Openbare Basisschool De Wierde Kleine Straat 8 9774 PN Adorp Tel.: 050-3061261 e-mail: dewierde@hetnet.nl website : www.obsdewierde.



Vergelijkbare documenten
Inhoud 1. Onze organisatie School en ouders Kwaliteit Zorg voor elk kind... 9

5.7. De leerplichtambtenaar Alle zaken t.a.v. de leerplicht zijn in handen gelegd van het Regionaal Bureau Leerplichtzaken Gooi en Vechtstreek.

Schoolondersteuningsprofiel o.b.s. De Nijenoert

3. De zorg voor de leerlingen Passend Onderwijs

Stappenplan en zorgvisie De Vuurvlinder

Schoolondersteuningsprofiel. SWS de Gavelander De Boomgaard RC Oostwold (W.K.) Brinnummer: 13XX

Waar mensen werken ontstaan misverstanden, worden fouten gemaakt en kan er iets misgaan in de communicatie. Dat geldt ook voor het onderwijs.

Klachtenregeling. Spectrum-SPCO

Passend onderwijs Bergen,Gennep en Mook Informatie voor alle ouders

HOE KUNNEN WE RESPECTVOL OMGAAN MET ELKAAR BINNEN HET STEDELIJK LYCEUM

1. We volgen het vastgestelde protocol n.a.v. het grensoverschrijdende gedrag

Beleid leerlinggebonden financiering

Passend onderwijs. Lid van het dagelijks bestuur, Liesbeth Verheggen

Wij gaan er vanuit dat betrokkenen van onze school klachten en verschillen van inzicht altijd eerst

GEDRAGSPROTOCOL PCB MEESTER LALLEMAN

Klachtenregeling CSG Dingstede

Aannamebeleid Basisschool De Zonnewijzer

Protocol Time Out, Schorsen en Verwijderen

Regeling schorsing en verwijdering van leerlingen

Een klacht, wat nu? Klachtenregeling bestemd voor ouders, voogden, verzorgers en medewerkers

Klachtenregeling stichting KOMM, onafhankelijke klachtencommissie machtsmisbruik in het onderwijs zuid Nederland.

Basisschool 't Maxend, Nistelrode, Ouders

KLACHTENREGELING BERG EN BOSCHSCHOOL

toegelaten wordt. Uiteraard zal er in overleg met de ouders altijd naar een oplossing worden gezocht.

Ouderenquête 2014 CBS De Bron

NB. Dit beleid is ook van toepassing op leerlingen met een persoonsgebonden budget van de GGD.

Protocol gedrag, time-out, rebound, schorsen en verwijderen

7 Passend onderwijs. 7.1 Algemeen. 7.2 Interne begeleiding. Schoolgids

Klachtenregeling Primus

GROTE OUDER- EN LEERLINGENENQUETE 2010

PROTOCOL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG

SKB de Veenplas. Protocol schorsen en verwijderen van leerlingen

Aannamebeleid Emile Weslyschool Maastricht

Van schorsing is sprake als een leerling tijdelijk de toegang tot de school wordt ontzegd.

Bijlage klachtenregeling primair onderwijs een goed gesprek voorkomt erger

Gedragsprotocol De Stelberg

Crisisinterventie: Alle stappen die ondernomen worden om te voorkomen dat een leerling thuis komt te zitten.

Mariaschool Reutum tevredenheidsmeting medewerkers

Werkgroepen Herman Jozef school

Onderwijsgemeenschap Titus Brandsma, Hengelo, Oudervragenlijst maart 2015 hoofdlocatie Titus Brandsma

Incidentenprotocol Informatie voor ouders

Onderwijsgemeenschap Titus Brandsma, Hengelo, Oudervragenlijst maart 2015 locatie Alfrink

Onderwijsgemeenschap Titus Brandsma, Hengelo, Ouder vragenlijst oktober 2014 De Akker

Klachtenregeling Lyceum Sancta Maria

Protocol schorsing en verwijdering van leerlingen

Verbeterplan n.a.v. uitslagen enquête onder ouders van obs de Dubbele Punt april 2013

Aan de ouders, Vriendelijke groet, team prinses Beatrixschool. Verbeterpunten en acties

bs Den Krommen Hoek Pestprotocol Protocol gewenst gedrag.

Gemiddelde. Gemiddelde

leerling gebonden financiering (LGF) toelating van leerlingen met een handicap in het kader van de leerlinggebonden financiering

Gemiddelde. Oneens. Gemiddelde. Oneens

Gedragsprotocol. Waarden en normen op. (Egmond aan den Hoef)

Protocol schorsing en verwijdering

KLACHTENREGELING ONGEWENSTE INTIMITEITEN

Schoolondersteuningsprofiel. 26 Ibs 'T Pompebled

Protocol ongewenst/grensoverschrijdend gedrag

Notitie hulp en/of behandeling door externen onder schooltijd. Basisschool Dierdonk. MT vastgesteld:

Jeugd gezond heids zorg jaar

ONS SCHOOLCONCEPT Onze visie: Algemene schoolregel: Ik laat zien dat ik respect heb voor mezelf, de ander en mijn omgeving.

Protocol schorsing en verwijdering van leerlingen

Protocol doubleren en versnellen

KlachtenProtocol SKPOOV

Aan: alle ouders / verzorgers van de kinderen op de basisscholen van SKBO

Jeugdgezondheidszorg op de basisschool

Stroommodel Beleidsvorming binnen het Basisonderwijs wat betreft het geven van onderwijs aan leerlingen met specifieke moeilijkheden.

PROTOCOL ONGEWENST EN/OF OVERSCHRIJDEND GEDRAG LEERLINGEN

1. Aanloop naar schorsing en/of verwijdering

Protocol Time-out, Schorsing en Verwijdering van leerlingen

Klachtenformulier Spectrum-SPCO

Waarden en normen op RKBS Sint Jan (Waarland)

Klachtenregeling Stedelijk Dalton Lyceum Inleiding. 1 Mondelinge klachten. 2 schriftelijke klachten. 2.1 Interne afhandeling op locatieniveau

Schoolondersteuningsprofiel. 23 Dr. Theun De Vriesskoalle

Klachtenregeling. Stichting Katholiek Onderwijs Vierlingsbeek

Informatieplicht m.b.t. gescheiden ouders

Kwaliteitsvragenlijst

Protocol veilig klimaat

Klachten Regeling. 1 januari Postbus AG Groningen info@o2g2.nl groepgroningen.nl K.v.K

GEDRAGSCODE BS. DE KAMELEON

Borgloschool, locatie Groenewold, Deventer, Ouders

Schoolregels van het CML

Klachtenregeling SPOM

Nieuwsbrief januari t/m juli 2016

Toelatingsbeleid in het kader van de zorgverbreding.

Externe benchmark Aantal scholen: 692 Benchmark cijfer scholen Hoogste cijfer scholen Laagste cijfer scholen Cijfers Ouders Mariaschool 2016

Protocol Toelaatbaarheid Rugzakleerling

Uit klas plaatsing leerling

Schoolondersteuningsprofiel

Interne zorgstructuur

Protocol Schorsing en verwijdering

Ouderbeleidsplan. Sbo de Bonte Vlinder. September 2014

Protocol Informatievoorziening bij gescheiden ouders

Wat doet NIM Maatschappelijk Werk?


4.2. Schriftelijke informatie aan ouders Ouders worden op verschillende manieren schriftelijk geïnformeerd. Allereerst via deze schoolgids.

Protocol verwijzing naar voortgezet onderwijs

Pedagogisch beleid Lunchkids

Protocol Terugplaatsingsbeleid van SBO naar BAO

Protocol schorsing en verwijdering

Transcriptie:

Openbare Basisschool De Wierde Kleine Straat 8 9774 PN Adorp Tel.: 050-3061261 e-mail: dewierde@hetnet.nl website : www.obsdewierde.nl 1

