Hoe gaat het met de Haagse Hopjes?



Vergelijkbare documenten
Jaarverslag Stichting Haagse Hopjes Transvaal

H a a g s e H o p j e s T r a n s v a a l

Voel je thuis op straat!

Beleidsplan

Exploitatie en beheer door bewoners van wijkaccommodaties. Quickscan onder Nederlandse gemeenten met meer dan inwoners april 2013

Aan de voorzitter van de Commissie Welzijn, Duurzaamheid en Leidschenveen-Ypenburg

Nypels Speelt. 8 ingrediënten voor verbindend samenwerken

Aanleiding. vragenlijst Erflanden Pagina 2

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen +

Aanvraag van onder de grens naar boven de grens

4. Ondersteuning vrijwilligersorganisaties voor jongerenwerk en -centra

Onderzoeksdocument. Creatieve Bloeiplaats

Moeder- en kindcentrum

De subsidie regeling Leefbaarheid en bewonersparticipatie: hoe werkt dat eigenlijk?

Doelgoep: Iedereen, maar in het bijzonder mensen met een beperking, ouderen en chronisch zieken.

Senioren ontmoeten elkaar. Verslag van 2 oktober 2010

Gluren bij de buren Den Haag

NASCHOOLSE DAGBEHANDELING. Figaro. Welkom! Waarom kom jij naar de groep? Informatieboekje voor kinderen die komen kennismaken. Dit boekje is van:

Rapportage. Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen

Vrijwilligersbeleid MVV 29 per januari 2013

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Buurthuis beheert zelf de knip Veel gemeenten bezuinigen op buurthuizen. Bij De Nieuwe Hommel doen ze het beheer zelf.

Bruggenbouwers Linko ping, Zweden

Wijkactiviteiten Papendrecht BEKENDHEID, DEELNAME, VRIJWILLIGERSWERK & EIGEN INITIATIEVEN

Wonen Als men zou verhuizen blijft ongeveer 40% het liefst in Leiden wonen, daarna zijn Amsterdam en Den Haag favoriete woonplaatsen

HKC ALO. - het ledenaantal is de afgelopen 3 jaar stabiel of stijgend geweest en - er worden activiteiten voor ledenbinding georganiseerd.

Informatie boekje voor ouders/verzorgers: Broodje Knapzak tussenschoolse opvang. O.b.s. de Flierefluiter Bosgouw GW Almere Tel:

Gemeente Den Haag. Aan de voorzitter van de commissie Welzijn, Duurzaamheid en Leidschenveen-Ypenburg. 28 september Geachte voorzitter,

RESULTATEN ENQUETE NIEUW WALDECK DUITS / OOSTENRIJKSE BUURT

Stichting Al Mohcinine Feijenoord. Beleidsplan

Kwaliteitsbeleid Stageopdracht

Behoefteonderzoek opvang kinderen basisschoolleeftijd

Ouders over kindcentra

Het gaf mij veel energie om een eigen evenement te organiseren.

Hoofdstuk 19. Welzijnsorganisatie

Utrecht West. Terugkoppeling Netwerkbijeenkomst 2 oktober 2014, Buurtcentrum Rosa

Voor jezelf, voor elkaar, voor Gorcum. Verkiezingsprogramma in eenvoudige taal

1. De mobiele Jop (MJOP) 1.2 Plaatsing van de mobiele Joppen:

Rapportage Online kwantitatief onderzoek Spelen op schoolpleinen

Jaarplan 2019 Vereniging Dwarsverband, november 2018

PEILING 65-PLUSSERS. Gemeente Enkhuizen januari

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Gemeentelijke dienstverlening. *gematigde tevredenheid over dienstverlening score 6,5 (54% score 7 of hoger)

ons Onder Vers koken als thuis Inhoud: Elk facet telt WoonZorgcentra Haaglanden 2 Berichten 3 Op de koffie bij Gerard Haasnoot

Bewonersbeheer in De Pelikaan te Krommenie

Kan ik hier stage lopen??

In de Boomtak, Noordhoek, Tilburg

Vrijwilligersverenigingen

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Rapportage Huisbezoek Allochtone Ouderen

Overlast park Lepelenburg

Tussenschoolse opvang

Aanvraagformulier centraal leefbaarheidbudget. voor fysieke en sociale initiatieven Stichtse Vecht voor het jaar 2015

informatiepakketje voor leerlingen van de basisschool

5 2-5 jaar 6 achteruit gegaan C, D, F, J ja gm ja ja ja A ja ja ja nee B, F ja ja

Reacties op de stellingen. Er hadden zich 72 ouders aangemeld. Er waren 57 ouders aanwezig.

GEBIEDSPROGRAMMA

Om hoeveel vluchtelingen gaat het? Het gaat om maximaal 200 vluchtelingen die in sporthal Molenbroek worden opgevangen.

Sponsoraanvraag voor ons Activiteitenplan 2016 van de Stichting Haagse Hopjes Transvaal

BROEK POLDER. Jaarverslag Broekpolder

Stadsdeel Centrum. Wijkprogramma ARCHIPELBUURT / WILLEMSPARK BINNENSTAD ZEEHELDENKWARTIER HET OUDE CENTRUM RIVIERENBUURT KORTENBOS

Iedereen moet kunnen meedoen

EINDVERSLAGLEGGING SUBSIDIE WIJKBUDGET F-BUURT 2010 It takes a village to raise a child

Integrale veiligheid. resultaten burgerpanelonderzoek maart 2007

Aanvraagformulier basissubsidie voor bewonersorganisaties

RESULTATEN TEVREDENHEIDSONDERZOEK INSTELLINGEN VOOR KINDEROPVANG EN SCHOLING IN CHAAM DORPSRAAD CHAAM

Beeklaan 167, 2562AD Den Haag

Advies aan de stuurgroep CJG & Gemeente Assen

Een dorpshuis voor Langelo

In gesprek met jongeren

6 Weken vakantieactiviteiten op het Wijkpark Transvaal

Denk mee. over uw eigen buurt! Manifestatie Stadsdeelplan

MedezeggenschapsRaad

Resultaat enquête parochieblad Pagina 1 van 8 Martha en Mariaparochie

Rotterdams Ambassadrices Netwerk

Wijkplan Veens. Riad Agarroud. Willemieke Koudijs. Simone de Vreede. Monique ter Beeke (MEE)

GIP heeft uw hulp nodig...

Hieronder staat een samenvatting van de uitkomsten van het onderzoek en worden zo mogelijk suggesties voor verbetering gedaan.

In dit verslag blikken wij als Stichting Open Arms terug op het jaar 2012 en kijken wij vooruit naar het jaar 2013.

Nieuwe gymzaal in Kralingen

leerlingen sociale veiligheid

Programma overzicht. Groene Straatdag voorjaar Jordaan & Gouden Reael. 19 april :00 16:00. Noorderspeeltuin 2 e lindendwarsstraat

2014, peiling 4b november 2014

Panelonderzoek inwoners en openbaar groen

Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011

Voel je thuis op het plein

Dichter bij elkaar. Strategie

TussenSchoolse Opvang. Praktische Invulling. Mei laatste update

Sport biedt veel mensen ontspanning en draagt ook bij aan de gezondheid van mensen en aan de sociale contacten.

Onbeperkt Actief Deventer

Speeltuinen van de toekomst

Welzijn en zorg voor ouderen in Rotterdam. Prof.dr. Anna Nieboer

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

12 de LAMPIONNENOPTOCHT IN TRANSVAAL

JONGEREN IN GELDERLAND OVER

Q1 Welk cijfer geeft u de conferentie in totaal?

Gemeente Den Haag. De voorzitter van Commissie Leefomgeving. Geachte voorzitter,

Lady s Sport. Een Gorinchems initiatief!

Vacaturebank Vrijwilligers April 2016

Voel je thuis op straat

Transcriptie:

Hoe gaat het met de Haagse Hopjes?

Hoe gaat het met de Haagse Hopjes? Uitgave Gemeente Den Haag Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn Stafgroep Onderzoek, Strategie & Projecten Februari 2013 Redactie Femmelien Busstra Inlichtingen Femmelien Busstra (070-3532520) femmelien.busstra@denhaag.nl Dit rapport is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid opgesteld. Toch kan het voorkomen dat bepaalde informatie niet (geheel) juist wordt weergegeven. U kunt geen rechten ontlenen aan de teksten en cijfers uit dit rapport.

Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE - 1-1 INLEIDING - 3-2 ALGEMENE INFORMATIE OVER DE HAAGSE HOPJES - 4-2.1 Hoe zijn de Hopjes ontstaan? - 4-2.2 Waar staan ze? - 5-2.3 Wie beheert de Hopjes? - 7-3 HOE WORDEN DE HOPJES GEBRUIKT? - 8-3.1 Wanneer zijn ze open? - 8-3.2 Hoeveel kinderen komen er? - 8-3.3 Hoe is de Sfeer? - 8-4 HOE ZIT HET MET VRIJWILLIGERS? - 9-4.1 Waarvoor - 9-4.2 Behoefte - 9-5 MET WELKE PARTNERS WERKEN DE HOPJES SAMEN? - 11-6 WAT IS HET BELANG VOOR DE BUURT? - 12-7 ZIJN DE HOPJES GOED ONDERHOUDEN? - 13-7.1 Staat van onderhoud - 13-7.2 Behoefte voorzieningen - 13-8 SUGGESTIES VOOR VERBETERING? - 15-9 SAMENVATTING - 16 -

1 Inleiding De gemeente Den Haag vindt het belangrijk dat kinderen kunnen buitenspelen en investeert daarom in speelvoorzieningen in de stad. De gemeentelijke visie op buitenspelen staat in de nota Spelen in de Stad. Daarnaast heeft de gemeente het actieplan Papa mama, kom je buitenspelen ) opgesteld. De gedachte achter dit plan is dat fysieke investeringen in speelplekken pas zin hebben als tegelijkertijd ook wordt geïnvesteerd in het betrekken van ouders, verenigingen en organisaties bij het ontwikkelen en beheren van die speelplekken. Op een aantal speelplekken in de stad staan Haagse Hopjes. Dit zijn containers of eenvoudige gebouwen op een speelplek van waaruit medewerkers speelgoed en spelattributen uitlenen aan kinderen. In Den Haag staan 26 Haagse Hopjes. In de eerste plaats zijn deze Hopjes bedoeld om de kinderen veilig te laten spelen. De beleidsafdeling WJP wil nu weten of en zo ja welke rol de Hopjes spelen in het betrekken van ouders en andere vrijwilligers bij de speelplek rond het Hopje. Daarbij is ook de (mogelijke) rol van samenwerkingspartners in de omgeving van het Hopje relevant. Verder wil de beleidsafdeling inzicht in het functioneren van de Haagse Hopjes. OS&P is gevraagd om één en andere nader te onderzoeken. Centraal staat de vraag: In hoeverre en op welke manieren worden vrijwilligers betrokken bij Haagse Hopjes? Spelen samenwerkingspartners hierin een rol? De volgende vragen zijn geformuleerd vanuit de wens inzicht te krijgen in de rol van vrijwilligers en het algemene functioneren van de Hopjes. Algemene informatie over de Haagse Hopjes: Hoe zijn de Hopjes ontstaan? Wie beheert de Hopjes? Waar staan ze? Hoe wordt het Hopje gebruikt? Wanneer zijn ze open? Hoeveel kinderen komen er? Hoe is de sfeer? Hoe zit het met vrijwilligers? Wat doen vrijwilligers? Zijn er genoeg vrijwilligers? Met welke partners werken de Hopjes samen? Wat is het belang voor de buurt? Wat is de staat van onderhoud? Zijn de Hopjes goed onderhouden? Zijn er voldoende voorzieningen? Via de stadsdeelmedewerkers WJP (Welzijn Jeugd en Participatie) zijn voor dit onderzoek digitale vragenlijsten uitgezet bij de welzijnsorganisaties die Haagse Hopjes beheren (zie bijlage). In totaal zijn er 24 Hopjes in dit onderzoek meegenomen. De vragenformulieren zijn ingevuld door de Hopjes beheerder zelf of door de coördinator van de welzijnsorganisatie. In deze rapportage zijn de gegevens uit deze formulieren verwerkt. Het is een weergave van de antwoorden en meningen van de respondenten die aan dit onderzoek hebben meegedaan. - 3 -

2 Algemene informatie over de Haagse Hopjes 2.1 HOE ZIJN DE HOPJES ONTSTAAN? Het idee voor de Haagse Hopjes is in 1996 over komen waaien uit Rotterdam. Via de inzet van een werkgroep in Transvaal zijn de eerste Haagse Hopjes opgericht (zie bijlage). Haagse Hopjes zijn eenvoudige containers met sport- en spelmaterialen. Kinderen kunnen deze materialen lenen. Om te spelen gaat het bijvoorbeeld om springtouwen, fietsjes, skelters en steppen. Voor kinderen die willen sporten zijn bij het Haagse Hopje materialen te leen om te voetballen, volleyballen, tennissen of frisbeeën. In de beginperiode van de Haagse Hopjes mochten kinderen alleen materialen lenen als zij, als tegenprestatie, een karweitje uitvoerden. Hiervoor was in die tijd een puntensysteem ontwikkeld. Het onderhouden van het puntensysteem kostte veel tijd en het gebruik ervan is in de loop van de jaren verwaterd. Kinderen moeten nu meestal een pasje hebben om speelgoed te kunnen lenen. Kinderen worden nog wel gestimuleerd om mee te helpen met klusjes in en rond het Hopje. De Hopjes zijn in 1999 ondergebracht bij de decentrale welzijnsorganisaties 1 om meer integraliteit tussen het aanbod van buiten- en binnen activiteiten te realiseren (zie ook RIS nr. 23107-991015, bijlage 2) De Welzijnsorganisaties (en Stichting Hopjes Transvaal) ontvangen jaarlijks subsidie voor ondermeer de exploitatie van de Hopjes, dus voor gas, licht, water, onderhoud en het salaris van de beheerder (zie hoofdstuk 2.3) 2. De grond waarop de Hopjes staan is in de meeste gevallen eigendom van Stadsbeheer (speelterreinen). Stadsbeheer betaalt daarom meestal de zakelijke lasten, zoals afvalstoffenheffing etc. Niet alles is even goed vast gelegd rond het in stand houden van de Hopjes. Zo is niet altijd duidelijk wie eigenaar is van het Hopje zelf. Haagse Hopjes zijn voorzieningen voor de buurt en van de buurt. Het is de bedoeling dat omwonenden meehelpen het Hopje te beheren en te onderhouden. Ook was het de bedoeling dat er afspraken werden gemaakt met scholen en buurthuizen in de omgeving van het Hopje. In hoeverre dat anno 2013 daadwerkelijk nog gebeurt, zal in dit onderzoek naar voren komen. 1 Met uitzondering van het onderbrengen van de Hopjes in Transvaal in de zelfstandige stichting Haagse Hopjes Transvaal. 2 Dhr. P. Klaver, B&O, PZJ. Zie ook RIS nr 23107-991015, bijlage 2) - 4 -

2.2 WAAR STAAN ZE? In totaal zijn er in Den Haag 24 Haagse Hopjes. Vijf (welzijns-)organisaties hebben Haagse Hopjes in beheer, te weten: Zebra Welzijn (10 Hopjes) Stichting Mooi Escamp (1 Hopje) Stichting Haagse Hopjes Transvaal (6 Hopjes) Stichting Vóór Welzijn Haage Hout, Loosduinen, Segbroek (5 Hopjes) Welzijn Scheveningen (2 Hopjes) In tabel 1 is per stadsdeel aangegeven welke Haagse Hopjes door welke (welzijns-) organisatie worden ondersteund. De eerste Hopjes zijn gerealiseerd door de Stichting Haagse Hopjes Transvaal. Deze stichting is nog steeds actief in dit deel van de stad. De overige Hopjes in het Centrum worden ondersteund door Zebra. Van de 24 Haagse Hopjes staan er 15 in dit stadsdeel. In Laak en Leidschenveen-Ypenburg staan geen Haagse Hopjes. Het enige Hopje in Laak (Slachthuisplein) is tijdelijk gesloten. Dit Hopje was gevestigd in het pand van de bewonersorganisatie, maar die organisatie heeft de huur opgezegd. Er wordt naar een nieuwe plek rond het Slachthuisplein gezocht voor dit Hopje. In Escamp is nu één Hopje actief op het Eekhoornradeveld. In het verleden stond in dit stadsdeel ook een Hopje aan de Nijkerklaan. Dit Hopje werd door vrijwilligers gerund. Dit Hopje is gesloten omdat de vrijwilligers het beheer niet meer aankonden. De doelgroep van dit Hopje werd als moeilijk ervaren. Tabel 1. Overzicht Haagse Hopjes, januari 2013 Centrum Stichting Haagse Hopjes Transvaal Anna Blamanplein Hopmobiel Marktweg Joubertplantsoen Kaapseplein Ruth Firstplein Wijkpark Transvaal Zebra Welzijn Deltaplantsoen Faconahof Jacob van Campenplein Jennyplantsoen Hannemanplantsoen Oranjeplein Schapenlaan* Van der Vennepark Wijkpark Kortenbos Teniersplantsoen Escamp Stichting MOOI Escamp Eekhoornradeveld Haagse Hout Vóór Welzijn Hamelplantsoen Spaarwater Loosduinen Vóór Welzijn Cantateplein Segbroek Vóór Welzijn Hondius Newtonplein Scheveningen Welzijn Scheveningen Aldegondeplein Dr de Visserplein Niet opgenomen in het onderzoek Laak Stichting MOOI Laak Slachthuisplein (tijdelijk gesloten) Laak Stichting MOOI Escamp Jan Vosstraat (tijdelijk zomer 2012) *De Schapenlaan is geen officieel Hopje, maar een speeltuin met speeluitleen. Er zat formeel geen Hopjesmedewerker op, maar door inspanning van de buurt is er nu wel een vaste beheerder. Wellicht dat deze speeluitleen in de nabije toekomst een officieel Hopje wordt. - 5 -

