Hoe frames de attitude en gedragsintentie om te stoppen met roken. beïnvloeden bij (on)gezonde mensen



Vergelijkbare documenten
Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Energiedrankjes: een blikje overgewicht!

Ieder nadeel heeft zijn voordeel

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence,

Framing van een gezondheidsboodschap

TNO-rapport TNO/LS 2015 R Earth, Life & Social Sciences Schipholweg ZL Leiden Postbus DA Leiden.

De nadelen van roken of de voordelen van niet-roken?

Effect publieksvoorlichting

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in Zwolle

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

VOORLICHTING = VEILIG?

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

De Invloed van de Kwetsbaarheid van de Lezer van een Tekst ter Preventie van Hart- en Vaatziekten op de Effectiviteit van Framing.

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Computeraffiniteit belangrijk op kantoor

Getuigen onderweg: effectevaluatie van een verkeerseducatief programma in de 3 e graad secundair onderwijs

duurzaam eten November 2010 Kim Paulussen Marcel Temminghoff

RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN. Bachelorscriptie. De invloed van betrokkenheid op de effectiviteit van doelframing. Evelien Beeren S

Een ervaringsdeskundige voor de klas: werkt het? Mail Bas voor het rapport

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap

RAPPORTAGE. Evaluatie van de Echt stoppen met roken kan met de juiste hulp campagne

STOPPEN MET ROKEN WERKT BETER DAN NIET STOPPEN MET ROKEN

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013

Consumenten zijn steeds meer bezig met gezonder eten (GfK, 2013). Het gebruik van voedingsclaims op verpakkingen van ongezonde producten is daarom een

Samenvatting, conclusies en discussie

De overtuigingskracht van een regulatory fit en de samenhang tussen cognitieve dissonantie en weerstand. Radboud Universiteit Nijmegen

7 Effectevaluatie: effecten van het project

Master s thesis Een onderzoek naar de invloed van message framing

Figuur 1 Precede/Proceed Model

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

Gezond of ongezond? Het effect van visuele en tekstuele frames op de intentie om gezonder te eten

Factsheet Veilig Uitgaan = Veilig thuiskomen

Bijlage bij hoofdstuk 7 Ervaren gezondheid, leefstijl en zorggebruik

BedrijfsGezondheidsIndex 2006

BINGE-DRINKING EN PERSOONLIJKHEID: ONDERZOEK NAAR DE RELATIE VAN PERSOONLIJKHEID, EXPLICIETE GEDRAGSFACTOREN EN BINGE DRINKING

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari Technische Universiteit Eindhoven

Fort van de Democratie

International Tobacco Control (ITC) policy evaluation project Evaluatie In iedere roker zit een stopper campagne Tweede nameting

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Ongezond gedrag op vijf leefstijlaspecten

De relatie tussen de groente- en fruitconsumptie en sociaal economische status bij zwangere vrouwen. Nanda Gost en Manon Ritico Referaat, 7 juni 2013

hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

Stand van zaken jongeren en de e-sigaret en andere alternatieve rookwaren

Angst zaaien, problemen oogsten

Analyse van confounders en mediatoren. Cursus Bachelor Project 2 B&O College 3 Harry B.G. Ganzeboom

Onderbouwing: Geïnspireerd door de vragenlijst afgenomen in het project Kleurrijk Gezond.

Vragenlijst Beweeggedrag Deelnemers / ouderen

1. Introductie: training als gezondheidsgedrag

Bijlage A: Aanbevelingen

Inzichten zwangerschap en bevalling Rapportage kwantitatief onderzoek voor NPCF

Het effect van verschillende typen antirook. boodschappen op de stopintentie van rokers

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

Werkstijlen en attitudes van verzekeringsartsen van UWV ten aanzien van de communicatie met klanten tijdens beoordelingsgesprekken

[2012] Online hotel reviews. Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh

Samenvatting (Summary in Dutch)

Bijlage 5: Kwantitatieve analyse

Voedingssupplementen Consumentenonderzoek NPN

Jongeren & hun levensstijl. Resultaten van Young Opinions onderzoek in opdracht van de Stichting Nationale DenkTank

INFOBLAD. Meeste invloed. Gezond leven

Rapportage gouden voornemens 2016

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Kenmerken van jongeren met en zonder sportief zelfbeeld

De invloed van het publieke vertrouwen op donaties aan goede doelen en de rol van scepticisme tegenover communicatiecampagnes

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS

BLAME THE FRAME. Een onderzoek naar het effect van message framing in een online vitaminewater advertentie op de koopintentie

Kernboodschappen Gezondheid Losser

Rapport gezonde keuzes

Informatiebrief SPLENDID II

Meningen over het takenpakket van de overheid

Resultaten Panelonderzoek HET VINKJE. Consumentenbond Resultaten Panelonderzoek het Vinkje

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten

Risicoperceptie als moderator in de effectiviteit van winst- en verliesframes en de rol van het verwerkingsproces

Eerst zien dan geloven!

De invloed van goalframing op de attitude en gedragsintentie van twee gezondheidsgerelateerde boodschappen

Biowalking voor ouderen

Graduate school of Communication

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:

VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT

NOC*NSF Sportdeelname index Sport index t/m 18 jaar

Pensioenbewustzijn: Ik wil ervoor zorgen dat mijn pensioen goed geregeld is

Samenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen

Gezondheidsbeleid Onderzoek onder gemeentepanel Venlo

Belastingaangifte over 2013

Informatie over de deelnemers

Resultaten Gezondheidszorg

Het mediatie-effect van drinkmotieven op sekseverschillen in drinkpatroon van Nederlandse jongeren

E-boeken in de Nederlandse bibliotheken Een onderzoek naar de behoefte van Nederlanders over de uitleen van e- boeken in bibliotheken

gegevens van de mannen die aan het begin van het onderzoek nog geen HVZ en geen diabetes hadden.

NOORDZEE EN ZEELEVEN. 2-meting Noordzee-campagne. Februari GfK 2015 Noordzee en zeeleven Stichting Greenpeace Februari 2015

INFORMATIEBEHOEFTEN EN INFORMATIEZOEKGEDRAG IN RELATIE TOT SPORT. In opdracht van NOC*NSF

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over.

Bijlagen bij: Rapportage over meting 1 tot en met 6 van de Monitor Gezond Gewicht

Transcriptie:

Running head: STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL Hoe frames de attitude en gedragsintentie om te stoppen met roken beïnvloeden bij (on)gezonde mensen Chamoetal Zeidler, 10531947 Universiteit van Amsterdam Bachelorthesis Afstudeerproject excellentie Prof. Dr. Bas van den Putte Communicatiewetenschap, Universiteit van Amsterdam 11 januari 2016 7994 woorden

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 1 Samenvatting Bijna een kwart van de Nederlandse bevolking rookt, wat veel gezondheidsgevaren met zich meebrengt. Dit onderzoek kijkt naar het effect van winst-, verlies- en vraagframe op de attitude ten opzichte van stoppen met roken en de gedragsintentie om te stoppen met roken. Ook wordt levensstijl als modererend effect onderzocht. 103 Nederlandse rokers tussen de 18 en 76 jaar hebben deelgenomen aan een online experiment, waaruit blijkt dat ongeacht het soort frame de nameting van de attitude positiever is dan de voormeting. Het vraagframe leidt tot een positievere attitude ten opzichte van stoppen met roken dan het verliesframe, wat weer tot een sterkere gedragsintentie leidt. Een modererend effect van levensstijl is niet gevonden, mogelijk door storende factoren zoals de mate van roken. Het is belangrijk om een tekst te gebruiken op sigarettenverpakkingen ter stimulatie om te stoppen met roken. Het vraagframe is het beste alternatief hiervoor. In vervolgonderzoek is het belangrijk om de verschillende aspecten van levensstijl apart te analyseren. Roken wordt geassocieerd met veel gezondheidsproblemen (Nan, Zhao, Yang & Iles, 2015). Elk jaar overlijden ongeveer zes miljoen mensen wereldwijd aan tabakgebruik (WHO, 2011). Bijna een kwart van de Nederlanders van twaalf jaar en ouder rookte in 2013 'af en toe' en achttien procent rookte zelfs dagelijks (Volksgezondheidenzorg, g.d.). Daarnaast wordt in Nederland 40 procent van de niet-rokers dagelijks blootgesteld aan tabaksrook van anderen (Van Gelder, Blokstra & Feenstra, 2008). Om deze redenen is het van maatschappelijk belang om effectieve communicatie-uitingen te vinden die het aantal rokers en zo ook het aantal passieve rokers te verlagen. Een veelgebruikte strategie is het gebruik van labels op sigarettenverpakkingen, die informatie bevatten in tekstvorm over de gevolgen van roken op de gezondheid van de roker en van zijn of haar omgeving (Glock, Müller & Ritter, 2012). Het is een goedkoop middel dat rokers fysiek bereikt (Nan et al., 2015). Er is veel onderzoek gedaan naar de frames van labels op sigarettenverpakkingen om te zien wat het meest effectieve frame is. Framing is de wijze waarop een bepaald onderwerp wordt gepresenteerd en naar aanleiding daarvan ook wordt geïnterpreteerd (De Boer &

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 2 Brennecke, 2009). Een voorbeeld van framing is het verschil tussen positieve en negatieve framing, oftewel tussen winst- en verliesframes. Een winstframe benadrukt de voordelen van een bepaald gedrag ('door te stoppen met roken verlaagt u uw kans op longkanker') en een verliesframe benadrukt de nadelen of de consequenties ('door te blijven roken verhoogt u uw kans op longkanker') van het gedrag (Toll et al., 2007). In onderzoeken naar het verschil tussen winst- en verliesframes zijn incongruente resultaten gevonden. Zo wordt in sommige onderzoeken gesteld dat het winstframe effectiever is voor het stoppen met roken (Bresnahan, Zhuang & Sun, 2013; Toll et al., 2007) en leidt tot een negatievere attitude ten opzichte van roken dan het verliesframe (Goodal & Appiah, 2008). In andere onderzoeken wordt juist het tegenovergestelde gevonden: het verliesframe is effectiever voor de gedragsintentie om te stoppen met roken (Goodal & Appiah, 2008) en leidt tot een negatievere attitude ten opzichte van roken dan het winstframe (Bresnahan et al., 2013). Om deze incongruentie duidelijker te maken, worden deze onderzoeken in het theoretisch kader besproken en wordt er gekeken welk frame het best werkt. Een derde frame dat wordt toegevoegd is een vraagframe. Een vraagframe wordt niet gepresenteerd als een uitspraak, zoals winst- en verliesframe, maar als een vraag (Glock et al., 2012). Door een open vraag te stellen wordt het frame gelinkt aan dagelijkse ervaringen, waardoor het persoonlijker is en beter begrepen wordt door de ontvanger (Strasser, Larrain & Lissi, 2013). Het vraagframe is zelden onderzocht en er is geen onderzoek gedaan naar het verschil tussen winst-, verlies- en vraagframes. Mijn onderzoek doet dit wel en vult daarmee dit gat in de wetenschap op. De effectiviteit van de labels op sigarettenverpakkingen zal worden onderzocht door te kijken naar welke frame het meeste invloed heeft op de attitude ten opzichte van stoppen met roken en op de gedragsintentie om te stoppen met roken. Deze twee variabelen werden meegenomen in dit onderzoek omdat attitude en gedragsintentie voorspellers zijn van uitvoering van het gedrag (Ajzen, 1991), in dit geval stoppen met roken. Hieruit volgt de eerste onderzoeksvraag: RQ1: In hoeverre heeft het soort frame (winst-, verlies-, of vraag-frame) invloed op de attitude ten opzichte van stoppen met roken en op de gedragsintentie om te stoppen met roken? In dit onderzoek wordt levensstijl als modererende variabele toegevoegd. Onder gezonde levensstijl valt niet roken, gezond eten, sporten en matig alcoholgebruik (Qi, Phillips

