Non-discriminatie en positieve actie als middel tot sociale integratie



Vergelijkbare documenten
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 20 juni 2003 PE /6-24 AMENDEMENTEN 6-24

Personen met een handicap hebben gelijke rechten

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 10 oktober

Beginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980

Inclusief beleid. Een samenleving voor iedereen Wmo, Inclusief beleid, MLN 1

NAAR EEN EUROPA VOOR ALLE LEEFTIJDEN

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument B6-0038/2006 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6-0345/2005

Manifest voor de Rechten van het kind

Verklaring omtrent de sociale rechten en de industriële betrekkingen bij LEONI

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS- EU

Een nieuwe start voor sociale dialoog

7935/17 rts/van/fb 1 DG E - 1C

22 VN STANDAARD REGELS

ING ENVIRONMENTAL APPROACH

VN-VERDRAG HANDICAP VAN VERDRAG NAAR INCLUSIE. 16 punten voor volwaardige deelname van mensen met een beperking aan de samenleving

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gezondheidsachterstanden. Gelijke kansen voor iedereen

Geachte heer Rog, Onderwerp Reactie implementatieplan arbeidsmarktdiscriminatie. Datum 30 november 2018 Ons kenmerk 2018/0190/AvD/LvdH/IC

Kwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016

Van gunsten naar rechten voor leerlingen met beperkingen. Het VN-Verdrag over de rechten van personen met een handicap en onderwijs

9635/17 mou/gys/ln 1 DG E 1C

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 oktober 2004 (10.11) (OR. en) 13996/04 LIMITE JEUN 89 EDUC 211 SOC 512

13645/1/16 REV 1 ev 1 DG E 1C

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

VERKLARING OMTRENT MENSENRECHTENBELEID VAN UNILEVER

17R071. Initiatief voorstel. Zeist toegankelijk voor iedereen Niets over ons zonder ons

7775/17 van/ons/ev 1 DG C 2B

BESCHERMING TEGEN DISCRIMINATIE VOOR Ú

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE VICE-VOORZITTER VAN DE EUROPESE COMMISSIE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 april 2014 (OR. en) 9026/14 JEUN 65 SOC 299

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

Werken aan diversiteit Visie en missie van de stad Mechelen

Gedragscode. SCA Gedragscode

ILO-VERKLARING BETREFFENDE DE FUNDAMENTELE PRINCIPES EN RECHTEN OP HET WERK

De Voorzitter van de Adviesraad Internationale Vraagstukken De heer Mr. F. Korthals Altes Postbus EB Den Haag. Den Haag, november 2004

HET M-DECREET. Een eerste stap in de richting van het recht op onderwijs voor kinderen met een beperking

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

VN-verdrag: wat is het? Platform sociale netwerken, 7 april 2017 Inge Redeker, Vilans

Van gunst naar recht: VN-verdrag handicap

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer A. Aboutaleb, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: de Staatssecretaris,

december 2014 Informatiekaart VN-verdrag TransitieBureau Wmo

28 april 2015 Keirsten de Jongh (Senior Beleidsadviseur)

PROCESDOEL 3 HUMANISEREN VAN HET SAMENLEVEN MET ANDEREN

EUROPEAN DISABILITY FORUM...

PUBLIC. Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 12470/05 LIMITE JEUN 47 EDUC 134 SOC 355

Bijzonder procesdoel 3: ontdekken van mensenrechten

Luc Van den Brande Laten we samen aan Europa bouwen

LANDSEXAMEN VWO

Federaal Plan Armoedebestrijding. Reactie van BAPN vzw. Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU /11/2012

Handvest van de grondrechten van de EU

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014

15293/08 cle/gra/jv 1 DG E II

UNIA, antidiscriminatiewetgeving

Het Comité van permanente vertegenwoordigers heeft op 27 mei 2009 overeenstemming bereikt over de tekst die in de bijlage gaat.

