actieve voedingsdriehoek. Doelstellingen

Trainen is 1 ding VOEDING EN SPORT. 2 november 2013 Carmen Lecluyse. Voeding en sport - Carmen Lecluyse. maar er komt meer bij kijken

Grafiek 1: Aanbeveling versus huidige inname. Gemiddelde aanbeveling per dag (ADH) voor volwassenen (19-59 jaar) 2 (uitgedrukt als 100 %)

VOEDING EN FAMILIALE LEEFOMGEVING. AUTEUR Thérésa LEBACQ

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

1. Voedingsadvies 1.1 Inleiding

PLAATS VAN DE MAALTIJDCONSUMPTIE. AUTEUR Cloë OST

Wat is de relatie tussen zuivel en voedingsstoffeninname? Dr. Ir. Joline W.J. Beulens

De actieve voedingsdriehoek herbekeken

Belangrijkste bevindingen

Resultaten voor Brussels Gewest Voedingsgewoonten Gezondheidsenquête, België, 1997

Gezondheidsconferentie Voeding & Beweging ONTWERP VAN ACTIEPLAN VOEDING EN BEWEGING

Transcriptie:

Afdeling Epidemiologie De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004: IPH/EPI REPORTS N 2006 016

Stephanie Devriese, Inge Huybrechts, Michel Moreau, Herman Van Oyen De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 Epidemiologie, maart 2006; Brussel (België) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, WIV/EPI REPORTS N 2006 016 Depotnummer: D/2006/2505/17 De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004 VCP groep Onderzoeksteam (in alfabetische volgorde) Emmanuel Abatih (WIV, Epidemiologie) Stephanie Devriese (WIV, Epidemiologie) Inge Huybrechts (UGent, VMG) Michel Moreau (ULB, ESP) Herman Van Oyen (WIV, Epidemiologie) Diëtisten Mia Bellemans (UGent, VMG) Mieke De Maeyer (UGent, VMG) Khadija El Moumni (Institut Arthur Haulot) Davy Van Steenkiste (WIV, Epidemiologie) Wetenschappelijke stuurgroep Christine Bazelmans (ULB, ESP) Guy De Backer (UGent, VMG) Stefaan De Henauw (UGent, VMG) Marcel Kornitzer (ULB, ESP) Alain Leveque (ULB, ESP) Chistophe Matthys (UGent, VMG) Logistieke steun Noëmi Debacker (WIV, Epidemiologie) Anne-Lise Laffineur (WIV, Epidemiologie) Monique Schoonenburg (WIV, Epidemiologie) Bijzondere dank aan De diëtisten-enquêteurs De deelnemers en aan Leen Baert (UGent, FBW) Maaike Bilau (UGent, VMG) Yves Coppieters (ULB, ESP) Frank Devlieghere (UGent, FBW) Tineke De Vriendt (UGent, VMG) Marga Ocké (RIVM) Ilse Pynaert (UGent, VMG) Christelle Senterre (ULB, ESP) Isabelle Sioen (UGent, VMG) Nadia Slimani (IARC) Marie-Paule Vanderelst (ULB, ESP) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid J. Wytsmanstraat 14 1050 Brussel België Tel: 02 642 57 52 Fax: 02 642 54 10 e-mail: liesbeth.temme@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/ IPH/EPI REPORTS Nr. 2006-016

Betrokken instituten Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Universiteit Gent, Vakgroep Maatschappelijke Gezondheidkunde Université Libre Bruxelles, Ecole de Santé publique Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, Afdeling Epidemiologie Opdrachtgevers FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

Algemene Inhoud Volume I Executieve samenvatting... 7 I. Inleiding en methoden... 19 II. Studiepopulatie... 57 III. Voedings- en gezondheidsstatus... 73 IV. Voedingsprofiel... 123 Volume II V. Voedingsmiddelen 1 Voedingsdriehoek... 159 2 Dranken... 169 3 Graanproducten en aardappelen... 227 4 Groenten... 271 5 Fruit... 291 6 Melk- en calciumverrijkte sojaproducten... 311 7 Vlees, vis, eieren en vervangproducten... 353 8 Smeer- en bereidingsvet... 409 9 Restgroep... 435 Volume III VI. Energie en macronutriënten 1 Aanbevelingen... 479 2 Energie... 487 3 Vetten... 509 4 Koolhydraten... 543 5 Eiwitten... 571 VII. Micronutriënten 1 Aanbevelingen... 591 2 Calcium... 597 3 IJzer... 617 4 Vitamine C... 637

Algemene Inhoud Volume IV VIII. Rauwe voedingsmiddelen...661 IX. Voedingshygiëne en voedselveiligheid binnen het huishouden...707 Bijlage 1 - Geselecteerde gemeenten...817 Bijlage 2.1- Communicatieformulier Voedselconsumptiepeiling 2004...819 Bijlage 2.2 - Ontvangstformulier Voedselconsumptiepeiling 2004...821 Bijlage 3.1 - Voedingsmiddelengroepen...823 Bijlage 3.2 - Voedingsmiddelenlijst...827 Bijlage 4 - Verstrekkingeenheden en conversiefactoren bij de Vlaamse voedingsdriehoek...863 Bijlage 5 - Conversiefactoren...867

Hoofdstuk V.6 Melk- en Calciumverrijkte Sojaproducten Inleiding en methoden Voedingsdriehoek Studiepopulatie Voedings- en gezondheidsstatus Dranken Graanproducten en aardappelen Groenten Voedingsprofiel Fruit Voedingsmiddelen Energie en macronutriënten Melk- en calciumverrijkte sojaproducten Vlees, vis, eieren en vervangproducten Smeer- en bereidingsvet Micronutriënten Restgroep Rauwe voedingsmiddelen Voedingshygiëne De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1-2004

Inhoudstafel SAMENVATTING... 315 1 INLEIDING... 316 2 METHODEN EN INDICATOREN... 317 3 RESULTATEN... 319 3.1 CONSUMPTIEFREQUENTIE... 319 3.1.1 Melk- en calciumverrijkte sojaproducten (zonder kaas)... 319 3.1.2 Melk, yoghurt of verse kaas... 319 3.1.3 Kaas... 320 3.1.4 Sojadranken en sojadesserts... 320 3.2 GEBRUIKELIJKE INNAME... 320 3.2.1 Melk- en calciumverrijkte sojaproducten uit de voedingsdriehoek (zonder kaas)... 320 3.2.2 Kaas... 322 3.2.3 Yoghurt en pudding... 323 3.2.4 Melk- en zuiveldranken... 324 4 TABELLEN VOLGENS DE CONSUMPTIEFREQUENTIE... 325 5 TABELLEN VOLGENS DE GEBRUIKELIJKE CONSUMPTIE... 343 REFERENTIELIJST... 351-313 -

- 314 -

Samenvatting Ongeveer twee derden van de algemene bevolking van 15 jaar en ouder gebruikt dagelijks melk- of calciumverrijkte sojaproducten. Toch haalt slechts 3.4% van de bevolking de doelstelling uit de voedingsdriehoek om dagelijks minimum 450 g melk- of calciumverrijkte sojaproducten te gebruiken. Wanneer calciumverrijkte sojaproducten afzonderlijk worden beschouwd, blijkt dat vier vijfden van de algemene populatie deze nooit gebruiken. Minder dan één kwart van de algemene bevolking van 15 jaar en ouder eet dagelijks kaas. In vergelijking met melk en calciumverrijkte sojaproducten wordt de doelstelling voor kaas gemakkelijker bereikt: 68% van de bevolking eet minstens 20 g per dag. Eén vierde van de bevolking gebruikt echter meer dan 40 g/dag en overschrijdt hiermee de aanbeveling. - 315 -

1 Inleiding In dit hoofdstuk worden eerst de resultaten van de voedselfrequentievragenlijst besproken. Vervolgens wordt de gebruikelijke consumptie van melk- en calciumverrijkte sojaproducten, in gram per dag, zoals geschat door middel van de twee 24-uursvoedingsnavragen, weergegeven. Volgens de voedingsaanbeveling van de voedingsdriehoek moeten er dagelijks drie tot vier glazen melk of afgeleide calciumverrijkte producten (450 600 ml) en 20 tot 40 g kaas gebruikt worden (1, 2). - 316 -

2 Methoden en indicatoren Uit de voedselfrequentievragenlijst (http://www.iph.fgov.be/epidemio/food/) werden eerst vier voedingsmiddelengroepen berekend door samenvoeging van verschillende voedingsmiddelen uit de FFQ, nl: Indicator Vraag Voedingsmiddel Melk en calciumverrijkte producten Tmilkp FFQ01_13 Melk in koffie of thee FFQ01_14 FFQ01_15 FFQ01_12 Melk Yoghurt en platte kaas Sojadranken en -desserts Melk, yoghurt en kaasproducten Tmilk FFQ01_13 Melk in koffie of thee FFQ01_14 FFQ01_15 Melk Yoghurt en platte kaas Kaas Tchees FFQ01_27 Kaas (geen platte kaas) Sojamelk Tsoym FFQ01_12 Sojadranken en desserts Vervolgens werden voor deze vier voedingsmiddelengroepen verschillende indicatoren bepaald, nl: Tmilkp_r, Tmilk_r, Tchees_r, Tsoym_r: voor elk van deze 4 voedingsmiddelengroepen groepeert deze indicator de respondenten volgens hun consumptiefrequentie in 6 categorieën. De antwoordmogelijkheden minder dan 1 dag per maand en 1-3 dagen per maand werden samengebracht tot 1 groep, nl. minder dan 1 dag per week. De andere categorieën uit de oorspronkelijke bevraging werden behouden. Tmilkp_d, -_a, -_n, -_z, Tmilk_d, -_a, -_n, -_z, Tchees_d, -_a, -_n, -_z, en Tsoym_d, -_a, -_n, -_z: voor elk van deze 4 voedingsmiddelengroepen hebben deze 4 indicatoren een binaire indeling die de personen identificeert die respectievelijk dagelijks, 5 à 6 dagen per week en dagelijks, nooit en minder dan 1 dag per week en nooit de voorgestelde voedingsmiddelengroep consumeren. Uit de twee 24-uursvoedingsnavragen werd met behulp van het programma C-SIDE de gebruikelijke consumptie van verschillende voedingsmiddelengroepen berekend (3, 4). Deze groepen werden berekend door samenvoeging van verschillende subgroepen uit de EPIC- SOFT voedingsmiddelenlijst (zie bijlage 3.2), nl: - 317 -