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 3 & Hopman, 2006). Mensen met een gezondere levensstijl hebben een lager risico op vroegtijdige dood (Ford, Bergmann, Boeing, Li & Capewell, 2012). Het is echter niet zo dat mensen gezond óf ongezond leven. Dat mensen roken betekent niet dat ze verder ongezond leven. Zo rookt vijftien procent van de Canadese mannen, maar ze sporten, eten gezond en drinken weinig alcohol (Nguyet, Béland & Otis, 1998). Per persoon kan levensstijl inconsistent zijn, waarbij sommige gedragingen gezond zijn en andere ongezond. Mensen met een gezonde of ongezonde levensstijl kunnen een andere attitude hebben ten opzichte van roken en een andere gedragsintentie om te stoppen met roken (Adab, McGhee, Hedley & Lam, 2005). Levensstijl is een persoonlijke eigenschap en wordt daardoor meegenomen als moderator dat het hoofdeffect versterkt, zoals in het onderzoek van Cho en Boster (2008), waarin sociale en gedragskenmerken werden meegenomen als modererende variabelen. Levensstijl kan het effect van het soort frame op de attitude en de gedragsintentie versterken of verzwakken. De toevoeging van levensstijl als modererende variabele bij het effect van winst-, verlies-, en vraagframe is, naar mijn weten, nog niet eerder onderzocht. Met mijn onderzoek wordt dit gat in de wetenschap opgevuld. Hieruit volgt de tweede onderzoeksvraag: RQ2: In hoeverre wordt het effect van het soort frame (winst-, verlies- of vraagframe) op de attitude ten opzichte van stoppen met roken en op de gedragsintentie om te stoppen met roken gemodereerd door levensstijl? Deze onderzoeksvragen werden onderzocht door middel van een online experiment dat werd uitgevoerd onder Nederlanders die vast of niet-vast roken. Theoretisch kader Frames Winst- en verliesframes Een winstframe benadrukt de voordelige consequenties van het gewenste gedrag, een verliesframe de nadelige consequenties van het bestaand gedrag (Bresnahan et al., 2013; Gallagher & Updegraff, 2012). De inhoud is hetzelfde, maar de nadruk ligt anders. Volgens de framing theorie zijn winstframes effectiever bij gedrag met een lager risico, oftewel bij preventief gedrag. Verliesframes zijn effectiever bij gedrag met een hoger risico, oftewel bij detectie-gedrag (Bresnahan et al., 2013; Tversky & Kahneman, 1981).

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 4 Stoppen met roken is een vorm van preventief gedrag: het gaat om het voorkomen van gezondheidsproblemen (Toll et al., 2007). Hierdoor is het winstframe effectiever bij het stoppen met roken (o.a. Bresnahan et al., 2013; Lipkus et al., 2013; Salovey et al., 2002; Toll et al., 2007). Desalniettemin wordt het verliesframe meestal gebruikt in de waarschuwende boodschappen over de gevolgen van roken (Goodal & Appiah, 2008) zoals op sigarettenverpakkingen. Resultaten van eerdere onderzoeken bleken incongruent wat betreft de effectiviteit van winst- en verliesframes. Bepaalde onderzoeken hebben bevestigd dat het winstframe leidt tot een positievere attitude ten opzichte van stoppen met roken, een negatievere attitude ten opzichte van roken en een sterkere gedragsintentie om te stoppen met roken dan het verliesframe (Schneider et al., 2001; Steward et al., 2003). Winstframes stimuleren betere informatieverwerking bij de ontvanger dan verliesframes en hebben ook meer invloed op daadwerkelijke gedragsverandering van stoppen met roken (Rothman & Salovey, 1997). Hiertegenover blijkt uit de meta-analayse van Gallagher en Updegraff (2012) dat het soort frame geen significant effect heeft op de attitude ten opzichte van stoppen met roken en de gedragsintentie om te stoppen met roken. Er was echter wel een significant effect van het soort frame op het gedrag, waarbij winstframes effectiever bleken te zijn dan verliesframes (Gallagher & Updegraff, 2012). Gedrag wordt niet betrokken in mijn onderzoek omdat het een lange-termijn verandering is en niet in een éénmalige studie kan worden onderzocht. De meta-analyse onderzoekt meerdere studies waarin verschillende methoden en verschillende frames worden gebruikt. Deze verschillen kunnen de niet significante resultaten verklaren. Hierdoor wordt wel verwacht dat het effect significant is in mijn onderzoek. Vraagframes Vragen stimuleren mensen na te denken over de risico's van roken (Yong et al., 2014). Een vraagframe bevat geen argument waaruit de ontvanger een expliciete conclusie kan trekken, maar deze laat de ontvanger zijn of haar eigen conclusie trekken. Zelf een conclusie trekken is effectiever dan een conclusie van de zender over te nemen (Kardes, Kim & Lim, 1994) omdat de ontvanger zelf het gedrag bepaalt en positiever wordt beïnvloedt richting het gezonde gedrag (Grandpre, Alvaro, Burgoon, Miller & Hall, 2003). Volgens de reactance theory willen mensen zelf beslissingen maken. Als iets wordt verboden of opgevat als verboden, willen mensen het ongewenste gedrag juist wel uitvoeren (Grandpre et al., 2003). De eigen argumenten worden bedacht naar aanleiding van het vraagframe en externe

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 5 argumenten komen van het winst- en verliesframe. Uit onderzoek van Glock et al. (2012) blijkt dat het vraagframe effectiever is dan het verliesframe. Dit leidt tot de volgende hypothesen: H1. Het vraagframe leidt tot (a) een positievere attitude ten opzichte van stoppen met roken en (b) een sterkere gedragsintentie om te stoppen met roken dan het winstframe, en het winstframe leidt tot (c) een positievere attitude ten opzichte van stoppen met roken en (d) een sterkere gedragsintentie om stoppen met roken dan het verliesframe. Levensstijl als moderator Het effect van framing op de attitude ten opzichte van stoppen roken en op de gedragsintentie om te stoppen met roken kan afhankelijk zijn van persoonlijke eigenschappen die dienen als modererende variabelen (Kardes et al., 1994). Een belangrijke persoonlijke eigenschap is de levensstijl die iemand leidt. Rokers met verder een gezonde levensstijl kunnen een andere attitude hebben ten opzichte van stoppen met roken en een andere gedragsintentie om te stoppen met roken dan rokers met een ongezonde levensstijl (Adab et al., 2005). De belangrijkste aspecten van een gezonde levensstijl zijn gezond eten, sporten, niet roken en matig alcoholgebruik (Qi et al., 2006). Volgens het transfer effect worden gezonde gedragingen naar elkaar overgedragen (Peters et al., 2009). Dit betekent bijvoorbeeld dat 'nee' leren zeggen tegenover roken wordt overgedragen op 'nee' leren zeggen tegen alcohol drinken. Hieruit kan geconcludeerd worden dat mensen die een gezondere levensstijl leiden, een positievere attitude hebben ten opzichte van stoppen met roken en een sterkere gedragsintentie om te stoppen met roken hebben. De verschillende aspecten van gezonde levensstijl moeten wel overeen komen (Peters et al., 2009). Er bestaat een sterke relatie tussen determinanten van rookgedrag, alcoholgebruik en gezond eten, waardoor deze in het transfer effect passen (Peters et al., 2009). Sportende rokers bijvoorbeeld stoppen vaker met roken dan niet-sportende rokers (Emmons, Marcus, Linnan, Rossi & Abrams, 1994) waardoor ook sporten aan het transfer effect wordt toegepast. Mensen met een gezondere levensstijl kunnen sneller en makkelijker stoppen met roken dan mensen met een ongezonde levensstijl (Fisher, Stanton & Lowe, 1999). Mensen met een ongezond levensstijl hebben vaak een zwakkere gedragsintentie om hun levensstijl aan te passen tot een gezondere levensstijl, om te stoppen met roken (Castro, Newcomb, McCreary & Baezconde-Garbanati, 1989). Alhoewel levensstijl niet altijd een consistente variabele is omdat mensen bij sommige gedragingen gezond zijn en bij andere ongezond (Nguyet et al.,

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 6 1998), maakt het transfer effect duidelijk dat mensen toch meer naar de gezonde of de ongezonde kant neigen. Levensstijl is daardoor een gemiddelde variabele van de drie dimensies van het gezonde gedrag. Zoals werd uitgelegd bij hypothese 1, willen volgens de reactance theory mensen zelf beslissingen maken (Grandpre et al., 2003). De eigen bedachte argumenten naar aanleiding van het vraagframe in combinatie met de gezondere levensstijl leiden hierdoor tot een positievere attitude ten opzichte van stoppen met roken en een sterkere gedragsintentie om te stoppen met roken. Het verschil tussen mensen met een gezonde of ongezonde levensstijl kan invloed hebben op het effect van het soort frame. Er wordt verwacht dat een gezonde levensstijl in combinatie met het winst- en vraagframe de meeste invloed zullen hebben op de attitude en de gedragsintentie. Zo is levensstijl een modererende variabele dat het effect van het soort frame op de attitude en de gedragsintentie versterkt, omdat gezonde levensstijl meer invloed zal hebben dan ongezonde levensstijl. Hieruit volgen de volgende hypothesen: H2. Het positieve effect van (a) het winstframe en van (b) het vraagframe op de attitude ten opzichte van stoppen met roken worden versterkt bij een gezondere levensstijl. H3. Het positieve effect van (a) het winstframe en van (b) het vraagframe op de gedragsintentie om te stoppen met roken worden versterkt bij een gezondere levensstijl. Attitude en gedragsintentie Volgens de theorie van gepland gedrag is attitude ten opzichte van het gedrag één van de drie determinanten die gedragsintentie voorspellen (Ajzen, 1991). Uit eerder onderzoek blijkt ook dat een positievere attitude ten opzichte van stoppen met roken leidt tot een sterkere gedragsintentie om te stoppen met roken (Nguyet et al., 1998). Er zijn twee hypothesen gesteld over het effect van het soort frame op de attitude ten opzichte van stoppen met roken en op de gedragsintentie om te stoppen met roken. Attitude is een voorspeller van gedragsintentie (Ajzen, 1991), waardoor attitude ten opzichte van stoppen met roken een mediator kan zijn tussen het effect van het soort frame op de gedragsintentie om te stoppen met roken. Hieruit volgt de vierde hypothese: H4: De attitude ten opzichte van stoppen met roken medieert het effect van het soort frame op de gedragsintentie om te stoppen met roken.