12 RICHTLIJNEN VOOR INTERRELIGIEUZE DIALOOG OP LOKAAL NIVEAU

VN-verdrag inzake personen met een handicap

10279/17 PAU/ev 1 DG C 1

Nederlandse Samenvatting

Toegankelijkheid. Toegankelijkheid. 6 maart maart 2017

eu topconferentie en welzijn Brussel, juni 2008

VERKLARING VAN EUSKADI

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen. van de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen

Brussel, 27 februari 2007 (01.03) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 6855/07 SOC 78

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S20/2019. Sport als instrument voor integratie en sociale inclusie van vluchtelingen

EUROPESE SOCIAAL-DEMOCRATEN: VOORSTANDER VAN DE EUROPESE GRONDWET

10254/16 ons/zr/as 1 DGC 2B

20 thematische ideeën

7370/11 van/lep/lv 1 DG G 2B

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen. 7 mei 2001 PE /1-11 AMENDEMENTEN 1-11

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 mei 2017 (OR. en) het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad

8653/19 voo/mak/hh 1 TREE.1.B

VLAAMS PARLEMENT RESOLUTIE. betreffende de problematiek van personen met een auditieve handicap

Regiovisie Bergen-Gennep-Mook en Middelaar

1 Inleiding. 1.1 Discriminatie in arbeidsmarktperspectief

KINDERRECHTEN IN UW KLAS?

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid

MEDEDELING AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Toerisme voor iedereen in Picardië: het label Tourisme et Handicap

CONSENSUSVERKLARING GELIJKE KANSEN & NON-DISCRIMINATIE HANDLEIDING

Het VN Verdrag inzake de Rechten van Personen met een handicap FOD Sociale Zekerheid Vereniging voor de Verenigde Naties 4 december 2013

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Chokri Mahassine c.s. houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt AMENDEMENTEN

Vrijwilligerswerk is geen containerbegrip

De rechten van de mens

Maak een eind aan de beloningsverschillen tussen vrouwen en mannen.

Synergiën en Convergenties tussen werk en welzijn. Hendrik Delaruelle, Commissie W² Vlaams Welzijnsverbond

Informatiekaart VN-verdrag Handicap voor gemeenten

Interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme

Voorstel van resolutie. betreffende een meer doeltreffende preventie van vrouwelijke genitale verminking in Vlaanderen

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

Toegankelijkheid van communicatie: over begrijpen en begrepen worden

Gemeenschappelijke Raadszitting van donderdag 2 mei

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen

Aan het college van Burgemeester en Wethouders van Haarlem c.c. leden van de commissie Samenleving

Bijzonder procesdoel 3: zorg voor de anderen

De gekantelde Wmo-verordening

Gelijke Kansen en Diversiteit binnen het UZ Gent

Vilnius resolutie: betere scholen door gezondheid (better schools through health) 17 juni 2009

Raad van Europa. Actieplan

Transcriptie:

Verklaring van Madrid Non-discriminatie en positieve actie als middel tot sociale integratie Wij, 600 deelnemers aan het Europees congres over mensen met een handicap hebben met vreugde kennis genomen van de proclamatie van het jaar 2003 als Europees Jaar van mensen met een handicap, een evenement die moet bijdragen aan beïnvloeding en bewustmaking van de publieke opinie ten opzichte van de rechten meer dan 50 miljoen Europeanen met een handicap. Door middel van bijgaande Verklaring leggen wij schriftelijk onze visie neer die een kader biedt voor verdere uitwerking van activiteiten ter gelegenheid van het Europees Jaar op Europees, nationaal, regionaal en lokaal niveau. Inleiding 1. Het begrip handicap als thema met betrekking tot mensenrechten Mensen met een handicap hebben dezelfde mensenrechten als alle andere burgers. Artikel 1 van de Universele Declaratie van de Rechten van de Mens onderstreept alle mensen worden geboren in vrijheid en gelijkheid op het gebied van menselijke waardigheid en rechten. Om dit te bereiken, moeten gemeenschappen de intrinsieke diversiteit van de samenleving toejuichen en er alert op zijn dat mensen met een handicap van alle fundamentele mensenrechten genieten (dit houdt in: alle burgerrechten, politieke, sociale, economische en culturele rechten), zoals vastgelegd in verschillende internationale conventies, in het Verdrag van de Europese Unie evenals in verschillende nationale grondwetten. 2. Mensen met een handicap willen gelijke rechten, geen liefdadigheid Naar het voorbeeld van talrijke regio in de wereld, heeft de Europese Unie de afgelopen decennia afstand genomen van een paternalistische houding ten opzichte van mensen met een handicap; dit ten gunste van een benadering die uitgaat van het aan mensen met een handicap toekennen van verantwoordelijkheden voor het eigen leven. De achterhaalde benadering die grotendeels gefundeerd is op medelijden en het uitgangspunt dat mensen met een handicap niet in staat zijn zich daaraan te onttrekken, wordt heden ten dage onacceptabel gevonden. Maatregelen die erop gericht waren mensen zo te revalideren dat zij weer normaal in de maatschappij kunnen functioneren, worden omgebogen tot een visie die uitgaat van de noodzaak tot een maatschappelijke verandering, die bijdraagt aan de totstandkoming van een samenleving die rekening houdt met de behoeften van allen, ook die van mensen met een handicap. Mensen met een handicap eisen het recht op gelijke kansen en toegang tot alle maatschappelijke geledingen: zoals tot onderwijs, nieuwe technologieën, gezondheidszorg, sociale voorzieningen, sport, recreatie; zij willen de beschikking hebben over consumptiemiddelen en producten en hebben recht op een plaats binnen consumentenbelangenorganisaties. 3. Hedendaagse maatschappelijke obstakels als oorzaak van discriminatie en uitsluiting De manier waarop onze samenleving is georganiseerd brengt vaak met zich mee dat mensen met een handicap niet de mogelijkheid hebben volledig van hun 1

