OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak B Beginner. Geriatrische zorgvrager



Vergelijkbare documenten
OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak B EN C. Beginner. Geriatrische zorgvrager

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn gevorderd 1 BEROEPSTAAK E

OPLEIDING tot Verzorgende-IG. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak D Startbekaam

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE BEROEPSTAAK B CHRONISCH ZIEKE

Inhoudsopgave basiswerk Geriatrie (niveau 4) Voorwoord. Redactionele verantwoording. Over de auteur

OPDRACHTEN. Verzorgende IG. Module 8 Kraamzorg

Het is in uw eigen belang dat u de folder goed doorleest en de adviezen nauwkeurig opvolgt. Dit om een spoedig herstel te bevorderen.

Beroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager

Praktijkopdracht Klinisch Redeneren

Wondzorg. ~ Beroepsopdracht 10 ~ Werkproces 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak E Beginner

Chronisch Hartfalen. Wat is chronisch hartfalen?

Domino-effect. Gevolgen van diabetes

Respectvol reageren op gevoelens

OPLEIDING tot MBO - VERPLEEGKUNDIGE TOETS BEROEPSOPDRACHT. Ondersteunen bij begeleiden. Beroepstaak C. Niveau Gevorderd 2

Workshop communicatie

Mogelijke zorgrisico s tijdens uw ziekenhuisopname

Longgeneeskunde. Pneumonie.

Ouderen en ondervoeding

Hoe u doorligwonden (decubitus) kunt voorkomen

Wond expertise centrum. Doorliggen voorkomen

Decubitus (doorliggen)

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

Module 9 Kennis delen en coachen

Beroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven

Examentrainer. Vragen vmbo-bk. Scan

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak E Beginner

Examentrainer. Vragen vmbo-bk. Het oor. Oorpijn

Zorgen voor het slaap en waakritme

Palliatieve Zorg. Marjolein Kolkman en Ingrid Kienstra. Verpleegkundigen Palliatieve Zorg

Je oefent deze vaardigheid in het praktijklokaal aan de hand van het handelingsformulier Voorlichting geven.

Ziek zijn en voeding Informatie voor de ondervoede patiënt met een natrium- en/of vochtbeperkt dieet

Zorg voor mensen die bewust afzien van eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen: een begaanbare weg

Opname op de Geriatrie Trauma Unit

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Ouderen in het ziekenhuis. Tips om lichamelijk en geestelijke achteruitgang te voorkomen.

Hulp bieden bij eten en drinken bij platligging of halfzittende houding

H Het voorkomen van doorliggen (decubitus)

Voorkom onnodige achteruitgang in het ziekenhuis Handleiding voor patiënten

1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent.

Lichamelijke aspecten van groei en ontwikkeling deel 1

Signalering symptomen bij mensen met dementie

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

Kunnen wij ook het laatste stuk van ons levenspad in eigen regie afleggen?

Woord vooraf 1 2. Redactionele verantwoording 1 3. Redactie 1 7. Auteurs 1 8

Ondersteunen en begeleiden bij mobiliteit ~Beroepsopdracht 5~

Doorliggen, informatiebrochure ter preventie van doorligwonden. wat kunnen we daar samen aan doen? s Herenbaan Rumst

Het organiseren van een activiteit

Bloeddrukdaling na het eten. Postprandiale hypotensie

PROEVE VAN BEKWAAMHEID

werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen?

Decubitus (drukplekken, doorliggen)

H Ouderen in het ziekenhuis

Tijdelijke verwardheid (delier) Ondervoeding Vallen Fysieke beperkingen

Hulp bij de uitscheiding

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE BEROEPSTAAK D, DEEL 7

Het invullen van een vochtbalans

Hyperemesis gravidarum Overmatige misselijkheid en/of braken tijdens de zwangerschap

Voorletters + Achternaam. Uw kandidaat-nummer. Naam van de instelling waar u werkt : Adres instelling. Proefexamen. Kandidatenversie.

Ouderen in het Jeroen Bosch Ziekenhuis

Doorliggen voorkomen. Een handleiding voor patiënten en familie

De delirante patiënt van vergeetachtig tot verwardheid

DE KENNIS OVER OUDERE PATIËNTEN QUIZ (KOP-Q)

voedingsadvies bij dreigende ondervoeding

Feedbackformulier Leerling Praktijktoets 1 Persoonlijke verzorging Casus 3 Mw. Niemeijer

Integrale lichaamsmassage

Voorkom onnodige achteruitgang in het ziekenhuis.

I Lees het hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdracht

Algemene informatie. Voorkom onnodige achteruitgang in het ziekenhuis - Kom uit het bed -

Het voeren van een begeleidend gesprek met een zorgvrager

Kwetsbare ouderen. Wat kunt u er zelf aan doen?

Bijlage B 2.1 Leidraad bij de kwalitatieve interviews 1

Empyeem: pus in de ruimte tussen de longvliezen

De eigen grenzen bewaken

DONOR IN HART EN NIEREN

Doorliggen. (decubitus) Verpleging

Speciale aandacht voor ouderen tijdens een opname

Zorg en behandeling rondom het levenseinde. Het beleid van de Frankelandgroep inzake reanimatie, palliatieve sedatie, versterving en euthanasie

Doorliggen voorkomen

Signalering in de palliatieve fase

Chique woorden Weet jij wat deze woorden betekenen? Vraag om de beurt de betekenis van een chique woord aan elkaar.

