Spiertabellen1.2. Bij 'Blok Locomotorisch Stelsel & Huid', 2 de kandidatuur geneeskunde



Vergelijkbare documenten
M. supraspinatus. Origo: Insertio: Innervatie: Functie: Fossa supraspinata. Tuberculum maius. N. suprascapularis. Abductie arm

Anatomie van de heup. j 1.1

Spiergroep Spier (onderdeel) Origo Insertie Innervatie Functie Ventrale spieren van de bovenarm (flexoren onderarm)

frontaal vlak sagittale as transversale as sagittaal vlak mediosagittaal (mediaan) vlak

Inhoud. Inleiding 1. 4 Anatomie van de schouder Anteflexie Retroflexie Abductie Adductie 46

7.Aa,b Heupspieren (heupgewrichtsspieren), oorsprong op os coxae. a lateraal aanzicht. b mediaal aanzicht. Afb. 7.Aa,b

Spieren van het bovenste membrum

Tabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit

Anatomie van de Spieren

6. Van welk deel van de wervelkolom is de vertebra prominens een onderdeel? 7. Hoe wordt de binnenste laag van het gewrichtskapsel genoemd?

* short head: eind van coracoid van scapula * long head: supraglenoid deel scapula. * Ulna. * halverwege voorkant humerus.

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006.

De spieren (structuur)

Skillslab handleiding

Anatomie. Hier volgen 50 opgaven. Bij elke opgave zijn drie antwoorden gegeven. Slechts één van deze antwoorden is het goede.

Theorie-examen anatomie 12 januari 2007

Belangrijkste spiergroepen

Theorie - herexamen Anatomie 23 mei 2008

1. Welke structuur verbindt trochanter minor met de linea aspera? Linea pectinea

Theorie-examen anatomie 25 januari 2008

1. m. Rectus Abdominis (rechte buikspier) A. Origo en insertie: van 5-7de rib naar schaambeen. C. Indeling en functie van de spier:


Skillslab handleiding

2. Bevestiging spieren. 3. Stevigheid (samen met spieren) 4. Beweeglijkheid (samen met spieren) 5. Aanmaak rode bloedcellen in beenmerg

Spierstelsel onderbeen en voet

Gesloten vragen Functionele Anatomie II

Spierenbovensteextremiteit

Henny Leentvaar (Sport)massage Pagina 1 van 7 spieren studie hulp

5 Bot tussenstof bestaat behalve uit calciumzouten eveneens uit: a) Fibreuze vezels b) Elastische vezels c) Reticulaire vezels d) Collagene vezels 6

Spierenbovensteextremiteit

MASSAGETHERAPEUT

De antwoorden op de opdrachten E-Learning VAN WIT EN ZWART. Opdracht 1. A = M. tensor fasciae lata B = lig. capitis femoris

Cursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius

Les Spierenondersteextremiteit. O: proximaal I : distaal

Bouw van een skeletspier

1. BEKKENGORDEL EN HEUP

Linea intermedia Labium externum. Incisura ischiadica major. Spina ischiadica Incisura ischiadica minor Ramus ossis ischii. Ramus inferior ossis pubis

MASSAGETHERAPEUT

OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15

Dissectie. Geïllustreerde handleiding

23-Oct-14. 6) Waardoor wordt hyperextensie van het kniegewricht vooral beperkt? A) Banden B) Bot C) Menisci D) Spieren

DE SCHOUDER van BINNEN naar BUITEN. Wietske Wind Thom van der Sloot

Anatomie van het bewegingsapparaat itemlijst

DEEL II: HET ONDERSTE LIDMAAT (vervolg)

Reader Bowflex. Hogeschool van Amsterdam 09/2009

DE INTRINSIEKE MUSCULATUUR VAN DE HAND: ANATOMIE EN FUNCTIE

** Flexie van de pols wordt ook wel palmairflexie genoemd, extensie van de pols wordt ook dorsaal flexie of dorsaal extensie genoemd.

Een fotoatlas van de. anatomie in vivo 2. Onderste extremiteit. Serge Tixa. Bohn Stafleu Van Loghum

Opleidingsprogramma. Percutaneous Needle Electrolysis (PNE)

Diagnostiek aan de schoudergordel. Model orthopedische geneeskunde ( James Cyriax) (Dos winkel)

De plaatsbepalende uitdrukkingen (mediaal, lateraal etc.) worden altijd gebruikt ten opzichte van een ander lichaamsdeel.

