Moskee en integratie: een verkennend onderzoek naar de rol van de moskee in het integratieproces van Amsterdamse jongens van Marokkaanse komaf



Vergelijkbare documenten
Imam in Nederland. Opvattingen over zijn religieuze rol in de samenleving PROEFSCHRIFT

Stichting Marokkaanse Moslims in Breda. Antiloopstraat LB Breda. Tel/Fax Kvk nr:

dat organisaties als Sharia4Belgium en steekpartijen in metrostations die vooroordelen in de hand werken.

Korte historie. Stichting Al-Raza (betekent de tevredenheid) is op 31 december 1999 opgericht.

Waterlandstichting. Ruimte voor de islam? Marcel Maussen

kinderen toch blijven ondersteunen. Het maakt niet uit wat (Surinaamse vader, 3 kinderen)

Examen HAVO. Maatschappijleer (nieuwe stijl en oude stijl)

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

obs Jaarfke Torum CL Scheemda Postbus ZH Scheemda

Samenvatting Kennismaking met het onderzoeksveld Inleiding 63

Integratie én uit de gratie? Perspectieven van Marokkaans-Nederlandse jongvolwassenen Omlo, J.J.

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners?

Beleidsplan

Verslag Debat over Participatie en (Mannen)Emancipatie op zaterdag 19 mei 2012 in het Turks Museum, Westhovenplein Den Haag

Kwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

El-Feth Moskee Academielaan ET Tilburg bestuur@el-feth.nl Beleidsplan El-Feth Moskee Tilburg 2010

IMAMS IN NEDERLAND: EEN IMPRESSIE

Fatih Moskee Soest. Wie zijn wij?

Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid A.S. Mosch (Leefbaar Rotterdam) over overlast moskee Putselaan.

Cynisme over de politiek

Gemeente Boxmeer. Nummer: AAN de Raad van de gemeente Boxmeer. Boxmeer, 28 oktober 2008

Voorstel voor een Maatschappelijke Verkenning naar de beleving van het begrip Veiligheid door de inwoners van Maassluis

1 Allereerst: integratie zou ik willen omschrijven als het verwerven van volwaardig staatsburgerschap van nieuwkomers in een samenleving die op voet

Cynisme over de politiek

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl II

Workshop 3 e nationaal congres Opvoedingsondersteuning. Opvoedingsondersteuning. Kenniswerkplaats Tienplus

Sami Inal. Jaargang 7, nr. 12, december 1995 ONDERSCHEID TUSSEN BUURT EN STEDELIJK JONGERENWERK

Voor het Huis voor democratie en rechtsstaat wordt geëxperimenteerd met proeftuinen

Bowling alone without public trust

Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk.

Spaanse verpleegkundigen in Nederland.

REFUGEE UNITE IC VZW

Stichting Nida Stichting Openhaard

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo (gemeenschappelijk deel)

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo

Morele Ontwikkeling van Jongeren. Hanze Jeugdlezing 2012

Eindexamen maatschappijleer vwo I

Primair Onderwijs po Voorgezet onderwijs vo

CIVIL SOCIETY IN BEWEGING

Samenvatting (Summary in Dutch)

1. De Vereniging - in - Context- Scan Wijk-enquête De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse Talentontwikkeling...

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Interculturele competenties? In de opleiding gezinswetenschappen

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 2 dinsdag 16 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Debruyne en Pieter-Paul Verhaeghe van de Universiteit Gent.

Kenniswerkplaats Tienplus

Krijgen burgers het voor het zeggen in de PARTICIPATIESAMENLEVING?

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

Senioren ontmoeten elkaar. Verslag van 2 oktober 2010

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.

TOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN

12 RICHTLIJNEN VOOR INTERRELIGIEUZE DIALOOG OP LOKAAL NIVEAU

MEER ZIELEN, MEER IDEEËN, MEER OPLOSSINGEN BEWONERSPARTICIPATIE IN STEDELIJKE ONTWIKKELING

Kent u de sport- en cultuurregeling?

De Amsterdamse Burgermonitor 2005

& Sociale Integratie. Beleidsstuk ACTIEF BURGERSCHAP. Actief burgerschap & Sociale integratie. Het Palet MeerderWeert 1

milieuvoorlichting voor en door bewoners van multiculturele wijken

Religieuze toewijzing, autochtone Nederlanders, 2015 (in procenten)

Achtergrondinformatie. Man 2.0. Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen

Alle bestuursleden zijn gezamenlijk bevoegd om besluiten te nemen namens Stichting De Gouden Generatie

Verbinden vanuit diversiteit

Integratievraagstuk is een actueel onderwerp

Juist in het openbaar onderwijs

Hoe hieraan exact wordt vormgegeven binnen onze school, wordt duidelijk in dit document.

BELEIDSPLAN

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos

Datum 9 november 2009 Betreft Kamervragen van de leden Karabulut en Jasper van Dijk over het invoeren van islamlessen op openbare scholen

Syllabus maatschappijwetenschappen havo 2014

V erschenen in: ESB, 83e jaargang, nr. 4162, pagina 596, 31 juli 1998 (datum)

Stichting Zohor. Kort jaarverslag 2005/2006. Voor Participatie van Marokkaanse en Arabische vrouwen

R E L I G I O U S J O U R N A L I S M C O M M U N I T Y O F P R A C T I C E T I L B U R G C O B B E N H A G E N C E N T E R

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Geachte lezer, Veel plezier bij het lezen van het rapport! Hartelijke groet, VictorMundi.com Jeroen Sakkers

Introductie cultuursensitief werken: een kwestie van kennis én houding

Datum 2 april 2013 Betreft Beleidsreactie op de evaluatie van de islam- en imamopleidingen in Nederland

Allochtone Nederlandse ouderen: de onverwachte oude dag in Nederland

Samenvatting. Achtergrond

De stad en wijk als motor voor sociale mobiliteit

Kerk-staat verhoudingen in verandering. James Kennedy Amsterdam, 29 november 2017

Voorwoord 9. Inleiding 11

Effectiever minimabeleid in Amersfoort

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Examenprogramma maatschappijwetenschappen havo/vwo

Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap

Dementievriendelijke gemeenschap. Iedereen kan een steentje bijdragen. Herman Post Jasper Kimenai Alzheimer Nederland

Multi cultureel samenleven. Themamanager Natascha Mooij

Fort van de Democratie

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden

17 juni Introductie internationaal onderzoek naar tolerantie

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen

Opiniepeiling naar stemgedrag en stemmotieven van Nieuwe Nederlanders voor de 2e Kamerverkiezingen van 2012

Advies onderzoeksfase Lef L up! Samenvatting

Database wetenschappelijke onderzoeken & deskundigen

Bevorderen van integratie op de politieke agenda

WELKOM. Zehra Yildirim

De Rondetafels van de Interculturaliteit

Transcriptie:

Moskee en integratie: een verkennend onderzoek naar de rol van de moskee in het integratieproces van Amsterdamse jongens van Marokkaanse komaf Doctoraalscriptie Politicologie, specialisatie Bestuur en Beleid Auteur Hassan Outaklla 0238031 Begeleider/1 ste lezer Prof. Dr. Maarten Hajer 2 de lezer Drs. Marcel Maussen Datum Februari 2007

2

Inhoudsopgave Samenvatting 5 Voorwoord 7 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.0 Aanleiding 8 1.1 Probleemstelling 10 1.2 Operationalisering 11 1.3 Methode van onderzoek 15 1.4 Theoretisch kader 16 1.5 Leeswijzer 20 Hoofdstuk 2 De functies van moskeeën 2.0 Inleiding 21 2.1 De religieuze functie van moskeeën 21 2.2 De maatschappelijke functie van moskeeën 22 2.3 De intermediaire functie van moskeeën 24 2.4 Conclusie 27 Hoofdstuk 3 Het beleid van de gemeente Amsterdam 3.0 Inleiding 29 3.1 De moskee als zelforganisatie 29 3.2 De moskee als maatschappelijke partner 31 3.3 De moskee als bindende factor 35 3.4 De moskee als emancipatiemachine 38 3.5 Conclusie 42 Hoofdstuk 4 Moskee El Oumma el Islamia 4.0 Inleiding 44 4.1 De zoektocht naar de moskee 44 4.2 De zoektocht van de moskee 59 3

