LEZEN. Lees de teksten op pagina 2 en 3. Ga naar en beantwoord de vragen.

Transcriptie

1 NIVEAUTOETS B1 Deze toets bestaat uit vier onderdelen: Lezen, Luisteren, Spreken en Schrijven. De teksten van het onderdeel Lezen vindt u in dit document. De vragen staan online. Het onderdeel Luisteren doet u online. De spreek- en schrijfopdrachten zijn in dit document te vinden. De antwoorden bij de onderdelen Lezen en Luisteren worden door de computer nagekeken. U ziet na afloop van één van deze onderdelen direct of u hiervoor geslaagd bent. Bij Spreken en Schrijven is het noodzakelijk dat de docent de antwoorden beoordeelt. Richtlijnen hiervoor zijn te vinden in de Bladwijzers Spreken en Schrijven. De resultaten kunnen genoteerd worden op het Beoordelingsblad Spreken en Schrijven. LEZEN Lees de teksten op pagina 2 en 3. Ga naar en beantwoord de vragen. 1

2 Tekst 1 Dit is een folder met informatie en uitleg over brandblussers. Bij deze tekst horen de vragen 1 t/m 4. Aandachtspunten voor brandblussers 2

3 Tekst 2 Dit is een sollicitatiebrief voor een functie bij een banketbakker. Banketbakkers maken taarten en ander zoet gebak. Bij deze tekst horen de vragen 5 t/m 8. Wieske Koelewijn Vrijheidsweg AT HAARLEM Bakkersland T.a.v. mevr. Jansen Postbus TK HOOFDDORP Haarlem, 13 mei 2011 Betreft: vacature banketbakker Bakkersland Geachte mevrouw Jansen, Op de website van Tempo-Team trof ik uw vacature voor een gediplomeerde banketbakker bij Bakkersland in Hoofddorp aan. Het verheugde me te lezen dat deze plaats vrij is. Ik ben al een tijd op zoek naar deze baan. In september heb ik mijn banketbakkersdiploma behaald en sindsdien ben ik werkzaam in een supermarkt op de broodafdeling. Dit is voor mij bedoeld als tijdelijk werk; nu zou ik graag echt aan de slag gaan als banketbakker. Alles wat ik op de banketbakkersschool heb geleerd, zit nog vers in mijn geheugen, aangezien ik onlangs afgestudeerd ben. De banketbakkersschool stond in Limburg, waardoor wij veel aandacht besteed hebben aan de plaatselijke specialiteit vlaaien. Met name in het maken van rijstevlaaien ben ik zeer bedreven. Bij mijn meest recente baan moet ik grote hoeveelheden brood tegelijk maken, waardoor ik ervaring heb opgedaan met grote producties. Het lijkt me een mooie uitdaging om dit te leren combineren: taarten maken in grote aantallen. Wanneer ik aangenomen word, zal dit mijn eerste echte aanstelling zijn in mijn eigen vakgebied. Ik ben leergierig en onthoud dingen gemakkelijk. Bovendien ben ik enthousiast om als banketbakker te werken. Om te kunnen banketbakken moet je immers creatief zijn en precies kunnen werken. Deze eigenschappen heb ik ontwikkeld toen ik in een speelgoedfabriek werkte. Dat werk deed ik toen naast mijn studie. Ik zie er enorm naar uit om bij jullie te mogen werken. Ik hoop binnenkort een uitnodiging te ontvangen om op gesprek te mogen komen. Met vriendelijke groet, Wieske Koelewijn 3

4 SPREKEN Bij opdracht 1 en 2 heeft de cursist 20 seconden spreektijd. 1 Uw collega heeft een brief geschreven. U controleert de brief. U bent erg enthousiast over de brief en u wilt uw collega een compliment geven. Wat zegt u tegen uw collega? 2 U komt bij het uitzendbureau, want u zoekt werk. Vroeger heeft u op een peuterspeelzaal gewerkt. De vrouw van het uitzendbureau wil meer weten over uw werk daar. Kijk naar het plaatje. De vrouw vraagt: Wat deed u bijvoorbeeld op de peuterspeelzaal? Geef antwoord. 4

5 Bij opdracht 3 en 4 heeft de cursist 30 seconden spreektijd. Hij heeft 15 seconden de tijd om de plaatjes te bekijken of zijn antwoord voor te bereiden. 3 U werkt in een bibliotheek. Vandaag is er een nieuwe collega komen werken. U vertelt haar wat zij moet doen. Kijk naar de plaatjes. Vertel uw collega precies wat zij allemaal moet doen. 4 Wat vindt u? In Nederland bestaan bejaardentehuizen. Daar woon je als je oud bent en zorg nodig hebt. Oude mensen blijven in andere landen bij familie. Wat vindt u van bejaardentehuizen? Vertel ook waarom u dat vindt. U krijgt eerst de tijd om uw antwoord voor te bereiden. 5

6 SCHRIJVEN 1 Op deze wond moet je een pleister plakken, zodat 2 Noah wilde erg graag op wereldreis, maar hij had te weinig spaargeld. Daardoor is het toch gelukt. 3 Winterbanden U leest op het internet over winterbanden. Winterbanden zijn niet verplicht in Nederland. Op de website staat de vraag om reacties van lezers over dit onderwerp. Er zijn al wat reacties gegeven. U besluit een stukje op de website te zetten, waarin u uw mening geeft over dit onderwerp. Opdracht Schrijf een reactie voor op de website op de volgende pagina. - Vertel duidelijk of u voor of tegen winterbanden bent. - Geef ten minste twee argumenten waarom u dat vindt. - Noem ten minste één argument van de andere schrijvers waar u het niet mee eens bent. Gebruik argumenten uit de tekst of bedenk eigen argumenten. 6

7 7