KAN MICROKREDIET DE ARMEN HELPEN?

Vergelijkbare documenten
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Stichting Day for Change

CORDAID INVESTMENT MANAGEMENT VAN MICROKREDIET NAAR INCLUSIEVE FINANCIERING

Doordat arme klanten ook in staat blijken te zijn leningen terug te betalen, ondanks

Banking the unbankables met microkrediet

Microkrediet in de strijd tegen armoede in Bolivia

HET PROJECT WAAR ALLES IN SAMEN KOMT WATER SHOPS IN INDIA CARE. ACT. SHARE. LIKE CORDAID.

Internationale wegen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

de microfinancieringsmythe Erwin Bulte, ontwikkelingseconomie, WU 7 oktober 2014

Armoede en ongelijkheid in de wereld. Inleiding tot een eenvoudig én complex onderwerp Francine Mestrum, 27 maart 2016

Michiel Verbeek, januari 2013

ofiel tiepr anisag Or

Persbericht. Triodos beleggingsfondsen houden stand in lastig beleggingsklimaat Geringe daling van 3% in eerste halfjaar 2011

F Lees bron 1 en beantwoord daarna opdracht 1.

Docent Kunsteducatie in de schijnwerpers

Masterclass: Hoe vind ik financiering voor mijn bedrijf?

Effectiviteit van microfinanciering

Volgens van Dijk (2012) kun je met kleine kredieten mensen die niks hebben, dus ook geen onderpand, helpen om door een dip te komen, zodat ze

Ondersteun ondernemers in opkomende markten. Goed voor u, goed voor hen.

Een analyse van Microkrediet in Nederland.

De kloof wordt breder. Boekverslag door H woorden 15 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

"De financiële sector is het probleem,

Samenvatting. 1. Wat houdt het begrip internationale samenwerking in?

Het businessmodel en de focus van kleinere banken in België Voorstelling Triodos Bank 1

BELEIDSPLAN WAKIBI 2017

Praktische opdracht Economie Derde Wereld schuld

WELKOM CARE. ACT. SHARE. LIKE CORDAID.

De mislukking van het microkrediet

The Construction and Operationalisation of NGO Accountability: Directing Dutch Governmentally Funded NGOs Towards Quality Improvement R.S.

Interview. Vrouwen als. fotografie hermien lam tekst Tobias Reijngoud

Investeren in zelfredzaamheid. Rabobank Foundation

Dutch Summary. Dutch Summary

Bestudeer de bronnen 1 en 2 uit het bronnenboekje die bij deze opgave horen.

Alles over microkrediet Informatie voor een spreekbeurt of klassenproject in het Voortgezet Onderwijs

Incofin cvso: investeren in microfinanciering

Stichting Life Invest Foundation Jaarverslag 2014

Nederlandse samenvatting

Beknopt Jaarverslag

BELEIDSPLAN WAKIBI 2019

Kritisch kijken op verschillende schaalniveaus

Superrijken staan symbool voor de kloof - NRC

6 juni Onderzoek: Aanpak vluchtelingenproblematiek

Micro Water Facility. Beleidsplan. Frederik Claasen. In opdracht van Bestuur MWF. December 2013 Projectnummer 1564

Inspiratie voor Nieuwe Business Modellen

een wereld apart Vanuit aardrijkskundige (= geografische) invalshoek

Introductie. 1. Uw persoonlijke situatie. Voorbeeldvragenlijst COB-kwartaalenquête 2011

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

Lening op afbetaling. Een onderzoek naar de impact van overheidsmaatregelen op de microfinancieringssector in de Filippijnen

Sociale en politieke aspecten van een verdeelde wereld

Alles over microkrediet Informatie voor een spreekbeurt of klassenproject op de basisschool

Wereldproblemen te lijf met business modellen

Meerderheid Nederland niet van plan om geld te geven Nederlander twijfelt of geld voor noodhulp Hoorn van Afrika goed terecht komt

De Drievoudige Bottom Line, een noodzakelijke economische innovatie

Civic economy; de hype voorbij

Politiek en Sociaal vertrouwen & Internationale Samenwerking

Wat we al weten Het onderzoek naar effecten van veranderingen in overheidssubsidies op geefgedrag is kort samengevat in onderstaande figuur.

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria

Geachte Tweede Kamer commissieleden voor cultuur,

Alternatieve spelers op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Wie zijn ze & wat doen ze?

aarom China stilaan de hoofdrol opeist op het wereldtoneel

VRAGEN EN ANTWOORDEN OVER HET ASN-NOVIB MICROKREDIETFONDS

F Lees bron 1 en beantwoord daarna opdracht 1.

Armoede en welvaart In Afrika

Beveiligingsaspecten van webapplicatie ontwikkeling met PHP

microkredieten special Prinses microkrediet Volgende stap

Iedereen sterk. Zo stimuleer je innovatief gedrag en eigenaarschap van medewerkers


Civic economy; de hype voorbij

Leren van evaluaties. Bijeenkomst Onderwijsagenda 2015 Marike de Kloe Woord en Daad 23 april 2012

MR WBM VONDENHOFF ADVOCAAT

Expeditie M&M. Microkredieten. lesbrief. ontdek avontuurlijk leren. Foto: Roel Burgler / Hollandse Hoogte

Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010

Beknopt Jaarverslag

6 juni Onderzoek: Aanpak vluchtelingenproblematiek

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Sustainable development goals

Factsheet midden- en kleinbedrijf in Colombia

Vergadering van Aandeelhouders Triodos Multi Impact Fund 12 mei 2017

Mediator Special. Brilliant Failures. Elke fout is een kans tot verbetering. Brilliant Failures. ook een kunst. Award Health?

Katakle Business Plan Groeiplan voor het programma van The Hunger Project in Benin

Delta Lloyd Groep. Duurzaam ondernemen bij Delta Lloyd Groep. Nyenrode Business Universiteit, 28 mei 2010

Eindexamen aardrijkskunde vwo I

Spaanse verpleegkundigen in Nederland.

Koopkrachtpariteit en Gini-coëfficiënt in China: hoe je tegelijkertijd arm én rijk kunt zijn.

Via Rabobank Foundation ondersteunt Rabobank. Financieringen met positieve maatschappelijke impact 214,5mln. Enschede-Haaksbergen

Hoeveel manieren worden er gebruikt bij aardrijkskunde om de welvaart in een land te meten?

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage AV/KO/2004/19004

Kromstraat 29, 29, Delft

Oefentekst voor het Staatsexamen

F r a n c i s c u s. v a n. Leven met aandacht. w e g D e. Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot

Stichting Emda. Beknopt Jaarverslag Network for European Monitoring and Development Assistance EMDA. Voorwoord

Reverse factoring is Win-Win en Win.

Jong en veelbelovend

Sporthuis/GoSport Roy Schungel

Opkomende markten: do s en don ts

ING International Survey. De ik -generatie: Grip op financiële doelstellingen en eigen dromen nastreven

Ministerie van Financiële Alternatieven plechtig geopend in...