Inhoudsopgave 2 Een woord vooraf 4 1. Algemene organisatie Schoolbestuur L&E 5 Het schoolbestuur 5 Bovenschoolse directie 5 Bestuurssamenstelling 5 Directeur-bestuurder 5 Bestuurskantoor 5 De scholen 5 De schoolgids 6 Overzicht van onderwerpen in alfabetische volgorde 6 Aanmelden van kinderen 6 Doubleren, protocol zittenblijven en verlengde kleuterperiode 6 Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) 7 De medezeggenschap (MR) 7 Hulp aan leerlingen door ouders zelf geregeld 7 Inspectie van het onderwijs 7 Jeugdgezondheidszorg van de GGD op de basisschool 8 Jeugdzorg 9 Klachtencommissies 9 Klachtenprocedure 9 Leerlinggebonden financiering, ook wel het rugzakje 10 Onderwijsactiviteiten (deelname aan ) 11 Onderwijskundig rapport 11 Overgang naar het voortgezet onderwijs 12 Plusklas 13 Rookbeleid in het schoolgebouw 13 Schoolverlof (regels voor) 13 Schorsen en verwijderen van leerlingen 14 Sponsoring 14 Verzekering van de leerlingen 14 Vertrouwenspersonen 15 Voor-, tussen- en naschoolse opvang 15 Zorg voor relatie school en omgeving 15 Zorgleerlingen met specifieke onderwijsbehoeften 15 2. o.b.s. "De Wierde" 17 Richting 17 Schoolgrootte 17 Uitgangspunten 17 Het klimaat van de school 17 De organisatie van de school 18 Groepsgrootte 18 De leeractiviteiten 19 Basisvaardigheden (lezen, schrijven, taal en rekenen) 19 Wereldoriënterende vakken 20 Expressie activiteiten 20 Resultaten van het onderwijs 20 Onderwijsresultaten o.b.s De Wierde 21 Opbrengstgericht werken op De Wierde 21 Kengetallen 21 Resultaten schooljaar 2011-2012 22 2

Speciale voorzieningen in het schoolgebouw 28 Huiswerk 29 Godsdienstig of humanistisch vormingsonderwijs 29 (Buiten)schoolse activiteiten voor leerlingen 29 De schoolreizen 29 Gymnastieklessen 29 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs 30 Het gebouw 30 Het belang van betrokkenheid van ouders/verzorgers 31 Informatievoorziening aan ouders/verzorgers 31 Groepsinformatie 31 Ouderparticipatie 31 Medezeggenschap (MR) 31 Ouderraad (OR) 32 Schooltijden 32 Vakantietijden 33 Vakantierooster schooljaar 2012-2013 33 Ziekmelden 33 Fluorspoelen 33 Schoolfotograaf 33 Bibliotheek 33 Schoolbus 33 Overblijfregeling 34 Fietsen 35 Verjaardagen 35 Gevonden voorwerpen 35 Namen en adressen personeel / overig 35 Leerlingenlijst groep 1, 2, 3 en 4 37 Leerlingenlijst groep 5 en 6 38 Leerlingenlijst groep 7 en 8 39 3

Een woord vooraf De schoolgids is een jaarlijkse uitwerking van het schoolplan voor ouders/verzorgers en leerlingen. De schoolgids stelt de ouders/verzorgers beter in staat een verantwoorde schoolkeuze te maken. De wet stelt eisen aan de inhoud van de schoolgids. U kunt dan ook in een schoolgids minimaal de volgende informatie verwachten: doelen en resultaten van het onderwijs; zorg voor leerlingen met specifieke behoeften; zorg voor het jonge kind; benutting van de verplichte onderwijstijd; geldelijke bijdrage van de ouders/verzorgers; rechten van ouders/verzorgers, leerlingen en bevoegd gezag; sponsoring; procedure schoolgids. Elk jaar dient de inhoud van de schoolgids vastgesteld te worden door het bevoegd gezag. De gids bestaat uit 2 delen. Het eerste deel beschrijft het schoolbestuur van Lauwers en Eems (L&E) en geeft algemene informatie en in het tweede deel worden schoolspecifieke zaken van o.b.s. De Wierde beschreven. Mocht u nog aanvullende wensen of suggesties hebben voor verbetering van deze gids, aarzel dan niet contact op te nemen met de directie of de groepsleerkracht van uw kind. Namens het schoolteam, Franz van der Zee, directeur. 4

1. Algemene organisatie Schoolbestuur L&E Het schoolbestuur Onze school valt onder het bevoegd gezag van Schoolbestuur L&E. Schoolbestuur L&E is opgericht op 1 januari 2000. Onder het bestuur vallen 22 basisscholen (23 locaties) en Het Hogeland College met vier vestigingen voor voortgezet onderwijs. De scholen bevinden zich in de gemeenten De Marne, Eemsmond, Winsum en Delfzijl. Het schoolbestuur heet officieel Schoolbestuur voor primair en voortgezet onderwijs tussen Lauwers en Eems of korter Schoolbestuur L&E. Bovenschoolse directie De basisscholen staan onder leiding van een directeur. De gehele sector primair onderwijs wordt bestuurd door de sectordirecteur (PO) mevr. A.M. Machielsen. Dhr. K. Parent is lid van de sectordirectie Bestuurssamenstelling Het bestuur wordt gevormd door de volgende personen: De heer mr. G.A.F.P. Giunta d Albani, voorzitter Mevrouw mr. T.A. Greven-Arnoldus, secretaris De heer R.J. Brands, penningmeester Mevrouw drs. A.I. Sijpkens-Luitjens De heer H.H. Boer De heer H. Boerhof De heer H. Welp Directeur-bestuurder Voor de dagelijkse bestuurlijke werkzaamheden voor het basis-en voortgezet onderwijs en voor de contacten met het dagelijks bestuur heeft het bestuur een directeurbestuurder. Vanaf 1 augustus is dat mevr. M. Volp Bestuurskantoor Postadres : Schoolbestuur L&E, Postbus 5, 9989 ZG Warffum E-mailadres : schoolbestuur@lauwerseneems.nl Bezoekadres : Noorderstraat 13, Warffum Telefoon : 0595-424955 Fax : 0595-425131 Internet : www.lauwerseneems.nl De scholen Elke school heeft een directeur die samen met de leerkrachten zorgt voor een goede, zorgzame sfeer in de school. Een sfeer waarin het voor de kinderen prettig is en waar ze de beste kansen krijgen om zich te ontwikkelen. De leerlingen die dat nodig hebben krijgen extra begeleiding. De directeur kan daar, indien nodig, meer over vertellen. De directeur overlegt regelmatig met de leerkrachten over alle schoolse zaken. Op een aantal scholen is er een zogenaamde bundeldirecteur aangesteld. Deze directeur is als directeur eindverantwoordelijk voor twee scholen. In een dergelijke school is een aanspreekpunt aangesteld die kan worden geraadpleegd bij afwezigheid van de directeur. 5

De Schoolgids In alle schoolgidsen van de scholen die vallen onder het bevoegd gezag van Schoolbestuur L&E staan tal van zaken die specifiek zijn voor deze scholen. Er is ook een aantal onderwerpen dat voor alle scholen geldt. Die onderwerpen zijn hieronder genoemd en worden verder beschreven. Overzicht van onderwerpen in alfabetische volgorde * Aanmelden van kinderen * Doubleren protocol (zittenblijven) en verlengde kleuterperiode * Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) en Medezeggenschapsraad (MR) * Hulp aan kinderen die door de ouders/verzorgers zelf is geregeld * Inspectie van het onderwijs * Jeugdgezondheidszorg van de GGD op de basisschool * Jeugdzorg * Klachtencommissies * Klachtenprocedure * Leerlinggebonden financiering, het rugzakje * Onderwijsactiviteiten (deelname aan) * Onderwijskundig rapport * Overgang naar het voortgezet onderwijs * Plusklas * Resultaten van het onderwijs * Rookbeleid in het schoolgebouw * Schoolverlof (regels voor) * Schorsen en verwijderen van leerlingen * Sponsoring * Verzekering van de leerlingen * Vertrouwenspersonen * Voor- tussen- en naschoolse opvang * Zorg voor de relatie school en omgeving * Zorgleerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Aanmelden van kinderen Kinderen kunnen worden aangemeld middels een inschrijfformulier waarop gegevens van zowel het kind als de ouder(s)/verzorger(s) worden ingevuld. Door het ondertekenen door beide ouder(s)/verzorger(s) van het inschrijfformulier conformeren zij zich aan de visie en werkwijze van de school. Namens de school zal de directeur het inschrijfformulier ondertekenen. Doubleren protocol (zittenblijven) en verlengde kleuterperiode. In onze scholen willen we onderwijs op maat bieden. Dat houdt in dat er zoveel mogelijk wordt uitgegaan van de behoefte van de kinderen. Zittenblijven is hierbij niet gebruikelijk. Toch kan het voorkomen dat het wenselijk is dat kinderen blijven zitten. Om duidelijk te maken hoe scholen tot een dergelijk besluit komen, zijn hier regels over afgesproken. Dit protocol is op elke school aanwezig en kunt u desgewenst inzien. 6

Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) Wij behoren, zoals hiervoor al gezegd is, tot een grote groep van scholen, die onder hetzelfde bestuur valt. Soms zijn er zaken die voor alle scholen belangrijk zijn. Zulke zaken worden ook samen met de ouders besproken en vastgesteld, dat gebeurt in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Elke MR heeft daar een vertegenwoordiger in. De sectordirecteur, de bovenschoolse directeur van alle basisscholen, is daar altijd bij aanwezig namens het bestuur. De GMR heeft een ouder van één van de scholen als voorzitter (zie voor namen en telefoonnummers elders in deze gids) Iedere school heeft één vertegenwoordiger in de gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). Het dagelijks bestuur bestaat uit: voorzitter (ouder) de heer R. de Jong, tel: 0594-248722 lid van het DB (ouder) mevrouw G. van der Veen tel: 0595-572393 De medezeggenschap (MR) In alle scholen is een medezeggenschapsraad en een ouderraad. Wij vinden het erg belangrijk dat de school van ons allemaal is: van de kinderen, de ouders en de medewerkers, zoals de leerkrachten. In de medezeggenschapsraad worden alle schoolse zaken met de ouders besproken en er kunnen altijd vragen gesteld worden. De directeur vertelt aan de MR hoe het gaat in de school, legt zijn plannen en ook soms zijn zorgen voor aan de MR. De directeur vertegenwoordigt ook het schoolbestuur in de MR. Soms vraagt hij advies over sommige zaken en soms vraagt hij instemming voor het beleid dat hij wil gaan voeren. In de MR zitten ouders en leerkrachten. Het schoolbestuur vindt het erg belangrijk dat de betrokkenheid van de ouders goed tot zijn recht komt. In elke school hebben we ook een ouderraad. De ouderraad is belangrijk voor de school net als de medezeggenschapsraad. De ouderraad bestaat uit een groep ouders die graag bereid is om de school bij allerlei praktische zaken te helpen, die anders misschien niet zouden gebeuren. De ouderraad heeft ook veel betekenis voor het goede contact tussen school en ouders. Hulp aan kinderen die door de ouders/verzorgers zelf is geregeld. Soms maken ouders zich zorgen over de ontwikkeling van hun kind, waardoor zij ook buiten de school om hulp gaan zoeken bij externe bureaus of particuliere hulpverleners. We begrijpen dat ouders zich tot het uiterste in spannen voor hun kinderen. We willen hierbij graag twee opmerkingen maken: Ten eerste verzoeken wij u om ons altijd in kennis te stellen, als u dergelijke stappen overweegt te ondernemen. Wij doen ons uiterste best een kind die zorg te bieden, die het nodig heeft. Het komt het kind echter ten goede, als u de school op de hoogte brengt van de eventuele onderzoeksresultaten en behandeling. Dit voorkomt dat er langs elkaar heen wordt gewerkt. Dit zou in het ergste geval zelfs slecht kunnen werken voor het kind. Ten tweede kunnen wij niet garanderen dat wij altijd kunnen meewerken aan de eventuele hulpprogramma's die worden opgestart door externe hulpverleners. De school- en klassenorganisatie is namelijk in de eerste plaats gericht op de deskundige begeleiding van de individuele leerlingen in de klassensituatie. Inspectie van het onderwijs info@owinsp.nl www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs tel: 0800-8051 (gratis) Meldpunt vertrouwensinspecteurs tel: 0900-1113111 voor klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld 7

Jeugdgezondheidszorg van de GGD op de basisschool De GGD Groningen houdt zich bezig met de gezondheid van de bevolking in de provincie Groningen. Hieronder valt ook de jeugd. Daartoe voert zij een aantal taken uit. Door een landelijke wetswijziging heeft de GGD Groningen een nieuwe werkwijze ontwikkeld op het gebied van de jeugdgezondheidszorg. De Jeugdgezondheidszorg op de basisschool Vanaf de basisschoolleeftijd krijgen kinderen te maken met de Jeugdgezondheidszorg van de GGD. In dit artikel leest u wat de Jeugdgezondheidszorg van de GGD Groningen u en uw kind te bieden heeft. De Gezond-opgroeien-krant De GGD verspreidt onder alle ouders van vierjarige kinderen de Gezond-opgroeien-krant. In deze krant vindt u informatie over de gezondheid en opvoeding van kinderen. Onderzoek van gehoor, gezichtsvermogen, lengte en gewicht In groep 2 komt de doktersassistente van de GGD op school voor een onderzoek van het gehoor en gezichtsvermogen. Ook worden de kinderen tijdens dit onderzoek gemeten en gewogen. De ouders worden uitgenodigd hierbij aanwezig te zijn. De kinderen worden opnieuw gemeten en gewogen in groep 7. Er wordt dan ook klassikaal voorlichting gegeven over voeding en bewegen. De ouders zijn hier niet bij aanwezig. De onderzoeken vinden alleen plaats als ouders hiervoor toestemming geven. Als tijdens één van de onderzoeken blijkt dat iets niet (helemaal) goed is, krijgt u hiervan bericht. Samen met u wordt bekeken wat er moet gebeuren. Vragenlijst groep 2. Ter voorbereiding krijgt u als ouder een vragenlijst over de gezondheid en het welbevinden van uw kind. De doktersassistente neemt met u deze vragenlijst door. Mochten er bijzonderheden of vragen zijn dan wordt u uitgenodigd voor een gesprek met de arts of de verpleegkundige van de GGD. Vragenlijst groep 7 Ook in groep 6 krijgen ouders een vragenlijst. Op de vragenlijst kunt u aangeven of u prijs stelt op een gesprek met een verpleegkundige of arts van de GGD. Onderzoek van stem-, spraak- en/of taalproblemen In een aantal gemeenten in de provincie Groningen worden kinderen in groep 2 onderzocht op stem-, spraak- en/of taalproblemen. Dit gebeurt door de logopedist van de GGD. Ouders ontvangen de uitslag van het onderzoek. Soms kan dit aanleiding zijn voor extra logopedische begeleiding. Spreekuur Op een aantal scholen houdt de verpleegkundige of arts een spreekuur. Het gebeurt ook dat dit spreekuur op een locatie in de buurt gehouden wordt. U kunt daar zonder afspraak terecht met vragen en/of problemen rond de groei, ontwikkeling en opvoeding van uw kind. Op school hangt een poster waarop staat waar en wanneer het spreekuur gehouden wordt. U kunt ook terecht bij het spreekuur in de centra voor jeugd en gezin of ouder en kind centra bij u in de buurt. Aandacht voor gezondheid op school Uit de onderzoeken en vragenlijsten wordt allerlei informatie gehaald. Deze informatie bespreekt de verpleegkundige of arts met de school. Er kunnen vervolgens thema s worden gekozen die het komend jaar en/of de jaren daarna extra aandacht verdienen. Bijvoorbeeld voeding en beweging, gebitsverzorging en pesten. De GGD heeft veel projecten die de school hierbij kan gebruiken. Bij deze projecten wordt er vaak naast lesjes over het thema ook gekeken naar de betrokkenheid van ouders. Allerlei factoren in de omgeving die invloed 8

hebben op het (gezonde) gedrag worden meegenomen. Zo kan de school besluiten te gaan werken aan een veilige en schone schoolomgeving; het eten van fruit te stimuleren in de pauze. Een ander voorbeeld is het organiseren van een cursus over een gezondheidsthema voor leerkrachten en ouders. Meer informatie U kunt met vragen en problemen terecht bij het Jeugdgezondheidszorgteam dat werkzaam is op de school van uw kind, telefoon: 050-367 40 00. Informatie over gezondheid en opvoeding is ook te verkrijgen bij het Informatie Centrum Gezondheid van de GGD. Het Informatie Centrum is op werkdagen geopend van 10.00-16.30 uur. Bezoekadres: Hanzeplein 120, Groningen Telefoon: 050-367 41 77 E-mail: icg@hvd.groningen.nl Neem ook eens een kijkje op www.ggdgroningen.nl/jeugdgezondheidszorg. Op deze site zijn onder andere folders over de opvoeding te lezen en te downloaden. Jeugdzorg GGD (logopedie, jeugdarts, schoolverpleegkundige) www.ggdgroningen.nl tel: 050-3674177 Zorgadviesteam Noord-Groningen (ZAT) Coördinator mevrouw drs. Jiska van Hall tel: 088-0200300 Kindermishandeling Advies en Meldpunt tel: 050-5239239 Klachtencommissies Landelijke klachtencommissie tel: 030-2809590 Mevrouw E.A. Telkamp - La Feber secretariaat, Postbus 85191, 3508 AD Utrecht Klachtenregeling ongewenste omgangsvormen tel: 050-3674000 GGD algemeen Postbus 584, 9700 AN Groningen Klachtenprocedure In iedere organisatie kan het voorkomen dat u klachten hebt. Het kan hier gaan over een variëteit aan klachten; over het onderwijs dat gegeven wordt, over een leerkracht, over de school als geheel, maar ook over ongewenste seksuele intimidatie, discriminatie, e.d.. Bij klachten is de eigen leerkracht van uw kind(eren) het eerste aanspreekpunt. Wendt u zich met klachten het eerst tot hem of haar. Is de klacht bij de desbetreffende leerkracht niet naar tevredenheid opgelost, dan kunt u gaan praten met de directeur. Deze zal dan met u de klacht bespreken en behandelen. In uitzonderlijke gevallen kan ook de sectordirectie en/of het bestuur worden ingeschakeld. Dit kan echter pas nadat er met de directeur van de school is gesproken en u samen niet tot een bevredigende oplossing bent gekomen. Wij gaan er vanuit, dat op deze manier veruit de meeste klachten op een juiste wijze kunnen worden afgehandeld. Uiteindelijk kan het zo zijn, dat de afhandeling van de klacht naar uw mening niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden of dat de klacht, gelet op de aard daarvan bijvoorbeeld bij ongewenste seksuele intimiteiten ( 1 ), niet binnen de organisatie kan worden opgelost. Voor al die situaties is iedere basisschool verplicht een klachtenregeling in te stellen. Deze klachtenregeling kunt u op school krijgen. In het kader van deze klachtenregeling voor ernstige en/of zeer gevoelige situaties hebben wij de directeur als contactpersoon aangesteld. Het is de bedoeling dat deze u alleen verwijst naar de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon - iemand van buiten de schoolorganisatie - zal eerst nagaan of u geprobeerd hebt de klacht binnen de school op te lossen, of dat dit alsnog mogelijk is. Is dit niet mogelijk, dan kan de vertrouwenspersoon u 9

