Paleontologie, de studie van fossielen die gebruikt wordt om een beeld te krijgen over de geschiedenis van het leven op aarde.



Vergelijkbare documenten
Meercellig Tweezijdig symmetrisch Exoskelet. Dit is een stekelhuidige

Lamarck. oudste jaarlagen ongewervelden, pas later gewervelden soorten langzaam veranderen nieuwe ontstaan

Evolutie. Basisstof 4 thema 5

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 en 8

Evolutie: De ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen.

Voorbeelden organel: celkern, vacuole, mitochondriën en endoplasmatisch rediculum.

THEMA 5 BOEK 4 ORDENING EN EVOLUTIE. Biologie HAVO Drs. L. Grotenbreg

En toen kwam Darwin. On the origin of species. 1. Het ontstaan van het leven. Fossielen. 2. Getuigen van deevolutietheorie

Darwin en de evolutieleer

Samenvatting Biologie Thema 2

Dat dit geen eenvoudige kwestie is, bewijzen volgende voorbeelden:

2. We nu nog levende katachtige is volgens deze stamboom het meest verwant aan de Poema? A de Cheeta B de Europese lynx C de Huiskat D de Jaguar

Katholieke Universiteit Leuven, 2009! Samenstelling: Bert De Groef! Lay-out: Sylvia Grommen & Bert De Groef! Met de financiële steun van! vzw!

Antwoorden door een scholier 1825 woorden 28 februari keer beoordeeld

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Biologie: evolutieleer 6/29/2013. dr. Brenda Casteleyn

1. Fossielen, dood of levend?

Samenvatting Biologie H10 Evolutie

1. Fossielen, dood of levend?

Evolutie / biodiversiteit

Copyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings

6.3. Samenvatting door W woorden 3 december keer beoordeeld. 1. De indeling van de levende natuur. Domeinen

Examen Voorbereiding Evolutie

GENETICA EN EVOLUTIE. Pearson Basisboek biologie VWO Hoofdstuk 3 Linda Grotenbreg (MSc.)

Mitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen).

HAPTE CHAP SAMENVATTING

infprg03dt practicumopdracht 4

Eindexamen biologie pilot havo I

Samenvatting door F woorden 3 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou

Profielwerkstuk Geschiedenis Evolutie

Er groeit iets in Meise!

Antwoorden Biologie Thema 5

Thema 5 Evolutie Basisstof 2 Evolutie van de mens

De evolu(etheorie binnen de 21 e eeuwse biologie Leerhuis: Genesis of evolu0onaire schepping? Avond 1 Donderdag 17 december 2015

Inhoud. Voorwoord 5. Inleiding 6

Module: Verwant of niet verwant - v456. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Naam Klas Datum. Klaar met schieten? Sneller dan je buurman/-vrouw? Noteer hier je resultaten. Je bent gestart met 50 Dots van elke kleur.


Evolutie. Bovenbouw VO

Deel 1. a. Wat is de orde van grootte van stijging waar we rekening meemoeten houden? b. Waar komt dat water vandaan?

Antwoorden hoofdstuk 2. Uitleg en presentatie van de leerstof Demonstratie Instructie en opdrachten

Genetic Architecture of Host Use in Yponomeuta K.H. Hora

Evolutie vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Leerlingenhandleiding

Activiteiten werkwinkel misconcepties

Spreekbeurt ANW Evolutie van de mens

Samenvatting Biologie Thema 1 inleiding in de

Samenvatting Biologie hoofdstuk 7 erfelijkheid: Par.1: Par. 2:

Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en aminozuren) met behulp van zuurstof, waardoor energie vrijkomt om ATP te maken.

Evolutie - natuurlijke selectie

DE APPEL VALT NIET VER VAN DE BOOM

Samenvatting Biologie Thema 5 Erfelijkheid en Evolutie

Biotechnologie vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Inteelt in kleine populaties. Bart Ducro Animal Breeding and Genomics Centre

Op Wandel met Walvissen

Evolutie hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

*Een Heterotroof wil zeggen dat ze Organische stoffen nodig hebben om te kunnen leven. Deze nemen ze op uit de omgeving.

b - 8. een dikke vetlaag hebben. een dunne vacht hebben. een middagdutje doen. een witte vacht hebben. hele grote oren hebben

