Overzicht kortdurende zorg met verblijf



Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

1. Alle dagbesteding inclusief vervoer gaat naar de gemeente (Wmo en Jeugdwet). Ook de dagbesteding van cliënten met een hoog zzp.

Primair proces. Levering

Overgangsrecht van AWBZ cliënten en beleid Versie december 2014

Financiële regelingen voor personen met PWS

INFORMATIEKAART SPOEDZORG

Inhoudsopgave Wet langdurige zorg... 2 De huisarts en de WLZ... 6

CL IËNT. Regelt de aanspraak op zorg voor mensen die een blijvende behoefte hebben aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid.

Wet langdurige zorg Informatieblad Ieder(in) Juni 2014

Overzicht bekostiging van behandeling bij Wlz-cliënten in 2016

IVVU, 18 februari 2015 Herma Oosterom. Wet langdurige zorg

De Wet Langdurige Zorg- samenvatting gericht op de gevolgen voor mensen met chronische

Brochure Modulair Pakket Thuis

Wet langdurige zorg. Bijeenkomst 31 maart Christiaan Dol

Actualiteiten en 2015

Kabinetsbeleid en persoonsgebonden budget

Wet langdurige zorg (Wlz) Van aanvraag tot besluit

Addendum Zorginkoop langdurige zorg 2015

Toegang tot de zorg: hoe is het geregeld en hoe loopt het in de praktijk?

Wet Langdurige Zorg. A.L.V. 27 oktober 2014

BELEIDSREGEL CA Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c

Wet langdurige zorg (Wlz) Van aanvraag tot besluit

Factsheet. De overheid gaat de langdurige zorg anders organiseren. Wat betekent dat voor mijn pgb?

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 juni 2014 Betreft Kortdurend eerstelijns verblijf

Zorg uit de Zvw. Wijkverpleging, ELV, GRZ. Judith den Boer

Tijdelijk verblijf in een instelling, ter vervanging van de bestaande thuissituatie.

Actualiteiten en 2015

Wet langdurige zorg (Wlz) Presentatie VGN. Sanne Lubbers Martin Holling. 16 december 2014

BELEIDSREGEL CA Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c

Wet langdurige zorg (Wlz) Van aanvraag tot besluit

Kabinetsbeleid en persoonsgebonden budget

Zorg uit de Wlz en ondersteuning of jeugdhulp? Kan iemand met een Wlz-indicatie een beroep doen op de Wmo 2015 of op de Jeugdwet?

Op 1 januari 2015 verandert ons zorgstelsel. De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) wordt dan vervangen door vier wetten:

Actualiteiten en pgb. Waar gaan we het over hebben? Wat is jouw beperking? Hans van der Knijff. 28 november 2014

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk l / Ervaringen invoering Wlz 16 september 2015

Vragen en antwoorden over het Persoonsgebonden budget (PGB) jeugdhulp, Inhoudsopgave

Addendum Zorginkoop langdurige zorg 2015

CIZ. Wet langdurige zorg Bijeenkomst BTN 11 februari

Factsheet: Leveringsvormen in de Wet Langdurige Zorg

AWBZ-zorg aanvragen, hoe regelt u dat?

Vragen en antwoorden over het Persoonsgebonden budget (PGB) jeugdhulp, Inhoudsopgave

Afwegingsinstrument voor opname eerstelijns verblijf 2.0

Afwegingsinstrument voor opname eerstelijns verblijf 2.0

Afwegingsinstrument voor opname eerstelijns verblijf 2.0

Afbakening Wet langdurige zorg (Wlz) en samenwerking Centrum indicatiestelling zorg (CIZ)

Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking. Wat verandert er in de zorg in 2015

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds In hoofdstuk 9 worden na artikel 9.13 vier nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

INFORMATIEKAART TIJDELIJK VERBLIJF OUDEREN

Zorgbelang Brabant: samen werken aan betere zorg

Wet langdurige zorg (Wlz) 2015

Geen. (Potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven

Datum: 30 augustus 2010 Uitgebracht aan: Onderstaand de volledige uitspraak.