Tijd voor de dood. Stilstaan bij en tijd nemen voor de dood Oprecht en stap voor stap afscheid nemen. Beleidsnotitie Palliatieve Zorg

Multimorbiditeit & Klinisch redeneren. Karin Timm Hester Vermeulen

Continue Palliatieve sedatie, feiten en fabels Specialist ouderengeneeskunde/docent. Probeer te verwoorden wat volgens jou

Een ziekenhuisopname Wat kunt u doen?

STARTDOCUMENT STAGE JAAR 1 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent

Samenvatting leerstof Geriatrie opleiding

SW-B-K1-W3 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Uitnodigingen en promotie

Cursus. Anatomie, fysiologie en pathologie Deel 4

Klinisch redeneren BBL/BBL-i/ BOL/Vakbekwaam/HBOV Opdracht: Start klinisch redeneren: - observeren van een patiënt.

Wat is decubitus? Wanneer ontstaat decubitus?

Overdrachtsformulier Palliatieve Zorg Ponsplaatje

Eet smakelijk Informatie over vocht en voeding voor ouderen

Het verpleegplan. Persoonlijke basiszorg 2. Begeleiden. Voorlichting, advies en instructie. Traject V&V niveau 4 OVERZICHT LEEREENHEDEN CONCEPT

H Zorg voor kwetsbare ouderen

Doorliggen. Wat kunt u daar aan doen?

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Voorkom onnodige achteruitgang in het ziekenhuis -Kom uit bed-

Transcriptie:

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE Ondersteuningsmagazijn Beroepstaak B Beginner Geriatrische zorgvrager Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Cohort: 2012-2013 KD 2012-2013 Versie:1 Fase: beginner Naam student:.

2

Inhoudsopgave 1. Geriatrische zorgvrager...5 Activiteiten Verpleegkunde Beeldvorming: Ouder worden Portret van de toekomst Ouderenzorg in Nederland Kennistaak geriatrische zorgvrager Wie is de geriatrische zorgvrager? Interview geriatrische zorgvrager Basiszorg verlenen aan geriatrische zorgvragers met: - Doofheid, slechthorendheid - Blind, slechtziendheid - Staar en glaucoom - Osteoporose en artrose - Prostaathypertrofie, urine-incontinentie en nierinsufficiëntie PAAF Somatogeriatrische aandoeningen: - Osteoporose en artrose - Prostaathypertrofie, urine-incontinentie en nierinsufficiëntie Ooraandoeningen Doofheid en slechthorendheid Oogaandoeningen Blind -slechtziendheid Staar en glaucoom Presentatieopdracht oor en oogaandoeningen Zenuwstelsel en zenuwweefsel Oefenvragen zenuwstelsel Algemene wondleer-cd-rom wonden Voedingsleer Voeding en wonden 2. Palliatief terminale zorg...31 Activiteiten Verpleegkunde Beeldvorming palliatief terminale zorg Lichamelijke kenmerken van sterven Verpleegkundige zorg in de terminale fase Voedingsleer Voeding en palliatieve zorg 3. Veiligheid gericht op geriatrische zorgvrager...37 Activiteiten Verpleegkundige Persoonlijke veiligheid bevorderen van de oudere Valpreventie geriatrische zorgvrager Ouderenmishandeling Bedrustcomplicaties (voorkomen) PAAF Anatomie en fysiologie bedrustcomplicaties Voedingsleer Ondervoeding en [on] gezonde voeding 3

4. Verplegen van zorgvragers met dementie, delier en depressie...49 Activiteiten Verpleegkunde Ervaar Alzheimer zelf DVD Dementie Boek Ik heb Alzheimer Verplegen van zorgvragers met dementie Verplegen van geriatrische zorgvragers met een depressie Verplegen van zorgvrager met acute verwardheid/delier PAAF Dementie Kijkopdracht bij de dvd psychogeriatrie dementie Zelftest dementie Depressie bij ouderen Delier Voedingsleer Afweergedrag bij eten en drinken en dementie 4

1 Geriatrische zorgvrager Activiteiten Verpleegkunde Beeldvorming: Ouder worden Portret van de toekomst Ouderenzorg in Nederland Kennistaak geriatrische zorgvrager Wie is de geriatrische zorgvrager? Interview geriatrische zorgvrager Basiszorg verlenen aan geriatrische zorgvragers met: - Doofheid, slechthorendheid - Blind, slechtziendheid - Staar en glaucoom - Osteoporose en artrose - Prostaathypertrofie, urine-incontinentie en nierinsufficiëntie PAAF Somatogeriatrische aandoeningen: - Osteoporose en artrose - Prostaathypertrofie, urine-incontinentie en nierinsufficiëntie Ooraandoeningen Doofheid en slechthorendheid Oogaandoeningen Blind -slechtziendheid Staar en glaucoom Presentatieopdracht oor en oogaandoeningen Zenuwstelsel en zenuwweefsel Oefenvragen zenuwstelsel Algemene wondleer-cd-rom wonden Voedingsleer Voeding en wonden Artikelen Voeding en wonden 5

