Monitor OGGZ 2010-2011 Zuid-Holland Noord



Vergelijkbare documenten
Monitor OGGZ Zuid-Holland Noord

Hoofstuk 2 Kader. Bijlage bij Beleidskader Maatschappelijk zorg en Beschermd wonen

Monitor OGGZ Zuid-Holland Noord

Monitor Maatschappelijke Zorg Midden-Holland

Monitor Maatschappelijke zorg Holland Rijnland

Monitor. Maatschappelijke Opvang, OGGZ en Verslavingszorg

11/20/2014. Het onzichtbare zichtbaar maken in de OGGZ Stadsbioloog in Leiden. Prof dr Bert van Hemert. Vreemde vogels.

Sociaal kwetsbare burgers in Eersel. Antje Eugster Onderzoeksfunctionaris

Dreigende Energieafsluitingen Holland Rijnland

Epidemiologie van de OGGZ OGGZ. Wat is OGGZ? Ongevraagde geestelijke gezondheidszorg. Ongevraagde geestelijke gezondheidszorg

Wmo beleidsplan Maatschappelijke Zorg Centrumgemeenteregio Zuid-Holland Zuid

MONITOR MAATSCHAPPELIJKE OPVANG, OGGZ EN VERSLAVINGSZORG ZUID-HOLLAND NOORD 2006

Maatschappij en Gezondheidszorg Symposium 5.2

Holland Rijnland. Decentralisatie AWBZ Stuurgroep 25 september Wim Klei

Memo met achtergrondinformatie voor regionale bekostiging van gebouw C

Monitor begeleid wonen Twente 2012

INWONERS KWETSBARE BURGERS IN EEN GEMEENTE MET...

Op weg naar 2020: Transformatie van de maatschappelijke zorg

Nieuwe taken naar gemeenten. de mens centraal. 21 mei 2012

Kwetsbare burgers in beeld? Workshop Symposium 10 februari 2014 Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant

Sociale index: Gebiedsteam Sneek Noord 1 oktober 2014

Wmo-adviesraad Leiderdorp

IJsselland. Monitor OGGZ 2015

Sociale index Gebiedsteam Sneek Zuid 1 oktober 2014

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING

Ambitie: de doelgroep maatschappelijke zorg woont passend en zo zelfstandig mogelijk, heeft passende ondersteuning en participeert naar vermogen.

Tabak, cannabis en harddrugs

Bijlage 1. Afwegingskader ZRM Wonen en zorg

gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de verordening maatschappelijke ondersteuning B E S L U I T E N:

Samenvatting en Beschouwing jaar

OGGZ-monitor Midden-Holland Aantallen geregistreerde cliënten in de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg

Monitor begeleid wonen en bemoeizorg Twente 2013

B&W. Advies. Noodopvang en woningen bijzondere doelgroepen. Zoetermeer steeds ondernemend. \u,/.,;/ 9P..\9\.\ Zocx C?.3-.l.l.--2:c.

Analyse Beschermd wonen regio Holland Rijnland 5 december 2014

Analyse Beschermd wonen regio Holland Rijnland 23 oktober 2014

Factsheet pedagogische hulp in Holland Rijnland 2013: welke plaats in het nieuwe jeugdbeleid?

Geestelijke Gezondheid (19 64 jaar)

Startfoto Factsheets Maatschappelijke Zorg Holland Rijnland. November 2017

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012

Sociale index Gebiedsteam Bolsward, Platteland Bolsward en Witmarsum-Arum 1 oktober 2014

Aanmeldformulier Meldpunt Zorg en Overlast / Steunpunt Huiselijk Geweld

Werk in ontwikkeling Werkgroep Conceptueel kader

1. Inleiding. 2. Doelen en uitgangpunten van het gemeentebestuur

De Maatschappelijke zorg dichterbij. Op weg naar 2021: Transformatie van de maatschappelijke zorg

Welzijn Nieuwe Stijl. preventie zorg en opvang. 27 juni 2011

Instemmen met het voorstel om een pilot met de Monitor Sociaal Kwetsbare Groepen (monitor SKG) uit te voeren in één van de regiogemeenten.

IrisZorg. verslavingszorg. en maatschappelijke opvang. dicht bij mensen, ver in zorg

Oplegvel. Datum: Besluitvormend. Datum: Adviserend. Datum: Informerend. DB Colleges PHO DB Gemeenteraad DB AB Gemeenteraad. 26 sept.

Kerncijfers OGGZ Rapportage DWO-gemeenten 2016

Dakloos in Leiden 2013

Wmo subsidiekader Inleiding. Bijlage: Wmo subsidiekader Visie op maatschappelijke dienstverlening, outcome en indicatoren

Wij hopen het advies met u te bespreken op onze vergadering van 2 juni 2017 om 10:00 uur in het gemeentehuis van Leiderdorp.

Memorandum. Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling. Aan Regionaal beleidsteam. Datum 17 februari 2015

Doelstelling Voortgang bestuurlijk monitoren van OGGZ en GGZ regeling aan de hand van: Verslagen 2012 Plannen 2014

deelrapport Kwetsbare burgers

1. Onderwerp OGGZ: Uitvoeringnotitie Beschermd Wonen

OGGZ Veldmonitor Utrecht

Opmerkingen en onderzoeksuggesties vanuit de discussiegroepen symposium 16/10/2013 nav de tabellen over huisuitzettingen

Raadsvoorstel. Wij stellen voor: Beleidskader maatschappelijk zorg besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen

Beleidsplan Opvang en Bescherming. Anne-Marie van Bergen (Movisie) en Daan Heineke (Talenter)

Bijlage 2. Inloopfunctie GGZ

Maatschappelijke opvang: trends en ontwikkelingen Verdiepingssessie Stedelijk Kompas Gemeente Eindhoven 31 maart 2015 Mathijs Tuynman

Wat weet u na vanavond?

METINGEN 2014, 2015 EN Monitor opvang Enschede. A. Kruize. B. Bieleman

Monitor Sociaal Domein. Winnie Valkhoff, adviseur Servicepunt71 / gemeente Leiden Sturen in het sociaal domein

Holland Rijnland. Monitor Aanpak Kindermishandeling

Monitor verslaafden en daklozen Enschede 2006

Inloopfunctie GGZ. Notitie Inloopfunctie GGZ 2

Samenvatting en Beschouwing jaar

Monitor verslaafden en daklozen Enschede 2008

Maatschappelijke zorg? De gemeente een zorg! Concept Uitvoeringsprogramma Maatschappelijke zorg

Cijfers maatschappelijke opvang Uitgave: Federatie Opvang, in opdracht van het ministerie van VWS

Monitor begeleid wonen en bemoeizorg Enschede 2011

INWONERS KWETSBARE BURGERS IN EEN GEMEENTE MET...

Onderwerp Dekking coalitieakkoord 2014 vanuit maatschappelijke opvang en verslavingsbeleid

Monitor Regionaal Kompas Oost-Veluwe

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams

Jaarverslag Steunpunt Huiselijk Geweld Hollands Midden in 2014

Inwoners met een ernstig psychiatrische aandoening in de wijk

Wegwijzer voor buurt- en wijkteams

Onderwerp Ondertekening Herzien Convenant OGGZ-Platforms Zuid-Holland Noord 2011

Raadsinformatiebrief Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang. Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang Lekstroom. Uitgave nr.

B en W. nr d.d

Regionaal beleids- en afsprakenkader 2016

Begeleid Wonen. Maatschappelijke opvang en aanpak huiselijk geweld

Welzijn en (gezondheids)zorg

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Gemeentelijk armoedebeleid. Martijn Schut Adviseur Stimulansz

Memorandum. Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling. Aan Regionaal beleidsteam. Datum 17 februari 2015

M E M O. Aan : Commissie Samenleving Van : Eveline Tijmstra en Harry Rotgans. Datum : 20 oktober 2016 Onderwerp : Verwarde personen.

Waar bemoei je je mee?! Vrije samenleving. Waar bemoei je je mee?! Vrije samenleving. Ochtendrapport crisisdienst. De sociale psychiatrie is dood

Overheveling begeleiding Zuid-Holland Noord (ZHN) 14 juni 2011 A. Augustinus Manager Care

Monitor Huisuitzettingen en preventie Twente 2012

DE GGZ IN DE 9 PRESTATIEVELDEN

Regionaal Kompas Zuid-Holland Noord. Iedereen onder dak!

