Deze leskist is ontwikkeld door een ontwikkelgroep van de Vereniging Gelderse NME Centra.



Vergelijkbare documenten
Bezige Bijen. Handleiding. Leskist over bijen en de imker Groep 5-6 (7)

Koningin. Opdracht Wie van de drie? Bekijk de bijen in het doosje en zoek op. Welke bij is de koningin? Wat valt je op aan de koningin?

Suchmann. Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen

de bij en de imker De relatie tussen de mens en de bij is heel oud.

Binnen de kast heeft elke bij haar eigen taken en verantwoordelijkheden: de koningin legt de eitjes, de darren vrijen met de koningin en de werksters

Opdrachtkaart Zwart: Hoe ziet de bij eruit?

1. Bijen 3 2. Drie soorten bijen 4 3. Op zoek naar eten 5 4. Wonen 7 5. De imker 9 6. Honing Was Filmpje 13 Pluskaarten 14 Bronnen en

Inhoud Inleiding Doelgroep Relatieschema Opzet van de lescyclus Algemeen doel van de lescyclus...

Bijen project boekje. Groep 4 - juni 2006

Groep 4 t/m 8. De regio zit vol energie! Informatieblad + Docentenhandleiding. Bijen.

INSECTEN. werkboekje

Natuur & Milieu Educatie

2 > Kerndoelen > Aan de slag > Introductie van de manier van werken > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

Auditieve oefeningen bij het thema: bijen

Bijenhoudersvereniging St Ambrosius Boxtel

Ze gaat op zoek naar een holletje onder de grond op een droge plaats om er een nest te starten.

Ze gaat op zoek naar een holletje onder de grond op een droge plaats om er een nest te starten.

Leskist THEMA-handleiding Bezige Bijen Groep 5 en 6

Kopieer dit e-boek en stuur het door naar anderen.

Werkboekje Boerderijles Groep 5/6. Naam..

Waarom gonzen er minder bijen? Het is tijd om meer te leren over de wereld van de bijen, tijd voor bij-les

NME centrum Betuwe LES 3

Lesbrief Bij, wesp, hommel of zweefvlieg

Lesbrief Bij, wesp, hommel of zweefvlieg? 1

Lessuggesties voor groep 1 & 2

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

Dierenwelzijnslessen voor basisscholen. Honingbijen

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

,:,- ::s (\') ., - n. -==-. (\) ==} (\) (\) (ih. (\) (h. b,. (\)

Handleiding Leskist bomen groep 7

Bloemen en hun bezoekers

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

De honingbij. (Latijnse naam is Apis mellifera = zij die honing maakt).

Opdrachten thema. Veluwe

Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst

Een verhaal over vliesvleugeligen

Lessuggesties voor groep 3 & 4

Auditieve oefeningen bij het thema: Kriebelbeestjes

Leskist. Bezige Bijen

Hier zien jullie alweer de zesde uitgave van ons jeugdblad. Nieuwsgierig wat de Oele nu weer heeft te vertellen. Lees maar gauw.

Handleiding Leskist bomen groep 7/8

handleiding voor de leerkracht bij de leskist:

Lespakket Zomerzon. Instructieblad groep 1 & 2. Inhoud pakket - Achtergrondinformatie. Lessuggesties:

Werkstuk Biologie Bijen

Zie jij een bij? Docentenhandleiding Groep 1/2. TIJD: 45 min (exclusief knutselen)

De grond waarop wij wonen

Raar, maar waar! deel 1. groep 3 en 4

Maak je eigen vlieger

HANDLEIDING VOOR DE LEERKRACHT BIJ DE LESKIST:

Tobi en. de wilde bijen

Een basisschool project van het IVN Veldhoven / Vessem voorjaar 2012

Lente. groep 3, 4 en 5

Bloemen en hun bezoekers geneeskrachtige planten en smaakmakers

Gastles imker in de klas. Groep 1 t/m 8. Door Mar en Klif en Bijenhoudersvereniging NBV Súdwest Fryslân

4 Gedrag. 4.2 Aapt een aap echt na? 4.4 Hoe leven dieren samen in een groep? 4.1 Opdrachten Opdrachten

DOCENT. Thema: natuur BOMEN BIJ MIJN SCHOOL. groep 3 en 4. Stadshagen

De kleine beestjesclub

Doe- pad Watertorenweg

Opdrachten behorende bij les 2. Anatomie van de honingbij

Stadswerken. Dierverzorgen. Foto: Hans Kraaijkamp. Informatieblad en handleiding. Groep 5 t/m 8.