Het ALM beleid van Klaverblad

Preview. What will. you do. to change. the world. today? Havo/VWO

Transcriptie:

KAN MICROKREDIET DE ARMEN HELPEN? Master Scriptie Politicologie: Internationale Betrekkingen Naam: Cristel van de Ridder Studentnummer: 0602973 Begeleider: Dr. Robin Pistorius Tweede lezer: Dr. Daniel Mügge Datum: Den Haag, 14 februari 2011

Pagina 2

Voorwoord De scriptie is geschreven ter voorbereiding van mijn stage bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken per 7 februari 2011. Hier loop ik 4 maanden stage bij de Directie Duurzame Economische Ontwikkeling in Ontwikkelingslanden (DDE). Een van de speerpunten van DDE is de inzet van microkrediet en microfinanciering als ontwikkelingsinstrument in ontwikkelingslanden. Gezien mijn afstudeerrichting in Internationale Betrekkingen, een Minor in International and Development Economics, en een grote interesse in ontwikkelingsvraagstukken, ben ik dan ook uitgekomen bij microkrediet als thema van deze scriptie. Geboren in de jaren 80 en opgegroeid in de glorieuze jaren 90. Als puber heb ik meegekregen dat het neoliberalisme had overwonnen en welvaart oneindig zou zijn. Echter, sinds het aanbreken van het nieuwe millennium werd mij duidelijk dat dingen niet zo vanzelfsprekend waren als ze leken. Een aanslag op de World Trade Torens, oorlogen in het Midden-Oosten en een financiële crisis hebben mij laten inzien dat glorieuze jaren niet zo vanzelfsprekend zijn als ik altijd dacht. Dr. Daniel Mügge heeft mij veel geleerd over het ontstaan van de financiële crisis van 2007-2009. Lodewijk van der Heijden heeft mij laten inzien wat de effecten van sociale beïnvloedingstechnieken op mensen zijn. Sindsdien ben ik een stuk kritischer tegen de wereld aan gaan kijken en heb ik geleerd dat vaak niets is wat het lijkt. Zo ook de gedachte achter microkrediet. In september 2010 werd ik getriggerd door de kritieken op microkrediet. Het leek zo allemaal zo mooi, maar helaas blijkt microkrediet allang geen liefdadigheid meer. Graag wil ik een aantal mensen bedanken voor hun steun, inzet, hulp en informatie. Voor het ontstaan van deze scriptie zou ik allereerst speciaal mijn scriptiebegeleider Dr. Robin Pistorius willen bedanken voor zijn inspirerende manier van samenzijn, zijn heldere en kritische manier van denken, en zijn welwillende blijk van interesse tijdens het schrijven van mijn scriptie. Mede dankzij zijn wekelijkse betrokkenheid en positieve benadering heb ik mijn scriptie tot een goed einde weten te brengen. Dr. Daniel Mügge wil ik graag bedanken voor zijn inspirerende manier van lesgeven. Ik heb erg veel van hem geleerd. Daniel heeft me een goede basis meegegeven voor het besef van de wereld waarin ik leef. Hans van der Veen wil ik bedanken voor het interview, zijn informatie en zijn visie over microkrediet. Dankzij Hans heb ik beter inzicht gekregen waar de microkredietsector momenteel staat. Ook wil ik Hans bedanken voor de uitnodiging voor het Responsible Finance Forum van donderdag 27 januari 2011 op het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Lodewijk van der Heijden wil ik graag bedanken voor al zijn geduld, respect, liefde en tijd die hij voor mij heeft gehad. Tijdens mijn kritieken, frustraties, stress, instortmomenten en de presentatie van mijn onderzoeksresultaten had hij altijd een luisterend oor. Ook dankzij zijn afgeronde studie Psychologie: Sociale Beïnvloeding hebben we inspirerende discussies gehad over de wereld van microkrediet. Irthe Goudriaan wil ik graag bedanken voor haar alertheid en haar interesse in mijn scriptieonderwerp. Dankzij haar steun en vele tips heb ik deze scriptie tot een goed einde kunnen brengen. Pagina 3

Pagina 4

INHOUDSOPGAVE Lijst met afkortingen 7 1. INTRODUCTIE.9 1.1 Onderwerp en relevantie 9 1.2 Probleem en vraagstelling 10 1.3 Methodologie 13 1.4 Opbouw van de scriptie 13 2. DE OPKOMST VAN MICROKREDIET. 15 2.1 Inleiding 15 2.2 Definitie microkrediet en microfinanciering 15 2.3 Uitvinder van microkrediet: Muhammad Yunus in 1976 17 2.4 De eerste Microkrediet Summit in 1997 18 2.5 Huidige stand van microkrediet wereldwijd 20 2.6 Samenvatting 21 3. MICROKREDIET BINNEN HET ONTWIKKELINGSDEBAT.....23 3.1 Inleiding 23 3.2 De wereldwijde vraag naar microkrediet 23 3.3 Microkrediet binnen het ontwikkelingsdebat 24 3.4 Microkrediet en Mainstream Development 24 3.4.1 Ontstaan Mainstream Development 24 3.4.2 Aannames Mainstream Development 27 3.4.3 Microkrediet binnen Mainstream Development: De marktbenadering 27 3.5 Microkrediet en Alternative Development 28 3.5.1 Ontstaan Alternative Development 29 3.5.2 Aannames Alternative Development 30 3.5.3 Microkrediet binnen Mainstream Development: De sociale benadering 30 3.6 Microkrediet en Post Development 31 3.6.1 Ontstaan Post Development 31 3.6.2 Aannames Post Development 32 3.6.3 Microkrediet binnen Post Development: De critici 32 3.7 Samenvatting 32 Pagina 5

4. DE EFFECTEN VAN MICROKREDIET OP ARMOEDEBESTRIJDING... 34 4.1 Inleiding 34 4.2 Resultaten over de effecten van microkrediet op armoede 34 4.2.1 Heeft microkrediet een positief effect op armoedebestrijding? 35 4.2.1.1 Microkrediet heeft een positief effect 35 4.2.1.2 Microkrediet heeft geen of een negatief effect 36 4.2.2 Heeft microkrediet een positief effect onder of boven de armoedegrens? 38 4.2.2.1 Microkrediet heeft een positief effect onder de armoedegrens 38 4.2.2.2 Microkrediet heeft een positief effect boven de armoedegrens 39 4.2.3 Conclusie 39 4.3 Tegenstrijdige resultaten over de effecten van microkrediet verklaard 41 4.3.1 Onzuiverheden in onderzoek 41 4.3.2 Interpretaties van onderzoek 42 4.3.3 Methodes van onderzoek 42 4.3.3.1 Revisiting the evidence 43 4.4 Conclusie 44 5. HET SUCCES VAN DE RETORIEK VAN MICROKREDIET...... 46 5.1 Inleiding 46 5.2 Microkrediet als alternatief: De ontdekking van de sociale benadering 47 5.3 Van de sociale benadering naar een marktbenadering 47 5.4 Het succes van de retoriek van de marktbenadering 48 5.5 Sociale benadering: De kritiek op de marktbenadering 51 5.5.1 Succes microkrediet is gebaseerd op institutionele indicatoren 51 5.5.2 Mensen hebben zware schulden dankzij woekerrentes 52 5.5.3 Door financiële onafhankelijkheid worden de allerarmsten uitgesloten 53 5.6 Critici: De kritiek op de marktbenadering 54 5.6.1 Microkrediet als verlengde van het neoliberalisme op individueel niveau 54 5.6.2 Westers gefinancierde NGO s als verlengde van het neoliberalisme 56 5.6.3 Discours als machtsmiddel 57 5.7 Samenvatting 58 5.8 Conclusie 59 6. CONCLUSIE: KAN MICROKREDIET DE ARMEN HELPEN?...60 6.1 Algemene samenvatting 60 6.2 Conclusie 63 6.3 Uitdagingen voor de sector 64 Literatuurlijst..... 66 Bijlage 1: Interview Hans van der Veen....... 71 Bijlage 2: Principles for Investors in Inclusive Finance.. 81 Pagina 6

LIJST MET AFKORTINGEN BancoSol BNP BRI BZ CGAP ILO IMF MDG s MFI s MIX NGO s NPM UNDP USAID VN VS WTO ROSCA s Banco Solidario Bolivia Bruto Nationaal Product Bank Rakyat Indonesia Ministerie van Buitenlandse Zaken Consultative Group to Assist the Poor International Labour Organisation Internationaal Monetair Fonds Millennium Ontwikkelings Doelen Microfinancieringsinstellingen Microfinance Information Exchange Market Niet-gouvernementele instellingen Netherlands Platform for Microfinance Verenigde Naties Ontwikkelings Programma United States Agency for International Development Verenigde Naties Verenigde Staten Wereld Handels Organisatie Rotating Savings and Credit Associations Pagina 7