mensenrechten te genieten, wat inhoudt dat zij te maken hebben met maatschappelijke uitsluiting. Beschikbare statistische gegevens wijzen uit dat mensen met een handicap op het gebied van deelname aan onderwijs en arbeid op een onacceptabel niveau achterblijven. Hierdoor komt een ten opzichte van niet gehandicapte burgers onacceptabel groeiend aantal mensen met een handicap terecht in een situatie van armoede. 4. Mensen met een handicap: onzichtbare burgers Discriminatie waarmee mensen met een handicap worden geconfronteerd, berust soms op vooroordelen die er ten opzichte van hen bestaan, maar is nog vaker het gevolg van het feit dat mensen met een handicap een vergeten groep vormen, dus dat men onwetend is van hun bestaan, wat de noodzaak onderstreept tot het wegnemen van obstakels die hiertoe leiden: dat wil zeggen van door de fysieke omgeving en door gedrag bepaalde obstakels die mensen met een handicap verhinderen deel te nemen aan de maatschappij. 5. Mensen met een handicap vormen een heterogene groep Zoals op andere maatschappelijke terreinen een grote veelvormigheid wordt onderkend, vormen ook mensen met een handicap een groep die bestaat uit zeer verschillende individuen; alleen beleid dat deze diversiteit onderkent en respecteert, is zinvol beleid. Mensen met een handicap (en hun familie) die in grote mate afhankelijk zijn van ondersteuning vereisen specifieke maatschappelijke actie, waar hun specifieke behoeften nu vaak genegeerd worden. Vrouwen met een handicap en gehandicapten die afkomstig zijn uit etnische minderheidsgroepen hebben vaak te maken met een vorm van dubbele discriminatie, veroorzaakt door de combinatie van discriminatie op grond van hun handicap en discriminatie op grond van gender of etnische afkomst. Voor dove mensen is de erkenning van gebarentaal een fundamenteel recht. 6 Non-discriminatie + positieve actie= sociale integratie Het Europees handvest van fundamentele mensenrechten dat recentelijk is geaccordeerd, erkent dat om gelijkheid van mensen met een handicap te bereiken allereerst het recht op bescherming tegen discriminatie gekoppeld aan het recht op ondersteuning en assistentie vastgelegd moet zijn. Deze integrale benadering vormde de leidraad van het congres te Madrid in maart 2002, waar meer dan 400 deelnemers aanwezig waren. 1. Onze toekomstperspectieven De huidige toekomstperspectieven brengen de tegenstellingen tussen de vroegere en de hedendaagse visie (die de vroegere visie moet vervangen) in beeld: a. Wij zeggen nee tegen het uitgangspunt van mensen met een handicap als object van liefdadigheid Wij zeggen ja tegen het uitgangspunt van mensen met een handicap, gedefinieerd als een groep die rechten heeft. b. Wij zeggen nee tegen het uitgangspunt van mensen met een handicap als patiënten Wij zeggen ja tegen het uitgangspunt dat mensen met een handicap burgers en onafhankelijke consumenten zijn. c. Wij zeggen nee tegen het uitgangspunt dat professionals uit naam van gehandicapten beslissingen nemen Wij zeggen ja tegen het uitgangspunt dat 2

