BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.



Vergelijkbare documenten
Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT I. MELDING II. PARTIJEN

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. pagina 1 van 5. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\44304opb.htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld inartikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm. NMa, Mededingingswet

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 lid 1 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Transcriptie:

Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3069 Betreft zaak: 3069/ Rouppe van der Voort - Thermo-Noord I. MELDING 1. Op 3 juli 2002 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Plieger B.V., een dochteronderneming van Rouppe van der Voort Handelsmaatschappij B.V., voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over Thermo-Noord B.V. en haar dochterondernemingen ThermoFrost B.V. en Pattness B.V. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 127 van 8 juli 2002. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. II. PARTIJEN 2. Plieger B.V. (hierna: Plieger) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Zij is een dochteronderneming van Rouppe van der Voort Handelsmaatschappij B.V., die aan het hoofd staat van de Rouppe van der Voort-groep. Plieger is een technische groothandel ten behoeve van professionele afnemers (loodgieters en installateurs) en doe-het-zelf aanbieders (bouwmarkten en breed-pakket-zaken) in Nederland. Zij richt haar activiteiten op de productgroepen: centrale verwarming, sanitair, installatiemateriaal en elektra. 3. Thermo-Noord B.V. (hierna: Thermo-Noord) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Alle geplaatste aandelen in het kapitaal van Thermo-Noord worden gehouden door Dikema & Chabot Holding B.V. Thermo-Noord is op haar beurt houdster van alle geplaatste aandelen in het kapitaal van ThermoFrost B.V. (hierna: ThermoFrost), die op haar beurt houdster is van alle geplaatste aandelen in het kapitaal van Pattness B.V. (hierna: Pattness). Thermo- Noord, ThermoFrost en Pattness (hierna tezamen: Thermo-groep) zijn actief op het gebied van distributie en verkoop van verwarmingsapparatuur, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden met betrekking tot airconditioningapparatuur en de verkoop van koelsystemen. 1 Openbare versie

III. DE GEMELDE OPERATIE 4. De gemelde operatie blijkt uit (i) een getekende versie van de Intentieverklaring inzake de koop en verkoop van de aandelen in Thermo-Noord B.V., van 26 april 2002 en (ii) een getekende versie van de Overeenkomst tot koop en verkoop van de aandelen in Thermo-Noord B.V. tussen Dikema & Chabot Holding B.V. als verkoopster en Plieger B.V. als koopster (hierna: de overeenkomst), van 23 juli 2002. De voorgenomen transactie betreft de verkoop en overdracht van alle geplaatste aandelen in het kapitaal van Thermo-Noord, inclusief de dochterondernemingen ThermoFrost en Pattness, door Dikema & Chabot Holding B.V., aan Plieger. IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 5. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4, omschreven transactie leidt er toe dat Plieger uitsluitende zeggenschap verkrijgt over Thermo-Noord, ThermoFrost en Pattness. 6. Betrokken ondernemingen zijn Plieger en Thermo-groep. 7. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. V. BEOORDELING A. RELEVANTE MARKTEN Rel evant e pr oduct mar kt (en) 8. Partijen geven aan dat de activiteiten van Rouppe van der Voort-groep en Thermo-groep enkel overlappen op het gebied van de groothandelsverkopen van verwarmings- en warmwaterapparatuur 1 aan professionele afnemers (loodgieterbedrijven, installateurs en badkamerspecialisten). Binnen de Rouppe van der Voort-groep is enkel Plieger in Nederland actief op laatstgenoemde gebied en binnen Thermo-groep is alleen Thermo-Noord actief op dit gebied. 9. Partijen zijn van mening dat de groothandelsverkopen van verwarmings- en warmwaterapparatuur aan professionele afnemers onderscheiden dient te worden van de groothandelsverkopen van verwarmings- en warmwaterapparatuur via het doe-het-zelf kanaal. 1 Onder verwarmings- en warmwaterapparatuur verstaan partijen verwarmingstoestellen zoals CV s en verwarmingsketels (boilers), alsmede onderdelen voor deze toestellen. 2 Openbare versie