Skillslab handleiding

Reader Pully. Hogeschool van Amsterdam 09/2009

Inspectie, anatomische structuren en palpatie liggend

Inhoud. Spiertrainer 4 Romp

Voet. Oriëntatiepunten van de voet 38. Voetrug en zijkanten van de voet 74. Voetskelet 42. Voetzool 82. Voetbeenderen 52. Ligamenten van de voet 88

Inleiding. Anatomie. Humerus

Bewegingsleer Deel I De bovenste extremiteit

Lichamelijk onderzoek

Samenvatting Fysieke Ergonomie

VUmc_CAT_BB_B15_ _inzage Friday, January 12, :42

VGN immobilisatieprotocollen

Anatomie en karate-bewegen

Myologie specifiek: schouder en arm musculatuur. Fysiologie Huid Nieren en urinewegen. Uit welke spieren bestaat de rotatorcuff?

Wii Enjoy Therapy Verantwoording en toelichting

Wat is een triggerpoint?

De primaire frozen shoulder Stenvers, Jan Derek

VUmc_CAT_BB_B15_ _inzage Wednesday, March 22, :35

5 In welk deel van de wervelkolom treffen we de meeste wervels aan? A het cervicale deel B het lumbale deel C het sacrale deel D het thoracale deel

Krachttraining. Een krachttrainingsschema voor Bewegen, sport en maatschappij. Naam Klas Docent

Anatomy Trains Myofacial Meridians

NEDERLANDSE ECHOGRAFIE ACADEMIE CURSUS ZENUWECHOGRAFIE

Sportmassage Theorie: samenvatting

Tricky pricks. Lenie Jacobs. 7 april Infiltratietechnieken voor de huisarts

Musculus deltoideus Musculus teres minor Musculus teres major Locatie Functies Musculus subscapularis Trivia...

Perifere zenuwletsels van hand en arm

Uit: prometheus. Reina Welling WM/SM-theorieles 2. Transversale / frontale as = van links naar rechts = rekstok

VUmc_CAT_BB_B15_ _inzage Wednesday, October 25, :36 Block 1, 54 question(s), maximum score 54 CAT BB B INZAGE

DEEL II: HET ONDERSTE LIDMAAT (vervolg)

SPORTMASSAGE les 1 woensdag Hoofdstuk 1. Anatomie of ontleedkunde: Kennis van de bouw van het menselijk lichaam

Henny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei Opgesteld door: Henny Leentvaar

ERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding

2 De romp. Zichtbare en palpabele oriëntatiepunten van de romp

Anatomische terminologie

Beroepsopdracht van Çagdas Mutlu & Monique Frederiks Hogeschool van Amsterdam ASHP, opleiding fysiotherapie Inhoudsopgave

BODY & POWER. Handboek Anatomie voor Fitness

Spieractivatiepatronen tijdens fitness oefeningen op de Carving Pro. Maastricht University: Pieter Oomen (MSc) Hans Savelberg (PhD)

Appendix A Segmentale oorsprong van zenuwen en spieren

Injectietechnieken bovenste ledematen. Philippe Van Elsen 30/03/2018

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar

Titel: Anatomische predispositieplaatsen voor compressie van de n. medianus, n. radialis en de n. ulnaris: een kinesitherapeutische beslissingsboom.

VUmc_CAT_BB_ _inzage Tuesday, October 16, :35

De 5 klassieke blocks. De 5 klassieke blocks. Deze uiteenzetting

Transcriptie:

Spiertabellen1.2 Bij 'Blok Locomotorisch Stelsel & Huid', 2 de kandidatuur geneeskunde Auteurs: Matthias De Moerloose Bronnen: Syllabus Prof. Roels, D Herde en Kerckaert Femke Delporte Hosford Muscle Tables (www.ptcentral.com/muscles) Eva Van Braeckel Bart Van Braeckel Sobotta & Netter atlassen Verbeteringen en suggesties: : bart.vanbraeckel@ugent.be