Profiel van daklozen in de vier grote. steden. Omz, UMC St Radboud Nijmegen. IVO, Rotterdam. Jorien van der Laan Sandra Boersma Judith Wolf

Perceelbeschrijving. Jeugd en gezinsteam

1. Onderwerp Regionale afspraken Anonieme hulp op afstand/ telefonische hulpdienst 2. Rol van het

METINGEN 2014 EN Monitor opvang Enschede. A. Kruize. B. Bieleman

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Borgele en Platvoet Deventer

Transcriptie:

Monitor OGGZ 2010-2011 Zuid-Holland Noord Omvang risicogroepen en cliëntgroepen ten aanzien van preventie, signalering, zorg, opvang en rehabilitatie in de Openbare Geestelijke GezondheidsZorg

Colofon: Opdrachtgever: Uitvoering: Auteur: Foto omslag: Gemeente Leiden GGD Hollands Midden Hanneke Tielen De Schuilplaats Leiden Publicatienummer: 12061 Rapport downloaden: Rapport bestellen: www.ggdhm.nl infodocu@ggdhm.nl september 2012

Inhoud Voorwoord... 5 Samenvatting... 7 1 Inleiding... 11 1.1 Doel van de Monitor OGGZ... 11 1.2 Beleidscontext... 11 1.3 Voorziene ontwikkelingen... 12 1.4 Wijzigingen... 13 1.5 Leeswijzer... 13 2 Opzet en inhoud monitor... 15 2.1 Doelgroepen en risicofactoren... 15 2.2 OGGZ-ladder... 16 2.3 Domeinen van problematiek... 18 2.4 Gegevens en bronnen... 20 3 Huisvesting en financiën... 23 3.1 Huurhuizen en lage inkomens... 23 3.2 Woonoverlast, schulden en huisuitzettingen... 24 3.3 Hulp bij wonen en schulden... 28 3.4 Maatschappelijke Opvang... 32 3.5 Samenvatting huisvesting en financiën... 34 4 Dagbesteding... 37 4.1 Werkzoekend... 37 4.2 Hulp bij dagbesteding... 37 4.3 Samenvatting dagbesteding... 39 5 Gezondheid... 41 5.1 Gezondheid van inwoners... 41 5.2 Meldpunt en crisisdiensten... 42 5.3 GGZ en hulp bij wonen... 45 5.4 Sterfte door suïcide... 48 5.5 Samenvatting gezondheid... 49

6 Middelengebruik... 51 6.1 Alcoholgebruik... 51 6.2 Meldingen overlast verslaving... 52 6.3 Ambulante verslavingszorg... 52 6.4 Outreachend werk verslavingszorg... 55 6.5 Samenvatting middelengebruik... 56 7 Relaties... 59 7.1 Eenoudergezinnen... 59 7.2 Meldingen huiselijk geweld... 60 7.3 Hulpverlening gezinnen... 62 7.4 Samenvatting relaties... 64 8 Veiligheid... 67 8.1 Veiligheidsgevoel en slachtofferschap... 67 8.2 Overlast, ex-gedetineerden, rechterlijke machtigingen... 68 8.3 Begeleiding ex-gedetineerden en veelplegers... 72 8.4 Samenvatting veiligheid... 75 Gegevensleveranciers... 77 Literatuur... 79

Voorwoord Voor u ligt de vijfde editie van de Monitor OGGZ Zuid-Holland Noord. De GGD Hollands Midden verzamelt al tien jaar in opdracht van de centrumgemeente Leiden gegevens over kwetsbare groepen in de samenleving. De verzamelde gegevens betreffen huisvesting, financiën, dagbesteding, gezondheid, kwetsbare relaties en veiligheid. De gemeenten kunnen specifieke cijfers vinden op lokaal niveau ter ondersteuning van hun beleid op het gebied van OGGZ, verslavingszorg, maatschappelijke opvang en veiligheid. De GGD Hollands Midden dankt alle zorginstellingen, de instellingen voor hulp- en dienstverlening, de woningcorporaties en de gemeenten die elke twee jaar de anonieme cliëntgegevens aan de GGD leveren. Zonder deze samenwerking is de Monitor OGGZ niet mogelijk. In vergelijking met vorige edities is de opbouw van de vijfde uitgave van de Monitor OGGZ aangepast. Een evaluatie onder de gebruikers in het voorjaar van 2012 leverde een aantal verbeteringen op. De indeling van de cijfers sluit beter aan op de beleidscontext en de beschrijvingen van de tabellen zijn korter en bondiger. Wij hopen dat u wederom veel nuttige informatie zult aantreffen in de Monitor OGGZ Zuid- Holland Noord. J.M.M. de Gouw, Directeur GGD Hollands Midden 5

6

Samenvatting Elke twee jaar verzamelt de GGD Hollands Midden in opdracht van de centrumgemeente Leiden gegevens over sociaal kwetsbare groepen in de regio Zuid-Holland Noord. De Monitor OGGZ volgt risicogroepen in de bevolking, de zorgconsumptie en het gebruik van voorzieningen in de tijd. De cijfers onderbouwen het beleid ten aanzien van de Wet maatschappelijke ondersteuning en het Regionaal Kompas Zuid-Holland Noord. Daarnaast levert de monitor cijfers aan de Inspectie Gezondheidszorg. Een evaluatie van de Monitor onder de gebruikers heeft geleid tot zoveel mogelijk cijfers op gemeenteniveau, een bondiger toelichting op de tabellen, actuelere cijfers en een indeling die beter aansluit op de beleidscontext. Deze editie van de Monitor OGGZ voegt cijfers toe over de jaren 2010 en 2011. Het model Sociale Uitsluiting van het Sociaal Cultureel Planbureau biedt een theoretisch kader voor de keuze van indicatoren. De indicatoren zijn ingedeeld in vier domeinen: bestaansvoorwaarden (huisvesting, financiën en dagbesteding), gezondheid (psychische gezondheid en middelengebruik), relaties en veiligheid. Binnen elk domein zijn de indicatoren gerangschikt van risicogroepen in de bevolking naar een steeds grotere afhankelijkheid van zorg en opvang. De GGD heeft de cijfers verzameld bij hulp-, zorg- en dienstverleners. Onderstaande cijfers zijn van 2011, tenzij anders vermeld. Huisvesting Bij het Meldpunt Zorg & Overlast spelen bij 200 zaken vervuiling/verwaarlozing/verzamelwoede een rol, bij 83 zaken geluidsoverlast, bij 35 zaken stankoverlast, bij 27 zaken waterafsluiting en bij 19 zaken energieafsluiting. Een combinatie van bovenstaande problemen komt regelmatig voor. Het aantal meldingen vanwege waterafsluiting is toegenomen. In Zuid-Holland Noord wonen minder mensen in een corporatiewoning (20%) dan in Nederland (31%). Het aantal dreigende huisuitzettingen dat door corporaties wordt gemeld bij het Meldpunt Zorg & Overlast neemt toe (282 zaken in 2011). Bij 3% van de huishoudens komt de deurwaarder langs, bij 0,8% wordt de kantonrechter ingeschakeld en 0,1% wordt uitgezet. In 2011 zijn 73 huishoudens uitgezet. De trend is dalend. De Binnenvest heeft 99 personen opgevangen vanwege acute dakloosheid, de trend is dalend. Zij biedt woonbegeleiding aan 346 personen, 55 personen maken gebruik van een RIBW-bed en 37 personen wonen in het Sociaal Pension. Het aantal personen met woonbegeleiding en het aantal gebruikers van een RIBW-bed nemen toe. Op 31 december 2011 hebben 233 personen bij De Binnenvest een postadres. Deze lijst is sterk opgeschoond. In Alphen aan den Rijn hebben 13 personen bij het Open Venster een postadres. Ook hier een dalende trend. In Leiden zijn naar schatting een kleine 300 feitelijk daklozen A. Dit aantal is gelijk aan een schatting van twee jaar eerder. Het outreachend werk van De Binnenvest heef contact gehad met 213 personen, een stijgende trend. Financiën Een derde van de huishoudens heeft een laag inkomen, lager dan 25.100 euro besteedbaar jaarinkomen (Nederland 40%); 7% van de huishoudens zit op of onder het sociaal minimum A Feitelijk daklozen zijn voor hun overnachting aangewezen op straat of op een kortdurend verblijf in laagdrempelige opvangvoorzieningen of bij familie of kennissen, zonder uitzicht op permanent onderdak, ook niet in een sociaal pension of iets dergelijks. 7