Thema: bijen Groep 2 en 3 Taal/Gespreksactiviteiten

De grond waarop wij wonen

Leskist THEMA-handleiding Een weekend in de provincie Utrecht Groep 5 en 6

lesdoelen - De kinderen ontdekken:

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

Speluitleg: Gebruik bij de speluitleg het bestand Hoe wordt het spel gespeeld op

Docentenhandleiding Bijenkar. Mobiel les over bijen voor groep 3 en 4. Milieu-eduatie gemeente Den Haag

Leskist THEMA-handleiding Opgeruimd houdt netjes Groep 3 en 4

Wandelroute langs insecten en andere kleine beestjes

DE BIJENLES 2 GROEP 4 5-6

DE HERFST: KLEURRIJK SEIZOEN

BELANGRIJKE ALGEMENE INFORMATIE

Voorbereiding post 5. De eik elk seizoen anders Groep 1-2

Leskist THEMA-handleiding Afhaalrestaurant Fitfood Groep 5 en 6

Lieveheersbeestjes. Tijdstip: april, mei als bijv. een kind met een lieveheersbeestje binnenkomt

uitga uitg v a e v 2013

Vlinders. Tijdstip: op een mooie zonnige dag in mei, juni of juli

Vormen van een raket Raketten

blaadjes THEMA 9 Docentenhandleiding Groep 1/2/3/4/5/6

Introductie. Lesinstructie. Lesinstructie. Leerdoelen. Introductie. Opzet. Bronnen

Angeldragers Honingbij Solitairebij Hommel Wesp

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

Drents Archief. Meisje met de hoepel. Groep 2 Speuren in het archief

Inhoud Voor de leerling Voor de leraar Algemeen

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

Takenblad Plusklas Ontdekken Periode 2 : Herfstvakantie tot kerstvakantie. Opdracht: Spoorzoekers Van wie is die vingerafdruk?

KRIEBELENDE KRUIPERTJES

KRIEBELENDE KRUIPERTJES

1. De cocons van de Gewone Knuffelbijen (Rosse metselbijen) komen nog niet uit. Hoe kan dat?

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep

5.1 Zes poten en vier vleugels

Plan van aanpak horizon verbreden Zuid-Afrika

Boer zoekt hulp NME-les voor groep 3 en 4

Lesbrief Vlinderkids 1

Voorbereiding post 5. Mmm... lekker snoepen! Groep 5-6

Iglo s bouwen. Uitdager van de maand. Natuur & Techniek, Groep 6. Algemeen

Je school vogelvriendelijk! Voor vogel én mens

Vormen van een raket Raketten

Transcriptie:

Colofon Deze leskist is ontwikkeld door een ontwikkelgroep van de Vereniging Gelderse NME Centra. De ontwikkelgroep bestond uit: Henk van Vemde, Bezoekerscentrum De Grote Rivieren, Heerewaarden Jolanda Zeilmaker en Anne Remmerswaal, De Hortus, Centrum voor Natuur en Milieu, Harderwijk Annemieke Jansen, NME Centrum Betuwe, Lienden Gerben Overweg, Steunpunt NME Culemborg Jacqueline Kiwitz, Regionaal NME Centrum Doetinchem en omstreken De foto s van de imker en zijn werkzaamheden zijn gemaakt door Gerben Overweg en imker Dick van Leeuwen. De bijenvleugels en eventuele bijen zijn geprepareerd door Maurice Jansen. De illustraties voor deze leskist zijn gemaakt door. Deze worden niet gebruikt voor andere producten dan deze leskist. De illustraties mogen niet worden gereproduceerd, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de illustrator: www.ruthfrederiks.nl. Dank aan alle imkers die materialen (raten, moerdoppen en bijen) beschikbaar stellen. Januari 2011 Reacties, vragen en opmerkingen graag naar de ontwikkelgroep. Dit kan per e-mail: post@regionaal-nme-centrum.nl, t.a.v. Jacqueline Kiwitz. Of telefonisch efonisch bij betreffende centra. Adressen hiervan zijn te vinden op: www.nme-gelderland.nl.