Thermo-Noord houdt zich niet bezig met de levering en verkoop van verwarmings- en warmwaterapparatuur via het doe-het-zelf kanaal. 10. In het onderhavige geval kan echter in het midden worden gelaten of er sprake is van een markt voor de groothandelsverkopen van verwarmings- en warmwaterapparatuur 2 of dat een nader onderscheid dient te worden gemaakt naar enerzijds de groothandelsverkopen van verwarmings- en warmwaterapparatuur ten behoeve van professionele afnemers, en anderzijds de groothandelsverkopen van verwarmings- en warmwaterapparatuur via het doe-het-zelf kanaal. De materiële beoordeling wordt door een dergelijk nader onderscheid naar het soort afzetkanaal niet beïnvloed (zie de punten 13 tot en met 15). Rel evant e geogr af ische mar kt (en) 11. Partijen zijn van oordeel dat voor de groothandelsverkopen van verwarmings- en warmwaterapparatuur uitgegaan dient te worden van een nationale marktdefinitie. Partijen geven aan dat groothandels in verwarmings- en warmwaterapparatuur in de praktijk altijd verschillende vestigingen hebben die zich bezighouden met de afzet in een bepaald gebied. Volgens partijen geldt over het algemeen echter dat grotere leveringen centraal vanuit de nationale distributiecentra plaatsvinden. 12. Voor de beoordeling van de gevolgen van de onderhavige concentratie is het echter niet noodzakelijk om de relevante geografische markt exact af te bakenen. In onderhavig geval kan in het midden blijven of er sprake is van nationale of regionale markten voor de groothandelsverkopen van verwarmings- en warmwaterapparatuur, of eventuele deelmarkten hierbinnen, aangezien dit de materiële beoordeling niet beïnvloedt (zie de punten 13 tot en met 15). B. GEVOLGEN VAN DE CONCENTRATIE 13. Partijen kunnen de marktomvang van de totale groothandelsverkopen van verwarmingsen warmwaterapparatuur in Nederland niet exact aangeven. 3 Partijen schatten de totale Nederlandse omzet op het gebied van de groothandelsverkopen van verwarmings- en 2 De verkoop/verhuur van verwarmingstoestellen aan gebruikers is in vorige zaken aan de orde geweest. In bijvoorbeeld het besluit van 25 juni 1998 in zaak 748/Edon Westergo wordt de verhuur (en verkoop) van cv-ketels en warmwaterapparatuur als één productmarkt beschouwd. In onder andere het besluit van 21 april 2000 in zaak 1759/Nutsbedrijf Amstelland - Energie Delfland GMK Gasbedrijf N-O Friesland Nutsbedrijven Weert EZK ENECO wordt uitgegaan van een markt voor de verkoop/verhuur van warmte- en warmwaterapparatuur. 3 Partijen geven aan dat er geen exact overzicht te geven is van de omzet gegenereerd door directe leveringen door fabrikanten en importeurs. 3 Openbare versie

