Het effect van verschillende typen antirook. boodschappen op de stopintentie van rokers
|
|
- Maarten Claes
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Het effect van verschillende typen antirook boodschappen op de stopintentie van rokers Carlijn Prins Master Thesis Studentnummer: Graduate School of Communication Master programma Communicatie Wetenschappen: Persuasieve Communicatie Begeleider: Marieke Fransen Datum: 28 juni
2 Samenvatting De huidige studie onderzocht het effect van drie verschillende antirook boodschappen, angst antirook boodschap (AAB), humor antirook boodschap (HAB) en sociale normen antirook boodschap (SNAB) op de stopintentie van rokers. Daarnaast werd er onderzocht of vergeleken met een controle antirook boodschap (CAB) het type boodschap effect heeft op de weerstandsstrategie die door de ontvanger wordt ingezet om de boodschap te weerstaan en werd het modererende effect van eigen-effectiviteit op de relatie tussen type boodschap en weerstandsstrategieën onderzocht. Dit werd gedaan middels een experiment waar 114 rokende respondenten aan deelnamen. Zij ontvingen een van de vier antirook boodschappen en vulden een online vragenlijst in. De resultaten laten zien dat vergeleken met de CAB de AAB weerstaan werd middels de inzet van de weerstandsstrategieën attitude versterking, selectieve blootstelling, bevestigen van zelfvertrouwen en boodschap afbreuk. Vergeleken met de CAB werd de HAB niet middels specifieke weerstandsstrategieën weerstaan. Vergeleken met de CAB werd de SNAB weerstaand middels de weerstandsstrategieën tegen argumenteren, attitude versterking, selectieve blootstelling en boodschap afbreuk. Eigen-effectiviteit bleek geen modererend effect te hebben op de relatie tussen type boodschap en het toepassen van weerstandsstrategieën. Tevens hadden de verschillende typen boodschappen geen effect op de stopintentie van de respondenten waardoor er niet gesproken kan worden van een mediërend effect van de weerstandsstrategieën. 2
3 Inleiding Roken verhoogt de kans op de ontwikkeling van longkanker, keelkanker, slokdarmkanker en hart- en vaatziekten (Willems et al., 2012). De meeste rokers zijn zich bewust van de gezondheidsschade van roken (Dijkstra, 2005). Ondanks de bekendheid van de gevaren van roken, rookt in Nederland 27% van de bevolking ouder dan 15 jaar (STIVORO, 2010). Om dit schadelijke rookgedrag te verminderen, worden in Nederland antirook campagnes ontwikkeld (Willems et al., 2012). Antirook campagnes gebruiken verschillende typen boodschappen, zoals een angstboodschap, humor boodschap en boodschappen die refereren aan de sociale normen omtrent roken, die vanaf nu sociale normen boodschap wordt genoemd (Paek, Kim & Hove, 2010). In een angstboodschap wordt getracht rokers te laten stoppen door de bedreiging voor de gezondheid saillant te maken. In een humor boodschap worden rokers middels humor geprobeerd over te halen om te stoppen met roken. Een sociale normen boodschap probeert rokers te overtuigen door te wijzen op de negatieve perceptie ten aanzien van roken van de sociale omgeving. Al deze verschillende typen boodschappen confronteren rokers veelal met de nadelen van roken, zoals de gezondheidsrisico s en de afkeuring van de sociale omgeving (Paek, et al., 2010). Rokers vinden vaak dat de voordelen van roken zwaarder wegen dan de nadelen van roken. Deze houding ten opzichte van roken, ook wel de attitude genoemd, wordt vaak aangevallen in campagnes. Een aantal voordelen die genoemd worden door rokers zijn stressvermindering, gezelligheid en een snellere stofwisseling (STIVORO, 2010). Onderzoek laat zien dat individuen weerstand bieden tegen een persuasieve boodschap als de attitude die zij hebben daarin wordt aangevallen (Zuwerink-Jacks & Cameron, 2003). Weerstand wordt onder andere gedefinieerd als de mogelijkheid om een overtuigingspoging te weerstaan. Dit kan gebeuren als reactie op verandering en als de wens om vrijheidsbeperkingen tegen te gaan (Knowles & Linn, 2004). Rokers die worden blootgesteld aan antirook boodschappen bieden 3
4 vaak weerstand om hun attitude te verdedigen (Falomir & Invernizzi, 1999). Een grotere weerstand ten opzichte van een persuasieve boodschap vermindert de effectiviteit van de boodschap (Witte & Allen, 2010). Weerstand kan verschillende vormen aannemen en dit worden ook wel weerstandsstrategieën genoemd. Onderzoek naar verschillende weerstandsstrategieën bestaat al, maar er wordt in de bestaande literatuur zelden een verband gelegd tussen boodschap type en weerstandsstrategieën (Suftin, Szykman, & Moore, 2008; Zuwerink-Jacks & Cameron, 2003). Als dit al wordt gedaan, wordt dit met slechts een aantal weerstandsstrategieën gedaan (Witte & Allen, 2010; Moyer-Gusé, Mahood, & Brookes, 2011). De huidige studie heeft als doel het verband tussen drie typen boodschappen en tien weerstandsstrategieën in kaart te brengen. Er wordt onderzocht of het type boodschap effect heeft op de weerstandsstrategie die door de ontvanger wordt ingezet om de boodschap te weerstaan. Dat wil zeggen dat er onderzocht wordt of een angst antirook boodschap (AAB) wordt weerstaan middels het toepassen van een andere weerstandsstrategie, of combinatie van weerstandsstrategieën, dan een humor (HAB) of een sociale normen antirook boodschap (SNAB). Daarnaast wordt het effect van een AAB, HAB en SNAB op de stopintentie van rokers onderzocht. Ook wordt de modererende rol van eigen-effectiviteit met betrekking tot stoppen met roken op de mate van weerstand onderzocht. Eigen-effectiviteit met betrekking tot roken is het vertrouwen dat iemand heeft dat diegene daadwerkelijk in staat is om te stoppen met roken (Moan & Rise, 2005). Verwacht wordt dat eigen-effectiviteit de mate van weerstand beïnvloedt. De onderzoeksvraag wordt daarom als volgt geformuleerd: In hoeverre verschilt de stopintentie van rokers na het ontvangen van een angst, humor of sociale normen antirook boodschap, wat is hierbij de modererende rol van eigen-effectiviteit en wat is de mediërende rol van weerstandsstrategieën? 4
5 Als er meer bekend is over het type weerstand die ontvangers ervaren na het ontvangen van een antirook boodschap ondersteunt dit de ontwikkeling van een effectieve antirook campagne. Dit is omdat er persuasieve strategieën ingezet kunnen worden die weerstand verminderen (Knowles & Linn, 2004). Stel dat het bijvoorbeeld waarschijnlijk is dat rokers een AAB vooral vermijden, dan zou een antirook campagne die gebruik maakt van een AAB effectiever zijn als deze moeilijk te vermijden is. Dit kan bijvoorbeeld bereikt worden door de boodschap meer interactief te maken. Theoretisch kader Stopintentie Antirook campagnes hebben als doel gedrag van rokers te veranderen, namelijk ze laten stoppen met roken (Willems et al., 2012). Gedrag wordt beïnvloed door verschillende determinanten, waarvan intentie om gedrag uit te voeren een belangrijke voorspeller is (Ajzen, 1991). Conform met dit, blijkt de intentie om te stoppen met roken, stopintentie, een belangrijke voorspeller van stopgedrag te zijn (Moan & Rise, 2005). Daarom is stopintentie de afhankelijke variabele in deze studie. Weerstandsstrategieën Zoals gezegd, heeft een antirook boodschap als doel rokers over te halen om te stoppen met roken. Maar rokers vinden het ontvangen van deze boodschappen niet prettig, zo wijst onderzoek van Suftin et al. (2008) uit dat rokende adolescenten antirook boodschappen negatiever beoordelen dan niet-rokers. Rokers zullen daarom vaak weerstand bieden tegen antirook boodschappen (Falomir & Invernizzi, 1999; Hwang, 2010; Witte & Allen, 2010). Door weerstand te bieden tegen een persuasieve boodschap wordt de huidige attitude van de 5
6 ontvanger van de boodschap beschermd (Zuwerink-Jacks & Cameron, 2003). De ontvanger kan zich op verschillende manieren beschermen tegen een persuasieve boodschap, dat wil zeggen dat weerstand verschillende vormen kan aannemen. In deze studie wordt onderscheid gemaakt tussen tien verschillende vormen van weerstand, ook wel weerstandsstrategieën. Ze worden kort omschreven. Oproepen persuasieve kennis betreft het bieden van weerstand tegen de persuasieve boodschap door na te denken over de persuasieve strategie die de zender gebruikt. Kennis omtrent persuasieve technieken ontwikkelt over tijd middels ervaringen met persuasieve situaties. De kennis die de ontvanger heeft bestaat uit hoe de ontvanger denkt zelf anderen te overtuigen en hoe de ontvanger denkt dat anderen hem proberen te overtuigen (Friestad & Wright, 1994). Een roker kan bij het zien van een antirook boodschap de persuasieve strategie herkennen en vervolgens bedenken hoe de boodschap de ontvanger probeert te beïnvloeden. Tegen argumenteren betreft een weerstandsstrategie waarbij de argumenten van de boodschap direct worden weerlegd (Zuwerink-Jacks & Cameron, 2003). Ontvangers doen dit door aan tegenargumenten te denken, zodat de huidige attitude beschermd wordt. Dit is een krachtige strategie om de attitude te verdedigen (Zuwerink-Jacks & Devine, 2010; Wellins & McGinnies, 1977). Een roker kan bijvoorbeeld als tegenargument noemen dat schadelijke gevolgen pas ontstaan als er lange tijd frequent wordt gerookt en dat dit niet op hem van toepassing is omdat de roker maar af en toe rookt. Attitude versterking betreft het bieden van weerstand middels het geven van argumenten die de huidige attitude ondersteunen. Dit wordt gedaan door het genereren van gedachten die consistent zijn met de huidige attitude, zonder directe tegenargumentatie (Zuwerink-Jacks & Cameron, 2003). Een roker zou kunnen argumenteren dat genieten van het leven belangrijker is dan een gezond leven leiden (van t Riet & Ruiter, 2011). 6