(Nederland 8%). Tien procent van de beroepsbevolking krijgt een uitkering (Nederland 14%). Van de ouderen ontvangt 1,2% naast de (gedeeltelijke) AOW nog een uitkering (Nederland 1,8%). Bij het Meldpunt Zorg & Overlast zijn 467 zaken gemeld vanwege financiële problemen, een stijgende trend. De gemeentelijke schuldhulpverlening heeft 1.598 aanvragen ontvangen (Zoeterwoude en ISD Rijnstreek ontbreken) waarvan 620 personen (40%) in een schuldregeling terechtkwamen, een stijgende trend. Er zijn door de gemeenten 333 Wsnp-verklaringen afgegeven, 173 huishoudens zijn ingestroomd in de Wsnp en 201 huishoudens zijn uitgestroomd. De gemeenten bieden budgetbeheer aan 991 personen, een stijgende trend. Dagbesteding Vier procent van de beroepsbevolking heeft geen werk en zoekt werk (Nederland 7%). De GGZ-dagactiviteitencentra zijn door 740 personen bezocht, een sterk dalende trend. De Binnenvest heeft in 2010 aan 94 daklozen een individueel trajectplan aangeboden, met als doel huisvesting, een legaal inkomen en dagbesteding te regelen. In 2011 hebben 73 daklozen een trajectplan. Aan de Veegploeg van De Binnenvest hebben 108 personen deelgenomen. Gezondheid Een kleine 3.000 volwassenen (1%) en 2.000 ouderen (2%) vindt de eigen gezondheid slecht. Ongeveer 16.000 volwassenen en ouderen (4%) heeft een hoog risico op angst en/of depressie. De crisisdienst van GGZ-Rivierduinen heeft 2.793 volwassen en 558 ouderen geholpen, een stijgende trend. De crisisdienst buiten kantooruren van Kwadraad heeft 161 personen geholpen. In Leiden en omstreken en in de Rijnstreek zijn 611 personen cliënt bij GGZ-Rivierduinen voor case management (gegevens Duin- en Bollenstreek ontbreken). Dit aantal is stabiel. Het aantal cliënten begeleid zelfstandig wonen (235 personen) neemt sterk af en het aantal cliënten beschermd wonen (243 personen) neemt toe (vooral in Noordwijkerhout). Het aantal suïcides in Hollands Midden is 62, dat is 8,1 per 100.000 inwoners (Nederland 9,9/100.000). Tweemaal zoveel mannen als vrouwen. Het aantal suïcides schommelt de afgelopen tien jaar tussen de 40 en 70. Middelengebruik 14% van de volwassenen en 11% van de ouderen drinkt excessief alcohol (mannen >21 glazen en vrouwen >14 glazen per week), 4% drinkt zeer excessief (>30 glazen per week). Bij Brijder Verslavingszorg en De Brug zijn 1.255 cliënten ingeschreven met een primaire alcoholverslaving, 8% van de zeer excessieve drinkers. Het bereik is toegenomen. Bij Brijder staan 2.034 cliënten ingeschreven en bij De Brug 302; de overlap is ongeveer 36 personen. Ruim de helft van de cliënten bij Brijder Verslavingszorg heeft primair een alcoholverslaving, 15% een opiaatverslaving, 12% cannabis, 8% cocaïne, 4% overige drugs, 4% gokken en 1% een andere verslaving. Deze verhouding is stabiel. Het methadonprogramma van Brijder Verslavingszorg heeft 246 cliënten, een stabiele trend. Het mobiele team van Brijder heeft contact gehad met 155 personen, een stijgende trend. Relaties Bij de Politie Hollands Midden zijn 2.260 incidenten huiselijk geweld geregistreerd, een licht stijgende trend. Een kwart van de incidenten leidt tot een aangifte, een dalende trend. In 80 gevallen (14% van de aangiften) is de Wet tijdelijk huisverbod toegepast, een stijgende trend. Bij het Meldpunt Zorg & Overlast zijn 66 zaken huiselijk geweld gemeld. Dit aantal schommelt per jaar. 8

Veiligheid 5% van de volwassenen en ouderen voelt zich overdag wel eens onveilig en 15% voelt zich s avonds en s nachts wel eens onveilig. Een kwart van de volwassenen en ouderen is slachtoffer geweest van een vermogens-, vandalisme- of geweldsdelict (respectievelijk 14%, 13% en 5%), evenveel als in Nederland. Bij het Meldpunt Zorg & Overlast zijn 65 zaken gemeld betreffende zwervers en 62 zaken betreffende overlast openbare ruimte, een stijgende trend. In 2009 zijn 191 Rechterlijke Machtigingen opgelegd, dat is 3,7 per inwoners (Nederland 6,2/). In hetzelfde jaar zijn 239 Inbewaringstellingen uitgevoerd, dat is 4,6 per inwoners (Nederland 4,7/). De trend is stabiel. Er zijn 630 volwassen gedetineerden uitgestroomd, 90% mannen. In Katwijk kregen 14 verslaafde ex-gedetineerden begeleiding en in Leiden bewoonden 43 ex-gedetineerden het Exodushuis en/of doorstroomhuis. Bij de Politie Hollands Midden zijn 448 volwassen veelplegers bekend, 11 per volwassenen (Nederland 18/). De trend is licht dalend. Jeugd en jongvolwassenen tot en met 22 jaar Huisvesting Bij De Binnenvest krijgen 35 personen onder de 23 jaar (10%) begeleid wonen, 3 personen (5%) maken gebruik van een RIBW-bed; 80 personen (10%) hebben in 2011 een postadres gehad (aantal 18-22-jarigen met postadres op peildatum 31 december 2011 onbekend); 54 jongeren (25%) hebben contact gehad met het outreachend werk van De Binnenvest. Bij de Dagopvang Leiden staan 36 personen (5%) geregistreerd, bij het SPIL 65 personen (25%) en bij de Nachtopvang Leiden 10 personen (5%) onder de 23 jaar. Dagbesteding Bij de drie dagactiviteitencentra van GGZ Rivierduinen zijn 25 bezoekers (3%) jonger dan 23 jaar. Bij de Veegploeg van De Binnenvest zijn 4 jongvolwassen deelnemers (4%). Gezondheid Bij de crisisdienst van GGZ-Rivierduinen zijn 123 cliënten (4%) jonger dan 18 jaar en 217 cliënten (7%) van 18 tot en met 22 jaar. Het aantal cliënten jonger dan 23 jaar bij case management van GGZ-Rivierduinen is 8 (1%) (gegevens Duin- en Bollenstreek ontbreken), begeleid zelfstandig wonen is 4 (2%) en beschermd wonen 12 (5%). Ongeveer 5% van de suïcides in Hollands Midden wordt gepleegd door jongeren onder de 23 jaar. Het aantal schommelt tussen de 0 en 6 per jaar. Middelengebruik Brijder heeft 200 verslaafden in ambulante zorg die jonger zijn dan 23 jaar (10%) en De Brug 39 cliënten (12%). In het methadonprogramma van Brijder gaat het om 3 cliënten (1%) die jonger zijn dan 23 jaar. Relaties Eén op de drie huishoudens bestaat uit een gezin met kinderen. In één op de zes gezinnen met kinderen is maar één ouder (Nederland 1 op de 5). Bij het Meldpunt Zorg & Overlast zijn 38 zaken gemeld ten aanzien van kinderverwaarlozing/ mishandeling. In 2010 zijn 1.731 kinderen gemeld bij het Advies- en Meldpunt 9

Kindermishandeling, 16 per 1.000 minderjarigen (Nederland 8 per 1.000). Bij het meldpunt Basiszorg Kwetsbare Kinderen zijn 110 gezinnen met minderjarige kinderen in zorg. Bij het Meldpunt Zorg & Overlast zijn 158 multiprobleemgezinnen gemeld, waarvan 55 gezinnen (35%) een gezinscoach kregen toegewezen. Veiligheid In een periode van vijf jaar (2005-2009) betreft 3% van de inbewaringstellingen minderjarigen van 12 tot en met 17 jaar (37 jongeren). In dezelfde periode zijn 118 jongvolwassenen (18 tot en met 22 jaar) in bewaring gesteld (10% van de inbewaringstellingen). Bij de Politie Hollands Midden zijn 32 minderjarige veelplegers bekend. Dit is 8 veelplegers per inwoners van 12 tot en met 17 jaar (Nederland 10/). 10