BELEIDSREGEL CA Volledig Pakket Thuis

Wijzigingen in de verpleegkundige zorg thuis naar aanleiding van intrekken beleidsregel MSVT per 2018

CIZ. Bepaling toegang tot de Wet langdurige zorg door CIZ Informatie voor zorgaanbieders

Van AWBZ naar Wmo. Nieuwe Wmo

Veel gestelde vragen overgangsrecht persoonsgebonden budget (PGB) Jeugd

Vier wetten, drie loketten en één overgangsjaar

AWBZ-zorg aanvragen, hoe regelt u dat?

Toekomst wooninitiatieven met PGB of ZIN. Dorien Kloosterman

Wijzigingen in de verpleegkundige zorg thuis naar aanleiding van intrekken beleidsregel MSVT per 2018

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 17 juni 2015 Betreft eerstelijns verblijf

SOORTEN PGB PGB- SERVICE UW BUDGET

Het indicatiebesluit

ECSD/U Lbr. 16/074

Het nieuwe Zorgstelsel Zo is het geregeld in de gemeente Sittard-Geleen!

Ik heb een persoonsgebonden budget (pgb)

De Wmo Mariëtte Teunissen Avi-adviseur 26 november 2014

Verenso. Vereniging van specialisten ouderengeneeskunde en sociaal geriaters

Wijzigingen in de verpleegkundige zorg thuis naar aanleiding van intrekken beleidsregel MSVT per 2018

Van MSVT naar GVp. Wat zijn de wijzigingen? Wat is er duidelijk? Vanaf 2018

Onafhankelijke cliëntondersteuning Wlz

Definities Wlz Kenmerk BR/REG-18133

Nieuwe afbakening verzorging kinderen

Uw brief van Uw kenmerk Datum maart Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer CCZ/ J. Knollema (020)

Beslisboom naar (tijdelijke) vervolgzorg

De weg naar zorg Zorgkantoren Coöperatie VGZ

Zorg voor kinderen met een intensieve zorgvraag

Wmo 2015 Gemeente Zeist

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord

Als je zorg nodig hebt, wat dan.? Weet u hoeveel euro s de totale gezondheidszorg in 2014 in Nederland ongeveer heeft gekost?

Geschiedenis Zvw-AWBZ- Wmo-Jeugdwet

Nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Eerstelijnsverblijf 2017 Regulering in de zorgverzekeringswet NZa-congres van beleid naar praktijk, 22 september Thesra Hilte-olde Scheper

3.2 Eerstelijnsverblijf Verblijf dat medisch noodzakelijk is in verband met geneeskundige zorg zoals huisartsen die plegen te bieden.

Ik woon in een zorginstelling

Wet maatschappelijke ondersteuning januari 2015

Hervorming Langdurige Zorg - gevolgen voor de ggz

Relevante wet- en regelgeving 5. Aanleiding en doelstelling 7. Hoofdlijnen subsidieregeling eerstelijns verblijf 8. Toegang eerstelijns verblijf 9

Bespreekmemo Producten Wmo t.b.v. Overlegtafel Wmo 2 d.d. 20 juni 2017

23 OKT Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland t.a.v. J. Schirmbeck Postbus AK Utrecht

Het indicatiebesluit

Dorien Kloosterman. Naar-Keuze. Toekomst wooninitiatieven met PGB of ZIN Dorien Kloosterman Breda 23 april 2016

Informatiebrochure. Samenwerking huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde. Financiering met en zonder indicatie Wet langdurige zorg

Specifieke afwegingskaders

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ Bijlage 9. Kortdurend Verblijf

Wat is zorg verandert?

FAQ presentatie zorgaanbieders januari / februari 2015

Ik krijg nu AWBZ-zorg. Wat krijg ik in 2015?