7 Vermijding betreft weerstand bieden door geen aandacht aan de boodschap te besteden, bijvoorbeeld door aandacht te besteden aan iets anders of een andere activiteit te gaan doen. Dit is ook wel het negeren van de boodschap. Vermijding wordt traditioneel gezien als de meest voorkomende weerstandsstrategie en wordt vaak onbewust toegepast (Van t Riet & Ruiter, 2011). Een voorbeeld is dat een roker tijdens het ontvangen van een antirook boodschap hier niet naar kijkt of luistert. Selectieve blootstelling betreft het weerstaan van een boodschap door informatie en argumenten te negeren die tegen de huidige attitude in gaan en meer waarde te hechten aan informatie en argumenten die de huidige attitude ondersteunen (Zuwerink-Jacks & Cameron, 2003; Hwang, 2010). Als een antirook boodschap bestaat uit de erkenning dat stoppen met roken moeilijk is, maar dat het met hulp zeker werkt, kan de roker weerstand bieden door alleen aandacht te besteden aan de informatie dat stoppen met roken moeilijk is. Bron afbreuk betreft het beledigen van de bron, de zender, van de boodschap, door diens expertise, betrouwbaarheid of validiteit af te wijzen of in twijfel te trekken (Zuwerink-Jacks & Cameron, 2003). Bron afbreuk kan zich ook vertalen in het niet leuk vinden van de bron (Eisend, 2009). Een roker kan deze strategie toepassen door te bedenken dat de bron van de antirook boodschap geen betrouwbare autoriteit is op het gebied van roken. Sociale validatie betreft het weerstaan van de boodschap door aan belangrijke anderen te denken die de huidige attitude delen (Zuwerink-Jacks & Cameron, 2003). Een roker kan bijvoorbeeld bij het zien van een antirook boodschap denken aan vrienden die ook roken en zich daardoor gesterkt voelen in het blijven bij de eigen attitude. Boodschap afbreuk betreft weerstand bieden door het bekritiseren van de boodschap. Dit kan gedaan worden door te denken dat de boodschap overdreven, misleidend of manipulatief is (Thompson, Robbins, Payne, & Castillo, 2011). Een roker kan de gezondheidsgevaren waar een antirook boodschap voor waarschuwt bijvoorbeeld overdreven vinden. 7
8 Bevestigen van zelfvertrouwen betreft het benoemen van gedachten dat niets of niemand de eigen attitude kan veranderen (Zuwerink-Jacks & Cameron, 2003). Met deze strategie probeert de ontvanger de eigen attitude te versterken door het zelfvertrouwen te vergroten dat de ontvanger niet beïnvloed wordt. Een roker denkt tijdens het ontvangen van een antirook boodschap bijvoorbeeld dat hij er zeker van is roken niet op te zullen geven in de toekomst. Afleiding betreft weerstand bieden door aan andere dingen te denken dan de boodschap of door te concentreren op andere dingen om jezelf af te leiden van de boodschap (Knowles & Linn, 2004). Een roker zou na of tijdens ontvangst van een antirook boodschap bijvoorbeeld aan het weer kunnen denken om zich af te leiden. In de huidige studie wordt de relatie van deze tien weerstandsstrategieën en de stopintentie van rokers onderzocht. De nadruk ligt op het effect van verschillende typen boodschappen op de stopintentie en de mediërende rol van weerstandsstrategieën. Er wordt verwacht dat verschillende typen boodschappen, namelijk AAB, HAB en SNAB, op verschillende manieren tot weerstand leiden bij rokers. Dat wil zeggen dat er wordt verwacht dat een roker een AAB weerstaat door gebruik te maken van andere weerstandsstrategieën dan waarmee een HAB of een SNAB worden weerstaan. Met andere woorden, er wordt verwacht dat de weerstandsstrategieën het effect van de verschillende typen boodschappen op stopintentie mediëren. Dit verwachte mediatie effect wordt in drie hypotheses gesplitst, zodat er wordt voorspeld welke weerstandsstrategieën door rokers zullen worden ingezet na ontvangst van een AAB, HAB of SNAB. Daarnaast wordt het effect van eigen-effectiviteit op het gebruik van weerstandsstrategieën en het effect van boodschap type op de stopintentie voorspeld. In het vervolg van deze sectie volgt de onderbouwing van deze voorspellingen. Angstboodschap Een angstboodschap maakt gebruik van een persuasieve strategie die ontvangers angst 8
9 aanjaagt en op die manier de ontvanger probeert te overtuigen (Peters, Ruiter, & Kok, 2012). In het licht van roken wijst een angstboodschap vaak op de gevaren voor de gezondheid, soms middels bedreigende plaatjes zoals zwarte longen (van t Riet & Ruiter, 2011). Individuen reageren verdedigend op relevante negatieve informatie omtrent de gezondheid, omdat ze de angst die dit teweegbrengt onder controle willen houden (Witte & Allen, 2010). Dit kan gedaan worden door een angstboodschap te verwerken en dit kan middels twee processen, namelijk gevaar controle en angst controle (Witte & Allen, 2010). Welke van deze twee processen wordt ingezet is afhankelijk van de waargenomen bedreiging en de eigeneffectiviteit. Volgens de Extended Parallel Process Model (EPPM, Witte, 1992) wordt een angstboodschap op waargenomen bedreiging geëvalueerd. Als de bedreiging als irrelevant of niet ernstig wordt waargenomen, is er geen motivatie om de angstboodschap verder te verwerken. Als de bedreiging wel wordt beschouwd als relevant en ernstig, worden individuen bang en wordt de angstboodschap verwerkt om de angst te verminderen. EPPM suggereert dat een angstboodschap dan via gevaar controle of angst controle wordt verwerkt. In gevaar controle processen worden pogingen ondernomen om de bedreiging of het gevaar te controleren. In angst controle processen probeert de ontvanger de angst omtrent de bedreiging te controleren (Witte & Allen, 2010). Waargenomen effectiviteit bepaalt via welk proces de angstboodschap verwerkt wordt. Waargenomen effectiviteit bestaat uit twee dimensies, namelijk waargenomen eigen-effectiviteit en waargenomen response-effectiviteit. Eigeneffectiviteit is iemands overtuiging dat het de capaciteit heeft om het gewenste gedrag uit te voeren. Response-effectiviteit verwijst naar de overtuiging dat het gewenste gedrag de bedreiging wegneemt. Hoge waargenomen eigen-effectiviteit en response-effectiviteit leiden tot gevaar controle wat betekent dat individuen denken aan manieren om de bedreiging weg te halen (Witte & Allen, 2010). Een roker die een AAB via gevaar controle verwerkt, zal 9
10 bijvoorbeeld denken aan hulpmiddelen om te stoppen met roken. Lage waargenomen eigeneffectiviteit en response-effectiviteit leiden tot angst controle, wat betekent dat individuen angst verminderen door deze te ontkennen of te vermijden (Witte & Allen, 2010). Een roker die een AAB via angst controle verwerkt zal de AAB bijvoorbeeld vermijden. De bedreiging in persuasieve boodschappen die trachten rokers ertoe aan te zetten te stoppen met roken, kan als ernstig en relevant beschouwd worden, omdat de gevolgen van roken dodelijk kunnen zijn. Een groot deel van de rokers in Nederland, 65%, heeft tenminste één keer een serieuze stoppoging gedaan, maar is er niet in geslaagd dit vol te houden (STIVORO, 2010). Een niet succesvolle stoppoging verlaagt de eigen-effectiviteit om te stoppen met roken. Een lage eigen-effectiviteit en een hoge waargenomen bedreiging leiden volgens het EPPM tot angst controle verwerkingsprocessen van een angstboodschap. Daarom wordt verwacht dat rokers een angstboodschap voornamelijk via het proces angst controle verwerken. Angst controle leidt tot het vermijden of het ontkennen van de angstboodschap (Witte & Allen, 2010). Ook van t Riet en Ruiter (2011) beredeneren dat een AAB leidt tot vermijding van de AAB en ontkenning van de negatieve gevolgen. Ontkenning wordt gedefinieerd als het actief zoeken naar fouten of gebreken in de bedreigende informatie. Dit kan gedaan worden door de boodschap te bekritiseren, oftewel de weerstandsstrategie boodschap afbreuk toe te passen, of door de bron van de boodschap te beledigen, in dat geval wordt de weerstandsstrategie bron afbreuk toegepast. Thompson et al. (2011) bevestigen dat een bedreigende boodschap aanzette tot boodschap afbreuk. Daarnaast kan de ontvanger tegenargumenten bedenken om de boodschap te ontkennen. Tevens beargumenteren van t Riet en Ruiter (2011) dat rokers weerstand bieden door cognitieve herwaardering strategieën, wat inhoudt dat additionele gedachten worden aangenomen omtrent een emotionele situatie, waardoor de impact van de emoties verandert. Omdat angst een negatieve emotie is, wordt 10