Verbinding tussen romp en lidmaat Spieren van het bovenste membrum Trapezius - schedel - processus spinosi C1 T11à12 - Pars descendens: lateraal 1 /3 clavicula - Pars transversa: acromion - Pars ascendens: spina scapula - extensie hoofd en hals - elevatie clavicula - retractie, elevatie en rotatie scapula - abductie arm - accessorius (XI) (diepe zijde spier) - Plexus cervicalis (kleine takjes) - zware gewichten aan arm Latissimus dorsi - processus spinosi T7 L5 (via fascia - crista tuberculi minoris - adductie - thoracodorsalis thoracolumbalis) - achterste 1 /3 van de crista iliaca - laatste 3à4 costae - angulus inferior scapulae (craniaal deel bedekt door trapezius) - retroflexie - endorotatie - retractie scapula - klimspier Rhomboideus - processus spinosi C6 T4 - margo medialis scapulae - retractie en rotatie scapula - dorsalis scapulae (minor : C6 C7 maior T1 T4) Levator scapulae - processus transversi C1 C4: - margo medialis scapulae - elevatie en rotatie scapula - dorsalis scapulae tubercula posteriora - angulus superior - ophanging schoudergordel Serratus anterior - costae 1 9, laterale zijde - margo medialis en inferior scapulae - angulus inferior - scapula naar ventraal = protractie - scapula kantelen naar craniaal - thoracicus longus (laterale zijde, met a. & v.) - scapula tegen costae houden Pectoralis maior - pars clavicularis: mediale helft clavicula - crista tuberculi maioris (overdekt latissimus dorsi) - pars clavicularis: anteflexie - pectorales (diepe zijde spier) - pars sternocostalis: voorzijde sternum en ribkraakbeen (van costa 1à2 tot 6à7) - pars abdominalis: oppervlakkige zijde rectusschede adductie endorotatie - pars sternocostalis en abdominalis: elevatie ribben (hulpademhalingsspier) Pectoralis minor - costae 2à3 5, ventrale zijde - processus coracoideus - depressie en protractie scapula - pectorales (hulpademhalingsspier) Subclavius - costa 1, tussen rib en ribkraakbeen - sulcus M. subclavii (clavicula) - fixatie clavicula tegen sternum (hulpademhalingsspier) - subclavius 1/7

Spieren tussen gordel en vrije lidmaat Supraspinatus - fossa supraspinata - tuberculum majus, craniale zijde - gewrichtkapsel - abductie tot 90 - verhindert caudale luxatie - suprascapularis (door incisura scapulae) - kabelspanner Infraspinatus - fossa infraspinata - tuberculum majus, craniaal (dorsaal - exorotatie - suprascapularis van insertie supraspinatus) - gewrichtkapsel - hulp bij abductie (craniale vezels) - verhindert achterwaartse luxatie Teres minor - margo lateralis scapulae, ovaal veld halverwege - tuberculum maius, dorsaal - gewrichtkapsel - exorotatie, maakt ook verdere abductie mogelijk - verhindert craniale verschuiving humerus oiv. Deltoideus - verhindert achterwaartse luxatie - retroflexie - axillaris Subscapularis - scapula : fascies costalis, fossa subscapularis Deltoideus - clavicula, caudale rand lateraal 1 /3 - acromion, caudale rand lateraal 1 /3 - spina scapula, caudale rand lateraal 1 /3 - tuberculum minus - crista tuberculi minoris - gewrichtkapsel - endorotatie - fixatie caput humeri tijdens abductie - versterkt schoudergewricht langs ventraal - verhindert samendrukken van Sr. Ant. - subscapularis - tuberositas deltoidea humeri Elke beweging van arm: - axillaris -In zijn geheel: abductie tot 90, fixatie humerus, elevatie arm - Pars clavicularis: endorotatie, anteflexie tot 90 - Pars acromialis: abductie tot 90 - Pars spinalis:exorotatie, retroflexie<90 Biceps brachii - caput longum: - tuberositas radii (met uitstralende - abductie door caput longum - musculocutaneus tuberculum supraglenoidale (door sulcus intertubercularis, door schoudergewricht in vagina synovialis) - caput breve: processus coracoideus aponeurosis musculi bicipitis in fascia antebrachii = lacertus fibrosus) - adductie door caput breve - anteflexie - flexie elleboog - supinatie in 90 flexie - endorotatie - stabiliseert humerus voorwaarts Coracobrachialis - processus coracoideus (oorsprong versmoten met caput breve bicipitis) - humerus, mediaal en halverwege - anteflexie en adductie - verhindert caudale luxatie - musculocutaneus 2/7

Triceps brachii - caput longum: - olecranon, caput laterale en longum - extensie elleboog - radialis tuberculum infraglenoidalis bedekken caput mediale en - adductie schouder vanuit abductie - caput laterale: vormen dan 1 pees - retroflexie vanuit anteflexie humerus, dorsaal; laterocraniaal - stabilisatie schouder van sulcus nervi radialis - arm dragen septum intermuscularis laterale - caput mediale: humerus, dorsaal; mediocaudaal van sulcus nervi radialis septum intermuscularis mediale Teres maior - margo lateralis scapulae, ovaal vlak - crista tuberculi minoris - adductie - tak van fasciculus bij angulus inferior (in goot gevormd door latissimus dorsi) - retroflexie posterior plexus brachialis: (oppervlakkig van fascia met - endorotatie Subscapularis of infraspinatus en teres minor in) thoracodorsalis Spieren volledig behorend tot het vrije lidmaat Brachialis - humerus, distale facies anterior medialis en lateralis - septa intermusculare mediale en - tuberositas ulnae - flexie elleboog - musculocutaneus (loopt tussen brachialis en biceps) laterale Anconeus - epicondylus lateralis humeralis - ulna, proximale ¼ facies en margo posterior - extensie elleboog - radialis 3/7