Pagina 8

I feel very sorry that the concept of microcredit is being blatantly abused. Now any traditional loan shark anywhere can easily claim that they are the promoters of microcredit. What we created to fight loan sharks now is being used to give loan sharks a respectable identity. Muhammad Yunus, oprichter van de Grameen Bank in Bangladesh, 2010 1 1. INTRODUCTIE 1.1 Onderwerp en relevantie Deze scriptie heeft als onderwerp microkrediet. Microkredieten zijn kleine leningen bedoeld voor arme mensen, vaak vrouwen, in ontwikkelingslanden zodat arme mensen kunnen investeren in een bedrijfje om inkomen te genereren. Doorgaans kunnen deze mensen door een gebrek aan onderpand, een vast inkomen en een gebrek aan kredietgeschiedenis niet terecht bij traditionele banken. (Weber 2001: 6) Waarom een scriptie over microkrediet? Sinds de ontdekking door Muhammad Yunus in 1976 is microkrediet door overheden en invloedrijke internationale instellingen omarmd als één van de belangrijkste instrumenten tegen armoede (Rahman 2004: 27). Yunus ontdekte in 1976 dat microkrediet een effectief instrument is om armoede te bestrijden. Hij was in staat om de armen krediet te lenen zonder onderpand, iets waar gewone banken nooit geïnteresseerd in waren. In 1983 richtte Yunus de Grameen Bank op met als doel om op grote schaal microkredieten aan de armen te verstrekken. In de jaren 90 kregen politieke leiders en internationale instellingen aandacht voor de manier waarop de Grameen Bank microkredieten aan de armen leende. Als gevolg werd in 1997 de eerste Microcredit Summit gehouden in Washington waar microkrediet werd gepresenteerd als nieuwe strategie om wereldwijde armoede te bestrijden. (Chowdhury 2008: 19) Sindsdien hebben het Internationaal Monetair Fonds (IMF), de Wereld Bank en de Verenigde Naties (VN) microkrediet omarmd als instrument tegen armoede (Rahman 2004: 27, Chowdhury 2008: 19). Het jaar 2005 werd door de VN uitgeroepen tot het International Year of Microcredit om microkrediet internationaal onder de aandacht te brengen (Young 2006: 3). In 2006 wonnen Yunus en de 1 Yunus, Muhammad (2010), in: Bellman, E. (2010) Microlending Backlash Spreads to Bangladesh. Pagina 9

Grameen de Nobelprijs voor de Vrede vanwege their efforts to create economic and social development from below (Sengupta & Aubuchon 2008: 9). Inmiddels is de microkredietsector wereldwijd verspreid en zijn er rond de 2000 microfinancieringsinstellingen (MFI s) die microkredieten aanbieden aan arme mensen. 2 In Nederland werkt prinses Máxima samen met het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) en het Netherlands Platform for Microfinance (NPM) 3 om microkrediet onder de aandacht te brengen (NPM 2011). Bij dit platform werken 15 Nederlandse instanties samen om de effectiviteit van hun activiteiten rondom microkrediet te verbeteren 4. Máxima is namens de VN vanaf 2005 betrokken bij microkrediet. In 2009 werd Máxima door VN-baas Ban Ki-moon tot adviseur op het gebied van microkrediet benoemd. (NOS 2009) In september 2010 kopte de landelijke media: Verenigde Staten omarmen plan Máxima om via microkredieten de allerarmsten ter wereld toegang te geven tot een bank systeem (Telegraaf 2010, NRC Handelsblad 2010). Volgens De Telegraaf is de steun van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Hillary Clinton, [ ] een enorme opsteker voor de initiatieven van de Nederlandse prinses (Van Vliet 2010) Kortom, microkrediet wordt ook door nationale overheden omarmd als oplossing voor armoede in de wereld. 1.2 Probleem en vraagstelling De Grameen Bank heeft sinds de oprichting in 1983 model gestaan voor de manier waarop armoede via microkrediet kan worden bestreden. Microkrediet is dankzij de Grameen Bank gelegitimeerd als panacee tegen armoede. Sindsdien hebben overheden en internationale instellingen microkrediet omarmd als belangrijk instrument in de strijd tegen armoede. (Rahman 2004: 31) Echter, er bestaan tegenstrijdige opvattingen over het doel van microkrediet en de effecten ervan op de armen. Voorstanders wijzen op een aantal algemeen geaccepteerde aannames, ook wel de retoriek van microkrediet genoemd (Morduch 1999, Rahman 2004, Young 2006, Johnston & Morduch 2007). Deze retoriek gaat er vanuit dat er dankzij microkrediet een win-win situatie gecreëerd wordt: zowel financiële instellingen als de armen profiteren van toegang tot microkrediet (Morduch 1999: 1570). De armen kunnen dankzij microkrediet investeren in een bedrijf om er inkomen mee te genereren. Daarnaast wordt er een financiële sector gebouwd waarbij 2 Zie www.mixmarket.org voor informatie over MFI s wereldwijd en hun leningenportefeuille. 3 Meer informatie over het NPM: www.microfinance.nl 4 De volgende leden zijn aangesloten bij het NPM: ASN Bank, Cordaid, Doen Foundations, FMO, Hivos, ICCO, ING bank, Ministerie van Buitenlandse Zaken, Oikocredit, Oxfam Novib, Rabobank Foundation, SNS Asset Management, SNV, Triodos Bank, Triple Jump en Woord en Daad. Pagina 10

institutionele capaciteit wordt ontwikkeld om op een kosteneffectieve manier krediet aan arme huishoudens te lenen. (Morduch 2000: 617) Bij deze retoriek wordt verondersteld dat MFI s de meeste armoede bestrijden wanneer ze financieel onafhankelijk zijn van overheidssubsidies (Morduch 2000: 617). Om deze reden dienen MFI s financieel onafhankelijk te worden en kapitaal aantrekken uit private kapitaalmarkten. Zo zou er op een efficiënte manier armoede bestreden worden zonder hoge kosten voor overheidssubsidies. (idem) De win-win retoriek wordt ondersteunt door overheden en internationale instellingen, waaronder de Wereld Bank, het IMF en de VN (Weber 2001, Young 2006). Echter, er zijn twee soorten kritieken ontstaan op de win-win retoriek van microkrediet. Allereerst hebben academici en ontwikkelingswerkers twijfels geuit over de effecten van microkrediet op de armen (oa Goetz & Gupta 1996; Morduch 1999; Rahman 1999, 2004; Huq 2004; Karim 2008; Johnston & Morduch 2008). Financieel onafhankelijke MFI s zouden meer nadruk leggen op winstgeneralisatie en minder op armoedebestrijding of het welzijn van mensen. Er zou een contradictie bestaan tussen het doel om financiële onafhankelijkheid van MFI s te bereiken en het doel om armoede te bestrijden. (Rahman 2004: 27) Om financieel onafhankelijk te worden, moeten MFI s het klantenbereik en leningenportefeuilles uitbreiden en hogere rentes vragen dan wanneer ze subsidies ontvangen. Als gevolg zouden de kosten voor het verlenen van microkrediet zo hoog zijn dat de allerarmsten deze kosten niet meer kunnen dragen. Hierdoor ontstaan er negatieve gevolgen voor de armen. (Rahman 2004: 28) In de tweede plaats wordt microkrediet door critici gezien als verlengde van het neoliberale gedachtegoed (oa Weber 2001, 2004; Isserles 2003; Young 2006). Isserles (2003: 32) stelt dat de opkomst van microkrediet het gevolg is van de mislukking van de Structural Adjustment Programs (SAP s) in de jaren 80. Volgens Weber (2001, 2004) gebruiken de Wereld Bank en het IMF de win-win retoriek van microkrediet om de liberalisering van handel en de financiële sector door te voeren op lokaal niveau (Weber 2001: 8). De tegenstrijdige opvattingen over de effecten van microkrediet op armen hebben geleid tot de hoofdvraag van deze scriptie: In hoeverre werkt microkrediet als succesvol instrument in de strijd tegen armoede in ontwikkelingslanden? 5 5 Terwijl microkrediet wordt omarmd als middel tegen armoede én de emancipatie van vrouwen, zal ik gezien de beperkte omvang van deze scriptie alleen kijken naar de effecten van microkrediet op armoede en niet naar de effecten op de emancipatie van vrouwen. Pagina 11