4.3 De leefwereld van Amsterdamse jongens van Marokkaanse komaf 66 4.4 De bijdragen van de moskee 73 4.5 Conclusie 75 Hoofdstuk 5 Conclusie 5.0 Inleiding 77 5.1 Moskee en integratie 77 5.2 Aanbevelingen 81 Bronvermelding 84 Respondenten 88 Bijlagen 90 4

Samenvatting In deze scriptie is onderzoek gedaan naar de rol die de moskee kan spelen in het integratieproces van Amsterdamse jongens van Marokkaanse komaf. Belangrijk hierbij is of de verschillende actoren, de gemeente en de jonge Marokkaanse Amsterdammers, dezelfde betekenis geven aan de moskee en het begrip integratie. Enerzijds is de relatie van de gemeente Amsterdam en stadsdeel Slotervaart met de moskeeën onderzocht, en anderzijds is de relatie van Amsterdamse jongens van Marokkaanse komaf met de Nederlandse samenleving onderzocht. Als best practice is de El Oumma El Islamia moskee in het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart onderzocht. Er zijn 18 actoren, waaronder jongeren, professionals en beleidsmakers geïnterviewd. Er is gesteld dat de Nederlandse moskeeën drie functies vervullen. Ten eerste vervullen de moskeeën een religieuze functie. Gedacht kan worden aan de preken van de imam en lessen op het gebied van religie en taal. Ten tweede vervullen de moskeeën een maatschappelijke functie. Interreligieuze dialogen en schoonmaakacties in de buurt zijn hier voorbeelden van. En ten derde vervullen de Nederlandse moskeeën een intermediaire functie. Overheden en maatschappelijke instellingen maken gebruik van de moskee om in contact te komen met moeilijk te bereiken doelgroepen. Gesteld wordt dat het beleid van de gemeente Amsterdam en stadsdeel Slotervaart ten aanzien van de verschillende moskeeën flexibel en pragmatisch is. Vanuit de lokale overheid worden de Amsterdamse moskeeën gezien als zelforganisaties, maatschappelijke partners, bindingskaders en emancipatiemachines. De gemeente Amsterdam en stadsdeel Slotervaart geven dus verschillende betekenissen aan de Amsterdamse moskeeën. Tevens is gesteld dat de manier waarop de gemeente Amsterdam en stadsdeel Slotervaart met de verschillende moskeeën samenwerken geplaatst kan worden in het denken over governance. Om bepaalde beleidsterreinen te ontwikkelen en vorm te geven gaan zij namelijk in gesprek met maatschappelijke partners, in dit geval de verschillende Amsterdamse moskeeën. Er is gesteld dat de El Oumma El Islamia moskee een belangrijke rol speelt voor de Amsterdamse jongens van Marokkaanse komaf. Zij zien de moskee vooral als religieus huis waar zij zich kunnen ontwikkelen op het gebied van respect en 5

omgangsvormen met de medemens. Door de activiteiten van de moskee versterken de jongeren hun eigenwaarde waardoor ze makkelijker deel kunnen uitmaken van de Amsterdamse samenleving; bridging sociaal kapitaal (Putnam, 2000). Verschillende organisaties zijn bezig om de contacten met de moskee aan te halen. Vanuit de moskee is men hard aan het werk om de jongeren te begeleiden. Vooral de imam speelt hier een belangrijke rol in. Er is echter ook kritiek op en vanuit de moskee. De relatie tussen stadsdeel Slotervaart en de moskee is niet optimaal te noemen. Geconcludeerd wordt dat de moskee een rol speelt in het integratieproces van Amsterdamse jongens van Marokkaanse komaf. Tevens blijkt dat de gemeente Amsterdam, stadsdeel Slotervaart, de moskeebestuurders en de Amsterdamse jongens van Marokkaanse komaf verschillende betekenissen aan de moskee en aan het begrip integratie geven. De lokale overheden zien de moskee als intermediaire organisatie terwijl de jongeren de moskee vooral als religieus huis zien. Hierdoor is de rol die de moskee momenteel speelt (nog) niet groot. Deze rol kan echter groter worden. Ten eerste dienen de verschillende actoren overeenstemming bereiken over de betekenissen van de moskee en het begrip integratie. Ten tweede dienen de gemeente Amsterdam en stadsdeel Slotervaart de religieuze functie van de verschillende Amsterdamse moskeeën te erkennen. Ten derde dient het moskeebestuur van de El Oumma El Islamia moskee een professionalisering door te maken teneinde een grotere rol te spelen in het beleidsnetwerk van de gemeente en het stadsdeel. 6

Voorwoord Wat begon met het uitwisselen van visitekaartjes tussen Erik Gerritsen (gemeentesecretaris van de gemeente Amsterdam) en ik tijdens het Festival der Bestuurskunde in februari 2006 eindigt in een scriptie over moskeeën en integratie. Een scriptie waarin ik gepoogd heb om beleidsrelevant onderzoek te doen voor de gemeente Amsterdam. Ik kreeg namelijk de mogelijkheid om mijn scriptie te schrijven bij Dienst Onderzoek en Statistiek van de gemeente Amsterdam. Grote dank gaat daarom uit naar Erik Gerritsen, Carolien Metselaar en Badia Bentayeb. Ook bedank ik Willem Bosveld voor zijn begeleiding tijdens het schrijven van mijn scriptie. Marian Visser ben ik ook dank verschuldigd voor haar bruikbare tips voor mijn scriptie. De medewerkers van Dienst O+S bedank ik voor hun collegialiteit tijdens mijn stage. Bijzondere dank gaat uit naar de verschillende mensen die ik voor mijn scriptie heb mogen interviewen. Ook Marloes Kuijer ben ik dankbaar voor haar kritische reflectie op mijn onderzoek. Prof. Dr. Maarten Hajer ben ik bijzondere dank verschuldigd voor zijn zeer bruikbare commentaar en begeleiding tijdens het schrijven van mijn scriptie. Tot slot wil ik mijn familie en vrienden bedanken, en in het bijzonder mijn ouders. Zonder hun morele steun had u dit nooit kunnen lezen. Hassan Outaklla Februari 2007 7

Hoofdstuk 1 Inleiding 1.0 Aanleiding Verschillende gebeurtenissen zoals de aanslagen op Amerika van 11 september 2001, de opkomst en dood van Pim Fortuyn en de moord op Theo Van Gogh zorgden ervoor dat de integratie van allochtonen in het algemeen, en die van moslims in het bijzonder, hoog op de politieke agenda is komen te staan. De afgelopen jaren is er veel gesproken over de integratie van allochtonen in de Nederlandse samenleving. Het onderwerp kwam veelvuldig ter sprake tijdens publieke debatten, parlementaire debatten in de Tweede Kamer, raadsvergaderingen van de Nederlandse gemeenten, preken in de verschillende Nederlandse moskeeën en kerken en in actualiteitenrubrieken van diverse media. Er is niet alleen veel gesproken, gedebatteerd en gediscussieerd, er is ook veel onderzoek gedaan. Zo heeft de commissie Blok in 2003 naar aanleiding van een motie van de SP uitgebreid onderzoek gedaan naar het integratiebeleid van de afgelopen 30 jaar 1. Uit het onderzoek kwam naar voren dat de integratie van allochtonen redelijk geslaagd is, ondanks het falen van het overheidsbeleid. Vooral op het gebied van inburgering en het leren van de Nederlandse taal heeft de overheid fouten gemaakt. Een verklaring hier voor is dat de onderzoekers van het rapport de integratie van allochtonen in de Nederlandse samenleving onderzochten in termen die het beleid zelf had gesteld 2. Ook vanuit de wetenschap is er onderzoek gedaan naar de integratie van allochtonen in Nederland. Zo stelt Koopmans dat het beleid van de Nederlandse regering is mislukt 3. Op basis van zijn onderzoek stelt hij in de Groene Amsterdammer van 12 oktober 2002 het volgende: Helemaal niets doen was misschien beter geweest 4. Politicoloog Marcel Maussen constateert in zijn 1 Commissie Blok (2004). Onderzoek integratiebeleid. Den Haag: Sdu Uitgevers 2 Ibid. 3 Koopmans, Ruud, (2003), Het Nederlandse integratiebeleid in internationaal vergelijkend perspectief: etnische segregatie onder de multiculturele oppervlakte. In: Huib Pellikaan en Margo Trappenburg (redactie), Politiek in de multiculturele samenleving, Jaarboek Beleid & Maatschappij 2003). Meppel, Boom. 4 In: De Groene Amsterdammer. Niet meer zoek, zwak en misselijk.12 oktober 2002 8