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 7 De relaties tussen de variabelen zijn te zien in het conceptueel model (Afbeelding 1). Afbeelding 1. Conceptueel model Methode Om de onderzoeksvragen te beantwoorden is een online experiment uitgevoerd. Door middel van een experiment kan de mogelijke causaliteit van het verband, niet alleen de correlatie, gevonden worden. Steekproef De online experiment werd in november 2015 verspreid door het delen hiervan in de directe omgeving van de onderzoekers. Ook werd de link op Facebook-pagina's van de Universiteit van Amsterdam gedeeld en werden rokende mensen rondom de universiteit benaderd. De vragenlijst was in het Nederlands, waardoor niet-nederlanders van tevoren werden uitgesloten uit het onderzoek. 440 deelnemers hebben meegedaan aan het onderzoek, waarvan 272 (61,8%) de vragenlijst compleet hebben ingevuld. Deelnemers die de vragenlijst niet compleet hebben ingevuld werden uitgesloten van de analyses. Uit de deelnemers die werden uitgesloten van de analyses vallen ook zeven deelnemers onder de achttien, wat niet ethisch goedgekeurd is zonder ouderlijke toestemming. Ook waren vier deelnemers die "minder dan één keer per jaar roken", maar wel aangaven dat ze "wel eens roken", uitgesloten van de analyses, omdat ze niet onder "rokers" en niet onder "niet-rokers" vallen. 103 (37,9%) respondenten waren rokers en 169 (62,1%) niet-rokers. Mijn onderzoek is deel van een groter onderzoek dat werd uitgevoerd over het effect van het soort frame op verschillende uitkomstvariabelen, waaraan zowel rokers als niet-rokers hebben meegedaan. In dit onderzoek werd echter alleen gekeken naar rokers. Uiteindelijk zijn 103 deelnemers tussen de

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 8 18 en 76 jaar oud (M = 29,53, SD = 12,87) meegenomen in de analyse van het onderzoek, waarvan 60 (58,3%) vrouwen en 43 (41,7%) mannen. 39 (37,9%) deelnemers hebben een HBO-opleiding of waren er op dat moment mee bezig, 44 (42,7%) hebben een WO-opleiding of waren er op dat moment mee bezig en 20 (19,4%) is lager opgeleid. Het onderzoek is ethisch goedgekeurd door de afdeling Communicatiewetenschap van de Universiteit van Amsterdam. Procedure De deelnemers kregen eerst een tekst te lezen met informatie over het onderzoek, waarin hun anonimiteit werd gewaarborgd. Er werd uitgelegd dat de deelname volledig vrijwillig is en dat de deelnemers op elk moment kunnen stoppen met de deelname. Ook werd de deelnemers verteld dat ze een waarschuwend label op een sigarettenverpakking te zien zouden krijgen. Na het tekenen van de informed consent werden de deelnemers doorgestuurd naar de vragenlijst. De vragenlijst begon met de demografische gegevens, de attitude ten opzichte van stoppen met roken, de gedragsintentie om te stoppen met roken en de levensstijl. Daarna werden de deelnemers random toegewezen naar één van de drie condities, waarin een label op een sigarettenverpakking werd gezien met een winst-, verlies- of een vraagframe. Na de manipulatie werd de deelnemers weer gevraagd naar hun attitude ten opzichte van stoppen met roken en gedragsintentie om te stoppen met roken. Uiteindelijk werden de deelnemers bedankt voor hun deelname. De hele vragenlijst duurde ongeveer tien minuten. De frames Elke deelnemer werd blootgesteld aan één van de drie frames: 39 (37,9%) aan de winstframe, 31 (30,1) aan de verliesframe en 33 (32,0%) aan de vraagframe. Het verliesframe werd gebaseerd op een bestaande waarschuwingslabel die gebruikt wordt in Nederland (Jellinek, g.d.). Het verliesframe luidt: "Roken verhoogt het risico op long- en hartziekten". Deze tekst is gekozen omdat het een simpele tekst is en zowel gebruikt kan worden voor het verliesframe als voor de winst- en vraagframes. De winst- ("Stoppen met roken verlaagt het risico op long- en hartziekten") en vraagframes ("Wat zijn de consequenties van roken voor uw longen en hart?") zijn op dezelfde tekst gebaseerd. Zo werd dezelfde inhoud gegeven met een andere nadruk. De kleur, het merk en de vorm van de sigarettenverpakking kunnen invloed hebben op de perceptie en verwerking van de verpakking en het frame (Bansal- Travers, Hammond, Smith & Cummings, 2011). Om deze externe invloeden te beperken, is

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 9 ervoor gekozen om een neutrale uitstraling van de sigarettenverpakking te gebruiken. Zo werd gebruik gemaakt van een zwart-witte verpakking, zonder bestaande merknaam, met het woord 'Merk'. Deze verpakking is gebaseerd op het onderzoek van Glock et al. (2012) en is vertaald naar het Nederlands door de onderzoekers. Het stimulusmateriaal is te zien in Afbeelding 2. Afbeelding 2. Het stimulusmateriaal Noot. Van links naar rechts: verliesframe, winstframe, vraagframe. Metingen De vragenlijst maakte deel uit van een groter onderzoek waarin ook andere variabelen werden gebruikt (zie Bijlage 1 voor de hele vragenlijst). Hier worden alleen de relevante variabelen beschreven. De demografische variabelen zijn geslacht, leeftijd en opleidingsniveau. Attitude ten opzichte van stoppen met roken is gemeten door middel van zes items op een semantisch differentiale zevenpuntsschaal, gebaseerd op een schaal gebruikt door ASCoR (2003) voor attitude ten opzichte van roken. Het laatste item hiervan: moeilijk voor mij makkelijk voor mij is weggehaald, omdat dit efficacy meet, en niet de attitude. De stelling "Als ik binnen het komende jaar stop met roken is dat..." werd gevolgd door zes items: slecht goed, negatief positief, onverstandig verstandig, schadelijk onschadelijk, onplezierig plezierig en prettig onprettig. De laatste item werd omgedraaid om te passen bij de andere items, waarin geldt dat hoe hoger iemand scoort op de item, hoe positiever dat deel van de attitude is. Van de zes items is één gemiddelde schaal gemaakt van de attitude ten

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 10 opzichte van stoppen met roken (Voormeting: α = 0,82, M = 5,50, SD = 1,34. Nameting: α = 0,76, M = 5,85, SD = 1,10). Gedragsintentie om te stoppen met roken is gemeten door middel van drie vragen, gebaseerd op het ITC Project (2015). Drie stellingen zijn gepresenteerd: "Ik ben van om plan te stoppen met roken binnen het komende jaar", "Ik neem mijzelf voor om te stoppen met roken binnen het komende jaar" en "Ik ga proberen te stoppen met roken binnen het komende jaar". De stellingen zijn op een zevenpuntsschaal, van helemaal mee oneens (1) tot helemaal mee eens (7). Van de drie stellingen is één gemiddelde schaal gemaakt van de gedragsintentie om te stoppen met roken (Voormeting: α = 0,97, M = 3,88, SD = 1,97. Nameting: α = 0,96, M = 3,95, SD = 2,16). Levensstijl is onderverdeeld in drie dimensies, waarvan één schaal is gemaakt. De dimensies zijn eetgedrag, sporten, en alcoholgebruik: Eetgedrag is gemeten aan de hand van het meten van eten van groenten en fruit, gebaseerd op de vragenlijst van Bogers, Van Assema, Kester, Westerterp, en Dagnelie (2004). Hieraan zijn ook drie vragen over vet-inname meegenomen gebaseerd op de vragenlijst voor gezonder eten van Voedingscentrum (g.d.). De deelnemers zijn gevraagd hoe vaak ze in de afgelopen maand "gekookte groenten", "rauwe groenten", "fruit- of groentesappen", "fruit", "fast food", "48+ kaas" en "chocolade, koek of snoep" hadden gegeten, gemeten op een negenpuntsschaal (minder dan 1 keer per maand, 1-3 dagen per maand, 1 dag per week t/m 7 dagen per week). In het onderzoek van Bogers et al. (2004) werd fruit onderverdeeld in vijf vragen over verschillende fruitsoorten, in dit onderzoek is dit samengevoegd naar één item 'fruit' om de deelnemers niet te belasten met te veel vragen. De drie toegevoegde items van vet-inname werden gehercodeerd zodat deze bij de gezonde items passen, waarin een hogere score op de schaal een gezondere levensstijl betekend. De schaal van het eetgedrag bleek niet betrouwbaar te zijn (α = 0,45). Ook kon de schaal niet verbeterd worden door een item weg te halen. Hierdoor werd een principale componenten factoranalyse met Varimax rotatie uitgevoerd. Uit de factoranalyse bleek dat er drie componenten waren met een Eigenwaarde boven de 1. De eerste component mat de mate van gezond eten, de tweede component de mate van ongezond eten en de derde component de mate van het eten van kaas 48+. De volledige factoranalyse is te zien in Tabel 1, Bijlage 2. Van de eerste component gezond eten is een gemiddelde schaal gemaakt van de items "gekookte groenten", "rauwe groenten", "fruit- of groentesappen" en "fruit" (α = 0,61, M = 5,61, SD = 1,55). De tweede component van ongezond eten bleek niet betrouwbaar (α =

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 11 0,47), waardoor de items "fast food", en "chocolade, koek of snoep" apart werden meegenomen in de moderatieanalyses. De derde component "kaas 48+" (geen α omdat het één item is) is niet meegenomen omdat deze alleen staat en eigenlijk niet helemaal de mate van gezond of ongezond eten meet. Deze is niet van de oorspronkelijke vragenlijst van groenten- en fruitinname (Bogers et al., 2004), maar toegevoegd uit een vragenlijst voor gezonde voeding van Voedingscentrum (g.d.). Om de schaal van gezond eten toe te voegen tot de schaal van levensstijl, is deze gedeeld door negen, om een schaal van 0 t/m 1 te krijgen. Hoe meer groenten en fruit een deelnemer eet, hoe gezonder de levensstijl van deze deelnemer is. De uiteindelijke variabele levensstijl bevat dus alleen de schaal van gezond eten. De mate van ongezond eten werd apart geanalyseerd. Sporten is gemeten aan de hand van de korte versie van IPAQ (2002). Hierin werd gevraagd naar het aantal dagen van de afgelopen zeven dagen en aantal minuten per langste keer trainen van drie verschillende soorten activiteiten: zware training, matige training en wandelen. Zware trainingen zijn onder andere zware gewichten tillen, aerobics en snel fietsen. Matige trainingen zijn onder andere lichte gewichten tillen, tennissen en hardlopen. Om deze vragen samen te voegen is gebruik gemaakt van de berekening van IPAQ (IPAQ Research Committee, 2004), waarin elk type sport een bijbehorende MET-waarde, de berekening van de metabolisme, heeft. Voor wandelen is de MET-waarde 3,3, voor matige trainingen is het 4, en voor zware trainingen is het 8. De berekening per type sport was: (MET-waarde)*(aantal minuten trainen)*(aantal dagen trainen). De drie typen sport zijn aan elkaar toegevoegd, waardoor er één variabele is die de mate van sporten meet (M = 4509,54, SD = 4010,70). Om de schaal van mate van sporten eten toe te voegen tot de schaal van levensstijl, is alles gedeeld door de maximumwaarde om een schaal van 0 t/m 1 te krijgen. Volgens de berekening van IPAQ (IPAQ Research Committee, 2004) kan een persoon maximaal vier uur per dag per type sport besteden, waaruit 25704 als de maximum mogelijke waarde blijkt. Één deelnemer heeft boven de maximumwaarde gescoord en werd niet meegenomen in deze analyses. Hoe meer een deelnemer sport, zo is de levensstijl van deze deelnemer gezonder. Alcoholgebruik is gemeten aan de hand van een vijf-puntsschaal van de frequentie alcoholgebruik en de frequentie binge drinken in de afgelopen twaalf maanden, gebaseerd op de vragenlijst van Bell en Britton (2015). Binge-drinken is gedefinieerd als vier of meer alcoholische drankjes voor vrouwen en zes of meer voor mannen tijdens één gelegenheid (CBS, g.d.). De antwoordscategorieën bestaan uit: nooit, minder dan maandelijks,