1 Inleiding 1.1 Doel van de Monitor OGGZ Het doel van de monitor is het volgen van ontwikkelingen in aard en omvang van doelgroepen voor maatschappelijke opvang-, OGGZ- en verslavingsbeleid. De monitor volgt risicogroepen in de bevolking, de zorgconsumptie en het gebruik van voorzieningen in de tijd. De drie beleidsterreinen hebben een sterke overlap van doelgroepen (zie kader). Maatschappelijke opvang is een verzamelnaam voor diverse vormen van opvang voor kwetsbare groepen in de samenleving, bijvoorbeeld dak- en thuislozen of ex-psychiatrische patiënten. De voorzieningen variëren van het bieden van simpel onderdak tot meer intensieve vormen van begeleiding en rehabilitatie. De OGGZ is een containerbegrip voor alle activiteiten op het terrein van de geestelijke gezondheidszorg die niet op geleide van een vrijwillige, individuele hulpvraag worden uitgevoerd. Het belangrijkste element hieruit is dat er geen vraag om zorg is van de personen op wie de hulp zich richt. Niet de persoon zelf, maar derden brengen de hulp op gang. Preventie van psychische problemen is inbegrepen, onder andere gericht op externe omstandigheden die de problematiek mede veroorzaken of in stand houden. De ambulante verslavingszorg helpt verslaafden omgaan met hun verslaving, waarbij zij zoveel mogelijk re-integreren in de samenleving. De Monitor OGGZ beoogt het gemeentelijk beleid op het terrein van preventie, signalering en vroeginterventie, zorg en hulpverlening en re-integratie ten aanzien van bovenstaande doelgroepen met cijfers te onderbouwen. Daarnaast presenteert de Monitor OGGZ specifieke gegevens ten behoeve van het Regionaal Kompas Zuid-Holland Noord en de Inspectie Openbare Gezondheidszorg. Elke twee jaar verzamelt de GGD Hollands Midden in opdracht van de centrumgemeente Leiden gegevens over sociaal kwetsbare groepen in de regio Zuid-Holland Noord. Dit rapport beschrijft de resultaten van de gegevensverzameling in 2012. Gegevens zijn opgevraagd over de jaren 2010 en 2011. Eerdere gegevensverzamelingen vonden plaats in 2004 1, 2006 2, 2008 3 en 2010 4. 1.2 Beleidscontext Wet Maatschappelijke Ondersteuning De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) beschrijft de gemeentelijke verantwoordelijkheid ten aanzien van de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg als volgt: Het signaleren en bestrijden van risicofactoren op het gebied van de openbare geestelijke gezondheidszorg, het bereiken en begeleiden van kwetsbare personen en risicogroepen, het functioneren als meldpunt voor signalen van crisis of dreiging van crisis bij kwetsbare personen en risicogroepen en het tot stand brengen van afspraken tussen betrokken organisaties over de uitvoering van de openbare geestelijke gezondheidszorg. 5 11

Voor de uitvoering van de wet zijn negen prestatievelden geformuleerd. De monitor verzamelt gegevens over de laatste drie prestatievelden: 7. maatschappelijke opvang, vrouwenopvang, advies- en steunpunten huiselijk geweld, 8. OGGZ, de openbare geestelijke gezondheidszorg en 9. ambulante verslavingszorg. Het doel van de WMO is dat iedereen moet kunnen meedoen in de maatschappij, maar wel zoveel mogelijk op eigen kracht en met eigen verantwoordelijkheid. Het doel van de OGGZ is het vroegtijdig signaleren en beïnvloeden van risicofactoren en beschermende factoren met het oog op het voorkomen en verminderen van uitsluiting en het realiseren van een aanvaardbare kwaliteit van leven voor kwetsbare mensen. Dit vraagt een inspanning van gemeenten ten aanzien van kwetsbare burgers, die graag willen meedoen, maar weinig zelfredzaam zijn. Regionaal Kompas Zuid-Holland Noord Het Rijk heeft Leiden, net als alle centrumgemeenten, voor de maatschappelijke opvang en verslavingszorg, gevraagd om voor de periode 2008-2013 door middel van een Stedelijk Kompas de aanpak van dakloosheid en daarmee samenhangende problemen aan te pakken. Hier is gekozen voor een Regionaal Kompas samen met de 15 gemeenten in Zuid-Holland Noord: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude. De aanvankelijke looptijd tot en met 2013 is door VWS met een jaar verlengd tot eind 2014. 6 Het Regionaal Kompas Zuid-Holland Noord 2008-2013 7 is een plan van aanpak dat in samenspraak met veel partijen tot stand is gekomen en waar alle gemeenten mee hebben ingestemd. Het betreft een uitvoeringsagenda bij de beleidsvisie Iedereen telt 8 uit 2006, gericht op de OGGZ, verslavingszorg en maatschappelijke opvang en beoogt al ingezette activiteiten te versterken en de afstemming met en samenwerking tussen alle betrokken partijen te intensiveren. Het ingezette beleid is in de WMO-beleidsplannen 2008-2012 herbevestigd. Inspectie Openbare Gezondheidszorg De Inspectie voor de Gezondheidszorg voert haar toezicht steeds meer selectief en risicogericht uit. Voor de openbare gezondheidszorg geldt vanaf 2008 dat de inspectie met een aantal indicatoren risico s wil opsporen. Hiertoe heeft zij een basisset indicatoren openbare gezondheidszorg opgesteld 9. Eén van de indicatoren is risicogroepen OGGZ. Dit zijn de risicogroepen OGGZ volgens IGZ: (Dreigende) huisuitzettingen, Aanvragen schuldhulpverlening, Veelplegers, Residentieel daklozen, Harddrugsverslaafden, Woningvervuilingen, Bemoeizorgklanten in zorg en Multiprobleemgezinnen. De indicatoren zijn in 2010 opgenomen in de Basisset publieke gezondheidszorg 2010 van de Inspectie voor de Gezondheidszorg 10. De indicatoren woningvervuilingen, bemoeizorgklanten in zorg en multiprobleemgezinnen zijn landelijk nog niet gestandaardiseerd. In deze Monitor worden gegevens van alle IGZ-indicatoren gepresenteerd. 1.3 Voorziene ontwikkelingen AWBZ-taken overhevelen naar Wmo Het kabinet wil de nu nog uit de AWBZ gefinancierde begeleiding overdragen aan gemeenten en onderbrengen in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Dit zou per 1 januari 2013 van 12

start gaan. Door de val van het kabinet gaat dit niet door. Een nieuw kabinet besluit of de overheveling van AWBZ naar Wmo op een later tijdstip alsnog doorgaat 11. Extramuralisering van de zorg In het Lenteakkoord van het kabinet in 2012 staat een voorstel om de norm voor intramurale zorg te verschuiven naar extramuraal. Dit betekent dat de zorg die mensen met zware problematiek in een instelling kregen, in het vervolg thuis moet worden gegeven. Het is de vraag of instellingen de permanente intensieve begeleiding kunnen leveren in een extramurale setting. 12 Wet werk en bijstand Het kabinet wil toe naar één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt, die de Wet werk en bijstand (WWB), Wet Wajong en Wet sociale werkvoorziening (WSW) vervangt. Het was de bedoeling dat deze wet, de Wet werken naar vermogen (WWNV), per 1 januari 2013 in zou gaan 13. Door de val van het kabinet is het onduidelijk of en wanneer dit door zal gaan. Jeugdzorgtaken naar gemeente Het kabinet heeft in het regeerakkoord aangekondigd alle jeugdzorgtaken te decentraliseren naar gemeenten. De decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten is onder andere een gevolg van de wens om één financieringsstroom tot stand te brengen ter ontschotting van het ondersteunings- en zorgaanbod 14. Dan kunnen de gemeenten meer investeren in preventie, ondersteuning en ambulante hulp zodat een beroep op duurdere vormen van zorg kan worden teruggedrongen. Een voorlopige tijdsplanning is dat de ambulante hulp overgaat in 2014. 1.4 Wijzigingen In het voorjaar van 2012 is de Monitor OGGZ geëvalueerd onder portefeuillehouders en ambtenaren OGGZ, leden van het Beleidsvoorbereidend en Bestuurlijk Platform OGGZ en de subregionale Platforms OGGZ Rijnstreek en Duin- en Bollenstreek en zorgpartijen 15. De resultaten hebben geleid tot een aantal aanpassingen: - (Nog) meer cijfers op gemeenteniveau - Rapport sneller publiceren zodat cijfers actueler zijn - Toelichting op tabellen korter en bondiger De Academische Werkplaats OGGZ USER van de vier grote steden is in 2010 gestart met het ontwikkelen van een structuur voor het op logische wijze presenteren van cijfers binnen een Monitor OGGZ. De GGD Hollands Midden participeert in deze werkgroep. De volgorde waarin de cijfers worden gepresenteerd is in deze editie van de Monitor OGGZ aangepast aan de nieuwe structuur. Hiermee wordt beoogd de cijfers zodanig te rangschikken dat zij beter aansluiten op beleidsvragen. 1.5 Leeswijzer Hoofdstuk 2 beschrijft het model van sociale uitsluiting op basis waarvan de kenmerken van kwetsbaarheid en risicofactoren zijn gekozen. Vervolgens laat de OGGZ-ladder zien hoe mensen af kunnen glijden van risicogroep in de samenleving naar meer afhankelijkheid van professionele hulp en zorg. De OGGZ-ladder wordt uitgebreid tot een matrix met de domeinen waarbinnen problemen ontstaan. Tenslotte worden alle indicatoren met de bronnen vermeld. 13