Materialenlijst leskist Dit is de volledige materialenlijst. Bij elke les staat ook apart aangegeven wat nodig is. handleiding CD met geluid, internetlinks, werkwijzer, werkbladen en toets DVD met PowerPoint Presentatie: Bij de imker DVD Max in bedrijf: De Traay Lelystad boek De bijenkast door L. Rogez, Deltas België 2003 boek Bijen door P. Starosta, serie Poot voor poot, Biblion Uitgeverij, Leidschendam 2004 bijenkast (6-ramer) met kunstraat en uitgewerkte raat (5a en 5b) en/of andere ramen (naar gelang de imker levert) A3 Plaat - Honingbij (intro circuit) A3 Plaat - Het leven van Bezige Bijen A3 Plaat - Korf met 7 losse bijen (klittenband) A3 dubbel - Tijdstrook Het leven van een werkster imkerjas met kap (kindermaat) pijp / beroker ontzegelvork bijenveger doos of vitrinekastje met bijenproducten Box met circuitmateriaal: doosje 1: broedraat met moerdop doosje 2: broedraat met darrencellen doos 3: vleugels op glas en loepje doos 6: breinaald, haaknaald, stukje jute potje stuifmeel potje propolis optioneel*: 3 x doosje met echte bijen die op naald zijn gezet (VOORZICHTIG BEHANDELEN!) In map: kijkkaart 1 Koningin kijkkaart 2 Dar kijkkaart 3.1 Poetsbij kijkkaart 3.2 Paspoort kijkkaart 4.1 Voedbij kijkkaart 4.2 Voedbij kijkkaart 5 Bouwbij kijkkaart 6.1 Bewaakbij kijkkaart 6.2 Vijanden kijkkaart 7 Haalbij eventueel te kopiëren werkbladen en toets (ook op CD) - Zoekkaart Muggen, vliegen, bijen en wespen - Zoekkaart Hommels - Zoekkaart Zweefvliegen - Zoekkaart Vlinders Zorg zelf voor: pot honing en toast *Let op: het hangt af van het aanbod van de imker of er doosjes echte bijen in de kist zitten. Dit is afhankelijk van het seizoen, aanbod, preparatie, enzovoorts. Op de kijkkaarten staan in elk geval ook duidelijke foto s van koningin, werkster en dar zodat de opdrachten ook zonder de echte bijen te maken zijn.

Inhoud Materialenlijst leskist pagina 4 Inhoud 5 In het kort 6 Opzet 7 Les 1 Opdrachtencircuit over de honingbij 8 Les 2 Het werk van de imker 14 Les 3 De honingbij in haar leefomgeving 16 Evaluatie en toets 19 Korte achtergrondinformatie bijen 20 Bijlage 1 Antwoorden werkbladen 2 Antwoorden toets 3 Toelichting / hand-out PowerPoint Presentatie 4 Adressen van imkers in de omgeving Bronverwijzing hele lespakket De bronnen zijn niet allemaal meer bij naam te noemen, veel foto s en informatie van/via imkers gekregen en gezocht op internet (bv. Wikipedia-foto s) Informatie ook van internetsites Nederland en België en uit, bij de leskist gevoegde, boeken Bijen en de Bijenkast. 5

In het kort De leskist Bezige Bijen behandelt het leven van de honingbij, het werk van de imker en de leefomgeving van de bij. Er wordt gewerkt volgens de concept-context benadering. De context is de eigen omgeving, de tuin. Door het werken met deze kist leren de kinderen over de relatie tussen: de bijen onderling, de bijen en de imker en de bij en zijn omgeving. Daarbij komt ook aan bod wat de kinderen zelf voor bijen kunnen doen. Doelgroep De leskist is gemaakt voor groep 5 en 6 van het basisonderwijs. De kist kan ook door groep 7 geleend worden. Kerndoelen 2006 40 De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving. 41 De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen. Leerdoelen Met het werken met deze kist leren de kinderen over de relatie tussen: de bijen onderling de bijen en de imker de bij en zijn omgeving, en wat de leerlingen zelf voor de bij kunnen doen Aansluiting methode Deze leskist sluit aan bij de volgende natuuronderwijsmethodes: Methode Groep Hoofdstuk Titel Een Grote Reis 5 12 Jaargetijden Een Grote Reis 6 12 Overleven Leefwereld 1 6 12 Samen onder dak Natuurlijk 1 6 12 Wie wat bewaart Natuurlijk 1 8 4 De honingbij Natuurlijk 2 5 1 Communicatie Natuurlijk 2 8 3 Dicht op elkaar Natuur Buitengewoon 7 1 Sociale organisatie Naut 6 4 Over bloemen en bijen Naut 8 4 Metamorfosen Wijzer door de natuur 5 2 Lastig of nuttig Wijzer door de natuur 5 5 Bloemen houden van bijen 6

