Tabel 1: Weekrooster voor de instructie in het Programma Interactief Taalonderwijs



Vergelijkbare documenten
Taal / Woordenschat. Een hele uitdaging. Dus er moet PIT inzitten

Interactief werken aan woordenschat Onderzoek in groep 2 tot en met groep 4

Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers?

Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken en de vorderingen van uw kind te volgen, nemen wij in iedere groep niet-methode gebonden toetsen af.

CPS Onderwijsontwikkeling en advies. Doelgericht en planmatig werken aan leesontwikkeling in groep 1en 2. WAT en HOE in groep 1 en 2

OUDERAVOND KRITISCH EN BEGRIJPEND LUISTEREN. Rianne Broeke 28 april 2015

Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen. Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer

Aanvankelijk en voortgezet technisch lezen. Werkconferentie 24 september 2014 Ebelien Nieman.

TAAL EN LEESMETHODEN Aanbod voor Jonge Kinderen Doe meer met Bas

Wat is de rol van eigentijds taalonderwijs?

Voorbereidend lees- en rekenonderwijs in relatie tot het werken met groepsplannen. IB-netwerkbijeenkomsten januari 2012 Yvonne Leenders

Interventieperiode november februari groep 1 tot en met 5. Mariët Förrer

Deze brochure is een uitgave van het Programmabureau Onderwijs Bewijs in samenwerking met het Ministerie van OCW.

Minor Dyslexie Cursus 1: Inleiding Dyslexie Bijeenkomst 4

Inhoudsopgave. Inleiding. 1 Taal en taalonderwijs. 2 Taalverwerving

Quickscan taal- en leesonderwijs

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS QUICKSCAN

Taal 100: een werkwijze om de taalontwikkeling van kinderen in het basisonderwijs te verbeteren

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS DYSLEXIEMONITOR

De Voorleesvogel voor ouders en peuters. Workshop voor leid(st)ers

Trendanalyse Midden Toetsen Cito. Schooljaar Vakgebieden:

o.a. Carnaval, cito groep 1 en 2, protocol (meer)begaafdheid

Passend onderwijs Verdieping Ontwikkelingsperspectief & Technisch lezen

Het flexibel inzetten van de taalmethode heeft te maken met de functie van taal.

KWALITEITSKAART. Tijd voor lezen en taal. Tijd voor lezen en taal. Taal / lezen / rekenen

TULE inhouden & activiteiten Nederlands - Technisch lezen. Kerndoel 4 - Technisch lezen. Toelichting en verantwoording

Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006

Voorbeelden van basiscompetenties TAAL/mondelinge taalontwikkeling zijn: Groeiboek Groeiboe

Basisschool Koningin Juliana

ICT & Beginnende geletterdheid: Richtlijnen voor het pabo-curriculum

Jaarplan t Startnest Jaarplan Pagina 1

Preventie van pesten op basisscholen volgens de PRIMA antipestmethode

CBS Maranatha. Doel: Hoogklei 7, 9671 GC Winschoten Dyslexieprotocol 2013 aangepast sept.14

(registeropleiding Post-HBO)

Informatieavond groep 6. Even voorstellen

Inhoud Trainersmap Verdieping

Taallijn en Beleid Taalbeleid in het onderwijs aan jonge kinderen

ZORGGids CBS TOERMALIJN FRANEKER

Planmatig samenwerken met ouders

SCHOOLVERBETERPLAN

Strategisch leren omga

GOEDE. Leesstart. in groep 1 en 2. Digitale implementatiekoffer Taalbeleid Onderwijsachterstanden. Dorien Stolwijk

Signaleringslijst voor Kleuters 2.0 1)

9/12/2012. Kijk Juf! Een kriebelbeestje! Inhoud. Aanleiding onderzoek

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. De Berkenhorst

Voorlezen en vertellen - ROC 4. Voorlezen en vertellen ROC 4

TAALVAARDIGHEID TAALBELEID

Kreami. 2 november 30 november 29 maart 10 mei (van uur uur) Graag inleveren vóór vrijdag 5 oktober