warmwaterapparatuur ten behoeve van professionele afnemers op circa EUR 1,3 à 1,4 miljard 4. Uitgaande van deze marktomvang en marktaandeelcijfers van de Technische Groothandels Federatie (hierna: TGF) schatten partijen het gezamenlijke marktaandeel van Plieger en Thermo- Noord op het gebied van de groothandelsverkopen van verwarmings- en warmwaterapparatuur ten behoeve van professionele afnemers in Nederland niet hoger dan 15% (Plieger niet hoger dan [0-10] 5 % en Thermo-Noord niet hoger dan [0-10]%). 6 14. Zoals reeds aangegeven in punt 9, is Thermo-Noord in het geheel niet actief op het gebied van de groothandelsverkopen van verwarmings- en warmwaterapparatuur via het doe-hetzelf kanaal. Volgens partijen is de totale markt voor een gecombineerde markt voor professionele klanten en het doe-het-zelf kanaal per definitie groter dan de marktomvang als hierboven aangegeven in punt 13. Indien wordt uitgegaan van een Nederlandse markt voor de groothandelsverkopen van verwarmings- en warmwaterapparatuur (ten behoeve van zowel professionele afnemers als via het doe-het-zelf kanaal) schatten partijen het gezamenlijke marktaandeel van Plieger en Thermo-Noord lager dan in punt 13 aangegeven. 15. Indien wordt uitgegaan van eventuele regionale (deel)markten voor de groothandelsverkopen van verwarmings- en warmwaterapparatuur, geven partijen aan dat het gezamenlijke marktaandeel van Plieger en Thermo-Noord in geen van de in dat geval te onderscheiden regionale markten uit zou komen boven de 15%. Plieger heeft vestigingen verspreid over geheel Nederland, terwijl Thermo-Noord vestigingen heeft over vrijwel geheel Nederland. Partijen geven aan dat hoewel Thermo-Noord geen vestigingen heeft in Zuid-Limburg, Zeeland en de Achterhoek/Twente, zij in die regio s wel klanten heeft, maar relatief minder dan elders in Nederland. Er is geen reden om aan de opgaven van partijen te twijfelen. 16. Naast partijen zijn er in Nederland op nationaal en regionaal niveau diverse spelers actief op het gebied van de groothandelsverkopen van verwarmings- en warmwaterapparatuur, 4 Partijen geven aan dat uit een rapport van het onderzoeksbureau Consult GB, dat jaarlijks onderzoek doet naar de Europese installatiemarkt, blijkt dat in Nederland in 2001 circa 393.000 cv-ketels werden verkocht. Gebaseerd op de ervaring van partijen is het gemiddeld aantal radiatoren per cv-ketel 6.5. De groothandelsverkoopprijs van cv-ketels is naar de schatting van partijen circa EUR 1.800 per eenheid; de groothandelsverkoopprijs van radiatoren is naar de schatting van partijen circa EUR 114 per eenheid. Daarbij zou nog moeten worden opgeteld de verkoop van radiatorkranen, expansievaten, al het leidingwerk, de fittingen, de rookgasafvoeren, de meet- en regelapparatuur, bevestigingsmaterialen, de warmwaterboilers en overige appendages, aldus partijen. 5 Deze openbare versie van het besluit bevat geen vertrouwelijke gegevens. Dit wordt in de tekst aangegeven door middel van rechte haken. 6 Deze marktaandelen zijn gebaseerd op de cijfers van het TGF. Volgens partijen zijn de cijfers die het TGF heeft berekend gebaseerd op ongeveer 80% van de totale Nederlandse markt voor groothandelsverkopen van verwarmingsapparatuur. 4 Openbare versie