Groep Melkproducten en calciumverrijkte sojaproducten uit de voedingsdriehoek (zonder kaas) Groepen Samenstellende componenten 05_01 + 05_02 + 05_03 + 05_04 + 05_06 Voedingsmiddelnummers 2177 (sojamelk/-drink) + 2178 (sojadessert) Kaas Groep 05_05 Yoghurt en pudding Groepen 05_03 + 05_04 + 05_06 Melk- en zuiveldranken Groepen 05_01 + 05_02 De gebruikelijke inname van de populatie werd geschat d.m.v. het programma C-Side op basis van de informatie bekomen tijdens de 2-maal herhaalde 24-uursvoedingsnavraag. Dit is niet gelijk aan het gemiddelde over de 2-maal herhaalde 24-uursvoedingsnavragen. Voor een correcte evaluatie van de verdeling van de inname binnen de bevolking in vergelijking met de voedingsnormen, is niet het gemiddelde over de twee dagen belangrijk, maar de inname over een langere periode (d.w.z. de gebruikelijke inname), waarbij enkel de variatie tussen personen belangrijk is en niet de intra-individuele variatie. De methode is in detail besproken in het eerste hoofdstuk (zie hoofdstuk I.4 punt 3.1). Hieronder wordt kort uitgelegd hoe de tabellen gebruikelijke consumptie gelezen moeten worden. Er worden twee tabellen gegeven. De eerste tabel beschrijft de verdeling voor de totale bevolking en volgens het geslacht, met ook een indeling in leeftijdsgroepen. Al de resultaten in de tabel zijn, naast de weging voor het steekproefontwerp (zie hoofdstuk II.2), ook gewogen voor de dag en het seizoen tijdens dewelke het interview werd afgenomen. De eerste twee kolommen tonen het gemiddelde en de standaard deviatie (SD) als maat voor de spreiding van de verdeling. In de volgende vier kolommen worden de geschatte waarden van percentielen 25, 50 (de mediaan), 75 en 97.5 gegeven. De volgende kolom toont het percentage van de bevolking dat voldoet aan de voedingsaanbeveling. Dit is het percentage met een inname onder of boven een bepaalde grenswaarde of een inname tussen twee bepaalde grenswaarden. De voorlaatste kolom (hoofding n ) geeft het aantal personen die het voedingsmiddel minsten éénmaal hebben gegeten en de laatste kolom (hoofding N ) geeft het aantal personen bij wie tweemaal een 24- uursvoedingsnavraag werd afgenomen. De tweede tabel toont de gebruikelijke inname in functie van verschillende variabelen (geslacht, opleiding, woonplaats, gewicht, seizoen, lichamelijke activiteit, huishoudgrootte). Het eerste gemiddelde (kolom Gem_1) is gelijkaardig aan dit van de eerste tabel, nl. gewogen voor het steekproefontwerp en de dag en het seizoen van het interview). De overige kolommen geven de cijfers weer die werden bekomen a.d.h.v. een mathematisch model waarin ook rekening werd gehouden met mogelijke verschillen in geslachts- en leeftijdsverdeling. De inhoud van deze kolommen is zoals besproken hierboven. - 318 -

3 Resultaten 3.1 Consumptiefrequentie 3.1.1 Melk- en calciumverrijkte sojaproducten (zonder kaas) Tabel V.6. 1 geeft een overzicht van de consumptiefrequentie van melk- en calciumverrijkte sojaproducten bij de algemene populatie van 15 jaar en ouder. Tweederden van de respondenten gebruikt dagelijks melk- en calciumverrijkte sojaproducten, terwijl minder dan 4% deze producten nooit gebruikt. De consumptiefrequentie van melk- of calciumverrijkte sojaproducten is hoger bij vrouwen dan bij mannen: 77.2% van de vrouwen drinkt bijna dagelijks melk- of calciumverrijkte sojaproducten tegenover 71.0% bij de mannen. Na correctie voor leeftijd is dit verschil nog substantieel al is het niet statistisch significant (Tabel V.6. 3). Er zijn significante verschillen bij de nooitgebruikers van deze producten volgens geslacht: meer mannen (4.6%) dan vrouwen (2.0%) gebruiken deze producten nooit (Tabel V.6. 5). In de leeftijdsgroepen 19-29 jaar en 75-plussers worden significant vaker melk- of calciumverrijkte sojaproducten gebruikt dan in de andere leeftijdsgroepen: 80.8% van de 19 tot 29-jarigen en 79.8% van 75-plussers drinken bijna dagelijks dergelijke producten tegenover minder dan 72.5% bij de andere leeftijdsgroepen (Tabel V.6. 3). Er zijn significant meer bijna nooit-gebruikers bij de 60 tot 74-jarigen in vergelijking met de twee jongste leeftijdsgroepen: 13.1% versus 8.4% en 6.2% bij respectievelijk de 15 tot 18 en de 19 tot 29-jarigen (Tabel V.6. 4). Er zijn geen significante verschillen volgens opleidingsniveau, woonplaats, BMI en lichamelijke activiteit in de consumptiefrequentie. 3.1.2 Melk, yoghurt of verse kaas Tabel V.6. 6 geeft een overzicht van de consumptiefrequentie van melk, yoghurt of verse kaas in de algemene populatie van 15 jaar en ouder. Bijna tweederden (65.6%) van de respondenten gebruikt dagelijks melk, yoghurt of verse kaas, terwijl 3.5% deze voedingsmiddelen nooit gebruikt. De consumptiefrequentie van melk, yoghurt of verse kaas is iets hoger bij vrouwen dan bij mannen: 67.0% van de vrouwen tegenover 62.8% van de mannen gebruikt dagelijks melk, yoghurt of verse kaas. Na correctie voor de leeftijd is dit verschil nog substantieel, al is het niet statistisch significant (Tabel V.6. 7). Voor de nooit-gebruikers en de bijna nooit-gebruikers zijn er wel significante verschillen volgens geslacht: 13.6% van de mannen gebruikt bijna nooit melk, yoghurt of verse kaas tegenover 9.0% van de vrouwen (Tabel V.6. 9) en 4.9% van de mannen geeft aan nooit dergelijke producten te consumeren tegenover 2.2% van de vrouwen (Tabel V.6. 10). De 75-plussers gebruiken significant vaker melk, yoghurt of verse kaas: 74.9% van de 75- plussers gebruikt deze producten dagelijks, terwijl de consumptiefrequentie in de andere leeftijdsgroepen niet meer dan 67.3% bedraagt (Tabel V.6. 7). Er zijn geen significante verschillen volgens opleidingsniveau, woonplaats, BMI en lichamelijke activiteit in de consumptiefrequentie. - 319 -

3.1.3 Kaas Tabel V.6. 11 geeft een overzicht van de consumptiefrequentie van kaas in de algemene populatie van 15 jaar en ouder. Minder dan één kwart (23.6%) eet dagelijks kaas, 32.5% eet 2 tot 4 keer per week kaas en 4.4% eet nooit kaas. De consumptiefrequentie van kaas is iets hoger bij vrouwen dan bij mannen: 25.4% van de vrouwen eet dagelijks kaas tegenover 21.7% van de mannen (Tabel V.6. 12). Verder neemt het aantal respondenten dat dagelijks kaas eet toe naarmate de leeftijd stijgt: 18.6% bij de 15 tot 18-jarigen tot 29.3% bij de 75-plussers. Het aantal respondenten dat bijna nooit kaas gebruikt neemt af met toenemende leeftijd: 27.0% bij de 15 tot 18-jarigen tot 14.5% bij de 75-plussers (Tabel V.6. 14). Er zijn geen significante verschillen volgens het opleidingsniveau, de woonplaats, de BMI en de lichamelijke activiteit in de consumptiefrequentie van kaas. 3.1.4 Sojadranken en sojadesserts Tabel V.6. 15 geeft een overzicht van de consumptiefrequentie van sojadranken en sojadesserts in de algemene populatie van 15 jaar en ouder. De meeste respondenten gebruiken nooit calciumverrijkte sojaproducten (79.3%), 13.8% van de respondenten minder dan één keer per week en 1.9% dagelijks. Er zijn geen significante verschillen volgens geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, woonplaats en BMI in het aantal respondenten dat dagelijks sojaproducten gebruikt (Tabel V.6. 16). Enkel in functie van de fysieke activiteit wordt er een significant verschil waargenomen: het percentage personen dat dagelijks sojadranken en sojadesserts gebruikt is hoger in de groep met een fysieke activiteit gunstig voor de gezondheid dan in de groep met een minimale fysieke activiteit (respectievelijk 3.5% versus 1.1%). Bij de bijna nooit-gebruikers zijn er geen significante verschillen volgens geslacht, leeftijd opleidingsniveau, woonplaats, BMI en lichamelijke activiteit: 93.1% van de respondenten gebruikt bijna nooit sojamelk (Tabel V.6. 18). 3.2 Gebruikelijke inname 3.2.1 Melk- en calciumverrijkte sojaproducten uit de voedingsdriehoek (zonder kaas) Gedurende de twee 24-uursvoedingsnavragen vermeldden 16% van de deelnemers dat ze gedurende deze 2 dagen geen melk- of calciumverrijkte sojaproducten hebben gebruikt. Bij de berekening van de gebruikelijke inname van melk- en calciumverrijkte sojaproducten werd de kans op nooit-gebruikers in de algemene bevolking geschat op nul. In de voedselfrequentievragenlijst geeft 3.3% van de bevolking aan dat ze nooit melk- of calciumverrijkte sojaproducten gebruiken. De gebruikelijke inname van melk- of calciumverrijkte sojaproducten in de algemene populatie, 15 jaar en ouder, bedraagt 158.6 g met een interquartielrange van 67 g tot 216 g en het 97.5 percentiel 486 g (Tabel V.6. 19). De gemiddelde gebruikelijke inname bij vrouwen is iets lager dan bij mannen, respectievelijk 151.8 g en 165.9 g. De gemiddelde gebruikelijke inname is zowel bij vrouwen als bij mannen het hoogst in de jongste leeftijdsgroep (15-18 jaar): respectievelijk 184.9 g en 225.5 g. - 320 -