Voorarmspieren, ventrale groep Diepe groep Flexor digitorum profundus - ulna, facies anterior - membrana interossea - distale phalangi van 2 5 (door canalis carpi) - flexie distale phalangi 2 5 (enige spier) - flexie overige phalangi - flexie pols - lichte ulnaire abductie - vinger 2 en 3: interosseus anterior medianus - vinger 4 en 5: ulnaris Flexor pollicis longus - Caput radiale: radius, facies anterior - Caput humerale: epicondylus - basis distale phalanx van 1 (door canalis carpi) - flexie distale phalanx 1 (enige spier) - flexie proximale phalanx - interosseus anterior uit medianus medialis (soms aanwezig) - flexie pols Pronator quadratus - ulna, distale ¼ facies anterior - radius, facies anterior - pronatie - radius tegen ulna houden (distaal) - kabelspanner - interosseus anterior uit medianus Epicondylus medialis spieren = oppervlakkige buigers (van radiaal naar ulnair) Pronater teres - Caput humerale: epicondylus - radius, tuberositas pronatoria - pronatie - medianus medialis humeri (laterale zijde) - flexie elleboog - Caput ulnare: processus coronoideus Flexor carpi radialis - epicondylus medialis humeri - basis 2 (soms 3 de )metacarpaal (door - flexor pols - medianus - fascia canalis carpi) - radiale abductie (lichtjes) - flexie elleboog Palmaris longus - epicondylus medialis humeri - aponeurosis palmaris - spant aponeurosis - medianus - fascia - flexie de pols - flexie elleboog - onrechtstreeks flexie vingers Flexor digitorum - Caput humero-ulnare: epicondylus - middelste phalangi 2 5 - flexie 2 e falanx op 1 e - medianus superficialis medialis en processus coronoideus (knoopsgat, erdoor: pees van flexor - flexie vinger op hand - Caput radiale: caudaal van digitorum profundus) - flexie hand op pols tuberositas pronatoria (door canalis carpi) - lichte flexie elleboog Flexor carpi ulnaris - Caput humerale: mediale epicondyl - os pisiforme, os hamatus - carpale flexie - ulnaris - Caput ulnare: margo posterior ulnaris - omgevende ligamenten - ulnaire abductie (lichtjes) en olecranon - basis metacarpaal 5 - flexie elleboog 4/7

Epicondylus lateralis spieren, de laterale ondergroep Brachioradialis - humerus, margo lateralis - processus styloideus radii (lateraal) - flexie elleboog - radialis - septum intermusculare laterale (van distale 1/3 tot epicondylus lateralis) - lichte supinatie bij pronatie - lichte pronatie bij supinatie Extensor carpi radialis longus - humerus, margo lateralis - septum intermusculare laterale (van distale 1/3 tot epicondylus - metacarpaal 2, dorsaal - lichte flexie elleboog - extensie pols - radiale abductie pols - radialis (takje vóór afsplitsing ramus profundus) lateralis, caudaler van supra) Extensor carpi radialis brevis - humerus, margo lateralis - septum intermusculare laterale (van distale 1/3 tot epicondylus lateralis, caudaler van supra) - gewrichtkapsel - metacarpaal 3, dorsaal - lichte flexie elleboog - extensie pols - radiale abductie pols - r. profundus radialis Dorsale spieren van de voorarm: Diepe groep Supinator - ulna, crista musculi supinatoris - radius, langs laterale zijde op - supinatie - r. profundus radialis - epicondylus lateralis humeri - lig. Annulare radii - lig. Collaterale radiale voorzijde Abductor pollicis - ulna, dorsaal - basis metacarpaal 1 - abductie duim - r. profundus radialis longus - membrana interossea - radius, dorsaal - radiale abductie pols - extensie pols Extensor pollicis brevis - membrana interossea - proximale phalanx van 1 - extensie proximale phalanx - r. profundus radialis - radius, dorsaal Extensor pollicis longus - ulna, dorsaal - distale phalanx van 1 - extensie van distale phalanx 1 - r. profundus radialis - membrana interossea - dorsiflexie pols Extensor indicis - ulna, dorsaal - membrana interossea - distale phalanx van 2 via dorsale aponeurose - extensie index - extensie pols - radiale abductie pols - r. profundus radialis 5/7