mensen met een handicap in staat zijn zelfstandig besluiten te nemen en verantwoordelijkheden te dragen over zaken die henzelf aangaan. d. Wij zeggen nee tegen het uitgangspunt dat individuele gebreken centraal staan Wij zeggen ja tegen het wegnemen van obstakels, tegen een herziening van maatschappelijke normen, van beleid, van (omgangs) cultuur en tegen bevordering van een positieve en toegankelijke omgeving. e. Wij zeggen nee tegen het in een hokje onderbrengen van mensen die op een bepaalde manier afhankelijk zijn of die arbeidsongeschikt zijn Wij zeggen ja tegen het benadrukken van de mogelijkheden en tegen maatregelen die gericht zijn op stimulansen voor en ondersteuning van de toegang tot arbeid. f. Wij zeggen nee tegen het stimuleren van economische en sociale processen, die ten goed komen aan enkelen. Wij zeggen ja tegen het ontwikkelen van een omgeving die erop gericht is zoveel mogelijk mensen profijt te bieden. g. Wij zeggen nee tegen onnodige segregatie op het gebied van onderwijs, arbeid en andere aandachtsterreinen Wij zeggen ja tegen integratie van mensen met een handicap in de gangbare structuren. h. Wij zeggen nee tegen een politiek die gehandicaptenbeleid behandelt als een apart beleidsterrein wij zeggen ja tegen een gehandicaptenbeleid dat uitgaat van assimilatie, waarbij gehandicaptenbeleid beschouwd wordt als een algemeen en geïntegreerd onderdeel van overheidsbeleid. 2 Een open maatschappij voor allen Het uitwerken van deze visie zal niet alleen een gunstige uitwerking hebben voor mensen met een handicap, maar de gehele maatschappij zal er de vruchten van plukken. Een samenleving die een aantal leden ervan uitsluit is een arme samenleving. Maatregelen die gericht zijn op een verbetering van de leefomstandigheden van mensen met een handicap, zullen uitmonden in nader inzicht in de noodzaak van een voor iedereen soepel functionerende leefomgeving. Wat vandaag in de naam van mensen met een handicap wordt gerealiseerd, zal morgen een zinvolle betekenis hebben voor alle burgers. Wij als deelnemers aan het Europees congres te Madrid, over mensen met een handicap delen graag dit toekomstbeeld en nodigen alle relevante partijen uit om het Internationaal Jaar van mensen met een handicap 2003 aan te grijpen om een proces in gang te zetten teneinde dit toekomstperspectief te verwezenlijken. Vijftig miljoen Europeanen met een handicap verwachten dat wij een impuls geven aan dit proces, opdat het doel wordt verwezenlijkt. Ons programma van aanpak 1 Wettelijke maatregelen Volledige non-discriminatiewetgeving moet onverkort worden bevorderd, opdat bestaande belemmeringen uit de weg geruimd worden en er geen nieuwe obstakels kunnen ontstaan op het gebied van onderwijs, arbeid, toegankelijkheid en de toegang tot goederen en diensten, die volledige participatie en een optimale onafhankelijkheid in de weg staan. De non-discriminatiecluasule in het EU Verdrag, te weten artikel 13 geeft al de mogelijkheid op het niveau van de Europese Unie hier gestalte aan te geven en heeft 3