Er zijn geen opvallende verschillen in de gebruikelijke inname van melk- of calciumverrijkte sojaproducten volgens opleiding, woonplaats, seizoen, huishoudgrootte, BMI of lichamelijke activiteit van de respondenten (Tabel V.6. 20). Beoordeling van de gebruikelijke inname van melk- en calciumverrijkte sojaproducten (zonder kaas) in vergelijking met de aanbevelingen uit de voedingsdriehoek Volgens de voedingsdriehoek dienen er dagelijks drie tot vier glazen melk of afgeleide calciumverrijkte producten (450 600 g) gebruikt te worden (1, 2). Slechts 3.4% van de bevolking haalt op basis van de schatting van de gebruikelijke inname de doelstelling van minstens 450 g per dag (Tabel V.6. 19). Slechts 1% van de respondenten gebruikt meer dan 600 g melk of afgeleide calciumverrijkte producten per dag. Figuur V.6. 1 illustreert het percentage mannen en vrouwen met een inname van meer dan 450 g/dag. Vrouwen staan het verst af van deze doelstelling, maar ook mannen doen het slecht: slechts 1.9 % van de vrouwen en 4.8% van de mannen gebruiken dagelijks voldoende melk of afgeleide calciumverrijkte producten. De jongere mannen van 15 tot 18 jaar doen het beter: 9.5% haalt de doelstelling. Het percentage individuen dat aan de doelstelling voldoet is hoger in de groep met een fysieke activiteit positief voor de gezondheid (4.7%) dan in de groep die inactief (2.1%) of slechts minimaal actief (1.9%) is. Figuur V.6. 1 Gebruikelijke consumptie van melkproducten en calciumverrijkte sojaproducten uit voedingsdriehoek (zonder kaas) Percentage met een voldoende inname volgens de aanbeveling (450 g/dag) Gewogen prevalentie, gecorrigeerd voor seizoen en dag van inname - 321 -

3.2.2 Kaas Gedurende de twee 24-uursvoedingsnavragen vermeldden 22.8% van de deelnemers dat ze gedurende deze 2 dagen geen kaas geconsumeerd hebben. Bij de berekening van de gebruikelijke inname van kaas werd de kans op nooit-gebruikers in de algemene bevolking gelijk geschat op nul. In de voedselfrequentievragenlijst geeft 4.4% van de bevolking aan dat ze nooit kaas gebruiken. De gebruikelijke inname van kaas in de algemene populatie, 15 jaar en ouder, bedraagt 30.2 g met een interquartielrange van 17 g tot 40 g en het 97.5 percentiel 74 g (Tabel V.6.21). De gemiddelde gebruikelijke inname van kaas bij vrouwen is iets lager dan deze van mannen, respectievelijk 26.9 g en 34.0 g. De gemiddelde gebruikelijke inname is zowel bij vrouwen als bij mannen het hoogst in de leeftijdsgroep van 19 tot 59 jaar: respectievelijk 28.4 g en 35.6 g. De gebruikelijke inname van kaas neemt toe met toenemend opleidingsniveau: van 26.0 g/dag bij de lager opgeleiden tot 33.1 g/dag bij de hoger opgeleiden (Tabel V.6. 22). In het Vlaamse Gewest wordt minder kaas gegeten dan in het Waalse/Brusselse Gewest: 28.8 g/dag versus 32.3 g/dag. Verder zijn er geen opvallende verschillen in de gebruikelijke inname van kaas volgens seizoen, huishoudgrootte, BMI of lichamelijke activiteit van de respondenten (Tabel V.6. 22). Beoordeling van de gebruikelijke inname van kaas in vergelijking met de aanbevelingen uit de voedingsdriehoek Volgens de voedingsdriehoek dienen er dagelijks één tot twee sneden kaas (20-40 gram) gebruikt te worden (1,2). Ongeveer 40% van de bevolking (43.1%) voldoet op basis van de schatting van de gebruikelijke inname van kaas aan de aanbeveling van 20 g tot 40 g per dag: de vrouwen doen het beter dan de mannen: respectievelijk 48.9% versus 38.3%. Eén kwart (25.0%) van de respondenten gebruikt echter meer dan 40 g kaas per dag (Tabel V.6. 21). Vooral mannen overschrijden de aanbeveling: 32.3% versus 17.2% van de vrouwen. Figuur V.6. 2 illustreert het percentage mannen en vrouwen met een kaasinname van meer dan 20 g en meer dan 40 g per dag. Figuur V.6. 2 Percentage met een voldoende inname volgens de aanbeveling (20 g/dag) Gebruikelijke consumptie van kaas Percentage met een voldoende inname volgens de aanbeveling (40 g/dag) Gewogen prevalentie, gecorrigeerd voor seizoen en dag van inname - 322 -

3.2.3 Yoghurt en pudding Gedurende de twee 24-uursvoedingsnavragen vermeldden 46.8% van de deelnemers dat ze gedurende deze 2 dagen geen yoghurt of pudding gebruikt hebben, terwijl de kans op nooitgebruikers in de algemene bevolking bij de berekening van de gebruikelijke inname van yoghurt of pudding geschat werd op 11.9%. In de voedselfrequentievragenlijst geeft 14.3% van de bevolking aan dat ze nooit yoghurt of pudding gebruiken. De gebruikelijke inname van yoghurt of pudding in de algemene populatie, 15 jaar en ouder, bedraagt 63.1 g met een interquartielrange van 19 g tot 91 g en het 97.5 percentiel 212 g (Tabel V.6. 23). De gemiddelde gebruikelijke inname bij vrouwen is iets hoger dan deze bij mannen, respectievelijk 67.1 g en 58.1 g. Zowel bij mannen als bij vrouwen neemt het gebruik van yoghurt of pudding toe naarmate de leeftijd stijgt (Figuur V.6. 3). De gebruikelijke inname is hoger in het Vlaamse Gewest dan in het Waalse/Brusselse Gewest: respectievelijk 67.0 g/dag versus 55.8 g/dag (Tabel V.6. 24). Obese personen (72.5 g/dag) eten meer yoghurt of pudding dan personen met een normaal gewicht (61.5 g/dag) of overgewicht (61.4 g/dag). Verder zijn er geen opvallende verschillen in de gebruikelijke inname volgens opleiding, seizoen of lichamelijke activiteit van de respondenten. Figuur V.6. 3 Gebruikelijke consumptie van yoghurt en pudding Percentage die meer dan 1 potje yoghurt of pudding (150 g) per dag consumeerden Gewogen prevalentie, gecorrigeerd voor seizoen en dag van inname - 323 -

3.2.4 Melk- en zuiveldranken Gedurende de twee 24-uursvoedingsnavragen vermeldden 34.0% van de deelnemers dat ze gedurende deze 2 dagen geen melk- of zuiveldranken gedronken hebben, terwijl de kans op nooit-gebruikers in de algemene bevolking bij de berekening van de gebruikelijke inname van melk- of zuiveldranken geschat werd op 14.2%. In de voedselfrequentievragenlijst geeft 11.2% van de bevolking aan dat ze nooit melk- of zuiveldranken gebruiken. De gebruikelijke inname van melk- of zuiveldranken in de algemene populatie, 15 jaar en ouder, bedraagt 90.6 ml met een interquartielrange van 14 ml tot 129 ml en het 97.5 percentiel 379 ml (Tabel V.6. 25). De gemiddelde gebruikelijke inname bij vrouwen is lager dan deze bij mannen, respectievelijk 80.0 ml en 101.2 ml. In beide geslachten valt het op dat vooral de jongste leeftijdsgroep (15-18 jaar) de grootste hoeveelheid melk- of zuiveldranken gebruiken. Jonge meisjes drinken gemiddeld 139.2 ml dergelijke dranken tegenover 61.0 ml bij de vrouwen van 60 tot 74 jaar. Jonge mannen drinken gemiddeld 181.4 ml melk- of zuiveldranken tegenover 69.7 ml bij de mannen van 60 tot 74 jaar (Figuur V.6. 4). Er zijn opvallende verschillen in de gebruikelijke inname van melk- en zuiveldranken volgens BMI en fysieke activiteit (Tabel V.6. 26). De gebruikelijke inname van melk- en zuiveldranken daalt met toenemende BMI: van 100.7 g/dag bij de personen met een normaal gewicht naar 80.2 g/dag bij de personen met overgewicht en 64.4 g/dag bij de obesen. De omgekeerde trend zien we bij lichamelijke activiteit: inactieve personen drinken dagelijks 81.5 g melk- of zuiveldranken, terwijl personen met een lichamelijke activiteit positief voor de gezondheid dagelijks ongeveer 109.2 g melk- of zuiveldranken drinken. Figuur V.6. 4 Gebruikelijke consumptie van melk- en zuiveldranken Percentage met een voldoende inname volgens de aanbeveling (450 g/dag) Gewogen prevalentie, gecorrigeerd voor seizoen en dag van inname - 324 -

