+ INTERVIEWTECHNIEKEN Tjepke Zijlstra
+ INTERVIEW n Een interview is: n het verzamelen van informatie; n uit mededelingen van een ondervraagde persoon of personen; n ter beantwoording van één of meer vooraf bedachte, vaak nog zeer globale, vraagstellingen. Emans (2002)
+ Onderzoeksmethode n Het interview is een onderzoeksmethode waarbij een interviewer bij een geïnterviewde uitspraken probeert te ontlokken over een bepaald onderwerp.
+ De Interviewer moet in staat zijn om: n Goed te luisteren; n Een gesprek te (onder)houden; n De goede vragen te stellen.
+ Interviewvormen n Het ongestructureerde interview; n Het semi-gestructureerde interview; n Het gestructureerde interview.
+ Interviewtechniek n Keuze hangt af van de vraagstellingen van het onderzoek. n Hoe exploratiever, hoe minder sturing ( non-directief ). n Sturing: n voordeel van non-directiviteit is dat een geïnterviewde zoveel mogelijk in z'n eigen woorden zijn gedachten kwijt kan; n nadeel is dat er moeilijk patronen of overeenkomsten tussen de diverse geïnterviewden opgespoord kunnen worden. n Onderzoeksdoel is verkennend of exploratief: ongestructureerde interview. n Diversiteit: semi-gestructureerde interview. n Inzicht (antwoorden zijn al bekend): gestructureerde interview.
+ Interviewschema n Ongestructureerde interview: n een klein aantal algemene vragen, die de geïnterviewde aanleiding moeten geven om ruim te kunnen antwoorden (de vragen moeten dus niet met een simpel ja of nee zijn te beantwoorden). n Semi-gestructureerde interview: n meer vragen; de vragen zijn nu scherper geformuleerd, de antwoorden staan echter niet vast (zogeheten open vragen ). n Het gestructureerde interview: n relatief gezien veel vragen, waarvan de antwoorden al vast staan (zogenoemde gesloten vragen ).
+ Afnemen van een interview n Het ongestructureerde interview: n doel is om dieper liggende motieven en verlangens (c.q. achterliggende factoren die het gedrag beïnvloeden) bij de geïnterviewde te ontsluiten; n het gaat hier om meningen, belevingen en gevoelens van de geïnterviewde, niet zo zeer om feiten ( follow the feelings ); n psychologie (techniek): psychoanalyse van Freud ( diepteinterview ) en de client-centered therapy van Carl Rogers Ook wel het (vrije) attitude-interview. n Let op eigen verbale en non-verbale communicatie, en op die van de geïnterviewde.
+ Soorten vragen n Doorvragen over een bepaald onderwerp: reflecteren van de interviewer (samenvatten is structureren); n niet-uitgesproken gevoelscomponent van de geïnterviewde verwoorden; n stiltes niet gelijk opvullen; een stilte mag best vier seconden duren. Op die manier krijgt de geïnterviewde de kans om zijn gedachten goed te verwoorden; n belangrijk dat de interviewer zijn tempo, instelling en woordgebruik aan de geïnterviewde aanpast. n Vragen naar nieuwe informatie.
+ Non-verbale stimulatie n Een open houding aan nemen; n Oogcontact te houden; n In een hoek van ongeveer 80 à 90 graden ten opzichte van de geïnterviewde te zitten (de geïnterviewde kan dan gemakkelijk bij gevoelige onderwerpen oogcontact vermijden); n Niet te intiem zijn, maar ook niet te veraf van de geïnterviewde zitten; n Af en toe met het hoofd knikken, ondersteunt en stimuleert de geïnterviewde.
+ LSD n Luisteren n Samenvatten n Doorvragen
+ Valkuilen n Kritiek: een interview is nooit betrouwbaar want niet objectief. n Ongunstige invloeden: n Het maken van vooronderstellingen (voorbarige conclusies); n Door positieve of negatieve waardeoordelen te geven (kunnen ook door non-verbaal gedrag geuit worden; bijvoorbeeld door de wenkbrauwen te fronsen); n Door de geïnterviewde te vaak in de rede te vallen; n Door te veel en te korte nieuwe vragen te stellen; n Door zelf te lang te spreken.
+ Voorbereidingstips n Bepaal het doel, de interviewsoort en de persoon n Bepaal wat je wilt bereiken in het interview; n Kies een bijpassende interviewtechniek; n Bepaal met wie je wilt spreken. Voer eventueel een kort voorgesprek. n Maak een afspraak n Presenteer je en het doel van het interview duidelijk; n Kies een goede plaats en een goed tijdstip; n Trek voldoende tijd uit voor het interview; n Maak duidelijke afspraken over of the record.
+ Voorbereidingstips n Verzamel materiaal n Inpraten; n Inlezen; n Inleven. n Stel een vragenlijst of puntenlijst op n Verzin zowel open als gesloten vragen; n Zet ze in een psychologisch sterke volgorde; n Schrijf de eerste vraag eventueel uit.
+ Voorbereidingstips n Bepaal hoe u het gesprek vastlegt n Aantekeningen; n Voice/taperecorder; n Beide?
+ Gesprekstips n Zorg aan het begin van het gesprek voor: n duidelijkheid over de procedure en het doel van het gesprek; n duidelijkheid over de tijdsduur; n een goede sfeer. n Luister actief n Kies een toegenegen houding en zoek oogcontact; n Hum en knik; n Pas de 4-seconderegel toe; n Vat af en toe samen; n Reflecteer; n Vraag door.
+ Vragentips n Het stellen van vragen: n De vragen moeten concreet zijn en niet abstract; n De vragen mogen niet sturend of suggestief zijn; n De vraag moet helder en maar voor één uitleg vatbaar zijn; n Vraag niet meer dan één ding tegelijk. n Doorvragen: n Algemeen doorvragen: meer, uitgebreidere informatie over de topic: Kun je daar meer over vertellen? en Kun je daar een voorbeeld van geven? ; n Specifiek doorvragen: vragen om verduidelijking/nadere uitleg: Hoe zit dat dan precies? en Wat bedoel je daar precies mee?.
+ Vragentips n Terugvragen: n Behoefte aan verduidelijking: Je zei eerder en Ik wil daar nog even op terugkomen....
+