De onderzoeksvraag wordt beantwoord aan de hand van een hypothese. Uit de inleiding is gebleken dat de Wereld Bank, het IMF en de VN de gedachte delen dat microkrediet een van de belangrijkste instrumenten is voor armoedebestrijding. Gezien de gedeelde opvatting van deze instellingen, wordt er uitgegaan van de volgende hypothese: Hypothese: Microkrediet werkt als succesvol instrument tegen armoede in ontwikkelingslanden. Aan de hand van drie deelvragen wordt er kritisch naar het concept microkrediet gekeken. De drie deelvragen die moeten leiden tot een antwoord op de hoofdvraag, luiden als volgt: Deelvraag 1: Wat zijn de wetenschappelijke onderzoeksresultaten over de effecten van microkrediet op armoede in ontwikkelingslanden? Deelvraag 2: Hoe worden tegenstrijdige wetenschappelijke onderzoeksresultaten over de effecten van microkrediet op armoede in ontwikkelingslanden verklaard? Deelvraag 3: Hoe kan de opkomst van microkrediet worden verklaard, ondanks dat wetenschappelijke onderzoeken geen eenduidig antwoord geven op de vraag of microkrediet daadwerkelijk armoede bestrijdt? Aan de hand van de eerste deelvraag wordt onderzocht wat de wetenschappelijke onderzoeksresultaten zijn van de effecten van microkredieten op de armen in ontwikkelingslanden. Om deze vraag te beantwoorden wordt er gekeken naar twee subvragen: 1. In hoeverre heeft microkrediet een positief effect op armoedebestrijding bij armen? Er van uitgaande dat microkrediet een positief effect heeft, kan er een tweede vraag gesteld worden: 2. Kan microkrediet de armen boven of onder de armoedegrens van $1 per dag helpen? De conclusies van verschillende onderzoeken worden hierbij vergeleken om te kijken in hoeverre er overeenkomsten zijn of verschillen zijn. Aan de hand van de tweede deelvraag wordt onderzocht hoe tegenstrijdige onderzoeksresultaten over de effecten van microkrediet op armoedebestrijding worden verklaard. Om deze vraag te beantwoorden wordt in de literatuur er gekeken naar verschillende oorzaken voor de tegenstijdige onderzoeksresultaten. Aan de hand van de derde deelvraag wordt onderzocht hoe de opkomst van microkrediet verklaard kan worden, ondanks de tegenstrijdige wetenschappelijke onderzoeksresultaten over de effecten van microkrediet. Om deze vraag te beantwoorden wordt er gekeken naar de manier waarop de Pagina 12

opvattingen over microkrediet in de loop der jaren zijn veranderd. Ook zullen er verschillende kritieken op microkrediet worden verklaard. Zowel wetenschappelijke artikelen als interviews worden gebruikt om deze deelvraag te beantwoorden. 1.3 Methodologie Gezien de beperkte tijd voor het schrijven deze scriptie ben ik zelf niet in staat geweest om af te reizen naar een ontwikkelingsland om de gevolgen van microkrediet op arme mensen te kunnen onderzoeken. Zodoende is deze scriptie gebaseerd op een kwalitatieve data-analyse: aan de hand van wetenschappelijke artikelen en boeken, krantenartikelen, websites, rapporten en interviews is geprobeerd een antwoord te geven op de onderzoeksvraag. De artikelen heb ik gevonden via Google Scholar. De boeken heb ik gevonden in de bibliotheken van de Universiteit van Amsterdam, de Hogeschool van Amsterdam en de Vrije Universiteit van Amsterdam. De websites, rapporten, en krantenartikelen stonden online op het World Wide Web. Daarnaast heb ik gebruik kunnen maken van informatie uit een interview dat op maandag 10 januari 2011 gehouden is met de heer Hans van der Veen, beleidsadviseur microkrediet op het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) in Den Haag. De vragen voor het interview worden weergegeven in bijlage 1. De belangrijkste vragen betroffen: 1. De werkwijze van BZ met betrekking tot microkrediet. 2.De relatie van BZ met het NPM. Hoe BZ tegen microkrediet aankijkt. 3.Wat BZ vindt van de kritiek dat microkrediet geen sociale doelen zou kunnen nastreven. 4.Wat BZ vindt van de kritiek dat microkrediet wordt gezien als verlengde van het neoliberalisme. 5.Wat de uitdagingen voor de microkredietsector zijn. Hiermee heb ik geprobeerd om te kijken naar wat er op beleidsniveau verbeterd kan worden voor de microkredietsector. 1.4 Opbouw van de scriptie Deze scriptie heeft als doel om te onderzoeken in hoeverre microkrediet een succesvol instrument is tegen armoede in ontwikkelingslanden. De scriptie is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 2 beschrijft de historische oorsprong van microkrediet. In dit hoofdstuk zal duidelijk worden waarom microkrediet door nationale en internationale instellingen als succesvol instrument tegen armoede wordt omarmd. Pagina 13

In hoofdstuk 3 wordt de wereldwijde vraag naar microkrediet besproken. Daarnaast wordt het debat geschetst waarbinnen microkrediet kan worden uiteengezet. Microkrediet is een belangrijk onderwerp binnen het ontwikkelingsdebat. Binnen dit debat bestaan er verschillende ontwikkelingsvisies: de Mainstream Development visie, de Alternative Development visie, de Post Development visie. Afhankelijk van de betreffende ontwikkelingsvisie wordt microkrediet vanuit een verschillende invalshoek benaderd. Deze verschillende invalshoeken voor microkrediet zijn: de marktbenadering binnen Mainstream Development, de sociale benadering binnen Alternative Development en er is een kritische invalshoek binnen Post Development. Vanuit deze verschillende invalshoeken wordt de opkomst van microkrediet in hoofdstuk 5 geanalyseerd. In hoofdstuk 4 worden Deelvraag 1 en Deelvraag 2 geanalyseerd. In het eerste deel van het hoofdstuk wordt er ingegaan op Deelvraag 1: Wat zijn de wetenschappelijke onderzoeksresultaten naar de effecten van microkrediet op armoedebestrijding in ontwikkelingslanden? In het tweede deel van het hoofdstuk wordt er ingegaan op Deelvraag 2: Hoe worden tegenstrijdige onderzoeksresultaten over de effecten van microkrediet op armoede verklaard? Bij deze deelvraag zal duidelijk worden dat er verschillende verklaringen mogelijk zijn voor tegenstrijdige onderzoeksresultaten over de effecten van microkrediet. De belangrijkste verklaring is dat er tot nu toe geen goede meetinstrumenten zijn om de effecten van microkrediet op armoede te kunnen meten. In hoofdstuk 5 wordt er getracht een antwoord te geven op Deelvraag 3: Hoe kan de opkomst van microkrediet verklaard worden, ondanks dat wetenschappelijke onderzoeken geen eenduidig antwoord geven op de vraag of microkrediet daadwerkelijk armoede bestrijdt? Voor deze deelvraag wordt microkrediet vanuit de drie invalshoeken benaderd. Deze invalshoeken waren: de marktbenadering, de sociale benadering en de kritische invalshoek. Vanuit alle drie de invalshoeken zal microkrediet worden benaderd. Geconcludeerd zal worden dat de opkomst van microkrediet vooral wordt aangedreven door de aannames van de marktbenadering van microkrediet. Echter, kritische geluiden uit de sociale benadering kunnen zorgen dat voorstanders van microkrediet meer op sociale doelen gaan richten. In de conclusie zal duidelijk worden dat het moeilijk is om aan de hand van de literatuur een eenduidig antwoord te geven op de hoofdvraag van deze scriptie. Gezien de tegenstrijdige resultaten op de vraag of microkrediet werkt bij armoedebestrijding, kan er na 35 jaar microkrediet een nieuwe onderzoeksvraag gesteld worden: niet óf microkrediet werkt, maar wannéér en bij wíe. Pagina 14