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 12 maandelijks, wekelijks en dagelijks. De antwoordscategorie speciale gelegenheden is veranderd naar minder dan maandelijks, zodat het verwarring zou voorkomen van wat speciale gelegenheden zijn. Om het alcoholgebruik toe te voegen tot de schaal van levensstijl, is deze omgedraaid zodat het past bij de schaal van levensstijl, waarin een hogere score op de schaal ook een gezondere levensstijl betekent. Van de twee items is één gemiddelde schaal gemaakt van het alcoholgebruik (α = 0,72, M = 2,70, SD = 0,86). Hoe minder een deelnemer alcohol drinkt, hoe gezonder de deelnemer is. De schaal is gedeeld door vijf, om een schaal van 0 t/m 1 te krijgen. Voor de variabele levensstijl werden de drie dimensies (gezond eetgedrag, mate van sporten en alcoholgebruik) op een schaal van 0 t/m 1 aan elkaar toegevoegd en gedeeld door drie, om weer een schaal van 0 (ongezonde levensstijl) t/m 1 (gezonde levensstijl) te krijgen (M = 0,45, SD = 0,09). Hoe meer groenten en fruit een deelnemer eet, hoe meer deze sport, en hoe minder deze alcohol drinkt, hoe gezonder de levensstijl is. Voor de descriptieven van alle variabelen zie Tabel 2. Tabel 2. Descriptieve waarden Range Variabele M (SD) α Mogelijke Actuele Attitude Voormeting 5,50 (1,34) 0,82 1,00-7,00 1,17-7,00 Nameting 5,85 (1,10) 0,76 1,00-7,00 2,67-7,00 Intentie Voormeting 3,88 (1,97) 0,97 1,00-7,00 1,00-7,00 Nameting 3,95 (2,16) 0,96 1,00-7,00 1,00-7,00 Levensstijl Eetgedrag 5,61 (1,55) 0,61 1,00-9,00 2,50-9,00 Sporten 4509,54 (4010,70) 0,00-25704,00 0,00-21502,00 Alcoholgebruik 2,70 (0,86) 0,72 1,00-5,00 1,00-5,00 Totaal 0,45 (0,09) 0,00-1,00 0,26-0,73 Noot. N attitude en gedragsintentie= 103. N levensstijl = 102. Data-analyse Aangezien het soort frame, de onafhankelijke variabele, een categorische variabele is met drie categorieën en de attitude ten opzichte van stoppen met roken en de gedragsintentie om te stoppen met roken, de afhankelijke variabelen, intervalvariabelen zijn, is het voordehand liggend om een Repeated Measures ANOVA uit te voeren. Het analyseert niet alleen het

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 13 hoofdeffect van het soort frame op de nameting, maar ook het verschil tussen de voor- en de nameting per soort frame. Maar de Repeated Measures ANOVA kan niet gebruikt worden voor de moderatieanalyses met levensstijl omdat deze een intervalvariabele is. Voor de moderatieanalyses moeten regressieanalyses worden uitgevoerd. Om consistent te blijven gedurende de analyses, werd hierdoor voor alle hypothesen regressieanalyses uitgevoerd. Van de frames zijn twee dummyvariabelen gemaakt van het winst- en vraagframe met het verliesframe als referentiekader. Voor de analyses van de hoofdeffecten, hypothese 1, is een regressieanalyse uitgevoerd met de twee dummyvariabelen van het frame en de voor- en nameting van attitude ten opzichte van stoppen met roken en de gedragsintentie om te stoppen met roken, elk in een aparte analyse. Hier is het soort frame de onafhankelijke variabele en zijn de attitude en gedragsintentie de afhankelijke variabelen. Voor de moderatieanalyses, hypothese 2 en 3, is eveneens een regressieanalyse uitgevoerd als bij hypothese 1 met toevoeging van de modererende variabele levensstijl. De mediatieanalyse, hypothese 4, is gebaseerd op de stappenplan van Baron en Kenny (1986) om na te gaan of attitude ten opzichte van stoppen met roken een mediërende variabele is tussen de onafhankelijke variabele, het soort frame, en de afhankelijke variabele, gedragsintentie om te stoppen met roken. Voor de mediatie- en de moderatie-analyses zijn alle variabelen gestandaardiseerd en zijn interactievariabelen aangemaakt van levensstijl, fast food en snoep met elk van de dummyvariabele van frames. Resultaten Om eerst een algemeen beeld te krijgen werden de correlaties van de voor- en nameting van de attitude en de gedragsintentie en levensstijl berekend (zie Tabel 3). Er is een sterke correlatie tussen de voor- en de nameting van gedragsintentie, r = 0,85, en tussen de voor- en de nameting van de attitude, r = 0,67. Deze twee correlaties maken duidelijk dat de attitude en de gedragsintentie redelijk stabiel zijn. Ook is te zien dat levensstijl met geen variabele correleert, behalve met de nameting van gedragsintentie, wat ook een zwakke correlatie is. Voordat er werd gekeken naar de verschillen tussen de frames, werd er gekeken of er een verschil is tussen de voor- en de nameting van de attitude ten opzichte van stoppen met roken en de gedragsintentie om te stoppen met roken per soort frame en in totaal (zie Tabel 4). Uit een t-toets voor gepaarde waarnemingen is te zien dat de nameting (M = 5,85, SD = 1,10) van de attitude ten opzichte van stoppen met roken significant positiever is dan de

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 14 voormeting (M = 5,50, SD = 1,34), ongeacht het soort frame. Ook de nameting van de attitude bij het winstframe (M = 5,88, SD = 1,03) en bij het vraagframe (M = 6,05, SD = 1,06) zijn significant positiever dan de voormetingen (winstframe: M = 5,42, SD = 1,47. Vraagframe: M = 5,58, SD = 1,46). De voor- en de nameting van het verliesframe bij de attitude ten opzichte van stoppen met roken verschillen niet significant. Per soort frame en in totaal verschillen de voor- en de nameting van de gedragsintentie niet significant. Tabel 3. Correlatiematrix Variabele Intentie Attitude Intentie Attitude Levensstijl voormeting voormeting nameting nameting Intentie voormeting Attitude voormeting 0,35** Intentie nameting 0,85** 0,27** Attitude nameting 0,27** 0,67** 0,30** Levensstijl 0,15 0,02 0,20* -0,05 Noot. N attitude en gedragsintentie= 103. N levensstijl = 102. * p < 0,05 (tweezijdig). ** p < 0,01 (tweezijdig). Tabel 4. Verschillen voor- en nametingen van attitude en gedragsintentie. Variabele Frame Voormeting Nameting t p 95% CI Cohen's d M (SD) M (SD) Attitude Winst 5,42 (1,47) 5,88 (1,03) -3,69 0,001 [-0,70, -0,20] 0,59 Verlies 5,50 (1,04) 5,60 (1,22) -0,56 0,579 [-0,42, 0,24] Vraag 5,58 (1,46) 6,05 (1,06) -2,08 0,045 [-0,94, -0,01] 0,36 Totaal 5,50 (1,34) 5,85 (1,10) -3,51 0,001 [-0,55, -0,15] 0,35 Intentie Winst 4,20 (2,05) 4,38 (2,24) -1,16 0,254 [-0,49, 0,13] Verlies 3,30 (1,63) 3,16 (1,78) 0,64 0,527 [-0,31, 0,59] Vraag 4,04 (2,12) 4,19 (2,24) -0,66 0,515 [-0,62, 0,32] Totaal 3,88 (1,97) 3,95 (2,16) -0,65 0,517 [-0,30, 0,15] Noot. N: verliesframe = 31, winstframe = 39, vraagframe = 33. df: verliesframe = 30, winstframe = 38, vraagframe = 32, totaal = 102. Alle variabelen zijn op een zevenpuntsschaal. CI = confidence interval.

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 15 Hoofdeffecten van attitude en gedragsintentie Attitude: Het regressiemodel met de nameting van attitude ten opzichte van stoppen met roken als afhankelijke variabele en het soort frame en de voormeting van de attitude ten opzichte van stoppen met roken als onafhankelijke variabelen is significant, F(3, 99) = 29,94, p < 0,001, met een hoge verklaarde variantie van 47,6%. De dummyvariabele vraagframe, B = 0,42, heeft een significante, zwakke positief effect op de attitude ten opzichte van stoppen met roken. Het vraagframe leidt tot een significant positievere attitude ten opzichte van stoppen met roken dan het verliesframe. De dummyvariabele winstframe heeft geen significant effect op de attitude ten opzichte van stoppen met roken. Het winstframe, 95% CI [-0,62, 0,71], en het vraagframe, 95% CI [0,01, 0,82], verschillen niet significant omdat de CI's met elkaar overlappen (zie Tabel 5). Hypothese 1a, die stelde dat een vraagframe tot een positievere attitude ten opzichte van stoppen met roken leidt dan een winstframe en hypothese 1c, die stelde dat een winstframe tot een positievere attitude ten opzichte van stoppen met roken leidt dan een verliesframe, worden deels aangenomen, aangezien het vraagframe wel significant verschilt van het verliesframe. Tabel 5. Effect van het frame op de attitude Variabele B t p 95% CI Constant 2,56 7,12 < 0,001 [1,85, 3,28] Attitude voormeting 0,55 9,20 < 0,001 [0,43, 0,67] Winstframe dummy 0,33 1,67 0,099 [-0,06, 0,71] Vraagframe dummy 0,42 2,05 0,043 [0,01, 0,82] Noot. CI = confidence interval. Gedragsintentie: Het regressiemodel met de nameting van gedragsintentie om te stoppen met roken als afhankelijke variabele en het soort frame en de voormeting van gedragsintentie om te stoppen met roken als onafhankelijke variabelen is significant, F(3, 99) = 85,24, p < 0,001, met een hoge verklaarde variantie van 72,1%. De dummyvariabele vraagframe en de dummyvariabele winstframe hebben geen significant effect op de gedragsintentie om te stoppen met roken. Het winstframe, 95% CI [-0,16, 0,97], en het vraagframe 95% CI [-0,22, 0,94], verschillen niet significant omdat de CI's met elkaar overlappen (zie Tabel 6).

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 16 Hypothese 1b, die stelde dat het vraagframe tot een sterkere gedragsintentie om te stoppen met roken leidt dan het winstframe, en hypothese 1d die stelde dat het winstframe tot een sterkere gedragsintentie om te stoppen met roken leidt dan het verliesframe, worden verworpen. Tabel 6. Effect van het frame op de gedragsintentie Variabele B t p 95% CI Constant 0,17 0,60 0,552 [-0,40, 0,74] Intentie voormeting 0,91 15,32 < 0,001 [0,79, 1,02] Winstframe dummy 0,40 1,42 0,158 [-0,16, 0,97] Vraagframe dummy 0,36 1,23 0,221 [-0,22, 0,94] Noot. CI = confidence interval. Mediatie-effect van attitude Om na te gaan of de attitude het effect van het soort frame op de gedragsintentie medieert werd er een mediatieanalyse uitgevoerd volgens het stappenplan van Baron en Kenny (1986). Dummyvariabele vraagframe: Het frame heeft een significant effect op de attitude (B = 0,42, zie Tabel 5) en de attitude heeft een significant effect op gedragsintentie (B = 0,32, zie Tabel 7, model 1), maar het frame heeft geen significant effect op de gedragsintentie (B = 0,36, zie Tabel 6). Het effect van het frame op de gedragsintentie bleek niet te veranderen bij toevoeging van de attitude en bleef niet significant (B = 0,24, zie Tabel 7, model 2). Om toch na te gaan of dit een mediatie is, werd een Sobel's Z toets uitgevoerd, waaruit bleek dat de mediatie niet significant is: Sobel's Z = 1,43, p = 0,151. Er is een indirect effect van het frame op de gedragsintentie via de attitude, alleen is het geen mediatie omdat er geen direct effect is. Dummyvariabele winstframe: Het frame heeft geen significant effect op de attitude (zie Tabel 5) en op de gedragsintentie (zie Tabel 6), waardoor duidelijk is dat er geen mediatie-effect is. Hypothese 4 die stelde dat er een mediatie-effect zou zijn van de attitude bij het effect van frame op de gedragsintentie, wordt verworpen.