Hand-out Microbiologie

Toelatingsexamen arts geel Biologie Vraag 1

Copyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings

OVERLEVEN VAN DE BEST TOEGERUSTE EXEMPLAREN 88

Samenvatting Hoofdstuk 1

Krokodil 32 Bruine rat 42 Konijn 44 Zijdeaapje 46 Chimpansee 48 Tabel 1

DE CEL - SUBMICROSCOPISCH

Samenvattingen. Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid. Basisstof 1. Basisstof 2. Erfelijke eigenschappen:

BIOLOGIE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V

Ecologie is de wetenschap die relaties tussen organismen en hun omgeving bestudeert

De Evolutietheorie Door: Gijs Steur (Jur was ziek) Klas: B2a Docent: ERH Datum:

ERFELIJKE INFORMATIE IN DE CEL

Evolutie vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

RNA-editing maakt inktvissen sneller in de kou

Module: Een nieuwe soort - v456. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Out of Africa: mtdna en Y chromosoom. Jean-Jacques Cassiman KuLeuven

<A> Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. <B> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine.

<A> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. <B> Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine.

1. Biotische factoren (zijn afkomstig van andere organismen) - voedsel - soortgenoten - ziekteverwekkers - vijanden

Evolutie, wat is dat nu feitelijk?!

Onze bijzondere planeet De aarde is een bijzondere planeet. Er zijn in het heelal veel meer planeten. Leven op onze planeet is mogelijk door de zon.

Basisstof 7 Genetische variatie

Stamboeken voor bedreigde diersoorten door particuliere kwekers

Praktische opdracht Biologie Evolutie en ordening PO

Bijlage VMBO-GL en TL

1: Wat is biologie? 2: Organisatieniveaus van de biologie

Inteelt in de VSS. Erik Schuiling, 28 januari 2011

Transparanten bij het vak Inleiding Adaptieve Systemen: Co-evolutie. M. Wiering

Aantal directe nakomelingen ingeschreven in het NHSB: Dobermann Dia nummer 1

11. o f e. d i. Apenrots Leeuwenterras Kleine-Zoogdierenhuis Uilenruïne Californische zeeleeuwen Insectarium

Bijlage VMBO-GL en TL

4 A A N P A S S E N D O E T O V E R L E V E N

Eindexamen biologie havo I

Programmeren A. Genetisch Programma voor het Partitie Probleem. begeleiding:

Micro evolutie In een populatie huisjesslakken

HAVO 5 Begrippenlijst Erfelijkheid allel Allelen zijn verschillende vormen van een gen. Zij liggen in homologe chromosomen op precies dezelfde

Monosomie: een chromosoom te weinig, bijv. bij syndroom van Turner: 1 X chrom. Zorgt voor kleine hartafwijking.

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9, 'Fast Food Island' en Hoofdstuk 10, 'Ecologie'

Belang maar ook bedreiging van de diversiteit aan rassen en gewassen. De noodzaak van Agrobiodiversiteit. Michel Haring Hoogleraar Plantenfysiologie

het machtigste leven op aarde erfelijkheid & ordening

Opstel door B woorden 6 maart keer beoordeeld. Inleiding. Wat is biotechnologie?

Evolutie van het Melkviooltje en verwanten door hybridisatie en polyploïdie

Omgaan met inteelt in kleine rassen

Transcriptie:

Paleontologie, de studie van fossielen die gebruikt wordt om een beeld te krijgen over de geschiedenis van het leven op aarde. Fig. 22-3 Verschillende aardlagen, Ontstaan in verschillende tijden Jongere aardlagen Bevat fossielen uit recente tijden Ouder aardlagen Bevat oudere fossielen

Fossielen, Overblijfsels van gestorven organismen. recente fossielen 1000-enkele miljoenen jaar oud: Bevroren of geconserveerd door lage ph Otzi: in gletsjer, mammoeten in permafrost, veenlijken

Oude fossielen: versteende overblijfselen van gestorven organismen: Bijna altijd harde delen (skelet, hout) Of afdrukken in steenlagen Overeenkomst: Alleen fossielen gevormd als de verrotting verstoord wordt (bijvoorbeeld door kou of geen zuurstof).