Oppervlakkige groep strekkers (onderdeel van epicondylus lateralis spieren) Extensor digitorum - epicondylus lateralis humeri - middelste band van dorsale - extensie pols - r. profundus radialis - fascia - ligamenten elleboog strekaponeurose: basis 2 de phalanx van 2 5 - laterale banden van dorsale strekaponeurose: distale phalanx van 2 5 - lichte extensie elleboog - extensie metacarpophalangaal gewricht van 2 5 - extensie vingers 2 5, met hulp van Mm. Lumbricales en interossei Extensor digiti minimi - epicondylus lateralis humeri - middelste band: - extensie pols - r. profundus radialis - fascia - ligamenten elleboog basis 2 de phalanx van 5 - laterale banden: distale phalanx van 5 - lichte extensie elleboog - extensie alle gewrichten van 5 Extensor carpi ulnaris - Caput humerale: epicondylus lateralis humeri - fascia - Caput ulnare: margo posterior ulnae - basis metacarpaal 5, dorsaal - ulnaire abductie - lichte extensie pols - lichte extensie ellboog - r. profundus radialis De hand thenarspieren Abductor pollicis - retinaculum flexorum - proximale phalanx van 1, lateraal - abductie - interosseus anterior uit brevis - os scaphoideum - laterale sesambeentje medianus - os trapezium Flexor pollicis brevis - retinaculum flexorum - proximale phalanx van 1, lateraal - flexie - diepe kop: - os scaphoideum - laterale sesambeentje r. profundus ulnaris - os trapezium (diepe en oppervlakkige kop) - oppervlakige kop: medianus Opponens pollicis - retinaculum flexorum - metacarpaal 1, laterale boord - oppositie (ulnaire buiging en rotatie - interosseus anterior uit - os scaphoideum rond eigen as) medianus - os trapezium Adductor pollicis Caput transversum: metacarpaal 3 - mediaal sesambeen (bij - adductie duim - r. profundus ulnaris Caput Obliquum: metacarpaal 2 & metacarpophalangaal gewricht os capitatum van 1) 6/7

Hypothenarspieren Palmaris brevis - aponeurosis palmaris - huid 5, mediaal - opspannen huid 5 - r. superficialis ulnaris Abductor digiti minimi - ulnaire carpalen - proximale phalanx van 5 - abductie pink - r. profundus ulnaris Flexor digiti minimi - ulnaire carpalen - proximale phalanx van 5 - flexie pink - r. profundus ulnaris Opponens digiti minimi - ulnaire carpalen - metacarpaal 5, mediale boord - oppositie pink=rotatie metacarpaal 5 - r. profundus ulnaris Korte spieren Lumbricales - pezen flexor digitorum profundus, laterale zijden - kopjes aan ulnaire zijde van 2e en 3 e voor 4 e en 5 e vinger. (lumbricales 1&2 = unipennate, 3&4 = bipennate) - dorsale aponeurose, via laterale zijde vingers ter hoogte van proximale phalanx - flexie metacarpophalangaal gewricht - extensie interphalangale gewrichten - radiale abductie van de gestrekte vingers - 2 ulnaire lumbricales: r. profundus ulnaris - 2 radiale lumbricales: interosseus anterior medianus interossei - metacarpalen, zijkant dorsale: op 2 metacarpalen (bipennate) palmaire: op metacarpaal 2,4 en 5 (unnipennate) - dorsale strekaponeurose (dorsale én palmaire interossei, versmelten met supra) - zijde proximale phalanges - M. extensor digitorum - flexie metacarpophalangaal gewricht - extensie interphalangale gewrichten (samen met supra) - dorsale: 2 en 4 verwijderen van 3 (abductie, 5 heeft eigen abductor) - ventrale interossei: adductie mnemotechnisch: VAD & DAB - r. profundus ulnaris 7/7