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 17 Tabel 7. Effect van het frame op de gedragsintentie met attitude als mediator Model Variabele B t P 95% CI Model 1 Constant -0,30-0,49 0,624 [-1,53, 0,92] Intentie voormeting 0,93 15,21 < 0,001 [0,81, 1,05] Attitude voormeting -0,22 1,85 0,068 [-0,45, 0,02] Attitude nameting 0,32 2,28 0,025 [0,04, 0,59] R 2 0,729 F 88,89 < 0,001 Model 2 Constant -0,40-0,65 0,520 [-1,65, 0,84] Intentie voormeting 0,91 14,58 < 0,000 [0,79, 1,04] Dummy winstframe 0,30 1,05 0,295 [-0,27, 0,87] Dummy vraagframe 0,24 0,81 0,422 [-0,35, 0,83] Attitude voormeting -0,19-1,60 0,113 [-0,43, 0,05] Attitude nameting 0,29 2,02 0,047 [0,00, 0,57] R 2 0,733 F 53,13 < 0,001 Noot. Model 1: Hoofdeffect van attitude op gedragsintentie. Model 2: Effect van het soort frame op de gedragsintentie met toevoeging van de attitude. CI = confidence interval. Het modererende effect van levensstijl en eetgedrag op de attitude Levensstijl: Het regressiemodel met de nameting van de attitude ten opzichte van stoppen met roken als afhankelijke variabele en de voormeting van de attitude, het soort frame, levensstijl en de interactievariabelen als onafhankelijke variabelen is significant, F(6, 92) = 13,34, p < 0,001, met een hoge verklaarde variantie van 46,5%. Het interactie-effect van het winstframe en levensstijl en het interactie-effect van het vraagframe en levensstijl hebben geen significant effect op de nameting van attitude ten opzichte van stoppen met roken. De interactie van het winstframe*levensstijl, 95% CI [-0,34, 0,03], verschilt niet significant van de interactie van het vraagframe*levensstijl, 95% CI [-0,33, 0,01], omdat de CI's met elkaar overlappen (zie Tabel 8). Hypothese 2a en 2b die stelden dat de positieve effecten van het winstframe en van het vraagframe op de attitude ten opzichte van stoppen met roken worden versterkt door levensstijl, worden verworpen.

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 18 Tabel 8. Effect van het frame op de attitude met levensstijl als moderator Variabele b* t p 95% CI Constant 0,49 0,626 [-0,11, 0,18] Attitude voormeting 0,63 7,79 < 0,001 [0,47, 0,79] Winstframe dummy 0,14 1,59 0,116 [-0,04, 0,31] Vraagframe dummy 0,21 2,30 0,024 [0,03, 0,38] Levensstijl -0,08-1,04 0,299 [-0,23, 0,07] Winstframe*levensstijl -0,16-1,67 0,098 [-0,34, 0,03] Vraagframe*levensstijl -0,17-1,87 0,065 [-0,33, 0,01] Noot. CI = confidence interval. Fast food: Het regressiemodel met de nameting van attitude ten opzichte van stoppen met roken als afhankelijke variabele en de voormeting van de attitude, het soort frame, het eten van fast food en de interactievariabelen als onafhankelijke variabelen is significant, F(6, 96) = 16,51, p < 0,001, met een hoge verklaarde variantie van 50,8%. Het interactie-effect van het winstframe en het eten van fast food heeft geen significant effect op de nameting van attitude ten opzichte van stoppen met roken. Het interactie-effect van het vraagframe en het eten van fast food, b* = -0,20, heeft een significant, negatief zwak effect op de nameting van attitude ten opzichte van stoppen met roken. Het eten van fast food heeft een modererend effect op het effect van het vraagframe op de attitude ten opzichte van stoppen met roken: bij het zien van een vraagframe leidt het eten van fast food tot een positievere attitude ten opzichte van stoppen met roken dan bij het zien van een verliesframe. Dit is het tegenovergestelde van wat werd verwacht in hypothese 2b, aangezien er werd verwacht dat mensen met een gezondere levensstijl een positievere attitude ten opzichte van stoppen met roken hebben. De interactie van het winstframe*fast food, 95% CI [-0,32, 0,07], verschilt niet significant van de interactie van het vraagframe*fast food, 95% CI [-0,36, 0,00], omdat de CI's met elkaar overlappen (zie Tabel 9). Het eten van fast food heeft niet het verwachte modererende effect op het effect van het frame op de attitude ten opzichte van stoppen met roken

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 19 Tabel 9. Effect van het frame op de attitude met het eten van fast food als moderator Variabele b* t p 95% CI Constant -0,13 0,896 [-0,15, 0,13] Attitude voormeting 0,66 9,18 < 0,001 [0,52, 0,80] Winstframe dummy 0,17 1,95 0,054 [-0,00, 0,34] Vraagframe dummy 0,20 2,29 0,024 [0,03, 0,37] Fast food 0,15 1,96 0,053 [-0,00, 0,29] Winstframe*fast food -0,12-1,30 0,196 [-0,32, 0,07] Vraagframe*fast food -0,20-2,01 0,047 [-0,36, -0,00] Noot. CI = confidence interval. Snoep: Het regressiemodel met de nameting van de attitude ten opzichte van stoppen met roken als afhankelijke variabele en de voormeting van de attitude, het soort frame, het eten van snoep en de interactievariabelen als onafhankelijke variabelen is significant, F(6, 96) = 14,82, p < 0,001, met een redelijke verklaarde variantie van 48,1%. Het interactie-effect van winstframe en het eten van snoep en het interactie-effect van het vraagframe en het eten van snoep hebben geen significant effect op de nameting van attitude ten opzichte van stoppen met roken. De interactie van het winstframe*snoep, 95% CI [-0,10, 0,26], verschilt niet significant van de interactie van het vraagframe*snoep, 95% CI [-0,14, 0,21], omdat de CI's met elkaar overlappen (zie Tabel 10). Het eten van snoep heeft geen modererend effect op het effect van het frame op de attitude ten opzichte van stoppen met roken. Tabel 10. Effect van het frame op de attitude met het eten van snoep als moderator Variabele b* t p 95% CI Constant 0,07 0,941 [-0,14, 0,15] Attitude voormeting 0,67 9,05 < 0,001 [0,52, 0,82] Winstframe dummy 0,14 1,54 0,128 [-0,04, 0,31] Vraagframe dummy 0,17 1,87 0,064 [-0,01, 0,34] Snoep -0,02-0,26 0,796 [-0,17, 0,13] Winstframe*snoep 0,08 0,93 0,355 [-0,10, 0,26] Vraagframe*snoep 0,03 0,37 0,710 [-0,14, 0,21] Noot. CI = confidence interval.

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 20 Het modererend effect van levensstijl en eetgedrag op de gedragsintentie: Levensstijl: Het regressiemodel met de nameting van de gedragsintente om te stoppen met roken als afhankelijke variabele en de voormeting van de gedragsintentie, het soort frame, levensstijl en de interactievariabelen als onafhankelijke variabelen is significant, F(6, 92) = 39,13, p < 0,001, met een hoge verklaarde variantie van 71,8%. Het interactie-effect van het winstframe en de levensstijl en het interactie-effect van het vraagframe en de levensstijl hebben geen significant effect op de nameting van gedragsintentie om te stoppen met roken. De interactie van het winstframe*levensstijl, 95% CI [-0,14, 0,14], verschilt niet significant van de interactie van het vraagframe*levensstijl, 95% CI [-0,14, 0,12], omdat de CI's met elkaar overlappen (zie Tabel 11). Hypothese 3a en hypothese 3b, die stelde dat de effecten van het winstframe en het effect van het vraagframe op de gedragsintentie om te stoppen met roken worden versterkt door levensstijl, worden verworpen. Tabel 11. Effect van het frame op de gedragsintentie met levensstijl als moderator Variabele b* t p 95% CI Constant 0,02 0,985 [-0,11, 0,11] Intentie voormeting 0,81 13,90 < 0,001 [0,70, 0,93] Winstframe dummy 0,10 1,55 0,126 [-0,03, 0,24] Vraagframe dummy 0,08 1,22 0,227 [-0,05, 0,22] Levensstijl 0,07 1,29 0,200 [-0,04, 0,19] Winstframe*levensstijl -0,00-0,05 0,963 [-0,14, 0,14] Vraagframe*levensstijl -0,01-0,20 0,844 [-0,14, 0,12] Noot. CI = confidence interval. Fast food: Het regressiemodel met de nameting van de gedragsintentie om te stoppen met roken als afhankelijke variabele en de voormeting van de gedragsintentie, het soort frame, het eten van fast food en de interactievariabelen als onafhankelijke variabelen is significant, F(6, 96) = 46,33, p < 0,001, met een hoge verklaarde variantie van 74,3%. Het interactie-effect van het winstframe en het eten van fast food en het interactie-effect van het vraagframe en het eten van fast food hebben geen significant effect op de nameting van gedragsintentie om te stoppen met roken. De interactie van het winstframe*fast food, 95% CI [-0,20, 0,08], verschilt niet significant van het vraagframe*fast food, 95% CI [-0,21, 0,05], omdat de CI's met elkaar overlappen (zie Tabel 12). Het eten van fast food heeft geen modererend effect op het effect van het frame op gedragsintentie om te stoppen met roken.

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 21 Tabel 12. Effect van het frame op de gedragsintentie met het eten van fast food als moderator Variabele b* t p 95% CI Constant -0,09 0,932 [-0,11, 0,10] Intentie voormeting 0,83 15,71 < 0,001 [0,73, 0,94] Winstframe dummy 0,11 1,72 0,088 [-0,02, 0,23] Vraagframe dummy 0,09 1,47 0,144 [-0,03, 0,22] Fast food 0,15 2,84 0,006 [0,05, 0,26] Winstframe*fast food -0,06-0,87 0,385 [-0,20, 0,08] Vraagframe*fast food -0,09-1,21 0,229 [-0,21, 0,05] Noot. CI = confidence interval. Snoep: Het regressiemodel met de nameting van de gedragsintentie om te stoppen met roken als afhankelijke variabele en de voormeting van de gedragsintentie, het soort frame, het eten van snoep en de interactievariabelen als onafhankelijke variabelen is significant, F(6, 96) = 43,24, p < 0,001, met een hoge verklaarde variantie van 73,0%. Het interactie-effect van het winstframe en het eten van snoep en het interactie-effect van het vraagframe en het eten van snoep hebben geen significant effect op de nameting van de gedragsintentie om te stoppen met roken. De interactie van het winstframe*snoep, 95% CI [-0,21, 0,05], verschilt niet significant van de interactie van het vraagframe*snoep, 95% CI [-0,22, 0,03], omdat de CI's met elkaar overlappen (zie Tabel 13). Het eten van snoep heeft geen modererend effect op het effect van het frame op gedragsintentie om te stoppen met roken. Tabel 13. Effect van het frame op de gedragsintentie met het eten van snoep als moderator Variabele b* t p 95% CI Constant -0,20 0,842 [-0,12, 0,10] Intentie voormeting 0,83 15,26 < 0,001 [0,72, 0,94] Winstframe dummy 0,11 1,66 0,101 [-0,02, 0,24] Vraagframe dummy 0,09 1,43 0,155 [-0,04, 0,22] Snoep 0,05 0,92 0,358 [-0,06, 0,16] Winstframe*snoep -0,08-1,29 0,202 [-0,21, 0,05] Vraagframe*snoep -0,09-1,46 0,147 [-0,22, 0,03] Noot. CI = confidence interval.

