CMFB 11-02-2014 Agendapunt: 2 BESLUITENLIJST VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE COMMISSIE MIDDELEN EN FINANCIEEL BELEID, GEHOUDEN OP 29 OKTOBER 2013 OM 17.30 UUR IN HET WATERSCHAPSHUIS TE SITTARD Aanwezig: mevrouw J.S.E. Van Wersch en de heren M.A.T.M. Bouts, H.F. Lambie, P.L.J.M. Limpens, W.L. Uitterhoeve, G.J.O.W. Vanhommerig, A.A. Veder en P.J.A.M. Wolters - de heer R.L.M. Sleijpen (voorzitter) - de heer C.H.J.M. Lebens (plv. voorzitter) - de heer P.M.C. Daelmans (secretaris wnd.) - de heer E.H.G.M. Wijnands (directiesecretaris/verslaglegging) NR ONDERWERP/BEKNOPTE WEERGAVE BESPROKENE/OVERWEGINGEN ACTIE ADVIES/BESLUIT 1 Opening, mededelingen en vaststelling agenda De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen van harte welkom. Met de voorliggende agenda wordt ingestemd. 2 Besluitenlijst van de openbare vergadering van de commissie Middelen en Financieel Beleid van 3 september 2013 Vastgesteld. 3 Vergaderstukken Unie van Waterschappen Voor kennisgeving aangenomen. 4 Vaststelling Normenkader 2013 Positief. Als hamerstuk 5 Najaarsrapportage 2013; 3e begrotingswijziging 2013 Positief. Als hamerstuk 6 Vaststelling programmabegroting 2014 De heer Uitterhoeve spreekt namens de fracties Water Natuurlijk en Natuurterreinen de complimenten uit voor de voorliggende begroting. De fracties hebben geen vragen en/of opmerkingen over de begroting zelf, maar willen de focus leggen op het wijzigingsvoorstel. De fracties pleiten al jaren voor vermindering van de egalisatiereserves, die bedoeld zijn om schommelingen in de tarieven zoveel mogelijk te voorkomen. Geen advies. Als bespreekstuk 132130 1/5
Daar heb je echter niet de bedragen voor de nodig die nu voorhanden zijn. Het blijft teveel geheven belastinggeld dat moet worden teruggegeven aan de belastingbetaler, hetgeen met het oog op de fusie nog meer geldt. Voorkomen moet worden dat straks een onevenredig deel van het in het zuiden geheven belastinggeld wegvloeit naar het noorden. De mogelijke fusiedatum -2016, 2017?- moet hierbij leidend zijn. Spreker zou hierover graag wat meer willen horen. De heer Veder heeft enkele detailvragen met betrekking tot de begroting 2014, die successievelijk door de heer Daelmans worden beantwoord. Maakt het waterschap gebruik van een SWAP? Het waterschap heeft twee SWAP s bij de Rabobank die elkaar opheffen. Per 1 december 1997 is een rente-swap afgesloten bij de Rabobank ten behoeve van een vastrentende geldlening met een looptijd van 25 jaar. Per 1 december 2007 is een tegengestelde SWAP afgesloten restant van de looptijd (15 jaar) van deze lening. Door deze tegenovergestelde SWAP is het risico op de in 1997 afgesloten SWAP volledig geëlimineerd en is een rentevoordeel over de restantlooptijd (15 jaar) gerealiseerd die vastligt tot het einde van de looptijd. Uit bijlage C staat van geldleningen begroting 2014 (leningen Rabobank) blijkt dat het rentevoordeel voor 2014 20.660 bedraagt. Pagina 69 hoe kan het dat de investeringen een factor 3 groter zijn dan de jaarlijkse afschrijvingen? Het investeringsniveau wordt geactiveerd en afgeschreven waarbij rekening wordt gehouden met diverse afschrijvingstermijnen. Ondanks het cumulatieve effect van de afschrijvingen zijn de afschrijvingskosten door de vrijval van de kapitaallasten in de regel lager dan het reguliere investeringsniveau. Landelijk gezien zijn de investeringen bij de waterschappen dan ook een factor 3 groter. Hoe komt de referentiewaarde EMU tekort voor ons waterschap van 13.300.000 tot stand? De referentiewaarde toegestane EMU-tekort is slechts een indicatieve waarde en niet bindend. Deze waarde is tot stand gekomen op basis van het aandeel in het toegestane EMU-tekort van de sector waterschappen (2013: 0,05% / 2014: wordt 0,07%). Op basis van het begrotingstotaal van alle waterschappen wordt dit aandeel verder opgesplitst per waterschap. De referentiewaarde van WRO bedraagt op basis van deze verdeling 13.300.000. De heren Limpens, Vanhommerig en Wolters spreken hun complimenten uit voor de voorliggende begroting en kunnen instemmen met de voorstellen. 132130 2/5
Ook de heer Bouts spreekt zijn complimenten uit voor de voorliggende begroting. Gelet echter op het feit dat de opbrengstontwikkeling in 2018 fors zal stijgen, vraagt spreker zich af in hoeverre het leegtrekken van de egalisatiereserves bestuurlijk verantwoord is. Een volgend bestuur wordt hiermee voor een voldongen feit gesteld. Op pagina 66 van de begroting wordt gewezen op het mogelijke risico dat samenhangt met vaststelling van de Lijst Geldelijke Regelingen in het kader van de afronding van de landinrichting Centraal Plateau. De heer Lambie is van mening dat daar niet veel claims uit zullen voortvloeien die het waterschap raken. De heer Daelmans zegt dat dit waarschijnlijk het geval is. Het gaat in casu echter om een risico, dat benoemd móet worden. Daarom staat dit ook in de risicoparagraaf. Voor andere risico