De Hopjes zijn van oorsprong eenvoudige zeecontainers. In eerste instantie waren ze bedoeld als een tijdelijke voorziening. Omdat het principe een succes bleek, wordt ook steeds vaker gekozen voor een vaste accommodatie. Latere Hopjes zijn daarom soms als kleine huisjes gebouwd. Sommige Hopjes zijn een onderdeel van een bestaand gebouw, meestal een buurthuis. Een voorbeeld is het Hopje aan het Hondiusplein. Dit Hopje is gehuisvest in Buuthuis 3. Op een aantal locaties zijn de oude Hopjes inmiddels vervangen door een permanent gebouw met binnen- ruimte: Faconahof, het Hannemanplantsoen, het Van der Vennepark, wijkpark Transvaal en het Oranjeplein. Naast de Hopjes die in dit onderzoek zijn opgenomen zijn er nog twee soortgelijke projecten in de stad: Stichting MOOI Escamp heeft in de zomer een mobiele Speelgoedbus in de Jan Vosstraat ingezet. Deze bus wordt bemand door één professional vanuit het maatschappelijk werk, aangevuld met stagiaires en vrijwilligers. Voor de komende zomer is weer een subsidieaanvraag ingediend. In buurthuis De Mussen is een inpandige Sportotheek, waar kinderen speelgoed kunnen lenen voor op het Mr. De Bruinplein. Clubhuis de Mussen: Er zijn 200 kinderen lid van de Sportotheek, die 5 middagen per week open is van 3 tot 6 uur. Vrijwilligers, veelal (voormalige) jongeren uit het jongerenwerk, draaien de Sportotheek. Het is een groot succes, ook de politie geeft aan dat het plein een fijnere sfeer heeft gekregen s middags, omdat er begeleiding aanwezig is. Er spelen nu meer kleinere kinderen, die dat voorheen niet durfden, uit angst voor de oudere jongens. Haagse Hopjes zijn oorspronkelijk bedoeld voor kinderen die van huis uit weinig speelgoed hebben. Vaak groeien ze op in gezinnen waarvan de ouders een laag inkomen en een lage opleiding hebben. Kaart 1 geeft een overzicht waar de Haagse Hopjes staan én een overzicht van de buurten waar de potentiële doelgroep van de Hopjes woont. Om de doelgroep te bepalen zijn we uitgegaan van de gegevens van de basisscholen. De scholen krijgen namelijk extra geld voor kinderen waarvan de ouders een lage opleiding hebben. Dat zijn de kinderen met een zogenaamd leerlinggewicht. In de wetenschap dat de meeste kinderen in hun eigen woonbuurt naar de basisschool gaan, kunnen we de kinderen met een leerlinggewicht beschouwen als de doelgroep voor de Haagse Hopjes. De kaart toont het aantal kinderen met een leerlinggewicht op een school in een buurt. Buurten met basisscholen met meer dan 300 kinderen met een leerlinggewicht zijn rood gekleurd en de buurten met 150-300 kinderen met een leerlinggewicht zijn oranje gekleurd. Dit zijn dus buurten waar een Hopje in beginsel een goede aanvullende voorziening kan zijn. In Leyenburg, Bouwlust, Hoge Veld en Laak wonen relatief veel kinderen met een leerlinggewicht (dus met ouders met een lage opleiding), maar zijn geen Haagse Hopjes. Daarentegen staan enkele Hopjes in een buurt waar relatief weinig kinderen met een leerlinggewicht naar school gaan. Dat wil overigens niet zeggen dat daar geen behoefte is aan een Hopje. Het Hopje in Loosduinen ligt bijvoorbeeld in een buurt zonder basisschool, maar in drie omliggende buurten zijn wel scholen met kinderen met een leerlinggewicht. Dat geldt waarschijnlijk ook voor het Hopje in Bezuidenhout. - 6 -

Kaart 1. Locaties Haagse Hopjes en aantal leerlingen met een leerlinggewicht op de basisscholen in de buurt van het Hopje (1-10-2011). - 6 -

2.3 WIE BEHEERT DE HOPJES? In het verleden hadden de meeste Haagse Hopjes tijdens de uitleentijden twee betaalde krachten, de zogenaamde ID-banen. Na de opheffing van de ID-banen is destijds per Hopje 0,8 FTE gewit, dat wil zeggen dat de financiën structureel zijn toegevoegd aan de reguliere subsidie van de welzijnsorganisaties. Aan de organisaties is gevraagd hoe zij het wegvallen van de ID-banen hebben opgelost. De meeste (welzijns-) organisaties betalen nu een beheerder uit de verhoogde eigen reguliere middelen. Dit geldt voor 20 van de 24 Hopjes. Vier Hopjes draaien op vrijwilligers. Deze Hopjes zijn door de afhankelijkheid van vrijwilligers niet op vaste tijden open. Het Hopje aan het Hannemanplantsoen heeft geen vaste beheerder. Dit Hopje wordt gedraaid door vrijwilligers en stagiaires. Wel wordt in het enquêteformulier aangegeven dat een ervaren beroepskracht geen overbodige luxe is. Mooi Escamp zet voor het Hopje aan de Eekhoornrade een sportconsulent in. Het beheer van het Hopje is opgenomen in zijn takenpakket. De Hopjes die worden ondersteund door Welzijn Scheveningen zouden ook op vrijwilligers moeten draaien. Helaas zijn er nu geen vrijwilligers meer en zijn de Hopjes gesloten. Op het Aldegondeplein zijn capabele ouders die dagelijks met hun kinderen en eigen materiaal daar spelen. Er lijkt geen vraag te zijn naar een Hopje met speelgoed uitleen. Het dr. De Visserplein blijkt een te moeilijke doelgroep voor vrijwilliger te hebben en met de inzet van een vrijwilliger uit de buurt ontstaan er eerder nog meer problemen door uitsluiting van andere groepen kinderen. Wel is er nog een medewerker van sportsupport die af en toe gebruik maakt van het Hopje. Het Hopje aan de Nijkerklaan in Escamp draaide ook zonder beheerder, en moest ook sluiten omdat de vrijwilligers de moeilijke doelgroep niet aan konden. De kinderen waren brutaal en het was moeilijk om ze in de hand te houden. Het Hopje in Laak, dat nu tijdelijk is gesloten, had in het verleden twee beheerders met een ID-baan. Daarna is het beheer overgenomen door vrijwilligers en stagiaires. Zij werden daarbij ondersteund door de bewonersorganisatie die in hetzelfde pand gehuisvest was. Een nadeel van de inzet van stagiaires en vrijwilligers is dat de continuïteit niet is gewaarborgd. De twee beheerders van dit Hopje hadden destijds goed contact met de kinderen, zij kenden hun pappenheimers. De organisaties geven aan dat de Hopjes met professioneel beheer niet zonder ondersteuning van vrijwilligers kunnen. Drie van de zes Hopjes van de Stichting Haagse Hopjes Transvaal hebben op dit moment geen vaste vrijwilligers. Voor de veiligheid van de kinderen en van de beheerder is het echter nodig dat het Hopje door minstens twee beheerders wordt bestierd. Vooral als het druk is en veel speelgoed moet worden uitgeleend, is het een probleem als de betaalde beheerder het in zijn eentje moet doen. De Hopmobiel is hierdoor een tijd buiten gebruik geweest. De stichting is momenteel bezig met het werven van studenten die vrijwilligerswerk gaan doen in ruil voor goedkope huisvesting. Welzijn Zebra zet vrijwilligers en stagiaires in voor de Hopjes. Deze organisatie ervaart geen problemen om de Hopjes open te houden. De betaalde beheerders hebben als taak het openen en beheren van het Hopje en uiteraard het uitlenen van het speelgoed. De beheerders van de Hopjes van Welzijn Zebra, Welzijn Vóór en Stichting Haagse Hopjes Transvaal verzorgen bovendien de begeleiding van spelactiviteiten. - 7 -