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 22 Conclusie Een tekst heeft ongeacht het soort frame een positief effect op de attitude ten opzichte van stoppen met roken. In tegenspraak tot hypothese 1a en hypothese 1c verschilt het effect van het vraagframe op de attitude ten opzichte van stoppen met roken niet significant van het winstframe en verschilt het effect van het winstframe op de attitude niet significant van het verliesframe. Dit is gelijk aan de meta-analyse van Gallagher en Updegraff (2012) waarin er ook geen significant verschil was gevonden tussen het effect van het winstframe en het verliesframe. Het vraagframe verschilt wel significant van het verliesframe, waardoor de hypothesen deels worden aangenomen. In tegenspraak tot hypothese 1b en hypothese 1d verschillen de effecten van het vraag-, winst en verliesframe op de gedragsintentie om te stoppen met roken niet significant. Ook dit is gelijk aan de resultaten van de meta-analyse van Gallagher en Updegraff (2012). Hypothese 4 wordt niet aangenomen omdat er geen hoofdeffect van het soort frame op de gedragsintentie is die gemedieerd kan worden door de attitude. Er is echter wel een indirect effect van de dummyvariabele vraagframe op de gedragsintentie via de attitude, waarin het vraagframe een sterker effect heeft dan het verliesframe. Levensstijl als moderator bleek minder effect te hebben dan verwacht. In tegenspraak tot hypothesen 2 en 3, heeft levensstijl geen moderatie-effect op het effect van het soort frame op de attitude ten opzichte van stoppen met roken en op de gedragsintentie om te stoppen met roken. Bij het kijken naar delen van het component van ongezond eten, bleek dat het eten van fast food wel een significant negatief modererend effect heeft op het effect van de dummyvariabele vraagframe op de attitude ten opzichte van stoppen met roken, maar niet in de verwachte richting. Hierdoor wordt hypothese 2b voor het eten van fast food verworpen. Het interactie-effect van het vraagframe en het eten van fast food leidt tot een negatievere attitude ten opzichte van stoppen met roken: bij het zien van een vraagframe leidt het eten van fast food tot een positievere attitude ten opzichte van stoppen met roken dan bij het zien van een verliesframe. Dit modererend effect werd niet gevonden bij het effect van het soort frame op de gedragsintentie om te stoppen met roken. Ook blijkt dat het eten van snoep geen modererend effect heeft op de attitude ten opzichte van stoppen met roken en op de gedragsintentie om te stoppen met roken. Hypothesen 2 en 3 worden ook verworpen voor de items van ongezond eten.

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 23 Discussie Het effect van het winsframe verschilt niet significant van het verliesframe bij de hoofd-, de mediatie- en de moderatieanalyses in deze studie. Het vraagframe daarentegen leidt wel tot een positievere attitude ten opzichte van stoppen met roken dan het verliesframe, maar ook hier zijn geen moderatie-effecten gevonden van levensstijl en geen mediatie-effect van attitude. Opmerkelijk uit de resultaten is dat ongeacht het soort frame, er een stijging was in de attitude ten opzichte van stoppen met roken bij de nameting in vergelijking met de voormeting. Op het eerste gezicht lijkt het dus dat het belangrijk is dat er een bepaalde tekst staat op een sigarettenverpakking, maar dat het niet uitmaakt welke tekst. Dit kan verklaard worden doordat de drie soorten frames nieuwe informatie hebben gegeven of omdat de rokende deelnemers voor het eerst aandachtig naar de tekst op de sigarettenverpakking hebben gekeken. Een andere verklaring kan zijn dat de deelnemers bezig waren met een onderzoek over stoppen met roken waardoor ze bewuster werden van het onderwerp en een positievere attitude ten opzichte van stoppen met roken hadden bij de nameting. Het is noodzakelijk om dit verder te onderzoeken door de winst-, verlies- en vraagframe te vergelijken met een controleconditie waarin geen tekst op een sigarettenverpakking wordt gegeven. De weinig significante resultaten kunnen verklaard worden door storende variabelen die van invloed kunnen zijn op de attitude ten opzichte van stoppen met roken en op de gedragsintentie om te stoppen met roken. Zo kan bijvoorbeeld de mate van roken van belang zijn, aangezien er in dit onderzoek deelnemers werden meegenomen als rokers ook als ze niet vast roken. Het verschil tussen vaste en niet-vaste rokers kan groot zijn door de afhankelijkheid van nicotine dat de voornaamste oorzaak is van niet stoppen met roken (Fagerstrom & Schneider, 1989). Een vaste roker gebruikt meer nicotine dan een niet-vaste roker. Door dit verschil is het makkelijker voor een niet-vaste roker om tot de beslissing te komen om te stoppen met roken dan voor een vaste roker. Het is belangrijk om in vervolgonderzoek het onderscheid te maken tussen vaste en niet-vaste rokers. Uit verschillende eerdere onderzoeken komen veel verschillende resultaten over het verschil tussen de effectiviteit van winst- en verliesframes. Volgens Latimer, Krishnan-Sarin, Cavallo, Duhig en Salovey O'Malley (2012) leidt juist het verliesframe tot een positievere attitude ten opzichte van stoppen met roken dan het winstframe. In dat onderzoek werd gebruik gemaakt van een frame in de vorm van een video in plaats van tekst. Het is interessant om ook het verschil tussen het frame in de vormen van tekst en video te

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 24 onderzoeken en hieraan ook het vraagframe toe te voegen dat, uit de resultaten van mijn onderzoek, ook wel degelijke invloed kan hebben. Het is belangrijk om dit te onderzoeken omdat er bijvoorbeeld in een video een andere frame effectiever kan zijn dan in een tekst op een sigarettenverpakking. Op die manier kunnen er aparte uitingen worden gecreëerd die beter passen bij de vorm van de uiting. Beperkingen Een beperking van dit onderzoek is dat de steekproef niet representatief is. De vragenlijst is gepubliceerd via Facebook, wat alleen de omgeving van de onderzoekers kan zien, en rokende mensen in de omgeving van de Universiteit van Amsterdam werden benaderd. Hieruit kan geconcludeerd worden dat meerendeels van de deelnemers studenten zijn, wat niet een representatief beeld toont van de Nederlandse bevolking aangezien het percentage rokende jongvolwassenen tussen de twintig en de dertig (33%) hoger is dan het Nederlandse gemiddelde van 25 procent (Volksgezondheidenzorg, g.d). Zoals eerder werd gezegd kan de mate van roken invloed hebben op de resultaten door het nicotinegebruik (Fagerstrom & Schneider, 1989), waardoor jongvolwassenen die meer roken anders scoren op de attitude en de gedragsintentie dan het Nederlandse gemiddelde. Het is belangrijk om een dergelijk onderzoek ook uit te voeren in grotere getallen en representatief voor de Nederlandse bevolking. Nog een beperking is de variabele levensstijl die twee problemen laat zien. Ten eerste komt de gebruikte schaal niet uit een bestaande schaal, maar uit drie samengevoegde bestaande betrouwbare schalen van eetgedrag, alcoholgebruik en sporten, echter zijn de drie variabelen nooit bij elkaar gevoegd tot de variabele levensstijl. Ook wordt in de dimensie van het eetgedrag ongezond eten niet meegenomen. Ten tweede is het probleem in deze schaal dat mensen niet consistent zijn in hun (on)gezonde levensstijl. Iemand kan veel alcohol drinken en tegelijkertijd ook veel sporten. Door het samenvoegen van de drie dimensies van levensstijl wordt bijvoorbeeld iemand die extreem veel alcohol drinkt en extreem veel sport naar het midden van levensstijlschaal getrokken. Om dit probleem te voorkomen is het belangrijk om voor elk gedrag een aparte analyse uit te voeren in vervolgonderzoek. Zo kan er worden gezien welke gedragingen wel of niet van invloed zijn op het effect van het soort frame op de attitude en op de gedragsintentie om te stoppen met roken. Een derde beperking is de duur van het onderzoek. Mijn onderzoek kijkt naar het effect van het soort frame op de korte termijn waardoor het onmogelijk is om het daadwerkelijk uitgevoerde gedrag van de deelnemers te onderzoeken. In de meta-analyse van

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 25 Gallagher en Updegraff (2012) werden er geen significante effecten gevonden van het soort frame op de attitude ten opzichte van stoppen met roken en op de gedragsintentie om te stoppen met roken, wat redelijk overeenkomt met de resultaten van mijn onderzoek. Maar in dezelfde meta-analyse werden wel significante effecten gevonden op het gedrag. Aangezien attitude en gedragsintentie voorspellers zijn van gedrag (Ajzen, 1991), is het mogelijk dat zoals het gedrag ook de attitude en de gedragsintentie niet sterk worden beïnvloedt op korte termijn, maar wel op de lange termijn. Dit kan de niet significante resultaten verklaren in dit onderzoek. Het is belangrijk om onderzoek te doen naar het lange termijn effect van winst-, verlies- en vraagframe waarin ook het gedrag van de deelnemers kan worden gemeten. Uiteindelijk zou het gedrag (stoppen met roken) ook de belangrijkste uitkomst zijn, omdat het niet alleen gezonder is voor de rokers (Nan et al., 2015), maar ook voor de passieve rokers (Van Gelder et al., 2008). Een vierde beperking van dit onderzoek is het onderwerp van de frames. In mijn onderzoek werd slechts één onderwerp gebruikt die werd gebaseerd op een bestaande verliesframe "Roken verhoogt het risico op long- en hartziekten" en werd aangepast op het winst- en het vraagframe. Dit beperkt de resultaten van mijn onderzoek omdat het mogelijk is dat het gezondheidsaspect van roken minder invloed had op de deelnemers dan andere onderwerpen mogelijk zullen hebben, zoals sociale druk (Sussman, 2002) of de hoge kosten van sigaretten. In vervolgonderzoek is het belangrijk om de frames niet te beperken tot één onderwerp, maar juist om meer aspecten te belichten om te zien welke onderwerpen belangrijker zijn voor de ontvangers en daardoor effectiever zijn om mensen te overtuigen om te stoppen met roken. Implicaties Het is belangrijk om mensen te stimuleren tot stoppen met roken, om gezondheidsproblemen van de rokers en van hun omgeving te beperken. Één centrale manier daarvoor is het gebruik van labels op sigarettenverpakkingen. Uit dit onderzoek komt duidelijk naar voren dat ongeacht het soort frame, de attitude na het zien van een frame positiever is dan ervoor. Ook is te zien dat het vraagframe tot een positievere attitude ten opzichte van stoppen met roken leidt dan het verliesframe. Een positievere attitude leidt tot een sterkere gedragsintentie wat uiteindelijk, volgens Ajzen (1991), hoort te leiden tot het uitvoeren van het gezonde gedrag. Om een effectieve boodschap te gebruiken op sigarettenverpakkingen dat zal stimuleren tot het stoppen met roken is een vraagframe een beter alternatief dan een verliesframe dat tot nu toe vooral werd gebruikt (Goodal & Appiah, 2008). Deze boodschap

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 26 zal ook gebruikt kunnen worden op reclames en forums voor het stoppen met roken ter extra stimulatie. Het is belangrijk om mensen te stimuleren te stoppen met roken door dergelijke frames via boodschappen te verspreiden, niet alleen op sigarettenverpakkingen, maar ook door middel van bijvoorbeeld landelijke campagnes. Zo kunnen we de wereld nét wat gezonder en beter maken.