HET BLIKSEM ONDERZOEK

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door

O N D E R W I J S - E N O N D E R S T E U N I N G S - B E H O E F T E N. TOV Juni 2015 Oss. Visie op meertaligheid

Informatie avond. ouders groep 4 Ichthusschool schooljaar

Jaarplan Montessori Onderwijs Purmerend

Niveau 2. VVE Aandacht voor geletterdheid met startblokken Groep 1

Peuters Groep 1 Groep 2 Groep 3 BP MP EP M1 E1 M2 E2 M3

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP OBS OVER DE SLINGE

Schooljaarplan Didactisch handelen

Doorzetten continuüm van zorg groep 3-8. Niveauleesgroepjes. Verdere Implementatie. Groep 5: II (69,7) 100% van de groepen een III score of hoger.

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP CHRISTELIJKE BASISSCHOOL DE POORT

Rol van de interne begeleider in effectief leesonderwijs (basisonderwijs)

Bijeenkomst 7: Evalueren op schoolniveau (team)

De BLIKSEM-aanpak. Willy van Elsäcker (HCO) & Maud van Druenen (Expertisecentrum Nederlands)

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Toetsen. Contactgegevens

Toezicht op taal/lezen en hulp aan zwakke leerlingen

Nieuwsbrief. Interactieve werkvormen in de klaspraktijk. Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek Primair Onderwijs bij. Kolegio Papa Cornes

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BUSSUMSE MONTESSORI BASISSCHOOL

Inhoudsopgave. c.b.s. De Zaaier TAALBELEIDSPLAN 2

Kinderen leren de hele dag door. Huiswerk

Informatieavond groep 1 en 2. Schooljaar september 2016

Jaarverslag 2015/2016

Het gebruik van het Utrechts Taalcurriculum

Bijlagen 24 tot en met 25

De Tol Herderen: Talenbeleid

d e r ee n k a n l e r e n l e z e n

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PATER VAN DER GELD

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP PANTA RHEI. Onderzoeksnummer :

KWALITEITSKAART GOEDE LEESSTART. Voorbereiding op Begrijpend en Technisch Lezen Groep 1 & 2. Beginnende geletterdheid

Woordenschat als kwaliteitsimpuls. Organisatie: Marant Adviseurs in leren & ontwikkeling

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE VLIER

De mogelijkheid om te differentiëren: een aansprekend en op maat gesneden leertraject voor iedere leerling!

ZELF AAN DE SLAG MET DE TAALLIJN?

CHECKLIST LEIDSTERVAARDIGHEDEN DE TAALLIJN

Ontwikkelagenda en scholingsplan OBS De Eendracht

Maart Leerlingen 57 Ouders Personeel 15/ 16 Aantal respondenten Aantal respondenten Aantal respondenten

Interactief voorlezen in groep 2

Basisschool De Goede Herder. Schakelklas. plan

Protocol leesproblemen en dyslexie Groep 1 en 2. Analyse doelen Jonge kind

Jaarverslag schooljaar Basisschool Maria Goretti

Zin in goed onderwijs Frans! Doelen. Even kennismaken 27/10/ Visie op goed taalonderwijs Frans kennen

Uw kind heeft moeite met lezen Wat kunt u van De Noordkaap verwachten?