derhalve in principe de uitwerking van een Europa zonder drempels voor mensen met een handicap. 2 Een andere attitude Anti-discriminatiewetgeving heeft geleid tot een positieve verandering in de houding ten opzichte van mensen met een handicap. Toch is wetgeving alleen niet voldoende. Zonder een gerichte maatschappelijke inzet, inclusief de actieve participatie van mensen met een handicap, die hen hun rechten waarborgt, blijft wetgeving alleen de uitdrukking van een vrome wens. Bewustmaking van de publieke opinie is daarnaast noodzakelijk ter ondersteuning van wettelijke maatregelen, teneinde het begrip voor de behoeften en rechten van mensen met een handicap te doen toenemen en om nog bestaande vooroordelen en neiging tot stigmatisering te bestrijden. 3. Maatregelen ter bevordering van de autonomie Het realiseren van het doel gelijkheid op het gebied van toegang en participatie vereist eveneens een inspanning op het gebied van beschikbaarheid van middelen ter bevordering van meer maatschappelijke participatie door en een autonoom leven voor mensen met een handicap. Veel mensen met een handicap hebben behoefte aan verschillende vormen van ondersteuning in het dagelijks leven. Die ondersteuning moeten van goede kwaliteit zijn en de behoeften van betrokkenen moeten uitgangspunt vormen voor verstrekking. Ondersteuning moet een in de samenleving geïntegreerd gegeven vormen en geen bron van segregatie zijn. Dergelijke ondersteuning is in overeenstemming met het Europees beleid op het gebied van solidariteit (een beleid dat uitgaat van collectieve verantwoordelijkheid ten opzichte van elkaar en in het bijzonder ten opzichte van hen die ondersteuning behoeven). 4 Gezinsbegeleiding De gezinnen waarin mensen met een handicap leven, in het bijzonder de gezinnen met kinderen met een handicap en gezinnen met gezinsleden met een uitgebreide hulpvraag, die niet in staat zijn zelf op te komen voor hun belangen, spelen een doorslaggevende rol op het gebied van opvoeding, respectievelijk de sociale integratie van de betrokken gezinsleden. Bezien in het licht hiervan moeten overheidsorganen adequate maatregelen treffen voor deze gezinnen, zodat zij in staat zijn om ondersteuning van het gehandicapte gezinslid op een optimaal geïntegreerde wijze te regelen. 5 Speciale aandacht voor vrouwen met een handicap Het Europees Jaar wordt gezien als een kans om de situatie van vrouwen vanuit een nieuw perspectief te bezien. De sociale uitsluiting waar vrouwen met een handicap mee te maken hebben, komt niet alleen voort uit de handicap, het ligt voor de hand hier ook gender als mogelijke oorzaak aan te wijzen. Deze meervoudige discriminatie van vrouwen met een handicap moet bestreden worden door middel van een samenhangend programma van integratie bevorderende maatregelen en door positieve actie, gericht op de betrokken groep. 4

6 Integratie van handicaps Mensen met een handicap moeten toegang hebben tot reguliere gezondheidszorgvoorzieningen, tot regulier onderwijs en sociale voorzieningen evenals tot alle plekken waar het publiek zonder handicaps terecht kan. Een geïntegreerde benadering van handicaps en mensen met een handicap vraagt om een verandering van werkwijze op verschillende niveaus. Allereerst is het van belang dat een gecoördineerd en gericht beleid tot stand komt vanuit en in samenwerking van alle bij mensen met een handicap betrokken sectoren. De toegankelijkheidseisen van verschillende groepen gehandicapten moeten in plannen al meegenomen worden vanaf het begin en niet pas achteraf, na uitwerking van plannen. De behoeften van mensen met een handicap en de gezinnen waarin ze leven lopen uiteen en het is van belang uit te gaan van een totaalbeeld van al deze behoeften, waarbij alle levensgebieden betrokken zijn. 7 Arbeid als sleutel naar integratie Speciale inspanningen moeten worden getroffen om de toegang tot arbeid van mensen met een handicap te bevorderen. Dit moet bij voorkeur gebeuren op de reguliere arbeidsmarkt. Het gaat hier immers om één van de meest fundamentele actiepunten in de strijd tegen uitsluiting van mensen met een handicap en om bevordering van hun autonomie en menselijke waardigheid. Maatregelen terzake vereisen niet alleen actie van sociale partners, maar tevens van overheden die reeds getroffen maatregelen uit dienen te breiden. 8 Geen besluit over mensen met een handicap zonder hun inbreng Het Jaar biedt mensen met een handicap en hun familie, medestanders en organisaties bij uitstek een kans op nieuwe en bredere politieke en maatschappelijke actie, op alle maatschappelijke terreinen teneinde overheden in de discussie te betrekken en te komen tot besluitvorming en actie die gericht zijn op de doelstellingen gelijkheid en integratie. Alle acties dienen plaats te vinden in de geest van dialoog met en integratie van de belangenorganisaties van mensen met een handicap. Hun deelname moet zich niet beperken tot informeren inwinnen over of instemmen met besluiten. Overheden moeten op alle niveaus waar besluitvorming plaatsvindt overlegvormen opzetten, of reeds bestaande overlegvormen verstevigen die organisaties van mensen met een handicap de gelegenheid bieden een bijdrage te leveren bij het uitdenken, de uitvoering, bijstelling en evaluatie van alle activiteiten. Een stevige alliantie van overheden en belangenorganisaties van mensen met een handicap vormt een belangrijke voorwaarde voor belangenbehartiging op het gebied van gelijke kansen en maatschappelijke participatie van mensen met een handicap. Om het proces in die richting op gang te brengen moet de inzet van belangenorganisaties verstevigd worden, hiervoor moeten meer middelen beschikbaar komen voor verbetering van kennis en vaardigheden op het gebied van bestuur en het voeren van campagnes. Dit brengt eveneens een eigen verantwoordelijkheid voor de belangenorganisaties zelf mee, het is immers hun eigen belang om constant te werken aan verbeteringen op het terrein van bestuursvaardigheden en representatie. Het Europees Jaar van mensen met een handicap 2003 zou al van tevoren een invulling kunnen krijgen door de agenda s op te stellen in het teken van mensen met een handicap. Dit houdt in: actieve ondersteuning van alle betrokken partijen in het kader van een brede benadering van het woord partnerschap. Concrete suggesties in de zin van acties kunnen dan in de richting van betrokken actoren gedaan worden.. Deze acties 5