3 Hoe worden de Hopjes gebruikt? 3.1 WANNEER ZIJN ZE OPEN? De Hopjes in Scheveningen gaan niet altijd open op de vastgestelde tijden omdat er niet altijd vrijwilligers beschikbaar zijn. De overige Hopjes zijn allemaal in de middaguren, na schooltijd open. Het Hopje van Mooi Escamp is niet open op de woensdagmiddag en vrijdagmiddag. Zeven Hopjes zijn ook in de vroege avonduren open. In de weekends worden de Hopjes zelden gebruikt. Op zaterdagmiddag zijn slechts drie Hopjes open en op zondagmiddag maar één. Aan de organisaties is gevraagd of de Hopjes op de vaste tijden ook wel eens gesloten zijn. De Hopjes van Stichting Haagse Hopjes Transvaal en van Vóór Welzijn zijn wel eens gesloten als de beheerder ziek is of verlof heeft. Dit geldt ook voor de Hopjes van Welzijn Zebra. Wel wordt door deze stichting bij ziekte of verlof geprobeerd het Hopje open te houden door de vrijwilliger of de stagiaire in te schakelen. Slechts één keer is slecht weer genoemd als reden om het Hopje op de reguliere tijd gesloten te houden. Één Hopje is incidenteel gesloten als er een belangrijke bijeenkomst is. De Hopjes van Stichting Haagse Hopjes Transvaal zijn allen in de kerstvakantie gesloten De Hopjes zijn ook wel eens open buiten de reguliere tijden. Bij de meeste Hopjes komt het voor dat ze, meestal op een zaterdag of zondag, extra open gaan als er een speciale activiteit is. De 16 Hopjes van stichting Vóór Welzijn, Zebra en Mooi, zijn extra open in de vakantie. 3.2 HOEVEEL KINDEREN KOMEN ER? Op dit moment maken 17 van de 24 Hopjes gebruik van leenpassen. Aan oudere jeugd of ouders van heel jonge kinderen wordt af en toe ook wel uitgeleend als men een ID-kaart kan tonen. Twee Hopjes zijn afgestapt van het systeem van leenpassen, maar houden wel een registratie bij van de kinderen. Het aantal leenpassen verschilt nogal per Hopje en ligt tussen de 30 en 500. Het getal van 500 kan geflatteerd zijn. Het kan voor komen dat kinderen geen speelgoed meer lenen, bijvoorbeeld te oud of verhuisd, maar nog wel ingeschreven staan. Hoeveel kinderen regelmatig speelgoed lenen is helaas niet bekend. 3.3 HOE IS DE SFEER? De pleinen waar een Hopje staat bieden een veilige plek waar kinderen, op de momenten dat het Hopje open is, onder begeleiding buiten kunnen spelen. De meeste pleinen waar een Hopje staat vormen een ontmoetingsplaats voor de buurt, doorgaans zijn oplettende en behulpzame ouders aanwezig. Overlast van oudere jongeren wordt vaak genoemd als belangrijkste bedreiging van de sfeer. Het organiseren van sportactiviteiten wordt door de respondenten opvallend vaak (8 keer) genoemd als een goede manier om de overlast van jongeren te beperken en daardoor de sfeer op het plein te verbeteren. Op sommige pleinen vermindert de overlast merkbaar als er sportactiviteiten plaatsvinden. Overigens geeft het Johan Cruijff Court op het Teniersplantsoen juist overlast omdat deze sport- en voorziening veel (hang) jongeren aantrekt. Toezicht door één of meer beheerders is een veelgenoemde belangrijke factor voor het behouden van een goede sfeer. De beheerder grijpt in bij problemen. Als er (tijdelijk) geen beheerder is, neemt op veel locaties prompt de overlast toe (o.a. Teniersplantsoen, Van der Vennepark). Kortom, adequaat toezicht en beheer voorkomt overlast. Soms komt het voor dat het jongerenwerk moet worden ingeschakeld om overlast door jongeren te beperken (Aldegondeplein). De beheerder van het Teniersplantsoen heeft voor het bestrijden van jongerenoverlast hulp gekregen van Wijkbeheer Schilderswijk en de politie. De sfeer rond het Hopje in het wijkpark Transvaal is meestal goed. Af en toe ontstaat er een ruzie tussen kinderen. Op een plein met zoveel verschillende culturen kan dat soms wel eens overlast geven. Door onder andere taal barrières kunnen ruzies moeilijker worden opgelost. De Hopjesmedewerker heeft op drukke momenten te weinig tijd om kinderen te begeleiden. Dit geldt ook voor het Kaapseplein waar veel Poolse, Turkse en Bulgaarse kinderen spelen. De aanwezigheid en inzet van vrijwilligers en behulpzame ouders is vaak genoemd als belangrijke factor voor een goede sfeer. Op een aantal pleinen is de sfeer iets minder goed door het ontbreken van inzet van ouders. Dat speelt vooral op de Eekhoornrade, dr. De Visserplein, Oranjeplein, Anna Blamanplein en Kaapseplein. - 8 -

4 Hoe zit het met vrijwilligers? 4.1 WAARVOOR Bij de meeste Hopjes zijn vrijwilligers betrokken (19 van de 24 Hopjes). Ze worden vooral ingezet om toezicht te houden (15 keer genoemd). Bij 10 Hopjes helpen vrijwilligers met het openen en sluiten van het Hopje en eveneens bij 10 Hopjes helpen vrijwilligers met het organiseren van activiteiten. Opmerkelijk is dat de twee vrijwilligers op het Spaarwaterplein van buiten de wijk komen. Ouders uit de buurt van dit plein zijn moeilijk te motiveren om mee te helpen. Op het wijkpark Transvaal is één vrijwilliger die helpt met openen en sluiten van het Hopje en met het toezicht houden. Voor dit levendige Hopje en grote park is dat erg weinig. Op het Van der Vennepark zijn zes vrijwilligers actief die vrijwel dagelijks meehelpen het Hopje draaiende te houden. Deze vrijwilligers krijgen allemaal een cursus met onder andere de volgende onderdelen: omgaan met kinderen, agressietraining, leren samenwerken, leren organiseren. Ze zijn vooral vrijwilliger omdat ze het leuk vinden. Tabel 2. Inzet van vrijwilligers naar soort inzet en aantal Hopjes waar dit plaats vindt. Activiteiten organiseren Aantal % van alle Hopjes Openen en sluiten 10 43% Schoonhouden 5 22% Toezicht houden 15 65% Activiteiten organiseren 10 43% Gebruikerscommissie 4 17% Overig 5 22% Uit de antwoorden op de enquêteformulieren blijkt dat het is belangrijk is dat vrijwilligers de kinderen, en bij voorkeur ook hun ouders, kennen. Dat maakt het makkelijker om ze aan te spreken als ze zich niet goed gedragen. Dit is het voordeel van het inzetten van vrijwilligers ten opzichte van het inzetten van stagiaires. Stagiaires komen meestal van buiten de buurt. Ze kunnen daarentegen vaak beter organiseren en zijn doorgaans jonger waardoor ze beter contact maken met de kinderen op de pleinen. Vijf Hopjes draaien zonder vrijwilligers. Dit zijn de twee Scheveningse Hopjes en de Hopjes Jacob van Campenplein, Oranjeplein en Eekhoornrade. Op het Scheveningse dr. de Visserplein zijn de vrijwilliger(s) door geruzie gestopt (zie ook paragraaf 2.3). Er is intensief geworven voor vervanging, maar men heeft nog niemand gevonden. Op en rond het Aldegondeplein heeft niemand interesse getoond voor vrijwillig werk bij het Hopje. Overigens komt bij het Hopje op dit plein nauwelijks tot geen overlast voor en is de sfeer ook zonder beheer en inzet van vrijwilligers goed. Op het Jacob van Campenplein zijn weliswaar geen vrijwilligers, maar daar helpen de kinderen zelf goed mee. Meestal zijn er wel moeders op het plein aanwezig, maar zij werken liever niet samen met de mannelijke beheerder. Op sommige pleinen is het een probleem om de juiste mix van vrijwilligers te krijgen. Zo zijn er vijf Marokkaanse mannen vrijwilliger in wijkpark Kortenbos. Dit belemmert vrouwen rond dit plein om ook vrijwilliger te worden. 4.2 BEHOEFTE De meeste Hopjes geven aan dat zij meer vrijwilligers kunnen gebruiken. De Hopjes met één beheerder zijn kwetsbaar. De organisaties stellen dat naast de beheerder minimaal één vrijwilliger nodig is. Dit geldt vooral als het druk is met het uitlenen van speelgoed. Het is dan moeilijk om tegelijkertijd goed toezicht te houden. Vooral op Hopjes met veel uitleen is het uiterst belangrijk dat er voldoende vrijwilligers zijn. Dit voorkomt diefstal van materialen zoals fietsjes, skeelers, ballen etc. Op Hopjes zonder toilet is het ook noodzakelijk om een extra vrijwilliger erbij te hebben, omdat ook beheerders wel eens naar het toilet moeten kunnen gaan. Over het algemeen kan de beheerder wel wat extra hulp gebruiken. Uitzondering zijn de beheerders op het Faconaplein. Dit is één van de weinige pleinen met twee beheerders. Deze beheerders doen hun werk het liefst met elkaar en zonder vrijwilligers. Bij veel Hopjes kunnen ze ook extra vrijwilligers gebruiken voor het organiseren van extra activiteiten of het organiseren van spelletjes (9 keer genoemd) De Hopjes medewerkers proberen wel extra vrijwilligers te krijgen, maar vaak levert dat weinig op. Een wervingsactie van Stichting Boog was op - 9 -