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk directie Regulering Care/Wlz/16/11c /

Transcriptie:

Overzicht kortdurende zorg met verblijf 23 december 2014 Hierbij vindt u een overzicht van de verschillende vormen van kortdurende zorg met verblijf. Wij hebben voor u de definities en situaties vóór en ná 1 januari 2015 op een rij gezet. Bij vragen kunt u contact opnemen met de Helpdesk Zorgaanbieders: Tel: 030 273 99 00 E-mail: helpdesk@hervorminglangdurigezorg.nl Website: www.hervorminglangdurigezorg.nl/helpdesk 1

Factsheet 2

Kortdurende zorg met verblijf vóór 2015 (AWBZ) Situatie voor 1-1-2015 Sector Kortdurende zorg met verblijf vóór 2015 (AWBZ) Er zijn verschillende vormen van kortdurende zorg met verblijf. - Kortdurend verblijf (of logeren) is het tijdelijk en kort elders laten verblijven van cliënten met een AWBZ-aanspraak, met als doel de mantelzorg respijtzorg te bieden. - Cliënten waar een opname in het ziekenhuis medisch gezien niet noodzakelijk is en geen structurele behoefte is aan verblijf. Terugkeer naar huis en herstel op (korte) termijn zorginhoudelijk is mogelijk (uitgaande van max 2 maanden). - Thuiswonenden verzekerden die hun pgb deels inzetten om kortdurend, bijvoorbeeld enkele weekenden per maand en/of enkele weken per jaar, zorg met verblijf buitenshuis in te kopen. Alle grondslagen VV, GHZ, GGZ In de AWBZ krijgt kortdurende zorg met verblijf vorm op verschillende manieren, namelijk via de aanspraak kortdurend verblijf en de aanspraak verblijf: De aanspraak kortdurend verblijf (artikel 9a Bza) betreft zorg gedurende maximaal drie etmalen per week als het overnemen van het permanent toezicht ter ontlasting van de mantelzorg noodzakelijk is. Deze aanspraak bestaat sinds 2011 en is sindsdien bedoeld in aanvulling op zorg in de thuissituatie voor verzekerden die zorg en permanent toezicht nodig hebben. 1 De omgeving van de verzekerde (bijvoorbeeld ouders of levenspartner) kan met deze aanspraak in de AWBZ tijdelijk het permanent toezicht uit handen geven. Een voorbeeld hiervan is het twee keer per maand een weekend logeren van een kind met een ernstig verstandelijke beperking in een logeerhuis. In het indicatiebesluit is deze zorg opgenomen in functies en klassen. De omvang van de functie kortdurend verblijf wordt uitgedrukt in één, twee of drie etmalen per week. De aanspraak verblijf (artikel 9 Bza) wordt ook gebruikt voor kortdurende zorg met verblijf: 1. Als verblijf noodzakelijk is gedurende meer dan drie etmalen per week. Een voorbeeld hiervan is het herstellen in een instelling gedurende enkele weken na een ziekenhuisopname. Hiervoor wordt de zzp-systematiek gebruikt. In het indicatiebesluit is deze zorg dan opgenomen in de vorm van een zorgzwaartepakket, met een korte geldigheidsduur. 2. Door thuiswonende verzekerden met een zzp-indicatie in de vorm van een persoonsgebonden budget, die hun verblijfsindicatie en daaruit voortvloeiende pgb voor zorg thuis gebruiken. Zij kunnen hun pgb deels ook inzetten om kortdurend, bijvoorbeeld enkele weekenden per maand en/of enkele weken per jaar, zorg met verblijf buitenshuis in te kopen. 1 Op dit moment zijn er ook nog verzekerden met een geldige indicatie van voor 2011 met de voorloper van de aanspraak kortdurend verblijf ( tijdelijk verblijf ). Bij tijdelijk verblijf was een lichter indicatieregime van toepassing dan bij kortdurend verblijf vanaf 2011. Bij kortdurend verblijf vanaf 2011 is er een behoefte aan permanent toezicht. 3

Aanvraag Bekostiging CIZ of bureau Jeugdzorg Prestatie Kortdurend verblijf (sinds 2011, daarvoor prestatie tijdelijk verblijf ) en de ZZP systematiek. Kortdurend Verblijf bestaat uit losstaande functies en klassen en een verblijfscomponent 2. Veel cliënten maken gebruik van een pgb om logeeropvang zelf in te kopen. 2 Deze component omvat onder meer de huishoudelijke verzorging, het keukenpersoneel, de facilitaire dienst, de dagelijkse welzijnsactiviteiten en de voeding- en hotelmatige kosten. Deze component kan alleen worden afgesproken voor de niet-geïndiceerde partner en kortdurend verblijf (beleidsregel NZa CA-300-579). 4