Opzet De leskist Bezige Bijen bestaat uit een serie van 3 lessen. Centraal staan de vragen: Wat heb ik met de bij? Wat is de invloed van de mens op bijen? Les 1: de relatie tussen bijen onderling Les 2: relatie tussen bijen en mensen Les 3: relatie tussen bijen en hun leefomgeving. Les 1 Opdrachtencircuit over de honingbij De kinderen gaan in groepjes aan het werk met de opdrachten. Er zijn twee mogelijkheden: 1. De groepjes doen alle opdrachten en rouleren. 2. De groepjes hebben elk een onderwerp en informeren elkaar over het onderwerp. Les 2 Het werk van de imker In bijlage 4 vindt u adressen van imkers. U kunt vragen of één van hen een bezoekje wil komen brengen in de klas. De PowerPoint Presentatie kan ook door de imker worden gebruikt. Als er geen imker beschikbaar is dan biedt de PowerPoint Presentatie een uitstekend alternatief; de presentatie geeft een goed en duidelijk beeld over het werk van de imker. U kunt hierbij de bijbehorende voorwerpen en producten laten zien. Les 3 De honingbij in haar leefomgeving De leefomgeving van de bij wordt besproken. Wat heeft een bij nodig? Welke dieren worden verward met de bij? Activiteiten: Buiten de omgeving bekijken met criteria bij-vriendelijke omgeving Beestjes zoeken Bloemen zaaien of planten bij school Tijdsduur Introductie Les 1 Opdrachtencircuit Honingbij Les 2 Bezoek imker / powerpoint Les 3 Leefomgeving Evaluatie en toets 15 minuten 1,5 à 2 uur 1 à 1,5 uur 1 à 1,5 uur 30 minuten Voorbereiding leerkracht Handleiding doorlezen. Materiaal bekijken en klaarzetten. Werkbladen/toets kopiëren of printen. Controleer of de digitale bestanden werken op uw computersysteem. Tentoonstellingstafel / aandachtstafel maken (extra opdracht 8). Eventueel plantjes of zaaigoed voor les 3 aanschaffen. 7

Les 1 Opdrachtencircuit over de honingbij De kinderen gaan na de introductie in groepjes aan het werk met de 7 opdrachten, er is ook een extra opdracht 8. De opdrachten kunnen tijdens het zelfstandig werken/als weektaak worden uitgevoerd in groepjes, dan heb je geen probleem met wachten tot een opdracht vrij is. Ook kunnen ze uitgevoerd worden in circuitvorm, bijvoorbeeld tijdens de natuur/techniekles. Introductie De kinderen doen hun ogen dicht. U laat het geluid op de bijgeleverde CD horen. Laat de kinderen reageren, vraag en vooral vraag door. Wat hoor je? (Zoemende insecten. Let vooral op de reactie: Lijken ze verschrikt? Vinden ze het eng, of juist niet? Herkennen ze het direct?) Waar is het geluid opgenomen denk je? (Buiten, op een plek waar bijen, insecten zijn, de tuin, de wei ) Wie of wat maakt dit geluid denk je? (Het zijn bijen. Kinderen kunnen ook wespen, zweefvliegen, hommels e.d. noemen.) Dit zijn bijen. Wat weet je van een bij? De kinderen schrijven in een halve minuut in steekwoorden op een blaadje wat ze van dit dier weten. zoemt bloemen honing bij Maak met de dingen die de kinderen hebben opgeschreven een woordweb op het (digi)bord. Wat weten de leerlingen al over bijen? Wat zouden ze nog meer willen weten over bijen? De kinderen hebben al dan niet een beeld over bijen. Aan het eind van de lessenserie wordt bekeken wat de kinderen bijgeleerd hebben. De kinderen bewaren het woordweb tot de evaluatie later. Laat nu de A3 plaat zien van de honingbij. Zo ziet een bij eruit, wat zie je? Opdrachtencircuit (1,5 uur - 2 uur) Bij het opdrachtencircuit zijn 2 mogelijkheden: 1. De groepjes doen alle opdrachten en rouleren: circuit. 2. De groepjes onderzoeken elk een opdracht en informeren elkaar over het onderwerp. Het is dan niet nodig dat u alle werkbladen print voor alle kinderen. Ook als u denkt dat de (lees)opdrachten nog een beetje moeilijk zijn, bijvoorbeeld begin groep 5 of speciaal onderwijs, raden we u aan deze optie uit te voeren. Vooraf : Maak maximaal 7 groepjes (er zijn 7 opdrachten). Richt 7 tafels in met de kijkkaarten en aangegeven materialen, zie blz. 8. Zet eventueel opdracht 8 klaar (zie blz. 10). Kopieer/print de werkbladen en maak werkboekjes, kopieer dubbelzijdig A4 of maak een A3 werkboekje: Print omslag blz. 2,1,4,3 (twee pagina s per vel, dubbelzijdig A3) Print boekje blz. 8,1,2,7 en 4,5,6,3 (twee pagina s per vel, dubbelzijdig A3) Zet op 2 computers in de klas de pagina met links (zie CD) klaar.