helpen met het indienen van een klacht bij de onafhankelijke landelijke klachtencommissie. Het schoolbestuur heeft zich daartoe aangesloten bij de Landelijke klachtencommissie, die gevestigd is in Utrecht. U kunt het adres van de Landelijke klachtencommissie, de klachtencommissie ongewenste intimiteiten en de adressen van de vertrouwenspersonen vinden in de informatie over de algemene organisatie van ons schoolbestuur op een andere plaats in deze schoolgids. Wat wordt verstaan onder ongewenste intimiteiten: Alle als ongewenst ervaren, seksueel getinte aandacht die verbaal (met woorden), non-verbaal (zonder woorden, maar bijvoorbeeld via gebaren) of fysiek kan zijn". Het kan gaan om gesprekken, grapjes of aanrakingen die seksueel geladen zijn. Uiteraard is ons hele doen en laten erop gericht, ongewenste intimiteiten waarbij leerlingen betrokken zijn te voorkomen. Belangrijke zaken daarvoor zijn voor ons een goed en veilig, plezierig schoolklimaat waarbinnen geen ruimte is voor dergelijke gedragingen. Leerlinggebonden financiering, ook wel het rugzakje De bevordering van de emancipatie en integratie van mensen met een handicap vormt een belangrijke doelstelling in het beleid van de Rijksoverheid. Ook in het onderwijs is er behoefte aan emancipatie en integratie van gehandicapte kinderen. Van oudsher is het onderwijs aan gehandicapte kinderen georganiseerd in speciale scholen. Steeds meer ouders wensen echter, indien dat mogelijk en hanteerbaar is, dat hun gehandicapte kind zoveel mogelijk in de normale schoolomgeving opgroeit en in het verlengde daarvan ook in de thuisomgeving naar een gewone school voor basisonderwijs kan gaan. Om dit mogelijk te maken, heeft de overheid een speciale regeling ontworpen, de leerlinggebonden financiering (ook wel LGF of het rugzakje genoemd). Hiervoor is een positieve beschikking van het CvI nodig (zie onder Zorgleerlingen met specifieke onderwijsbehoeften). In deze rugzak zitten middelen (in de vorm van tijd en geld) waarmee het in sommige gevallen mogelijk wordt dat de leerling onderwijs kan volgen op een gewone basisschool. Wij streven in onze scholen naar adaptief onderwijs. Dat betekent dat wij rekening houden met de verschillen tussen kinderen en onderwijs op maat willen bieden. Deze keuze voor adaptief onderwijs houdt voor ons ook in dat we in principe, binnen de grenzen van onze mogelijkheden, bereid zijn kinderen met een handicap op te nemen en aan hen onderwijs op maat te bieden. Eén en ander is vastgelegd in het zogenaamde zorgprofiel. Iedere school beschikt over dit profiel. Hierin staan de mogelijkheden en de beperkingen voor een goede begeleiding van de school omschreven. Wat kunnen onze scholen? In ons streven naar adaptief, kindgericht onderwijs willen we zoveel mogelijk zorg op maat bieden. Onze zorg wordt gekenmerkt door preventie, hulpverlening en afstemming: dat betekent tijdige signalering van problemen door de leerkracht, gevolgd door een adequate reactie in de vorm van extra zorg. Wij gaan er vanuit dat de ouders van de betreffende leerling, in hun samenspraak met ons, ook actief een bijdrage leveren vanuit de kennis die ze van hun kind hebben. Onze grenzen Er kunnen situaties en omstandigheden zijn ten gevolge waarvan de school zich, ondanks de opvatting dat wij in beginsel een onderdak voor iedereen moeten kunnen zijn, niet in staat acht een bepaalde zorgleerling op te nemen als leerling. Enkele duidelijk te formuleren situaties zijn daarbij: 1. Verstoring van rust en veiligheid: Indien een leerling een handicap heeft die ernstige gedragsproblemen met zich meebrengt, leidend tot een ernstige verstoring van de rust en de veiligheid in de groep, dan is voor ons de grens bereikt waardoor het niet meer mogelijk is om 10

kwalitatief goed onderwijs aan de gehele groep en aan het betreffende kind met een handicap te bieden. 2. Te grote inspanning door goede verzorging/behandeling en goed onderwijs: Indien een leerling een handicap heeft, die een zodanige verzorging/behandeling vraagt dat daardoor zowel de zorg en behandeling voor de betreffende leerling als het onderwijs aan de betreffende leerling onvoldoende tot zijn recht kan komen, dan is voor ons de grens bereikt waardoor het niet meer mogelijk is om kwalitatief goed onderwijs aan het betreffende kind met een handicap te bieden. 3. Verstoring van het leerproces voor de andere kinderen: Indien het onderwijs aan de leerling met een handicap een zodanig beslag legt op de tijd en de aandacht van de leerkracht dat daardoor de tijd en aandacht voor de overige (zorg-)leerlingen in de groep onvoldoende of in het geheel niet kan worden geboden, dan is voor ons de grens bereikt waardoor het niet meer mogelijk is om kwalitatief goed onderwijs te bieden aan de zorgleerlingen in de groep. 4. Gebrek aan opnamecapaciteit van het aantal zorgleerlingen: In het verlengde van de onder punt drie beschreven situatie is dat de school niet in staat is een gehandicapte/zorgleerling op te nemen, vanwege het aantal zorgleerlingen dat al in een bepaalde groep voorkomt. Per aanmelding zal de afweging moeten plaatsvinden of er voldoende zorgruimte aanwezig is. De procedure Indien er op onze school een kind met een handicap wordt aangemeld, dan volgen wij een draaiboek met een aantal fasen. Deze fasen zijn: 1. probleemsignalering: welke problemen zijn er indien wij deze leerling met een handicap toelaten? 2. verkenning van de mogelijkheden; 3. aanmelden voor indicatiestelling; 4. de indicatiestelling; 5. de indicatiebeschikking; 6. standpuntbepaling van de school: wel of niet opneembaar ; 7. keuze van de ouders voor de basisschool of Regionaal Expertise Centrum; 8. toelating van de leerling; 9. opstellen handelingsplan; 10. realiseren van eventuele aanpassingen in gebouw of lokaal; aanschaf van specifieke materialen en methoden; 11. realisatie en monitoring handelingsplan. Onderwijsactiviteiten (deelname aan) Alle kinderen dienen in beginsel aan alle onderwijsactiviteiten deel te nemen. Mocht er echter toch een zwaarwegende reden zijn om aan een bepaalde activiteit niet deel te nemen (bijvoorbeeld bepaalde feesten), dan zal de school zorg dragen voor een vervangende, zo mogelijk verwante, onderwijsactiviteit. Onderwijskundig rapport. Indien een kind de school verlaat, hetzij naar een andere school voor (speciaal) basisonderwijs of naar een school voor voortgezet onderwijs, wordt er door de school een onderwijskundig rapport opgesteld. In dit rapport worden gegevens over de ontwikkeling van het kind samengevat. Met de gegevens uit het onderwijskundig rapport kan er op de nieuwe school beter rekening worden gehouden met de behoeften van het kind. De school is verantwoordelijk voor de inhoud van dit rapport. De ouders hebben te allen tijde inzagerecht in het onderwijskundig rapport en mogen desgewenst het rapport kopiëren. Als een kind van een andere school voor (speciaal) basisonderwijs komt, ontvangt de school dus ook een Onderwijskundig Rapport van de andere school. Ook is er bij 4-jarigen, die voorheen de peuterspeelzaal bezocht hebben, een overdracht. Gegevens uit het peutervolgsysteem worden doorgestuurd naar de basisschool en indien 11