boek Ruimte voor de Islam? Stedelijk beleid, voorzieningen, organisaties 5 een toename van beleid op het gebied van islam en integratie in de afgelopen jaren. Volgens hem is dit in een sterk gepolitiseerde beleidsomgeving gebeurd (Maussen 2006: 223). Een bevolkingsgroep waar de afgelopen jaren bijzonder veel aandacht naar uit is gegaan zijn de jonge Marokkaanse Nederlanders. Een gemeenschap die veel talenten heeft voortgebracht, zoals Khalid Boulahrouz (profvoetballer), Najib Amhali (cabaretier), Abdelkader Benali (schrijver) en Maryam Hassouni (winnares Emmy Award). Ook de groeiende instroom van Marokkaanse Nederlanders in het HBO en WO is een positieve ontwikkeling. Maar het is ook een gemeenschap met veel problemen. Zo komen relatief veel Marokkaanse jongeren in aanraking met de politie. De moordenaar van Theo van Gogh was een jonge Marokkaanse Amsterdammer. En in veel wijken van de Nederlandse steden zorgen jonge Marokkaans Nederlandse jongens voor overlast. De jonge Marokkaanse Nederlanders kennen dus veel problemen die vooral betrekking hebben op overlast, criminaliteit en radicalisering. Ook Amsterdam kent problemen met jonge Marokkaanse Amsterdammers. Zo waren er in 1998 rellen tussen 150 Marokkaanse jongeren en de politie in het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart. En de man die op 2 november 2004 Theo van Gogh ombracht was ook een jonge Marokkaanse Amsterdammer. Daarnaast waren er het afgelopen jaar incidenten met jonge Marokkaanse Amsterdammers in verschillende Amsterdamse wijken. Exacte cijfers over de Marokkaans Amsterdamse gemeenschap ontbraken wat resulteerde in een onzichtbaarheid van de problematiek. Dit had te maken met het taboe dat ruste op statistieken over de Marokkaanse gemeenschap. In opdracht van de directie openbare orde en veiligheid (OOV) van de bestuursdienst van de gemeente Amsterdam heeft Dienst Onderzoek en Statistiek in 2006 een uitgebreid onderzoek gedaan naar de Marokkaanse gemeenschap in Amsterdam 6. Uit dit onderzoek is gebleken dat er sprake lijkt te zijn van een tweedeling binnen de Marokkaanse gemeenschap in Amsterdam. Deze tweedeling heeft voornamelijk betrekking op onderwijs, wonen en werken. Aan de ene kant lijkt er een groep te zijn die het zeer slecht doet. Maar aan de andere kant lijkt er een steeds grotere groep te zijn die het beter doet op school, op de 5 Maussen, Marcel (2006). Ruimte voor de Islam? Stedelijk beleid, voorzieningen, organisaties. Apeldoorn/Antwerpen: Uitgeverij Het Spinhuis. 6 Gemeente Amsterdam (2006). De Marokkaanse gemeenschap in Amsterdam. Amsterdam:Dienst Onderzoek en Statistiek 9

woningmarkt en op het werk. Zo steeg het aantal jonge Marokkaanse Amsterdammers in het Havo/VWO van 21% in 2000 naar 24% in 2003. Een belangrijke aanbeveling uit het rapport is dat er meer onderzoek gedaan moet worden op het niveau van huishoudens. Hierdoor wordt het volgens de onderzoekers van het rapport mogelijk om probleemcumulatie op te sporen en tegen te gaan. Duidelijk is dat hier sprake is van een beleidsprobleem aan de kant van de gemeente. De gemeente beschikt namelijk over onvoldoende informatie en middelen om de problemen rond de jonge Marokkaanse Amsterdammers het hoofd te bieden. Mijn scriptie zal een inzicht geven in de rol die de moskee zou kunnen spelen om deze probleemcumulatie te doorbreken. Om de problematiek in de stad tegen te gaan werkt de stad veel samen met intermediaire organisaties. In het geval van de Marokkaanse Amsterdammers werkt de gemeente Amsterdam samen met zelforganisaties. Deze zelforganisaties zijn van verschillende aard en richten zich op verschillende doelgroepen 7. Ook religieuze organisaties, zoals moskeeën, worden door de gemeente benaderd om een bijdrage te leveren aan de integratie van hun leden in de stad. Door de activiteiten van deze religieuze zelforganisaties te steunen hoopt de gemeente moeilijk te bereiken doelgroepen te bereiken (Berger et al. 2001: 29). Eén van die moeilijk te bereiken doelgroepen vormen de jonge Marokkaanse Amsterdammers. De gemeente Amsterdam wil deze jonge Marokkaanse Amsterdammers bereiken om hun integratie te bevorderen. 1.1 Probleemstelling De gemeente Amsterdam probeert via de verschillende Amsterdamse moskeeën de integratie van jonge Marokkaanse Amsterdammers te bevorderen. Er is echter weinig bekend over dit fenomeen. Er is tot dusver geen onderzoek gedaan naar de betekenis van de moskee voor de integratie van jonge Marokkaanse Amsterdammers. Dit brengt mij tot de volgende probleemstelling van deze scriptie: 7 Van Heelsum, A., Marokkaanse organisaties in Amsterdam. Een netwerkanalyse, editie 2001, Amsterdam (2002) 10

Kan de moskee een rol spelen in het integratieproces van jonge Marokkaanse Amsterdammers? De gemeente Amsterdam ziet de moskee als middel om verandering te brengen in bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen. Daarom kan dit streven van de gemeente gezien worden als een sturingsprobleem. Om de maatschappelijke problemen rond jonge Marokkaanse Amsterdammers op te lossen is het voor de gemeente praktisch onmogelijk om met iedereen uit de doelgroep in contact te komen. Al zou de gemeente dit willen, in de praktijk is zij daartoe niet in staat omdat de doelgroep moeilijk te bereiken is. De gemeente werk daarom samen met een intermediaire organisatie, in dit geval de moskee. Deze werkwijze van de gemeente past in een bredere bestuurskundige ontwikkeling: governance. Typisch in het denken over governance is dat een overheid, in dit geval de gemeente Amsterdam, maatschappelijke ontwikkelingen niet altijd zelf wil en kan oplossen, zij doet dit in samenspraak met andere maatschappelijke partners. Door in deze scriptie antwoord te geven op bovenstaande probleemstelling zal ik proberen om een bijdrage te leveren aan wetenschappelijk onderzoek omtrent de relatie tussen overheidsbeleid en de positie van etnische minderheidsgroepen in Nederland in het algemeen en Amsterdam in het bijzonder. Daarnaast zal deze scriptie inzicht geven in de rol die moskeeën spelen bij de integratie van Marokkaanse jongeren. De hoge relevantie van deze scriptie blijkt uit de prominente rol die de te onderzoeken onderwerpen spelen in het huidige publiek debat betreffende de integratie van Islamitische Nederlanders in de Nederlandse samenleving. Zo zijn burgemeester van Amsterdam Job Cohen en wethouder Ahmed Aboutaleb van mening dat religie een belangrijke rol speelt in het leven van veel Amsterdammers 8. 8 Toespraak van burgemeester Job Cohen bij de Nieuwjaarsreceptie van de gemeente Amsterdam op 1 januari 2002 in het Concertgebouw te Amsterdam. Ahmed Aboutaleb (2006). Demografie en stabiliteit: is er een plek voor de islam in Amsterdam? Amsterdamlezing, 25 april 2006. Zie www.amsterdam.nl 11