Subsidieregeling Eerstelijns verblijf 2015 (Wlz) Situatie na 1-1-2015 Sector Subsidieregeling Eerstelijns verblijf 2015 (Wlz) Mensen met tijdelijke behoefte aan medisch noodzakelijk verblijf. Alleen cliënten zonder een Wlz-indicatie komen in aanmerking voor deze subsidie. De subsidie vervalt in 2016 omdat deze zorg vanaf dat moment wordt bekostigd uit de Zvw. Niet van toepassing Verblijf in verband met zorg zoals huisartsen die plegen te bieden het zogenoemde eerstelijns verblijf - is onder het huidige Besluit zorgverzekering mogelijk. Omdat er in 2015 nog geen bekostigingstitel hiervoor bestaat in de Zvw wordt deze zorg in 2015 bekostigd uit de tijdelijke subsidieregeling (Wlz, artikel 11.1.5). Deze subsidie vervalt per 2016 van rechtswege. Bij het vaststellen van kortdurend eerstelijns verblijf maakt de huisarts (in samenwerking met de specialist ouderengeneeskunde en/of wijkverpleegkundige) of de transferverpleegkundige (in samenspraak met de huisarts en de specialist) in het ziekenhuis de afweging of er een acuut en manifest risico bestaat op gezondheidsverlies (het ontstaan van lijden en blijvende schade) gegeven de kenmerken van de patiënt en zijn hulpvraag. De huisarts of transferverpleegkundige neemt hierbij ook de persoonlijke (thuis)situatie van de patiënt mee in zijn overweging; is er een partner of iemand in de omgeving in staat en bereid de noodzakelijke hulp en het noodzakelijke toezicht te bieden. Ook moet worden vastgesteld dat opname in het ziekenhuis medisch gezien niet noodzakelijk is, dat er geen structurele behoefte is aan verblijf 3 en dat terugkeer naar huis en herstel op (korte) termijn zorginhoudelijk mogelijk is. Voor kortdurend eerstelijns verblijf onder zowel de tijdelijke subsidieregeling als de Zvw is dus bepalend dat het gaat om medisch noodzakelijk verblijf in verband met geneeskundige zorg. Aanvraag Bekostiging Met het oog op 2016 werkt het Zorginstituut op dit moment aan een nadere duiding van kortdurend eerstelijns verblijf. Bij de consultatie van deze duiding betrekt het Zorginstituut ook de zorgaanbieders, huisartsen, specialisten oudergeneeskunde en wijk- en transferverpleegkundigen. Reguliere aanvraag bij het CIZ, op advies van huisarts vanuit de thuissituatie (in samenwerking met de specialist ouderengeneeskunde en/of wijkverpleegkundige) of op advies van de transferverpleegkundige vanuit het ziekenhuis (in samenspraak met de huisarts en de specialist). Er wordt een (kortdurend) indicatiebesluit met bezwaar- en beroepsmogelijkheden afgegeven. Zorgkantoren maken over deze zorg afspraken met aanbieders. Aanbieders declareren via de reguliere Wlz declaratiestandaard (iwlz). De prestaties en tarieven 2015 kunt u vinden via deze link. 3 In deze situatie is een Wlz-indicatie aangewezen (met inachtneming van de toegangscriteria voor de Wlz). 5