In hoofdstuk 3 tot en met 8 worden de cijfers per domein beschreven: huisvesting/financiën, dagbesteding, gezondheid, middelengebruik, relaties en veiligheid. In elk hoofdstuk staan de cijfers in volgorde van de OGGZ-ladder. Te beginnen met risicofactoren in de bevolking, vervolgens de gesignaleerde problemen bij meldpunten, crisisdiensten en politie, dan de zorg/hulpverlening en tenslotte de maatschappelijke opvang. In de hoofdstukken 5 tot en met 8 ontbreekt de onderste trede, omdat in de betreffende domeinen geen cijfers beschikbaar zijn in de maatschappelijke opvang. In de tabellen met cijfers per gemeente staan de gemeenten in aflopende volgorde van aantal inwoners: Leiden bovenaan, Zoeterwoude onderaan. Boven elke tabel wordt een vraag gesteld die vervolgens met behulp van de cijfers in de bijbehorende tabel wordt beantwoord. De code die voor elke vraag staat correspondeert met de bijbehorende indicator in de OGGZ-matrix op pagina 19. Voorbeeld: M3.2. M is voor het domein Middelengebruik, 3 is de derde trede van de OGGZ-ladder (cijfers over zorg) en 2 is de tweede indicator in deze cel: aantal cliënten verslavingszorg. Voor zover beschikbaar zijn in de tabellen tussen haakjes het aantal jongeren tot en met 22 jaar opgenomen. In de samenvattingen per hoofdstuk wordt een aparte paragraaf aan deze groep gewijd. 14

2 Opzet en inhoud monitor We doorlopen een aantal stappen om tot een keuze van indicatoren te komen. Eerst beschrijven we de kenmerken van de doelgroepen en welke risicofactoren hierbij een rol spelen met behulp van het model Sociale Uitsluiting 16. Vervolgens gebruiken we de OGGZ-ladder 17 om de doelgroepen te rangschikken naar de mate van zelfredzaamheid. Naarmate ze afdalen op de ladder worden ze meer afhankelijk van professionele zorg, hulp of begeleiding. Onderaan de ladder staan de daklozen. De OGGZ-ladder vormt vervolgens de basis voor een matrix waarin de verschillende domeinen van problematiek worden geplaatst: bestaansvoorwaarden, relatieproblemen, gezondheid en veiligheid. In de cellen van de matrix worden tenslotte de indicatoren geplaatst op de bijbehorende trede van de OGGZ-ladder en kolom van het betreffende domein. 2.1 Doelgroepen en risicofactoren Het centrale thema van de WMO is dat iedereen jong en oud, gehandicapt en nietgehandicapt, autochtoon en allochtoon, met en zonder problemen volwaardig aan de samenleving kan deelnemen 18. De mensen die tot de doelgroepen van de OGGZ behoren, doen juist niet (voldoende) mee, zijn uitgesloten of dreigen te worden uitgesloten van de maatschappij. De risicogroepen voor sociale uitsluiting zijn zeer heterogeen en de problemen heel divers. De kenmerken die zij met elkaar delen worden hieronder beschreven aan de hand van het model sociale uitsluiting. De twee centrale kenmerken van sociale uitsluiting zijn: 1) er is sprake van een tekort of achterstand op zowel het culturele als economische vlak met 2) het ontbreken van toekomstperspectief. Culturele uitsluiting achterstand sociale participatie: onvoldoende deelname aan formele en informele sociale netwerken, inclusief vrijetijdsbesteding; onvoldoende sociale ondersteuning; sociaal isolement; onvoldoende sociale betrokkenheid; voor allochtonen: ontbreken van contact met autochtonen. achterstand culturele integratie: onvoldoende naleving van centrale waarden en normen behorend bij actief sociaal burgerschap; gering arbeidsethos; geringe opleidingsbereidheid; niet stemmen; misbruik sociale zekerheid; delinquent gedrag; afwijkende pedagogische opvattingen; afwijkende opvattingen over rechten en plichten van vrouwen/mannen. Economische uitsluiting materiële achterstand (armoede): tekort aan middelen voor elementaire levensbehoeften en materiële goederen; life style deprivatie; problematische schulden; betalingsachterstanden (m.n. woonlasten); geen mogelijkheid om geld te lenen. geen toegang tot social rights ((semi-)overheidsinstellingen): wachtlijsten en/of (financiële) drempels voor gezondheidszorg, onderwijs (m.n. ten behoeve van kinderen), huisvesting, rechtsbijstand, maatschappelijke dienstverlening, schuldhulpverlening, arbeidsbemiddeling, sociale zekerheid, maar ook zakelijke dienstverlening zoals banken en verzekeringsinstellingen; onvoldoende veiligheid en leefbaarheid woonomgeving. 15

Een groot aantal factoren verhoogt het risico op sociale uitsluiting. Risicofactoren kunnen worden ingedeeld in wel en niet beïnvloedbaar door beleid. Hieronder staan de twee soorten risicofactoren op een rij. In elke rij staat de belangrijkste risicofactor met de sterkste samenhang met sociale uitsluiting bovenaan en de factor met de zwakste samenhang onderaan. Mate van samenhang van risicofactoren met sociale uitsluiting Niet beïnvloedbaar Samenhang met sociale uitsluiting Beïnvloedbaar Alleenstaande ouder Sterker Gering psychisch welbevinden Niet-westers allochtoon Slechte gezondheid Lage opleiding vader Werkloos Alleenstaand Laag inkomen Uitkeringsgerechtigd Slechte beheersing Nederlandse taal Zwakker Lage opleiding Twee niet beïnvloedbare factoren ontbreken in dit rijtje, namelijk leeftijd en geslacht. Hogere leeftijd is eerder een beschermende dan een risicofactor. Met het ouder worden neemt het risico op uitsluiting af. Vrouwen wijken nauwelijks af van mannen, waarschijnlijk omdat veel uitsluitingskenmerken op huishoudniveau spelen. Alleenstaande ouders vormen een uitzondering. Zij zijn meestal vrouwen en het verhoogde risico treft dan ook vooral vrouwen. Cumulatie van risicofactoren Eén risicofactor alleen leidt meestal niet tot sociale uitsluiting. Naarmate er meer risicofactoren worden gecombineerd wordt de mate van sociale uitsluiting groter. De combinatie van risicofactoren die een groot effect hebben op de mate van sociale uitsluiting zijn: gering psychisch welbevinden, slechte gezondheid, laag inkomen en uitkeringsgerechtigd/werkloos/geen zinvolle dagbesteding. Bovenstaande combinatie van belangrijkste risicofactoren voor sociale uitsluiting is voor volwassenen en ouderen gelijk. Wanneer deze combinatie optreedt, voegen andere risicofactoren nog maar weinig toe. Alle vier de risicofactoren hebben een direct effect op sociale uitsluiting. Sociaal uitgesloten raken is een proces dat zich in de tijd afspeelt. Oorzaken en gevolgen kunnen elkaar in de loop der tijd afwisselen. Vooral een gering psychisch welbevinden lijkt eerder een gevolg dan oorzaak te zijn van uitgesloten zijn. Kanttekening Bovenbeschreven risicofactoren zijn niet specifiek voor sociale uitsluiting. Nagenoeg dezelfde zijn ook vastgesteld in relatie tot het ontstaan van psychische stoornissen, probleemgedrag en verslaving 17. 2.2 OGGZ-ladder De OGGZ-ladder 17 beschrijft groepen kwetsbare mensen in uiteenlopende contexten en toestanden van sociale uitsluiting. Afhankelijk van waar op de OGGZ-ladder de peilstok wordt geplaatst op welke trede van de ladder is er sprake van andere risico- en zorgprofielen. De treden representeren ook potentiële interventieniveaus waarop in het proces van uitsluiting in de 16

uiteenlopende contexten kan worden ingegrepen. Onvoldoende inspanningen op de treden leiden tot niet-herkenning en niet-interventie met als risico verdere uitval of terugval. Feitelijk werken de treden als communicerende vaten. Op trede nul staat de algemene bevolking. Men heeft een redelijke tot goede gezondheid, doet actief mee in de maatschappij en kan tegenslagen opvangen dankzij voldoende sociale steun. Bij de eerste trede gaat het om uiteenlopende risicogroepen waarbij sprake is van verminderd welzijn en minder goed in staat eigen problemen op te lossen. Dank zij voldoende steun van familie en vrienden, blijven de problemen beheersbaar. Op de tweede trede nemen de problemen in ernst toe. Er is sprake van opeenstapeling van problemen en ze houden langer aan. Steun uit de omgeving is gebrekkig of valt weg. De situatie is kwetsbaar en kan na een ingrijpende gebeurtenis snel verslechteren. Op de derde trede worden mensen afhankelijk van voorzieningen voor psychiatrische en/of verslavingszorg of maatschappelijke opvang. Zij hebben uiteenlopende, vaak meervoudige problemen. De afhankelijkheid van opvang en zorg kan tijdelijk of langdurig zijn. Op de vierde trede is de bodem van het bestaan bereikt. Deze feitelijk daklozen hebben geen huisvesting. Zij maken beperkt gebruik van de opvang- en zorgvoorzieningen. Zij overnachten op straat, vinden tijdelijk onderdak bij vrienden of familie, of komen bij de nachtopvang. Op elke trede is een aantal interventies mogelijk door gemeente en instellingen. Op de nulde en eerste trede is preventie aan de orde. De tweede trede vraagt om signalering en vroeginterventie en toeleiding naar zorg. Op de derde en vierde trede hebben mensen passende opvang en zorg nodig. Bij elke trede kunnen gemeente en instellingen actief bijdragen aan rehabilitatie en herstel. Terwijl kwetsbare mensen de ladder afdalen, verandert hun hulpbehoefte en krijgen ze vaak met andere instellingen te maken. Tegelijkertijd kunnen op dezelfde trede verschillende instellingen actief zijn. Of men met de één of andere instelling te maken krijgt, hangt onder andere af van 17