nodig besproken. Van de kinderen, die een kinderdagverblijf bezocht hebben is er geen overdracht. De gegevens van een kind worden na het verlaten van de school 5 jaar lang bewaard. Daarna worden de gegevens vernietigd. Overgang naar het voortgezet onderwijs. Algemeen Als kinderen de basisschool verlaten en naar het voortgezet onderwijs gaan, wordt er advies gevraagd aan de basisschool. Ook worden gegevens over het kind doorgegeven. Ouders zijn hiervan op de hoogte. Het kan voorkomen dat bij kinderen, als ze op het voortgezet onderwijs zitten, vragen zijn t.a.v. hun ontwikkeling. De school voor voortgezet onderwijs zal dan contact opnemen met de ouders en in een enkel geval kunnen ze dat ook doen met de basisschool, waar het kind vandaan kwam. Op sommige scholen voor voortgezet onderwijs worden alle kinderen getest op bijvoorbeeld taal (en mogelijke dyslexie). Het kan dan gebeuren dat bij kinderen dyslexie wordt geconstateerd, terwijl dat op de basisschool niet is vastgesteld. De oorzaak ligt vaak in het feit dat kinderen op basisscholen hun taalhandicap vaak nog kunnen compenseren en op een school voor voortgezet onderwijs, waar ze met meer talen te maken krijgen, lukt dit soms niet meer. Mocht u vragen hebben over de overgang naar het voortgezet onderwijs of vragen n.a.v. de uitkomsten van bepaalde testen, dan kunt u contact opnemen met de school. Na groep 8 In groep 8 gaat uw kind de belangrijke keuze voor het voortgezet onderwijs maken. Leerlingen gaan na groep 8 in het algemeen naar vmbo, havo of vwo. Een aantal kinderen gaat naar het speciaal onderwijs. Op onze basisschool krijgt u daarover uitgebreide voorlichting, maar u zult met uw kind zeer waarschijnlijk ook informatieavonden en Open Avonden van scholen voor voortgezet onderwijs bezoeken. Daar is meestal ook Het Hogeland College bij, een school die valt onder ons schoolbestuur L&E. Het Hogeland College Het HHC is een scholengemeenschap voor vwo, havo en vmbo. In Warffum is de havo-vwo afdeling (met vwo-plus met Latijn). In Wehe- Den Hoorn en Uithuizen zijn de Dalton-vmbo afdelingen (met TLplus-havo en lwoo). In Wehe-den Hoorn is in een vernieuwd gebouw gestart met de opleiding TReC, Toerisme, Recreatie en Cultuur. De leerlingen van de derde en vierde klassen van de beroepsafdeling van het vmbo gaan voor hun praktijklessen Techniek en Zorg &Welzijn breed naar het moderne Praktijkgebouw in Warffum. De gebouwen zijn alle ruim en overzichtelijk en bijna iedereen kent elkaar. Belangrijk bij het onderwijs op het HHC is, dat leerlingen kansen moeten hebben. Immers, niemand weet precies hoe een twaalfjarige zich precies gaat ontwikkelen tijdens zijn schoolperiode. Het HHC let er daarbij goed op, dat leerlingen het niveau halen dat ze aan kunnen en leidt hen zo breed mogelijk op, zodat ze na hun diploma nog alle kanten op kunnen. Een leerling die het naar zijn zin heeft leert beter. Het HHC probeert daar zo goed mogelijk voor te zorgen met vakkundige en betrokken leraren, met goede begeleiding (ook voor de niet-standaard leerlingen) en met veel buitenles activiteiten, waar leerlingen en leraren elkaar ook op een meer persoonlijke wijze zien. Het leer- en leefklimaat op het HHC wordt daardoor meestal als goed en zeer vertrouwd ervaren. Verdere informatie: www.hogeland.nl 12

Plusklas L&E heeft speciaal beleid ontwikkeld voor hoogbegaafde leerlingen. Juist onze kinderen met een bijzonder talent verdienen onze aandacht en extra zorg. Sinds een paar jaar kennen we een Plusklas voor leerlingen van groep 6 tot en met 8. Dit jaar gaan we nu uitbreiden met een Plusklas voor kinderen van groep 3 tot en 5. In de Plusklas ontmoeten hoogbegaafde kinderen van de diverse scholen elkaar gedurende een dagdeel per week. De leerkracht van de Plusklas werkt volgens een speciaal afgestemd programma met de kinderen. Belangrijkste doel van de Plusklas is: de ontmoeting van gelijkgestemde leerlingen het leren omgaan met je speciale gaven het leren leren de begeleiding van de individuele hulpvraag zowel tijdens de Plusklas als in de eigen school. Deze begeleiding betreft zowel het kind als de leerkracht en waar nodig ook de ouders. De Plusklas voor de bovenbouw wordt elke woensdagmorgen gehouden in Warffum op de Jansenius de Vriesschool. Soms maakt de groep ook gebruik van het HHC(ligt om de hoek immers). De Plusklas van de middenbouw gaat elke woensdagmorgen naar De Getijden in Pieterburen. Deze locatie is uitermate rijk en inspirerend voor deze groep kinderen. Aanmelding voor de Plusklas gebeurt via de school, na toestemming van de ouders. Er dient sprake te zijn van een hulpvraag, een behoefte aan extra ondersteuning. Plaatsing in de Plusklas betekent ook niet dat het kind jaren achtereen in de Plusklas kan blijven. Daarvoor is er teveel animo. Het komend jaar gaan we onderzoeken welk logisch vervolg er op de Plusklas gemaakt kan worden en hoe moderne communicatiemiddelen hierbij een rol kunnen vervullen. Rookbeleid in het schoolgebouw. Voor alle scholen van Schoolbestuur L&E geldt in de gebouwen een algemeen rookverbod. Schoolverlof (regels voor) Vervroegde vakantie, verlate terugkomst of extra vakantie. Verlengen van een vakantie is - zeer bijzondere omstandigheden daar gelaten - niet mogelijk. Wat die bijzondere omstandigheden zijn is, zolang het om niet meer dan enkele dagen gaat, ter beoordeling van de directeur. Verzoeken om extra vakantie worden alleen gehonoreerd indien de aard van het beroep van één van de ouders daartoe speciaal aanleiding geeft. U dient dat aan te tonen door middel van een werkgeversverklaring waarin dat verklaard wordt. Aan een dergelijk verlof zijn twee beperkingen verbonden: a. verlof wordt niet verleend in de eerste twee weken van het schooljaar b. een dergelijk verlof kan maar één keer per schooljaar worden verleend. Bij familieomstandigheden. Er is een aantal dagen waarop u voor uw kind(eren) vrij kunt vragen. Over het algemeen zijn het die dagen, waarvoor elke werknemer ook verlof kan opnemen. Voorbeelden: bijwonen huwelijk, 25- en 40-jarig jubileum, begrafenissen van directe verwanten. Voor het vervullen van plichten voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging. Daarnaast kan een leerling in een zeer beperkt aantal gevallen vrijaf krijgen als hij/zij een aan godsdienst of levensovertuiging verbonden plicht moet voldoen. Hierbij moet bedacht worden, dat niet elke gewenste deelname aan bijeenkomsten op godsdienstige of levensbeschouwelijke grondslag als godsdienstplicht is aan te duiden. 13