6

Beeldvorming: Theorie competentie Verplicht/keuze Ouder worden De student kan vertellen wat wordt verstaan onder ouder worden en welke veranderingen optreden bij het ouder worden Spreek af met welke klasgenoten je deze activiteit gaat uitvoeren (max. 4 personen) Selecteer welke bronnen je wilt raadplegen Je kunt voor dit onderzoek verschillende bronnen raadplegen. Boek. internet en; DVD S over ouder worden 328.7 Ouder worden in Nederland 328.7 Dingen die voorbijgaan Voor het onderzoek: naar keuze Voor de presentatie: school De nabespreking vindt plaatst met klasgenoten en docent 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (D, F, K, M, R.) Verplicht Activiteit Doe onderzoek met je klasgenoten naar het onderwerp: Wat is ouder worden? Werkwijze: Oriënteer je met behulp van de vragen op het onderwerp o Wat is ouderdom? o Beeldvorming over ouderen? o Welke endogene en exogene veranderingen treden op bij het ouder worden? o Achteruitgang in de organen? Cellen Hart- en bloedvaten Longen Maag-darmkanaal Lever Nieren Blaas Bewegingsapparaat Hersenen Hormoonhuishouding Je kunt voor dit onderzoek verschillende Evidence Bases Bronnen raadplegen, zoals theorie uit je boek en vakliteratuur (Nursing). Andere activiteiten kunnen zijn: werkbezoek aan verpleeghuis, interview met oudere, interview met verpleegkundige en arts, Dvd s over ouder worden etc. 7

Voorzieningen ouderenzorg in Nederland Theorie competentie Verplicht/keuze De student heeft kennis over hoe de belangrijkste voorzieningen voor de ouderenzorg er in Nederland uit ziet. Boek: verzorgen van Geriatrische zorgvragers Bestudeer het thema: orientatie op de zorgcategorie Thema oriëntatie op de zorgcategorie Theorielokaal, thuis Vergelijk je overzicht met medestudenten en vul deze aan. 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (K.) verplicht Activiteit Zet in het onderstaande overzicht de belangrijkste voorzieningen voor oudere zorg. Extramurale voorzieningen: Uitleg: Transmurale zorg en ketenzorg: Uitleg: Intramurale zorg: Uitleg: 8

Wie is de geriatrische zorgvrager? Theorie competentie Verplicht/keuze De student kan - de kenmerken zijn van de geriatrische zorgvrager benoemen en met een voorbeeld uitleggen - in eigen woorden de gezondheidsproblemen en verpleegproblemen bij geriatrische zorgvragers weergeven Neem je boek mee en zorg voor en computer Boek: verzorgen van Geriatrische zorgvragers, thema oriëntatie op de zorgcategorie Theorielokaal, thuis Bespreek de kenmerken met medestudenten. Noteer vragen en onduidelijkheden en bespreek deze met de docent. 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (F, K, M, R.) Verplicht Activiteit Maak de onderstaande vragen en bespreek deze met medestudenten. Vragen: 1. Leg uit De oudere bestaat niet. 2. Welke onderverdeling kan er gemaakt worden binnen deze categorie? 3. Wat zijn de kenmerken van de geriatrische zorgvrager? Leg uit m.b.v. een voorbeeld. 4. Welke gezondheidsproblemen kun je bij de geriatrische zorgvrager tegenkomen? 5. Welke verpleegproblemen kunnen daaruit voortvloeien? 9

Interview geriatrische zorgvrager Theorie competentie Verplicht/keuze Een verslag van het interview waarin aandachtspunten bij het verlenen van basiszorg aan geriatrische zorgvragers worden beschreven. Neem je boek mee, zorg voor een computer, stem af met een medestudent wanneer je samen vragen kunt maken voor het interview. Boek: verzorgen van Geriatrische zorgvragers, thema het verplegen van geriatrische zorgvragers; 2. Verpleegkundige aandachtsgebieden, strategieën en interventies Theorielokaal, thuis, instelling Bespreek het verslag met klasgenoten en lever het in bij de docent voor feedback. 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (D, F, K, M, R.) BOL: verplicht BBL: keuze Activiteit Interview een geriatrische zorgvrager en verwerk de antwoorden in een verslag van 1A4. Werkwijze: 1. Stem af met een medestudent wanneer je de vragen gaat maken en wie je wilt gaan interviewen Je kunt aan een oudere uit de eigen omgeving denken, zoals opa/ oma, buurman/vrouw of een geriatrische zorgvrager uit je stage instelling. 2. Formuleer minimaal 10 vragen waarin de volgende aandachtspunten zijn verwerkt: het ouder worden, handhaven van zelfstandigheid, draaglast en draagkracht (verlieservaringen, informatievoorziening,tempo), inrichting woning/afdeling. 3. Stem af wie je wilt gaan interviewen en maak een afspraak met diegene. 4. Vraag om toestemming en leg het doel uit. 5. Verwerk de antwoorden in een verslag. Beschrijf tevens de verpleegkundige aandachtspunten bij het verlenen van basiszorg aan deze geriatrische zorgvrager. 10