1.2 Operationalisering Om operationalisering van de probleemstelling naar vraagstelling en subvragen mogelijk te maken is het van belang om te definiëren wat onder een aantal begrippen wordt verstaan die in de probleemstelling van deze scriptie voorkomen. Zo is het voor dit onderzoek van belang om goed te weten wat onder integratie wordt verstaan. Daarnaast zal de definitie van moskee worden gegeven. Tot slot zal worden besproken wie onder jonge Marokkaanse Amsterdammers worden verstaan. Wetenschappers en beleidsmakers kunnen geen overeenstemming bereiken over de definitie van het begrip integratie. Zo worden volgens hoogleraar etnische studies aan de Universiteit van Amsterdam Penninx migranten geïntegreerd als zij een geaccepteerd onderdeel van de samenleving worden (Commissie Blok 2004: 65). En Fernandes Mendes, voormalig directeur van Coördinatie Integratiebeleid Minderheden van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stelt: Integratie houdt in dat de doelgroepen waarop het beleid zich richt, deelnemen aan de samenleving en dat de samenleving zich ook adapteert aan de nieuwe groepen (Commissie Blok 2004: 66). De gemeente Amsterdam hanteert de definitie die Commissie Blok heeft gebruikt tijdens haar onderzoek naar het integratiebeleid in Nederland: Een persoon of groep is geïntegreerd in de Nederlandse samenleving wanneer er sprake is van een gelijke juridische positie, gelijkwaardige deelname op sociaal-economisch terrein, kennis van de Nederlandse taal en wanneer gangbare waarden, normen en gedragspatronen worden gerespecteerd. 9 Als het gaat om de integratie van allochtonen wordt er vanuit de gemeente Amsterdam vooral gekeken naar de terreinen werk en inkomen, onderwijs en wonen 10. Aan de hand van deze drie beleidsterreinen onderzoekt de gemeente Amsterdam hoe het gesteld is met de integratie van haar allochtone inwoners. De definitie die de gemeente hanteert zal ik niet centraal stellen in mijn onderzoek. Doel is om de betekenis die jonge Marokkaanse Amsterdammers en de moskee aan het begrip integratie geven te achterhalen. De institutionele benadering van het begrip 9 Gemeente Amsterdam, Diversiteits- en integratiemonitor 2004; Naar burgerschap in Amsterdam. Amsterdam (2004). 10 Ibid. 12

integratie die de gemeente gebruikt gaat voorbij aan de ervaringen en verwachtingen van de allochtonen zelf. Veel allochtonen voelen zich namelijk onderdeel van de Nederlandse samenleving en zien zichzelf als burger van Nederland. Integratie moet gezien worden als een manier om een plek te veroveren in de maatschappij. Belangrijk is hierbij dat de ontvangende samenleving bereid is om de nieuwe Nederlanders te accepteren als landgenoten. Het nadeel van de definitie van integratie die de gemeente Amsterdam hanteert is dat de percepties en toekomstvisies van de nieuwe Nederlanders niet duidelijk worden. Dit komt omdat de gemeente zich betreffende integratie richt op de mate waarin allochtonen werk hebben, een opleiding hebben gevolgd en over een woning beschikken. Vraag is of dit aansluit bij wat de doelgroep van gemeente zelf onder integratie verstaat. Vanuit de gemeente Amsterdam is er geen oog voor de invulling die de allochtonen zelf geven aan integratie. Daarom zullen in deze scriptie jonge Marokkaanse Amsterdammers worden geïnterviewd om te onderzoeken wat de betekenis van de moskee is voor hun integratie. Hierdoor zullen hun ervaringen, verwachtingen, betekenissen en aannames duidelijk worden. Uiteindelijk wordt het mogelijk om een vergelijking te maken tussen hoe de gemeente Amsterdam aankijkt tegen de moskee, en hoe de jonge Marokkaanse Amsterdammers hier zelf tegen aan kijken. In het onderzoek De maatschappelijke rol van Rotterdamse moskeeën 11 wordt een moskee gedefinieerd als een gebouw waarin de vijf voorgeschreven gebeden dagelijks gemeenschappelijk kunnen worden verricht onder leiding van een imam. Daarnaast wordt in het onderzoek een onderscheid gemaakt tussen de volgende drie typen moskeeën: Religieuze moskeeën; richten zich vooral op religieuze en culturele functies. Beperkt maatschappelijke moskeeën; richten zich voor een beperkt deel op maatschappelijke vraagstukken en activiteiten. Uitgebreid maatschappelijke moskeeën; richten zich voor een groot deel op maatschappelijke vraagstukken en activiteiten. In deze scriptie zal ik mij op één moskee focussen. Ik zal de Oumma El Islamia moskee in het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart onderzoeken. De keuze voor 11 Canatan, K., Oudijk, C.H. en Ljamai, A. (2003). De maatschappelijke rol van de Rotterdamse moskeeën. Rotterdam: Centrum voor Onderzoek en Statistiek. 13

deze moskee is gemaakt om de volgende redenen. Ten eerste bevindt de moskee zich in een stadsdeel met veel Marokkaanse Amsterdammers. Ten tweede hebben zich in dit stadsdeel veel incidenten voorgedaan, zoals de rellen in 1998 12. De moordenaar van Theo van Gogh is in dit stadsdeel opgegroeid. Tenslotte bezoeken veel jonge Marokkaanse Amsterdammers de moskee 13. Het groot aantal jongeren dat de moskee bezoekt maakt de El Oumma moskee interessant voor nader onderzoek. De Oumma El Islamia moskee speelt dus een rol voor jongeren in stadsdeel Slotervaart en kan daarom in het kader van deze scriptie als een best practice worden gezien. Deze methode van onderzoek wordt niet gebruikt om representatieve uitspraken over alle Nederlandse moskeeën te doen, maar om te leren van een casus die de wenselijke situatie zo dicht mogelijk benadert. Voor deze scriptie is het relevant om nader onderzoek te doen naar deze moskee omdat hij voldoet aan de doelstelling van de gemeente Amsterdam, namelijk het bereiken van jonge Marokkaanse Amsterdammers. De El Oumma moskee zal uitvoerig worden onderzocht om te achterhalen waarom er zoveel jongeren door de moskee worden bereikt. Met jonge Marokkaanse Amsterdammers bedoel ik Amsterdamse jongens van Marokkaanse komaf die tussen de 15 en 24 jaar oud zijn. Uit het rapport 'De Marokkaanse gemeenschap in Amsterdam' 14 blijkt dat de toekomst van jonge Marokkaanse Amsterdammers er vooral op het gebied van onderwijs, wonen en werken weinig rooskleurig uitziet. Jonge Marokkaanse Amsterdammers hebben te kampen met veel achterstanden. Zo groeit 46% van de jonge Marokkaanse Amsterdammers op in armoede 15. Tevens blijkt uit onderzoek dat 83% van de Marokkaanse jongeren krap woont 16. Daarnaast verlaat 6 op de 10 van deze jongeren voortijdig een school zonder diploma. Kort samengevat zal in deze scriptie de relatie van de gemeente Amsterdam en stadsdeel Slotervaart op het gebied van integratie met de El Oumma El Islamia moskee in Amsterdam worden onderzocht. Zo zal worden gekeken wat de rol van instellingen op het gebied van werk en inkomen, onderwijs en wonen is om de 12 Crisis Onderzoeks Team (1998). Incident en ongeregeldheden: Amsterdam West 23 april 1998. Alphen a/d Rijn: Samsom. 13 Klein Marokko. De Volkskrant, 18 september 2006 14 Gemeente Amsterdam (2006). De Marokkaanse gemeenschap in Amsterdam. Amsterdam: Dienst Onderzoek en Statistiek 15 Ibid. 16 Ibid. 14