2. DE OPKOMST VAN MICROKREDIET 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt de opkomst van microkrediet beschreven. In paragraaf 2.2 zal een veel gebruikte definitie van microkrediet en microfinanciering beschreven worden als ook de instellingen die microkredieten uitlenen. In paragraaf 2.3 wordt duidelijk hoe Muhammad Yunus in 1976 op het idee kwam om microkrediet te gaan gebruiken om armoede te bestrijden in Bangladesh. In 1983 richtte Yunus de eerste microkredietbank op. Het model van deze bank werd vervolgens gekopieerd in veel landen. In de jaren 90 kregen ook politieke leiders aandacht voor het model. In 1997 werd de eerste Microkrediet Summit gehouden. Paragraaf 2.4 beschrijft dat dankzij de eerste Microkrediet Summit in 1997, microkrediet door internationale instellingen zoals de Wereld Bank, het IMF en de VN omarmd werd als succesvol instrument tegen armoede. Het jaar 2005 werd door de VN zelfs uitgeroepen als International Year of Microcredit en zorgde ervoor dat microkrediet internationaal onder de aandacht kwam. Sindsdien is de microkredietsector snel gegroeid. Paragraaf 2.5 geeft feiten en cijfers weer over de huidige stand van microkrediet wereldwijd. Gezien de historische oorsprong zal in paragraaf 2.6 zal duidelijk worden waarom microkrediet wereldwijd een populair instrument is geworden is tegen armoede. 2.2 Definitie microkrediet en microfinanciering Microkredieten zijn kleine leningen die voornamelijk worden toegekend aan arme mensen in ontwikkelingslanden. Dit geeft arme mensen de mogelijkheid om een kleine onderneming op te richten en extra inkomen te genereren, waardoor ze beter voor zichzelf en hun families kunnen zorgen. (Weber 2001: 6) Deze leningen worden aangeboden aan individuen of via groepsleningen, vaak zonder onderpand. Een groepslening, ook wel bekend als solidariteitslening, is een mechanisme waarmee personen de mogelijkheid hebben om een onderpand of garantie voor een lening af te geven. Hierbij heeft de hele groep een betalingsverplichting; iedereen staat garant. De stimulans om de lening terug te betalen is gebaseerd op groepsdruk: als één persoon in de groep niet in staat is om de lening terug te betalen, moeten de andere groepsleden het verschuldigde bedrag terugbetalen. Bij een individuele lening gaat het om één klant en wordt er Pagina 15

niet aan andere mensen gevraagd om een onderpand te verstrekken of garant te staan voor de lening. (VN 2005, MSC 2010) Microspaarrekeningen zijn kleine spaarrekeningen waarmee mensen kleine hoeveelheden geld kunnen opslaan voor toekomstig gebruik en hier rente over vangen. Op deze microspaarrekeningen kunnen huishoudens kleine bedragen aan de kant zetten voor onverwachte kosten of toekomstige investeringen zoals onderwijs en ouderdom. (VN 2005) Een microverzekering is een verzekering waarbij bedrijven en instellingen betalingen doen om risico te delen. Door toegang tot een dergelijk verzekeringssysteem kunnen ondernemers zich beter concentreren op de groei van hun bedrijven zodat ze de risico s van het vak kunnen inperken. (VN 2005) Microkredieten, microspaarrekeningen en microverzekeringen zijn onderdeel van het stelsel van microfinanciering. Vaak wordt deze term in ontwikkelingstheorie gebruikt om microkredietprojecten te beschrijven (Rahman 2004: 26). In deze scriptie zal de term microkrediet gebruikt worden voor zowel microkredietprojecten als microfinanciering. Echter, in hoofdstuk 5 zal een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen microkrediet en microfinanciering gezien de verschillende benaderingen die erbij horen. Wat microkrediet onderscheidt van traditionele financiering is het doel om arme mensen te dienen die niet binnen de reikwijdte van de formele financiële markt liggen (Churchill & Frankiewicz 2006: 18). Banken gaan er over het algemeen vanuit dat kleine leningen niet winstgevend zijn. Bovendien zouden armen niet liquide zijn: niet in staat om hun lening op redelijke termijnen terug te betalen, gezien de onvoorspelbare inkomens en kwetsbaarheid voor risico s. Hierdoor worden de financiële diensten niet verstrekt. (Robinson 2001: 9) Dankzij microkrediet hebben arme mensen wel toegang tot deze financiële basisdiensten. (CGAP 2010) Microfinancieringsinstellingen (MFI s) zijn instellingen die microkredieten aan de armen aanbieden. Voorbeelden van MFI s zijn niet-gouvernementele instellingen (NGO s), commerciële- en ontwikkelingsbanken en ontwikkelingsinstellingen (Rahman 2004: 27). Alle MFI s delen het gemeenschappelijke kenmerk dat ze financiële diensten aanbieden aan klanten die armer en kwetsbaarder zijn dan klanten van traditionele banken (VN 2005). Momenteel zijn er wereldwijd rond de 2000 MFI s bekend die microkredieten aanbieden aan arme mensen 6. Bekende MFI s zijn de Grameen Bank in Bangladesh, de Banco Solidario (BancoSol) in Bolivia en de Bank Rakyat Indonesia (BRI) (Robinson 2001: 3). 6 Zie www.mixmarket.org voor een uitgebreid overzicht. Pagina 16

2.3 Uitvinder van microkrediet: Muhammad Yunus in 1976 Microkrediet werd uitgevonden in de jaren 70 door de Bengalees Muhammad Yunus. In 1969 haalde hij een PhD in economie in de Verenigde Staten en gaf daar enkele jaren les. In 1972 keerde hij terug naar Bangladesh. In Bangladesh was er in die periode een grote hongersnood ontstaan nadat het land onafhankelijk was geworden van Pakistan in 1971. Bovendien had het land al twee jaar lang last van overstromingen. In 1974 leefde 80 percent van de samenleving in armoede. (Yunus 2007: 115) Yunus, die op dat moment professor in economie was op de Chittagong Universiteit in Bangladesh, raakte teleurgesteld in de economische theorieën die hij onderwees: In 1974 vond ik het moeilijk om, tegen de achtergrond van een verschrikkelijke hongersnood in Bangladesh, in de collegezalen van de universiteit elegante economische theorieën te onderwijzen. Plotseling voelde ik de leegheid van die theorieën tegenover die verpletterende honger en armoede. Ik wilde iets doen waarmee ik de mensen om me heen, al was het maar één mens, direct kon helpen de volgende dag wat makkelijker door te komen (Yunus 2007: 16-17). In een dorp in de buurt probeerde Yunus te achterhalen wat de armoede had veroorzaakt. Hij kwam erachter dat de armen geen toegang hadden tot kapitaal van banken aangezien zij geen onderpand hadden. Hierdoor bleven ze armoedig en waren afhankelijk van woekerhandelaren. Yunus besloot om 42 van deze slachtoffers $27 uit eigen zak te lenen. De armen investeerden dit geld en maakten bamboekrukjes, rieten manden en ander spullen om te verkopen. Van de kleine winst konden ze leven. Yunus vroeg het geld pas terug te betalen op het moment dat de lening was terugverdiend. Uiteindelijk was iedereen in staat om de lening terug te betalen. Het project was een succes en Yunus wilde uitbreiden. (Yunus 2007: 123-135) In 1976 sloot Yunus bij de bank een lening af van $300 om aan de armen uit te lenen (Yunus 2007: 135). Om het probleem te verhelpen dat armen geen onderpand hadden, werd het krediet niet aan individuele leden gegeven maar aan groepen. Groepsdruk werd hierbij belangrijk als vervanging van de zekerheid van een onderpand. Wanneer de leden van de groep aan het eind van de leningscyclus hun lening hadden afbetaald, konden ze een nieuwe lening vragen voor de uitbreiding van hun bedrijf. (Isserles 2003) Het idee van microkrediet was geboren. In 1983 slaagde Yunus erin om een aparte bank voor de armen op te richten. Hij noemde deze bank de Grameen Bank, dat letterlijk Bank van het Dorp betekent. Het doel van de bank was om een onderpandvrije lening te verstrekken aan armen, zodat ze kunnen investeren in een bedrijfje om inkomen te genereren. (Yunus 2007: 137) De Grameen Bank werd een formele en Pagina 17