welke kenmerken of problemen op dat moment als belangrijk worden ervaren door de persoon zelf of door de omgeving. 2.3 Domeinen van problematiek Bij sociaal kwetsbare groepen komen vaak meerdere problemen tegelijkertijd voor. De problematiek is ingedeeld in vier domeinen: bestaansvoorwaarden, gezondheid, relaties en veiligheid 19. Zie de Matrix Monitor OGGZ op pagina 19. Domein 1: Bestaansvoorwaarden a. Huisvesting Gegevens over meldingen van woningvervuiling, energieafsluiting, overlast bij wonen (geluid, stank etc.), (dreigende) huisuitzetting, crisisopvang Maatschappelijke Opvang, woonbegeleiding door de Maatschappelijke Opvang en dakloosheid. b. Financiën Gegevens over uitkeringsgerechtigden, bestaansminimum en huurschulden, schuldhulpverlening en budgetbeheer. c. Dagactiviteiten Gegevens over werkzoekenden, GGZ-dagactiviteitencentra, trajecten maatschappelijke opvang. Domein 2: Gezondheid a. Lichamelijke en psychische gezondheid Gegevens over oordeel eigen gezondheid, risico op angst- en/of depressieklachten. Meldingen van vreemd gedrag en verstandelijke beperking; crisisinterventie door AMW of GGZ, begeleid en beschermd wonen bij de GGZ; sterfte aan suïcide. b. Middelengebruik Gegevens over middelengebruik/verslaving alcohol en/of drugs; verslavingszorg Domein 3: Relaties Gegevens over eenoudergezinnen, meldingen van sociaal isolement/stille problematiek, probleemgezinnen, huiselijk geweld en wet tijdelijk huisverbod. Domein 4: Veiligheid Gegevens over meldingen overlast in openbare ruimte, uitstroom gedetineerden, begeleiding exgedetineerden, rechterlijke machtigingen, inbewaringstellingen en jeugdige en volwassen veelplegers; 18

MATRIX 1 MONITOR OGGZ ZUID-HOLLAND NOORD Domeinen Bestaansvoorwaarden Gezondheid Relaties Veiligheid Leefgebieden Huisvesting Financiën Dagactiviteiten Lichamelijk en Trede 0/1 Preventie H1.1 Sociale huur F1.1 Laag inkomen F1.2 Sociaal Minimum F1.3 Uitkering psychisch D1.1 Werkzoekend G1.1 Gezondheid G1.2 Angst/depressie Middelengebruik M1.1 Alcoholgebruik R1.1 Eenoudergezinnen V1.1 Veiligheidsgevoel V1.2 Slachtoffers Trede 2 Signalering H2.1 Meldingen Z&O dreigende huisuitzettingen, geluids- en stankoverlast, water- en energieafsluiting, woningvervuiling H2.2 Huisuitzettingen F2.1 Meldingen Z&O financiële problemen F2.2 Huurschulden F2.3 Aanvragen schuldregeling F2.4 Wsnpverklaringen G2.1 Meldingen Z&O vreemd gedrag, somatische beperking en verstandelijke beperking G2.2 Crisisdienst AMW G2.3 Crisisinterventie M2.1 Meldingen Z&O verslaving R2.1 Meldingen Z&O sociaal isolement, kinderverwaarlozing, geweld, opvoeding R2.2 Incidenten huiselijk geweld R2.3 Meldingen kindermishandeling V2.1 Meldingen Z&O zwerven en overlast openbare ruimte V2.2 Uitstroom gedetineerden V2.3 RM V2.4 IBS Trede 3 Zorg en hulpverlening H3.1 Crisisopvang MO H3.2 Begeleid wonen MO H3.3 Sociaal Pension F3.1 Schuldhulp F3.2 Wsnp F3.3 Budgetbegeleiding D3.1 Trajecten MO D3.2 Veegploeg MO D3.3 DAC s G3.1 Case management G3.2 Begeleid zelfstandig wonen G3.3 Beschermd wonen M3.1 Verslavingszorg M3.2 Methadonprogramma R3.1 Wet tijdelijk huisverbod R3.2 BKK R3.3 Multiprobleemgezinnen V3.1 Ex-gedetineerden V3.2 Veelplegers Trede 4 Opvang H4.1 Postadressen H4.2 Outreachend H4.3 Dagopvang H4.4 Nachtopvang H4.5 Dakloosheid M4.1 Mobiel team VZ Sterfte G5.1 Suïcide 19

2.4 Gegevens en bronnen De gegevensbronnen worden bepaald door de aanbieders op de treden nul tot en met vier van de OGGZ-ladder. De monitor richt zich op instellingen die een subsidierelatie hebben met de (lokale) overheid. Elke twee jaar wordt opnieuw bekeken of het soort gegevens moet worden aangepast of uitgebreid. Hieronder staan de indicatoren met de bronnen die in deze editie van de Monitor OGGZ zijn opgenomen. De nummers van de indicatoren corresponderen met de nummers in de Matrix op pagina 19. Bestaansvoorwaarden: Huisvesting Nr. Naam Indicatoren Bronnen Trede 0/1: Preventie H1.1 Sociale huur Aantal en percentage sociale huurders CBS Trede 2: Signalering H2.1 Zorg&Overlast Meldingen dreigende huisuitzetting, geluids- en Meldpunt Zorg en Overlast ZHN stankoverlast, water- en energieafsluiting, woningvervuiling H2.2 Huisuitzetting Aantal huisuitzettingen door woningcorporaties Woningcorporaties Trede 3: Hulpverlening H3.1 Crisisopvang Aantal cliënten crisisopvang MO De Binnenvest H3.2 Beg. Wonen Aantal cliënten begeleid wonen MO De Binnenvest H3.3 Soc. Pension Aantal bewoners Sociaal Pension De Binnenvest Trede 4: Opvang H4.1 Postadres Aantal cliënten met postadres De Binnenvest en Open Venster H4.2 Outreachend Aantal cliënten outreachend werk MO De Binnenvest H4.3 Dagopvang Aantal bezoekers dagopvang De Binnenvest en Open Venster H4.4 Nachtopvang Aantal bezoekers nachtopvang De Binnenvest H4.5 Dakloosheid Aantal feitelijk daklozen GGD Hollands Midden Bestaansvoorwaarden: Financiën Nr. Naam Indicatoren Bronnen Trede 0/1: Preventie F1.1 Laag inkomen Aantal huishoudens met laag inkomen CBS F1.2 Sociaal min. Aantal huishoudens op of onder sociaal minimum CBS F1.3 Uitkering Aantal inwoners met uitkering CBS Trede 2: Signalering F2.1 Zorg & Overlast Meldingen financiële problemen Meldpunt Zorg en Overlast ZHN F2.2 Huurschulden % huurschuld van totale huur Woningcorporaties F2.3 Aanvragen Aantal aanvragen schuldregeling Gemeenten en ISD s F2.4 Wsnp-verklaring Aantal afgegeven verklaringen Wsnp Gemeenten en ISD s Trede 3: Hulpverlening F3.1 Schuldhulp Aantal schuldregelingen Gemeenten en ISD s F3.2 Budgetbeg. Aantal cliënten budgetbegeleiding Gemeenten en ISD s F3.3 Wsnp Aantal cliënten in- en uitstroom Wsnp Bureau Wsnp 20

Bestaansvoorwaarden: Dagactiviteiten en werk Nr. Naam Indicatoren Bronnen Trede 0/1: Preventie D1.1 Werkzoekend Aantal werkloze werkzoekenden CBS Trede 3: Hulpverlening D3.1 Trajecten MO Aantal cliënten met trajectbegeleiding De Binnenvest D3.2 Veegploeg Aantal cliënten Veegploeg MO De Binnenvest D3.3 DAC s Aantal cliënten Dagactiviteitencentra GGZ GGZ Rivierduinen Gezondheid: Lichamelijke en Psychische Gezondheid Nr. Naam Indicatoren Bron Trede 0/1: Preventie G1.1 Gezondheid % slechte ervaren gezondheid GGD Hollands Midden G1.2 Angst/depressie % hoog risico angst/depressie GGD Hollands Midden Trede 2: Signalering G2.1 Zorg & Overlast Meldingen vreemd gedrag, somatische beperking en verstandelijke beperking G2.2 Crisisdienst Aantal cliënten crisisdienst AMW Kwadraad Meldpunt Zorg en Overlast ZHN G2.3 Crisisinterventie Aantal cliënten crisisinterventie GGZ GGZ Rivierduinen Trede 3: Zorg G3.1 Case managem. Aantal cliënten casemanagement GGZ Rivierduinen G3.2 Beg. Wonen Aantal cliënten begeleid zelfstandig wonen GGZ Rivierduinen G3.3 Besch. wonen Aantal cliënten beschermd wonen GGZ Rivierduinen Sterfte G5.1 Suïcide Aantal suïcides GGD Hollands Midden Gezondheid: Middelengebruik Nr. Naam Indicatoren Bron Trede 0/1: Preventie M1.1 Alcohol % excessief alcoholgebruik GGD Hollands Midden Trede 2: Signalering M2.1 Zorg & Overlast Meldingen verslaving Meldpunt Zorg en Overlast ZHN Trede 3: Zorg M3.1 Verslavingszorg Aantal cliënten verslavingszorg Brijder Verslavingszorg en De Brug M3.2 Methadon Aantal cliënten in methadonprogramma Brijder Verslavingszorg Trede 4: Opvang M4.1 Mobiel Team Aantal cliënten Mobiel Team VZ Brijder Verslavingszorg 21