integratie van jonge Marokkaanse Amsterdammers via de moskee te bevorderen. Daarnaast zullen het moskeebestuur en jonge Marokkaanse Amsterdammers gevraagd worden of zij een rol voor de moskee zien weggelegd op het gebied van integratie. Er zal dus worden onderzocht of de moskee een rol kan spelen in het integratieproces van haar jonge bezoekers. Belangrijk hierbij is of de verschillende actoren, de gemeente en de jonge Marokkaanse Amsterdammers, dezelfde betekenis geven aan de moskee en het begrip integratie. Enerzijds zal de relatie van de gemeente met de moskeeën worden onderzocht, en anderzijds zal de relatie van Amsterdamse jongens van Marokkaanse komaf met de Nederlandse samenleving aan bod komen. Bovenstaande operationalisering leidt tot de volgende vraagstelling: Welke betekenis heeft de moskee voor de integratie van Amsterdamse jongens van Marokkaanse komaf? Vervolgens leidt deze vraagstelling tot de volgende subvragen: 1. Wat is er bekend over de rol die moskeeën spelen in de Nederlandse samenleving in het algemeen, en in Amsterdam in het bijzonder? 2. Wat is het beleid van de gemeente Amsterdam ten aanzien van moskeeën? 3. Welke rol speelt de El Oumma el Islamia moskee voor de integratie van haar jonge bezoekers? 1.3 Methode van onderzoek Om de vraagstelling en de verschillende subvragen te beantwoorden zullen verschillende onderzoeksmethodieken worden gebruikt. Zo zal de eerste subvraag worden beantwoord door een analyse te maken van verschillende onderzoeken die gedaan zijn naar de rol die moskeeën spelen in Nederland. De tweede subvraag zal worden beantwoord door een analyse te maken van de verschillende beleidsnota s van de gemeente Amsterdam en stadsdeel Slotervaart op het gebied van diversiteit en integratie. Daarnaast zullen de speeches van burgemeester Job Cohen, 15

wethouder Ahmed Aboutaleb en stadsdeelvoorzitter van Slotervaart Ahmed Marcouch geanalyseerd worden. Deze analyse zal zich focussen op de aannames, verwachtingen en ideeën die de gemeente Amsterdam en stadsdeel Slotervaart hebben van de mogelijke rol van de verschillende moskeeën in de stad. Hierdoor zal het duidelijk worden welke betekenis de gemeente en het stadsdeel aan de moskee geven. De derde subvraag zal beantwoord worden door het bestuur van moskee El Oumma el Islamia te interviewen. Hier zal enerzijds gekeken worden naar de relatie tussen de moskee en het stadsdeel, en anderzijds de relatie van de jonge Marokkaanse Amsterdammers met de Nederlandse samenleving. Hiertoe zullen uiteraard de jonge Marokkaanse Amsterdammers worden geïnterviewd. Dit zullen zowel jongeren zijn die de moskee bezoeken als jongeren die weinig tot nooit de moskee bezoeken. Hierdoor wordt het mogelijk om een vergelijking te maken tussen deze twee groepen jongeren. Vertegenwoordigers van instellingen op het gebied van werken en inkomen, opleiding en wonen zullen ook worden geïnterviewd. Tot slot zullen bestuurders en ambtenaren van stadsdeel Slotervaart geïnterviewd worden. De verschillende interviews zullen als hoofddoel hebben om achter de aannames, verwachtingen en ideeën van de verschillende actoren betreffende de betekenis van de moskee voor de integratie voor jongeren te komen. Hiervoor zal een kwalitatieve interviewmethode worden gebruikt. Door middel van een kwalitatieve interviewmethode kunnen de ervaringen van een respondent achterhaald worden (Weiss 1994). Resumerend: in deze scriptie zullen drie verschillende onderzoeksmethoden worden gebruikt: 1. Context: analyse van relevante onderzoeken, beleidsstukken en toespraken. 2. Focus op één case: moskee El Oumma el Islamia in stadsdeel Slotervaart die als best practice wordt gezien. 3. Kwalitatieve interviewmethode: het achterhalen van de verwachtingen, ervaringen en aannames van de verschillende actoren (jongeren, professionals, moskeebestuurders, ambtenaren en politici) betreffende de betekenis van de moskee voor de integratie van jonge Marokkaanse Amsterdammers alsmede de definities van het begrip integratie. In totaal worden er 18 interviews gehouden. 16

1.4 Theoretisch kader De institutionele verhoudingen tussen de gemeente Amsterdam en de El Oumma moskee worden geanalyseerd met het begrip governance. Om het beleid van de gemeente Amsterdam en stadsdeel Slotervaart te analyseren maak ik gebruik van de beleidsmodellen van Maussen (2006). De relatie tussen de Amsterdamse jongens van Marokkaanse komaf en de Nederlandse samenleving wordt geduid met behulp van de concepten bonding en bridging sociaal kapitaal (Putnam, 2000). En een concept van De Koning wordt gebruikt om de rol van de moskee aan te geven in de identiteitsontwikkeling van Amsterdamse jongens van Marokkaanse komaf. Hieronder zullen de verschillende theoretische concepten worden toegelicht. Intermediaire organisaties spelen een belangrijke rol in de hedendaagse samenleving (Bovens et al., 2001). Ze vormen een belangrijke schakel tussen de gemeente en haar burgers. Bij de totstandkoming van beleid doet de gemeente een beroep op intermediaire organisaties. Het is voor de gemeente namelijk praktisch onmogelijk om met alle burgers in overleg te treden over een bepaald beleidsterrein. Onder intermediaire organisaties verstaat men onder andere belangengroepen en vertegenwoordigers van bepaalde groepen. Voorbeelden hiervan zijn vakbonden, brancheorganisaties in het bedrijfsleven en koepelorganisaties voor leraren. Ook wat het integratiebeleid betreft treden de verschillende Nederlandse gemeenten in overleg met intermediaire organisaties. De gemeente Rotterdam doet dit bijvoorbeeld met SPIOR (Stichting Platform Islamitische Organisaties Rijnmond) en de gemeente Amsterdam treedt in overleg met de Adviesraad Diversiteit. Deze intermediaire organisaties maken deel uit van het maatschappelijk middenveld. Onder het maatschappelijk middenveld verstaat men onder andere de organisaties die zich tussen de overheid en de individuele leden van een samenleving bevinden (Bovens et al. 2000; 24). De laatste jaren is er vanuit de gemeente Amsterdam veel aandacht voor de verschillende moskeeën. Deze aandacht voor de moskeeën in de stad kan geplaatst worden in de traditie van de gemeente om met intermediaire organisaties in overleg te treden over bepaalde onderwerpen. Dit is een illustratie van de opkomst van nieuwe en alternatieve politiek-bestuurlijke arrangementen: governance. Er is geen eenduidige definitie van het begrip governance te geven. Governance kan echter 17