onafhankelijke financiële instelling en liet op twee manieren zien hoe lenen aan de armen kon werken. Ten eerste liet de bank zien dat arme huishoudens hun voordeel deden met betere toegang tot kapitaal. Ten tweede bewees de bank dat financiële instellingen niet per definitie verlies leiden door arme mensen geld te lenen. (Sengupta & Aubuchon 2008: 11) Aangemoedigd door dit succes is de Grameen Bank in de jaren erna enorm uitgebreid. In 2009 had de Grameen Bank rond de 8 miljoen klanten (Roodman 2010). In figuur 2.1 is zichtbaar hoe de Grameen Bank vanaf de jaren 80 is gegroeid. Figuur 2.1: Aantal klanten bij de Grameen Bank (1980-2009) Bron: D. Roodman (2010), MIX-market (2010) In de jaren 80 en 90 werd het model van de Grameen Bank populair. Het succes was bepaald door het hoge aantal leningen dat de Grameen Bank had uitstaan waarvan 98 procent werd terugbetaald. Het model werd door ontwikkelingsinstellingen gekopieerd in veel andere landen. In de jaren 90 kregen ook donoren en politieke leiders aandacht voor dit model. (Karim 2008: 13-14) Als gevolg werd in 1997 de eerste Microcredit Summit gehouden. De volgende paragraaf gaat dieper in op deze Summit. 2.4 De eerste Microcredit Summit in 1997 In 1997 werd de eerste Microcredit Summit gehouden in Washington DC. Er waren 2900 vertegenwoordigers uit 137 landen aanwezig. De vertegenwoordigers kwamen uit verschillende sectoren: donoren als Citicorp, Chase Manhattan, en American Express, politieke leiders, Pagina 18

beleidsmedewerkers, NGO s en commerciële kredietverstrekkers en multinationals (Rankin 2001: 19). Tijdens deze Summit gaf Yunus een toespraak waarin hij stelde dat credit is more than business. Just like food, credit is a human right (Yunus 1997, in: Robinson 2001: 25). Zijn droom om armoede in de wereld uit te roeien vergeleek hij met de droom die men 100 jaar geleden had om te vliegen. Hij zei dat: In their first successful attempt in 1903, the Wright Brothers could stay in the air for only 12 seconds and fly for only 120 feet. Sixty-five years later, however, man was able to go to the moon and successfully return to Earth. (Yunus 1997 in: Chowdhury 2008: 20). Yunus betoog dat er over 55 jaar een armoedevrije wereld zou zijn dankzij microkrediet (Chowdhury 2008: 20). Microkrediet werd vanaf dat moment door de aanwezige vertegenwoordigers gezien als een belangrijk anti-armoede instrument (MCS 1997, in: Rahman 2004: 30). Tijdens de Summit werd er een globale campagne gestart met als doel om in het jaar 2005 in totaal 100 miljoen families van de allerarmste klasse in de wereld van krediet te hebben voorzien (MCS 1997, in: Rahman 2004:18). Er werd afgesproken dat er in de komende 10 jaar een bedrag van $21,6 miljard beschikbaar gesteld moest worden om microkredietprojecten wereldwijd te kunnen ondersteunen (Rahman 2004: 18). De ene helft van deze kosten moest worden opgevangen door donoren en nationale overheden. De andere helft moest komen uit private bronnen, nationale en internationale kapitaalmarkten, en spaargelden, waaronder het spaargeld van de armen zelf. Van het totaalbedrag zou $15 miljard gebruikt worden als microleningskapitaal. De andere $7 miljard was nodig om de capaciteit van financieringsinstellingen op te bouwen, zoals het opzetten van management informatiesystemen en het opleiden van veldwerkers en managers. (Rahman 2004: 30) In datzelfde jaar, 1997, werd door de VN het daarop volgende decennium uitgeroepen tot de First United Nations Decade for the Eradication of Poverty. Het jaar 2005 werd benoemd tot International Year of Microcredit om microkrediet globaal onder de aandacht te brengen. Het jaar 2005 was ook al het laatste jaar van de campagne van de Microkrediet Summit in 1997. (Young 2006: 3) Invloedrijke internationale economische instellingen, zoals het IMF en de Wereld Bank, wezen microkrediet aan als een van de belangrijkste instrumenten in de strijd tegen armoede. Overheden en donorinstellingen gaven steeds meer geld aan een toenemend aantal microkrediet programma s. Als gevolg groeide de microkredietsector snel (Robinson 2001: 20). In het International Year of Microcredit in 2005 kwamen wereldleiders op de VN World Summit 2005 bijeen om te zien in hoeverre er vooruitgang was geboekt om de Millennium Ontwikkelings Pagina 19

Doelen (MDG s) te halen. De VN zag een belangrijke rol voor microkrediet weggelegd om deze MDG s te bereiken, voornamelijk bij het eerste doel om extreme armoede voor de helft te verminderen in het jaar 2015. (Young 2006: 19) Dankzij microkrediet konden inclusive financial sectors ontwikkeld worden waarbij alle armen toegang zou krijgen tot financiële diensten (VN 2005). In het World Summit Outcome Document stond: We recognize the need for access to financial services, in particular for the poor, including through microfinance and microcredit (Paragraph 23(i) UNCDF 2005, in: Young 2006: 3). Het idee was dat de uitbreiding van de financiële sector ervoor zorgde dat een groter segment van de armen toegang kon krijgen tot een gediversifieerde bron van kapitaal (Young 2006: 10). In 2006 won Yunus en de Grameen Bank de Nobelprijs voor de Vrede. Het Nobelprijs committee gaf de prijs for their efforts to create economic and social development from below (Sengupta & Aubuchon 2008: 9). Microkrediet was volgens het committee an important liberating force en een ever more important instrument in the struggle against poverty (idem). De uitreiking van de Nobelprijs voor de Vrede aan Yunus zorgde opnieuw voor een stroom van publiciteit over het succes van microkrediet (Sengupta & Aubuchon 2008: 11). In 2009 werd Prinses Máxima door VN baas Ban Ki-moon als adviseur op het gebied van microkrediet aangesteld (NOS 2009). 2.5 De huidige stand van microkrediet wereldwijd Sinds de ontdekking heeft microkrediet zich verspreid over de hele wereld. Het microkredietmodel van de Grameen Bank is gekopieerd in landen als Bolivia, Chili, China, Ethiopië, Honduras, India, Maleisië, Mali, de Filippijnen, Sri Lanka, Tanzania, Thailand, de Verenigde Staten en Vietnam. In 2009 waren er bij Microfinance Information Exchange Market (MIX) in totaal 1917 MFI s bekend die ongeveer 92,4 miljoen klanten bereiken in meer dan 100 landen. Van deze MFI s was de leningenportefeuille in totaal $65,1 miljard 7. In figuur 2.2 staat een overzicht van het aantal MFI s per regio en het aantal klanten. De opkomst van MFI s wordt veelal gebaseerd op het feit dat succesvolle MFI s verslag doen van de hoge percentages aantal mensen die de lening terugbetalen. Het aantal mensen dat de lening terugbetaalt, zou boven 95 procent liggen. (Sengupta & Aubuchon 2008: 13) Dit percentage laat zien dat MFI s financieel onafhankelijk kunnen worden door te lenen aan arme leners zonder kredietgeschiedenis of onderpand. Financieel onafhankelijk houdt in dat MFI s op eigen benen kunnen bestaan zonder overheidsgeld. Dit onderscheid is belangrijk: als de microkredietsector blijft 7 Zie www.mixmarket.org voor een uitgebreid overzicht. Pagina 20