s zoals bijvoorbeeld calamiteiten heeft het waterschap reserves. De voorzitter dankt iedereen voor de complimenten. Hij licht toe dat het DB de organisatie in eerste instantie heeft gevraagd een going concern begroting op te stellen. Daaruit bleek dat de zuiveringsheffing 825.000 extra zou opbrengen. Het DB heeft besloten deze extra opbrengst te schrappen, wat uiteraard structurele gevolgen heeft. Daarnaast heeft het DB besloten de opbrengst watersysteemheffing gelijk te houden aan de opbrengst in 2013. Een en ander betekent niet per definitie dat de tarieven niet stijgen. Dat heeft weer alles te maken met de gehanteerde maatstaven als WOZ-waarde, aantallen hectares etc.. Met het oog op een fusie raken we een dilemma: enerzijds willen we voorkomen dat opgebouwde reserves naar het noorden wegvloeien, doch anderzijds willen we tot aan de fusie schommelingen in de opbrengstontwikkeling zoveel mogelijk voorkomen. Dit laatste, aldus de voorzitter, weegt DB zwaarder dan de geprognotiseerde stijging van de opbrengstontwikkeling in 2018. Overigens is het gelet op de inwoneraantallen redelijk als de verhouding tussen de in te brengen reserves 2/3 WRO en 1/3 WPM is. Indien wordt uitgegaan van de feitelijke situatie dan is deze verhouding momenteel aanzienlijk hoger. Alternatieven versneld afbouwen van de reserves, zoals bijvoorbeeld het naar voren halen van projecten, bieden -indien al haalbaar- weinig soelaas. De voorzitter benadrukt dat de voorliggende voorstellen van het DB gebaseerd zijn op de thans bekende gegevens van zowel WRO als WPM, alsmede op een aantal aannames. Indien een en ander wijzigt, dan wijzigt alles en komt het DB met nieuwe voorstellen. 132130 3/5
Naar aanleiding van de opmerking van de heer Bouts over verantwoord bestuur deelt de voorzitter mee, dat we niks doen dat niet mag. De heer Uitterhoeve merkt op dat het naar zijn mening nog maar zal moeten blijken of de opbrengstontwikkeling in 2018 werkelijk met 10% stijgt. Er zullen ongetwijfeld nog wel een aantal meevallers komen. Los daarvan zal de consequentie van een fusie zijn, dat de tarieven mogelijk met wel 20% zullen stijgen. Tegen die achtergrond is een opbrengstontwikkeling van ruim 10% weer relatief. Hét probleem is volgens de heer Uitterhoeve dat de fusiedatum onzeker is. Indien 2016 het fusiejaar is, dan blijft veel geld in de reserves zitten. De eerste jaren nemen de reserves zelfs nog toe in plaats van af, waarop de heer Daelmans zegt dat dit het gevolg is van de gekozen systematiek (handhaving nullijn tot 2018). De heer Veder merkt op dat ook vanuit de solidariteitsgedachte zou kunnen worden geredeneerd. Het ongebouwd in het noorden betaalt nu veel meer dan het ongebouwd in het zuiden. De heer Lambie vraagt of er verschillen zijn qua gerealiseerde projecten c.q. onderhoud tussen WRO en WPM, waarop de voorzitter zegt dat hier weinig zinvols over te zeggen is. De gebieden zijn te verschillend om vergelijkingen te trekken. De voorzitter verwijst naar de scenario s die de AB-leden hebben ontvangen bij de AB-stukken en zegt toe dat dit scenario herrekend zal worden naar de thans voorgestelde tarieven 2014 en worden toegevoegd. Naar aanleiding van de opmerkingen van de heer Uitterhoeve zegt de voorzitter dat het beleid altijd kan worden bijgesteld, mocht er iets veranderen. Het DB is daar alert op en houdt het AB van eventuele ontwikkelingen op de hoogte. 7 Wijziging Verordening verontreinigingsheffing, Verordening zuiveringsheffing en Verordening watersysteemheffing De voorzitter deelt mee dat in de voorliggende conceptbesluiten nog de tarieven uit de primitieve concept-begroting zijn opgenomen. Indien door het algemeen bestuur wordt ingestemd met de eerste begrotingswijziging, dan dienen uiteraard ook de bedragen in de voorliggende conceptbesluiten te worden aangepast. Positief. Als hamerstuk 132130 4/5
8 Rondvraag en sluiting Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt. Niets meer aan de orde zijnde, sluit de voorzitter onder dankzegging voor de geleverde inbreng om 18.29 uur de vergadering. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de commissie Middelen en Financieel Beleid van De secretaris wnd., De voorzitter, P.M.C. Daelmans R.L.M. Sleijpen 132130 5/5
Lijst van openstaande vragen en acties uit de commissie Middelen en Financieel Beleid DATUM VERGADERING VRAAG/ACTIE UIT DE COMMISSIE MIDDELEN EN FINANCIEEL BELEID RICHTDATUM AFHANDELING STAND VAN ZAKEN 05/02/2013 Toegezegd is dat de Stimuleringsregeling toepassen NKG + bodembedekking in financiële zin zal worden geëvalueerd nadat de gegevens over 2012 beschikbaar zijn. 09/04/2013 Gevraagd is om ook de totale oppervlakte van alle op de waterschapsaanslag vermelde percelen op de aanslag weer te geven. 01/07/2014 Op 11 oktober 2013 is een brief hieromtrent toegezonden aan het college van Gedeputeerde Staten. 01/03/2014 Beantwoording is geagendeerd voor de vergadering van 11 februari 2014. 140346