Heup en dij Dorsale heupspieren=zonnestraalspieren Spieren van het onderste membrum Quadratus femoris - tuber ischiadicum - crista intertrochanterica femoris - exorotatie - zwakke adductie - ischiadicus of plexus sacralis Obturatorius internus - membrana obturatoria, binnenzijde - fossa trochanterica humeri (via - exorotatie - plexus ischiadicus of - foramen obturatorius, rand foramen ischiadicum maius) - eventueel retroflexie plexus sacralis Gemelli - gemellus superior: (+supra= rotator spina ischiadicum triceps) - gemellus inferior: tuber ischiadicum Piriformis - sacrum, ventrale zijde en lateraal van foramina sacralia Gluteus minimus - ala ossis ilii, dorsaal en tussen linea glutea inferior en anterior Gluteus medius - ala ossis ilii, dorsaal, tussen linea glutea anterior,posterior en crista iliaca - fossa trochanterica (gemeenschappelijke pees met supra) - trochanter maior humeri, top (door foramen ischiadicum maius) - exorotatie - plexus ischiadicus of plexus sacralis - zwakke abductie - ischiadicus of plexus - exorotatie sacralis - trochanter maior humeri, top - abductie - hulp anteflexie en exorotatie (gaan) - gluteus superior - trochanter maior humeri, top - abductie - gluteus superior (overdekt de minimus) - hulp anteflexie, retroflexie en exorotatie (gaan) Tensor fasciae latae - spina iliaca anterior superior (SIAS) - condylus lateralis tibialis, via fascia - abductie dij - gluteus superior lata en tractus iliotibialis - anteflexie - endorotatie bovenbeen - extensie knie + lichte exorotatie onderbeen (voor hyperextensie) - stabilisatie bekken Gluteus maximus - linea glutea posterior, juist dorsaal - ligamentum sacrotuberale, achterzijde - os sacrum - fascia thoracolumbalis - tuberositas glutea (overdekt alles supra, behalve ventraal deel gluteus medius) - Craniaal deel: abductie dij - Caudaal deel: adductie - retroflexie - exorotatie bij bilaterale contractie, bekken naar voor (om te poepen) - ondersteuning anale sphincters - onrechtstreeks extensie knie - belet vooroverkantelen bekken bij gefixeerde dij - gluteus inferior inhoudsopgave

Ventrale spieren van heup en dij Psoas Maior: - opp. elementen: corpora vertebralis T12 L4 & disci intervertebrales - trochanter minor (langs linea arcuata, onder lig. Inguinale) - anteflexie (gaan) - lateroflexie (gefixeerde dij) - ventrale takken plexus lumbalis - diepe elementen: processus costalis L1 L4-5 - versterkt lumbale lordose (extensie wervelkolom bij gefixeerde dij) Psoas Minor - Zijvlakken corpora vertebralis T12 L1 - Fascia m. illiopsoas of pecten ossis - ondersteunt werking psoas maior op - plexus lumbalis pubis wervelkolom Iliacus - ala ossis ilii (fossa iliaca) - trochanter minor, langs linea arcuata - ondersteunt werking psoas maior op - femoralis (versmelt met psoas, vormen samen iliopsoas) heup - stabilisatie bekken op femur Sartorius - spina iliaca anterior superior (SIAS) - mediodorsaal van tuberositas tibiae - anteflexie - femoralis (S-vormig verloop) ( van pes anserinus) - flexie knie - exorotatie dij - abductie - endorotatie onderbeen bij geflecteerde knie Quadriceps femoris - rectus femoris (biarticulair): - rectus femoris: basis patellae volledige spier: - femoralis caput rectus: - vastus lateralis: laterale rand patella, - sterke extensie knie (sterkste spina iliaca anterior inferior (SIAS) (meest distale vezels als retinaculum menselijke spier) caput reflexum: patellae naar condylus laterales - naar voor kantelen bekken (bij craniale rand acetabulum - vastus laterales (uniarticulair): linea aspera, laterale lip - vastus intermedius (uniarticulair): femur, facies anterior en lateralis (bedekt door rectus femoris tibiae) - vastus intermedius: basis patellae - vastus mediales: mediale rand patella, (deel van vezels als retinaculum naar condylus medialis tibiae) gefixeerde femur) rectus femoris: - anteflexie - ondersteunt werking lig. iliofemorale van Berlin vastus medialis obliquus: - vastus mediales (uniarticulair): m vastus medialis obliquus: - patella naar mediaal trekken (rest linea aspera, mediale lip horizontale as gevormd door meest distale vezels - gemeenschappelijk: kniepees, lig. patellae (caudaal deel kniepees) op tuberositas tibiae van quadriceps trekt patella naar lateraal) Articularis genus Distale ¼ facies anterior femoris Gewrichtkapsel (diep van vastus Intermedius) kabelspanner - femoralis inhoudsopgave

