Op stage. Instructie. Opdracht 1. Hoofdstuk 4 - Oefening 20 - Extra Schrijfoefeningen

Vergelijkbare documenten
Hoofdstuk 4 - oefening 20 Extra Schrijfoefeningen

Vooruitkijken. Hoofdstuk 2 - Oefening 23 - Extra schrijfoefeningen

Verdeel de tijd goed over de dertien opdrachten. U moet voor de eerste 10 opdrachten ongeveer 20 minuten reserveren.

U mag kladpapier gebruiken.

Als u iets wilt verbeteren, doe dit dan zo duidelijk mogelijk. Streep wat fout is duidelijk door. Hoofdstuk 3 - oefening 19 - Extra oefening

Als u iets wilt verbeteren, doe dit dan zo duidelijk mogelijk. Streep wat fout is duidelijk door.

Als u iets wilt verbeteren, doe dit dan zo duidelijk mogelijk. Streep wat fout is goed door.

Hoofdstuk 1- oefening 21 Extra schrijfoefeningen. Temposchrijven - 5 schrijfopdrachten in 11 minuten. Opdracht 1:

Opdracht 1 Temposchrijven - vijf schrijfopdrachten in 11 minuten. Hulpkaart Schrijven. Vooruitkijken. Uitvoeren

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.

U maakt drie lange opdrachten. U hebt totaal 60 minuten om de drie lange opdrachten te maken.

1 Veiligheid op school

U maakt 3 lange opdrachten. U hebt totaal 60 minuten om de 3 lange opdrachten te maken.

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

PRESENTATIE BEROEPENSTAGE

maandag 11 mei inleveren!

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

STAGEBOEK 2014 VAN AFDELING..

maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING...

Naam: Klas: Bedrijf: Stageperiode:

Schrijven voor het staatsexamen NT2 -I. 20 jaar staatsexamens NT2

> TAALWERKBLAD PARTICIPATIE

Aflevering 2: Solliciteren

Inkijkexemplaar. Dit deel gaat over de opdrachten tijdens de stage.

Rondleiding collega. Bij deze opdracht toon jij vaardigheden en werkhouding aan door een rondleiding op je stagebedrijf te

Voorbereidingsmateriaal bij voorbeeldexamens Staatsexamen NT2 Programma I

Luisteren. Examentips verzameld. Examentip Hoofdstuk 2

DEEL A: Over uw training

Hoofdstuk 7 Evaluatieformulier

Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven

EEN BRIEF NAAR DE DOCENT

LESBRIEF BIJ STAGE LOPEN

Werkblad 2 2 Solliciteren Vanaf halverwege Niveau A1...

Inhoudsopgave. Stages. Het zoeken van een stageplaats Stappenplan

Thema Nederlandse cultuur en gewoontes

Eerste hulp bij jouw CV met ouders!

2003/2004 S C H R I J V E N E X A M E N I. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands. als tweede taal

Stagedagboek NAAM: BEDRIJF: PERIODE: TRAJECT:

TAKENBOEK DEEL 1 0-A1

PRESENTATIE BEROEPENSTAGE MVI

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

Weet wat je kan Samenvatting op kaarten

Waarom stage? Regels stage Interview 1+2 Stage eindverslag 1+2

LEZEN. Lees de teksten op pagina 2 en 3. Ga naar en beantwoord de vragen.

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek.

STAGEBOEKJE ZEVENDAAGSE SNUFFELSTAGE In de periode van:

werkbladen thema 5 werk

STAGEBOEKJE NEGENDAAGSE SNUFFELSTAGE

Aflevering 2: Solliciteren

ORIËNTATIE OP DE NEDERLANDSE ARBEIDSMARKT

Schrijfopdracht 5: Zijn vrienden het altijd eens?

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over de Paralympische Spelen

Proefexamen Schrijven 1 Deel 2

Les 1: Een sprookje schrijven

STAGEBOEKJE VIERDAAGSE SNUFFELSTAGE

Lesbrief: Motivatieplan Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk

Begeleide interne stage

STAGE LOGBOEK 3MAVO Naam: Klas:

Waarom ga je schrijven: om iets leuks te leren voor thuis

Leerlingboekje Les 7 en 8 Schrijfopdracht 4 Hoe maak je een gebruiksvoorwerp?

OPDRACHTEN BIJ THEMA 9 FEEDBACK

Spreekopdrachten thema 7 Werken

Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken. Wat voor tekst schrijf je en aan wie?