Lamarck s Hypothese van Evolutie Lamarck beweerde dat organismen tijdens het leven bepaalde eigenschappen meer of minder gebruikten en die verbeterde of minder gebruikte eigenschappen doorgaven aan hun nakomelingen Hij had hiervoor geen bewijs

Fig. 22-4

Fig. 22-6a Darwin leende wel het idee dat organismen anders waren dan hun voorouders, maar kwam door het observeren van verschillende vinken met een andere theorie (a) Cactus-eater

Fig. 22-6b Elke vink heeft een snavel die aangepast is aan het voedsel dat hij eet: deze insecteneten kan met zijn dunne snavel insecten uit spleten in boombast halen (b) Insect-eater

Fig. 22-6c Deze vink heeft een sterke snavel waarmee hij zaden kan openbreken (c) Seed-eater

Darwin theorie is gebaseerd op twee ideeën Organismen met dezelfde voorouders hebben gelijkenissen, maar zijn aangepast aan hun leefwijze Deze aanpassingen ontstaan door natuurlijke selectie

Darwin zag variatie tussen individuen van een populatie

Hij zag ook dat nakomelingen eigenschappen van hun ouders erfden (al wist hij nog niets van genen en chromosomen) Hij zag ook dat de meeste organismen meer nakomelingen produceren dan er kunnen overleven Een schimmel produceert Miljoenen sporen

Door gebrek aan voedsel of andere levensbehoeften (leefruimte, de goede temperatuur etc, overleven niet alle nakomelingen Nakomelingen die eigenschappen geërfd hebben waarmee ze beter aan een bepaalde omgeving zijn aangepast, hebben een grotere kans op overleving en zullen dus ook meer kans op nakomelingen hebben in een bepaalde omgeving (survival of the fittest)

Hierdoor zullen er na een aantal generaties steeds meer individuen komen die de eigenschap(pen) hebben die voor overleving zorgt in de leefomgeving van die soort.

Hierdoor ontstaan soorten die het best aangepast zijn aan hun omgeving (want die overleven) Moderne wetenschap heeft deze theorie verfijnd tot neodarwinisme: Samengevat omhelst deze theorie: Door mutaties ontstaan er variaties in een populatie Door omgevingsfactoren vindt er natuurlijke selectie plaats op verschillende variaties. (In verschillende omgevingen wordt er op verschillende variaties geselecteerd.)

Daarnaast kan migratie of isolatie ook een rol spelen: Doordat twee populaties gescheiden zijn kunnen ze in de loop van de tijd twee kanten op evolueren. Na verloop van tijd kunnen zo twee verschillende soorten ontstaan. Ook verschillend voedselgedrag oid kan tot evolutie leiden We spreken van verschillende soorten als twee organismen geen vruchtbare nakomelingen meer kunnen voortbrengen

Individuen evolueren niet (alleen bij pokemon), maar populaties evolueren Copyright 2008 Pearson Education, Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings

Kunstmatige selectie Mensen selecteren zelf ook bij het kweken van gedomesticeerde dieren en gewassen: dit noemen we veredelen

Nieuwe technologieën Genetische modificatie: inbouwen van specifieke genen uit andere soorten in een organisme Genetisch gemodificeerde organismen zijn transgeen

Fig. 22-8 Evolutionaire stambomen: Van oud naar jong Geen nieuwe aftakking: uitgestorven Aftakking: voorouder Hoe groter de afstand hoe minder verwant de organismen 34 24 Millions of years ago 5.5 2 10 4 0 Years ago

Onderzoek naar evolutie John Endler heeft het effect van predatie op guppie populaties onderzocht Fel gekleurde mannetjes zijn aantrekkelijker voor vrouwtjes Fel gekleurde mannetjes zijn ook makkelijkere prooien voor predators In vijvers met minder roofvissen zijn er meer fel gekleurde mannetjes (natuurlijke selectie) Copyright 2008 Pearson Education, Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings

Homologe organen zijn organen die hetzelfde bouwplan hebben maar in een verschillende variatie door een verschillende functie. Dit is een bewijs voor een gemeenschappelijke voorouder Human Cat Whale Bat

Rudimentaire organen zijn organen die nog wel in mindere of meerdere mate aanwezig zijn maar geen functie meer hebben Bijvoorbeeld heupbot bij walvis Copyright 2008 Pearson Education, Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings

Evolutionaire stambomen kunnen gebruikt worden om homologe organen te verklaren. Dit noemen we divergente evolutie (vanuit een voorouder ontstaan verschillen in nakomelingen) DNA onderzoek bevestigt de verwantschap in evolutionaire stambomen (al zijn soms wat aanpassingen nodig) Organismen die minder verwant zijn hebben meer verschillen in hun DNA

Convergente evolutie is de evolutie waarbij gelijkende organismen ontstaan die onafhankelijk van elkaar ontstaan zijn. De zo ontstane eigenschappen nomen we analoog