gezien worden als vormen van een op samenwerking gerichte stijl van besturing waarbij staat, markt en maatschappelijke organisaties deelnemen aan een verscheidenheid aan netwerken (Hajer et al., 2004). Een belangrijk concept rond het begrip governance is beleidsnetwerk. Een beleidsnetwerk kan gezien worden als een netwerk van relevante actoren waar de overheid een beroep op doet bij de totstandkoming van een bepaald beleid (Bovens et al., 2001). Betreffende het integratiebeleid zou de rol van de moskeeën in dit concept geplaatst kunnen worden. Of de moskeeën deze rol in het beleid kunnen spelen kan ik echter pas goed beoordelen als duidelijk is hoe de betrokken actoren vanuit de moskeeën over integratie denken. Daarom zullen bovenstaande concepten als theoretisch kader dienen voor de analyse van de relatie van de gemeente Amsterdam met de El Oumma moskee enerzijds, en de betekenis die actoren vanuit de moskee aan het begrip integratie geven anderzijds. Politicoloog Marcel Maussen onderscheid vier beleidsvisies op culturele diversiteit en integratie (Maussen 2006). Hij onderscheidt de volgende vier beleidsvisies in de vorm van een model: het marginaliserende model, het pluralistische model, het assimilerende model en het dialogische model. Onder het marginaliserende model verstaat Maussen beleid dat er op gericht is om migranten onderdeel te laten worden van de samenleving zonder hen teveel gebruik te laten maken van een uitgebreide gemeenschapsinfrastructuur (2006; 58). De migranten moeten dus geen bedreiging kunnen gaan vormen voor de cultuur van de meerderheden. Onder het pluralistische model verstaat Maussen beleid dat migranten de ruimte geeft om zich in etnisch of religieus verband te organiseren. Hierdoor wordt het voor de leden van de etnische groep op de lange termijn, na emancipatie, mogelijk om volwaardig onderdeel uit te maken van de samenleving. Volgens Maussen is het assimilerende model er op gericht om migranten aan te laten passen aan de samenleving. Beleid in dit model biedt geen ruimte voor de migranten om hun eigen culturele identiteit en taal te behouden. En in de dialogische model stelt Maussen dat het beleid er op gericht is om nieuwkomers en gevestigden in een gezamenlijk proces gedeelde normen, identiteiten en projecten te laten ontwikkelen. Hierdoor ontstaat een gedeelde cultuur in de samenleving. Met deze beleidsvisies heeft Maussen de onderliggende denkkaders en probleem- en werkelijkheidsdefinities van het beleid van verschillende Nederlandse gemeenten geanalyseerd. Ik zal zijn theorie gebruiken om het beleid van de 18

gemeente Amsterdam en stadsdeel Slotervaart ten aanzien van moskeeën theoretisch te duiden. Daarnaast zal duidelijk worden dat een bepaalde beleidsvisie van de gemeente wel of niet ruimte biedt voor activiteiten van de verschillende moskeeën op het gebied van bonding en bridging. Met het begrip sociaal kapitaal focust de Amerikaanse wetenschapper Robert Putnam zich op de positieve waarde die contacten tussen verschillende individuen kunnen hebben. Hij stelt namelijk dat verbintenissen tussen mensen, veelal gemanifesteerd in het maatschappelijke middenveld, een positieve werking hebben op het onderling vertrouwen tussen de mensen in de maatschappij. Dit zorgt ervoor dat het vertrouwen in de samenleving toeneemt. Putnam maakt een onderscheid tussen bonding en bridging sociaal kapitaal. Het begrip bonding heeft betrekking op het versterken van de interne groepsdynamiek binnen een netwerk of organisatie. Binnen een moskee wordt hier invulling aan gegeven door middel van les in eigen religie, taal en cultuur (Driessen et al. 2004). Bridging heeft betrekking op netwerken en organisaties die zich extern oriënteren. Deze netwerken en organisaties proberen hun leden in contact te brengen met andere actoren in de samenleving voor uiteenlopende doelen. Wat bridging betreft wordt in deze scriptie uitgegaan van de assumptie dat jonge Marokkaanse Amsterdammers over weinig sociaal kapitaal beschikken. Daardoor hebben zij dus minder kans op een goede opleiding, baan of woning. Zij beschikken namelijk niet over de juiste informatie, kennis van gedragscodes en sociale contacten om die kwalificaties daadwerkelijk te verwerven. Doordat deze jongeren via de moskee deelnemen aan activiteiten van de moskee die tot doel hebben om de integratie te bevorderen, kan hun sociaal kapitaal dus in principe worden vergroot. Dit omdat de moskee tijdens deze activiteiten contact heeft met andere netwerken en organisaties, waaronder de gemeente en haar instellingen. Daarom zullen in deze scriptie bestuurders en ambtenaren van de gemeente Amsterdam en stadsdeel Slotervaart, evenals vertegenwoordigers van instellingen op het gebied van werk en inkomen, opleiding en wonen worden geïnterviewd. Hierdoor wordt duidelijk of de moskee een rol speelt in de relatie van jonge Marokkaanse Amsterdammers met de Nederlandse samenleving. De auteurs van het boek Nederlandse moslims; van migrant tot burger 17 stellen dat de Nederlandse moslims zich de afgelopen jaren tot burger van 17 Douwes, Dick., Martijn de Koning en Welmoet Boender (red) (2005). Nederlandse moslims; van migrant tot burger. Amsterdam: Amsterdam University Press 19

Nederland hebben ontwikkeld. Zij zijn van mening dat de positie van Nederlandse moslims niet alleen maar verklaard kan worden door de islam. Sociale, politieke en economische factoren spelen volgens de auteurs een nog belangrijkere rol. Wat Marokkaanse jongeren betreft stelt Martijn de Koning, één van de schrijvers van het boek, dat zij beter geïntegreerd zijn dan men denkt. Dit blijkt volgens hem uit de assertieve en individualistische houding die Marokkaanse jongeren zich eigen hebben gemaakt. Wat dit betreft lijken de Marokkaanse jongeren volgens Martijn de Koning op hun autochtone leeftijdsgenoten. Daarnaast stelt De Koning dat moskeeorganisaties een belangrijke rol kunnen spelen bij de identiteitsvorming van gewone Nederlandse moslimjongeren 18. Bij deze moslimjongeren ligt volgens hem de sleutel voor de bestrijding van radicalisering. Door middel van activiteiten van moskeeorganisaties kan volgens De Koning het gat in de identiteitsmarkt worden opgevuld. Volgens De Koning kunnen moskeeorganisaties dus een cruciale rol spelen voor de integratie van de Nederlandse moslimjongeren. Bovenstaande concepten van Martijn de Koning zullen gebruikt worden om de relatie tussen moskee El Oumma el Islamia en de jonge Marokkaanse Amsterdammers te duiden. 1.5 Leeswijzer De indeling van deze scriptie is als volgt. In het tweede hoofdstuk zal een analyse worden gemaakt van onderzoek naar de functies van verschillende moskeeën in Nederland. Vervolgens zal in het derde hoofdstuk het beleid van de gemeente Amsterdam en stadsdeel Slotervaart worden besproken op het gebied van de relaties met de verschillende moskeeën. Focus ligt in dit hoofdstuk op de betekenis die de gemeente en het stadsdeel aan de verschillende moskeeën in de stad geven. In hoofdstuk vier zal nader worden ingegaan op de casus moskee El Oumma el Islamia in stadsdeel Slotervaart. Tenslotte zullen in het vijfde hoofdstuk de conclusies en aanbevelingen naar aanleiding van mijn onderzoek worden weergegeven. 18 De Koning, Martijn & Edien Bartels (2005). Voor Allah en mijzelf. In: Socialisme en Democratie nr. 1 jaargang 2005 p.19-26. Amsterdam: Wiardi Beckman Stichting 20