Materialen Les 1 A3 plaat Honingbij CD met geluid, internetlinks, wegwijzer en kopieerbladen werkboekje boeken De bijenkast en Bijen (serie Poot voor poot) schema A3 Het leven van Bezige Bijen (centraal in de klas ophangen of neerzetten) A3 Plaat Bijenkorf met 7 losse bijen A3 Tijdstrook Het leven van een werkster bijenkastje (6-ramer) met broedramen minimaal 2 computers box circuitmateriaal Zet per opdracht de volgende materialen klaar: Opdracht 1 doosje bijen op naald gezet doosje 1 met broedraat met moerdop kijkkaart 1 Koningin boek De bijenkast blz. 8-11 Opdracht 2 doosje bijen op naald gezet doosje 2 met broedraat darrencellen kijkkaart 2 Dar boek Bijen blz.20-24 Opdracht 3 doosje bijen op naald gezet doos 3 met vleugels op glas, loep kijkkaart 3.1 Poetsbij kijkkaart 3.2 Paspoort Opdracht 4 kijkkaart 4.1 Voedbij kijkkaart 4.2 Voedbij Opdracht 5 bijenkast met raam met kunstraat en uitgewerkte raat (5a en 5b) kijkkaart 5 Bouwbij Opdracht 6 doos 6 met breinaald, haaknaald en stuk jute Kijkkaart 6.1 Bewaakbij Kijkkaart 6.2 Vijanden Opdracht 7 pot honing en toast * kijkkaart 7 Haalbij potje ruwe propolis potje stuifmeel Extra opdracht 8 zie blz 10 * Nodig: Het is goed als de kinderen honing kunnen proeven bij deze opdracht. Het is lastig de honing in de kist te doen i.v.m met lekken / plakken / knoeien. Wilt u a.u.b. zelf een bord klaarzetten met toastjes en bijvoorbeeld een flesje knijphoning? Dat werkt erg handig, hygiënisch en met het minste geknoei.

Extra opdracht 8 Dit is een hoek voor plus-leerlingen of groepjes die even moeten wachten als een opdracht (nog) niet vrij is. Dit kan nodig zijn als de klas groot is. Richt een extra tafel in met kijkmateriaal, bijvoorbeeld extra boekjes uit het documentatiecentrum. De potten honing en de doos/het vitrinekastje met bijenproducten kunnen hier een plek krijgen. Er hoort een vragenkaart bij. U kunt afspreken dat de leerlingen die dat willen een en ander opschrijven in hun werkboekje, op een lege bladzijde. Mogelijk is er nog een computer. Daarop kunnen beeldbank filmpjes over bijen bekeken worden. Zoek op www.schooltv.nl/beelbank op: bijen of gebruik onderstaande links. De laatste link gaat over wilde bijen en hun behuizing, een leuke tip voor de schoolomgeving. Onderstaande pagina s staan ook tussen de Bezige Bijen Links. http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20060411_honing01 http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20050224_bij01 http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20070809_wildebijen01 Als wachtopdracht: de omslagen van het werkboekje kunnen bij extra opdracht 8 liggen. Deze kunnen de kinderen hier om hun werkboekje vouwen. Op de voorkant kunnen de kinderen aanstrepen welke opdracht ze gedaan hebben en de plaat kan gekleurd worden. Verder staan er taal- en rekenopdrachten op de omslag, voor de liefhebbers. De extra opdracht geeft de kinderen een plek om te werken als ze moeten wachten tot een andere opdrachthoek vrij is. Heeft u de wachtopdracht niet nodig dan kan de omslag van het werkboekje natuurlijk direct om de andere werkbladen gevouwen worden. 10

Introductie Bezige Bijen circuit Gebruik de A3 plaat van de korf met de losse bijtjes (klittenband). Vertel het verhaal hieronder. Tijdens het vertellen krijgen de verschillende bijen een plek op en om de korf. Op deze manier komen alle bijen aan bod, over deze bijen gaat het opdrachtencircuit. De plaat kan blijven staan of hangen. De kinderen gaan aan de slag. De A3 plaat met korf staat/hangt voor het bord. Houd de losse bijen in de hand en plaats al vertellende de bijen op de korf op het klittenband bij de zwart-wit bijtjes. Wijs de A3 plaat van de honingbij nog eens aan, dit is Yana, een honingbij. Vertel het volgende verhaal: Yana is een honingbij. Bijen wonen in het wild in holle ruimtes, bijvoorbeeld orbeeld in een holle boom. Toen mensen ontdekten dat ze bijen konden houden maakten ze eerst korven van stro om de bijen in te laten wonen, een bijenkorf. Tegenwoordig wonen bijen eigenlijk altijd in kasten bij mensen. Hier zie je nog een korf. Een familie bijen bestaat uit 3 groepen: de koningin, een vrouwtje, de moeder van het volk de mannetjes, die noem je darren,, en heel veel andere vrouwtjes, de werksters. Yana is een werkster. De bijen leven samen en hebben allemaal een eigen taak. Werksters, zoals Yana, hebben in hun leven veel taken. Zo zijn ze poetsbij voedbij bouwbij bewaakbij en haalbij Wat elke bij nu precies doet en hoe dat allemaal gaat in de bijenkast, dat gaan jullie bekijken in het circuit met 7 opdrachten. Elk groepje begint met één bij van de korf. Ook is er een extra opdracht, voor als je eens eerder klaar bent en moet wachten.