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 27 Referenties Adab, P., McGhee, S. M., Hedley, A. J., & Lam, T. H. (2005). Smoking, respiratory disease and health service utilisation: the paradox. Social Science and Medicine, 60, 483-490. doi:10.1016/j.socscimed.2004.06.001. Ajzen, I. (1991). The theory of planned behavior. Organizational Behavior and Human Decision Processes, 50, 179-211. ASCoR (September, 2003). The Amsterdam School of Communication Research. Variabelen beschrijving (2003). Universiteit van Amsterdam, Amsterdam. Amsterdam, Nederland. Bansal-Travers, M., Hammond, D., Smith, P., & Cummings, K. M. (2011). The impact of cigarette pack design, descriptors, and warning labels on risk perception in the US. American Journal of preventive medicine, 40, 674-682. Baron, R. M., & Kenny, D. A. (1986). The moderator-mediator variable distinction in social psychological research: Conceptual, strategic and statistical considerations. Journal of Personality and Social Psychology, 51, 1173-1182. Bell, S., & Britton, A. (2015). Reliability of a retrospective decade-based life-course alcohol consumption questionnaire administered in later life. Addiction, 110, 1563-1573. doi:10.1111/add.13012. De Boer, C. & Brennecke, S. (2009). Priming en framing. In Media en publiek: Theorieën over media-impact (pp 202-210). Boom: Amsterdam. Bogers, R. P., Van Assema, P., Kester, A. D. M., Westerterp, K. R., & Dagnelie, P. C. (2004). Reproducibility, validity, and responsiveness to change of a short questionnaire for measuring fruit and vegetable intake. American Journal of Epidemiology, 159, 900-909. doi: 10.1093/aje/kwh123.

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 28 Bresnahan, M. J., Zhuang J., & Sun, S. (2013). Influence of smoking norms and gain/loss antismoking messages on young Chinese adults. Nicotine and Tobacco Research, 15, 1564-1571. doi:10.1093/ntr/ntt015. Castro, F. G., Newcomb, M. D., McCreary, C., & Baezconde-Garbanati, L. (1989). Cigarette smokers do more than just smoke cigarettes. Health Psychology, 8, 107-129. CBS (g.d.). Begrippen: Zware drinker. Geraadpleegd 2-11-2015 van http://www.cbs.nl/nl- NL/menu/methoden/begrippen/default.htm?ConceptID=2438 Cho, H., & Boster, F. (2008). Effects of gain versus loss frame antidrug ads on adolescents. Journal of Communication, 58, 428 446. doi:10.1111/j.1460-2466.2008.00393.x. Emmons, K. M., Marcus, B. H., Linnan, L., Rossi, J. S., & Abrams, D. S. (1994). Mechanisms in multiple risk factor interventions: Smoking, physical activity, and dietary fat intake among manufacturing workers. Preventive Medicine, 23, 481 489. Fagerstrom, K. O., & Schneider, N. G. (1989). Measuring nicotine dependence: a review of the Fagerstrom Tolerance Questionnaire. Journal of Behavioral Medicine, 12, 159-182. Fisher, K. J., Stanton, W. R., & Lowe, J. B. (1999). Healthy behaviors, lifestyle, and reasons for quitting smoking among out-of-school youth. Journal of Adolescent Health, 25, 290-297. Ford, E. S., Bergmann, M. M., Boeing, H., Li C., & Capewell, S. (2012). Healthy lifestyle behaviors and all-cause mortality among adults in the United States. Preventive Medicine, 55, 23-27. doi:10.1016/j.ypmed.2012.04.016. Gallagher, K. M., & Updegraff, J. A. (2012). Health message framing effects on attitudes, intentions, and behavior: A meta-analytic review. Annals of Behavior Medicine, 43, 101-116. doi: 10.1007/s12160-011-9308-7. Van Gelder, B. M., Blokstra A., & Feenstra T. L. (2008). Environmental tobacco smoke in the Netherlands. First estimates of exposure, review of main health effects and

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 29 overview of available interventions. Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM. Glock, S., Müller, B. C. N., & Ritter, S. M. (2012). Warning labels formulated as questions positively influence smoking-related risk perception. Journal of Health Psychology, 18, 252-262. doi: 10.1177/1359105312439734. Goodal C., & Appiah, O. (2008). Adolescents' perceptions of Canadian cigarette package warning labels: Investigating the effects of message framing. Health Communication, 23, 117-127. doi: 10.1080/10410230801967825. Grandpre, J., Alvaro, E. M., Burgoon, M., Miller, C. H., & Hall, J. R. (2003). Adolescent reactance and anti-smoking campaigns: A theoretical approach. Health Communication, 15, 349 366. doi: 10.1207/S15327027HC1503_6. IPAQ (Augustus 2002). International Physical Activity Questionnaire. Short last 7 days selfadministered format. IPAQ Research Committee (April, 2004). Guidelines for data processing and analysis of the international physical activity questionnaire (IPAQ) - short form. ITC Project (September, 2015). ITC Netherlands National Report. Findings from the Wave 1 to 8 Surveys (2008-2014). University of Waterloo, Waterloo. Ontario, Canada. Jellinek (g.d.). Welke teksten staan er op sigarettenpakjes? Geraadpleegd 01-11-2015 van https://www.jellinek.nl/vraag-antwoord/welke-teksten-staan-er-op-sigarettenpakjes/ Kardes, F. R., Kim, J., & Lim, J. S. (1994). Moderating effects of prior knowledge on the perceived diagnosticity of beliefs derived from implicit versus explicit product claims. Journal of Business Research, 29, 219 224. Latimer, A. E., Krishnan-Sarin, S., Cavallo, D. A., Duhig, A., Salovey P., & O'Malley, S. A. (2012). Targeted smoking cessation messages for adolescents. Journal of Adolescent Health, 50, 47-53. doi:10.1016/j.jadohealth.2011.04.013.

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 30 Lipkus, I. M., Ranby, K. W., Lewis M. A., & Toll, B. (2013). Reactions to framing of cessaion messages: Insights from dual-smoker couples. Nicotine and Tobacco Research, 15, 2022-2028. doi:10.1093/ntr/ntt091. Nan, X., Zhao, X., Yang B., & Iles, I. (2015). Effectiveness of cigarette warning labels: Examining the impact of graphics, message framing, and temporal framing. Health Communication, 30, 81-89. doi: 10.1080/10410236.2013.841531. Nguyet, N. M., Béland, F. & Otis, J. (1998). Is the intention to quit smoking influenced by other heart-healthy lifestyle habits in 30- to 60-year-old men? Addictive Behaviors, 23, 23-30. Peters, L. W. H., Wiefferink, C. H., Hoekstra, F., Buijs, G. J., ten Dam, G. T. M., & Paulussen, T. G. W. M. (2009). A review of similarities between domain specific determinants of four health behaviors among adolescents. Health Education Research, 24, 198-223. doi:10.1093/her/cyn013. Qi, V., Phillips, S. P., & Hopman, W. M. (2006). Determinants of a healthy lifestyle and use of preventive screening in Canada. BioMed Central Public Health, 6, 275-282. doi:10.1186/1471-2458-6-275. Rothman, A. J., & Salovey, P. (1997). Shaping perceptions to motivate healthy behavior: The role of message framing. Psychological Bulletin, 121, 3 19. Salovey, P., Schneider, T. R., & Apanovitch, A. M. (2002). Message framing in the prevention and early detection of illness. In J. P. Dillard & M. Pfau (Eds.), The persuasion handbook: Developments in theory and practice (pp. 391 406). Thousand Oaks, CA: Sage. Schneider, T. R., Salovey, P., Pallonen, U., Mundorf, N., Smith, N. F., & Steward, W. T. (2001). Visual and auditory message framing effects on tobacco smoking. Journal of Applied Social Psychology, 31, 667 682.

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 31 Steward, W. T., Schneider, T. R., Pizarro, J., & Salovey, P. (2003). Need for cognition moderates responses to framed smoking-cessation messages. Journal of Applied Social Psychology, 33, 2439 2464. Strasser, K., Larrain, A., & Lissi, M. R. (2013). Effects of storybook reading style on comprehension: The role of word elaboration and coherence questions. Early Education and Development, 24, 616-639. doi: 10.1080/10409289.2012.715570. Sussman, S. (2002). Effects of sixty six adolescent tobacco use cessation trials and seventeen prospective studies of self-initiated quitting. Tobacco Induced Diseases, 1, 35-81. Toll et al. (2007). Comparing gain- and loss-frames messages for smoking cessation with sustained-release bupropion: A randomized controlled trial. Psychology of Addictive Behaviors, 21, 534-544. Tversky, A., & Kahneman, D. (1981). The framing of decisions and the psychology of choice. Science, 211, 453 458. Voedingscentrum (g.d.). Wat is jouw eerste stap? Het nieuwe eten-test. Geraadpleegd 22-10- 2015 van http://www.voedingscentrum.nl/het-nieuwe-eten/het-nieuwe-eten-test.aspx Volksgezondheidenzorg (g.d.). Huidige situatie. geraadpleegd 20-09-2015 https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/roken/cijfers-context/huidigesituatie World Health Organization (2011). WHO report on the global tobacco epidemic, 2011: Warning about the dangers of tobacco. geraadpleegd 25-09-2015 van http/:/whqlibdoc.who.int/publications/2011/9789240687813_eng.pdf Yong, H. H. et al. (2014). Mediational pathways of the impact of cigarette warning labels on quit attempts. Health psychology, 33, 1410-1420.

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 32 Bijlage 1. Vragenlijst Dank voor uw interesse in de participatie aan dit onderzoek. Dit onderzoek maakt deel uit van de afstudeerscriptie Bachelor Communicatiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Het onderzoek gaat over uw (niet-)rookgedrag. Wij stellen u enkele vragen over uw (niet-)rookgedrag, levensstijl en meningen/attitudes. U krijgt een sigarettenpakje te zien met een waarschuwende tekst. Het invullen van de volledige vragenlijst zal ongeveer 10 minuten duren. Wij vragen u de volgende tekst aandachtig te lezen. Indien u het eens bent met het onderstaande, klikt u op akkoord en kunt u beginnen aan het onderzoek. - Ik verklaar hierbij op voor mij duidelijke wijze te zijn ingelicht over de aard en methode van het onderzoek. - Ik stem geheel vrijwillig in met deelname aan dit onderzoek. Ik besef dat ik op elk moment mag stoppen met het onderzoek. Ook kan ik achteraf (binnen 24 uur na deelname) mijn toestemming intrekken voor het gebruik van mijn antwoorden of gegevens voor dit onderzoek. - Als mijn onderzoeksresultaten worden gebruikt in wetenschappelijke publicaties, of op een andere manier openbaar worden gemaakt, dan zal dit volledig geanonimiseerd gebeuren. Mijn persoonsgegevens worden niet door derden ingezien zonder mijn uitdrukkelijke toestemming. Als ik meer informatie wil, nu of in de toekomst, dan kan ik me wenden tot Chamoetal Zeidler (chamoetal.zeidler@student.uva.nl, 06-39282348), Daniëlle Koeman (danielle.koeman@student.uva.nl), of Kim van der Vliet (kim_v-d-vliet@hotmail.com). Voor eventuele klachten over dit onderzoek kan ik me wenden tot het lid van de Commissie Ethiek namens ASCoR, per adres: ASCoR secretariaat, Commissie Ethiek, Universiteit van Amsterdam, Nieuwe Achtergracht 166, 1018 WV Amsterdam; 020 525 3680; ascor secrfmg@uva.nl. Ik begrijp de bovenstaande tekst en ga akkoord met deelname aan het onderzoek

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 33 1. Geslacht Wat is uw geslacht? Vrouw Man 2. Leeftijd Wat is uw leeftijd in jaren? [Als een deelnemer onder de achttien is wordt de deelnemer doorverwezen naar: "Dank voor uw deelname! Helaas valt u niet onder onze doelgroep van boven de achttien jaar oud" en wordt zijn of haar deelname beëindigt] 3. Opleidingsniveau Wat is uw opleidingsniveau? Als u momenteel bezig bent met een opleiding, kunt u uw huidige opleiding aangeven. Basisschool VMBO, Mavo, Lbo MBO Havo, Mulo VWO HBO WO (Universiteit) Anders 4. Wel of niet roken: Rookt u wel eens sigaretten? Ja Nee [Aan de hand van het antwoord op deze vraag worden de rokers en niet-rokers in twee paden ingedeeld. In de verdere vragenlijst wordt steeds aangegeven of rokers of niet-rokers de vraag krijgen. Als niets wordt vermeld, krijgen zowel rokers als niet-rokers dezelfde vraag.]