Adductoren Pectineus - pecten ossis pubis, ventraal - linea pectinea femoris (voortzetting linea aspera) - adductie - exorotatie (EMG: endorotatie) - obturatorius - femoralis - fixatie caput femoris in acetabulum - anteflexie Adductor longus - middenlijn tussen ramus superior ossis - linea aspera, middelste 1 /3 van - adductie - obturatorius (diepe zijde) pubis en ramus inferior ossis pubis, ventraal mediale lip (dorsaal van vastus medialis) - exorotatie (EMG: endorotatie) - fixatie caput femoris in acetabulum - anteflexie Adductor brevis - ramus inferior ossis pubis, ventraal - linea aspera, craniaal deel mediale lip (overdekt door craniale deel adductor longus) - adductie - exorotatie (EMG: endorotatie) - fixatie caput femoris in acetabulum - obturatorius Adductor magnus - ramus ossis ischii, ramus inferior ossis (soms +Adductor pubis, caudale grens foramen minimus) obturatum tot tuber ischiadicum Gracilis - ramus inferior ossis pubis, caudaal van adductor brevis Obturatorius externus - foramen obturatum, boord (anatomisch= dorsale - membrana obturatoria heupspier) (ventraal bedekt door pectineus, dorsaal door quadratus femoris) - linea aspera, mediale lip, dorsaal van adductor brevis - tuberculum adductorium(op epicondylus medialis) Tussen deze 2 insertiepezen: hiatus adductorius voor A&V femoralis - mediodorsaal van tuberositas tibiae, juist dorsaal van sartorius ( van pes anserinus) - adductie - obturatorius - exorotatie (EMG: endorotatie) - fixatie caput femoris in acetabulum - adductie - obturatorius - fixatie caput femoris in acetabulum - flexie knie - endorotatie onderbeen - fossa trochanterica - zwakke adductie - obturatorius - exorotatie inhoudsopgave

Dorsale dijspieren = hamstrings Biceps femoris - caput longum: tuber ischiadicum - caput breve: - caput fibulae - retroflexie (caput longum) - fixatie bekken op femur (longum) - flexie knie N. ischiadicus: - tibialis: caput longum - fibularis: caput breve linea aspera, tussen beide lippen - exorotatie geflecteerd onderbeen Semitendinosus - tuber ischiadicum (vergroeit met - mediodorsaal van tuberositas tibiae, - retroflexie - tibialis caput longum suprae) dorsaal van gracilis ( van pes anserinus) - fixatie bekken op femur - flexie knie - endorotatie onderbeen Semimembranosus - tuber ischiadicum Trilaminaire Pes anserinus profundus: - condylus medialis tibiae - lig. popliteum obliquum - fascia poplitea - retroflexie - fixatie bekken op femur - flexie knie - endorotatie onderbeen - tibialis inhoudsopgave

Spieren van het onderbeen Dorsale loge Diepe spierlaag Flexor digitorum longus - tibia, facies posterior (onder linea m. - distale phalangi 2 5, basis en - plantaire flexie - tibialis solei) plantair (na knoopsgat te zijn geweest voor flexor digitorum brevis) - inversie - flexie distale phalangi 2 5 - ondersteunen longitudinaal voetgewelf Tibialis posterior - membrana interossea - tuberositas ossis navicularis - plantaire flexie - tibialis - aangrenzende delen tibia en fibula - os cuneiforme mediale - basis metatarsi 2 --> 4 - ondersteunen mediaal voetgewelf - inversie Flexor hallucis longus - fibula, distale 2 /3 facies posterior - distale phalanx van 1 - plantaire flexie - tibialis - membrana interossea - septum intermusculare - flexie distale phalangi 1 - ondersteunen longitudinaal voetgewelf - inversie Popliteus - sulcus popliteus caudaal van epicondylus lateralis femoris - gewrichtskapsel - laterale meniscus - lig. Popliteum obliquum - boven linea m. solei (facies posterior tibialis) - flexie knie - endorotatie onderbeen - slotrotatie knie - tibialis Oppervlakkige spierlaag Triceps surae - gastrocnemicus: - tuber calcanei via tendo calcanei of Geheel: - tibialis caput laterale: craniaal van achillespees - plantaire flexie condylus lateralis - inversie caput medialis: craniaal van Gastrocnemius: condylus medialis - flexie knie - soleus: Soleus: linea m. solei - tegengaan van naar voor knikken arcus tendines m. solei knie proximaal 1 /3 van de fibula +caput inhoudsopgave