groeien en MFI s meer klanten gaan bereiken, dan wordt de commerciële levensvatbaarheid van een MFI vaak gezien als cruciaal voor de toegang tot meer financieringsbronnen. (Sengupta & Aubuchon 2008: 13-14) Hier later op worden teruggekomen in Hoofdstuk 2. Figuur 2.2: Aantal MFI s en aantal klanten per regio (2009) Bereik Aantal MFI s Aantal leners Aantal spaarders per regio (miljoenen) (miljoenen) Afrika (Sub Sahara) 427 8,0 20,7 Oost Azië en Pacific 246 13,7 4,9 Oost Europa en 404 2,8 2,8 Centraal Azië Latijns Amerika 442 14,2 17,2 Midden Oosten en 72 2,7 1,0 Noord Afrika Zuid Azië 325 50,4 33,1 Alle Regio s 1917 92,4 79,7 Bron: MIX-market 2011 2.6 Samenvatting Het doel van dit hoofdstuk was om de opkomst van microkrediet te beschrijven. Sinds de ontdekking in 1976 door Muhammad Yunus in Bangladesh is microkrediet wereldwijd een populair instrument geworden in de strijd tegen armoede. Microkrediet was in staat om arme mensen in een lening te verstrekken zonder onderpand, iets waar traditionele banken tot dan toe nooit geïnteresseerd in waren geweest. Sinds de eerste Microcredit Summit in 1997 wordt microkrediet door de Wereld Bank, het IMF en de VN omarmd als nieuwe strategie om armoede te bestrijden. Het jaar 2005 werd door de VN zelfs uitgeroepen tot het International Year of Microcredit om microkrediet wereldwijd onder de aandacht te brengen. In 2006 won Yunus de Nobelprijs voor de Vrede. Sinds de ontdekking van Yunus in 1976 is de microkredietsector snel gegroeid Momenteel zijn er wereldwijd bijna 2000 MFI s die microkrediet en andere financiële diensten aanbieden aan arme mensen. De totale leningenportefeuille bedroeg in 2009 $65,1 miljard. In Nederland wordt microkrediet ook omarmd. In 2009 werd Prinses Máxima door VN baas Ban Ki-moon als adviseur van microkrediet aangesteld. Pagina 21

Ondanks de successen van microkrediet en de verspreiding van microkredietprogramma's in de afgelopen decennia, hebben ontwikkelingswerkers en onderzoekers kritieken gehad op de succesverhalen van microkrediet (oa Goetz en Gupta 1996; Isserles 2003; Karim 2008; Morduch 1999, 2000, 2008; Weber 2001, 2004). In hoofdstuk 3 wordt, aan de hand van deze kritieken, het kader geschetst waarbinnen microkrediet uiteengezet wordt. Pagina 22

3. MICROKREDIET BINNEN HET ONTWIKKELINGS- DEBAT 3.1 Inleiding In het vorige hoofdstuk werd duidelijk hoe het idee is ontstaan dat microkrediet een succesvol instrument is tegen armoede. In dit hoofdstuk worden de aannames van microkrediet uiteengezet binnen het ontwikkelingsdebat. Paragraaf 3.2 beschrijft de wereldwijde vraag naar microkrediet. Paragraaf 3.3 geeft een overzicht van de verschillende invalshoeken van microkrediet binnen het ontwikkelingsdebat. Binnen het ontwikkelingsdebat zijn er drie visies: Mainstream Development, Alternative Development en Post Development. Paragraaf 3.4 gaat in op microkrediet binnen de Mainstream Development visie. Binnen deze visie zijn de aannames van microkrediet gebaseerd op de marktbenadering van microkrediet. Paragraaf 3.5 gaat in op microkrediet binnen de Alternative Development visie. Binnen deze visie zijn de aannames van microkrediet gebaseerd op de sociale benadering van microkrediet. Paragraaf 3.6 gaat in op de Post Development visie. Binnen deze visie zien critici microkrediet als verlengde van het neoliberale gedachtegoed. In paragraaf 3.7 volgt een samenvatting van alle microkredietbenaderingen. Ook wordt er ingegaan op de manier waarop dit kader zal worden toegepast in deze scriptie. 3.2 De wereldwijde vraag naar microkrediet Volgens het Wereld Bank Report 1999/2000: Entering the 21 e Century leefde in 1998 ongeveer 1,2 miljard mensen onder de armoedegrens van $1 per dag (Robinson 2001: 10). Van deze mensen zou 80 procent geen toegang hebben tot geïnstitutionaliseerde, formele financiële diensten (Fernando 2006: 11). Doordat deze mensen geen gebruik kunnen maken van financiële diensten, bestaat er een groot gat tussen het lage aantal beschikbare formele financiële diensten en de wereldwijde vraag naar zulke financiële diensten (Robinson 2001: 11). Dit wordt ook wel the absurd gap genoemd. Het gat tussen vraag en aanbod van financiële diensten in ontwikkelingslanden is in de jaren 90 gebruikt als argument om microkrediet wereldwijd te verspreiden. (Robinson 2001: 10) Hier wordt in hoofdstuk 5 dieper op ingegaan. De mensen die geen toegang hebben tot formele financiële diensten worden aangeduid als de armen (Fernando 2006: 11). Zonder toegang tot formele financiële diensten zijn de armen Pagina 23

afhankelijk van informele bronnen, zoals vrienden en familie, krediet- en spaarverenigingen als ROSCA s (Rotating Savings and Credit Associations), of woekerhandelaren die hele hoge rentes vragen. Echter, deze informele bronnen hebben veel nadelen, zoals hoge kosten, lage kwaliteit en afhankelijkheid van de beschikbaarheid. Hierdoor zijn mensen met lage inkomens erg kwetsbaar. Door financiële diensten aan te bieden, hebben MFI s de mogelijkheid om zowel klanten te laten profiteren als zijzelf. Zodra MFI s de armen producten aanbieden, kunnen de armen hun afhankelijkheid van onbetrouwbare informele bronnen verminderen. De armen kunnen ook toegang krijgen tot diensten die niet beschikbaar zijn in de informele sector, zoals verzekeringen. (Churchill & Frankiewics 2006: 20) 3.3 Microkrediet binnen het ontwikkelingsdebat Microkrediet is binnen het ontwikkelingsdebat een belangrijk onderwerp van discussie. Er zijn drie ontwikkelingsvisies binnen het ontwikkelingsdebat: Mainstream Development, Alternative Development en Post Development. Afhankelijk van de ontwikkelingsvisie bestaan er verschillende benaderingen van microkrediet. Binnen Mainstream Development wordt microkrediet omarmd dankzij een marktbenadering (Drake & Rhyne 2002: 3) van microkrediet. Binnen Alternative Development wordt microkrediet omarmd dankzij een sociale benadering (Young 2006: 13) van microkrediet. Binnen Post Development wordt er kritisch naar de beide benaderingen van microkrediet gekeken. In figuur 3.1 op de volgende pagina staat een overzicht van de verschillende ontwikkelingsvisies en de bijbehorende microkredietbenadering. Pagina 24