Logeeropvang (Wlz) Situatie na 1-1-2015 Logeeropvang 2015 (Wlz) Logeeropvang van maximaal twee etmalen per week voor verzekerden met een Wlz-indicatie die thuis wonen via een pgb, vpt of mpt. Het is mogelijk logeeropvangdagen te sparen. Per kalenderjaar heeft men maximaal 104 dagen logeeropvang die men naar believen gedurende het jaar mag inzetten. De logeeropvang in een instelling omvat ook het verstrekken van eten en drinken, het schoonhouden van de logeerruimte en andere ruimten waarvan de verzekerde tijdens zijn logeerverblijf gebruik maakt en het gebruik van roerende voorzieningen als bedoeld in onderdeel a, onder 3, van artikel 3.1.1, eerste lid. (Wlz, artikel 3.1.1, eerste lid, onderdeel g) Sector Aanvraag Alle grondslagen (VV, GHZ) Verzekerden met een Wlz-indicatie die primair kiezen om thuis te blijven wonen via een pgb, vpt of mpt, maar die kortdurend opgenomen moeten worden in verband met respijtzorg. Cliënten met een pgb, mpt of vpt die logeeropvang willen ontvangen hebben al een indicatie voor de Wlz via het CIZ. Bij cliënten met een mpt of vpt vraagt de zorgaanbieder de logeeropvang aan bij het zorgkantoor. Dit gebeurt eenmalig (bij intermitterend (=regelmatig terugkerende) logeeropvang) of per logeerbeurt (bij incidenteel logeren). Cliënten met een pgb kunnen logeeropvang (zorg en verblijf) alleen inkopen bij een toegelaten aanbieder. Voor pgb-houders is dit nieuw t.o.v. de huidige AWBZ. Als pgb-houders logeren bij een niet-toegelaten aanbieder kunnen ze alleen de zorg uit het pgb betalen en niet de verblijfskosten. De beperking tot een toegelaten instelling heeft onder meer als doel dat budgethouders niet langer de huur van een vakantiewoning of de kosten van een hotel, in binnen- en buitenland, uit het pgb kunnen betalen. Diverse pgb-gefinancierde aanbieders van logeeropvang zullen een toelating moeten aanvragen bij het CIBG in het kader van de WTZi. Daarvoor krijgen zij de tijd. Hierover is VWS in overleg met Per Saldo. Bekostiging Om aanbieders voldoende tijd te geven om een toelating aan te vragen zal het zorgkantoor de aanbieder waarbij een cliënt pgb ontvangt tot 1 juli 2015 beschouwen als toegelaten instelling. Het is dan wel nodig dat de cliënt het zorgkantoor voor 1 maart 2015 een brief van zijn/haar aanbieder stuurt waarin de aanbieder verklaart dat hij een aanvraag zal indienden bij het CIBG. Logeeropvang in de Wlz kan op 3 manieren worden bekostigd: 1. Bij het intermitterend verblijf kan de verblijfscomponent naast de zorg (vpt of mpt) door de verblijfsaanbieder worden gedeclareerd. 6

2. Bij het incidentele verblijf (opgespaarde logeeropvang) wordt de leveringsvorm van mpt of vpt omgezet naar verblijf met een einddatum of kan de verblijfscomponent door de aanbieder worden gedeclareerd (zoals bij 1). De zorgaanbieder vraagt bij het zorgkantoor de leveringsvorm verblijf aan. 3. Via het pgb bij een toegelaten zorgaanbieder. In de situatie dat de cliënt om andere redenen kortdurend gaat verblijven, niet zijnde logeeropvang, gaat het om verblijf. Er is dan geen sprake meer van de leveringsvormen vpt, mpt of pgb. De bekostiging gaat dan via de reguliere bekostiging van verblijf. Aanbieders declareren via de reguliere Wlz declaratiestandaard (iwlz) in situatie 1 en 2 en krijgen uitbetaald via de SVB in situatie 3. 7

Overgangsregeling Kortdurend verblijf Wlz indiceerbaren (Wlz) Situatie na 1-1-2015 Kortdurend verblijf Wlz-indiceerbaren (Wlz) Er zijn verschillende vormen van kortdurende zorg met verblijf mogelijk voor Wlz-indiceerbaren: - Kortdurend verblijf (of logeren) is het tijdelijk en kort elders laten verblijven met als doel de mantelzorg respijtzorg te bieden. - Thuiswonenden verzekerden die hun pgb deels inzetten om kortdurend, bijvoorbeeld enkele weekenden per maand en/of enkele weken per jaar, zorg met verblijf buitenshuis in te kopen. Sector VV, GHZ 4 Alleen de groep Wlz-indiceerbaren met een indicatie kortdurend verblijf met ingangsdatum na 1 januari 2011 op basis van het criterium permanent toezicht kunnen kiezen voor kortdurend verblijf in de Wlz. Aanvraag Geen aanvraag, huidige indicatie wordt administratief omgezet van AWBZ naar Wlz. In 2015 volgt een regulier (her)indicatietraject door het CIZ. Bekostiging Wlz middels prestatie Kortdurend verblijf. Kortdurend Verblijf bestaat uit losstaande functies en klassen en een verblijfscomponent 5. Veel cliënten maken gebruik van een pgb om logeeropvang zelf in te kopen. 4 Onder de groep Wlz-indiceerbaren valt niet de groep cliënten met een geldige indicatie voor Tijdelijk Verblijf 4 afgegeven vóór 1 januari 2011 en ook niet de groep cliënten met een psychiatrische aandoening als dominante grondslag. Zij gaan over naar de Wmo 2015 en, tot 18 jaar, naar de Jeugdwet. 5 Deze component omvat onder meer de huishoudelijke verzorging, het keukenpersoneel, de facilitaire dienst, de dagelijkse welzijnsactiviteiten en de voeding- en hotelmatige kosten. Deze component kan alleen worden afgesproken voor de niet-geïndiceerde partner en kortdurend verblijf (beleidsregel NZa CA-300-579). 8