4 Tabellen volgens de consumptiefrequentie Tabel V.6. 1 Aantal personen (in %) volgens de consumptiefrequentie van melk- en calciumverrijkte sojaproducten (Tmilkp_r) Nooit < 1/week 1/week 2-4/week 5-6/week >= 1/dag N GESLACHT Man 4.6 7.7 6.0 10.7 5.9 65.0 1523 Vrouw 2.0 6.3 4.4 10.1 7.8 69.4 1522 LEEFTIJD 15-18 1.7 6.8 6.9 13.9 7.0 63.8 769 19-29 3.1 3.1 5.1 7.9 9.3 71.4 236 30-59 2.6 8.4 5.5 11.1 7.6 64.9 588 60-74 5.3 7.9 4.8 11.0 4.3 66.6 776 75+ 4.9 4.3 3.6 7.6 3.0 76.6 676 OPLEIDING Lager sec. of minder 3.4 6.8 4.9 8.1 5.2 71.6 952 BSO/TSO 2.5 8.1 4.8 11.0 6.7 67.0 737 ASO 3.5 7.8 7.0 11.2 7.4 63.1 535 Hoger onderwijs 3.3 6.0 5.0 11.2 8.2 66.3 730 WOONPLAATS Vlaams Gewest 2.9 7.4 5.8 11.1 6.5 66.3 1874 Brussels Gewest 4.0 5.1 4.0 6.2 8.2 72.5 235 Waals Gewest 3.8 6.8 4.6 10.3 7.1 67.5 936 GEWICHT (BMI) Ondergewicht 4.0 5.0 6.1 1.3 12.5 71.0 129 Gezond gewicht 3.4 5.8 4.5 10.0 7.3 69.0 1684 Overgewicht 3.2 8.0 6.3 12.2 5.3 65.1 912 Obesiteit 2.8 9.7 4.9 10.6 7.5 64.5 312 LICHAMELIJKE Inactief 3.1 6.8 5.2 11.1 6.3 67.5 1259 ACTIVITEIT Minimaal 3.1 6.9 4.2 11.1 7.1 67.6 989 Pos. voor gezondheid 3.5 7.0 6.4 8.5 7.5 67.1 761 TOTAAL 3.3 7.0 5.2 10.4 6.9 67.3 3045 Gewogen prevalentie - 325 -

Tabel V.6. 2 Aantal personen (in %) dat dagelijks melk- of calciumverrijkte sojaproducten drinkt (Tmilkp_d) Ruw % Gecorrigeerd % 95% BI N GESLACHT Man 65.0 65.4 (61.7-68.9) 1523 Vrouw 69.4 69.3 (66.0-72.4) 1522 LEEFTIJD 15-18 63.8 63.9 (60.4-67.3) 769 19-29 71.4 71.5 (65.1-77.2) 236 30-59 64.9 65.0 (60.9-68.9) 588 60-74 66.6 66.6 (63.1-69.8) 776 75+ 76.6 76.2 (72.7-79.5) 676 OPLEIDING Lager sec. of minder 71.6 70.8 (66.0-75.2) 952 BSO/TSO 67.0 67.8 (62.6-72.7) 737 ASO 63.1 62.5 (55.2-69.2) 535 Hoger onderwijs 66.3 66.8 (62.4-71.0) 730 WOONPLAATS Vlaams Gewest 66.3 66.5 (63.4-69.5) 1874 Brussels Gewest 72.5 72.7 (64.1-79.8) 235 Waals Gewest 67.5 67.6 (63.0-71.9) 936 GEWICHT (BMI) Ondergewicht 71.0 69.9 (56.3-80.7) 129 Gezond gewicht 69.0 69.2 (65.8-72.4) 1684 Overgewicht 65.1 65.5 (60.7-69.9) 912 Obesiteit 64.5 63.9 (56.2-71.0) 312 LICHAMELIJKE Inactief 67.5 67.0 (63.1-70.7) 1259 ACTIVITEIT Minimaal 67.6 67.8 (63.3-71.9) 989 Pos. voor gezondheid 67.1 68.3 (63.3-72.9) 761 TOTAAL 67.3. 3045 Ruw: gewogen prevalentie Gecorrigeerd: gewogen prevalentie na standaardisatie voor leeftijd en geslacht, referentiepopulatie België, 2004-326 -

Tabel V.6. 3 Aantal personen (in %) dat bijna dagelijks melk- of calciumverrijkte sojaproducten drinkt (Tmilkp_a) Ruw % Gecorrigeerd % 95% BI N GESLACHT Man 71.0 71.2 (67.7-74.4) 1529 Vrouw 77.2 77.2 (74.1-80.0) 1526 LEEFTIJD 15-18 70.8 71.1 (67.7-74.2) 771 19-29 80.8 80.9 (75.2-85.6) 236 30-59 72.5 72.7 (68.8-76.3) 588 60-74 71.0 70.9 (67.6-74.0) 776 75+ 79.8 79.3 (75.8-82.3) 684 OPLEIDING Lager sec. of minder 76.9 77.3 (72.9-81.1) 955 BSO/TSO 73.7 74.4 (69.4-78.8) 740 ASO 70.5 69.8 (62.7-76.1) 536 Hoger onderwijs 74.5 74.6 (70.4-78.3) 732 WOONPLAATS Vlaams Gewest 72.9 73.2 (70.2-76.0) 1879 Brussels Gewest 80.8 80.8 (73.3-86.6) 236 Waals Gewest 74.6 74.7 (70.4-78.6) 940 GEWICHT (BMI) Ondergewicht 83.5 82.0 (70.8-89.5) 129 Gezond gewicht 76.3 76.1 (73.0-79.0) 1692 Overgewicht 70.3 71.5 (67.0-75.6) 914 Obesiteit 72.0 72.1 (64.7-78.4) 312 LICHAMELIJKE Inactief 73.9 73.7 (69.9-77.1) 1266 ACTIVITEIT Minimaal 74.8 74.8 (70.7-78.6) 992 Pos. voor gezondheid 74.7 75.7 (71.1-79.8) 761 TOTAAL 74.2. 3055 Ruw: gewogen prevalentie Gecorrigeerd: gewogen prevalentie na standaardisatie voor leeftijd en geslacht, referentiepopulatie België, 2004-327 -

Tabel V.6. 4 Aantal personen (in %) dat bijna nooit melk- of calciumverrijkte sojaproducten drinkt (Tmilkp_n) Ruw % Gecorrigeerd % 95% BI N GESLACHT Man 12.3 12.1 ( 9.9-14.7) 1539 Vrouw 8.2 8.0 ( 6.3-10.1) 1537 LEEFTIJD 15-18 8.4 8.1 ( 6.4-10.3) 777 19-29 6.2 6.0 ( 3.6-9.9) 237 30-59 10.9 10.6 ( 8.3-13.5) 590 60-74 13.1 13.0 (10.8-15.5) 784 75+ 9.1 9.4 ( 7.3-12.0) 688 OPLEIDING Lager sec. of minder 10.1 9.3 ( 6.8-12.5) 962 BSO/TSO 10.5 10.0 ( 7.3-13.5) 744 ASO 11.2 11.1 ( 7.2-16.6) 539 Hoger onderwijs 9.2 9.2 ( 7.0-12.1) 737 WOONPLAATS Vlaams Gewest 10.2 9.8 ( 8.0-11.9) 1889 Brussels Gewest 9.1 9.1 ( 5.1-15.7) 237 Waals Gewest 10.5 10.1 ( 7.7-13.0) 950 GEWICHT (BMI) Ondergewicht 9.0 11.0 ( 5.4-21.1) 131 Gezond gewicht 9.1 9.3 ( 7.5-11.5) 1705 Overgewicht 11.2 9.8 ( 7.4-12.9) 917 Obesiteit 12.4 11.3 ( 7.2-17.3) 315 LICHAMELIJKE Inactief 9.8 9.6 ( 7.6-12.0) 1273 ACTIVITEIT Minimaal 9.9 9.6 ( 7.2-12.7) 999 Pos. voor gezondheid 10.4 9.6 ( 7.1-13.0) 767 TOTAAL 10.2. 3076 Ruw: gewogen prevalentie Gecorrigeerd: gewogen prevalentie na standaardisatie voor leeftijd en geslacht, referentiepopulatie België, 2004-328 -