Hoe aan te vragen. Verzuim, anders dan door ziekte, moet altijd ruim vooraf (indien mogelijk veertien dagen) schriftelijk worden aangevraagd. Iedere school heeft hier een standaard aanvraagformulier voor dat binnen L&E wordt gebruikt. Voor maximaal 10 schooldagen moet dat bij de directie geschieden. Bij meer dan 10 dagen moet u dit verzoek -eventueel door tussenkomst van de school - richten aan de betreffende ambtenaar leerplichtzaken in de woongemeente. Bij een eventuele afwijzing kunt u bij de ambtenaar leerplichtzaken in beroep gaan op grond van het gestelde in de Algemene Wet Bestuursrecht. Tot slot. De directeur van de school beoordeelt elke situatie aan de hand van de wettelijke regels. Directeuren zijn verplicht ongeoorloofd verzuim te melden bij de leerplichtambtenaar. Schorsen en verwijderen van leerlingen Gelukkig komt deze maatregel binnen L&E zelden of nooit voor. Toch kan de schoolleiding in het uiterste geval een leerling voor een time out (tijdelijk de toegang tot school ontzeggen) of verwijdering (definitief de toegang ontzeggen) voordragen aan de sectordirecteur primair onderwijs. Schorsing (een time out geven) en verwijdering van een leerling is in het algemeen mogelijk als een leerling (of diens ouders) wangedrag vertoont en de orde en rust in de school in het geding zijn. Als de directeur van de school iemand ter schorsing of verwijdering voordraagt aan de sectordirecteur primair onderwijs, zal deze de voordracht bespreken met het schoolbestuur, waarop het bestuur de schorsing of verwijdering kan bekrachtigen. Ouders worden daarvan schriftelijk op de hoogte gesteld. Ook de onderwijsinspectie en leerplichtambtenaar zullen worden ingelicht. Voor het kind zal door de school voor huiswerk worden gezorgd. Ouders kunnen tegen dit besluit schriftelijk in beroep gaan. Indien er tot een schorsing wordt overgegaan, is dat om duidelijk te maken aan kind en/of ouders dat de grens bereikt is. Het is een ordemaatregel, waarin door middel van gesprekken met ouders en kind vervolgafspraken gemaakt kunnen worden. Hierin kan ook de mogelijkheid van verwijdering worden besproken als volgende stap. Belangrijke voorwaarde is dat definitieve verwijdering van een leerling pas mag plaatsvinden, nadat er een andere school bereid is gevonden deze leerling toe te laten. Indien echter aantoonbaar gedurende acht weken tevergeefs naar een andere school is gezocht kan ook tot definitieve verwijdering worden overgegaan. Ouders kunnen binnen zes weken bezwaar maken tegen verwijdering bij het bevoegd gezag en het eventueel voorleggen aan de rechter. Bovenstaande is omschreven in het protocol Aanmelden, Schorsen en Verwijderen dat op elke school aanwezig is. Sponsoring Aan sponsoring wordt geen medewerking verleend. Verzekering van de leerlingen Voor alle personeelsleden van Schoolbestuur L&E is een WA verzekering (Wettelijke Aansprakelijkheid) afgesloten. Stagiaires en vrijwilligers vallen ook onder deze verzekering. De aansprakelijkheidsverzekering is bedoeld voor gevolgschade na een gebeurtenis. Voorwaarde voor een eventuele erkenning van de aansprakelijkheid is uiteraard, dat de juridische aansprakelijkheid van het bestuur komt vast te staan. Is er bijvoorbeeld duidelijk sprake van een schuld bij een leerling, dan is het gebruikelijk de ouders of verzorgers van die leerling aansprakelijk te stellen. De aansprakelijkheidsverzekering wordt nogal eens verward met de ongevallenverzekering, die uitkeert bij overlijden of bij blijvende invaliditeit; de zogenaamde pleister op de wond. De basisscholen (soms ouderraden) van Schoolbestuur L&E kunnen afzonderlijk besluiten wel of niet een ongevallenverzekering af te sluiten. 14

Vertrouwenspersonen binnen L&E voor het begeleiden van iemand die (eventueel) een klacht wil indienen: De heer R. P. Meijer, Kloosterburen tel: 0595-481321 Mevrouw R. Beereboom, Winsum tel: 0595-443291 De heer A. Tuntelder, Uithuizermeeden tel: 0595-412794 Voor-, tussen- en naschoolse opvang De schoolbesturen van de basisscholen in de gemeenten De Marne, Winsum en Eemsmond hebben besloten om samen met kinderopvang Kds2b de buitenschoolse opvang voor de leerlingen te organiseren. Dat zal er toe leiden dat de buitenschoolse opvang plaats zal vinden op locaties buiten de school. Die locaties liggen soms in de buurt van de school; soms zal gebruik worden gemaakt van gastoudergezinnen. In oktober 2006 werd de Wet Primair Onderwijs zodanig aangepast, dat alle basisscholen in Nederland de mogelijkheid moeten bieden voor een dagvullend programma voor kinderen van 4 tot 13 jaar, van half 8 s ochtends tot half 7 s avonds, de buitenschoolse opvang. Per 1 augustus 2007 moeten scholen dat ook echt geregeld hebben. Dat wil niet zeggen dat de scholen die opvang zelf moeten verzorgen. Ze kunnen daarvoor samenwerking zoeken met kinderopvangorganisaties, die meestal veel ervaring hebben met buitenschoolse opvang. Daarom hebben de besturen van het basisonderwijs in Noord-Groningen samenwerking gezocht met kinderopvang Kids2b. De afspraken die ze hebben gemaakt zijn vastgelegd in een convenant. Het convenant regelt de samenwerking en organisatie van een aanbod voor voorschoolse en naschoolse opvang en/of vakantieopvang door Kids2b voor leerlingen van de basisscholen. De ouders worden door de scholen geïnformeerd hoe de buitenschoolse opvang geregeld is en worden dan doorverwezen naar Kids2b. Doel van het basisonderwijs en Kids2b is om de buitenschoolse opvang in de genoemde gemeenten, zo vorm te geven dat kinderen een leerzame, uitdagende en gezellige daginvulling wordt geboden. Het basisonderwijs staat garant voor het onderwijsdeel en Kids2b verzorgt de uren buiten de schooltijd. Buitenschoolse opvang valt onder de wet Kinderopvang en wordt betaald door de ouders, waarbij zij een forse tegemoetkoming kunnen aanvragen in de vorm van een kinderopvangtoeslag via de belastingdienst. Plaatselijk zijn andere organisaties dan Kids2Be werkzaam. Ook hiermee worden nog convenanten gesloten, zodat ouders in deze plaatsen kunnen kiezen. Zorg voor de relatie school en omgeving De school werkt natuurlijk samen met alle scholen in de gemeenten Delfzijl, De Marne, Eemsmond en Winsum die onder de verantwoordelijkheid van ons schoolbestuur (Schoolbestuur L&E) vallen. De directies vergaderen regelmatig gezamenlijk. Met alle andere scholen in deze gemeenten werken wij vaak ook intensief samen op allerlei praktische en bestuurlijke terreinen (bijv. sportdagen, buurtnetwerken, gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid, bouwkundige zaken, peuterspeelzaal enz.). Met scholen in de gemeenten, Zuidhorn, Bedum, Haren, Tynaarlo en Groningen (de laatste uitsluitend het speciaal basisonderwijs) wordt samengewerkt in het WSNS-verband (WSNS = Weer Samen Naar School) (Het gaat daarbij om zorgleerlingen ). Voorgenoemde scholen maken deel uit van de stichting Stad en Ommeland. Hierbij zijn ook scholen uit de stad Groningen en Noord Drenthe aangesloten. De school is aangesloten bij de Onderwijs Begeleidingsdienst (OBD) Cedin te Groningen. Verder werken we samen met de Pedagogische Academie (PA) in Groningen over de inzet en begeleiding van stagiaires. Zorgleerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Van alle kinderen op school wordt gedurende hun hele schoolloopbaan nauwkeurig bijgehouden in het leerlingvolgsysteem hoe hun ontwikkeling op school verloopt. Deze dossiervorming geschiedt uiterst zorgvuldig. De regels van de privacy - wetgeving zijn hierop van toepassing. Ouders worden door de leerkrachten regelmatig geïnformeerd over het wel 15

en wee van hun kind(eren) op school. Indien er opvallende ontwikkelingen zijn bij een kind (bijvoorbeeld in het gedrag, de motoriek of de leerprestaties), dan wordt hier in het algemeen op de volgende wijze mee omgegaan. Het betreft niet alleen ontwikkelingen waarbij de ontwikkeling van de leerling achterblijft; het gaat ook om situaties waarin leerlingen zich sneller ontwikkelen en meer aankunnen. bespreking van alle kinderen gebeurt regelmatig. Indien er uit dit overleg blijkt dat er actie moet worden ondernomen en vastgesteld wat er moet gebeuren, zullen de ouders hiervan op de hoogte worden gebracht; mocht het overleg binnen het team, waarbij de intern begeleider (IB er) een belangrijke rol speelt, niet voldoende aanknopingspunten opleveren om het kind op gerichte wijze te kunnen begeleiden, dan wordt de hulp ingeroepen van externe deskundigen. Deze deskundigheid kan ingebracht worden door de leerlingbegeleider van de Onderwijs Begeleidingsdienst (OBD), of door de bovenschools IB-er; deskundigen van de o.a. OBD kunnen zowel de leerprestaties, de leerprocessen als de emotionele en sociale kenmerken van het betreffende kind gaan onderzoeken. Soms wordt aan andere instanties (bijvoorbeeld GGZ) begeleiding of meer specialistisch onderzoek gevraagd. Voordat wij echter met een instantie in zee gaan, wordt u als ouder hiervan door de groepsleerkracht op de hoogte gesteld en gevraagd uw goedkeuring daar aan te geven. De directeur en i.b.-er zijn hiervan uiteraard op de hoogte; de bespreking van leerlingen die extra zorg vragen wordt schriftelijk vastgelegd. Hierin staan ook de afspraken en eventueel te nemen vervolgstappen vermeld, bijv. een observatie of een didactisch onderzoek. Wanneer het onderwijs voor het kind wordt aangepast, dan wordt er een handelingsplan opgesteld. Alle verslagen worden door de ouders getekend. Zo kan er geen misverstand ontstaan over de aanpak die is gekozen. Doorgaans leidt de zorg vanuit de school er toe dat de leerling verder kan. Het kan echter ook incidenteel voorkomen dat de mogelijkheden van de school en de leerkracht ondanks alle inspanningen uitgeput raken. In dat geval voert de school overleg met de ouders en kan er uiteindelijk een advies tot plaatsing op een andere school worden gegeven. Ook kan de deskundigheid van het Zorg Advies Team Noord Groningen worden gebruikt. In dit team zitten mensen met verschillende achtergronden en kennis van zaken m.b.t. onder andere leer- en opvoedproblemen. Er zijn verschillende scholen voor speciaal onderwijs: - de verwijzing naar een school voor speciaal basisonderwijs (SBO) verloopt via de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL); - wanneer er sprake is van een handicap of stoornis dan kan het kind worden verwezen naar een school voor deze specifieke problematiek. Deze scholen zijn ingedeeld in zogenaamde clusters. Zo zijn er scholen voor: cluster 1: visueel gehandicapte kinderen cluster 2: dove, slechthorende kinderen en kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden cluster 3: kinderen die lichamelijk gehandicapt zijn, langdurig zieke kinderen en zeer moeilijk lerende kinderen cluster 4: kinderen met ernstige gedragsproblemen, met ontwikkelingsproblemen en/of psychiatrische problemen Een verzoek tot plaatsing op één van deze scholen verloopt via de Commissie van Indicatie (CvI). Bij zowel de school voor speciaal basisonderwijs als bij één van de bovengenoemde clusterscholen geldt dat de ouders vragen om een beschikking van toelaatbaarheid. Hiervoor dienen zowel de ouders als de school informatie over het kind te verstrekken. Dit wordt gebundeld in een onderwijskundig rapport. De PCL (van het speciaal basisonderwijs) of de CvI (van één van de clusterscholen) geeft een beschikking af of weigert deze. Alleen bij een positieve beschikking kan een kind geplaatst worden op een school. De aanmelding van het kind bij de speciale school geschiedt altijd door de ouders. 16