één plein wél succesvol. De respondenten stellen dat het moeilijk is om vrijwilligers te vinden die zich formeel willen binden aan het Hopje. De Hopjes aan het Hondiusplein en het Van der Vennepark hebben voldoende vrijwilligers. Het Hopje aan het Aldegondeplein loopt goed zonder vrijwilligers. Door het inzetten van vrijwilligers worden de pleinen veiliger, kan er vaker iets georganiseerd worden en kan in sommige gevallen het Hopje vaker of langer opengesteld worden, aldus de organisaties - 10 -

5 Met welke partners werken de Hopjes samen? Bijna alle Hopjes werken samen met de bewonersorganisatie in hun buurt, met Wijkbeheer, en welzijnswerk 3. Twintig van de 24 beheerders van een Hopje hebben één of meer van deze organisaties genoemd als samenwerkingspartner. Bewonersorganisaties en Wijkbeheer worden wat vaker genoemd als partner voor het organiseren van (grootschalige) activiteiten, zoals de Straatspeeldag of Koninginnedag. Het welzijnswerk wordt vaker genoemd als partner voor het begeleiden van sport- en spelactiviteiten. Het Hopje op het Schapenplein werkt samen met Zebra voor ondersteuning bij het omgaan met pubers en voor deskundigheidsbevordering in het algemeen. Dit Hopje heeft veel samenwerkingspartners. Stichting Boog wordt door zes beheerders genoemd als samenwerkingspartner. Boog wordt ingeschakeld voor ondersteuning bij activiteiten. Ook wordt Boog twee keer genoemd als partner voor het werven van vrijwilligers. De Stichting Haagse Hopjes Transvaal vindt het jammer dat de samenwerking met de bewonersorganisatie en met BOOG op dit moment op een laag pitje staat. Verder mist deze stichting een samenwerkingspartner om bezoekers van het plein beter Nederlands te leren. Naast de relatie met diverse soorten welzijnsorganisaties hebben relatief veel Hopjes contact met de politie en/of de wijkagent (10 van de 24 Hopjes hebben dit genoemd). Voor het handhaven van de veiligheid is deze samenwerkingspartner erg belangrijk. Bijvoorbeeld voor het maken van afspraken met de verschillende gebruikersgroepen van de pleinen of het bemiddelen om ouders ontvankelijk te maken om hulp bij de opvoeding te accepteren. Eén op de drie Hopjesbeheerders hebben de school als samenwerkingspartner genoemd (8 Hopjes). Vier Hopjes werken samen met scholen bij de overblijf tussen de middag. Ook worden de Hopjes gebruikt door groepen van de naschoolse opvang (Stichting Haagse Hopjes Transvaal). Vaak is er een wisselwerking tussen het Hopje en de school. De school kan het materiaal van het Hopje gebruiken en organiseert in ruil daarvoor activiteiten rond het Hopje, zoals een lampionnentocht. Het Hopje in het Wijkpark Kortenbos had iets te weinig contact met de buurt. Door samenwerking met de naburige school komt hier langzaam verandering in. De fietsjes van de Hopjes van Stichting Haagse Hopjes Transvaal werden in het verleden gebruikt voor de verkeerslessen op scholen. Na het verdwijnen van de ID-banen was daar geen mogelijkheid meer voor. Andere samenwerkingspartners die zijn genoemd: Omnigroen voor het schoonmaken van het plantsoen, Collega s van andere Hopjes, Woningbouwcorporatie (Staedion, zie kader). Voorbeeld samenwerking met Staedion De Stationsbuurt is een van de multiculturele wijken van Den Haag. Uit onderzoek blijkt dat vooral niet-westerse kinderen overgewicht hebben. Met Gezond Terras wordt de kennis bij de ouders en hun kinderen vergroot over het belang van gezond eten. In samenwerking met de gemeente en buurthuis Parada is besloten een Gezond Terras te creëren door in het Haagse Hopje een keuken te realiseren. Hier kunnen buurtbewoners aanschuiven voor een gezonde maaltijd en informatie over gezond eten en bewegen krijgen. Op woensdagmiddag komen de kinderen altijd naar het Hopje op het Oranjeplein om te spelen. Dat gaat met de komst van de keuken nu gecombineerd worden met speciale bijeenkomsten. In spelverband wordt er meer gedaan met voorlichting over gezond voedsel. Op de woensdagmiddagen gaan de moeders van de kinderen gezonde hapjes maken die aan het eind van de middag gezamenlijk worden opgegeten. Op die manier worden bewegen en gezond eten op een leuke manier In het voorjaar 2013 gaan deze activiteiten van start. Tot die tijd vinden de activiteiten plaats in buurthuis Parada 3 Hiermee worden de jongerenwerkers en de buurthuizen bedoeld. - 11 -

6 Wat is het belang voor de buurt? De respondenten vinden dat de Haagse Hopjes van groot belang zijn voor de buurt. Voor bijna alle Hopjes geldt dat het Hopje en het plein waar het Hopje staat de spil is van de buurt. Het is in een aantal buurten één van de weinige plekken waar kinderen veilig kunnen spelen. Het toezicht op de pleinen van de Hopjes creëert een veilige speelomgeving. Als er iets gebeurt, kan de Hopjesbeheerder ingrijpen en zonodig contact zoeken met hulpverleners, zoals de politie of de wijkagent. De organisaties stellen dat de Hopjes vooral extra belangrijk zijn voor kinderen die thuis weinig speelgoed hebben. Bijna alle respondenten wijzen erop dat het Hopje en het plein een ontmoetingsplaats is voor de buurt. In multiculturele wijken betekent dit dat kinderen en ouders met een verschillende culturele achtergrond elkaar ontmoeten en leren kennen op het plein. Overigens kan dat ook tot wrijvingen en problemen leiden. Beheerders en vrijwilligers van de Hopjes kunnen dan helpen om irritaties uit de wereld te helpen en de sfeer goed te houden. Deze rol nemen zij als vanzelfsprekend op zich. De beheerders proberen niet alleen goed contact te maken met de kinderen, maar vooral ook met de ouders van de kinderen. Op drukke pleinen is daar door de bezuinigingen op de ID-banen nu minder tijd voor. Dit speelt vooral op het wijkpark Transvaal. De beheerders van de Hopjes van Stichting Haagse Hopjes Transvaal vinden het belangrijk om ouders te betrekken bij het spelende kind. Eén Hopje beheerder ziet zijn plein als leerplein. Hiermee vat hij in één woord samen wat het belang van een Hopje voor de buurt kan zijn: je leert er vriendjes maken en elkaars gebruiken en gewoontes kennen. Kinderen leren bewegen en leren hun fantasie te ontwikkelen. Het Hopje aan het Van der Vennepark heeft extra binnenruimte. Dit voegt, volgens de respondent, iets toe voor de buurt. In deze ruimte worden kinderactiviteiten georganiseerd, geeft men huiswerkbegeleiding en is er een rustige leeshoek voor kinderen. Voor volwassenen is er de mogelijkheid voor fitness. Ook is er een vergaderruimte voor de buurt. Bij drie Hopjes speelt de voorziening om verschillende redenen een mindere rol van betekenis voor de buurt. In de buurt staan veel koophuizen en de kinderen nemen hun eigen speelgoed mee naar het plein (Aldegonde plein) Er is te weinig binding met de buurt, er zijn geen of nauwelijks vrijwilligers uit de buurt. Hierdoor laat de sfeer te wensen over (Dr de Visser Plein en Wijkpark Kortenbos). - 12 -