Basiszorg verlenen aan geriatrische zorgvragers De student kan de verpleegkundige observaties, aandachtspunten en interventies benoemen bij het verlenen van basiszorg aan de geriatrische zorgvrager. Boek: verplegen van Geriatrische zorgvragers, Boek: ondersteunen persoonlijke basiszorg Bestudeer theorie over het verplegen van geriatrische zorgvragers met problemen Theorie Verplegen van zorgvragers met problemen. Theorielokaal, thuis Bespreek deze activiteit a.d.h.v. het antwoordmodel met klasgenoten competentie Verplicht/keuze Activiteit 1 4.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt verpleegplan op (J, K) 4.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (D, F, K, M, R.) Verplicht Geef antwoord op onderstaande vragen 1. Veel mannen hebben problemen bij het urineren als ze ouder worden. Hoe komt dat en aan welk probleem denk je dan? 2. Incontinentie voor urine komt vaak bij 65-plussers voor. - Denk jij eens in dat jij incontinent voor urine zou zijn. Wat zou je daar vervelend aan vinden? - Wat zou je belangrijk vinden in de houding van een zorgverlener als je niet zelf instaat zou zijn het incontinentiemateriaal te verschonen? - Welke eisen zou je stellen aan incontinentiemateriaal? 3. Mevrouw Rawie heeft last van urge-incontinentie. - Door welke verpleegkundige acties zou je de incontinentieproblemen zoveel mogelijk voorkomen? - Welke voorlichting kun je mevrouw geven over de therapieën die er zijn voor deze incontinentie Activiteit 2 Beschrijf de verpleegkundige observaties, aandachtspunten en interventies in de zorg bij de geriatrische zorgvrager, aan de hand van onderstaande onderwerpen Incontinentie voor urine Prostaathypertrofie Nierinsufficientie Osteoporose Artrose Doofheid en slechthorendheid Blind en slechtziendheid Staar en glaucoom 11

PAAF Somatogeriatrische ziektebeelden Theorie Competenties Verplicht/keuze De student kan de oorzaken, de verschijnselen en complicaties, de diagnostiek, de behandeling en eventueel de preventie beschrijven van : - Osteoporose en artrose - Prostaathypertrofie, urine-incontinentie en nierinsufficiëntie Bestudeer theorie over bovengenoemde aandoeningen Zorg dat je beschikt over het boek verplegen van geriatrische zorgvragers en anatomie/pathologieboek Zie resultaat Thuis, school Evalueer de prestentaties op inhoud 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (F, J K, M, R.) Verplicht Geriatrie is het medisch specialisme wat zich bezighoudt met de opsporing en behandeling van ziekten bij ouderen. Geriatrische zorgvragers hebben per definitie meerdere (ouderdoms)ziekten en ze zijn kwetsbaar in lichamelijk, psychisch en sociaal opzicht. Activiteit 1: Volg de hoorcollege voor de volgende onderwerpen Osteoporose en artrose Prostaathypertrofie, urine-incontinentie en nierinsufficiëntie Activiteit 2: Ga in subgroepjes presentaties voorbereiden en uitvoeren over de volgende somatogeriatrische onderwerpen: o Incontinentieproblematiek o Prostaataandoeningen o Nierinsufficiëntie o Artrose, o Osteoporose 12

PAAF Ooraandoeningen Theorie competentie Verplicht/keuze De student heeft zijn kennis vergroot van de anatomie/fysiologie van het oor m.b.t. de pathologiën aan het oor Zorg dat je beschikking hebt over je anatomie en fysiologie boek (Bastiaanse) +je i-care boek: het verzorgen van geriatrische zorgvragers Zorg dat je theorie hebt bestudeerd over de anatomie en fysiologie van het oor Het verplegen van zorgvragers met visus en/of gehoorstoornissen Anatomie en fysiologie van het oor Thuis, theorielokaal/ studieruimte Kijk activiteit 1 na met behulp van het antwoordmodel Bespreek de uitwerking van activiteit 2 met een medestudent. Stel zonodig leervragen aan de docent 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden(k) Verplicht Activiteit 1 Maak onderstaande vragen Benoem in het plaatje de onderdelen. De onderstreepte nummers ook in het Latijn. 11 12 13 1 2 3 4. 13

5.. 6. 7. 8.. 9. 10 11.. 12.. 13.. Het oor bestaat uit 3 delen, namelijk: 1. 2. 3. De taak van de afzonderlijke delen is: Uitwendige oor Waaruit bestaat het uitwendige oor? Beschrijf de bouw en benoem welk onderdeel er zich aan het eind bevindt? 14

Middenoor Hoe heet de ruimte van het middenoor en wat bevindt zich hier? Door welk bot is deze ruimte omgeven?.. Waarmee is de buis van Eustachius een verbinding Binnenoor Wat vormt de scheiding met het binnenoor? 1. 2. Bevat het binnenoor lucht of vloeistof? Wat bevindt zich verder in het binnenoor?.. In het slakkenhuis zit het orgaan van Corti. Waaruit bestaat het orgaan van Corti en wat zal hier dus plaats vinden? Hoe wordt informatie van het oor (en het evenwichtsorgaan!) naar de hersenen gebracht? Beschrijf hoe het geluid zich in het oor zich voortplant en uiteindelijk naar de hersenen gaat. 15