Tabel V.6. 5 Aantal personen (in %) dat nooit melk- of calciumverrijkte sojaproducten drinkt (Tmilkp_z) Ruw % Gecorrigeerd % 95% BI N GESLACHT Man 4.6 4.4 ( 3.1-6.4) 1549 Vrouw 2.0 1.8 ( 1.2-2.9) 1540 LEEFTIJD 15-18 1.6 1.5 ( 0.8-2.6) 780 19-29 3.1 2.8 ( 1.3-5.9) 237 30-59 2.6 2.3 ( 1.4-3.8) 592 60-74 5.2 4.9 ( 3.6-6.6) 786 75+ 4.8 4.9 ( 3.3-7.1) 694 OPLEIDING Lager sec. of minder 3.3 2.3 ( 1.4-3.9) 968 BSO/TSO 2.4 2.1 ( 1.2-3.6) 746 ASO 3.5 3.1 ( 1.2-7.4) 541 Hoger onderwijs 3.3 3.2 ( 2.0-5.1) 740 WOONPLAATS Vlaams Gewest 2.9 2.5 ( 1.7-3.6) 1901 Brussels Gewest 4.0 3.6 ( 1.3-9.6) 237 Waals Gewest 3.7 3.3 ( 2.1-5.1) 951 GEWICHT (BMI) Ondergewicht 4.0 4.7 ( 1.8-11.8) 131 Gezond gewicht 3.4 3.2 ( 2.2-4.7) 1713 Overgewicht 3.2 2.2 ( 1.4-3.7) 920 Obesiteit 2.8 2.1 ( 0.8-5.0) 317 LICHAMELIJKE Inactief 3.0 2.6 ( 1.7-3.9) 1279 ACTIVITEIT Minimaal 3.1 2.7 ( 1.6-4.6) 1005 Pos. voor gezondheid 3.5 3.0 ( 1.7-5.1) 768 TOTAAL 3.3. 3089 Ruw: gewogen prevalentie Gecorrigeerd: gewogen prevalentie na standaardisatie voor leeftijd en geslacht, referentiepopulatie België, 2004-329 -

Tabel V.6. 6 Aantal personen (in %) volgens de consumptiefrequentie van melk, yoghurt of verse kaas (Tmilk_r) Nooit < 1/week 1/week 2-4 /week 5-6 /week >= 1/dag N GESLACHT Man 4.9 8.5 6.1 11.2 5.9 63.4 1533 Vrouw 2.2 6.5 4.5 11.4 7.6 67.7 1527 LEEFTIJD 15-18 2.5 7.5 6.1 14.4 7.3 62.2 772 19-29 3.1 4.0 5.4 9.7 9.8 67.9 237 30-59 2.7 8.9 5.6 12.0 7.2 63.6 590 60-74 5.8 8.2 4.7 11.8 4.6 65.0 781 75+ 5.3 4.5 3.6 7.6 2.9 76.0 680 OPLEIDING Lager sec. of minder 3.5 7.1 4.9 9.3 4.9 70.3 957 BSO/TSO 2.7 8.2 4.9 11.5 7.1 65.7 740 ASO 4.0 8.6 6.8 11.8 8.7 60.1 536 Hoger onderwijs 3.6 6.9 5.2 12.4 7.6 64.3 735 WOONPLAATS Vlaams Gewest 3.2 8.0 5.8 12.1 6.6 64.3 1887 Brussels Gewest 4.2 6.8 4.0 7.9 7.8 69.3 235 Waals Gewest 3.9 6.8 4.7 10.9 6.9 66.9 938 GEWICHT (BMI) Ondergewicht 5.3 4.7 6.2 1.3 12.0 70.4 130 Gezond gewicht 3.6 6.6 4.7 11.2 7.0 66.9 1695 Overgewicht 3.5 8.2 6.1 13.0 5.5 63.7 913 Obesiteit 2.9 10.3 4.9 10.5 8.1 63.3 314 LICHAMELIJKE Inactief 3.5 6.9 5.1 11.9 6.6 66.1 1267 ACTIVITEIT Minimaal 3.3 8.0 4.2 12.0 6.8 65.8 992 Pos. voor gezondheid 3.5 7.7 6.8 9.6 7.2 65.2 765 TOTAAL 3.5 7.5 5.3 11.3 6.8 65.6 3060 Gewogen prevalentie - 330 -

Tabel V.6. 7 Aantal personen (in %) dat dagelijks melk, yoghurt of verse kaas gebruikt (Tmilk_d) Ruw % Gecorrigeerd % 95% BI N GESLACHT Man 62.8 63.2 (59.4-66.8) 1512 Vrouw 67.0 66.9 (63.5-70.1) 1491 LEEFTIJD 15-18 62.0 62.2 (58.6-65.6) 769 19-29 67.3 67.4 (60.6-73.5) 234 30-59 63.0 63.1 (59.0-67.1) 581 60-74 64.3 64.2 (60.7-67.6) 766 75+ 74.9 74.6 (70.9-78.0) 653 OPLEIDING Lager sec. of minder 69.0 68.0 (62.9-72.6) 924 BSO/TSO 65.0 66.0 (60.7-70.9) 730 ASO 59.4 58.8 (51.5-65.8) 529 Hoger onderwijs 64.2 64.9 (60.4-69.1) 729 WOONPLAATS Vlaams Gewest 63.7 63.9 (60.7-67.0) 1857 Brussels Gewest 68.3 68.5 (59.3-76.4) 228 Waals Gewest 66.3 66.4 (61.7-70.7) 918 GEWICHT (BMI) Ondergewicht 70.0 69.5 (55.8-80.4) 128 Gezond gewicht 66.2 66.5 (63.0-69.9) 1667 Overgewicht 63.1 63.4 (58.6-67.9) 895 Obesiteit 62.6 62.1 (54.2-69.3) 305 LICHAMELIJKE Inactief 65.4 64.9 (60.9-68.7) 1239 ACTIVITEIT Minimaal 65.2 65.3 (60.8-69.6) 975 Pos. voor gezondheid 64.6 65.7 (60.6-70.5) 754 TOTAAL 65.0. 3003 Ruw: gewogen prevalentie Gecorrigeerd: gewogen prevalentie na standaardisatie voor leeftijd en geslacht, referentiepopulatie België, 2004-331 -

Tabel V.6. 8 Aantal personen (in %) dat bijna dagelijks melk, yoghurt of verse kaas gebruikt (Tmilk_a) Ruw % Gecorrigeerd % 95% BI N GESLACHT Man 69.3 69.5 (65.9-72.8) 1538 Vrouw 75.3 75.3 (72.1-78.2) 1530 LEEFTIJD 15-18 69.5 69.7 (66.3-72.9) 773 19-29 77.8 77.9 (71.8-83.1) 237 30-59 70.8 71.0 (67.0-74.7) 590 60-74 69.6 69.5 (66.2-72.7) 781 75+ 79.1 78.6 (75.2-81.7) 687 OPLEIDING Lager sec. of minder 75.2 75.2 (70.6-79.3) 960 BSO/TSO 72.8 73.6 (68.6-78.0) 742 ASO 68.9 68.2 (61.1-74.6) 537 Hoger onderwijs 72.0 72.1 (67.8-76.0) 737 WOONPLAATS Vlaams Gewest 70.9 71.1 (68.1-74.0) 1890 Brussels Gewest 77.2 77.2 (68.9-83.7) 236 Waals Gewest 73.8 73.9 (69.6-77.8) 942 GEWICHT (BMI) Ondergewicht 82.4 81.0 (69.9-88.7) 130 Gezond gewicht 73.9 73.8 (70.5-76.8) 1701 Overgewicht 69.3 70.2 (65.7-74.4) 915 Obesiteit 71.4 71.4 (64.0-77.8) 314 LICHAMELIJKE Inactief 72.7 72.4 (68.6-75.8) 1272 ACTIVITEIT Minimaal 72.7 72.7 (68.4-76.6) 995 Pos. voor gezondheid 72.4 73.5 (68.7-77.8) 765 TOTAAL 72.4. 3068 Ruw: gewogen prevalentie Gecorrigeerd: gewogen prevalentie na standaardisatie voor leeftijd en geslacht, referentiepopulatie België, 2004-332 -

Tabel V.6. 9 Aantal personen (in %) dat bijna nooit melk, yoghurt of verse kaas gebruikt (Tmilk_n) Ruw % Gecorrigeerd % 95% BI N GESLACHT Man 13.6 13.5 (11.1-16.3) 1512 Vrouw 9.0 8.7 ( 6.9-10.9) 1491 LEEFTIJD 15-18 10.1 9.8 ( 7.8-12.1) 769 19-29 7.3 7.1 ( 4.3-11.5) 234 30-59 11.8 11.5 ( 9.0-14.4) 581 60-74 14.2 14.1 (11.8-16.7) 766 75+ 10.3 10.6 ( 8.3-13.4) 653 OPLEIDING Lager sec. of minder 11.0 10.2 ( 7.5-13.6) 924 BSO/TSO 11.1 10.4 ( 7.6-14.1) 730 ASO 12.8 12.4 ( 8.3-18.2) 529 Hoger onderwijs 10.5 10.5 ( 8.1-13.6) 729 WOONPLAATS Vlaams Gewest 11.4 10.9 ( 9.0-13.2) 1857 Brussels Gewest 11.4 11.3 ( 6.6-18.8) 228 Waals Gewest 10.9 10.4 ( 8.0-13.4) 918 GEWICHT (BMI) Ondergewicht 10.2 12.2 ( 6.3-22.3) 128 Gezond gewicht 10.4 10.6 ( 8.6-12.9) 1667 Overgewicht 11.9 10.3 ( 7.8-13.5) 895 Obesiteit 13.5 12.2 ( 7.9-18.4) 305 LICHAMELIJKE Inactief 10.6 10.3 ( 8.2-12.8) 1239 ACTIVITEIT Minimaal 11.4 11.0 ( 8.4-14.4) 975 Pos. voor gezondheid 11.4 10.5 ( 7.8-14.0) 754 TOTAAL 11.2. 3003 Ruw: gewogen prevalentie Gecorrigeerd: gewogen prevalentie na standaardisatie voor leeftijd en geslacht, referentiepopulatie België, 2004-333 -