11 verwacht dat rokers na ontvangst van een AAB cognitieve herwaardering strategieën toepassen (Witte & Allen, 2010). Gross (1998) bevestigt dit, cognitieve herwaardering werd in deze studie namelijk geassocieerd met minder ervaren negatieve emotie. Een roker kan een cognitieve herwaardering strategie bijvoorbeeld toepassen door te beargumenteren dat van het leven genieten belangrijker is dan gezondheid (van t Riet & Ruiter, 2011). Het negatieve affect van de gezondheidsnadelen van roken worden op deze manier verzacht. Deze strategie komt overeen met de weerstandsstrategie attitude versterking. Er wordt daarom verwacht dat vergeleken met een controle antirook boodschap (CAB), dat is een antirook boodschap die geen gebruik maakt van een persuasieve strategie, een AAB meer weerstand oproept middels tegen argumenteren, attitude versterking, vermijding, bron afbreuk en boodschap afbreuk. De volgende hypothese wordt daarom geformuleerd: H1: Een angst antirook boodschap zal meer aanzetten tot de weerstandsstrategieën tegen argumenteren, attitude versterking, vermijding, bron afbreuk en boodschap afbreuk vergeleken met een controle antirook boodschap. Humor boodschap Een humor boodschap maakt gebruik van een persuasieve strategie die gevoelens van amusement oproept. Voss (2009) onderzocht onder andere het effect van een humor in een advertentie voor een Internet browser op het gebruik van voor- en tegenargumenten en advertentie attitude. De humor boodschap leidde tot meer voorargumenten en minder tegenargumenten. Moyer-Gusé et al. (2011) bevestigen dat een humor boodschap de weerstandsstrategie tegen argumenteren vermindert. Zij onderzochten het effect van een humor boodschap op deze weerstandsstrategie en vonden dat gerelateerde humor het noemen van tegen argumenten verminderde. De verminderde toepassing van de weerstandsstrategie 11
12 tegen argumenteren welke geassocieerd wordt met humor boodschappen, kan verklaard worden doordat humor zorgt voor afleiding waardoor er minder centrale verwerking van de boodschap plaatsvindt. Hierdoor worden er geen tegenargumenten geproduceerd waardoor de ontvanger meer ontvankelijk is voor de boodschap (Eisend, 2011). Uit de meta-analyse van Eisend (2009) blijkt dat een humor boodschap leidt tot een meer positieve attitude tegenover de boodschap. Dit kan worden vertaald in het minder toepassen van de weerstandsstrategie boodschap afbreuk. Dit is omdat boodschap afbreuk weerstand biedt middels het bekritiseren van de boodschap, waardoor een meer negatieve attitude tegenover de boodschap ontstaat (Thompson, et al., 2011). Daarom wordt er verwacht dat een HAB minder aanzet tot boodschap afbreuk dan een CAB. Onderzoek van Sutherland (1982) wijst uit dat een humor boodschap vergeleken met een serieuze boodschap als minder betrouwbaar wordt beoordeeld. Ook dachten de deelnemers dat de serieuze boodschap van een meer autoritaire afzender kwam. Ook Madden en Weinberger (1984) vinden dat een humor boodschap gepaard gaat met een minder betrouwbare perceptie van de bron. Deze resultaten worden bevestigd door de meta-analyse van Eisend (2009). Deze resultaten kunnen worden vertaald in de weerstandsstrategie bron afbreuk, omdat deze strategie het beledigen van de bron betreft middels het betwijfelen van de expertise, betrouwbaarheid of validiteit van de bron (Zuwerink-Jacks & Cameron, 2003). Er wordt daarom verwacht dat een HAB meer aanzet tot bron afbreuk dan een CAB. De volgende hypothese voor de effecten van HAB en het toepassen van weerstandsstrategieën wordt geformuleerd: H2: Een humor antirook boodschap zal meer aanzetten tot de weerstandsstrategie bron afbreuk en minder tot de weerstandsstrategieën tegen argumenteren en boodschap afbreuk vergeleken met een controle antirook boodschap. 12
13 Sociale normen Uit onderzoeken betreffende intenties om te roken blijkt dat sociale normen een belangrijke voorspeller zijn van rookintenties (de Vries, Backbier, Kok, & Dijkstra, 2006). Veel antirook campagnes spelen om deze reden ook in op de sociale normen omtrent rookgedrag (Friend & Levy, 2002). Een SNAB probeert rokers tot stoppen aan te zetten middels het overbrengen van de negatieve percepties van anderen ten opzichte van roken, bijvoorbeeld door te benoemen dat roken een vieze gewoonte is. Roken kan worden beschouwd als routine gedrag dat deel uitmaakt van iemands identiteit. Dit plaatst rokers in een sociale categorie, namelijk rokers, waarbij zij sterk het gevoel hebben dat ze bij de groep horen (Falomir & Invernizzi, 1999). Echabe, Guede en Castro (1994) stellen vast dat rokers zich sterk identificeren met hun categorie. Het lidmaatschap van een categorie en de waarde die daar aan gegeven wordt is gedefinieerd als sociale identiteit. Volgens de Social Identity Theory (SIT, Tajfel & Turner, 1986) willen individuen hun sociale identiteit behouden. SIT voorspelt daarom dat individuen met een rokersidentiteit minder geneigd zijn hun gedrag op te geven en dat een rokersidentiteit daarom tot minder stopintenties leidt (Falomir & Invernizzi, 1999). Daarnaast zijn individuen gemotiveerd om een positieve sociale identiteit te ontwikkelen om zo hun zelfvertrouwen te vergroten (Trepte, 2006). Individuen evalueren daarom hun eigen groep positiever dan een groep waar ze niet bij horen en verklaren hun gedrag op een meer flatteuze manier dan het gedrag van de tegengestelde groep (Falomir & Invernizzi, 1999). Stuber, Galea en Link (2009) en Thompson, Barnett en Pearce (2009) laten zien dat rokers worden gestigmatiseerd, wat betekent dat rokers negatief worden beoordeeld door de rest van de samenleving. Rokers kunnen daarom worden gezien als een lage status groep en niet-rokers als een hoge status groep. Lidmaatschap van een hoge status groep geeft een positieve sociale identiteit en daarom een hoog zelfvertrouwen, terwijl lidmaatschap van een 13
14 lage status groep zorgt voor een negatieve sociale identiteit en dus een laag zelfvertrouwen. Leden van een lage status groep, rokers, zijn gemotiveerd om een positieve identiteit te herstellen en daarmee hun eigen identiteit te verdedigen (Falomir & Invernizzi, 1999). De verdediging kan worden geactiveerd als de sociale identiteit van de roker saillant gemaakt wordt, bijvoorbeeld door het gebruik van sociale normen in een antirook reclame. De verdediging kan bestaan uit cognitieve herstructurering, dat wil zeggen dat een roker de voordelen van roken extra waarde toekent. Dit komt overeen met de weerstandsstrategie attitude versterken. Dus als een roker een antirook campagne ziet waarin gebruik gemaakt wordt van sociale normen, wordt verwacht dat de roker zijn attitude versterkt (Falomir & Invernizzi, 1999). Rokers kunnen hun identiteit ook verdedigen middels het vergroten van de waargenomen norm dat rookgedrag goedgekeurd wordt. De rokersidentiteit vergroot de perceptie van sociale validatie voor roken en sociale validatie vergroot weerstand tot veranderen, waardoor de stopintentie verkleint. Dat rokers een vertekende perceptie hebben van sociale nomen omtrent rookgedrag en rookfrequentie blijkt uit een studie van McCool, Cameron en Petrie (2001). Zij vonden dat adolescenten een onwerkelijk hoge perceptie van rookgedrag en rookfrequentie van peers en volwassenen hadden. Ook blijkt dat de kans op een succesvolle stoppoging groter is als er meer niet-rokers in de sociale omgeving zijn (Honjo, Tsutusmi, Kawachi, & Kawakami, 2006). Daarnaast is rookgedrag en rookfrequentie vaak gerelateerd aan het rookgedrag en de rookfrequentie van ouders en vrienden (Kestilä et al., 2006). Als een antirook campagne via sociale normen rokers probeert aan te zetten om te stoppen met roken, kunnen rokers deze campagne weerleggen door te denken aan het frequente rookgedrag of de normen ten opzichte van roken van mensen in hun eigen omgeving. Er wordt daarom verwacht dat na het ontvangen van een SNAB, rokers een beroep doen op de 14