PAAF doofheid en slechthorendheid Theorie competentie Verplicht/keuze De student heeft kennis opgedaan over doofheid/slechthorendheid Zorg dat je beschikking hebt over je anatomie en fysiologie boek + je boek: het verzorgen van geriatrische zorgvragers Zorg dat je theorie hebt bestudeerd over de anatomie en fysiologie van het oor Het verzorgen van geriatrische zorgvragers: hoofdstuk het verplegen van zorgvragers met visus en/of gehoorstoornissen Thuis, theorielokaal/ studieruimte Bespreek de uitwerking van deze activiteit met een medestudent. Stel zonodig leervragen aan de docent 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (K) verplicht Activiteit Maak onderstaande vragen over ooraandoeningen: doofheid/slechthorendheid Onderzoek daarbij: - welke vormen van doofheid/slechthorendheid zijn er - wat is de oorzaak - wat zijn de verschijnselen - wat zijn de onderzoeken - wat zijn de behandelmogelijkheden - eventuele complicaties 16

PAAF oogaandoeningen Theorie competentie Verplicht/keuze De student heeft zijn kennis vergroot van de anatomie/fysiologie van het oog m.b.t. de pathologieën aan het oog Zorg dat je beschikking hebt over je anatomie en fysiologie boek. Zorg dat je theorie hebt bestudeerd over de anatomie en fysiologie van het oog Anatomie en fysiologieboek: theorie over het oog Theorielokaal/ studieruimte Kijk deze activiteit na met behulp van het antwoordmodel 1.2. Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (K) verplicht Activiteit 1 Maak onderstaande vragen Benoem in het plaatje de onderdelen. De onderstreepte nummers ook in het Latijn. Doe het zoveel mogelijk uit je hoofd 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 17

Waardoor zijn de ogen redelijk beschermd? Hoe heten de 3 vliezen die het oog omgeven? 1. Hoe heet de sterke kromming aan de voorkant... Wat is de functie van dit vlies? 2. Wat bevindt zich hier en waarom?... Hoe heet het deel met de specifieke kleur?... Hoe heet het gat in het midden en hoe werkt zijn reflex? Wat zit er bevestigd aan de rand van dit vlies en hoe heet deze rand? 3. Hoe heet het meest gevoelige deel van dit vlies? Met welk deel van dit vlies kunnen we niets waarnemen?... Hoe heten de 2 verschillende zintuigcellen en wat kunnen we met hen waarnemen? 1. 2. Wat gebeurt er in de zintuigcellen met de lichtprikkels?... Wat gebeurt er vervolgens met deze prikkels?... Wat bevindt zich in de oogkamers?... Waar wordt dat gemaakt?... Hoe vindt de afvoer plaats?... Wat is de functie hiervan? 1. 2. 3. Waar zit de lens in het oog? En waar zit het aan vast? Beschrijf het verloop van een lichtstraal in het oog. Hoe heet het dunne vliesje over het hoornvlies? 18

PAAF blindheid, slechtziendheid Theorie competentie Verplicht/keuze Je hebt kennis van de een aantal pathologieën van het oog Zorg dat je beschikking hebt over een computer en internet Zorg dat je beschikking hebt over de DVD de specialist: de oogspecialist uit de mediatheek Het verplegen van geriatrische zorgvragers www.oogziekenhuis.nl www.oogartsen.nl Theorielokaal/ studieruimte Kijk deze activiteit na met behulp van het antwoordmodel 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (K) Verplicht Activiteit 1 Maak onderstaande vragen over blindheid en slechtziendheid Blindheid/slechtziendheid o o o Welke vormen van blindheid/slechtziendheid zijn er mogelijk Wat kunnen oorzaken voor blindheid/slechtziendheid zijn? Ga bij onderstaande onderdelen van het oog na wat de pathologie inhoud en wat de behandeling is: - oogbindvlies conjunctivitis - oogleden entropie/ectropie - ooglens cataract - netvlies glaucoom o bekijk de bijpassende filmpjes op www.oogartsen.nl 19

Paaf staar en glaucoom Theorie competentie Verplicht/keuze De student heeft kennis opgedaan over een aantal pathologieën van het oog: staar en glaucoom Zorg dat beschikking hebt over het boek verzorgen van geriatrische zorgvragers Het verzorgen van geriatrische zorgvragers, hoofdstuk verplegen van zorgvragers met visus en/of gehoorstoornissen www.oogziekenhuis.nl Theorielokaal/ studieruimte Bespreek de uitwerking van deze activiteit met een medestudent. Stel zonodig leervragen aan de docent 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (K) verplicht Activiteit 1 Maak onderstaande vragen Werk de volgende oogaandoeningen uit: 1. staar of cataract 2. glaucoom of groene staar Onderzoek daarbij: - wat is de pathologie - wat is de oorzaak - wat zijn de verschijnselen - wat zijn de onderzoeken - wat zijn de behandelmogelijkheden - eventuele complicaties Activiteit 2 Bekijk van de DVD de specialist: de oogspecialist en beantwoord onderstaande vragen. 1) Waardoor kan het hoornvlies troebel worden? 2) Hoe wordt staar ook wel genoemd? 3) Waardoor kan groene staar ontstaan? 4) Wat kan suikerziekte met je ogen doen? 5) Hoe kan het oog van een suikerpatiënt behandeld worden? 6) Wat moet de chirurg openen om bij de lens te komen? 7) Hoe wordt de lens vastgehecht? 8) Zoek op: wat is de nabehandeling van staar. 20