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE DE CHRISTELIJKE BASISSCHOOL DE ONTMOETING

Kleine Ezel. Handleiding voor de bibliotheek Groep 1-2

Samenvatting. De lat omhoog. 2012, 2013, 2014 en Taal voor Kleuters en Technisch lezen

Transcriptie:

Evaluatieonderzoek naar Programma Interactief Taalonderwijs ER ZIT PIT IN Het Expertisecentrum Nederlands heeft een evaluatieonderzoek uitgevoerd op negen scholen die het Programma Interactief Taalonderwijs (PIT) hebben ingevoerd. Het onderzoek richtte zich op de effecten van het programma op leerprestaties van leerlingen en op de wijze van implementatie door leerkrachten. De leerkrachten van groep 1 tot en met 4 werkten gedurende 2 jaar (2002 2004) met het programma. Dit programma is samengesteld uit prototypen interactief taalonderwijs voor woordenschat en geletterdheid van het Expertisecentrum Nederlands. In dit artikel beschrijven we de uitkomsten van het onderzoek op hoofdlijnen. Hennie Biemond, José Hillen & Ludo Verhoeven Het Programma Interactief Taalonderwijs Het Programma Interactief Taalonderwijs houdt in dat leerkrachten dagelijks één uur inrichten voor het taalonderwijs gericht op de ontwikkeling van geletterdheid en woordenschat. Het werken met een prentenboek of voorleesverhaal staat hierbij gedurende twee weken centraal. Dit prentenboek biedt een authentieke context waarbinnen de leerlingen aan verschillende talige activiteiten zullen werken. Tijdens het uur wordt er gewerkt aan de verschillende deelgebieden van interactief taalonderwijs; boekoriëntatie, woordenschat, verhaalbegrip, taalbewustzijn en functioneel schrijven. Deze activiteiten vinden plaats in een stimulerende leeromgeving. PIT voor groep 1 tot en met 4 is een uitbreiding van het Programma Interactief Taalonderwijs voor groep 2. Dit programma is eerder ontwikkeld voor een kleinschalige effectstudie (Droop, Peters, Aarnoutse, & Verhoeven, 2005). De leerkracht start de tweewekelijkse cyclus door het interactief voorlezen van een prentenboek of voorleesverhaal. Dit prentenboek staat gedurende twee weken centraal en vormt de aanleiding voor betekenisvolle, functionele activiteiten. Het uur begint met een klassikale instructie. Elke dag staat tijdens deze instructie een ander taalaspect centraal (Tabel 1). Na deze instructie is er gedurende 30 minuten ruimte voor verwerkingsactiviteiten. Kinderen voeren deze activiteiten individueel of in kleine groepjes uit. Ze zijn gerelateerd aan het thema van het prentenboek, het zijn talige of geletterde activiteiten zoals lezen en luisteren, schrijf- en tekenactiviteiten en de verteltafel. Tijdens deze verwerkingsactiviteiten is de leerkracht met een klein groepje kinderen aan het werk in de kleine kring. In de kleine kring staat dan meestal het prentenboek weer centraal. Het uur wordt afgesloten met een kort reflectiegesprek Kinderen laten hun producten aan elkaar zien en vertellen over het proces. De leerkracht probeert zoveel mogelijk de kinderen te motiveren op elkaar te reageren en vragen aan elkaar te stellen. Tabel 1: Weekrooster voor de instructie in het Programma Interactief Taalonderwijs Groep 1-2 Groep 3 Groep 4 Maandag Interactief voorlezen: woordenschat Interactief voorlezen: woordenschat en verhaalbegrip Interactief voorlezen: woordenschat en verhaalbegrip Dinsdag Taalspel/taalbewustzijn Aanvankelijk lezen Motiverend lezen Woensdag Interactief voorlezen: Aanvankelijk lezen Lezen om te weten verhaalbegrip Donderdag Functioneel schrijven Functioneel schrijven Functioneel schrijven Vrijdag Reflectie Reflectie Reflectie EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 1