moeten tijdens het Internationaal Jaar uitgevoerd worden en ook daarna dient er een vervolg aan te worden gegeven. De resultaten moeten te zijner tijd geëvalueerd worden. 1 Overheden van de EU en nationale overheden in de EU en in kandidaatlidstaten Overheden zouden het goede voorbeeld moeten geven en reeds nu voornaamste actor moeten zijn in het kader van de voortgang, zonder hierin de enige verantwoordelijke te zijn. Overheden moeten: bezien welke beleidsterreinen binnen de huidige wetgevende kaders van belang zijn in de strijd tegen discriminerende praktijken op het gebied van onderwijs, werkgelegenheid en toegang tot goederen en diensten. onderzoek instellen op het terrein van discriminerende restricties en belemmeringen die mensen met een handicap beperken in hun mogelijkheden om volledig aan de samenleving deel te nemen en vervolgens alle noodzakelijke maatregelen treffen om de situatie te verbeteren. diensten en systemen van voorzieningenverstrekking onder de loep nemen met het oogmerk er alert op te zijn dat deze mensen met een handicap ten dienste zijn en aanmoedigen tot integratie in de samenleving waar zij deel van uitmaken. onderzoeken instellen over geweld tegen en misbruik van mensen met een handicap,met speciale aandacht voor mensen die wonen in instellingen. wetgeving maken ter bevordering van toegankelijkheid zodat mensen met een handicap net als andere burgers het recht hebben op toegang tot openbare voorzieningen en publieke gebouwen. bijdragen aan het op mondiaal niveau uitdragen van de rechten van mensen met een handicap als mensenrechten, door actief mee te werken aan het opstellen van een conventie van de Verenigde Naties over de rechten van mensen met een handicap. zich inzetten voor de leefsituatie van mensen met een handicap in de zich ontwikkelende landen door sociale integratie van burgers met een handicap als doelstelling expliciet op te nemen in Europese en nationale programma s op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. 2 Lokale overheden Het Europees Jaar moet zich allereerst op het lokale niveau afspelen. Daar worden burgers geconfronteerd met de problematiek en daar voeren belangenorganisaties van en voor mensen met een handicap het voornaamste deel van hun werk uit. Alle inspanningen moeten worden getroost ter bevordering van activiteiten en het beschikbaar stellen van middelen in het kader van belangenbehartiging op lokaal niveau. Aan de betrokken verantwoordelijken op lokaal niveau wordt gevraagd de behoeften van mensen met een handicap te integreren in het grote steden- en gemeentebeleid, wat tevens de aandachtsterreinen onderwijs, werkgelegenheid, volkshuisvesting, vervoer, volksgezondheid en voorzieningen omvat, met inachtneming van de diversiteit van beoogde doelgroep: waarvan tevens ouderen, vrouwen en immigranten deel uitmaken. Lokale besturen moeten actieplannen terzake opstellen in nauwe samenspraak met vertegenwoordigers van belangenorganisaties en tevens lokale commissies in het leven roepen, deze commissies initiëren de activiteiten van het Europees Jaar. 6