15 weerstandsstrategie sociale validatie om hun huidige attitude te beschermen. De volgende hypothese wordt geformuleerd: H3: Een sociale normen antirook boodschap zal meer aanzetten tot de weerstandsstrategieën attitude versterking en sociale validatie vergeleken met een controle antirook boodschap. Eigen-effectiviteit Rokers vinden het ontvangen van boodschappen die aanzetten tot stoppen met roken niet prettig (Suftin et al., 2008). Dit wordt versterkt als rokers ervan overtuigd zijn dat ze niet of met veel moeite kunnen stoppen met roken, dat wil zeggen als hun eigen-effectiviteit ten opzichte van stoppen met roken laag is. De studie van Werrij, Ruiter, van t Riet en de Vries (2010) biedt enige ondersteuning hiervoor. Zij onderzochten onder andere het effect van eigen-effectiviteit op de verwerking van gezondheidsboodschappen betreffende het consumeren van ecologisch vlees. Respondenten met een lage eigen-effectiviteit lieten meer defensieve verwerking zien, dat wil zeggen dat ze meer weerstand boden. Hoewel het in de huidige studie een ander gedrag betreft, wordt dezelfde relatie tussen weerstand en eigeneffectiviteit verwacht, namelijk dat rokers met een lage eigen-effectiviteit ten opzichte van stoppen met roken meer weerstand zullen bieden dan rokers met een hoge eigen-effectiviteit. Daarom wordt verwacht dat na ontvangst van een AAB, HAB en SNAB, eigen-effectiviteit de inzet van weerstandsstrategieën verzwakt. Bovendien bepaalt eigen-effectiviteit hoe een angstboodschap wordt verwerkt. Een hoge eigen-effectiviteit verzwakt angst controle verwerking, zodat er minder weerstand is (Witte & Allen, 2010). Dit versterkt de verwachting dat eigen-effectiviteit het gebruik van weerstandsstrategieën na ontvangst van een AAB verzwakt. De resultaten van Wong en 15
16 Cappella (2009) bevestigen dit, na ontvangst van een angstboodschap versterkt effectiviteit de stopintentie. De volgende hypothese wordt geformuleerd: H4: Eigen-effectiviteit verzwakt de inzet van weerstandsstrategieën na ontvangst van een angst, humor en sociale normen antirook boodschap. Vergelijking effectiviteit verschillende boodschap strategieën Welk type boodschap het meest effectief is in het vergroten van de stopintentie wordt deels bepaald door de mate van weerstand die ontvangers bieden. De mate van weerstand die personen hebben na het zien van een AAB wordt beïnvloedt door eigen-effectiviteit. Over het algemeen zijn antirook campagnes die gebruik maken van een angstboodschap effectief als het ontvangende publiek een hoge eigen-effectiviteit met betrekking tot stoppen met roken heeft. De effecten voor individuen die geen hoge eigen-effectiviteit hebben zijn minder positief (Thompson et al., 2009). Er kan verwacht worden dat rokers een verlaagde eigeneffectiviteit hebben, omdat stoppen met roken moeilijk is en veel individuen dit zelf al eens hebben ondervonden middels een mislukte stoppoging (STIVORO, 2010). Er kan daarom worden verwacht dat een AAB niet effectief zal zijn als boodschap strategie om de stopintentie te vergroten. Moyer-Gusé et al. (2011) onderzochten het effect van een humor boodschap op het geven van tegenargumenten en waargenomen ernst in de context van onbeschermd seksueel gedrag. Gerelateerde humor verminderde het geven van tegenargumenten, wat een positief effect heeft op de gedragsintentie, en verminderde de waargenomen ernst, wat een negatief effect heeft op de gedragsintentie. Uiteindelijk woog het effect van de verminderde waargenomen ernst zwaarder, zodat de intentie om beschermde seks te hebben lager was vergeleken met de controle groep. Maar omdat het in de huidige studie een ander gedrag betreft, kan er geen 16
17 voorspelling gemaakt worden over het gewicht van de tegenstrijdige effecten. Daarom wordt er geen voorspelling gemaakt over de richting van het effect van een HAB op stopintentie. Sociale normen zijn een belangrijke voorspeller voor rookgedrag en stopgedrag (Honjo et al., 2006). Omdat rokers vaak een vertekende perceptie van rookfrequentie van anderen hebben, zal een SNAB weerstand oproepen. Daarnaast zal de rokersidentiteit en de bescherming daarvan weerstand oproepen. Daarom wordt verwacht dat een SNAB niet effectief zal zijn om de stopintentie te vergroten. Hoewel verwacht wordt dat alle type boodschappen weerstand zullen oproepen, kan er niet worden geschat welk type de meeste weerstand zal oproepen en daarmee het minst effectief zal zijn. Dit is omdat de literatuur op dit gebied zeer schaars is. De volgende onderzoeksvraag wordt daarom geformuleerd. OV 1: Welk type boodschap, angst antirook boodschap, humor antirook boodschap of sociale normen antirook boodschap, leidt tot de grootste stopintentie? De hypotheses en onderzoeksvraag zijn samengevat in Figuur 1. Figuur 1: Conceptueel model 17
18 Methode Respondenten en design Respondenten. Alle respondenten waren rokers. In totaal werkten 114 respondenten mee aan het onderzoek. Hiervan waren 67 (58,8%) man en 47 (41,2%) vrouw. De minimum leeftijd van de respondenten was 18 jaar en de maximale leeftijd was 69 jaar. De gemiddelde leeftijd was 29,61 jaar (SD = 11,02). Design. Dit experimentele onderzoek bestond uit een vier factor between-subjects design. De vier condities verschilden van elkaar middels het type boodschap dat respondenten ontvingen. In de angst conditie (N = 29) werd een AAB ontvangen, in de humor conditie (N = 28) een HAB, in de sociale normen conditie (N = 30) een SNAB en in de controle conditie (N = 27) een CAB. De respondenten werden willekeurig over de vier condities verdeeld. Procedure Het experiment werd middels een online vragenlijst uitgevoerd. Alle respondenten werden via Facebook, Twitter, of fora benaderd om mee te doen aan een onderzoek naar rook- en stopgedrag. In het bericht dat de respondenten via deze media werd gestuurd bevond zich de link naar de online vragenlijst. Op de eerste pagina van de online vragenlijst is kort de inhoud van het onderzoek uiteengezet en is informatie omtrent de rechten van de respondent verstrekt. Voordat respondenten aan het onderzoek konden beginnen gingen zij actief akkoord met deze rechten. Vervolgens werd getest of de respondent een roker was, als dit het geval was werd de respondent doorgestuurd naar het vervolg van de online vragenlijst. Niet-rokers werden naar het eind van de vragenlijst gestuurd en bedankt voor de deelname. De rokende respondent beantwoordde vervolgens vragen om de eigen-effectiviteit van stoppen met roken te meten. Dit werd gedaan voordat het stimulus materiaal werd getoond, zodat eigen- 18
19 effectiviteit niet door de antirook boodschap werd beïnvloed. Daarna kreeg de respondent een van de vier antirook boodschappen gedurende tien seconden te zien. Na blootstelling aan de stimulus beantwoorden respondenten het vervolg van de vragenlijst, waarin de toegepaste weerstandsstrategieën, manipulatiecheck, stopintentie, leeftijd, geslacht en opleidingsniveau werden gemeten. Deelname aan het onderzoek duurde ongeveer tien minuten. Stimulus materiaal Voor dit experiment werden vier verschillende antirook boodschappen ontwikkeld, namelijk een AAB, HAB, SNAB en CAB, waardoor de boodschappen onbekend waren bij de respondenten. Deze vier boodschappen werden in het Nederlands en in het Engels ontwikkeld maar verschilden niet inhoudelijk van elkaar. Alle boodschappen bestonden uit een afbeelding en daaronder de tekst Stop nu met roken! en de afzender STIVORO. De boodschap typen hadden ieder een andere afbeelding. De AAB was een foto van een jongen met een sigaret in zijn hand waarvan de rook een pistool vormt en op het hoofd van de jongen is gericht. De HAB betrof een getekende sigaret met daarnaast de tekst Red een sigaret! Elke dag sterven er duizenden sigaretten door brandwonden die voorkomen hadden kunnen worden. Red vandaag nog een sigaret!. De SNAB geeft vier verschillende onbekende mensen weer, twee mannen en twee vrouwen met daarbij de teksten: Ik wil gewoon niet in de buurt van rokers zijn, Absoluut niet! Ik zal nooit uit gaan met een roker, Persoonlijk denk ik dat roken een beetje gedateerd is, bijna niemand doet het nog en Roken zal uiteindelijk geen normaal onderdeel van de samenleving zijn. De CAB was enkel een plaatje met een uitgedrukte sigaret. Zie Appendix 1a voor de Nederlandse en Appendix 1b voor de Engelse antirook boodschappen. Meetinstrumenten Manipulatiecheck. Om te onderzoeken of de manipulatie geslaagd was werd er een 19
20 manipulatiecheck in de vragenlijst gebouwd. Deze bestond uit drie items om angst te meten (e.g. Ik vind de boodschap angstaanjagend ) afkomstig van (Lee & Kim, 2012) en vormde een redelijk betrouwbare schaal (α =.76; M = 2.26; SD =.96). Humor werd ook gemeten middels drie items (e.g. Ik vind de boodschap humoristisch ) gebaseerd op Lee en Lim (2008). Ook deze schaal was betrouwbaar (α =.91; M = 2.38; SD = 1.15). Sociale normen werd gemeten middels een item, namelijk De boodschap laat zien dat mensen roken afkeuren (Lapinski, Maloney, Braz & Shulman, 2013). De schalen waren allemaal 5-punts Likert schalen (1 = helemaal mee oneens, 5 = helemaal mee eens). De schaalvariabelen voor angst en humor werden bepaald door de gemiddelde scores op de bijbehorende items. Roken. Rokers werden geselecteerd op basis van de methode van het Behavior Risk Factor Surveillance System en de National Health Interview Survey geselecteerd (Winickoff et al., 2009). De respondenten werd gevraagd, Heb je in je leven tenminste 100 sigaretten gerookt? Respondenten die hierop bevestigend reageerden werd daarna gevraagd, Rook je tegenwoordig elke dag, op sommige dagen of nooit sigaretten? Deelnemers die aangaven elke dag of op sommige dagen sigaretten te roken werden als rokers gecategoriseerd en namen deel aan het onderzoek. Eigen-effectiviteit. Eigen-effectiviteit werd gemeten voor het tonen van de antirook boodschap. Dit werd gedaan middels tien items afkomstig van Lee, Cappella, Lerman en Strasser (2012). Respondenten werd gevraagd hoe zeker ze zijn dat ze zich kunnen onthouden van roken in verschillende moeilijke situaties, zoals een feest of met vrienden. Antwoorden werden op een 4-punts Likert schaal gegeven (1= helemaal niet zeker, 4 = helemaal zeker). Een hoge score wijst op een hoge eigen-effectiviteit. De items vormden een betrouwbare schaal (α =.91; M = 2.48; SD =.73 ) en daarom is met de items een schaalvariabele voor 20