Figuur 3.1 Overzicht verschillende ontwikkelingsvisies en microkrediet benadering MAINSTREAM DEVELOPMENT ALTERNATIVE DEVELOPMENT POST DEVELOPMENT Microkrediet Marktbenadering Sociale benadering Kritische benadering benadering Aangeboden financiële Microfinanciering: Microkredieten diensten microkredieten, spaardiensten, verzekeringen Doel MFI Financiële onafhankelijkheid en winst generalisatie Armoedebestrijding door de allerarmsten kredieten te verstrekken Bron van kapitaal Private investeringen Donor- en overheids gesubsidieerd geld Doel microkrediet Financiële sectoren bouwen en armoede bestrijden Armen te laten emanciperen waardoor ze zichzelf in hun basisbehoeften kunnen voorzien Microkrediet wordt gebruikt om neoliberalisme door te voeren op individueel niveau Assumptie Toegang tot de markt is cruciaal voor armoedevermindering Toegang tot krediet geeft mensen de kans om minder kwetsbaar te worden en Microkrediet is het gevolg van de mislukking van de SAP s zelfvoorzienend te zijn Proces Grote private kapitaalinvesteringen in financieel onafhankelijk MFI s met een groot Investeringen in kleinschalige projecten die de allerarmsten van de bevolking bereiken Via microkrediet wordt de liberalisering van de financiële sector geconsolideerd klantenbereik Aanhangers/uitvoerders Wereld Bank, IMF, CGAP, USAID, VN, BRI, ASA ILO, Grameen Bank, ontwikkelingswerkers, antropologen Escobar, Weber, Isserles, Karim, Fernando In de volgende paragrafen komen de drie benaderingen van microkrediet aan de orde. Allereerst wordt in de volgende paragraaf microkrediet binnen Mainstream Development besproken. Pagina 25

3.4 Microkrediet en Mainstream Development In deze paragraaf wordt het ontstaan en de aannames van de Mainstream Development ontwikkelingsvisie besproken. Verder wordt duidelijk hoe de marktbenadering van microkrediet uiteengezet kan worden binnen deze ontwikkelingsvisie. 3.4.1 Ontstaan Mainstream Development Mainstream Development is ontstaan na de Tweede Wereldoorlog. De moderniseringstheorie van Rostow uit 1960 vormde het top-down paradigma van ontwikkeling in de jaren 50, 60 en 70 (Stöhr & Taylor 1981, in: Potter e.a. 2004: 89). Via Keynesiaanse groeimodellen, planningssystemen en hulpmechanismes werden nationalistische ontwikkelingsstrategieën van bovenaf geïmplementeerd in ontwikkelingslanden. Het doel was om ontwikkelingslanden te moderniseren: de traditionele landen te transformeren tot moderne westerse landen. Door modernisering zou ontwikkeling ontstaan. Ontwikkeling werd hierbij gezien als economische groei. Economische groei was essentieel om armoede te bestrijden. (Potter e.a. 2004: 90) In de jaren 60 en 70 kwamen er steeds meer kritieken op het Keynesiaanse denken en het moderniseringsparadigma. De ineenstorting van het Bretton-Woodssysteem en de oliecrisis in 73 kondigden een zware recessie aan (Baylis & Smith 2008, Potter e.a. 2004). Er kwam vanuit ontwikkelingslanden veel kritiek. Veel mensen waren armer geworden in plaats van rijker. In westerse landen bestond de angst dat er in veel ontwikkelingslanden een Communistische coup zou plaatsvinden dankzij de recessie en de toenemende armoede. (Potter e.a. 2004: 24) In de jaren 80 stuurde de VS onder Reagan aan op een internationale neoliberale economische orde waarbij de vrije markt de macht van de staat moest vervangen. In Groot- Brittannië deed Thachter hetzelfde. (Peet & Hartwick 2009: 76) Ook in ontwikkelingslanden werd de staat teruggedrongen en werd de markt de belangrijkste motor voor groei en ontwikkeling (Baylis & Smith 2008: 475). De Wereld Bank en het IMF hadden aangedrongen op economische liberalisatie, de eliminatie van marktimperfecties en marktinstellingen, en de herdefiniëring van planningsregulaties in ontwikkelingslanden. SAP s werden ontwikkeld waarbij ontwikkelingslanden werden gedwongen hun markten te openen voor buitenlandse investeringen. (Potter e.a. 2004: 95-96) Het idee dat wereldwijde welvaart gemaximaliseerd zou worden door de liberalisatie van handel, kapitaalmarkten en investeringen en terugdringing van de staat, werd met de term Washington Consensus aangeduid (Potter e.a. 2004: 30). Na het einde van de Koude Oorlog werd economisch liberalisme het dominante discourse over ontwikkeling. Deze verschuiving in ideologie speelde een belangrijke rol bij het Pagina 26

globaliseringsproces. Echter, de promotie van de Washington Consensus door globale instellingen in de jaren 80 en 90 had geleid tot toenemende ongelijkheden binnen en tussen staten. Sinds de transitie van de staat naar een markteconomie was er alleen maar meer armoede ontstaan. Ontwikkelingslanden werden gekenmerkt door toenemende ongelijkheden tussen mensen. (Baylis & Smith 2008: 473) Tegen het einde van de jaren 90 werd door internationale financiële instellingen een nieuwe neoliberale economische orthodoxie gevoerd die de Post-Washington Consensus werd genoemd. Deze Post-Washington Consensus was gebaseerd op nationaal beleid en groei via handelsliberalisatie en legde de nadruk op armoedebestrijding. Armoede werd een centrale focus voor internationale instellingen, regionale ontwikkelingsbanken en multilaterale ontwikkelingsinstanties. (Baylis & Smith 2008: 476) 3.4.2 Aannames Mainstream Development Binnen Mainstream Development gelden er een aantal aannames over ontwikkeling. Deze aannames zijn gebaseerd op de ideologie van het neoliberalisme. Neoliberalisme stelt dat welvaart het beste wordt gerealiseerd als de staat wordt teruggedrongen (Harvey 2005, in: Karim 2008: 6). In plaats van de staat leidt het vrijemarktsysteem tot onbeperkte economische groei en armoedevermindering. Niet-statelijke actoren zoals NGO s zijn belangrijk voor de realisering van welvaart. Binnen deze visie zijn grote investeringen, geavanceerde technologieën belangrijk. Het westerse ontwikkelingsmodel wordt als voorbeeld gesteld. Het idee is dat bij het westerse model uiteindelijk iedereen zal profiteren. (Potter 2004, Baylis & Smith 2008) Armoede wordt in deze visie gezien als the inability of people to meet their basic material needs through cash transactions (Baylis & Smith 2008: 473). Hierbij hebben mensen geen geld om voedsel of andere basisbehoeften te kopen. Momenteel gebruikt de Wereld Bank deze definitie van armoede in haar rapporten om landen te categoriseren op basis van hun inkomen. Economische groei wordt gemeten op basis van het Bruto Nationaal Product (BNP) per hoofd van de bevolking. Landen die een lager BNP per hoofd van de bevolking hebben, worden gezien als minder ontwikkeld dan landen met een hoger BNP per hoofd van de bevolking. De Wereld Bank pleit dat landen moeten integreren in de wereldmarkt om aan te kunnen haken bij landen met een hoger BNP. (Potter e.a. 2004, Baylis & Smith 2008) 3.4.3 Microkrediet binnen Mainstream Development: De marktbenadering Binnen de Mainstream Development ontwikkelingsvisie wordt de nadruk gelegd op de marktbenadering (Drake & Rhyne 2002: 3) van microkrediet. Microkrediet wordt door aanhangers Pagina 27