Pictogrammen In de werkbladen komen verschillende pictogrammen voor. Op de CD staat onderstaand bestand. U kunt dit uitdraaien, ophangen en bespreken of op het digibord laten zien. Het gaat erom dat de kinderen weten wat ze bij de pictogrammen moeten doen of waar ze de gevraagde informatie kunnen vinden. Staat er een dan moeten ze iets in het boek opzoeken, boek en bladzijde staan aangegeven in het nodig vakje op het werkblad. staat voor de genoemde kijkkaart. Een opdracht met een computer hoort bij een computer te liggen. Er is uitgegaan van twee computers in een klas. Er is eventueel een derde computer nodig voor de extra opdracht, deze kan ook best op de gang staan. Voor het internet gebruik dient u de aangemaakte Bijenlinks pagina klaar te zetten op de computer. Deze is ook te vinden op de CD. De leerlingen kunnen hierop de links naar de webpagina s aanklikken. Wegwijzer werkbladen kijk in het boek op de aangegeven bladzijde kijk en lees op de kijkkaart kijk op de computer bij het nummer van de opdracht, daar staat de link die je kunt gebruiken voor informatie. a b c DOE opdracht; voelen, ruiken, kijken, proeven, kleuren zet een cirkel om het juiste antwoord. bevrucht / onbevrucht zet een cirkel om het juiste antwoord. op een lijn schrijf je een antwoord. Dit zie je bij de opdrachten van de werkster. De cellen van de raat stellen dagen voor. Kleur het aantal cellen / dagen dat de werkster deze taak heeft. Antwoorden opdrachtencircuit De antwoorden van het opdrachtencircuit vindt u in bijlage 1 van deze handleiding. 12

Afsluiting en korte evaluatie (10 min.) Op de omslag van het werkboekje staat een opdracht bij de ingekleurde raten. Hebben de leerlingen deze nog niet gedaan, maak de opdracht dan gezamenlijk. Je hebt bij de werksters op je werkbladen raten ingekleurd. Tel de cellen die je gekleurd hebt, en schrijf maar op: Een werkster is ongeveer dagen poetsbij dagen voedbij dagen bouwbij dagen bewaakbij dagen haalbij Welke taak doet een werkster het langst? Pak de bijenkorf erbij, haal de bijen eraf. Vraag de kinderen welke (groepen) bijen in een volk voorkomen. Laat de dar en koningin nogmaals zien, een kind plaatst ze op de korf. Voor de werksters gebruikt u nu de tijdstrook (ook met klittenband). U kunt bespreken wat elke bij doet en waar de bij op de tijdstrook hoort. Welke taken voert de werkster uit in haar leven? Wat doet ze eerst en daarna? Laat de kinderen samen de juiste volgorde bepalen en de bijen op volgorde op de strook plaatsen. De juiste volgorde is: Poetsbij / Voedbij / Bouwbij / Bewaakbij / Haalbij.

Les 2 Het werk van de imker (1 à 1,5 uur) Bijlagen In bijlage 3 vindt u een hand-out bij de presentatie en toelichting bij de dia s. In bijlage 4 vindt u adressen van imkers in de regio. Het werk van de imker U kunt vragen of een imker een bezoekje wil komen brengen in de klas. De imker kan naast zijn eigen materiaal de presentatie gebruiken en de spullen uit de kist. Als alternatief kunt u zelf de PowerPoint Presentatie gebruiken en de bijbehorende materialen laten zien. Leg de bijbehorende materialen vast klaar Materialen Les 2 CD met PowerPoint Presentatie Bij de imker imkerjas met kap pijp / beroker ontzegelvork bijenveger doos of vitrinekastje met bijenproducten bijenkast (6-ramer) met ramen en raat extra: DVD Max in bedrijf, De Traay Lelystad, biologische imkerij De presentatie gaat over: het werk van de imker door het jaar heen het gereedschap van de imker de opbrengst uit de bijenkast, dat is naast honing ook bijenwas, stuifmeel, propolis en koninginnengelei Het is de bedoeling dat de PowerPoint Presentatie interactief is. Bekijk deze van te voren. U kunt tussendoor vragen stellen, materialen, kleding en producten laten zien. Maar ook de kinderen zaken laten aanwijzen, vertellen en de terugkoppeling naar de eerste les maken. Onder de dia s staan aanwijzingen en eventuele vragen. 14