Bij de samenstelling van het Programma Interactief Taalonderwijs voor groep 3 is er vanuit gegaan dat leerkrachten de methode voor aanvankelijk lezen blijven volgen met het oog op de technische leesvaardigheid. In het Programma Interactief Taalonderwijs wordt lezen en schrijven in een betekenisvolle context geplaatst waardoor de inhoud en het begrip centraal komt te staan. Er ontstaat zo een mooie balans tussen vorm en betekenis. In groep 4 is er meer aandacht voor het lezen van informatieve teksten ingebouwd. Deze teksten sluiten veelal aan bij het thema van het prentenboek dat centraal staat in de cyclus. Het implementatietraject Op de scholen die PIT hebben ingevoerd is een veranderteam gevormd dat sturing gaf aan het implementatieproces. In het veranderteam hadden in ieder geval de directeur en een interne coach zitting. Het veranderteam organiseerde scholing voor de leerkrachten en verzorgde coaching van leerkrachten. Hierbij kregen ze begeleiding van een schoolbegeleider die was voorgeschoold door het Expertisecentrum Nederlands en de LPC. De LPC en het Expertisecentrum Nederlands verzorgden ook driemaal per jaar een scholingsbijeenkomst voor de leden van het veranderteam en de schoolbegeleiders. Leerkrachten uit groep 1 tot en met 4 volgenden teamgerichte scholingsbijeenkomsten die verzorgd werden door de schoolbegeleider of het veranderteam. Leerkrachten gaven in een persoonlijk werkplan aan welke activiteit ze de komende periode centraal wilden stellen en welke leerpunten ze hierbij hadden voor zichzelf. Tussen de scholingsbijeenkomsten werden de leerkrachten gecoacht door leden van het veranderteam. Aan de hand van de leerpunten in het persoonlijk werkplan werd de coaching uitgevoerd. Opzet van het onderzoek Scholen: Het onderzoek werd uitgevoerd op negen scholen, 3 reguliere, 5 GOA-scholen en 1 Jenaplanschool, uit 3 verschillende regio s. Zij hebben gedurende twee jaar het Programma Interactief Taalonderwijs ingevoerd. Vier scholen hebben meegedaan als controleschool, 1 reguliere, 2 GOAscholen en 1 Jenaplanschool. De leerkrachten van de controlescholen gaven gedurende de twee jaar van het onderzoek les op de wijze die ze daarvoor ook al deden. De leerkrachten van de experimentele scholen werkten met de leerlingen met het Programma Interactief Taalonderwijs. Leerkrachten: In het schooljaar 2002-2003 deden 79 leerkrachten van de experimentele scholen mee en 22 van de controlescholen. In het schooljaar 2003-2004 deden 78 leerkrachten van de experimentele scholen mee en 23 van de controlescholen. Leerlingen: De leerlingen zijn verdeeld in 3 cohorten: in cohort 1-2 (experimenteel n = 311, controle n = 110) zitten de leerlingen die het programma gevolgd hebben in groep 1 en 2, in cohort 2-3 (experimenteel n = 355, controle n = 173) zitten de leerlingen die het programma hebben gevolgd in groep 2 en 3 en in cohort 3-4 (experimenteel n = 350, controle n = 153) zitten de leerlingen die het programma hebben gevolgd in groep 3 en 4. Instrumenten: Bij de kinderen werden aan het begin, na een jaar en aan het eind van de implementatieperiode toetsen afgenomen voor mondelinge taalvaardigheid, woordenschat, taalbewustzijn en geletterdheid (Tabel 2). Leerkrachten van experimentele scholen hebben aan het begin en aan het eind van het onderzoek vragenlijsten ingevuld waarmee hun houding ten opzichte van het taal- en leesonderwijs en hun attitude ten opzichte van de vernieuwing is gemeten. Om de mate waarin de leerkrachten het programma uitvoerden vast te stellen, hebben zij tweemaal gedurende twee weken een weekplanner ingevuld en zijn bij de leerkrachten van groep 2 en 4 tweemaal de taaluren geobserveerd. In een interview is nagegaan hoe leerkrachten het programma beoordelen na één jaar uitvoering. Om het implementatieproces op schoolniveau te volgen zijn aan het eind van het proces interviews gehouden met leden van het veranderteam op school. EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 2