21 eigen-effectiviteit berekend door de scores bij elkaar op te tellen en te delen door tien. Daarnaast is middels een mediaan split een groep met hoge eigen-effectiviteit (N = 54) en een groep met lage eigen-effectiviteit (N = 60) gecreëerd. Weerstandsstrategieën. Aan de hand van 32 items afkomstig van Fransen, ter Hoeven en Verlegh (in preparatie) werd getest welke weerstandsstrategieën de respondenten toepasten na ontvangst van de antirook boodschap. Er werd getest voor tien weerstandsstrategieën. Oproepen persuasieve kennis werd met vier items gemeten (e.g. Ik denk aan de manier waarop de antirook boodschap me probeert te overtuigen ) en was redelijk betrouwbaar (α =. 68; M = 3.82; SD = 1.39). Tegen argumenteren werd met vier items gemeten (e.g. Ik denk aan argumenten die de antirook boodschap tegenspreken ) en was redelijk betrouwbaar (α =.68; M = 3.50; SD = 1.34). Attitude versterking werd gemeten met twee items (e.g. Ik denk aan feiten en argumenten die mijn eigen mening over stoppen met roken ondersteunen ) en was betrouwbaar (α =.81; M = 3.63; SD = 1.58). Vermijding werd gemeten met drie items (e.g. Ik negeer de antirook boodschap ) en was redelijk betrouwbaar (α =.68; M = 3.48; SD = 1.46). Selectieve blootstelling werd met drie items gemeten (e.g. Ik besteed meer aandacht aan informatie die mijn eigen mening over stoppen met roken bevestigd ) en was redelijk betrouwbaar (α =.65; M = 3.56; SD = 1.36). Bron afbreuk werd met twee items gemeten (e.g. Ik heb negatieve gedachten over de organisatie die stoppen met roken promoot ) en was redelijk betrouwbaar (α =.76; M = 3.14; SD = 1.76). Sociale validatie werd met drie items gemeten (e.g. Ik denk aan het feit dat veel mensen 21
22 mijn mening over stoppen met roken delen ) en was redelijk betrouwbaar (α =.66; M = 3.00; SD = 1.29). Boodschap afbreuk werd met drie items gemeten (e.g. Ik denk na over hoe overdreven de antirook boodschap is ) en was betrouwbaar (α =.81; M = 3.63; SD = 1.60). Bevestiging van zelfvertrouwen werd met vijf items gemeten (e.g. Ik sta sterk en weiger mijn mening te veranderen ) en was betrouwbaar (α =.85; M = 3.77; SD = 1.37). Afleiding werd met drie items gemeten (e.g. Ik denk aan dingen die niet gerelateerd zijn aan de antirook boodschap ) en was net niet betrouwbaar (α =.59; M = 3.30; SD = 1.30). De schaalvariabelen voor de tien weerstandsstrategieën werd bepaald door de gemiddelde scores van de bijbehorende items. De respondenten antwoordden op een 7-punts Likert schaal (1 = heel onwaarschijnlijk, 7 = heel waarschijnlijk). Stopintentie. De stopintentie werd gemeten aan de hand van de methode afkomstig van Falomir en Invernizzi (1999). Respondenten werd gevraagd op een een 7-punts Likert schaal (1 = helemaal mee oneens, 7 = helemaal mee eens) aan te geven in hoeverre ze het eens waren met drie items (e.g. Ik ben van plan binnenkort te stoppen met roken ). De schaal bleek redelijk betrouwbaar te zijn (α =.79; M = 4.38; SD = 1.67). Daarom is met deze items een schaalvariabele berekend door scores op de items bij elkaar op te tellen en te delen door drie. Controlevariabelen. Als controlevariabelen werden demografische factoren zoals leeftijd, geslacht en opleidingsniveau meegenomen. 22
23 Resultaten Controle variabelen Om te bepalen of er controle variabelen moesten worden mee genomen bij het toetsen van de hypothesen zijn er correlatieanalyses uitgevoerd. De controle variabelen zijn demografische factoren zoals leeftijd, geslacht en opleidingsniveau. Omdat in deze studie wordt onderzocht wat het effect van boodschappen op het gebruik van weerstandsstrategieën en stopintentie is, wordt het effect van demografische factoren op beide variabelen getest. De resultaten van de correlatieanalyses staan in Tabel 1. Leeftijd Geslacht Opleidingsniveau Afhankelijke variabele Stopintentie **.05 Weerstandsstrategieën Oproepen persuasieve kennis Tegen argumenteren Attitude versterking Vermijding.23* Selectieve blootstelling.26** Bron afbreuk.22* Sociale validatie Boodschap afbreuk.26** Bevestigen van zelfvertrouwen.24* Afleiding.27** * Correlatie is significant op het.05 niveau ** Correlatie is significant op het.01 niveau. Tabel 1: Correlaties controlevariabelen en afhankelijke variabelen en controle variabelen en weerstandsstrategieën. Zoals in Tabel 1 te zien is correleerde geslacht significant positief met de afhankelijke 23
24 variabele stopintentie. Leeftijd correleerde significant positief met de weerstandsstrategieën vermijding, selectieve blootstelling, bron afbreuk, boodschap afbreuk, bevestigen van zelfvertrouwen en afleiding. In de verdere analyses wordt daarom voor geslacht en leeftijd gecontroleerd. Opleidingsniveau correleerde niet significant met stopintentie of een van de weerstandsstrategieën, daarom werd er niet gecontroleerd voor opleidingsniveau. Manipulatiecheck Om te onderzoeken of de manipulatie van dit experiment geslaagd is, werden drie eenwegsvariantieanalyses uitgevoerd waarbij gecontroleerd werd voor leeftijd en geslacht. De onafhankelijke variabele was het type boodschap, namelijk AAB, HAB, SNAB en CAB, en de afhankelijke variabele waren de schaalvariabelen voor angst, humor en sociale normen. Er is op basis van de analyse die hieronder gepresenteerd is aangenomen dat de manipulatie geslaagd is. Angst antirook boodschap. Type boodschap had een significant effect op angst, F(3, 108) = 6.04, p =.001. De respondenten die de AAB hadden ontvangen vonden de boodschap significant angstiger (M = 2.73, SD =.17) dan de respondenten uit de humor conditie (M = 1.88, SD = 0.17, p =.004) en controle conditie (M = 1.93, SD =.17, p =.006), maar niet dan de sociale normen conditie (M = 2.44, SD =.17, p = 1.000). Omdat voor het testen van hypothese 1 enkel het verschil tussen AAB en CAB van belang was, werd er gewerkt met de data. Humor boodschap. Type boodschap had een significant effect op humor, F(3, 108) = 11.96, p =.000. De respondenten die de HAB hadden ontvangen vonden de boodschap significant humoristischer (M = 3.23, SD =.20) dan de respondenten uit de angst conditie (M = 2.47, SD =.19, p =.043), sociale normen conditie (M = 2.21, SD =.19, p =.001) en 24
25 controle conditie (M = 1.60, SD =.20, p =.000), er werd daarom aangenomen dat de HAB humoristischer was dan de andere boodschappen. Sociale nomen boodschap. Type boodschap had een significant effect op sociale normen, F(3, 108) = 7.05, p =.000. De respondenten die de SNAB hadden ontvangen vonden de boodschap significant meer sociale normen weergeven (M = 3.70, SD =.23) dan de respondenten uit de controle conditie (M = 2.51, SD =.24, p =.001) en humor conditie (M = 2.43, SD =.23, p =.001), maar niet dan de angst conditie (M = 3.18, SD =.23, p =.710). Omdat voor het testen van hypothese 3 enkel het verschil tussen SNAB en CAB van belang was, werd er gewerkt met de data. Hypotheses 1, 2 en 3 Om hypotheses 1, 2 en 3 te toetsen werd een meervoudige tweefactor-variantie analyse uitgevoerd met boodschap type (AAB, HAB, SNAB en CAB) en eigen-effectiviteit (hoog en laag) als onafhankelijke variabelen en er werd gecontroleerd voor leeftijd en geslacht. De tien weerstandsstrategieën waren de afhankelijke variabelen. Gebaseerd op Roy s largest root werd er een significant effect gevonden tussen type boodschap en het toepassen van de tien weerstandsstrategieën, F (10, 97) = 4.59, p =.000, maar dit was niet het geval voor eigeneffectiviteit en de tien weerstandsstrategieën, F (10, 95) = 1.76, p =.079. Er werd een significant hoofdeffect gevonden voor type boodschap op tegen argumenteren, F(3, 104) = 2.96, p =.036, η 2 =.13. De controle conditie (M = 2.86, SD =.25) verschilde significant met sociale normen conditie (M = 3.87, SD =.24, p =.037) maar niet met de angst conditie (M = 3.66, SD =.25, p =.170) en humor conditie (M = 3.59, SD =.27, p =.329). Dat wil zeggen dat de weerstandsstrategie tegen argumenteren meer werd toegepast door respondenten die een SNAB hadden ontvangen vergeleken met een CAB. Dit ondersteunt hypotheses 1 en 2 niet. 25