PAAF Presentatieopdracht oor- en oogaandoeningen Theorie competentie Verplicht/keuze De student heeft zijn kennis gepresenteerd over oor-en oogaandoeningen middels een powerpoint Zorg dat je beschikking hebt over je het boek anatomie/fysiologie en het boek verzorgen van geriatrische zorgvragers Spreek met welke studiegenoten jij deze activiteit gaat uitvoeren (max.4 personen) Boek anatomie/fysiologie Het verplegen van geriatrische zorgvragers Thema: het verplegen van zorgvragers met beperkingen aan door visus- en/of gehoorproblemen Theorielokaal/ studieruimte Evalueer met je studiegenoten de uitvoer van de presentatie en de ppt. 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden K vakdeskundigheid toepassen Keuze Activiteit 1 Presenteer je kennis over oor en oogaandoeningen middels een ppt. aan de lesgroep Werkwijze: De groep wordt verdeeld in 5 subgroepen. Elke groep bereidt een PowerPoint presentatie voor en presenteert deze voor de hele groep. De volgende onderwerpen worden verdeeld: - anatomie van het oog - anatomie van het oor - cataract - glaucoom - doofheid/slechthorendheid Onderzoek daarbij: - wat is de pathologie - wat is de oorzaak - wat zijn de verschijnselen - wat zijn de onderzoeken - wat zijn de behandelmogelijkheden - eventuele complicaties De docent beoordeelt de presentaties. 21

PAAF Zenuwweefsel en zenuwstelsel Theorie competentie Verplicht/keuze De student toont zijn kennis over het zenuwweefsel en zenuwstelsel door het maken van de opdracht Zorg dat je theorie hebt bestudeerd over het zenuwweefsel en zenuwstelsel uit het boek Anatomie en Fysiologie Zorg dat je beschikt over: - theorieboek Anatomie en Fysiologie - dvd, je bewegen, hoe gaat dat? - wandplaten van het zenuwstelsel - model van een zenuw Hoofdstuk over zenuwen, zenuwweefsel en zenuwstelsel You tube: het filmpje zenuwstelsel van biodoen School, thuis Kijk deze activiteit na met behulp van het antwoordmodel 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (K) Verplicht Activiteit 1: Bekijk het filmpje over het zenuwstelsel van biodoen (Youtube) Activiteit 2: Bekijk de DVD je bewegen, hoe gaat dat? Activiteit 3: Bekijk de wandplaten van het zenuwstelsel en het model van een zenuw Activiteit 4: Maak de opdracht over het zenuwweefsel en zenuwstelsel Evenals er spierweefsel en vetweefsel is, hebben we in ons lichaam ook zenuwweefsel. Dit bestaat uit 2 soorten cellen: 1.. of. 2. of. 22

Zenuwweefsel Benoem de onderdelen van een zenuwcel: Functioneel kun je een zenuwcel verdelen in 3 delen: 1. 2. 3. Er zijn 3 soorten zenuwcellen en hun taak is: 1. 2. 3. De steuncellen of de bevinden zich alleen in het centrale zenuwstelsel, hun taak is:.. Een ander woord voor impuls is... Op deze manier kunnen zenuwen een boodschap overdragen. Zij kunnen dit overdragen aan verschillende soorten cellen, namelijk... (1), (2) en. (3) De plaats van overdracht tussen 2 uiteinden van een zenuw noemen we de.. of spleet. Aan het eind van een axon of neuriet wordt de impuls overgedragen aan een andere neuriet. Dit gebeurt d.m.v. neurotransmitters, dit zijn.. Enkele neurotransmitters zijn: Bij welke ziekte is er een tekort aan een bepaalde neurotransmitter?.. Om de neurieten zit een wit gekleurd materiaal, dit heet... En voorkomt kortsluiting tussen de verschillende neurieten. Zo is er in het zenuwweefsel witte stof (dit zijn de neurieten) en grijze stof, dat zijn de.. 23

Een aantal neurieten bij elkaar noemt men een zenuw. Een aantal zenuwen bij elkaar noemt men een plexus. Jij kunt een plexus vinden in de.. en in de. Zenuwstelsel Het zenuwstelsel kan ingedeeld worden op 2 manieren: op basis van de ligging in het lichaam of op basis van de werking. We spreken ook wel over: 1. anatomische indeling 2. fysiologische indeling De anatomische indeling is: 1. a. b. c. d 2. a. b. c. De fysiologische indeling is: 1. of 2. of deze is weer te verdelen in: a. b. Beschrijf de taak van de onderdelen van de fysiologische indeling. (zie ook afb. 6.15) Wanneer is het zenuwstelsel genoemd bij 2a actief? Wanneer is het zenuwstelsel genoemd bij 2b actief? Waarom kun je beter niet meteen gaan sporten als je net het diner hebt gebruikt? Waar komt het begin van de impulsen vandaan als je van plan bent om te gaan lopen? Hoe komt die impuls bij de bovenbeenspier? Via 24