7 Zijn de Hopjes goed onderhouden? 7.1 STAAT VAN ONDERHOUD Bijna 60% van de Hopjes is goed onderhouden (14 van de 24). Van de Stichting Haagse Hopjes Transvaal zijn bijna alle Hopjes in goede staat. Uitzondering is het Hopje in wijkpark Transvaal. Van alle 24 Hopjes is dit het enige Hopje waarvan wordt gemeld dat deze in slechte staat verkeert. Dit Hopje heeft onlangs schade opgelopen door voetballende jeugd. Er is geen geld om de schade te herstellen. De Stichting Haagse Hopjes Transvaal maakt gebruik van fietsenmakers voor het onderhouden van het materiaal en schilders voor het onderhouden van het gebouw. Ook de Hopjes van Zebra Welzijn zijn overwegend goed onderhouden (7 van de 10). Van de overige drie Hopjes, die in matige staat verkeren, is het gebouw van één Hopje inmiddels aan vervanging toe (Deltaplantsoen). Verder is vooral het speelgoed van deze drie Hopjes in een matige staat. De Hopjes van Stichting Mooi Escamp en Welzijn Scheveningen zijn alle drie matig onderhouden. Dat geldt ook voor drie van de vijf Hopjes van Vóór Welzijn. Het Hopje aan het Spaarwaterplein is gesitueerd in een oude keet. De wc en de airco zijn aan renovatie toe en ook de opslagruimte schiet te kort. Op dit moment is een actiegroep samen met het stadsdeel bezig om nieuwbouw voor het Hopje te realiseren. Van de andere twee Hopjes van Vóór Welzijn, die in matige staat verkeren, betreft dit vooral het materiaal. Tabel 3. Aantal Hopjes naar mate van onderhoud per (welzijns)organisatie. Organisatie Goed Matig Slecht Totaal Stichting MOOI 1 1 Transvaal 5 1 6 Vóór Welzijn 2 3 5 Welzijn Scheveningen 2 2 Zebra Welzijn 7 3 10 Totaal 14 9 1 24 7.2 BEHOEFTE VOORZIENINGEN De meeste Hopjes hebben voldoende opslagruimte, zo blijk uit tabel 4 Tabel 4. Aantal Hopjes met voldoende opslagruimte Organisatie Voldoende ruimte Niet voldoende ruimte Stichting MOOI 0 1 Transvaal 5 1 Vóór Welzijn 2 3 Welzijn Scheveningen 2 0 Zebra Welzijn 10 0 Totaal 19 5-13 -

De vijf Hopjes die meer opslagruimte willen zijn: Transvaal Wijkpark Transvaal Het lijkt een groot huisje, maar de opslagruimte is niet voldoende, mede omdat veel speelgoed nodig is voor het grote aantal kinderen dat hier komt. stichting MOOI Eekhoornradeveld Het Hopje zelf biedt onvoldoende opslagruimte. De zeecontainer die naast het Hopje is geplaatst is noodzakelijk. Vóór Welzijn Cantateplein De ruimte zou 2x groter mogen Vóór Welzijn Hamelplantsoen Het Hopje heeft dringend een opslagcontainer nodig om het grootmateriaal, zoals fietsen/ skelters op te kunnen bergen. Nu is het grote speelgoed opgeslagen in het toilet en als dat speelgoed niet (allemaal) uitgeleend wordt, is het toilet niet te gebruiken Vóór Welzijn Spaarwaterplein Er is wel een extra opslagcontainer naast het Hopje voor de opslag van groot materiaal, maar dan nog is de opslagruimte in het Hopje onvoldoende. Over de overige voorzieningen zijn weinig opmerkingen gemaakt. De Hopmobiel heeft geen toilet en het Hopje aan de Spaarwaterstraat heeft een slechte klimaatbeheersing. - 14 -

8 Suggesties voor verbetering? De meest genoemde suggestie is om te zorgen voor meer vrijwilligers en/of betaalde krachten (zeven keer). Met extra vrijwilligers is het mogelijk om meer activiteiten te organiseren en vaker open te zijn. Met meer mensen kan meer kwaliteit worden geleverd. Soms komt de Hopjesmedewerker niet toe aan het ondersteunen van sport- en spelactiviteiten, omdat de speelgoed uitleen en het beheren van het Hopje alle tijd in beslag neemt. Bij twee Hopjes, waar geen beheerder is, wordt een betaalde kracht gemist. Dr. De Visserplein: Voor een goed functionerend Hopje is een zeer stevige vrijwilliger nodig. Beter zou het zijn er een vakkracht op te zetten, gezien onze ervaringen met vrijwillig beheer. Hannemanplantsoen: Een (ervaren) beroepskracht zou geen overbodige luxe zijn. Ook wordt genoemd dat medewerkers van Zebra, BOOG en/of eventueel stagiaires, buurtbewoners thuis kunnen benaderen om vrijwilliger op het plein te worden. Dit is op het Jennyplantsoen ook gebeurd en deze actie bleek succesvol te zijn (4 nieuwe vrijwilligers). Op de meeste pleinen proberen de Hopjesbeheerders zelf de ouders te benaderen, maar dat levert weinig tot niets op. De animo om vrijwilligerswerk voor een Hopje te doen blijft matig. Een aantal speelcontainers is vervangen door stenen huisjes. In deze Hopjes kunnen ook binnenshuis kinderactiviteiten worden georganiseerd. Daar wordt goed gebruik van gemaakt en deze faciliteit voegt iets toe voor de buurt. Een aantal Hopjes die nu vanuit een speelcontainer het speelgoed uitlenen, zou ook graag de beschikking krijgen over een binnenruimte (5 Hopjes van Stichting Zebra). Bij koud en regenachtig weer gaan de kinderen vaak naar huis. Met een binnenruimte op het plein of park waar kinderen ook bij slecht weer (herfst/winter, regen) activiteiten kunnen doen, kan je groepen kinderen (beter of nog meer) binden aan het Hopje. Deze kinderen kunnen weer andere groepen kinderen naar het Hopje of het plein trekken. Als je kinderen eenmaal gebonden hebt aan het Hopje, kan het ook makkelijker worden om in contact te komen met ouders en hen te verleiden om vrijwilligerswerk te doen Een andere suggestie was om, in plaats van nieuwe grotere Hopjes te bouwen, meer gebruik te maken van naburige buurthuizen. Een hele praktische suggestie is het aanpassen van het registratiesysteem. Het idee is om één systeem (één pas) voor heel Den Haag te maken, waarop alle Haagse Hopjes (incl. de ingeschreven kinderen) zijn aangesloten. Dan kan een kind makkelijker op verschillende pleinen speelgoed lenen. Met dit systeem ontstaat ook meer inzicht in het aantal kinderen dat op de verschillende dagen en locaties werkelijk gebruik maakt van een Hopje. Op het Aldegondeplein heeft het Hopje, volgens de respondent, geen toegevoegde waarde voor de buurt. Hier is geen behoefte aan beheer en evenmin vraag naar leenspeelgoed. Ouders en kinderen maken zelfstandig en met eigen spullen gebruik van het plein. - 15 -