2. o.b.s. De Wierde Richting Onze school is een openbare school. Dat wil zeggen een school, toegankelijk voor alle leerlingen. We hanteren geen uitsluitingen om geloofs- en levensbeschouwelijke redenen, culturele achtergronden of maatschappelijke overtuiging. Onze school besteedt actief en op een positieve manier aandacht aan verschillen in ideeën en (geloofs)overtuigingen van mensen en schept een leef- en leerklimaat waarin respect voor anderen en andersdenkenden voorop staat. Schoolgrootte Er bezoeken zo n 90 kinderen de school. Er zijn 4 combinatiegroepen met de bijzonderheid, dat de combinatiegroep 5 en 6 in de ochtenden gescheiden les krijgen. Aan school zijn tien leerkrachten verbonden, waaronder zeven groepsleerkrachten, een vakleerkracht gymnastiek, een intern begeleider en een directeur die zijn directietaken combineert met de taak van groepsleerkracht. Uitgangspunten De Wierde biedt een plezierige, veilige en vertrouwde leerplek met aandacht voor het individuele kind. Een prettige school met aandacht op gebied van verstandelijke, creatieve en sociaal-emotionele ontwikkeling. De Wierde staat voor onderwijs, dat een goede aansluiting waarborgt op het vervolgonderwijs. We richten ons op een maatschappij, die voortdurend aan verandering onderhevig is. Daarom is ook ons onderwijs steeds in beweging. Regelmatig spreken wij elkaar aan op de effectiviteit van dat onderwijs, proberen wij vernieuwend bezig te zijn, zonder uit het oog te verliezen dat goede zaken behouden blijven. De kerndoelen, die de overheid ons stelt, willen wij met zoveel mogelijk leerlingen halen. Methoden, die wij invoeren en gebruiken, worden daarop getoetst. Zonodig roepen wij bij het vernieuwen van lesmethoden deskundige hulp in. De schoolse vakken beheersen is één doel. Maar met ons onderwijs beogen we veel meer. We willen als school ook graag een leefgemeenschap zijn waar kinderen hun zelfvertrouwen vergroten, zelfkennis verwerven, verantwoordelijkheid durven nemen en positief gedrag aanleren. Actief burgerschap binnen het onderwijs betekent, leerlingen verantwoordelijk laten zijn voor de school en hun omgeving, dit aanbieden als totaal pakket verweven in de school. Begeleiden van kinderen bij hun ontwikkeling tot volwaardige leden van de samenleving vinden wij van groot belang. Wij zijn ons echter als school wel bewust, dat dit niet zonder kennisverwerving tot stand kan komen. Het hoofddoel van ons onderwijs is nog steeds dat kinderen leren. Dit leren moet effectief gebeuren. De instructie moet duidelijk en uitdagend zijn. Er moet interactie zijn, zodat de leerlingen van elkaars oplossingsmogelijkheden kunnen leren. De korte instructie wordt veelal klassikaal gegeven. Kinderen die dat nodig hebben krijgen een verlengde instructie en werken samen met de leerkracht aan de instructietafel. Daarna gaan de leerlingen zelfstandig aan het werk op hun eigen niveau met verrijkings- of herhalingsstof. Zelfstandigheid en elkaar helpen zijn dan belangrijke factoren. Kinderen die problemen ondervinden, trachten wij zo goed mogelijk te begeleiden binnen de, op onze school, opgezette zorgstructuur. Het klimaat van de school De belangrijkste voorwaarde om tot ontwikkeling te komen is veiligheid. Kinderen moeten zich geborgen en thuis voelen bij ons op school. Wij proberen, binnen onze mogelijkheden, het gebouw, het terrein en wat erop en erin is, zo goed mogelijk in te richten. Daarnaast benaderen de leerkrachten de kinderen zo, dat het zelfvertrouwen van kinderen wordt gestimuleerd. Dit komt naar voren in: 17

het houden van wekelijkse groepsgesprekken, adequaat optreden van leerkrachten bij ongewenst gedrag, aandacht geven aan en stimuleren van positief gedrag, serieus omgaan met klachten van kinderen, bewust aandacht besteden aan sociale vaardigheden. In onze school zijn duidelijke regels en afspraken. Deze zijn nodig om alles goed te laten verlopen en om kinderen duidelijkheid te bieden. Deze regels zijn geen strak keurslijf. De kinderen moeten binnen deze regels op eigen wijze (leren) werken en functioneren. Als kinderen zich niet aan bekende afspraken houden worden ze daar op aan gesproken. Naast schoolregels (de zogenaamde kapstokregels) worden er per groep afspraken gemaakt samen met de kinderen. Dit zijn afspraken over hoe je met elkaar omgaat. Ze zijn bedoeld om een klimaat van veiligheid te scheppen en om pestgedrag te voorkomen of vroegtijdig aan te pakken. In de groepen 3 t/m 8 wordt gewerkt met Taakspel. Taakspel is bedoeld om de taakgerichtheid bij het zelfstandig werken van kinderen te verbeteren, maar Taakspel biedt daarnaast ook de mogelijkheid te letten op het hanteren van gemaakte afspraken en regels, besteedt aandacht aan sociale vaardigheden en stimuleert positief gedrag. We stellen eisen aan kinderen en hun werk. Voor elk kind kan dat anders zijn. Uitgangspunt is dat kinderen zich voortdurend moeten ontwikkelen. Voor kinderen, waarbij de ontwikkeling niet zo verloopt zoals verwacht mag worden, is er extra zorg. Zorg bij ons op school wil zeggen extra aandacht en begeleiding. Om de sociaal -emotionele ontwikkeling van onze leerlingen te ontwikkelen maken we gebruik van de methode Leefstijl. Leefstijl heeft in Nederland bekendheid gekregen als programma van sociaal-emotionele vaardigheden. Het omvat een scala van vaardigheden zoals kennismaken, luisteren, communiceren, zelfvertrouwen, gevoelens uiten, assertiviteit en weerbaarheid, conflicten oplossen, omgaan met groepsdruk, risico's inschatten en doelen stellen. De missie van Leefstijl: "Leefstijl wil bevorderen dat kinderen en jongeren zich ontwikkelen tot sociaal vaardige, betrokken en zelfstandige volwassenen." Alle leerkrachten hebben een speciale scholing gevolgd om de methode Leefstijl goed in de groepen te kunnen implementeren en uit te voeren. De organisatie van de school In het moderne basisonderwijs worden steeds meer specialismen gevraagd. Het gaat hierbij om onder andere kennis van moderne hulpmiddelen zoals de computer, pedagogisch en didactisch handelen, financieel management en omgaan met gedragsproblemen. De specialismen zijn verdeeld over de leerkrachten, met name ICT ( ontwikkelen computeronderwijs) en IB ( interne begeleiding). Door steeds gezamenlijk de onderwijskundige en opvoedkundige problemen met elkaar te bespreken, komen wij, als betrekkelijk klein team, sterk te staan. Het specialisme van de kleine school, bekendheid en vertrouwdheid van het gehele team met de problematiek van bijna elke individuele leerling wordt dan een echt vóórdeel. Groepsgrootte I.v.m. de groepsgrootte zijn het komende schooljaar de groepen 5 en 6 s ochtends gesplitst. De andere groepen zijn gecombineerde groepen. In iedere combinatiegroep zitten zo gemiddeld 20 tot 25 kinderen. Elke combinatiegroep telt twee leerjaren. Onderzoek heeft aangetoond dat de prestaties van leerlingen in een combinatieklas nauwelijks verschillen van die van leerlingen in een enkelvoudige klas. Nadelen van zittenblijven worden gereduceerd. Jongere kinderen leren van oudere en omgekeerd. Onze leerkrachten zijn ervaren in het hanteren van de methoden om de beide leerjaren tegelijk les te geven. Instructie en verwerking wisselen elkaar af. Als de leerkracht instructie geeft aan de ene groep, moet de andere groep zelfstandig verder kunnen werken. Zelfstandigheid wordt daarom al vroeg aangeleerd. 18