Tabel V.6. 10 Aantal personen (in %) dat nooit melk, yoghurt of verse kaas gebruikt (Tmilk_z) Ruw % Gecorrigeerd % 95% BI N GESLACHT Man 4.9 4.7 ( 3.3-6.7) 1548 Vrouw 2.2 2.0 ( 1.3-3.1) 1537 LEEFTIJD 15-18 2.5 2.2 ( 1.4-3.5) 778 19-29 3.1 2.8 ( 1.3-5.9) 237 30-59 2.7 2.4 ( 1.5-4.0) 590 60-74 5.7 5.4 ( 4.0-7.2) 785 75+ 5.2 5.3 ( 3.7-7.6) 695 OPLEIDING Lager sec. of minder 3.5 2.4 ( 1.5-4.0) 967 BSO/TSO 2.7 2.3 ( 1.4-3.8) 746 ASO 4.0 3.5 ( 1.5-7.6) 540 Hoger onderwijs 3.6 3.5 ( 2.2-5.5) 738 WOONPLAATS Vlaams Gewest 3.2 2.7 ( 1.9-3.9) 1898 Brussels Gewest 4.2 3.9 ( 1.5-9.7) 237 Waals Gewest 3.9 3.4 ( 2.2-5.2) 950 GEWICHT (BMI) Ondergewicht 5.3 6.2 ( 2.7-13.3) 131 Gezond gewicht 3.6 3.4 ( 2.3-5.0) 1712 Overgewicht 3.5 2.4 ( 1.5-3.9) 918 Obesiteit 2.9 2.1 ( 0.9-5.0) 316 LICHAMELIJKE Inactief 3.5 3.0 ( 2.0-4.3) 1278 ACTIVITEIT Minimaal 3.3 2.8 ( 1.7-4.7) 1002 Pos. voor gezondheid 3.5 3.0 ( 1.7-5.2) 768 TOTAAL 3.5. 3085 Ruw: gewogen prevalentie Gecorrigeerd: gewogen prevalentie na standaardisatie voor leeftijd en geslacht, referentiepopulatie België, 2004-334 -

Tabel V.6. 11 Aantal personen (in %) volgens de consumptiefrequentie van kaas (Tchees_r) Nooit < 1/week 1/week 2-4 /week 5-6 /week >= 1/dag N GESLACHT Man 4.5 12.2 17.5 35.0 9.0 21.7 1528 Vrouw 4.3 11.3 16.8 30.1 12.0 25.4 1523 LEEFTIJD 15-18 14.5 12.6 15.1 29.5 9.8 18.6 766 19-29 6.8 15.2 18.7 30.7 11.7 16.9 234 30-59 3.2 10.6 16.7 34.3 10.7 24.5 587 60-74 2.8 11.7 17.8 30.1 11.4 26.2 771 75+ 3.6 10.9 16.9 32.1 7.2 29.3 693 OPLEIDING Lager sec. of minder 4.5 12.3 21.4 30.8 7.5 23.6 953 BSO/TSO 5.5 12.0 18.5 33.1 8.8 22.1 730 ASO 7.5 15.7 14.2 26.9 12.3 23.4 535 Hoger onderwijs 2.8 9.8 13.9 34.7 13.8 25.0 737 WOONPLAATS Vlaams Gewest 3.7 11.2 17.1 33.2 10.8 24.1 1889 Brussels Gewest 9.1 10.7 17.2 31.7 11.6 19.7 232 Waals Gewest 4.4 13.0 17.3 31.5 10.0 23.9 930 GEWICHT (BMI) Ondergewicht 5.1 8.6 16.8 31.9 13.1 24.5 130 Gezond gewicht 4.0 13.1 17.1 31.8 10.5 23.6 1692 Overgewicht 4.9 9.2 15.7 37.2 9.4 23.7 905 Obesiteit 4.1 12.8 22.3 23.6 13.1 24.1 317 LICHAMELIJKE Inactief 4.4 10.7 17.1 35.0 10.0 22.8 1255 ACTIVITEIT Minimaal 4.2 12.0 16.0 31.2 11.6 25.1 995 Pos. voor gezondheid 4.4 13.0 18.8 30.3 10.4 23.0 763 TOTAAL 4.4 11.7 17.1 32.5 10.6 23.6 3051 Gewogen prevalentie - 335 -

Tabel V.6. 12 Aantal personen (in %) dat dagelijks kaas eet (Tchees_d) Ruw % Gecorrigeerd % 95% BI N GESLACHT Man 21.7 21.6 (18.6-24.8) 1528 Vrouw 25.4 24.8 (21.8-27.9) 1523 LEEFTIJD 15-18 18.6 18.6 (16.0-21.6) 766 19-29 16.9 16.9 (12.6-22.3) 234 30-59 24.5 24.6 (21.1-28.3) 587 60-74 26.2 26.1 (23.1-29.4) 771 75+ 29.3 28.8 (25.3-32.6) 693 OPLEIDING Lager sec. of minder 23.6 20.3 (16.5-24.6) 953 BSO/TSO 22.1 23.1 (18.6-28.3) 730 ASO 23.4 22.9 (17.9-29.0) 535 Hoger onderwijs 25.0 25.7 (22.0-29.8) 737 WOONPLAATS Vlaams Gewest 24.1 23.5 (20.9-26.4) 1889 Brussels Gewest 19.7 19.7 (13.9-27.2) 232 Waals Gewest 23.9 23.5 (19.8-27.7) 930 GEWICHT (BMI) Ondergewicht 24.5 26.8 (16.6-40.3) 130 Gezond gewicht 23.6 24.0 (21.0-27.2) 1692 Overgewicht 23.7 22.0 (18.5-26.0) 905 Obesiteit 24.1 21.5 (16.1-28.0) 317 LICHAMELIJKE Inactief 22.8 21.7 (18.5-25.3) 1255 ACTIVITEIT Minimaal 25.1 24.7 (21.0-28.9) 995 Pos. voor gezondheid 23.0 23.4 (19.4-27.9) 763 TOTAAL 23.6. 3051 Ruw: gewogen prevalentie Gecorrigeerd: gewogen prevalentie na standaardisatie voor leeftijd en geslacht, referentiepopulatie België, 2004-336 -

Tabel V.6. 13 Aantal personen (in %) dat bijna dagelijks kaas eet (Tchees_a) Ruw % Gecorrigeerd % 95% BI N GESLACHT Man 30.8 30.7 (27.4-34.3) 1528 Vrouw 37.5 37.1 (33.7-40.6) 1523 LEEFTIJD 15-18 28.4 28.4 (25.3-31.8) 766 19-29 28.5 28.5 (22.8-35.1) 234 30-59 35.2 35.3 (31.4-39.4) 587 60-74 37.6 37.4 (34.0-41.0) 771 75+ 36.5 35.6 (31.8-39.6) 693 OPLEIDING Lager sec. of minder 31.1 27.9 (23.7-32.6) 953 BSO/TSO 30.9 32.2 (27.2-37.6) 730 ASO 35.7 35.2 (28.9-42.1) 535 Hoger onderwijs 38.8 39.8 (35.4-44.3) 737 WOONPLAATS Vlaams Gewest 34.9 34.5 (31.4-37.7) 1889 Brussels Gewest 31.3 31.5 (24.1-40.0) 232 Waals Gewest 33.9 33.5 (29.3-38.1) 930 GEWICHT (BMI) Ondergewicht 37.6 40.6 (27.5-55.3) 130 Gezond gewicht 34.0 34.5 (31.2-38.0) 1692 Overgewicht 33.0 31.8 (27.7-36.3) 905 Obesiteit 37.2 34.3 (27.5-41.7) 317 LICHAMELIJKE Inactief 32.8 31.9 (28.1-35.8) 1255 ACTIVITEIT Minimaal 36.6 36.3 (32.0-40.8) 995 Pos. voor gezondheid 33.4 34.0 (29.3-39.0) 763 TOTAAL 34.2. 3051 Ruw: gewogen prevalentie Gecorrigeerd: gewogen prevalentie na standaardisatie voor leeftijd en geslacht, referentiepopulatie België, 2004-337 -