Activiteit 2: Maak de oefenvragen, omcirkel het juiste antwoord 1. Welke van de volgende onderdelen behoort NIET tot het centrale zenuwstelsel? A. grijze stof B. hersenen C. ruggenmerg D. ruggenmergzenuwen 2. Het parasympathische zenuwstelsel stimuleert de A. hartwerking B. hartwerking en ademhaling C. spijsvertering 3. Hoe wordt het autonome zenuwstelsel ook wel genoemd? A. centraal B. perifeer C. vegetatief D. willekeurig 4. Het sympathische zenuwstelsel heeft invloed op hartslagfrequentie (1) en maagsapafscheiding(2). Wat is de juiste combinatie? A. (1) +(2) + B. (1) +(2) - C. (1) -(2) + D. (1) -(2) - 5. Het centrale zenuwstelsel bestaat uit A. animale en vegetatieve zenuwstelsel B. grote hersenen, kleine hersenen en hersenstam C. hersenen en hersenzenuwen D. hersenen en ruggenmerg 25

PAAF Algemene wondleer-cd-rom wonden Theorie competentie Verplicht/keuze De student heeft inzicht gekregen over de kennis die nodig is om rode wonden te kunnen verzorgen. Zorg dat je beschikking hebt over een computer, een koptelefoon en pen en papier. De cd-rom is al geïnstalleerd op de computer. WCS classificatie CD- rom wonden Boek Anatomie/fysiologie. In het OLC of een laptop van het Albeda college Bespreek je bevindingen met mededeelnemers en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (F, J K, M, R.) 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit (K, L) Verplicht Activiteit 1 Volg de les over algemene wondleer Activiteit 2 Beantwoord onderstaande vragen van de CD-rom wonden. Klik op start links onderin het scherm en vervolgens op cursistensoftware op PC. Daarna klik je op diversen gezondheidszorg en vervolgens op: wondverzorging. Je bent nu in het programma wondverzorging, als je hier nogmaals op klikt kom je in het hoofdmenu. Er zijn 3 hoofdcategorieën: Materialen, vaardigheden en wonden. Deze opdracht behandelt de categorie wonden. Huid Ga naar wonden Ga naar de anatomie/fysiologie Ga naar huid, kies hier bouw Maak de volgende vragen: Vraag 1: Noem de drie lagen waaruit de huid is opgebouwd. Bovenin het scherm zie je een pijl naar links, door deze aan te klikken ga je terug naar het vorige onderwerp. Kies functie en daarna bescherming. Vraag 2: Noem 5 factoren waartegen de huid ons beschermt en geef er een voorbeeld bij Bloed Ga terug naar anatomie/fysiologie, door de pijl naar links aan te klikken. Ga naar bloed en kies: samenstelling, daarna trombocyten. 26

Vraag 3: Welk enzym speelt een belangrijke rol bij de bloedstolling? Ga terug naar bloed en kies dan bloedstolling. Vraag 4: Welk proces treedt als eerste op na een verwonding? Ga naar de volgende bladzijde door onder aan het scherm de rode bladzijde aan te klikken. Vraag 5: Wat gebeurt er vervolgens met de trombocyten? Wondgenezing Ga terug naar anatomie/fysiologie en ga vervolgens naar wondgenezing. Hier vind je een 7-tal processen die bij wondgenezing plaats vinden. Klik op vasoconstrictie. Vraag 6: Wat is de functie van bloeden? Ga naar de volgende bladzijde. Vraag 7: Waardoor wordt de wond afgesloten? Ga terug en klik op vasodilatatie. Vraag 8: Hoe noemen we de verschijnselen die bij vasodilatatie optreden? (Ga naar de volgende bladzijde door onderaan het scherm op de rode bladzijde te klikken)! Nu vindt er tevens al ingroei van capillairen in de wond plaats Vraag 9: Wat wordt er door het bloed aangevoerd om de bacteriën te doden en wat is het afvalproduct? Ga terug en klik op collageenvorming, lees deze bladzijde door en ga naar de volgende bladzijde (klik op de rode bladzijde onderin). Vraag 10: Waarom is het littekenweefsel niet gelijk aan het omliggende weefsel? Ga terug en klik op wondcontractie. Vraag 11: Waardoor sluit de wond op den duur? Ga terug en klik op revascularisatie. Vraag 12: Hoe heet het rode weefsel dat in een wond ontstaat? Ga terug en klik op epitheelregeneratie. Vraag 13: Van waaruit groeit de epidermis? Ga terug en klik op littekenvorming. Vraag 14: Waardoor is een litteken soms dik? Ga naar de volgende bladzijde. Vraag 15: Waardoor is een litteken anders van kleur dan de rest van de huid? Ga terug naar wondgenezing en klik op de volgende bladzijde (rode bladzijde rechts onderin) Vraag 16: Wanneer spreken we van primaire wondgenezing? Volgende bladzijde: Vraag 17: Wanneer spreken we van secundaire wondgenezing? Vraag 18: Wat zegt dit over het herstel? 27