Relaties Nr. Naam Indicatoren Bronnen Trede 0/1: Preventie R1.1 Eenoudergezin Aantal eenoudergezinnen CBS Trede 2: Signalering R2.1 Zorg & Overlast Meldingen sociaal isolement, geweld, Meldpunt Zorg en Overlast ZHN kinderverwaarlozing, opvoedproblemen R2.2 Huis. Geweld Aantal incidenten huiselijk geweld Politie Hollands Midden R2.3 Kindermish. Aantal meldingen kindermishandeling Advies- en Meldpunt Kindermish. Trede 3: Hulpverlening R3.1 WTH Aantal keer Wet tijdelijk huisverbod opgelegd Politie Hollands Midden R3.2 BKK Aantal gezinnen in zorg Basiszorg Kwetsbare Kinderen R3.3 MPG Aantal multiprobleemgezinnen Meldpunt Zorg en Overlast ZHN Veiligheid Nr. Naam Indicatoren Bron Trede 0/1: Preventie V1.1 Veiligheidsgevoel % onveilig voelen overdag en/of s nachts GGD Hollands Midden V1.2 Slachtoffers % slachtoffer van delict Integrale Veiligheidsmonitor, CBS Trede 2: Signalering V2.1 Zorg & Overlast Meldingen zwerven, overlast openbare Meldpunt Zorg en Overlast ZHN ruimte V2.2 Gedetineerden Aantal uitstroom ex-gedetineerden Dienst Justitiële Instellingen V2.3 RM Aantal rechterlijke machtigingen Inspectie Gezondheidszorg V2.4 IBS Aantal inbewaringstellingen Inspectie Gezondheidszorg Trede 3: Hulpverlening V3.1 Ex-gedetineerden Aantal begeleide ex-gedetineerden Exodushuis en Platform Kocon V3.2 Veelplegers Aantal jeugdige en volwassen veelplegers Politie Hollands Midden Kwaliteitskenmerken Voor de Monitor OGGZ worden gegevens uit verschillende bronsystemen verzameld. Elk van de bronsystemen vertegenwoordigt een dataverzameling voor een deelgebied in één van de beschreven domeinen. De kwaliteit van de monitor wordt bepaald door de kwaliteit van de dataverzamelingen. In de tekst wordt toelichting gegeven op de beperkingen van de gegevens als dat relevant is. Bijvoorbeeld als gegevens niet volledig zijn. 22

3 Huisvesting en financiën 3.1 Huurhuizen en lage inkomens H1.1 Hoeveel huishoudens wonen in een corporatiewoning? Er zijn 62.285 sociale huurwoningen in Zuid-Holland Noord. Sociale huurwoningen vormen 30% van de totale woningvoorraad (koop en huur) (CBS 2010). In 2011 huurt 20% van alle huishoudens een corporatiewoning (Tabel 1). Dit is lager dan het Nederlandse percentage (31%). In Leiden is dit percentage het hoogst (36%), in Oegstgeest het laagst (17%). Tabel 1 Huisvesting corporatiewoningen en inkomenssituatie van huishoudens Gemeenten in aflopende volgorde aantal inwoners huishoudens sociaal minimum 2010 huishoudens 2011 huishoudens in corporatiewoning 2011 huishoudens laag inkomen 2010 Gemeente Aantal Aantal % * Aantal % * Aantal % * Leiden 62.395 22.462 36 27.454 44 6.240 10 Alphen aan den Rijn 31.110 8.400 27 10.266 33 1.867 6 Katwijk 24.295 7.531 31 8.260 34 1.215 5 Teylingen 14.380 3.451 24 4.314 30 575 4 Leiderdorp 11.640 3.026 26 3.492 30 582 5 Noordwijk 11.235 2.135 19 4.157 37 899 8 Nieuwkoop 10.480 2.306 22 3.039 29 419 4 Kaag en Braassem 10.370 3.111 30 3.215 31 519 5 Voorschoten 10.295 2.162 21 2.986 29 515 5 Oegstgeest 9.945 1.691 17 2.586 26 497 5 Lisse 9.890 2.868 29 3.659 37 495 5 Hillegom 8.890 2.311 26 3.112 35 445 5 Rijnwoude 7.380 1.771 24 2.214 30 295 4 Noordwijkerhout 6.565 1.838 28 2.298 35 394 6 Zoeterwoude 3.115 623 20 779 25 125 4 Zuid-Holland Noord 231.985 65.687 20 81.830 35 15.079 7 Nederland - - 31-40 - 8 Bron: CBS *percentage van aantal huishoudens 2011 F1.1 en F1.2 Hoeveel huishoudens hebben een laag inkomen en hoeveel huishoudens leven op of onder het sociaal minimum? Het CBS verdeelt huishoudens in groepen met laag, midden en hoog besteedbaar inkomen. De 40% met het laagste inkomen heeft een besteedbaar inkomen lager dan 25.100 euro per jaar (CBS, 2010). Het sociaal minimum is het wettelijke bestaansminimum dat door de politiek is vastgesteld. Het is gekoppeld aan een norm naar type huishouden, bijvoorbeeld alleenstaande of gezin met kinderen. De norm ligt rond het bijstandsniveau of de AOW. In 2010 heeft 35% van de huishoudens een laag inkomen (Tabel 1). Dit is iets lager dan het Nederlandse percentage (40%). Ongeveer zeven procent van de huishoudens leeft op of onder het sociaal minimum, vergelijkbaar met het Nederlandse cijfer (8%). Leiden heeft de grootste 23

groep huishoudens met een laag inkomen (44%) evenals de grootste groep die op of onder het sociaal minimum leeft (10%). F1.3 Hoeveel inwoners ontvangen een uitkering? Bij uitkeringen gaat het hier om de Wet Werk en Bijstand (Wwb), de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (Wao), de Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen (Waz), de Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) en de Werkloosheidswet (Ww). In 2011 ontvangt 10% van de inwoners tussen 20-64 jaar een uitkering krachtens één van bovenstaande wetten (Tabel 2). Dit is lager dan het Nederlandse percentage (14%). Van de 65- plussers ontvangt 1,2% een uitkering, voornamelijk bijstand, iets minder dan in Nederland (1,8%). Het gaat om ouderen zonder of met een beperkt recht op AOW. Tabel 2 Uitkeringsgerechtigden 2011 Gemeenten in aflopende volgorde aantal inwoners inwoners 20-64 jaar Uitkering inwoners 65-plus Uitkering (niet AOW) Aantal Aantal % 1 Aantal Aantal % 2 Leiden 78.988 9.430 12 14.543 440 3,0 Alphen aan den Rijn 45.132 4.870 11 9.641 180 1,9 Katwijk 36.798 3.140 9 8.775 50 0,6 Teylingen 20.912 1.620 8 5.529 20 0,4 Nieuwkoop 16.259 1.520 9 4.023 20 0,5 Noordwijk 15.689 1.780 11 4.320 30 0,7 Leiderdorp 15.543 1.550 10 4.576 60 1,3 Kaag en Braassem 15.449 1.070 7 3.983 10 0,3 Lisse 13.497 1.190 9 3.876 20 0,5 Voorschoten 13.415 1.110 8 4.546 40 0,9 Oegstgeest 12.965 1.180 9 4.001 20 0,5 Hillegom 12.418 1.360 11 3.514 20 0,6 Rijnwoude 10.901 730 7 2.970 10 0,3 Noordwijkerhout 9.317 990 11 2.640 10 0,4 Zoeterwoude 4.846 580 12 1.321 0 - Zuid-Holland Noord 322.129 32.120 10 78.258 930 1,2 Nederland - - 14 - - 1,8 Bron: CBS 1 percentage van aantal inwoners 20 tot en met 64 jaar 2 percentage van aantal inwoners 65-plus 3.2 Woonoverlast, schulden en huisuitzettingen Wat is het totaal aantal zaken dat per jaar wordt gemeld bij het Meldpunt Zorg en Overlast? In de jaren 2009 tot en met 2011 worden elk jaar ruim 1.000 zaken gemeld bij het Meldpunt Zorg en Overlast (Tabel 3). Dit aantal is inclusief de zaken die tot en met 2010 bij het Zorgnetwerk Katwijk zijn gemeld. Per hoofd van de bevolking worden de meeste zaken gemeld uit Leiden en Alphen aan den Rijn. De minste zaken worden gemeld uit Kaag en Braassem, Noordwijk, Rijnwoude en Zoeterwoude. 24