waaronder relatief grote spelers, zoals Technische Unie en Groothandel Vegro, en andere spelers zoals Wasco, Rensa Technisch Handelsbureau, ViHaMij, SaniCentra, Gecon, R. Koolstra en B.A. Geurts-Janssen. Conclusie 17. Gelet op het bovenstaande is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de onderhavige concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. VI. NEVENRESTRICTIES 18. Partijen hebben verzocht een non-concurrentiebeding en een wederzijds nonwervingsbeding, zoals neergelegd in artikel 9.1 tot en met 9.3 van de overeenkomst, aan te merken als nevenrestrictie. Het non-concurrentiebeding is aangegaan voor de duur van twee jaar en houdt, verkort weergegeven, in dat het Dikema & Chabot Holding B.V. en haar dochtervennootschappen verboden is om (i) te concurreren met activiteiten van de over te dragen vennootschappen ten tijde van de overdracht en (ii) steun of assistentie te verlenen aan andere ondernemingen die dergelijke activiteiten verrichten. 19. Het wederzijds non-wervingsbeding is eveneens aangegaan voor de duur van twee jaar en houdt, verkort weergegeven, in dat Dikema & Chabot Holding B.V. geen werknemers van de over te dragen vennootschappen zal verzoeken bij haar, haar dochterondernemingen of haar deelnemingen in dienst te treden of diensten te verlenen zonder toestemming van Plieger. Voorts garandeert Plieger volgens dit beding dat zij voor de duur van twee jaar geen werknemers van Dikema & Chabot Holding B.V., die daar op de overdrachtsdatum werkzaam zijn, zal verzoeken om in dienst te treden of om diensten te verlenen. 20. Het is begrijpelijk dat de koper tot op zekere hoogte beschermd wenst te worden tegen concurrerend handelen van de verkoper, ten einde in staat te zijn de volledige waarde van de overgedragen activiteiten te verwerven. Het non-concurrentiebeding kan derhalve als nevenrestrictie worden aanvaard, voor zover het de activiteiten van Thermo-groep betreft ten tijde van de overname, voor zover het in geografisch opzicht niet verder gaat dan het leveringsgebied van Thermo-groep ten tijde van de overname en voor zover het geen betrekking heeft op het verstrekken van leningen of ander krediet. Daarnaast kan het non-wervingsbeding met betrekking tot de werknemers van Thermo-groep als nevenrestrictie worden geaccepteerd, voor zover het niet verder gaat dan het actief werven van werknemers van Thermo-groep die beschikken over belangrijke know-how betreffende Thermo-groep. 5 Openbare versie

21. Minder voor de hand liggend is een non-wervingsbeding, waarin is bepaald dat de koper geen andere werknemers van verkoper in dienst zal nemen dan de werknemers van de over te dragen ondernemingen. Niet valt in te zien hoe een dergelijk beding ertoe kan bijdragen dat de volle waarde van een onderneming door verkoper aan koper wordt overgedragen. De Europese Commissie merkt hier onder andere over op: in het algemeen is de behoefte van de koper aan een bepaalde mate van bescherming dwingender dan die van verkoper en vervolgens de beperkingen die de verkoper ten goede komen, houden derhalve in het algemeen niet rechtstreeks verband met en zijn evenmin noodzakelijk voor de totstandbrenging van de concentratie, of hun reikwijdte en/of duur dient beperkter te zijn dan die van de clausules die de koper ten goede komen. 7 Aangezien aan deze laatste voorwaarden in het onderhavige geval niet is voldaan kan het non-wervingsbeding met betrekking tot de werknemers van Dikema & Chabot Holding B.V. niet als nevenrestrictie worden gehonoreerd. VII. CONCLUSIE 22. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 23. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. 24. Gelet op de overwegingen 18 tot en met 21 is de directeur-generaal van oordeel dat, voorzover de in punt 18 en 19 omschreven clausules overeenkomsten vormen als bedoeld in artikel 6 van de Mededingingswet, dat artikel ingevolge artikel 10 van de Mededingingswet, niet geldt voor deze overeenkomsten, voor zover het non-concurrentiebeding de activiteiten van Thermo-groep betreft ten tijde van de overname, in geografisch opzicht niet verder gaat dan het leveringsgebied van Thermo-groep ten tijde van de overname en het geen betrekking heeft op het verstrekken van leningen of ander krediet en voor zover het non-wervingsbeding ziet op werknemers van Thermo-groep en niet verder gaat dan het actief werven van werknemers van Thermo-groep die beschikken over belangrijke know-how betreffende Thermo-groep. 7 Zie bekendmaking van de Commissie betreffende beperkingen die rechtstreeks verband houden met en noodzakelijk zijn voor de totstandkoming van concentraties, (2001/C 188/03), punt 12. 6 Openbare versie

Datum: 9 augustus 2002 De directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, voor deze: W.g. Mr. J. Schönau Directeur Concentratiecontrole Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam. 7 Openbare versie