Hoofdstuk 2 De functies van moskeeën 2.0 Inleiding De afgelopen jaren zijn een aantal onderzoeken gedaan naar de rol die moskeeën spelen in Nederland. Uit deze verschillende onderzoeken kunnen een aantal functies van moskeeën worden onderkend. In dit hoofdstuk zullen deze verschillende functies worden besproken. In 2.1 wordt ingegaan op de religieuze functie van moskeeën. Daarna zal in 2.2 de maatschappelijke functie van moskeeën worden besproken. Tot slot zal in 2.3 worden ingegaan op de intermediaire rol van moskeeën. 2.1 De religieuze functie van moskeeën De belangrijkste en primaire functie van een moskee is het voorzien in de religieuze behoeften van de Nederlandse moslims. De Nederlandse moslims gaan naar de moskee om hun geloof te belijden. Zo wordt er in de moskee vijf keer per gebeden. Daarnaast worden er koranlessen en lessen in de Arabische taal gegeven. Deze lessen worden veelal door de kinderen van de moskeebezoekers gevolgd. Tevens speelt de imam van de moskee een belangrijke rol. De moskeebezoekers kunnen bij hem terecht voor vragen over het geloof. Uit onderzoek blijkt dat de religieuze functie van Amsterdamse moskeeën een emancipatoire functie heeft voor de achterban (Driessen et al. 2004). De onderzoekers stellen dat de religieuze activiteiten van de Amsterdamse moskeeën bijdragen aan de zelfredzaamheid van de moskeebezoekers in de Nederlandse samenleving 19. Hier is dus sprake van bonding sociaal kapitaal. De activiteiten zijn namelijk gericht op het versterken van de interne groepsdynamiek van de moskeebezoekers. Hierdoor wordt het voor de moskeebezoekers mogelijk om uiteindelijk een brug te slaan naar de rest van de samenleving. Canatan, Popovic en 19 Driessen, D., M. van der Werf en A. Boulal (2004). Laat het van twee kanten komen. Eindrapportage van een verkenning (quick scan) van De maatschappelijke rol van moskeeën in Amsterdam. Amsterdam: in opdracht van de gemeente Amsterdam. Nieuwe Maan Communicatie en Adviesgroep, ICP Advies. 21

Edinga (2005) beamen dit ook. In hun onderzoek bevelen zij de moskeeorganisaties in Nederland aan vanuit een eigen overtuiging activiteiten te organiseren die ten goede komen aan de civil society en die een positieve bijdrage leveren aan de sociale cohesie 20. 2.2 De maatschappelijke functie van moskeeën De moskeebezoekers komen niet alleen maar voor religieuze zaken naar de moskee. De moskeebezoekers bezoeken de moskee ook voor de sociale contacten en ontmoetingen met andere moskeebezoekers. Doordat de moskeebezoekers in een informele setting elkaar in de moskee ontmoeten ontstaat er de mogelijkheid om maatschappelijke activiteiten te ontplooien. Deze activiteiten worden ook georganiseerd met vertegenwoordigers van andere religies. Hier is dus sprake van een potentieel bridging sociaal kapitaal. De moskeebezoekers komen namelijk in contact met andere netwerken en organisaties waardoor hun vertouwen in de samenleving toeneemt. Uit onderzoek is gebleken dat er participatiebevorderende en educatieve activiteiten plaatsvinden in de Rotterdamse moskeeën 21. Zo worden er voorlichtingsbijeenkomsten en cursussen voor vrouwen georganiseerd. Tevens wordt in tweederde van de Rotterdamse moskeeën voorlichting over school- en beroepskeuze gegeven aan jongeren. Uit een ander onderzoek blijkt dat interreligieuze en interculturele activiteiten een belangrijke rol spelen binnen de maatschappelijke activiteiten van de Nederlandse moskeeën 22. Volgens de onderzoekers van het rapport zijn deze activiteiten gericht op integratie binnen de Nederlandse samenleving. Deze interculturele en interreligieuze activiteiten werden georganiseerd in samenwerking 20 Canatan, K., M. Popovic, en R. Edinga (2005). Maatschappelijk actief in moskeeverband. Een verkennend onderzoek naar de maatschappelijke activiteiten van en het vrijwilligersbeleid binnen moskeeorganisaties en het gemeentelijk beleid ten aanzien van moskeeorganisaties. s- Hertogenbosch/Utrecht: Ihsan. 21 Canatan, K., Oudijk, C.H. en Ljamai, A. (2003). De maatschappelijke rol van de Rotterdamse moskeeën. Rotterdam: Centrum voor Onderzoek en Statistiek. 22 Canatan, K., M. Popovic, en R. Edinga (2005). Maatschappelijk actief in moskeeverband. Een verkennend onderzoek naar de maatschappelijke activiteiten van en het vrijwilligersbeleid binnen moskeeorganisaties en het gemeentelijk beleid ten aanzien van moskeeorganisaties. s- Hertogenbosch/Utrecht: Ihsan. 22

met welzijnsinstellingen en andere religieuze groeperingen. Voorbeelden van deze activiteiten zijn dialoogbijeenkomsten en open dagen voor buurtbewoners. Tevens blijkt uit het onderzoek dat de moskeeën veel kinderen en jongeren bereiken met hun activiteiten. Deze activiteiten hebben voornamelijk betrekking op huiswerkbegeleiding en sportactiviteiten. Een interessante constatering van het onderzoek is dat hoe jonger het bestuur van de moskee is, hoe actiever de moskee is in het maatschappelijk middenveld. Volgens de onderzoekers komt dit vooral bij Turkse moskeeën voor. De onderzoekers stellen dan ook dat een generatiewisseling binnen een moskeebestuur een motor voor verandering kan zijn. Uit het onderzoek blijkt echter dat slechts 5% van de in Nederland geboren jongeren actief zijn binnen moskeebesturen 23. Zij stellen wel dat de jongeren de komende jaren actiever zullen worden. Onder het vergroten van de participatie in de Nederlandse samenleving verstaan Driessen, van der Werf en Boulal (2004) het organiseren van huiswerkbegeleiding, computercursussen en kinderopvang 24. Bij het bevorderen van de integratie in de Nederlandse maatschappij onderzochten zij of de Amsterdamse moskeeën de eigen achterban in contact brengt met andere groepen uit de samenleving en of de moskeeën met andere religies in dialoog treden. De onderzoekers concluderen in het rapport dat activiteiten op het gebied van integratie minder vaak voorkomen. Volgens de onderzoekers heeft dit geen principiële of ideologische redenen. De oorzaak hiervan is te vinden in praktische factoren. Zo zijn de moskeebestuurders over het algemeen onbekend met de religieuze en staatkundige verhoudingen in Nederland. Door de focus van het bestuur op behoud en beheer, in plaats van op vernieuwing en openheid, kan haar houding volgens de onderzoekers als terughoudend worden gekarakteriseerd. Daarom wordt de moskeeën aanbevolen om een onderscheid te maken tussen activiteiten gericht op zelfredzaamheid en emancipatie enerzijds en activiteiten gericht op participatie en integratie anderzijds. De onderzoekers zijn van mening dat de moskeeën een actief uitnodigingsbeleid voor voorlichting van Nederlandse maatschappelijke organisaties 23 Ibid. 24 Driessen, D., M. van der Werf en A. Boulal (2004). Laat het van twee kanten komen. Eindrapportage van een verkenning (quick scan) van de maatschappelijke rol van moskeeën in Amsterdam. Amsterdam: in opdracht van de gemeente Amsterdam. Nieuwe Maan Communicatie en Adviesgroep, ICP Advies. 23