3 Belangenorganisaties van mensen met een handicap Belangenorganisaties de vertegenwoordigers van mensen met een handicap - krijgen de primaire verantwoordelijkheid om het Europees Jaar tot een succes te maken. Deze organisaties moeten beschouwd worden als ambassadeurs van het Europees Jaar en zij moeten op pro-actieve wijze contacten leggen met alle betrokken partijen door voorstellen te doen voor gerichte maatregelen en te streven naar het aangaan van duurzame partnerschappen met partijen die nog niet eerder beoogd werden. 4 werkgevers Werkgevers moeten zich meer inspanningen getroosten om mensen met een handicap te integreren, respectievelijk te handhaven en kansen te bieden op promotie in hun bedrijven en instellingen. Daarnaast moeten zij hun producten en diensten zoveel mogelijk toegankelijk en bruikbaar maken voor mensen met een handicap. Werkgevers moeten hun personeelsbeleid onder de loep nemen, om belemmeringen weg te werken waardoor mensen met een handicap geen gelijke kansen hebben. Werkgeversorganisaties kunnen hun medewerking verlenen aan deze inspanningen door inventarisatie en bevordering van goede praktijkvoorbeelden. 5 Vakbonden Vakbonden moeten zich meer inspannen ten gunste van betaalde arbeid door mensen met een handicap, door op adequate wijze hun belangen naar voren te brengen in alle vakbondsactiviteiten. Vakbonden moeten hun intern beleid bezien op belemmeringen op het gebied van gelijke kansen voor mensen met een handicap en deze belemmeringen wegwerken. 6 media Media moeten partnerschappen aangaan met belangenorganisaties van mensen met een handicap en deze partnerschappen verstevigen teneinde de beeldvorming over mensen met een handicap te verbeteren. Media zouden meer informatie moeten bieden waarin recht wordt gedaan aan de diversiteit van mensen. In het kader van op handicap betrekking hebbende kwesties, moeten de media een medelijdende of neerbuigende benadering tot iedere prijs vermijden en in plaats daarvan wijzen op voor mensen met een handicap bestaande obstakels en benadrukken dat mensen met een handicap in staat zijn een zinvolle maatschappelijke bijdrage te leveren zodra de bestaande obstakels uit de weg zijn geruimd. 7 onderwijs Scholen moeten een sturende rol vervullen in beeldvorming door begrip voor en erkenning van de rechten van mensen met een handicap via lesprogramma s actief uit te dragen, maar ook plek te bieden aan een open gesprek over bestaande angsten, mythevorming en verkeerde opvattingen, waarbij benadrukt moet worden dat er een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid bestaat om hier iets aan te veranderen. Er dienen op brede schaal leermethoden te worden ontwikkeld die erop gericht zijn dat leerlingen in staat zijn als individuen om te gaan met hun handicap of met de handicap van iemand anders, en in staat zijn onderlinge verschillen vanuit een positieve invalshoek te bezien. Scholen, hogescholen en universiteiten moeten in samenwerking met voortrekkers uit de beweging van mensen met een handicap initiatieven nemen voor conferenties en workshops voor journalisten, publicisten, architecten, werkgevers en personeelsleden van instellingen op het gebied van sociale voorzieningen en volksgezondheid, gezinsleden, vrijwilligers en gemeenteambtenaren. 7

8 een gezamenlijke inspanning die we ons kunnen en moeten getroosten Mensen met een handicap zetten zich in om op alle maatschappelijke terreinen vertegenwoordigd te zijn, wat betekent dat alle organisaties hun werkwijze moeten bezien en nagaan of deze op een dusdanige manier is vorm gegeven dat mensen met een handicap een bijdrage kunnen leveren en kunnen profiteren van dat wat de organisaties te bieden hebben. Dit gaat bijvoorbeeld op voor consumentenorganisaties, jongerenorganisaties, kerkelijke en culturele organisaties alsmede organisaties van burgers met specifieke belangen. Verder moet in dit verband gedacht worden aan het betrekken van mensen die te maken hebben met besluitvorming, beleid en beheer van onder meer musea, theaters, bioscopen, parken, sportaccommodaties, congrescentra, winkelbedrijven en postkantoren. Wij, als deelnemers aan het congres te Madrid, ondersteunen deze Verklaring en zien het als een plicht deze op dusdanig brede schaal te verspreiden, dat de inhoud ervan de basis van de samenleving bereikt. Wij nemen ons voor alle verantwoordelijken aan te sporen tot het onderschrijven van deze Verklaring, voor, tijdens en na het Europees Jaar van mensen met een handicap. Door de Verklaring te onderschrijven, bevestigen organisaties hun instemming met de geboden perspectieven en aanvaarden zij de plicht tot het treffen van maatregelen die bijdragen aan het proces dat daadwerkelijke gelijkheid van alle mensen met een handicap en hun families tot stand brengt. 8