9 Samenvatting Belang van het Haagse Hopje Het Haagse Hopje kan, volgens één van de respondenten, gezien worden als leerplein. Hiermee is in één woord samengevat wat het belang van een Hopje voor de buurt kan zijn: je leert er vriendjes maken en elkaars gebruiken en gewoontes kennen. Kinderen leren bewegen en leren hun fantasie te ontwikkelen De locatie van de Hopjes Er zijn 24 Hopjes in Den Haag. De meeste Hopjes staan in het Centrum. Het enige Hopje in Laak is tijdelijk gesloten. In Escamp is slechts één Hopje. In de volgende gebieden staan geen Hopjes, maar wonen wel relatief veel potentiële doelgroep kinderen met laagopgeleide ouders : Leyenburg, Laak, Mariahoeve en Bouwlust. De Hopjes zijn vooral bedoeld voor deze groep kinderen, omdat ze vaak thuis nauwelijks geen speelgoed en speelruimte hebben. In Scheveningen staat een Hopje op een plek waar de kinderen zelf speelgoed meenemen (Aldegondeplein) en geen behoefte hebben aan de Hopjes uitleen. Men heeft op deze locatie ook geen behoefte aan beheer en vrijwilligers. Hieruit kan worden afgeleid dat Hopjes in wijken waar geen achterstand is, minder tot geen toegevoegde waarde hebben. De meeste Hopjes zijn speelcontainers. In de loop der jaren zijn een aantal oude containers vervangen door kleine huisjes met binnenruimte. In deze Hopjes worden in de winter ook kinderactiviteiten georganiseerd. Op een aantal pleinen (5 Hopjes van Zebra) is behoefte om de huidige speelcontainer te vervangen door een gebouw met binnenruimte Naast de officiële Hopjes ontstaan er ook andere soortgelijke initiatieven, zoals een mobiele speelgoedbus in de Jan Vosstraat en een sportotheek met uitleen voor buitenspeelgoed in clubhuis de Mussen. Openingstijden De Hopjes zijn bijna elke middag na schooltijd open. Zeven Hopjes (van de 24) zijn in de zomer ook in de vroege avond open. In het weekeinde zijn de Hopjes meestal gesloten. Op zaterdagmiddag zijn drie Hopjes structureel open en op zondagmiddag is er één open. In de vakanties zijn 16 Hopjes extra open. Het beheer van de Hopjes Een Hopje draagt bij aan het veilig en onder toezicht kunnen spelen. In de meeste Hopjes is één betaalde beheerder aanwezig. In het verleden waren dit vaak twee beheerders met een ID-baan. Nu wordt de beheerder betaald via een verhoging van de reguliere subsidie van de (welzijns-) organisatie. De beheerders lenen het speelgoed uit, openen en sluiten het Hopje en in de meeste gevallen begeleiden ze ook bij spel- en sportactiviteiten. Het is voor de continuïteit belangrijk dat de beheerder langere tijd bij een Hopje werkt, zodat hij of zij de kinderen goed leert kennen. Beheerders bemiddelen bij conflicten en roepen hulp in als er ongeregeldheden zijn. Dat is de kracht van goede beheerders. Vooral op multiculturele pleinen kan het belangrijk zijn dat er een beheerder is die bij conflicten kan bemiddelen. Er zijn nu vier Hopjes zonder beheerder, waarvan er twee als gevolg hiervan niet optimaal functioneren. Deze Hopjes missen een betaalde kracht. Eén Hopje zonder beheerder (Nijkerklaan in Escamp) is al een tijd geleden gesloten. Het Hopje is dicht gegaan omdat vrijwilligers het beheer niet meer aankonden. Vrijwilligers De meeste Hopjes hebben vrijwilligers (19 van de 24). Het Hopje functioneert het best als de beheerder wordt ondersteund door vrijwilligers en/of stagiaires. Het voordeel van vrijwilligers is dat deze meestal uit de buurt komen en de ouders van de kinderen goed kennen en daardoor de kinderen makkelijker kunnen aanspreken. De meeste vrijwilligers helpen bij het toezicht houden. Daarnaast helpen ze bij het openen en sluiten en bij het organiseren van activiteiten. Door het inzetten van vrijwilligers kan er meer op het plein gebeuren: het Hopje kan langer open en er worden meer activiteiten georganiseerd. Er is behoefte aan extra vrijwilligers voor hulp bij het toezicht houden op drukke dagen. Vrijwilligers zijn onontbeerlijk. De meeste Hopjes kunnen (meer) vrijwilligers gebruiken. Voor een aantal Hopjes geldt dat omwonenden moeilijk te motiveren zijn om op structurele basis vrijwilliger te worden. Op enkele pleinen lukt het de beheerders niet om zelf ouders te benaderen en over de streep te trekken om vrijwilliger te worden. De Stichting BOOG zou hier vaker een rol in kunnen spelen. Het aanbieden van cursussen voor vrijwilligers is - 16 -

een manier om vrijwilligers te binden aan het plein. Het van der Vennepark is daar een goed voorbeeld van. Ook het inzetten van stagiaires kan een aanvulling zijn om de beheerders te ondersteunen. Het samenstellen van een team van vrijwilligers gaat niet altijd goed. Voorkomen moet worden dat er een onevenwichtige samenstelling is en dat er ruzies ontstaan. Op één Hopje zijn als gevolg hiervan tijdelijk geen vrijwilligers. Het structureel inzetten van alleen vrijwilligers op een Hopje (dus zonder betaalde beheerder) levert in veel gevallen problemen op: geen continuïteit, niet altijd neutraal in conflictsituaties, minder toegerust voor het handhaven van de regels. Overigens zijn er uitzonderingen en staan er op een aantal Hopjes vrijwilligers die goed in staat zijn de beheerders functie zelfstandig op zich te nemen. Belangrijke factoren voor een goede sfeer Op de pleinen waar een Hopje is, heerst over het algemeen een goede sfeer. Veel pleinen zijn een ontmoetingsplek voor kinderen en ouders. De multi-culturele samenstelling van de bezoekers van het plein geeft soms onderlinge irritaties en overlast. Daarnaast kunnen oudere kinderen overlast geven op de pleinen. De volgende factoren of activiteiten zijn genoemd om de sfeer op de pleinen goed te houden. Organiseren van sportactiviteiten voor oudere jeugd. Oplossen van kleine irritaties door de beheerder en inschakelen van hulp (politie, jongerenwerk). Handhaving van regels door de beheerder, aanspreken van kinderen. Vrijwilligers die zich inzetten op het plein en die de ouders van de kinderen kennen. Op een aantal pleinen wordt de sfeer merkbaar minder als er geen sportactiviteiten zijn of als de beheerder er niet is. Samenwerkingspartners Bijna alle Hopjes werken samen met de bewonersorganisatie in de buurt, Wijkbeheer, het welzijnswerk. Bewonersorganisaties en Wijkbeheer worden wat vaker genoemd als partner voor het organiseren van (grootschalige) activiteiten, zoals de Buitenspeeldag of Koninginnedag. Het welzijnswerk worden vaker genoemd als partner voor het begeleiden van sport en spelactiviteiten. De Stichting BOOG wordt door zes Hopjes beheerders genoemd als samenwerkingspartner. BOOG wordt ingeschakeld voor ondersteuning bij activiteiten. Ook is BOOG twee keer genoemd als partner bij het werven van vrijwilligers. De Hopjes zouden BOOG vaker willen inschakelen voor het werven van vrijwilligers. Voor iets minder dan de helft van de Hopjes (10 van de 24) is de politie en/of de wijkagent een belangrijke partner voor het handhaven van de veiligheid, en onder andere het maken van afspraken met de verschillende gebruikersgroepen en het bemiddelen bij hulpverlening aan ouders bij de opvoeding van hun kinderen. Eén op de drie Hopjesbeheerders hebben de school als samenwerkingspartner genoemd (8 Hopjes). Vier Hopjes werken samen met scholen tijdens de overblijf op de school. Ook worden de Hopjes gebruikt door naschoolse opvang groepen (Stichting Haagse Hopjes Transvaal). Vaak is er een wisselwerking tussen het Hopje en de school. De school kan het materiaal van het Hopje gebruiken en organiseert in ruil daarvoor activiteiten rond het Hopje, zoals een lampionnentocht. Via de school kunnen ouders makkelijker bij het plein worden betrokken. Verder zijn als samenwerkingspartner genoemd: Omnigroen (voor het schoonmaken van het plantsoen), collega s van andere Hopjes, woningbouwcorporatie (Staedion). Onderhoud Tien Hopjes zijn naar eigen zeggen matig tot slecht onderhouden en bij vijf Hopjes is behoefte aan extra voorzieningen. - 17 -