26 Er werd ook een significant hoofdeffect gevonden voor type boodschap op attitude versterking, F(3, 104) = 6.99, p =.000, η 2 =.18. Respondenten uit de controle conditie pasten attitude versterking significant minder toe (M = 2.88, SD =.29) dan respondenten uit de angst conditie (M = 4.04, SD =.29, p =.029) en de sociale normen conditie (M = 4.40, SD =.28, p =.002). Ook pasten respondenten uit de sociale normen conditie attitude versterking meer toe dan respondenten uit de humor conditie (M = 3.02, SD =.29, p =.006). Dit ondersteunt hypotheses 1 en 3. Er werd een significant hoofdeffect gevonden voor type boodschap op de weerstandsstrategie boodschap afbreuk, F(3, 104) = 6.57, p =.000, η 2 =.25. Respondenten uit de controle conditie pasten boodschap afbreuk significant meer toe (M = 2.68, SD =.28) dan respondenten uit de angst conditie (M = 3.80, SD =.28, p =.031) en de sociale normen conditie (M = 4.39, SD =.27, p =.000), maar niet minder dan respondenten uit de humor conditie (M = 3.62, SD =.30, p =.145). Dit ondersteunt hypothese 1 maar niet hypothese 2. Hoewel niet verwacht, werd er een significant hoofdeffect gevonden voor type boodschap op de weerstandsstrategie selectieve blootstelling, F(3, 104) = 5.13, p =.002, η 2 =.27. Respondenten uit de controle conditie pasten selectieve blootstelling significant minder toe (M = 2.85, SD =.24) dan respondenten uit de angst conditie (M = 4.07, SD =.24, p =.002) en de sociale normen conditie (M = 3.78, SD =.23, p =.034). Dit effect werd niet gevonden voor de humor conditie. Bovendien werd er een significant hoofdeffect gevonden voor type boodschap op de weerstandsstrategie bevestigen van zelfvertrouwen, F(3, 104) = 3.25, p =.025, η 2 =.18. Respondenten uit de controle conditie pasten selectieve blootstelling significant minder toe (M = 3.11, SD =.25) dan respondenten uit de angst conditie (M = 4.10, SD =.25, p =.034). Er werden geen effecten gevonden voor de andere boodschappen. 26
27 Er werd geen significant hoofdeffect gevonden voor type boodschap op vermijding, F(3, 104) = 1.71, p =.169, η 2 =.19. Respondenten uit de angst conditie pasten attitude versterking niet significant meer (M = 3.68, SD =.27) toe dan respondenten uit de controle conditie (M = 2.96, SD =.27, p =.332). Dit ondersteunt hypothese 1 niet. Tevens werd er geen significant hoofdeffect gevonden voor type boodschap op de weerstandsstrategie bron afbreuk, F(3, 104) = 1.59, p =.196, η 2 =.16. Respondenten uit de controle conditie pasten bron afbreuk niet significant minder (M = 2.64, SD =.33) toe dan respondenten uit de angst conditie (M = 3.50, SD =.37, p =.380) en de humor conditie (M = 3.50, SD =.34, p =.447). Dit ondersteunt hypotheses 1 en 2 niet. Type boodschap had ook geen significant hoofdeffect op weerstandsstrategie sociale validatie, F(3, 104) = 2.62, p =.055, η 2 =.12. Respondenten uit de sociale normen conditie pasten sociale validatie niet significant meer toe (M = 3.32, SD =.24) dan respondenten uit de controle conditie (M = 2.64, SD =.25, p =.288). Dit ondersteunt hypothese 3 niet. Zoals verwacht werden er geen significante hoofdeffecten gevonden van type boodschap op de weerstandsstrategieën afleiding, F(3, 104) = 1.10, p =.351, η 2 =.15, en oproepen persuasieve kennis, F(3, 104) = 1.88, p =.0138, η 2 =.09. Hypothese 1 stelde dat een AAB meer zou aanzetten tot de weerstandsstrategieën tegen argumenteren, attitude versterking, vermijding, bron afbreuk en boodschap afbreuk vergeleken met een CAB. Slechts attitude versterking en boodschap afbreuk werden bevestigd in dit onderzoek, daarmee is hypothese 1 gedeeltelijk verworpen. Hyopthese 2 stelde dat een HAB meer zou aanzetten tot de weerstandsstrategie bron afbreuk en minder tot de weerstandsstrategieën tegen argumenteren en boodschap afbreuk vergeleken met een CAB. Geen van deze verwachtingen is uitgekomen, daarmee is hypothese 2 verworpen. Hypothese 3 stelde dat een SNAB meer zou aanzetten tot de weerstandsstrategieën attitude versterking en sociale validatie vergeleken met een CAB. Slechts attitude versterking werd in dit 27
28 onderzoek bevestigd, daarmee is hypothese 3 gedeeltelijk verworpen. De resultaten van de analyse van hypotheses 1,2 en 3 zijn samengevat in Tabel 2. Weerstands-strategieën AAB HAB SNAB Oproepen persuasieve kennis Tegen argumenteren X Attitude versterking X X Vermijding Selectieve blootstelling X X Bron afbreuk Sociale validatie Boodschap afbreuk X X Bevestigen van zelfvertrouwen X Afleiding Tabel 2: weerstandsstrategieën die per type boodschap (vergeleken met de CAB) meer werden toegepast. Hypothese 4 Hypothese 4 werd aan de hand van tien regressie analyses getoetst, zodat er getest kon worden met de continue, in plaats van de in twee groepen gesplitste, variabele eigeneffectiviteit. Er werden drie dummy variabelen gemaakt voor type boodschap, AAB, HAB en SNAB met CAB als baseline groep. Daarnaast werden leeftijd, geslacht en de interacties tussen de dummy variabelen AAB en eigen-effectiviteit, HAB en eigen-effectiviteit en SNAB en eigen-effectiviteit en meegenomen in de regressie analyse. De verschillende weerstandsstrategieën dienden als afhankelijke variabelen. Zie Tabel 3a en 3b in Appendix 3 voor de regressie coëfficiënten, de bijbehorende verklaarde variantie (R 2 ) en de F-waarden. De coëfficiënt van de interactie variabele eigen-effectiviteit en CAB was alleen significant voor de weerstandsstrategieën vermijding (b* = -.40, t = -2.19, p =.031) en 28
29 selectieve blootstelling (b* = -.40, t = -2.28, p =.025). Een hogere eigen-effectiviteit verminderde dus alleen het toepassen van deze weerstandsstrategieën na ontvangst van een CAB. De effecten van de interactie tussen eigen-effectiviteit en AAB, HAB en SNAB waren allen op geen van de weerstandsstrategieën significant. Hiermee is hypothese 4 verworpen, dat wil zegen dat eigen-effectiviteit geen verzwakkend modererend effect had op het toepassen van weerstandsstrategieën na ontvangst van een AAB, HAB of SNAB. Beantwoorden van onderzoeksvraag 1 Er werd een eenwegs-variantieanalyse uitgevoerd waarbij gecontroleerd werd voor leeftijd en geslacht om te onderzoeken welk type boodschap tot de grootste stopintentie leidde. De resultaten laten zien dat type boodschap geen significant hoofdeffect had op stopintentie (F(3, 108) = 1.43, p =.238, η 2 =.12). Dat betekent dat de stopintentie niet verschilde tussen respondenten uit de angst conditie (M = 4.01, SD =.31), humor conditie (M = 4.49, SD =.31), sociale normen conditie (M = 4.84, SD =.30) en de controle conditie (M = 4.14, SD =.31). Conclusie en discussie In deze studie is het effect van verschillende typen antirook boodschappen, namelijk AAB, HAB en SNAB, op de stopintentie van rokers onderzocht. Daarnaast is onderzocht of respondenten die een verschillende type antirook boodschap hadden ontvangen andere weerstandsstrategieën toepasten. De onderzoeksvraag in deze studie was: In hoeverre verschilt de stopintentie tussen een AAB, HAB en SNAB, wat is hierbij de modererende rol van eigen-effectiviteit en wat is de mediërende rol van weerstandsstrategieën? De verschillende antirook boodschappen leidden niet tot verschillen in stopintentie, er is daarom geen sprake van een mediërend effect van weerstandsstrategieën. Wel bleek dat boodschap type effect had op de inzet van verschillende weerstandsstrategieën. Respondenten 29
Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars
Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen
Nadere informatieCover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date:
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/57383 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued
Nadere informatieFiguur 1 Precede/Proceed Model
Nederlandse samenvatting Benzodiazepinen zijn geneesmiddelen die vooral bij angstklachten en slaapstoornissen worden voorgeschreven. Ze vormen de op één na meest voorgeschreven middelen in Nederland. Tien
Nadere informatieSamen sta je sterk. Adviesrapport. Project: Communicatieplan
Project: Communicatieplan Smokeless Nathalie Kooiman, 0863131 Charlotte Voorn, 0847183 Wendy Lanser, 0862815 Rowan Lens, 0857190 CDM1A Hogeschool Rotterdam Rowan Lens - CDM1A - Hogeschool Rotterdam 1 Inhoudsopgave
Nadere informatieRAPPORTAGE. Evaluatie van de Echt stoppen met roken kan met de juiste hulp campagne
RAPPORTAGE Evaluatie van de Echt stoppen met roken kan met de juiste hulp campagne Voorwoord In deze rapportage wordt beschreven of de doelstellingen van de Echt stoppen met roken kan met de juiste hulp
Nadere informatieDialogen website Motiveren tot rookstop
Dialogen website Motiveren tot rookstop Dialoog verandertaal uitlokken en versterken Goedemorgen. Heeft u problemen gehad sinds uw vorige controle? Ja, eigenlijk wel. Mijn tanden zijn sterk verkleurd.