Tabel 2: Overzicht van toetsen Mondelinge taalvaardigheid Groep 1-2 Groep 3 Groep 4 Verhaalbegrip, TAK Verhaalbegrip, TAK Verhaalbegrip, TAK Verteltaak, TAK Verteltaak, TAK Verteltaak, TAK Woordenschat Passieve woordenschat, TAK Woordomschrijving, TAK Passieve woordenschat, TAK Woordomschrijving, TAK Passieve woordenschat, CITO Woordomschrijving, TAK Taalbewustzijn 1 Rijmen Beginrijm Analyse in fonemen Synthese van lettergrepen Synthese van klanken Objectivatie Rijmen Beginrijm Analyse in fonemen Geletterdheid Boekoriëntatie Grafeemkennis Beginnend schrijfgedrag 1 Grafeemkennis Beginnend schrijfgedrag DMT, CITO LVS Spelling, Cito LVS Leesbegrip, Cito LVS Schrijftaak, TAK BB DMT, CITO LVS Spelling, Cito LVS Leesbegrip, Cito LVS Schrijftaak, TAK BB Leerlingen profiteren van PIT Groep 1-2: In het onderzoek zijn de vorderingen van leerlingen op scholen waar PIT gebruikt werd vergeleken met de resultaten van leerlingen op scholen waar PIT niet gebruikt werd. Leerlingen die PIT in groep 1-2 volgden, maakten grotere vorderingen dan de leerlingen van de controlegroep op alle domeinen: woordenschat (figuur 1), mondelinge taalvaardigheid, taalbewustzijn en geletterdheid. Groep 2-3: Voor leerlingen die PIT volgden in groep 2 en 3 lag de extra leerwinst van leerlingen bij één woordenschattaak (figuur 2), twee taken op het gebied van taalbewustzijn en bij drie taken voor geletterdheid. Allochtone leerlingen op deze scholen gingen ook sneller vooruit ten opzichte van de allochtone leerlingen op scholen waar PIT niet gebruikt werd op de verteltaak en er was voor hen een extra leerwinst bij woordenschat. Bij lezen met begrip en spelling gingen de leerlingen op scholen waar PIT niet gebruikt werd sneller vooruit. Dit gold in sterkere mate voor de allochtone leerlingen. Groep 3-4: De leerlingen die PIT volgden in groep 3 en 4 maakten grotere vorderingen op één woordenschattaak (figuur 3), één taak voor taalbewustzijn en één taak voor technisch lezen. Voor woordenschat gold dit alleen voor allochtone leerlingen. In leerjaar 4 zijn autochtone leerlingen beter in spelling dan allochtone leerlingen. Dit gold in sterkere mate voor leerlingen die het PIT programma volgden. Leerkrachten positief over PIT Op bijna alle scholen is gedurende twee jaar hard gewerkt aan de implementatie van het Programma Interactief Taalonderwijs. Leerkrachten waren betrokken bij het programma en wilden samen met collega s werken aan de realisering van het programma in de onderwijspraktijk. Gedurende de periode van het implementatietraject ontwikkelde de betrokkenheid van leerkrachten die PIT gebruikten zich positief. 1 Voor een beschrijving zie Droop, et al. 2005 EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 3