Bijlage 1 Ontstaansgeschiedenis van de Stichting Haagse Hopjes Transvaal Dit verslag is een overzicht van de Haagse Hopjes in Transvaal vanaf het ontstaan van een idee, de start van de eerste spelcontainer (Kaapseplein) mei 1996 en daarna de start van de andere pleinen, Wijkpark Transvaal, Ruth Firstplein en het Joubertplantsoen januari 1997. Transvaal is een achterstandswijk waar al ruim 25 jaar nieuwbouw en renovatie wordt gepleegd. Er wonen veel grote en eenoudergezinnen, met veel kleine kinderen. Voor deze groep kinderen zijn maar weinig speelmogelijkheden. Een aantal jaren geleden was er een werkgroep, bestaande uit: Annelies Bol (Sociale Wijkaanpak), Joan Jansen, (Project Organisatie Stadsvernieuwing/POS), Andreé Ruting (BOOG), Ben Lansbergen (Stadsbeheer/DSB) en Joke van den Boomen (Bewoners Organisatie Transvaal/BOT), bezig om een speelplan te ontwerpen voor Transvaal. De reden hiervoor was o.a. de jongerenproblematiek op een aantal pleinen in Transvaal, b.v. het Wijkpark Transvaal en met in het achterhoofd de herinrichting van het Kaapseplein. Andreé Ruting en Ben Lansbergen hadden gehoord, dat er in Rotterdam een speluitleen- project is, genaamd Duimdrop. De veronderstelling was dat het ook wel interessant voor Transvaal kon zijn. We zijn daar op 25 januari 1995 gaan kijken met een aantal andere organisaties en bewoners. En we kwamen zo enthousiast terug, dat de naam Haagse Hopjes al in de bus geopperd werd!!!! (We hebben wel nog even gevraagd aan de fa. Rademaker van de echte Haagsche Hopjes of we hun naam mochten gebruiken, maar dat was geen probleem, we kregen zelfs een heleboel Haagsche Hopjes snoepjes cadeau). Begin 1996 hebben we de werkgroep Haagse Hopjes Transvaal opgericht. Aan deze werkgroep namen o.a. deel: Menno Gerritsma (opvolger van Andreé Ruting), Joke van den Boomen (voorzitter BOT), Sonja Ivangean (actieve bewoonster) en Mia Gores, Welzijns Organisatie Centrum (WOC). Op 3 november 1997 zijn de bewoners van deze werkgroep opgegaan in de Stichting Haagse Hopjes Transvaal. Het bestuur is toen uitgebreid met Annie en Frans Klaassen en Sureyya Çiçek. De effecten van het systeem, door middel van goed gedrag speelgoed te kunnen lenen waren in Rotterdam veelbelovend. Kinderen hebben meer spelaanleiding, vervelen zich minder en gaan zich aanmerkelijk beter gedragen. Het effect is o.a.: minder vandalisme, drugsgebruik op het plein nam af, er ontstond een veilige speelplek voor meisjes (ze werden minder lastig gevallen door jongens). Ook bleek in Rotterdam, dat jongere en oudere kinderen beter met elkaar omgingen op het plein/park. De komst van de spelcontainer op het plein zorgde er voor, dat er dagelijks 150 tot 200 kinderen hun vertier zochten daar. Vooral veel kinderen van ouders met lage inkomens (allochtoon/autochtoon), die thuis weinig speelgoed hadden, maakten gebruik van de spelcontainer. Het voortraject Joke van den Boomen en Geer van Vliet (BOT) hebben tijdens de opening van een Buurt Ontwikkeling Maatschappijproject op 24 mei 1995 in de doorsteek Smit-Joubertstraat gesproken met de heren Peter Noordanus (Wethouder van Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing en Volkshuisvesting (ROSV), P. Duimelink (De Goede Woning) en L. Roos (Woningbeheer NV), over het meefinancieren van twee spelcontainers. En ja hoor, op dat moment waren de eerste sponsorgelden binnen. De werkgroep ging verder op zoek naar nog meer sponsors en dat had ook succes, want na 1 à 1 ½ jaar was er voldoende geld bijeen gehaald om voor de container op het Kaapseplein, speelgoed te kopen en op een drietal andere pleinen in Transvaal (Wijkpark Transvaal, Joubertplantsoen en Ruth Firstplein) een spelcontainer te plaatsen met speelgoed. De werkgroep Haagse Hopjes Transvaal was geboren!!!! - 18 -

Graag willen we dan ook de sponsors van het begin hierin noemen: Gemeente Den Haag Woningbouwvereniging De Goede Woning - thans Staedion) V.Z.O.S. - thans Woonstichting Haag Wonen Woningbedrijf Zuidoost - thans Vestia Den Haag Zuid-Oost Woningbeheer NV V.S.B.-fonds Den Haag e.o.- thans Fonds 1818 tot het nut van het algemeen Stichting Kinderpostzegels Nederland Stichting Madurodam Ondersteuningsfonds Nationaal Jeugdfonds Jantje Beton ING Nederland Moret, Ernst & Young - thans Ernst & Young RABO-bank Nederland Nationale Nederlanden - (spelcontainer Kaapseplein) Omdat we nog aanvullende financiën nodig hadden voor 3 jaar exploitatiekosten, hebben wij contact gezocht met de toenmalige peetvader van Transvaal en voorzitter van de Tweede Kamer de heer Wim Deetman. Vooral de heer Jur de Haan, manager integraal beheer in Den Haag, heeft ons hierbij ondersteund. De heer Deetman adviseerde de initiatiefnemers, om naast een subsidieaanvraag bij de gemeente, ook een beroep te doen op sponsorgelden van bedrijven die zaken deden met Zuid-Afrika (Transvaal is een Zuid-Afrikaanse wijk!!) Er werd een groot aantal 'bedelbrieven', met o.a. zijn naam eronder verstuurd. Dit leverde een aardige respons op. (Namen zijn vermeld in sponsorlijst). De initiatiefnemers van het project Haagse Hopjes Transvaal hadden inmiddels contact gezocht met Mia Gores (van de Welzijn Organisatie Centrum/WOC) om te bekijken of er via deze organisatie mogelijkheden waren voor het plaatsen van personeel op de spelcontainers. Dit was nodig omdat de BOT zelf geen personeel aan kan nemen. In die tijd was net de nieuwe 'Melkertregeling' van de minister van Sociale Zaken van start gegaan en d.m.v. deze regeling konden er een achttal 'Melkertfunctionarissen', tegenwoordig ID-functionarissen genoemd (twee per spelcontainer) worden aangesteld. Het WOC regelde ook een begeleider/coördinator voor het project om de dagelijkse gang van zaken in goede banen te leiden. De heer Kees te Gussinklo, die al werkzaam was als sportbegeleider in de wijk, kreeg extra uren voor de begeleiding van de "Melkerts". De eerste spelcontainer Tijdens de oplevering van het vernieuwde Kaapseplein (gesponsord door Nationale Nederlanden), op 1 mei 1996 ging de spelcontainer definitief van start. Het onderhoud van de spelcontainer en de exploitatiekosten kwamen voor rekening van Stadsbeheer, terwijl o.a. het speelgoed werd betaald door de werkgroep Haagse Hopjes. De eerste twee 'Melkertmedewerkers' begonnen hun werkzaamheden en van af het begin aan werd de spelcontainer een groot succes. Binnen drie maanden waren er al zo'n 350 kinderen lid van het Haagse Hopje op het Kaapseplein. Tussentijds, na wat strubbelingen met jongerengroepen op het plein, is er nog een 'Hopjesmedewerker' bijgekomen en daarna ging het alleen maar crescendo. Na een half jaar een 'Haags Hopje' op het plein, kon een functionaris van Stadsbeheer vertellen, dat het vandalisme met zo'n 70 % was afgenomen. Voorwaar een groot succes!! Januari 1997 werden de overige drie spelcontainers geplaatst en kon men spreken van de 'Haagse Hopjes' in Transvaal. Deze drie containers zijn in het bezit van de werkgroep Haagse Hopjes (BOT) en worden "om niet" in gebruik gegeven aan de spoedig op te richten Stichting Haagse Hopjes Transvaal, die dan ook verantwoordelijk is voor de exploitatiekosten. - 19 -