Gerian Huitema orthopedisch chirurg Komen minder vaak voor dan letsels van het perifere skelet Leiden tot aanzienlijke invaliditeit en de slechtste functionele uitkomsten (Hu et al 1996, Fisher et al 2006). lid commissie invaliditeit en arbeidsongeschiktheid Exacte incidentie is moeilijk vast te stellen Opname incidentie van 150 per miljoen in NL, 233 350 per miljoen in de VS Incidentie van patiënten met wervelletsels met neurologische uitval die het ongeval overleven: 10,4 per miljoen inwoners in NL, wereldwijd tot 83/milj inw Hoogenergetisch trauma Wervelletsels kunnen ook voorkomen na val van een paard of van een huishoudtrapje 4 regio s: CWK occiput T1 ThWKT1 T12 LWK T12 L1 Bekken: incl. Ilium, sacrum en rami os pubis Binnen een regio optellen Regio s onderling combineren Invaliditeit als er een MMI is bereikt Invaliditeit is gebaseerd op een specifieke diagnose of diagnoses (DBI) Grade modifiers ROM bepalingen voor WK worden niet meer gebruikt Alleen posttraumatische afwijkingen 1
Definitie MMI (maximal medical improvement): Toestand die met de tijd niet meer zal veranderen Met formele medische of chirurgische interventie valt geen verbetering van de onderliggende toestand te verwachten DBI: diagnosis based impairment De diagnose (key factor) bepaalt uiteindelijk in welke klasse per regionaal raster ( regional grid ) je uitkomt In ieder regionaal raster zitten 5 klassen: 0 t/m 4 In elke klasse zitten 5 mogelijke graderingen (A t/m E) Functionele anamnese (FH) Lichamelijk onderzoek (PE) Klinische onderzoeken (CS) factoren die gebruikt worden om de impairment waarde binnen een klasse aan te passen Grade modifier eenmaal gebruiken Hoogste en meest objectieve waarde gebruiken 2
Als grade modifier FH 2 of meer punten verschilt van graad bij PE of CS vervalt FH Als meerdere regio s zijn betrokken: grade modifier FH alleen gebruiken bij de hoogste wervelkolom gerelateerde DBI. ROM bepalingen voor WK worden niet meer gebruikt Alleen posttraumatische afwijkingen Spondylolisthesis ontstaat niet door trauma. Traumatiseren van degeneratieve afwijkingen kan niet als ingang van BI% worden gebruikt. Hoe lang het zou hebben geduurd voordat er klachten zouden zijn ontstaan is niet aan te geven. 1. diagnose (per regio) 2. klasse per regio (O t/m 4) obv diagnose 3. per klasse 5 graden A t/m E: start met standaardwaarde = C (middelste) 4. bepaal de waarde van de grade modifiers 5. formule invullen met de waardes van de grade modifiers : uitkomst verrekenen met de standaardwaarde 1 diagnose per regio Als meer dan 1 diagnose toepasbaar is gebruik dan de (causaal gerelateerde) diagnose met het hoogste BI% Alleen in uitzonderlijke, complexe situaties mag daarvan worden afgeweken, mits beargumenteerd Diagnosen van meerdere regio s combineren impressie fractuur Th11 30% hoogteverlies Klasse 2 Standaardwaarde 9% 3
Tabel 17 6, p.575 Tabel 17 7 p. 576 Tabel 17 9 p. 581 Bevinding bij aanvullend onderzoek moeten consistent zijn met de bevindingen bij lichamelijk onderzoek. Radiologisch onderzoek geen grade modifier bij: pseudartrose en fracturen (GMFH CDX) + (GMPE CDX) + (GMCS CDX)= netto impressie fractuur Th11 30% hoogteverlies (2 2) + (1 2) + (GMCS 2)= 1 Klasse 2 Standaardwaarde 9% Netto 1 graad 8% 4
Het inzakkings% wordt bepaald op MMI dus eventueel na operatie/spondylodese. In geval van osteosynthese, waarbij na 9 12 mnd het materiaal wordt verwijderd, is het advies om MMI te stellen op 1 jaar na de laatste ingreep. Onderscheid tussen class 3 en 4 bij wervelfracturen: Class 3 radiculopathie op een enkel niveau Class 4 radiculopathie bilateraal of op meerdere niveaus De proc spinosi fracturen worden net als de proc transversus ingedeeld bij de posterior elements en kunnen ook zonder inzakking van het corpus gewaardeerd worden (zie bijv. p. 573 tabel 17 4) 5
Komt in elk regionaal raster voor Voorwaarden HNP zonder fractuur Geen twijfel over realiteit ongeval en goede documentatie Trauma mechanisme met aanzienlijke inwerking van geweld op de WK (direct of indirect) Radiculaire klachten binnen 24u na ongeval en gedocumenteerd Geen discus hernia vooraf in betreffende of aangrenzende niveau Specifieke criteria voor radiculopathie: specifieke dermatomale verspreiding van pijn verminderd gevoel en/of paresthesieën klinische bevindingen moeten correleren met de radiologische bevindingen Zie ook fig 17 3 en 17 4 en tabel 17 8 op p.577 578 Geen aparte impairment voor radiculopathie Zenuwuitval (bijv. RM letsel, caudasyndroom) wordt m.b.v. hoofdstuk 13 (centrale en perifere zenuwstelsel) bepaald Cervicaal: craniaal van betreffende wervel Vanaf thoracaal: caudaal van betreffende wervel Pijn mag gescoord worden als er geen passende diagnose is te vinden in een ander hoofdstuk Als er in hdstk 4 t/m 17 0% BI wordt gevonden dan mag hdstk 3 pijn niet worden gebruikt om een (hogere) waarde voor de pijn te krijgen BI% van hdstk 15,16 en 17 mag niet opgeteld of gecombineerd worden met BI% van hdstk 3 (pijn) Bekken # vaak bijkomend letsel (WK, heup, zenuw) 6
Bekken tabel 17 11, p. 593: maximaal class 1, 1 3% Heup:tabel 16 4, p. 514: maximaal class 3, 31 43% Idem infectie of pseudartrosis na acetabulum # AOMSI niet gebruiken als aanvullend onderzoek Persisterende pijnklachten en niet te verifieren radiculaire klachten (tabel 17 4, p. 570) Spondylolysis/ listhesis (p. 571) inzakkingsquotiënten optellen en classificeren met bijbehorende tabel Cervicaal C0 C7: tabel 17 2 ThoracaalT1 T12: tabel 17 3 Thoracolumbale overgang T9 L3: tabel 17 4 Lumbaal L4 S1: tabel 17 4 Uitkomsten per regio combineren Meer dan 1 operatie: 1% BI GP toevoegen Gebruik AOMSI niet Gebruik NOV tabel 2 p.3 6 NOV richtlijnen 2005 NOV % combineren met % van AMA 6 7
Meerdere niveaus optellen Bij ankylose na spondylodese waarbij de neutrale stand niet meer te bereiken is of Bij ankylose van de gehele WK Gebruik tabel 3 p. 3 7 NOV richtlijnen 2005 NOV % combineren met % van AMA 6 Per bewegingsvlak combineren Bij kyfose met flexiecontractuur in de heupen: combineren 8