Tabel V.6. 14 Aantal personen (in %) dat bijna nooit kaas eet (Tchees_n) Ruw % Gecorrigeerd % 95% BI N GESLACHT Man 16.6 15.5 (13.0-18.4) 1528 Vrouw 15.6 14.7 (12.4-17.4) 1523 LEEFTIJD 15-18 27.0 27.0 (23.9-30.3) 766 19-29 22.1 22.0 (17.0-28.1) 234 30-59 13.8 13.8 (11.2-16.9) 587 60-74 14.5 14.5 (12.1-17.2) 771 75+ 14.5 14.6 (12.0-17.7) 693 OPLEIDING Lager sec. of minder 16.8 18.2 (14.4-22.7) 953 BSO/TSO 17.5 15.2 (12.0-19.2) 730 ASO 23.2 21.1 (15.4-28.2) 535 Hoger onderwijs 12.6 11.0 ( 8.6-14.1) 737 WOONPLAATS Vlaams Gewest 14.8 14.0 (12.0-16.4) 1889 Brussels Gewest 19.9 18.3 (11.9-27.0) 232 Waals Gewest 17.4 16.2 (13.2-19.8) 930 GEWICHT (BMI) Ondergewicht 13.6 9.9 ( 5.7-16.7) 130 Gezond gewicht 17.1 15.0 (12.6-17.8) 1692 Overgewicht 14.1 14.6 (11.5-18.3) 905 Obesiteit 16.9 18.2 (12.9-24.9) 317 LICHAMELIJKE Inactief 15.2 14.5 (12.0-17.5) 1255 ACTIVITEIT Minimaal 16.1 15.0 (12.1-18.4) 995 Pos. voor gezondheid 17.4 16.1 (12.7-20.2) 763 TOTAAL 16.1. 3051 Ruw: gewogen prevalentie Gecorrigeerd: gewogen prevalentie na standaardisatie voor leeftijd en geslacht, referentiepopulatie België, 2004-338 -

Tabel V.6. 15 Aantal personen (in %) volgens de consumptiefrequentie van sojamelk (Tsoym_r) Nooit < 1/week 1/week 2-4 /week 5-6 /week >= 1/dag N GESLACHT Man 79.2 14.5 1.8 1.6 0.8 2.0 1528 Vrouw 79.4 13.0 2.2 2.8 0.6 1.9 1515 LEEFTIJD 15-18 81.5 12.4 2.2 1.7 0.5 1.8 770 19-29 77.6 14.0 3.4 1.6 2.0 1.3 237 30-59 76.7 16.2 1.6 2.6 0.6 2.3 597 60-74 81.8 11.5 1.9 2.7 0.2 1.9 769 75+ 91.7 4.2 1.4 1.0 0.3 1.4 670 OPLEIDING Lager sec. of minder 82.5 12.0 1.4 1.8 0.6 1.6 934 BSO/TSO 81.7 12.7 2.7 1.5 0.3 1.1 739 ASO 80.8 12.1 0.7 3.3 0.9 2.2 540 Hoger onderwijs 74.6 16.5 2.4 2.9 1.1 2.6 735 WOONPLAATS Vlaams Gewest 75.7 17.1 1.9 2.6 0.7 2.0 1875 Brussels Gewest 81.7 8.1 4.1 1.6 3.1 1.4 232 Waals Gewest 85.3 9.3 1.6 1.8 0.0 2.0 936 GEWICHT (BMI) Ondergewicht 85.0 9.3 4.4 0.0 0.7 0.6 128 Gezond gewicht 77.6 14.0 2.6 3.2 1.1 1.5 1680 Overgewicht 80.0 14.6 1.0 1.1 0.4 2.8 914 Obesiteit 85.1 11.2 0.9 1.2 0.0 1.5 312 LICHAMELIJKE Inactief 81.6 12.2 2.1 1.8 0.6 1.6 1243 ACTIVITEIT Minimaal 77.7 14.8 2.0 3.4 1.0 1.1 992 Pos. voor gezondheid 77.2 15.1 1.9 1.7 0.6 3.5 770 TOTAAL 79.3 13.8 2.0 2.2 0.7 1.9 3043 Gewogen prevalentie - 339 -

Tabel V.6. 16 Aantal personen (in %) dat dagelijks sojamelk drinkt (Tsoym_d) Ruw % Gecorrigeerd % 95% BI N GESLACHT Man 2.0 1.9 ( 1.1-3.5) 1528 Vrouw 1.9 1.7 ( 1.1-2.8) 1515 LEEFTIJD 15-18 1.8 1.8 ( 1.0-3.0) 770 19-29 1.3 1.3 ( 0.3-5.7) 237 30-59 2.3 2.3 ( 1.3-3.9) 597 60-74 1.9 1.9 ( 1.1-3.1) 769 75+ 1.4 1.4 ( 0.7-2.9) 670 OPLEIDING Lager sec. of minder 1.6 1.6 ( 0.7-3.7) 934 BSO/TSO 1.1 1.0 ( 0.5-2.4) 739 ASO 2.2 2.1 ( 0.9-4.8) 540 Hoger onderwijs 2.6 2.4 ( 1.3-4.5) 735 WOONPLAATS Vlaams Gewest 2.0 1.9 ( 1.2-3.1) 1875 Brussels Gewest 1.4 1.3 ( 0.3-6.0) 232 Waals Gewest 2.0 1.9 ( 0.9-3.7) 936 GEWICHT (BMI) Ondergewicht 0.6 0.5 ( 0.1-2.3) 128 Gezond gewicht 1.5 1.4 ( 0.8-2.5) 1680 Overgewicht 2.8 2.7 ( 1.6-4.6) 914 Obesiteit 1.5 1.6 ( 0.5-4.6) 312 LICHAMELIJKE Inactief 1.6 1.6 ( 1.0-2.5) 1243 ACTIVITEIT Minimaal 1.1 1.0 ( 0.6-1.9) 992 Pos. voor gezondheid 3.5 3.3 ( 1.9-5.5) 770 TOTAAL 1.9. 3043 Ruw: gewogen prevalentie Gecorrigeerd: gewogen prevalentie na standaardisatie voor leeftijd en geslacht, referentiepopulatie België, 2004-340 -

Tabel V.6. 17 Aantal personen (in %) dat bijna dagelijks sojamelk drinkt (Tsoym_a) Ruw % Gecorrigeerd % 95% BI N GESLACHT Man 2.9 2.7 ( 1.6-4.4) 1528 Vrouw 2.5 2.4 ( 1.5-3.6) 1515 LEEFTIJD 15-18 2.3 2.3 ( 1.4-3.6) 770 19-29 3.4 3.4 ( 1.3-8.2) 237 30-59 2.9 2.9 ( 1.7-4.7) 597 60-74 2.1 2.1 ( 1.3-3.4) 769 75+ 1.6 1.7 ( 0.9-3.2) 670 OPLEIDING Lager sec. of minder 2.2 2.4 ( 1.1-5.3) 934 BSO/TSO 1.4 1.2 ( 0.6-2.6) 739 ASO 3.1 2.9 ( 1.3-6.3) 540 Hoger onderwijs 3.7 3.3 ( 1.9-5.5) 735 WOONPLAATS Vlaams Gewest 2.8 2.6 ( 1.7-3.9) 1875 Brussels Gewest 4.5 4.1 ( 1.4-11.2) 232 Waals Gewest 2.0 1.9 ( 1.0-3.7) 936 GEWICHT (BMI) Ondergewicht 1.2 1.1 ( 0.3-3.5) 128 Gezond gewicht 2.6 2.3 ( 1.4-3.7) 1680 Overgewicht 3.2 3.2 ( 1.9-5.2) 914 Obesiteit 1.5 1.6 ( 0.5-4.7) 312 LICHAMELIJKE Inactief 2.3 2.2 ( 1.2-4.0) 1243 ACTIVITEIT Minimaal 2.1 1.9 ( 0.9-4.0) 992 Pos. voor gezondheid 4.1 3.8 ( 1.9-7.2) 770 TOTAAL 2.7. 3043 Ruw: gewogen prevalentie Gecorrigeerd: gewogen prevalentie na standaardisatie voor leeftijd en geslacht, referentiepopulatie België, 2004-341 -

Tabel V.6. 18 Aantal personen (in %) dat bijna nooit sojamelk drinkt (Tsoym_n) Ruw % Gecorrigeerd % 95% BI N GESLACHT Man 93.7 94.0 (91.8-95.6) 1528 Vrouw 92.5 92.6 (90.5-94.2) 1515 LEEFTIJD 15-18 93.9 93.9 (91.9-95.4) 770 19-29 91.6 91.6 (86.4-94.9) 237 30-59 92.9 92.9 (90.4-94.8) 597 60-74 93.3 93.4 (91.4-94.9) 769 75+ 95.9 96.1 (94.0-97.4) 670 OPLEIDING Lager sec. of minder 94.5 94.1 (90.9-96.2) 934 BSO/TSO 94.4 94.7 (91.9-96.5) 739 ASO 92.9 93.1 (88.9-95.8) 540 Hoger onderwijs 91.1 91.6 (88.5-93.9) 735 WOONPLAATS Vlaams Gewest 92.8 93.0 (91.1-94.4) 1875 Brussels Gewest 89.8 90.2 (82.3-94.8) 232 Waals Gewest 94.6 94.7 (92.1-96.5) 936 GEWICHT (BMI) Ondergewicht 94.3 94.4 (81.3-98.5) 128 Gezond gewicht 91.6 92.0 (89.8-93.7) 1680 Overgewicht 94.6 94.6 (92.0-96.3) 914 Obesiteit 96.3 96.4 (93.6-98.0) 312 LICHAMELIJKE Inactief 93.8 93.9 (91.6-95.6) 1243 ACTIVITEIT Minimaal 92.6 92.8 (90.1-94.9) 992 Pos. voor gezondheid 92.3 92.5 (89.1-95.0) 770 TOTAAL 93.1. 3043 Ruw: gewogen prevalentie Gecorrigeerd: gewogen prevalentie na standaardisatie voor leeftijd en geslacht, referentiepopulatie België, 2004-342 -