Nadere informatieNederlandse Samenvatting (Summary in Dutch)
Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Overredende gezondheidsteksten, die als doel hebben om mensen te overtuigen hun ongezonde gewoonten te veranderen, zijn alom aanwezig
Nadere informatieCommunicating about Concerns in Oncology K. Brandes
Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale
Nadere informatieMoral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz
Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale
Nadere informatieSamenvatting De gezondheidskloof tussen hoog- en laagopgeleide groepen is een bekend fenomeen in de gezondheidscommunicatie. In deze masterscriptie
Is er verschil in het effect van zelfbevestiging op de stopintentie tussen laag- en hoogopgeleide rokers bij het ontvangen van een anti- rook fear appeal? Masterscriptie Student: Carlijn van Selst Studentnummer:
Nadere informatieHoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het
Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve
Nadere informatieGeven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.
Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van
Nadere informatieicoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence,
icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, en het Verband tussen Adherence en Effect icoach, a Web-based
Nadere informatieDe sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid
Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen
Nadere informatierisicocommunicatie, planning & mechanismen van gezondheidsgedragsverandering in een populatie met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten
risicocommunicatie, planning & mechanismen van gezondheidsgedragsverandering in een populatie met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten Hart- en vaatziekten vormen een grote bedreiging voor de volksgezondheid.
Nadere informatieExperimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen
Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Universiteit van Amsterdam, Media & Communicatie Instituut, Afdeling Communicatiewetenschap Naam: Jean-michel
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor
Nadere informatiehet laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en
Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens
Nadere informatieLet's Talk about Alcohol: The Role of Interpersonal Communication and Health Campaigns H. Hendriks
Let's Talk about Alcohol: The Role of Interpersonal Communication and Health Campaigns H. Hendriks Let's talk about alcohol: The role of interpersonal communication and health campaigns Hanneke Hendriks
Nadere informatieRoken onder volwassenen De harde feiten 2010
Roken onder volwassenen De harde feiten 2010 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 1958 1960 1962 1964 1966 1968 1970 1972 1974 1976 1978 1980 Percentage niet rokers onder de Nederlandse bevolking
Nadere informatieSTABLE LOVE, STABLE LIFE?
STABLE LOVE, STABLE LIFE? De rol van sociale steun en acceptatie in de relatie van paren die leven met de ziekte van Ménière Oktober 2011 Auteur: Drs. Marise Kaper Master Sociale Psychologie, Rijksuniversiteit
Nadere informatieNederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht
Nederlandse samenvatting Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht 222 Elke keer dat je naar iets of iemand op zoek bent, bijvoorbeeld wanneer je op een
Nadere informatiePerseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting
Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.
Nadere informatie(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem
(In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness
Nadere informatieSamenvatting (Dutch summary)
De SMOKE studie Achtergrond Chronisch obstructief longlijden, ook wel Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) genoemd, word gezien als een wereldwijd gezondheidsprobleem. Ten gevolge van onder andere
Nadere informatieMeting stoppers-met-roken januari 2009
Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tnsnipo.com www.tnsnipo.com Consumer & Media Rapport Meting stoppersmetroken januari 2009 Meting
Nadere informatieSamenvatting, conclusies en discussie
Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit
Nadere informatieGezondheidsvaardigheden in de Nederlandse volwassen bevolking Het doel van het eerste deel van dit proefschrift, was te onderzoeken in hoeverre
Samenvatting Inleiding In Nederland wordt van burgers verwacht dat zij een zelfstandige en verantwoordelijke rol vervullen met betrekking tot hun gezondheid en zorg. Dit is het gevolg van verschillende
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur
Nadere informatiehoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5
SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de
Nadere informatieStand van zaken jongeren en de e-sigaret en andere alternatieve rookwaren
Stand van zaken jongeren en de e-sigaret en andere alternatieve rookwaren Onderzoek in opdracht van VWS December 2017 244108113 Inhoud 1 Inleiding 01 2 Belangrijkste resultaten en samenvatting 07 3 In
Nadere informatieSTIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding
STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende
Nadere informatieRed cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić
Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve
Nadere informatieRoken onder volwassenen De harde feiten 2012
Roken onder volwassenen De harde feiten 2012 10 9 8 Rokers 7 6 5 Niet-rokers Verdeling Nederlandse bevolking (15 jaar en ouder) naar % rokers en % niet-rokers 1975-2012 Percentage rokers naar categorie
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting De nadelige gezondheidsrisico s/gevolgen van roken en van depressie en angststoornissen zijn goed gedocumenteerd, en deze aandoeningen doen zich vaak tegelijkertijd voor. Het doel
Nadere informatieMeting stoppers-met-roken juni 2008
Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Consumer & Media Rapport Meting stoppers-met-roken juni 2008
Nadere informatieNederland Start Met Stoppen / Nederland Gaat Door Met Stoppen. Evaluatie van de STIVORO campagnes rondom de jaarwisseling
Nederland Start Met Stoppen / Nederland Gaat Door Met Stoppen Evaluatie van de STIVORO campagnes rondom de jaarwisseling 2003-2004 Amsterdam, december 2005 Dr. S.J.H.M. van den Putte Dr. M.C. Yzer Drs.
Nadere informatieInternational Tobacco Control (ITC) policy evaluation project Evaluatie In iedere roker zit een stopper campagne Tweede nameting
International Tobacco Control (ITC) policy evaluation project Evaluatie In iedere roker zit een stopper campagne Tweede nameting Den Haag, oktober 2009 Drs. Gera Nagelhout, Universiteit Maastricht Dr.
Nadere informatieInformatie over de deelnemers
Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals
Nadere informatieMotiverende gespreksvoering
Motiverende gespreksvoering Naam Saskia Glorie Student nr. 500643719 SLB-er Yvonne Wijdeven Stageplaats Brijder verslavingszorg Den Helder Stagebegeleider Karin Vos Periode 04 september 2013 01 februari
Nadere informatieVOORLICHTING = VEILIG?
VOORLICHTING = VEILIG? De invloed van seksuele voorlichting op middelbare scholen op het condoomgebruik onder studenten. Ilse Slabbekoorn 10753672 Communicatiewetenschap Afstudeerproject Bas van den Putte
Nadere informatieHow to present online information to older cancer patients N. Bol
How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve
Nadere informatieMotiverende gesprekstechnieken. zelf. redzaamheid
Motiverende gesprekstechnieken zelf redzaamheid Motiverende gesprekstechnieken Wat is motiverende gespreksvoering? Motiverende gespreksvoering is een cliëntgerichte, directieve methode om te bevorderen
Nadere informatieInvloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting
xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het
Nadere informatieGeclaimde informatie als persuasieve boodschap
Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Een onderzoek naar het effect van claims op de consument Student: Floortje van Helden Studentnummer: 10444491 Docent: Charlotte Blom, werkgroep 2 Universiteit
Nadere informatieSeksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie
Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond
Nadere informatieSummary in Dutch Samenvatting (Summary in Dutch)
Summary in Dutch Samenvatting (Summary in Dutch) Sinds het bekend is dat roken uitermate schadelijk is voor de gezondheid - na een publicatie van de Surgeon General of the United States in 1964 - is rookgedrag
Nadere informatieAntreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011. de heer Consultant
RAPPORT PF Van: Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011 Normgroep: Advies de heer Consultant 1. Inleiding Persoonlijke flexibiliteit is uw vermogen om met grote uitdagingen en veranderingen
Nadere informatiewaardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.
amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum
Nadere informatieCompatibility Process Scale (ACPS). De therapeutische alliantie is gemeten met de Werk
De invloed van indicatiestelling door overleg (the Negotiated Approach) op patiëntbehandelingcompatibiliteit en uitkomst bij de behandeling van depressieve stoornissen 185 In deze thesis staat de vraag
Nadere informatieComputeraffiniteit belangrijk op kantoor
Auteur A.R. Goudriaan E-mailadres alex@goudriaan.name Datum 16 november 2008 Versie 1.0 Titel Computeraffiniteit belangrijk op kantoor Computeraffiniteit belangrijk op kantoor tevredenheid over de automatiseringsafdeling
Nadere informatieRookvrij Opgroeien. Roken? Houd kinderen er buiten. Het bespreken van (mee)roken binnen de JGZ 4-19 jaar. 4-19 jaar
Rookvrij Opgroeien 4-19 jaar 4-19 jaar Roken? Houd kinderen er buiten. Het bespreken van (mee)roken binnen de JGZ 4-19 jaar Kinderen boven de vier jaar wonen relatief vaak in een huis waar gerookt mag
Nadere informatieSamenvatting (Dutch summary)
Samenvatting (Dutch summary) Deze studie onderzocht seksueel risicogedrag van homoseksuele mannen in vaste relaties, voornamelijk onder mannen die deelnemen aan de Amsterdamse Cohort Studies onder Homoseksuele
Nadere informatieDutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae
Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van
Nadere informatieHoe frames de attitude en gedragsintentie om te stoppen met roken. beïnvloeden bij (on)gezonde mensen
Running head: STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL Hoe frames de attitude en gedragsintentie om te stoppen met roken beïnvloeden bij (on)gezonde mensen Chamoetal Zeidler, 10531947 Universiteit
Nadere informatieDoorbreek je belemmerende overtuigingen!