De meeste leerkrachten voerden het programma echter niet volledig uit en pasten het programma aan hun eigen situatie aan. Aanpassingen die leerkrachten doorvoerden waren bijvoorbeeld gericht op de periode van de activiteitencyclus of de afstemming op taal- en leesmethoden. Ook sloegen ze onderdelen van de activiteitencyclus over. Leerkrachten beoordeelden het programma als positief. De gemiddelde beoordeling was een 7,6 op een schaal van 1 tot 10. Ook de leden van het veranderteam waren positief over het programma (7,3) en de mate van implementatie op de eigen school (7,5). Opvallend is dat zowel leerkrachten als veranderteams minder tevreden waren over de externe begeleiding van de schoolbegeleider. Centrale rol voor het veranderteam Er waren maar enkele scholen die het implementatietraject volledig hebben doorlopen zoals het was bedoeld. Op bijna alle scholen speelde het veranderteam een centrale rol. Het verzorgde de teambijeenkomsten en op sommige scholen ook de scholingsbijeenkomsten. De meeste scholen zouden bij een volgende implementatie weer met een veranderteam werken. De meeste scholen onderschreven het belang van coaching maar het is nog geen algemeen gebruik. Slechts op twee scholen werd het systematisch toegepast. Op sommige scholen ontbraken de faciliteiten om de coaching te realiseren. Scholen hadden bij de implementatie van het programma vaak te maken met discontinuïteit, zoals wisseling en langdurige ziekte van directie, leerkrachten en de externe begeleider. Het is de vraag of in een dergelijke context wel verwacht mag worden dat scholen planmatig aan de innovatie van het taalonderwijs kunnen werken. Als stimulerende factoren werden ondermeer het werken in het veranderteam, het enthousiasme van het team, de resultaten en reacties van leerlingen en de materialen van PIT genoemd. De Taallijn als vervolg op PIT Hoewel leerkrachten het Programma Interactief Taalonderwijs maar ten dele uitvoerden, blijken leerlingen toch van het programma te profiteren. Vooral de leerkrachten van groep 1-2 zijn door de implementatie van het Programma Interactief Taalonderwijs meer gestructureerd en doelgerichter gaan werken aan de taalontwikkeling van leerlingen. Belangrijke elementen in het programma zijn hierbij de structuur van een rooster voor twee weken met de activiteitencyclus het herhaald voorlezen van prentenboeken de focus op kernwoorden en het herhaald aanbieden hiervan het werken in de kleine kring onder begeleiding van de leerkracht de wekelijks terugkerende aandacht voor activiteiten gericht op taalbewustzijn de wekelijks terugkerende functionele schrijfactiviteiten. Omdat leerkrachten in groep 3-4 al een duidelijke structuur in hun taalonderwijs hebben, is de toegevoegde waarde in deze groepen minder groot dan in groep 1 en 2. Op dit moment werkt het Expertisecentrum Nederlands aan de Taallijn groep 1-2, het vervolg op de Taallijn VVE. In de Taallijn in groep 1 en 2 staat een activiteitencyclus centraal die een bewerking is van het Programma Interactief Taalonderwijs. Alle belangrijke elementen uit PIT komen in deze cyclus terug, samen met enkele vernieuwingen op het gebied van ict en ouderbetrokkenheid. In samenwerking met Sardes zal de de Taallijn groep 1-2 landelijk verspreid worden. Een publicatie over de Taallijn in groep 1 en 2 verschijnt in 2006. De auteurs zijn verbonden aan het Expertisecentrum Nederlands EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 4

Literatuur Droop, M., Peters, S., Aarnoutse, C., & Verhoeven, L. (2005). Effecten van stimulering van beginnende geletterdheid in groep 2., Pedagogische Studiën, 82(2), 160 180 Geschatte marginale gemiddelden passieve woordenschat TAK Cohort 1-2 Geschatte marginale gemiddelden 80 60 40 20 Conditie x etniciteit 0 1 2 3 Tijd Figuur 1. Groei in passieve woordenschat in groep 1 en 2 EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 5

Geschatte marginale gemiddelden passieve woordenschat TAK Cohort 2-3 Geschatte marginale gemiddelden 80 70 60 50 40 Conditie x etniciteit 30 1 2 3 Tijd Figuur 2. Groei in passieve woordenschat in groep 2 en 3 EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 6

Geschatte marginale gemiddelden passieve woordenschat TAK Cohort 3-4 Geschatte marginale gemiddelden 80 75 70 65 60 55 Conditie x etniciteit 50 1 2 Tijd Figuur 3. Groei in passieve woordenschat in groep 3 en 4 EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 7