We vatten de wondgenezing ook wel samen door te spreken over: 1. de reactiefase: bloeding-bloedstolling 2. regeneratiefase: herstel-vorming van granulatieweefsel-ingroei capillairen-eventueel bestrijden bacteriën 3. remodelleringsfase: littekenvorming, terug naar oude staat W.C.S. classificatie Klik 2x op de pijl naar links en ga verder in het hoofdstuk W.C.S. classificatie. Vraag 19: Waarom is het belangrijk om te weten of je met een rode, gele of zwarte wond te maken hebt? Klik op de volgende bladzijde. Vraag 20: Geldt deze indeling voor alle wonden? Vraag 21: Op welke kleur richt je de behandeling? Klik op rode wond. Vraag 22: Wat zijn kenmerken van een rode wond? Klik op het vergrootglas rechts onderin, klik nogmaals. Volgende bladzijde. Vraag 23: Hoe verzorg je de rode wond? Ga terug naar rode wonden. Vraag 24: Geef een voorbeeld van een oppervlakkige rode wond. Vraag 25: Welke behandeling kan worden toegepast bij een oppervlakkige rode wond en wat is het doel? Ga terug naar rode wonden. Vraag 26: Geef voorbeelden van diepe rode wonden. Vraag 27: Wat zijn de factoren die de genezing van een diepe rode wond beïnvloeden, zowel plaatselijk als algemeen? Een aantal leuke sites m.b.t. wondbehandeling zijn de volgende: www.wcs-nederland.nl www.wondverzorging.nl www.wondbehandeling.nl www.nursingwondzorg.nl (veel artikelen) www.huidziekten.nl (wonden met plaatjes, diagnose en folders) www.decubituswijzer.nl (kies wondbehandeling, kies algemene info en basiswondbehandeling) www.decubitus-nederland.nl www.decubitus.be (e-learning) www.decubitusozl.nl. Let op: In het ondersteuningsmagazijn van beroepsopdracht D kun je een activiteit vinden over het verplegen van rode wonden 28

Voeding en wonden Voeding heeft grote invloed op het ontstaan en de genezing van wonden. Het is van belang dat de zorgvrager hiervan op de hoogte is en dat je als verpleegkundige de zorgvrager hierover kunt voorlichten en adviseren. Daarnaast heb je als verpleegkundige de taak om alert te blijven of zorgvragers een verhoogd risico lopen op het ontwikkelen van decubitus als het gewicht verminderd, ze vocht vast houden of een langere periode slecht of onvoldoende eten. Theorie Competenties Verplicht/keuze De student kan benoemen welke voedingstoffen belangrijk zijn bij wonden Bestudeer het artikel over voeding en wonden Voeding en wonden Thuis, school Neem de uitwerking van deze opdracht mee naar de voedingsles 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (F, J K, M, R.) Verplicht Activiteit 1 Lees de casuistiek en beantwoord de vragen Casus 1 Mevrouw Visser is 40 jaar en ligt nu 2 weken bij jou op de afdeling. Ze heeft weinig lichaamsbeweging vanwege een gecompliceerde beenbreuk na een ongeval. De wond lekt nog steeds en moet dagelijks met verband worden verschoond. 1. Aan welke voedingsstoffen heeft mevrouw een verhoogde behoefte in verband met de wond en de botbreuk die ze heeft? Haar dagelijks voeding bestaat uit: 3 sneden brood, besmeerd met margarine en belegd met 2x zoet beleg en 1 x vleeswaar. Verder gebruikt ze 5 kopjes thee/koffie met suiker, 2 koekjes, 1 glas sap en een kopje soep. De warme maaltijd is 2 aardappelen, half portie vlees met wat jus, 2 lepels groente en half bakje yoghurt. 2. Krijgt mevrouw Visser voldoende voeding binnen? Vergelijk haar voeding met de aanbevolen hoeveelheden voor een volwassene en maak dan duidelijk waar de problemen te verwachten zijn. 3. Wat doe je in de praktijk met deze gegevens? 29

Casus 2 Fatima is 24 jaar oud en komt net op de afdeling met hoge koorts (40). Ze is erg suf en slap. Fatima heeft waarschijnlijk te lang in de hete zon gezeten en is te suf om te eten en te drinken. 1. Aan welke voedingsstoffen heeft Fatima een verhoogde behoefte? Fatima mag na 2 dagen weer naar huis, de koorts is verdwenen. Haar moeder vraagt of er voor haar voeding nog richtlijnen zijn. 2. Wat adviseer je de moeder? Casus 3 Meneer Jansen heeft een grote buikoperatie gehad en de wond lekt nog bloed en vocht. Meneer Jansen mag ondertussen weer gewoon gaan eten, maar heeft helemaal geen trek. Het eten smaakt hem niet. 1. Aan welke voedingsstoffen heeft meneer een verhoogde behoefte? 2. Als meneer geen menukeuze wil invullen, wat doe je dan als verpleegkundige? 30