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten

Les 1: Een verzorgingskaart maken voor je huisdier

Voorbereidingsmateriaal bij voorbeeldexamens Staatsexamen NT2 Programma II

Les 1: Een sprookje schrijven

Hoofdstuk 6 Sleutels. Luisteren: Radio Vooruit! Opdracht 2 1B, 2C, 3C, 4A, 5B, 6B, 7C, 8A, 9C, 10B. Opdracht 3 1B, 2A, 3B, 4C, 5B

Thema Op het werk. Les 13. Hoe werkt de machine?

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Thema Op het werk. Les14. Opdrachten

Paragraaf 9.7 Opdracht 15

PROEVE VAN BEKWAAMHEID

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

Toelichting. U moet in het gesprek vertellen waarom u deze antwoorden heeft ingevuld. Daarom is het belangrijk dat u de Resultaatkaarten zelf invult.

Maatschappelijke Stages

Cosis Begeleid Leren

TOELICHTING RESULTAATKAARTEN TOELICHTING ORIËNTATIE OP DE NEDERLANDSE ARBEIDSMARKT

Ik kies uit deze 3 beroepen 1 beroep: Dit is mijn gewenste beroep. Mijn gewenste beroep past in veel branches/sectoren, bijvoorbeeld:

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid

De tekst gaat over. 3. Als je moeilijke woorden in tekst tegenkomt kun je de woordhulp gebruiken. Kijk in regel 2. Wat betekent veiligheidsrisico s?

Maatschappelijke Stages

WOORDENLIJST ORIËNTATIE OP DE NEDERLANDSE ARBEIDSMARKT

Inhoud en competenties leer-werkboeken

Waarom ga je schrijven: om iets leuks te leren voor thuis

Schrijfopdracht 6 Hoe maak je een gebruiksvoorwerp?

Maatschappelijke Stages

Weet wat je kan. Je laten horen

Leerlingboekje les 9 en 10. Naam. Schrijfopdracht 6 Het dierentoneel. Groep 6

STAGEBOEKJE DRIEDAAGSE SNUFFELSTAGE

STAGEBOEKJE VIJFDAAGSE SNUFFELSTAGE

Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk

Dit portfolio is eigendom van: Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: Naam studieloopbaanbegeleider: Telefoon:

LINT STAGEBOEK VAN Techniek. Neem dan op een leuke manier afscheid van je stage plaats en bedank je collega s en stagebegeleider (s )

ORIËNTATIE OP DE NEDERLANDSE ARBEIDSMARKT

OPDRACHTEN BIJ THEMA 8 GESPREKSMODELLEN

Transcriptie:

Hoofdstuk 4 - Oefening 20 - Extra Schrijfoefeningen Instructie U maakt twaalf opdrachten waarbij u iets moet schrijven. Bij de opdracht staat precies wat u moet doen. Lees de opdracht goed door voordat u gaat schrijven. U mag uw woordenboek gebruiken. Bedenk wel dat het gebruik van het woordenboek tijd kost. Gebruik uw woordenboek dan ook alleen als het echt nodig is. U hebt totaal 60 minuten de tijd om de opdrachten te maken. Verdeel de tijd goed over de twaalf opdrachten. U moet voor de eerste tien opdrachten ongeveer 18 minuten reserveren. Voor opdracht 11 en 12 reserveert u 2 x 18 minuten. Zo houdt u aan het eind van de oefening nog 6 minuten over om uw werk te controleren. U mag kladpapier gebruiken. Als u dat doet moet u uw antwoorden daarna wel op het werkblad schrijven. Alleen wat op het werkblad geschreven is, wordt beoordeeld. Als u iets wilt verbeteren, doe dit dan zo duidelijk mogelijk. Streep wat fout is goed door. Opdracht 1 Op stage Beste stagiaire, Voordat je met je stage begint, Dan weet je wie je collega s zijn. We verwachten je a.s. maandag om 15.00 uur. Vriendelijke groet, Je stagebegeleider Vooruit! - Uitgeverij Boom 2015 1

Opdracht 2 Stage lopen Zolang je in ons bedrijf stage loopt, Dat krijgen de andere werknemers ook. Opdracht 3 Na het werk Nadat we vrijdagmiddag met het werk klaar zijn, Dat doen we altijd aan het einde van de week. Stagiaires zijn daar ook bij. Opdracht 4 Stagementor Tijdens de stage is Luuk je mentor. Als je iets niet begrijpt, Vooruit! - Uitgeverij Boom 2015 2