Respijtzorg (Wmo 2015) Situatie na 1-1-2015 Respijtzorg (Wmo 2015) Gemeenten krijgen met de Wmo 2015 een brede verantwoordelijkheid voor de ondersteuning van mensen bij participatie en zelfredzaamheid. Gemeenten worden geacht, op basis van een zorgvuldig proces waarin het individueel onderzoek centraal staat, passende ondersteuning te bieden die mensen in staat stelt zo lang mogelijk thuis te blijven wonen. Hierbij wordt nadrukkelijk ook de situatie van de mantelzorger betrokken. De Wmo 2015 biedt gemeenten ruimte om vorm te geven aan respijtzorg, bijvoorbeeld door het inzetten van kortdurend verblijf of dagbesteding. In de Wmo 2015 is in artikel 1.1.1. kortdurend verblijf opgenomen in de definitie van maatwerkvoorziening. Sector Samen met de VNG is in 2013 een handreiking gemaakt over respijtzorg in het gemeentelijk domein. In het voorjaar van 2015 komt een nieuwe versie van de handreiking. Deze is geactualiseerd en de resultaten van een verkenning naar werkzame elementen van respijtzorg worden erin betrokken. Niet van toepassing In de Wmo 2015 kennen we geen aanspraken. In overleg met de cliënt en de mantelzorger(s) wordt door de gemeente bezien welk maatwerk de beste ondersteuning biedt. Daarbij wordt ook gekeken naar eigen kracht en mogelijkheden binnen het sociale netwerk. Uitgangspunt is dat het gaat om het verlichten van de mantelzorger(s). Kortdurend verblijf onder de Wmo 2015 kan alleen wanneer er geen indicatie is voor de Wlz of een aanspraak op de Zvw (Wmo 2015, artikel 1.1.1.). Het Kortdurend Verblijf onder de AWBZ bestaat uit losstaande functies en klassen en een verblijfscomponent, zoals keukenpersoneel en de dagelijkse welzijnsactiviteiten. De gemeente dient in overleg met aanbieders rekening te houden met deze aanvullende componenten bij het organiseren van kortdurend verblijf voor iemand die begeleiding nodig heeft. Er kan tevens sprake zijn van een combinatie van begeleiding en persoonlijke verzorging tijdens het kortdurend verblijf, die onder de verantwoordelijkheid van gemeenten valt. Indien er tijdens de respijtzorg, of meer specifiek het kortdurend verblijf, ook nog wijkverpleging noodzakelijk is, dienen gemeenten en zorgverzekeraars hierover afspraken te maken. Aanvraag Onder de groep Wlz-indiceerbaren valt niet de groep cliënten met een geldige indicatie voor Tijdelijk Verblijf 6 afgegeven vóór 1 januari 2011 en ook niet de groep cliënten met een psychiatrische aandoening als dominante grondslag. Zij gaan over naar de Wmo 2015 indien zij 18 jaar en ouder zijn. Bij de gemeente. 6 Op dit moment zijn er nog verzekerden met een geldige indicatie van voor 2011 met de voorloper van de aanspraak kortdurend verblijf ( tijdelijk verblijf ). Bij tijdelijk verblijf was een lichter indicatieregime van toepassing dan bij kortdurend verblijf vanaf 2011. Bij kortdurend verblijf moet er een behoefte aan permanent toezicht zijn. 9