moeten ontwikkelen. Ten slotte achtten de onderzoekers het organiseren van activiteiten voor een gemengd publiek aanbevelingswaardig. 2.3 De intermediaire functie van moskeeën Canatan, Oudijk, en Ljamai (2003) stellen dat de Rotterdamse moskeeën vanwege ruimtegebrek in contact komen met het Rotterdamse gemeentebestuur 25. Het ruimtegebrek heeft te maken met de ambitie van de moskeeën om educatieve, voorlichtende en recreatieve activiteiten voor hun achterban te organiseren. De Rotterdamse deelgemeenten onderschrijven de intermediaire rol van de moskeeën en zijn van mening dat via de moskeeën burgers betrokken kunnen worden bij beleid. Om in aanmerking te komen voor ondersteuning moeten de moskeeën echter sociaal-culturele instellingen oprichten. Hierdoor wordt voorkomen dat de scheiding tussen kerk en staat in het geding komt. Het gegeven dat de moskee een ontmoetingsplaats is voor Nederlandse moslims waar ook maatschappelijke activiteiten worden georganiseerd zorgt ervoor dat verschillende actoren in contact komen met de moskee. Deze actoren, zoals gemeentelijke instellingen, politie, welzijnsinstellingen en scholen zien in de moskee een intermediair. Een intermediair die de verschillende actoren in contact kan brengen met moeilijk te bereiken doelgroepen, zoals vrouwen en jongeren. Dit gebeurd in veelal in de vorm van een beleidsnetwerk waarin de gemeente de regierol in handen heeft. De moskeeën nemen ook zelf het initiatief om in contact te komen met de verschillende actoren in hun omgeving. Dit zorgt er voor dat de achterban van verschillende moskeeën in contact komt met andere netwerken en organisaties wat ten goede komt aan hun sociaal kapitaal. Hier is dus sprake van bridging sociaal kapitaal (Putnam, 2000). Over het algemeen ervaren de moskeebesturen de contacten met de deelgemeenten als matig. Zo wordt er laat of soms helemaal niet gereageerd op subsidieverzoeken van de moskeeën. Volgens de moskeebesturen hebben de ambtenaren van de deelgemeenten weinig kennis van en begrip voor de islam. Aan de andere kant zijn de ambtenaren van de deelgemeenten van mening dat de moskeebestuurders weinig kennis hebben op het gebied van procedures en 25 Canatan, K., Oudijk, C.H. en Ljamai, A. (2003). De maatschappelijke rol van de Rotterdamse moskeeën. Rotterdam: Centrum voor Onderzoek en Statistiek. 24

regelgeving van subsidies. Daarnaast zijn de ambtenaren van mening dat de moskeebestuurders zich beter aan afspraken moeten houden. Canatan, Oudijk, en Ljamai (2003) bevelen de deelgemeenten aan om samenwerking tussen de moskeeën die een intermediaire rol willen spelen en algemene welzijnsinstellingen te bevorderen 26. Hierdoor kunnen de algemene welzijnsinstellingen en de moskeeën gezamenlijk activiteiten organiseren. Daarnaast wordt geconcludeerd dat de moskeeorganisaties geen speciale aandacht besteden aan probleemjongeren. Aanbevolen wordt om samenwerking tussen instellingen voor jeugdhulpverlening en moskeeën te stimuleren. Driessen, van der Werf en Boulal (2004) hebben onderzocht wat de kansen en knelpunten zijn voor meer contact tussen de Amsterdamse moskeeën enerzijds en de gemeente, de stadsdelen en maatschappelijke organisaties en instellingen in Amsterdam anderzijds 27. Uit hun onderzoek is gebleken dat slechts enkele moskeeën actief samenwerken met maatschappelijke organisaties. Deze moskeeën worden ook door instanties zoals de GG&GD, de Sociale Dienst (momenteel Dienst Werk en Inkomen) en de politie benaderd om informatieavonden te houden. De moskeeën werken hier graag aan mee, maar meestal blijft het bij eenmalige ontmoetingen. Van belang is dat moskeeën zichzelf in deze gevallen zien als doorgeefluik. De moskeeën brengen de instanties namelijk in contact met haar moeilijk te bereiken achterban. Volgens Driessen, van der Werf en Boulal (2004) beschouwen de verschillende Amsterdamse moskeeën hun contact met het stadsdeel als goed 28. De moskeeën zijn echter wel van mening dat dit zich onvoldoende uitdrukt in financiële ondersteuning. Zo worden er vanuit het stadsdeel vage beloftes gedaan en zijn de reacties van ambtenaren traag. Dit heeft voornamelijk betrekking op de activiteiten van de moskee die gericht zijn op de zelfredzaamheid en emancipatie van haar achterban in tegenstelling tot de rol van de moskee voor de uitvoering van beleid. Deze miskenning leidt volgens het rapport onder andere tot een geringe benutting van de intermediaire rol die de moskee kan vervullen naar een moeilijk te bereiken doelgroep, zoals de jongeren. De onderzoekers bevelen de stadsdelen aan om 26 Ibid. 27 Driessen, D., M. van der Werf en A. Boulal (2004). Laat het van twee kanten komen. Eindrapportage van een verkenning (quick scan) van De maatschappelijke rol van moskeeën in Amsterdam. Amsterdam: in opdracht van de gemeente Amsterdam. Nieuwe Maan Communicatie en Adviesgroep, ICP Advies. 28 Ibid. 25

contacten tussen maatschappelijke organisaties en moskeeën te bevorderen. Tevens moet een subsidie-instrument ingezet worden om activiteiten op het gebied van integratie en participatie te stimuleren: hiervoor dient subsidiebeleid voor religieuze organisaties te worden ontwikkeld met duidelijke richtlijnen. De gemeente wordt ook aanbevolen om een structureel overleg te starten met alle moskeeën over actuele maatschappelijke vraagstukken. Tot slot komen de onderzoekers met een aantal aanbevelingen voor zowel de moskeeën als de gemeente en de stadsdelen. Zo worden de gemeente en de stadsdelen aanbevolen om de maatschappelijke rol van moskeeën in beleidsdocumenten en mondelinge uitingen te erkennen. Volgens Canatan, Popovic en Edinga (2005) heeft 78% van de Nederlandse moskeeën een relatie met de gemeente 29. Eenderde van de moskeeën is niet tevreden over deze relatie. Zo zijn deze moskeeën van mening dat de gemeente onvoldoende samenwerkt op het gebied van huisvesting en subsidieverlening. Tevens zijn de moskeeën ontevreden over de mate van medezeggenschap betreffende het vestigingsbeleid van de moskeeën. Het onderzoek van Canatan, Popovic en Edinga (2005) maakt een onderscheid tussen twee visies van de gemeente op de moskee: de moskee als religieus instituut en de moskee als maatschappelijke partner. In de laatste visie ziet de gemeente de moskee vooral als partner in integratieprocessen. Een belangrijke aanbeveling uit het onderzoek is dat de overheid de moskeeën niet instrumenteel moet benaderen voor integratieprocessen. Volgens de onderzoekers zou dit het bestaansrecht en de geloofwaardigheid van de moskeeorganisaties en de moskeegemeenschap aantasten. Daarnaast is van belang dat de moskeeën hun definitie van integratie kenbaar kunnen maken aan de gemeente. Er moet dus sprake zijn van een gelijkwaardige relatie tijdens de ontmoetingen van de gemeente met de moskeeën. Deze ontmoetingen kunnen geplaatst worden in het streven van de overheid om samen met maatschappelijke partners beleid te ontwikkelen en uit te voeren: governance. Of de gemeente Amsterdam en de El Oumma moskee op één lijn zitten wat betreft de betekenis van integratie zal in hoofdstuk aan de orde komen. In opdracht van de gemeente Rotterdam heeft het Verwey-Jonker instituut in samenwerking met Forum onderzoek gedaan naar pedagogiek in een drietal 29 Canatan, K., M. Popovic, en R. Edinga (2005). Maatschappelijk actief in moskeeverband. Een verkennend onderzoek naar de maatschappelijke activiteiten van en het vrijwilligersbeleid binnen moskeeorganisaties en het gemeentelijk beleid ten aanzien van moskeeorganisaties. s- Hertogenbosch/Utrecht: Ihsan. 26