Opdracht 5 Zwaar werk Wanneer jullie alle dozen in de vrachtauto hebben gezet, Dat hebben jullie wel verdiend. Opdracht 6 Verhuizen Amber heeft een nieuw huis gekocht, maar ze kan niet verhuizen voordat Opdracht 7 Naar Australië Veel familieleden van John wonen in Australië. Maar dan zal hij eerst meer geld moeten hebben. Vooruit! - Uitgeverij Boom 2015 3

Opdracht 8 Een afspraak bij het uitzendbureau Bij veel uitzendbureaus kun je niet zomaar binnenlopen om je in te laten schrijven. Pas daarna moet je op gesprek komen. Opdracht 9 Contact met je zus Mijn zus is verhuisd naar de andere kant van het land. Dan verliezen we het contact met elkaar niet. Opdracht 10 Gevaarlijke machines Veel machines in deze fabriek hebben scherpe messen. Zo gebeuren er geen ongelukken. Hoeveel tijd heeft u gebruikt voor de eerste tien opdrachten? Hoeveel minuten heeft u nog voor de volgende twee lange opdrachten? Vooruit! - Uitgeverij Boom 2015 4

Opdracht 11 U loopt stage als buschauffeur. Uw stagebegeleider vraagt of u een artikel wilt schrijven over uw stage. Het artikel komt in het personeelsblad. Schrijf een artikel voor het personeelsblad. In het artikel beschrijft u: waar u stage loopt en wat u doet. welke twee dingen u leuk vindt aan uw stage. Geef bij beide dingen een reden. welke twee dingen u niet leuk vindt aan uw stage. Geef bij beide dingen een reden. Schrijf welke twee eigenschappen een goede buschauffeur nodig heeft. Schrijf wat u heeft geleerd tijdens uw stage. Vooruit! - Uitgeverij Boom 2015 5

Maak hier opdracht 11 Vooruit! - Uitgeverij Boom 2015 6

Opdracht 12 Veel stagiaires hebben moeite met het vinden van een stageplaats. Dat komt omdat een aantal werkgevers niet tevreden zijn over de stagiaires. Werkgevers noemen de volgende punten: slechte sollicitatiebrieven slechte voorbereiding op de stage weinig motivatie slechte begeleiding door de school Schrijf een mail aan je stagebegeleider. Schrijf hem wat het probleem is. Geef twee voorbeelden van klachten die werkgevers hebben en vertel/ schrijf op waarom dit een probleem is. Geef twee adviezen aan je stagebegeleider om de klachten van de werkgevers te weg te nemen. Vooruit! - Uitgeverij Boom 2015 7

Maak hier opdracht 12 van: stagiaire@e-mail.nl aan: stagebegeleider@e-mail.nl onderwerp: stageprobleem Vooruit! - Uitgeverij Boom 2015 8

Terugkijken Had u genoeg tijd om de twaalf opdrachten te maken? Had u tijd om te controleren wat u had geschreven? Heeft u de hulpkaart schrijven gebruikt? Welke opdracht(en) vond u moeilijk? Waarom vond u die opdracht(en) moeilijk? Kijk nog eens terug naar opdracht 11. (Stage busschauffeur) In opdracht 11 moest u een aantal punten beschrijven. Heeft u alle punten beschreven? Wat u doet stage busschaufeur Leuk (1), een reden contact met de mensen. Ik kan goed met mensen omgaan Leuk (2), een reden contact met collega s. Ze helpen mij goed Niet leuk (1), een reden s avonds werken. Ik voel me niet veilig Niet leuk (2), een reden reizigers die rommel in de bus maken. Ik moet het opruimen Eigenschap goed met mensen kunnen omgaan Eigenschap (2) flexibel zijn Geleerd goed op de tijd letten Verder denkt u na over de zinnen die u gaat schrijven: Geeft u een reden, dan gebruikt u omdat of want. Moet u twee leuke dingen noemen, dan gebruikt u bijvoorbeeld in de eerste plaats en verder of daarnaast. Voor opdracht 11 kunt u maximaal 8 punten halen. Adequaatheid/ Begrijpelijkheid max. 3 Grammatica max. 2 Spelling 1 Samenhang 1 Woordgebruik 1 Uw docent corrigeert uw schrijfopdrachten. Welke feedback krijgt u van uw docent? Begrijpt u wat u fout deed? Maak dan een tweede versie. Een tweede versie schrijven is een goede manier om te leren van uw fouten. Vooruit! - Uitgeverij Boom 2015 9