5 Tabellen volgens de gebruikelijke consumptie Tabel V.6. 19 Gebruikelijke consumptie van melkproducten en calciumverrijkte sojaproducten uit voedingsdriehoek (zonder kaas) (g/dag) Gemiddelde SD P25 P50 P75 P97.5 % > 450 % > 600 n N VROUWEN <18 184.9 108.6 105 169 245 445 2.4 0.3 324 379 19-59 156.0 107.0 77 138 213 418 1.8 0.3 369 436 60-74 133.1 94.9 62 116 185 364 0.7 0.0 334 390 >75 140.8 108.5 60 119 196 414 1.7 0.2 290 332 Totaal 151.8 110.6 70 131 207 427 1.9 0.3 1317 1537 MANNEN <18 225.5 166.4 103 194 308 646 9.5 3.4 318 381 19-59 172.7 144.3 72 138 232 552 4.9 1.9 327 394 60-74 124.7 111.8 39 100 179 410 1.7 0.3 306 399 >75 139.9 106.7 63 119 192 410 1.6 0.3 314 372 Totaal 165.9 143.6 64 132 225 545 4.8 1.7 1265 1546 TOTAAL <18 205.7 140.2 104 180 276 556 6.1 1.7 642 760 19-59 164.1 124.9 75 139 221 483 3.3 1.0 696 830 60-74 129.2 102.7 50 109 183 386 1.1 0.1 640 789 >75 141.0 109.4 61 119 195 418 1.8 0.3 604 704 Totaal 158.6 126.8 67 132 216 486 3.4 1.0 2582 3083 Gemiddelde: gewogen gemiddelde gecorrigeerd voor interviewdag en seizoen n: aantal die het voedingsmiddel minstens éénmaal consumeerden % > 450: percentage met een voldoende inname volgens de aanbeveling (450 g/dag) - 343 -

Tabel V.6. 20 Gebruikelijke consumptie van melkproducten en calciumverrijkte sojaproducten uit voedingsdriehoek (zonder kaas) (g/dag) Gem_1 Gem_2 SD P25 P50 P75 P97.5 % > 450 % > 600 n N GESLACHT Vrouw 151.8 150.7 107.9 71 131 206 419 1.8 0.3 1317 1537 Man 165.9 164.4 135.1 66 134 224 513 4.1 1.3 1265 1546 OPLEIDING Lager sec. of minder 140.3 140.0 116.3 54 113 195 440 2.3 0.6 807 967 BSO/TSO 156.2 154.0 118.4 69 128 208 457 2.7 0.8 614 736 ASO 135.6 131.8 91.0 63 117 181 354 0.6 0.0 446 531 Hoger onderwijs 175.8 174.8 121.7 87 155 238 471 3.1 0.7 616 731 WOONPLAATS Vlaams 158.9 156.8 125.3 64 131 215 480 3.2 0.9 1605 1923 Brussels & Waals 158.4 156.9 111.5 76 135 213 433 2.1 0.4 977 1160 GEWICHT (BMI) Onder & gezond gewicht 167.6 165.7 127.3 74 139 224 492 3.6 1.0 1554 1841 Overgewicht 148.7 147.7 105.9 68 129 203 409 1.6 0.2 771 922 Obesiteit 136.6 136.8 115.1 50 111 192 431 2.1 0.6 253 315 SEIZOEN Lente 168.0 166.3 130.4 72 137 228 501 3.8 1.1 684 805 Zomer 168.9 167.6 115.0 83 147 228 450 2.5 0.4 623 754 Herfst 147.0 144.7 114.1 60 121 202 432 2.1 0.5 658 793 Winter 149.5 148.0 117.6 63 126 200 448 2.5 0.8 617 731 LICHAMELIJKE Inactief 148.9 148.3 111.8 66 125 203 431 2.1 0.5 1059 1262 ACTIVITEIT Minimaal 156.8 155.8 110.7 74 140 215 425 1.9 0.3 823 994 Pos. voor gezondheid 174.8 171.0 139.8 70 138 233 535 4.7 1.6 653 767 HUISHOUD- 1 persoon 154.1 153.5 117.3 65 131 215 446 2.4 0.5 382 471 GROOTTE 2 personen 136.3 135.2 109.3 51 113 190 412 1.7 0.3 903 1087 3+ personen 169.6 167.9 123.1 79 143 226 481 3.3 0.8 1278 1503 TOTAAL 158.6 157.0 120.3 69 133 214 463 2.8 0.7 2582 3083 Gem_1: gewogen gemiddelde gecorrigeerd voor interviewdag en seizoen Gem_2: gewogen gemiddelde gecorrigeerd voor interviewdag, seizoen, geslacht en leeftijd n: aantal respondenten die het voedingsmiddel minstens éénmaal consumeerden % > 450: percentage met een voldoende inname volgens de aanbeveling (450 g/dag) - 344 -

Tabel V.6. 21 Gebruikelijke consumptie van kaas (g/dag) Gemiddelde SD P25 P50 P75 P97.5 % 20-40 % > 40 n N VROUWEN <18 25.9 12.9 16 25 34 54 51.0 14.0 275 379 19-59 28.4 14.1 18 28 38 58 50.6 20.0 343 436 60-74 23.6 13.5 14 22 31 56 43.6 11.4 299 390 >75 23.7 12.5 14 23 32 51 48.2 10.2 249 332 Totaal 26.9 14.1 17 26 36 59 48.9 17.2 1166 1537 MANNEN <18 30.5 16.0 19 29 41 66 45.9 26.1 264 381 19-59 35.6 20.3 21 33 47 84 40.7 36.0 298 394 60-74 29.7 21.2 14 26 41 81 36.2 26.5 294 399 >75 27.5 20.0 12 24 38 77 35.9 22.5 273 372 Totaal 34.0 22.2 18 30 45 89 38.3 32.3 1129 1546 TOTAAL <18 28.4 15.3 17 27 38 64 46.8 21.0 539 760 19-59 31.9 18.1 19 29 42 75 43.9 28.5 641 830 60-74 26.3 17.2 14 23 35 69 40.1 18.5 593 789 >75 25.2 16.1 13 23 34 64 41.0 16.3 522 704 Totaal 30.2 18.1 17 27 40 74 43.1 25.0 2295 3083 Gemiddelde: gewogen gemiddelde gecorrigeerd voor interviewdag en seizoen n: aantal respondenten die het voedingsmiddel minstens éénmaal consumeerden % 20-40: percentage met een voldoende inname volgens de aanbeveling (20 tot 40 g/dag) % > 40: percentage met een inname boven de aanbeveling (20 tot 40 g/dag) - 345 -

Tabel V.6. 22 Gebruikelijke consumptie van kaas (g/dag) Gem_1 Gem_2 SD P25 P50 P75 P97.5 % 20-40 % > 40 n N GESLACHT Vrouw 26.9 26.9 14.0 17 26 36 58 49.5 16.9 1166 1537 Man 34.0 33.9 21.9 18 30 45 88 38.4 32.4 1129 1546 OPLEIDING Lager sec. of minder 26.0 25.7 16.3 13 23 35 65 40.5 17.6 682 967 BSO/TSO 29.6 28.9 18.0 15 27 40 70 39.8 25.0 522 736 ASO 30.9 31.0 18.6 18 28 41 77 42.6 26.2 403 531 Hoger onderwijs 33.1 32.9 16.2 21 31 43 69 48.1 30.0 592 731 WOONPLAATS Vlaams 28.8 28.7 17.4 16 26 38 70 43.0 22.4 1402 1923 Brussels & Waals 32.3 32.0 17.3 19 30 42 72 45.4 28.3 893 1160 GEWICHT (BMI) Onder & gezond gewicht 29.9 29.8 17.1 17 28 40 69 44.0 24.7 1354 1841 Overgewicht 33.2 32.8 17.3 20 30 42 74 47.2 28.9 710 922 Obesiteit 23.1 23.3 17.0 10 21 33 64 36.3 15.7 227 315 SEIZOEN Lente 28.0 27.9 17.2 15 26 38 68 41.5 21.8 584 805 Zomer 30.7 30.6 15.6 19 29 40 66 48.3 25.2 572 754 Herfst 32.4 31.7 16.2 20 30 41 69 47.6 27.4 597 793 Winter 28.8 28.8 19.4 15 25 39 77 39.3 23.3 542 731 LICHAMELIJKE Inactief 30.5 30.3 18.7 17 28 41 75 41.5 26.0 918 1262 ACTIVITEIT Minimaal 30.8 30.6 16.3 19 28 40 69 47.2 25.0 748 994 Pos. voor gezondheid 28.4 28.3 16.1 16 26 38 65 44.4 21.6 580 767 HUISHOUD- 1 persoon 29.4 28.9 16.3 18 26 37 70 47.2 20.3 363 471 GROOTTE 2 personen 27.8 27.7 17.5 15 25 36 71 42.1 20.0 798 1087 3+ personen 31.8 31.5 17.1 19 30 43 69 43.2 29.5 1115 1503 TOTAAL 30.2 30.0 17.5 17 28 40 71 43.7 24.8 2295 3083 Gem_1: gewogen gemiddelde gecorrigeerd voor interviewdag en seizoen Gem_2: gewogen gemiddelde gecorrigeerd voor interviewdag, seizoen, geslacht en leeftijd n: aantal respondenten die het voedingsmiddel minstens éénmaal consumeerden % 20-40: percentage met een voldoende inname volgens de aanbeveling (20 tot 40 g/dag) % > 40: percentage met een inname boven de aanbeveling (20 tot 40 g/dag) - 346 -