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 34 5. Mate van roken (rokers) Er worden nu enkele vragen gesteld naar de mate waarin u rookt. Kies de optie die voor u het beste van toepassing is. Ik rook Dagelijks Minstens één keer per week Minstens één keer per maand Minstens één keer per jaar Minder dan één keer per jaar [Als een deelnemer minder dan één keer per jaar rookt wordt deze doorverwezen naar " Dank voor uw deelname! Helaas valt u niet binnen onze definitie van rokers ofwel nietrokers." En naar het einde van de vragenlijst] 6. Gemiddeld aantal sigaretten (rokers) [Routing naar één van de volgende vragen, afhankelijk van of de deelnemer dagelijks, wekelijks, maandelijks of jaarlijks rookt]. Hoeveel sigaretten rookt u gemiddeld per dag? Hoeveel sigaretten rookt u gemiddeld per week? Hoeveel sigaretten rookt u gemiddeld per maand? Hoeveel sigaretten rookt u gemiddeld per jaar? [Codering: 0-15 en minder dan wekelijks lichte roker, 16-25 gemiddelde roker, 26 of hoger, zware roker] 7. Op een dag dat u rookt, hoe lang nadat u opstaat neemt u gemiddeld uw eerste sigaret? (rokers) Binnen 30 minuten na het opstaan Tussen de 30 minuten en een uur na het opstaan Tussen een uur en twee uur na het opstaan Langer dan twee uur na het opstaan Ik rook niet dagelijks [Codering: een punt wordt toegekend wanneer het antwoord binnen 30 minuten na het opstaan valt]

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 35 8. Gedragsintentie om te stoppen met roken (rokers) Geef aan in hoeverre u het eens bent met de volgende stellingen: Ik ben van plan om te stoppen met roken binnen het komende jaar. Ik neem mijzelf voor om te stoppen met roken binnen het komende jaar. Ik ga proberen te stoppen met roken binnen het komende jaar. [Zevenpuntsschaal: 1 = helemaal mee oneens, 4 = niet mee oneens, en niet mee eens, 7 = helemaal mee eens] 9. Gedragsintentie om niet te beginnen met roken (niet-rokers) Geef aan in hoeverre u het eens bent met de volgende stellingen: Ik ben niet van plan om te beginnen met roken binnen het komende jaar. Ik heb geen voornemen om te beginnen met roken binnen het komende jaar. Ik ga niet proberen om te beginnen met roken binnen het komende jaar [Zevenpuntsschaal: 1 = helemaal mee oneens, 4 = niet mee oneens, en niet mee eens, 7 = helemaal mee eens] 10. Attitude ten opzichte van stoppen met roken (rokers) Geef aan hoe u staat tegenover stoppen met roken. Als ik binnen het komende jaar stop met roken is dat. Negatief Positief Onverstandig Verstandig Slecht Goed Prettig Onprettig Schadelijk Onschadelijk Onplezierig Plezierig [Zevenpunts semantische differentiale schaal] 11. Attitude ten opzichte van niet beginnen met roken (niet-rokers) Geef aan hoe u staat tegenover niet beginnen met roken. Als ik binnen het komende jaar niet zal beginnen met roken is dat. Negatief Positief Onverstandig Verstandig Slecht Goed Prettig Onprettig

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 36 Schadelijk Onschadelijk Onplezierig Plezierig [Zevenpunts semantische differentiale schaal] 12. SOC Model (rokers) Welke uitspraak past het best bij u? Ik ben niet van plan om ooit te stoppen met roken, en ook niet om minder te gaan roken. Ik ben niet van plan om ooit te stoppen met roken, maar wel om minder te gaan roken. Ik ben van plan om ooit te stoppen met roken, maar niet binnen de komende 5 jaar. Ik ben van plan om binnen de komende vijf jaar te stoppen met roken. Ik ben van plan om binnen het komende jaar te stoppen met roken. Ik ben van plan om binnen de komende zes maanden te stoppen met roken. Ik ben van plan om binnen de komende maand te stoppen met roken. 13. SOC Model (niet-rokers) Welke uitspraak past het best bij u? Ik ben van plan om niet te beginnen met roken, en ik ben van plan om niet incidenteel te roken. (Incidenteel is bijvoorbeeld bij een speciale gelegenheid of op een feest). Ik ben van plan om niet te beginnen met roken, maar ik ben wel van plan om incidenteel te roken. Ik ben van plan om ooit te beginnen met roken, maar niet binnen de komende vijf jaar. Ik ben van plan om binnen de komende vijf jaar te beginnen met roken. Ik ben van plan om binnen het komende jaar te beginnen met roken. Ik ben van plan om binnen de komende zes maanden te beginnen met roken. Ik ben van plan om binnen de komende maand te beginnen met roken. 14. Kennis Gelooft/weet u of de volgende stellingen kloppen over de mogelijke gevolgen van roken? Geef bij elke stelling aan of deze volgens u klopt of niet. Roken veroorzaakt: [Respondent kiest tussen klopt niet, klopt wel en weet niet ] Hartfalen

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 37 Impotentie bij mannelijke rokers Gebroken botten Longkanker bij niet-rokers, veroorzaakt door meeroken Longkanker Blindheid Suikerziekte/diabetes Reumaklachten Mond- en keelkanker Beroertes ALS Astma bij kinderen, veroorzaakt door meeroken Hartfalen bij niet-rokers, veroorzaakt door meeroken 15. Kennis 2 Zijn de volgende stellingen juist of onjuist? [Respondent kiest tussen onjuist, juist en weet niet ] De nicotine in sigaretten is de stof die de voornaamste veroorzaker is van kanker De rook van sigaretten is gevaarlijk voor niet-rokers Levensstijl: 16. Gezond eten: Hoe vaak heeft u in de afgelopen maand gemiddeld de volgende producten gegeten: Gekookte groenten Rauwe groenten (salade bijvoorbeeld) Verse fruit- of groentesappen Fruit Fast food (zoals friet of niet-zelfgemaakte pizza) Kaas 48+ Snoep, chocolade en/of koekjes [Gemeten op een negenpuntsschaal: 1 = Minder dan 1 keer per maand, 2 = 1-3 dagen per maand, 3 = 1 dag per week, 4 = 2 dagen per week, 5 = 3 dagen per week, 6 = 4 dagen per week, 7 = 5 dagen per week, 8 = 6 dagen per week, 9 = 7 dagen per week]

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 38 17. Sporten: Denk aan alle zware trainingen die u de afgelopen zeven dagen heeft gedaan. Dit zijn activiteiten die leiden tot een versnelde ademhaling. Voorbeelden van zulke activiteiten zijn: zware gewichten tillen, aerobics en snel fietsen. Gedurende de afgelopen zeven dagen: op hoeveel dagen heeft u zware trainingen gedaan voor minstens tien minuten. Geef uw antwoord in aantal dagen. Denk aan de dag waarin u de meeste tijd heeft besteed aan zware trainingen in de afgelopen zeven dagen. Hoeveel tijd heeft u die dag aan zware training besteed? Geef uw antwoord in minuten. Denk aan alle matige trainingen die u de afgelopen zeven dagen heeft gedaan. Dit zijn activiteiten die leiden tot een iets versnelde ademhaling. Voorbeelden van zulke activiteiten zijn: lichte gewichten tillen, op normaal tempo fietsen, tennissen en hardlopen. Dit is exclusief wandelen. Gedurende de afgelopen zeven dagen: op hoeveel dagen heeft u matige trainingen gedaan voor minstens tien minuten? Geef uw antwoord in aantal dagen Denk aan de dag waarin u de meeste tijd heeft besteed aan matige trainingen in de afgelopen zeven dagen. Hoeveel tijd heeft u die dag aan matig sporten besteed? Geef uw antwoord in minuten. Denk aan de tijd die u de afgelopen zeven dagen heeft gelopen. Voorbeelden hiervan zijn: op het werk lopen, in huis, tussen plekken in en wandelen. Dit is exclusief hardlopen Gedurende de afgelopen zeven dagen, op hoeveel dagen heeft u gelopen voor minstens tien minuten? Geef uw antwoord in aantal dagen

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 39 Denk aan de dag waarin u de meeste tijd heeft besteed aan lopen in de afgelopen zeven dagen. Hoeveel tijd heeft u die dag aan lopen besteed? Geef uw antwoord in minuten. Gedurende de afgelopen week, hoeveel tijd heeft u gemiddeld op een doordeweekse dag gezeten? Geef uw antwoord in uren 18. Alcoholgebruik Hoe vaak heeft u in de afgelopen twaalf maanden een alcoholisch drankje gedronken? Nooit Minder dan maandelijks Maandelijks Wekelijks Dagelijks 19. Binge alcoholgebruik Hoe vaak heeft u in de afgelopen twaalf maanden vier of meer (voor vrouwen) of zes of meer (voor mannen) alcoholische drankjes gedronken op één dag? Nooit Tijdens speciale gelegenheden Maandelijks Wekelijks Dagelijks 20. Introductie stimulus [De deelnemer wordt random toegewezen naar één van de drie condities] U krijgt een voorbeeld te zien van een sigarettenverpakking. Bestudeer deze goed. Na twintig seconden kunt u vervolgens verder gaan naar de volgende vragen.

STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL 40 21. Negatieve affectieve reactie Geef aan in hoeverre u het eens bent met de volgende stellingen: Ik voel me aangevallen na het zien van het sigarettenpakje Ik voel me boos na het zien van het sigarettenpakje Ik voel me rottig na het zien van het sigarettenpakje Ik voel me slecht na het zien van het sigarettenpakje [Zevenpuntsschaal: 1 = helemaal mee oneens, 4 = niet mee oneens, en niet mee eens, 7 = helemaal mee eens] 22. Intentie tot interpersoonlijke communicatie Geef aan in hoeverre u het eens bent met de volgende stellingen: Ik ben van plan om over de tekst op het sigarettenpakje te praten met een familielid of goede vriend. Ik zal gaan praten over de tekst op het sigarettenpakje met een familielid of goede vriend. Ik denk dat ik over de tekst op het sigarettenpakje ga praten met een familielid of goede vriend. [Zevenpuntsschaal: 1 = helemaal mee oneens, 4 = niet mee oneens, en niet mee eens, 7 = helemaal mee eens] 23. Gedragsintentie om te stoppen met roken (rokers) Geef aan in hoeverre u het eens bent met de volgende stellingen: Ik ben van plan om te stoppen met roken binnen het komende jaar. Ik neem mijzelf voor om te stoppen met roken binnen het komende jaar. Ik ga proberen te stoppen met roken binnen het komende jaar.