Tabel 3 Trend aantal gemelde zaken Meldpunt Zorg en Overlast Gemeenten in aflopende volgorde aantal inwoners aantal 2011 2010 2009 2008 per inwoners aantal per inwoners aantal per inwoners aantal per inwoners Leiden 416 35 379 32 396 34 315 27 Alphen aan den Rijn 157 22 189 26 202 28 197 28 Katwijk 111 18 110 18 163* 27 85 14 Teylingen 47 13 53 15 55 15 43 12 Nieuwkoop 23 9 32 12 14 5 23 9 Leiderdorp 43 16 32 12 32 12 29 11 Kaag en Braassem 16 6 19 7 21 8 10 4 Noordwijk 16 6 31 12 53 21 45 18 Voorschoten 39 16 33 14 23 10 23 10 Oegstgeest 33 15 29 13 27 12 22 10 Lisse 35 15 40 18 36 16 33 15 Hillegom 35 17 28 14 34 17 42 21 Rijnwoude 13 7 13 7 9 5 24 13 Noordwijkerhout 30 19 22 14 30 20 28 18 Zoeterwoude 6 7 4 5 4 5 5 6 Zuid-Holland Noord 1.020 19 1.014 19 1.099 20 897 17 Bron: GGD Hollands Midden *overlap tussen Zorgnetwerk Katwijk en Meldpunt Zorg en Overlast is circa 20 zaken F2.1 en H2.1 Hoeveel zaken bij het Meldpunt Zorg en Overlast betreffen financiële problemen en problemen met wonen? De belangrijkste reden om te melden is financiële problemen (467 zaken in 2011) (Tabel 4), gevolgd door dreigende huisuitzetting (282 zaken in 2011) en vervuiling/ verwaarlozing/ verzamelwoede (200 zaken in 2011). Financiële problemen als reden om te melden neemt de afgelopen vijf jaar elk jaar toe. Er zijn vaak meerdere redenen om een zaak te melden. De combinatie financiële problemen met dreigende huisuitzetting of energie- en waterafsluiting komt regelmatig voor. Tabel 4 Trend reden* melding Meldpunt Zorg en Overlast 2011 2010 2009 2008 2007 Financiële problemen 467 319 129 90 76 Dreigende huisuitzetting 282 230 228 159 167 Vervuiling/ verwaarlozing/ verzamelwoede 200 192 93 107 118 Geluidsoverlast 83 83 37 33 32 Stankoverlast 35 34 18 16 - Waterafsluiting 27 8 - - - Energieafsluiting 19 33 42 21 8 Bron: GGD Hollands Midden *er zijn maximaal vier redenen geregistreerd waarom een zaak wordt gemeld. De getallen in één kolom kunnen niet worden opgeteld. 25

Cijfers over huurschulden en huisuitzettingen in Tabel 5, Tabel 6 en Tabel 7, zijn zo goed mogelijk per gemeente ingevuld. Soms hebben woningcorporaties huurwoningen in meerdere gemeenten. Bijvoorbeeld: Portaal heeft huurwoningen in Leiden en Oegstgeest. De precieze verdeling over deze gemeenten is niet bekend. De cijfers van Portaal staan in onderstaande tabellen bij Leiden ingedeeld. F2.2 Hoe groot is de huurschuld bij woningcorporaties? Op 31 december 2011 is de totale huurschuld bij woningcorporaties in Zuid-Holland Noord ruim 3,5 miljoen euro (Tabel 5). Dit is 1,10% van het totale huurbedrag. Sinds 2008 is het percentage huurschuld opgelopen. In Teylingen blijft het percentage huurschuld van 2008 tot en met 2011 elk jaar op een relatief hoog niveau (ruim 3% van de totale huur). Als de totale huurschuld van 2011 over alle huurders wordt verdeeld, heeft elk huishouden een huurschuld van 58 euro. De verschillen tussen gemeenten zijn groot. De laagste gemiddelde huurschuld (23 euro per huurder) is in Rijnwoude, de hoogste in Voorschoten (157 euro per huurder). Tabel 5 Trend huurschuld als percentage van totale huur huurschuld in euro s 31-12-2011 2011 2010 2009 2008 huurschuld per huish. in euro s % % % % Leiden en omstreken 1.871.746 65 1,24* 1,08* 0,86 0,86 Leiden 1.211.874 53 0,99 1,07 0,78 0,65 Leiderdorp/Zoeterwoude 333.000 98 1,71 1,08 1,07 1,63 Oegstgeest 114.917 78 1,44 1,20 0,83 1,69 Voorschoten 211.955 157 - - 1,57 1,37 Duin- en Bollenstreek 971.091 49 1,02 1,06 1,07 1,01 Katwijk 298.745 41 0,80 0,79 0,96 0,83* Teylingen 149.812 51 3,08 3,20 3,30 3,28 Noordwijk 94.260 42 0,78 0,75 0,97 0,86 Noordwijkerhout 49.227 29 0,50 0,52 0,56 0,48 Hillegom/Lisse 379.047 66 1,21 1,34 - - Rijnstreek 887.901* 60* 0,94* 0,87 0,82 0,69 Alphen aan den Rijn 658.741 80 1,14 1,09 0,99 0,77 Nieuwkoop 78.089* 83* 1,33* 0,94 0,93 0,96 Kaag en Braassem 108.146 28 0,52 0,48 0,44 0,43 Rijnwoude 42.925 23 0,45 0,52 0,48 0,42 Zuid-Holland Noord 3.730.738* 58* 1,10** 1,02* 0,89 0,83 Bron: Woningcorporaties Zuid-Holland Noord *gegevens ontbreken van één corporatie; **gegevens ontbreken van twee corporaties 26

Voor hoeveel huishoudens wordt de deurwaarder en/of kantonrechter ingeschakeld? De deurwaarder is in 2011 voor bijna 1.900 huishoudens ingeschakeld. Dit is ongeveer 3% van alle huishoudens die bij één van de woningcorporaties een woning huren (Tabel 6). Voor bijna 500 huishoudens (0,8%) is bij de kantonrechter ontbinding van de huurovereenkomst gevraagd. Uiteindelijk zijn 73 huishoudens (0,1%) uit huis gezet. Van alle deurwaarderszaken komt een kwart bij de kantonrechter terecht. En van de zaken bij de kantonrechter leidt 15% tot een daadwerkelijke huisuitzetting. Tabel 6 Inschakelen deurwaarder en kantonrechter en huisuitzettingen 2011 Deurwaarder Kantonrechter Huisuitzettingen Aantal % Aantal % Aantal % Leiden en omstreken 1.171 4,0 258 0,9 38 0,13 Leiden 1.029 4,6 207 0,9 31 0,14 Leiderdorp/Zoeterwoude 65 1,9 21 0,6 4 0,12 Oegstgeest 19 1,3 2 0,1 2 0,14 Voorschoten 28 2,1 28 2,1 1 0,07 Duin- en Bollenstreek 387 1,9 121 0,6 21 0,10 Katwijk 169 2,2 67 0,5 13 0,18 Teylingen 18 2,3 16 0,9 2 0,07 Noordwijk 46 2,0 5 0,2 1 0,04 Noordwijkerhout 30 1,7 2 0,1 0 0 Hillegom/Lisse 124 0,6 31 0,5 5 0,09 Rijnstreek 331 2,1* 118 0,8* 14 0,09 Alphen aan den Rijn 266 3,2 101 1,2 12 0,15 Nieuwkoop 25-8 - 0 0 Kaag en Braassem 23 0,6 7 0,2 2 0,05 Rijnwoude 17 0,9 2 0,1 0 0 Zuid-Holland Noord 1.889 2,9* 497 0,8* 73 0,11 Bron: Woningcorporaties Zuid-Holland Noord *gegevens één woningcorporatie ontbreken H2.2 Hoeveel huisuitzettingen zijn er per jaar? In 2009 en 2010 zijn ruim 100 huisuitzettingen gedaan (Tabel 7). In 2011 is het aantal huisuitzettingen gedaald naar 73. Dit is 0,11% van alle huishoudens. In Leiden en omstreken en in de Duin- en Bollenstreek is in 2011 het aantal huisuitzettingen gedaald ten opzichte van 2010. In de Rijnstreek is de daling in 2010 al ingezet en bleef in 2011 op het niveau van 2010. 27