Extra: DVD De Traay (15 min.) Aanvullend kunt u de DVD van De Traay laten zien. Kinderen die meer willen weten of geïnteresseerd zijn kunnen deze eventueel ook zelf bekijken op de computer. De Traay is een bedrijf dat op professionele biologische wijze honing verwerkt. Daarnaast hebben ze nog een eigen traditionele imkerij. De eigen imkerij garandeert het behoud van kennis, ambachtelijkheid en vakmanschap. Op de DVD worden deze 2 bedrijfsvoeringen op een leuke manier belicht. 15

Les 3 De honingbij in haar leefomgeving Materialen Les 3 Buitenblad Blije bijen? Eventueel extra zoekkaarten om insecten en andere beestjes op naam te brengen: - Zoekkaart Muggen, vliegen, bijen en wespen - Zoekkaart Hommels - Zoekkaart Zweefvliegen - Zoekkaart Vlinders Eventueel zaaigoed of aan te planten struikjes/planten (bijen/insectenlokkers) Les 3 Dit onderdeel is uit te voeren vanaf het vroege voorjaar (boven de 10 C) als bijen vliegen op krokussen en bloeiende wilgen, tot in de herfst als er nog bloemen zijn zoals asters en bijvoorbeeld bloeiende klimop. De temperatuur moet boven de 10 C zijn. Deze les begint met een introductie in de klas. Vervolgens kunnen de leerlingen naar buiten om te bekijken hoe bijvriendelijk de schoolomgeving is. Hierbij gebruiken ze het Buitenwerkblad Blije bijen? Dit vindt u op de CD of bij de kopieerbladen. In het voorjaar en begin van de zomer kunt u een bijenplek creëren met de kinderen door het aanplanten of zaaien van kruiden en bloemen, bijvoorbeeld zonnebloem, korenbloem, malva, dille, koriander, goudsbloem of komkommerkruid. In de webwinkel van het Bijenhuis (www.bijenhuis.nl) zijn ook zaadmengsels te koop. Verder zijn veel vaste kruiden echte insectenlokkers en bloeiende struiken en bomen trekken al vanaf het voorjaar veel bijen. Naast bijen kunt u natuurlijk ook vlinders, hommels en andere bloembezoekers verwachten. Op http://honingbij.web-log.nl/honingbij/2009/07/drachtplanten.html vindt u een uitgebreide lijst van drachtplanten. 16

Introductie Wat weten de leerlingen nu van de omgeving waar bijen leven? Oftewel: Wat hebben bijen nodig in hun leefomgeving? Maak van de antwoorden eventueel een overzicht op het (digi)bord. Wat heeft een bij nodig? beschutting: een bijenkast staat op een plek waar het niet inregent Waar vindt de bij dit? De imker zoekt een plek waar het niet inregent of bouwt een schuurtje of stal voor de bijenkasten. In de natuur zoeken bijen bijvoorbeeld een holle boom. warmte* Bijen vliegen vanaf een temperatuur van 10 C, als het kouder is blijven ze in de kast Ze hebben een hekel aan regen. water Dauw, druppels of plasjes water, overal te vinden eigenlijk. propolis, om gaten en spleten dicht te maken voedsel: -nectar -stuifmeel Bladknoppen of sap van planten/bomen (hars) In bloemen, bloeiende bomen/struiken als linde, wilg, acacia maar ook fruitbomen en bessendragers. *Bijen zijn goede weersvoorspellers. Zijn bijen al vroeg in de ochtend in de weer met het zoeken van honing en zijn ze laat in de middag nog actief? Dan is er grote kans op een paar dagen mooi weer. Een paar dagen voordat het gaat regenen, blijven de bijen in hun korf. Zie je op een zomerse dag één enkele bij rondzwermen? Dan komt er een plensbui aan. Vlak voor een onweersbui kunnen de bijen agressief worden. Dit komt doordat bij een onweersbui luchtmassa elektrisch geladen wordt. Bespreek met de leerlingen; Denken jullie dat de schoolomgeving of de omgeving waar je woont geschikt is voor bijen? Waarom wel/niet? Ken je anders een goede plek in de buurt? Waar is dat? Waarom lijkt dit je een geschikte plek? (vanuit de bijen gezien) Willen jullie bijen hebben in de schoolomgeving of in de omgeving waar je woont? Waarom wel/niet? (vanuit ons/de leerlingen gezien) Vertel de leerlingen dat ze nu naar buiten gaan om te onderzoeken hoe geschikt de schoolomgeving is voor bijen: hoe blij zijn de bijen hier? Het is leuk om een digitaal fototoestel mee te nemen naar buiten om plekken te fotograferen. U kunt de klas in groepjes verdelen en de groepjes met een werkblad naar buiten laten gaan. Het fototoestel rouleert. Ook kunt u deze opdracht als keuzeopdracht neerleggen voor de weektaak, gebruiken aan plusleerlingen of leerlingen tijdens het zelfstandig werken om de beurt in groepjes naar buiten laten gaan. 17