Doorbreek je belemmerende overtuigingen! Herken je het dat je soms dingen toch op dezelfde manier blijft doen, terwijl je het eigenlijk anders wilde? Dat het je niet lukt om de verandering te maken? Als
Nadere informatieFactsheet Veilig Uitgaan = Veilig thuiskomen
Factsheet Veilig Uitgaan = Veilig thuiskomen Achtergrond Veilig uitgaan = Veilig thuiskomen Onderzoeksdoel en onderzoeksopzet Steekproef Resultaten werkelijk gebruik Resultaten gebruik in verkeer Resultaten
Nadere informatieRapport voor deelnemers M²P burgerpanel
Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie
Nadere informatieHet effect van humor in bedreigende gezondheidscommunicatie
Het effect van humor in bedreigende gezondheidscommunicatie Radboud Universiteit Faculteit: Letteren Master: Communicatie en Beïnvloeding Cursus: Masterscriptie Communicatie en Beïnvloeding- LETCIW401
Nadere informatie1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse.
Oefentoets 1 1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Conditie = experimenteel Conditie = controle Sekse = Vrouw 23 33 Sekse = Man 20 36 Van
Nadere informatieOnderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving
Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van
Nadere informatieWerkstijlen en attitudes van verzekeringsartsen van UWV ten aanzien van de communicatie met klanten tijdens beoordelingsgesprekken
Werkstijlen en attitudes van verzekeringsartsen van UWV ten aanzien van de communicatie met klanten tijdens beoordelingsgesprekken Drs. Jolanda van Rijssen 1 Dr. Ton Schellart, MBA 1 Dr. Han Anema 1 Drs.
Nadere informatieRapportage. Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen
Rapportage Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen In opdracht van: Mediawijzer.net Datum: 22 november 2013 Auteurs: Marieke Gaus & Marvin Brandon Index Achtergrond van het onderzoek 3 Conclusies
Nadere informatieGetuigen onderweg: effectevaluatie van een verkeerseducatief programma in de 3 e graad secundair onderwijs
Getuigen onderweg: effectevaluatie van een verkeerseducatief programma in de 3 e graad secundair onderwijs Ariane Cuenen Kris Brijs Tom Brijs Karin van Vlierden Stijn Daniëls Overzicht 1. Inleiding Programma
Nadere informatieHOOFDSTUK 1: INLEIDING
168 Samenvatting 169 HOOFDSTUK 1: INLEIDING Bij circa 13.5% van de ouderen komen depressieve klachten voor. Met de term depressieve klachten worden klachten bedoeld die klinisch relevant zijn, maar niet
Nadere informatieSummary & Samenvatting. Samenvatting
Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische
Nadere informatieFEEL-E. Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen. HTS Report. Simon Janzen ID 4589-2 Datum 11.11.2015. Zelfrapportage
FEEL-E Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen HTS Report ID 4589-2 Datum 11.11.2015 Zelfrapportage FEEL-E Inleiding 2 / 14 INLEIDING De FEEL-E brengt de strategieën in kaart die volwassenen gebruiken
Nadere informatieIk zou maar stoppen, als ik jou was.
Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Media & Communicatie Instituut Ik zou maar stoppen, als ik jou was. Een onderzoek naar het effect van fear appealing foto s
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Het is een uitdaging om ouderen te identificeren die baat kunnen hebben bij een interventie gericht op de preventie van beperkingen in het dagelijks leven op het moment dat dergelijke
Nadere informatiehoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste
Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat
Nadere informatieTaal en communicatie - profielwerkstuk
Taal en communicatie profielwerkstuk Op weg naar een onderzoek Op weg naar een onderzoeksverslag Als voorbeeld: een experimenteel onderzoek: de kracht van Twitter je kunt me volgen op Twitter: @roblepair
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,
Nadere informatieFactsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap
Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap
Nadere informatieMarleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders
Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders An empirical comparison Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) S 209 Nederlandse samenvatting Cyber-delinquenten versus traditionele
Nadere informatie7-10-2013. Emotieherkenning bij CI kinderen en kinderen met ESM
7--3 Sociaal-emotioneel functioneren van kinderen met een auditieve/ communicatieve beperking Emotieherkenning bij kinderen en kinderen met Rosanne van der Zee Meinou de Vries Lizet Ketelaar Rosanne van
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit
Nadere informatieFACTSHEET CONTINU ONDERZOEK ROOKGEWOONTEN 2013
FACTSHEET MAART 2014 FACTSHEET CONTINU ONDERZOEK ROOKGEWOONTEN 2013 KERNPUNTEN Een kwart (25%) van de Nederlandse bevolking vanaf 15 jaar rookt in 2013: 19% rookt dagelijks en 6% niet dagelijks. Het percentage
Nadere informatieBeschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw
Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Dit document beschrijft kort de bevindingen uit het onderzoek over biseksualiteit van het AmsterdamPinkPanel.
Nadere informatieSAMENVATTING (Summary in Dutch)
SAMENVATTING (Summary in Dutch) Taal speelt een belangrijke rol in ons dagelijks leven. Het is een van de meest centrale aspecten bij de interactie tussen mensen. Ons taalgebruik wordt beïnvloed door onze
Nadere informatieSamenvatting. Dutch Summary.
Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,
Nadere informatieNederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties
Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de
Nadere informatieOVERHEID = OVERHEID 2.0 SOCIAL MEDIA VANUIT HET PERSPECTIEF VAN DE BURGER
01/10/12 Voettekst: aanpassen via Beeld (of Invoegen voor Office 2007 en later), kies vervolgens Koptekst en OVERHEID 1.0 + 2.0 = OVERHEID 2.0 SOCIAL MEDIA VANUIT HET PERSPECTIEF VAN DE BURGER CENTER FOR
Nadere informatieInnovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl.
Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. In het kader van het project Innovatieve Dienstverlening doet kenniscentrum ICOON onderzoek naar de omstandigheden
Nadere informatieHuiswerk, het huis uit!
Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting
Nadere informatieDe effecten van het Medisch Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer op de
Samenvatting De effecten van het Medisch Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer op de gezondheidsbeleving van bewoners en hulpverleners In de jaren die volgden op de vliegramp Bijlmermeer op 4 oktober 1992, ontstond
Nadere informatieDe invloed van burgerbronnen in het nieuws
De invloed van burgerbronnen in het nieuws Dit rapport beschrijft de resultaten van de vragenlijst rond burgerbronnen in het nieuws die u invulde in januari 7. Namens de Universiteit Antwerpen en de onderzoeksgroep
Nadere informatie5701082 S. van den Putte
Natascha Overbeek Voorstel 5701082 S. van den Putte 21-04-2011 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Theoretisch kader 6 2.1 Communicatiestrategieën 6 2.2 Koopintentie 8 3. Methode 12 3.1 Respondenten 12 3.2
Nadere informatieMeting stoppers-met-roken juli 2008
Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Consumer & Media Rapport Meting stoppers-met-roken juli 2008
Nadere informatieFEED BACK COMMENTAAR GEVEN EN ONTVANGEN MARIETA KOOPMANS
FEED BACK COMMENTAAR GEVEN EN ONTVANGEN MARIETA KOOPMANS INHOUD Inleiding 7 1 Zelfonderzoek feedback geven en ontvangen 9 Checklist feedback geven en ontvangen 11 2 Communicatie en feedback 15 Waarnemen,
Nadere informatieKenmerken van jongeren met en zonder sportief zelfbeeld
Dag van het Sportonderzoek 7 oktober 2010 Kenmerken van jongeren met en zonder sportief zelfbeeld Kirsten Verkooijen Gezondheid en Maatschappij Onderzoeksvraag Welke persoonlijke en demografische variabelen
Nadere informatieJongeren en de sociale druk om (niet) te roken
Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken Veranderingen tussen 1998 en 2005 Cyrille Koolhaas en Dr. Marc Willemsen Dit is een publicatie van STIVORO voor een rookvrije toekomst Correspondentieadres
Nadere informatieEvaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013
Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.
Nadere informatieBeschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?
Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht
Nadere informatieDe ontwikkeling van een video-
De ontwikkeling van een video- based Situational Judgment Test Lonneke A. L. de Meijer en Marise Ph. Born Erasmus Universiteit Rotterdam Jaap van Zielst De Politieacademie Henk T. van der Molen Erasmus
Nadere informatie- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.
Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten
Nadere informatieTMA Talentenanalyse. Kandidaat-rapportage samenvatting. Demo Kandidaat 29 augustus 2011
TMA Talentenanalyse Kandidaat-rapportage samenvatting Demo Kandidaat 29 augustus 2011 Waddenring 24 2993 VE Barendrecht T 0180 848044 I www.priman.nl E info@priman.nl Inhoudsopgave: 1. Inleiding 3 2. Betekenis
Nadere informatieMinderen met roken Een gedragsdeterminantenonderzoek naar het minderen met roken
Minderen met roken Een gedragsdeterminantenonderzoek naar het minderen met roken Begeleidend docent: M.E. Pieterse Noshik Zeko 0115436 Universiteit Twente 29 augustus 2008 2 Samenvatting In het kader van
Nadere informatieHartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken
1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:
Nadere informatieHet empathiequotiënt (eq)
Het empathiequotiënt (eq) Het empathiequotiënt (EQ) versie voor volwassenen Hoe moet deze vragenlijst ingevuld worden? In deze vragenlijst staan een aantal stellingen opgesomd. Lees elke stelling aandachtig
Nadere informatie