Bekostiging De wijze van bekostiging wordt lokaal, in overleg tussen de gemeente en de aanbieder, bepaald. De Wmo 2015 maakt financiering uit pgb mogelijk. Ten aanzien van het pgb geldt dat hier trekkingsrecht voor wordt ingevoerd. Naast de maatwerkvoorzieningen die zijn gedefinieerd in het genoemde artikel, zijn gemeenten vrij om ook andere voorzieningen te treffen dan alleen hetgeen past binnen de huidige AWBZ-aanspraak kortdurend verblijf. Dit past bij de maatwerkgedachte van de Wmo 2015 waarbij het gewenste resultaat centraal staat: ondersteuning van de mantelzorg. 10

Respijtzorg (Jeugdwet) Situatie na 1-1-2015 Sector Aanvraag Bekostiging Respijtzorg (Jeugdwet) Gemeenten hebben vanaf 1 januari 2015 een jeugdhulpplicht. Zij zijn er aan gehouden om tijdig passende jeugdhulp (preventief, hulp, ondersteuning of zorg) te bieden in het kader van opvoed- en opgroeiproblematiek, psychische problemen en stoornissen. Een belangrijke vorm van ondersteuning kan zijn het bieden van respijtzorg, dat wil zeggen: het tijdelijk overnemen van de totale zorg waardoor het netwerk tijdelijk ontlast wordt van zijn taak. Samen met de VNG is in 2013 een handreiking gemaakt over respijtzorg in het gemeentelijk domein. In het voorjaar van 2015 komt een nieuwe versie van de handreiking. Deze is geactualiseerd en de resultaten van een verkenning naar werkzame elementen van respijtzorg worden erin betrokken. Niet van toepassing In de Jeugdwet kennen we geen aanspraken. Voor kinderen/jongvolwassenen (tot 18 jaar) die niet op eigen kracht of met behulp van het sociaal netwerk kunnen participeren/ zelfredzaam zijn en geen indicatie hebben voor de Wlz of aanspraak kunnen maken op de Zvw, geldt de Jeugdwet (Jeugdwet, artikel 2.3 lid 1). In de Jeugdwet wordt nadrukkelijk over passende jeugdhulp gesproken en niet over een aanspraak om zo goed mogelijk aan te kunnen sluiten bij de hulp en ondersteuning die een jeugdige en zijn gezin nodig heeft, waarbij de eigen kracht van het gezin wordt gerespecteerd. Indien er tijdens de respijtzorg ook nog wijkverpleging noodzakelijk is, dienen gemeenten en zorgverzekeraars hierover afspraken te maken. Jeugdigen die voor de Wlz in aanmerking komen omdat zij blijvend permanent toezicht en/of 24-uurs zorg nodig hebben vallen niet onder de Jeugdwet. Cliënten met een indicatie kortdurend verblijf vanaf 2011 vallen onder de Wlz indiceerbaren. Onder de groep Wlz-indiceerbaren valt niet de groep cliënten met een geldige indicatie voor Tijdelijk Verblijf 7 afgegeven vóór 1 januari 2011 en ook niet de groep cliënten met een psychiatrische aandoening als dominante grondslag. Zij gaan over naar de jeugdwet indien zij jonger zijn dan 18. Bij de gemeente. Gemeenten kunnen de jeugdhulp zowel via zorg in natura als via een pgb verstrekken. Ten aanzien van het pgb geldt dat hier trekkingsrecht voor wordt ingevoerd. In de verordening moeten gemeenten vastleggen welk beleid zij rondom het verstrekken van pgb s hanteren. 7 Op dit moment zijn er nog verzekerden met een geldige indicatie van voor 2011 met de voorloper van de aanspraak kortdurend verblijf ( tijdelijk verblijf ). Bij tijdelijk verblijf was een lichter indicatieregime van toepassing dan bij kortdurend verblijf vanaf 2011. Bij kortdurend verblijf moet er een behoefte aan permanent toezicht zijn. 11