Naar buiten: Blije bijen in de schoolomgeving? De leerlingen gaan kijken wat een geschikte bijenplek zou zijn, aan de hand van de eisen die een bij aan zijn omgeving stelt: Bloemen (nectar en stuifmeel) Water Bomen: voor bloemen (nectar en stuifmeel) en knoppen en bladeren (propolis) De leerlingen gebruiken hiervoor het Buitenblad Blije bijen? Leerlingen die meer willen weten over de beestjes die ze buiten tegenkomen kunnen naast het werkblad de zoekkaarten gebruiken. De kinderen kunnen zo de bloembezoekers en eventuele andere insecten en kleine beestjes op naam brengen. Weer naar binnen Bespreek in de klas met de leerlingen het werkblad. Is de schoolomgeving geschikt voor bijen? Waarom wel/niet? Heb je bijen gezien? Waar? Foto s kunnen worden bekeken op computer of digibord. Als er geen bijen waren, waar lag dat dan aan (koud, nat, geen bloemen/bomen)? Als de schoolomgeving niet zo aantrekkelijk voor bijen is: Hoe kunnen we van de schoolomgeving een plek maken waar bijen blij(er) van worden? Willen we het schoolplein of de schoolomgeving bijvriendelijker maken? Zo ja: Gaan we dit aanpakken en hoe gaan we dit doen?

Evaluatie en toets Na 3 lessen hebben de kinderen veel geleerd van en over bijen. Om alle indrukken en begrippen een plek te geven kunt u de lessen nabespreken of evalueren. Laat het geluid van de introductie nogmaals horen. Pak het woordweb van les 1 erbij. Klopt de informatie nog die de kinderen de eerste les gaven? Wat hebben ze bijgeleerd? Wat moet veranderd of zelfs doorgestreept? Kunnen ze het woordweb uitbreiden? Wat weten de kinderen nu van de bijen? Vraag en vraag door. Laat de kinderen elkaar aanvullen. Zijn er kinderen nog bang voor bijen? Is dat terecht? Is de schoolomgeving bij-vriendelijk? Vinden kinderen het leuk om bijen (en ook andere insecten) in de tuin te hebben? Waarmee kunnen bijen worden verward? (wespen, hommels, zweefvliegen) Kunnen ze nog iets vertellen over producten uit de bijenkast die mensen gebruiken? Optie: Om te kijken wat de leerlingen geleerd hebben, kunt u de leerlingen de toets laten maken. Deze kunt u vinden op de cd. Bijlage De antwoorden van de toets zijn te vinden in bijlage 2 van deze handleiding 19

Korte achtergrondinformatie Honingbijen leven in een goed georganiseerde sociale gemeenschap van werkbijen (werksters), darren en een koningin. Koningin De koningin paart in de eerste twee weken van haar bestaan in de lucht met meerdere mannetjesbijen, de darren. De bevruchte koningin kan daarna gedurende 3 tot 5 jaar wel meer dan een miljoen eitjes per jaar leggen. In elke cel van de honingraat legt ze één eitje. De uitgekomen larfjes worden gevoed met koninginnengelei, stuifmeel en honing. Op de achtste dag wordt de cel afgedekt met een waslaagje, waarna het larfje zich gaat verpoppen tot volwassen bij. Dar De darren zijn de mannelijke bijen. Op de ongeveer 50.000 bijen in een volk zijn er niet meer dan 300 darren. Ze worden gevoed door de werkbijen en hebben tot taak de koningin te bevruchten. Ook helpen ze met hun behaarde en grotere lichamen mee het broed te verwarmen. Verder voeren ze eigenlijk niet veel uit. Na de zomermaanden worden ze dan ook niet meer gevoed, waardoor ze sterven. Of ze worden massaal door de werksters uit de kast gejaagd en dood gemaakt. Werkster De meeste bijen in een volk zijn werkbijen of werksters. De werkster fungeert de eerste weken van haar bestaan als poetsbij en voedbij: zij maakt cellen schoon, voedt zich met honing en stuifmeel en voedt de larven. Na de eerste 10/11 dagen van haar bestaan begint ze met het bouwen van de prachtige raten met de zeskantige cellen. Ze is bouwbij, ook wel wasbij genoemd. Na 17 dagen wordt ze bewaakbij en houdt ze indringers op afstand. Na drie weken (21 dagen) vliegt zij uit eerst nog aarzelend, later doelgericht en wordt zij haalbij. Ze verzamelt nectar, stuifmeel, propolis en water. In de zomer wordt de werkbij maar 6 weken (35 tot 40 dagen) oud, ze is dan echt versleten. In de winter kan zij echter wel 6 maanden oud worden, ze zit dan enkel in de bijenkast en hoeft niet hard te werken. 20