Plantaris - condylus lateralis femoris, versmolten - calcaneus, eventueel versmolten - plantaire flexie - tibialis met caput laterale gastrocnemii met tendo calcanei - inversie - facies poplitea - flexie knie (dus idem gastrocnemius) Ventrale loge Tibialis anterior - tibia, proximaal en lateraal - basis metatarsaal 1 - dorsiflexie - fibularis profundus - membrana interossea - fascia cruris - os cuneiforme mediale - inversie - ondersteunen mediaal voetgewelf Extensor hallucis - membrana interossea - distale phalanx van 1 - extensie van 1 - fibularis profundus longus - aangrenzende delen tibia en fibula - basisfalanx 1 (via strekaponeurose) - dorsiflexie Extensor digitorum - Condylyus lateralis tibiae - dorsale aponeurose van 2 5 - extensie van 2 5 - fibularis profundus longus - caput + margo anterior fibula (middelste + distale falanx) - dorsiflexie - eversie Fibularis tertius - fibula of afgesplitst van supra - metatarsaal 5 (niet altijd aanwezig) - dorsiflexie - eversie - fibularis profundus Laterale loge Fibularis (=Peroneus) - proximale 2 /3 fibula - basis metatarsaal 1, via sulcus in - eversie - fibularis superficialis longus onderzijde os cuboideum - plantaire flexie - steunen voetgewelven Fibularis (=Peroneus) brevis - distale 2 /3 fibula - tuberositas ossis metatarsalis 5 - eversie - plantaire flexie - steunen voetgewelven - fibularis superficialis inhoudsopgave

Voet Dorsum pedis Extensor digitorum - calcaneus, dorsale en laterale zijde - dorsale aponeurose van 2 4 - extensie phalangi 2 4 - fibularis profundus brevis (lateraal van sinus tarsi) Extensor hallucis brevis - calcaneus, dorsale en laterale zijde (lateraal van sinus tarsi) - proximale falanx 1 - extensie basisgewricht 1 - fibularis profundus Planta pedis Thenarspieren Adductor hallucis - caput obliquus: os cuboideum, os cuneiforme - lateraal sesambeentje van 1 - proximale falanx 1 - adductie van 1 - flexie van 1 - plantaris medialis of lateralis laterale, basis metatarsalia 2 4 - caput transversum: distale gewrichtkapsels 2 5 + lig. (in hand was dit maar tot 3!) Abductor hallucis - tuber calcanei - mediaal sesambeentje van 1 - abductie van 1 - plantaris medialis - retinaculum - plantaire aponeurose - basis proximale phalanx 1 - steunt longitudinaal voetgewelf Flexor hallucis brevis - os cuneiforme mediale - ligamenten - pees van m tibialis posterior - caput mediale mediaal sesambeentje en proximale falanx van 1 - caput laterale lateraal sesambeen en proximale phalanx van 1 Tussen de 2 koppen: flexor hallucis longus - flexie van 1 - steunt voetgewelf - plantaris medialis - plantaris lateralis inhoudsopgave

Middenloge Flexor digitorum brevis - tuber calcanei - middelste phalangi 2 5 - flexie 2 de phalanx van 2 5 - plantaris medialis - aponeursoe (knoopsgat, erdoor: pees van flexor digitorum longus)-> 4 pezen! Quadratus plantae - tuber calcanei - ligamenten - pees van flexor digitorum longus (lateraal) - corrigeert schuine verloop van pees van de flexor digitorum longus - plantaris lateralis Hypothenarspieren Flexor digiti minimi - basis metatarsaal 5 - basis proximale phalanx 5 - flexie van 5 - plantaris lateralis - abductie 5 - oppositie 5 Abductor digiti minimi - tuber calcanei - aponeurose - basis proximale phalanx 5 - tuberositas metacarpaal 5 - abductie 5 (vooral kinderen) - flexie 5 - plantaris lateralis Korte spieren Interossei Lumbricales - plantares: mediaal op metatarsalen 3-5 (unipennate) - dorsales: naar elkaar gerichte randen 2-5 (bipennate) - pezen flexor digitorum longus (1: 1 kop (mediaal) 2,3,4: 2 koppen) - dorsale: basis proximale falanges + dorsale strekaponeurose - plantaire: mediale zijde proximale falanges 3-5 - dorsale strekaponeurose - mediale zijde proximale falanx 2-5 - dorsale: flexie proximale falanges, extensie andere falanges + abductie (DAB) - plantaire: adductie (PAD) - flexie proximale gewrichten - extensie interphalangeale gewrichten - plantaris lateralis - plantaris medialis, mediale lumbricalis - plantaris lateralis, 3 laterale lumbricales inhoudsopgave