De leeractiviteiten van de leerlingen Het werken met kleuters gaat anders dan het werken met oudere leerlingen. Vanaf groep 3 wordt er veelal met behulp van methodes gewerkt. Kleuters leren al doende, tijdens hun spel. Wij spelen daar op in door te zorgen dat er voldoende materiaal is waarvan kleuters kunnen leren. Onze eerste zorg gaat echter uit naar het welbevinden van het kind, een belangrijke voorwaarde om tot ontdekkend spelen te komen. Er wordt veelvuldig overlegd over allerlei zaken. Dat is belangrijk als voorbereiding op het latere taal- en leesonderwijs. In de onderbouw wordt o.a. gewerkt met de methode Schatkist taal/rekenen. De bij de kleutergroepen aanwezige methodes worden als bronnenboek gebruikt. Veelal zijn het voorlopers van de methodes die in de andere groepen worden gebruikt. Door het gericht aanbieden van materialen geeft de leerkracht sturing aan de ontwikkeling de leerlingen. In de kleuterbouw wordt gewerkt in belangstellingskernen, met af en toe een project. De duur varieert van 1 à 2 dagen tot 1 à 2 weken. Daarin komt een veelheid van taal-, reken- en knutselactiviteiten aan bod. Er worden liedjes gezongen, die met het onderwerp te maken hebben. Kinderen kunnen ook zelf een dergelijk projectonderwerp aandragen, als bijvoorbeeld hun interesse naar een bepaald thema uitgaat. Wij proberen daar zoveel mogelijk op in te spelen. Seizoengebonden thema s als herfst en lente komen elk jaar aan bod. In de kleuterbouw wordt ook met werkbladen gewerkt. Om ruimte te scheppen, wordt ook de hal vaak bij het onderwijs worden betrokken. Om vroegtijdig eventuele leerproblemen te kunnen signaleren worden regelmatig observaties uitgevoerd aan de hand van observatie- en ontwikkelingskaarten. We maken ook gebruik van de landelijke Cito-toetsen taal en ordenen en toetsen het fonemisch bewustzijn van de kinderen (Fonemisch bewustzijn is de vaardigheid om binnen gesproken woorden klanken te onderscheiden, daarover na te denken en ze te manipuleren). Een groepsleerkracht van de kleuterbouw heeft het vier-jarig VVE traject van de gemeente Winsum (VVE = voor- en vroegschoolse educatie) afgelopen schooljaar met succes afgerond. Tijdens dit traject werd aandacht besteed aan de stimulering van de taalontwikkeling van het jonge kind middels het zgn. Basproject. Basisvaardigheden (lezen, schrijven, taal en rekenen) De basisvaardigheden ( taal, rekenen en lezen) zijn de instrumenten die kinderen nodig hebben om de wereld om hen heen te kunnen ontdekken en begrijpen. Vandaar dat daar op onze school veel aandacht voor is. Voor het geven van deze vakken maken we gebruik van de nieuwste lesmethoden. Voor het schooljaar 2010-2011 is de nieuwste versie van Estafette, een methode voor voortgezet technisch lezen, voor de groepen 4 t/m 8 aangeschaft. Bij aanvankelijk lezen maken wij gebruik van de methode Veilig Leren Lezen (nieuwste versie), waarbij een uitgebreide voorraad oefen- en spelmateriaal aanwezig is. Eens per week doorbreken wij bij het technisch lezen het groepsgewijs onderricht. Het lezen wordt dan in groepjes van ongeveer gelijke vaardigheid geoefend, het zogenaamde niveaulezen. Het lezen in niveaugroepen wordt door ouders begeleid. Daarnaast vindt in de periode tussen de Kerst en de voorjaarsvakantie het zogenaamde tutorlezen plaats. Leerlingen van de groepen 7 en 8 (de tutoren) begeleiden dan leesgroepen van leerlingen uit de groepen 3, 4, 5 en 6 en lezen voor aan de kleutergroepen. Goed kunnen lezen is erg belangrijk, de school stimuleert het leesproces. Vanaf groep 3 maken de leerlingen boekverslagen en vanaf groep 7 houden de leerlingen boekbesprekingen. De kinderboekenweek, de kinderjury en andere leesactiviteiten hebben een vaste plaats op het jaarrooster. Bij de taallessen besteden we veel aandacht aan leren praten, luisteren naar wat anderen precies zeggen en daarop goed antwoorden. We leren de leerlingen hun eigen mening onder woorden brengen. Verder wordt er aandacht besteed aan spellen, werkwoorden schrijven, verhalen maken en zinnen ontleden. Bij de taalactiviteiten worden lessen aangeboden die aansluiten bij de belevingswereld van het kind. Voor de taallessen maken we gebruik van de nieuwste versie van de methode Taalactief, ondersteunt door speciale computerprogramma s voor spelling, werkwoordspelling en woordenschat. Begrijpend lezen, om later beter zelfstandig te kunnen studeren, is een heel belangrijk 19

onderdeel van de hedendaagse taalles. Er wordt gewerkt uit de nieuwste begrijpend lezen methode Goed Gelezen. Op De Wierde rekenen de leerlingen m.b.v. de realistische rekenmethode Pluspunt. Er worden praktische problemen uit het dagelijkse leven opgelost, door er over te praten en oplossingsmethoden met elkaar te vergelijken. Het zijn telkens terugkerende activiteiten. Voor uitgebreide bewerkingen maken we gebruik van de rekenmachine. Naast het traditionele rekenboek maken de leerlingen gebruik van de computers. Een vast onderdeel van de rekenlessen is werken, met de bij Pluspunt behorende software, op de computer. Voor extra oefeningen kan de leerling werken met de methode Maatwerk. Met deze methode kunnen m.n. leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben bij het rekenonderwijs, zelfstandig op de computer werken. Wereldoriënterende vakken In de kleuterbouw wordt er veel met thema s gewerkt. Aan de hand van deze thema s raken de kleuters vertrouwd met allerlei zaken als milieu, het lichaam, gezondheid, natuur enz. Vanaf groep 3 wordt dit onderdeel meer in aparte vakken gegeven. In groep 3 staan dan de vakken natuuronderwijs en verkeer op het rooster en zaken als aardrijkskunde en geschiedenis komen geïntegreerd in andere vakken aan de orde. Vanaf groep 4 komt het vak aardrijkskunde erbij en in de groepen 6, 7 en 8 wordt ook geschiedenis gegeven. Binnen de kringgesprekken wordt aandacht besteed aan maatschappelijke problemen en wordt er binnen alle groepen tijd ingeruimd voor actuele zaken die op dat moment voor een kind belangrijk zijn. De leerlingen uit de bovenbouw maken werkstukken en houden spreekbeurten en maken hierbij gebruik het documentatiemateriaal en de computer. In de bovenbouw maken de leerlingen gebruik van een elektronisch schoolbord. Leerlingen maken met behulp van leskaarten, presentaties voor de groep. Deze leskaarten bevatten meerdere zaakvakken en ICT onderdelen. Tijdens de keuzewerkuren, als er wordt gewerkt uit de kieskast, kunnen de leerlingen hiermee aan de slag. Expressie activiteiten De expressie activiteiten bestaan uit de onderdelen taalexpressie ( b.v. het schrijven van een opstel, poëzie), bewegingexpressie, muzikale vorming, tekenen en handvaardigheid. Deze onderdelen komen in ruime mate geïntegreerd aan bod in de kleuterbouw. In de groepen 3 t/m 8 worden deze vakken als afzonderlijke vakken gegeven. Handenarbeid wordt in blokken van 1 uur gegeven en allerlei technieken en materialen komen daar aan de orde. Bij creatieve uitingen van de leerlingen is niet alleen het eindproduct, maar ook het proces belangrijk. Rond de feestdagen worden er diverse creatieve activiteiten georganiseerd. De school werkt met de methode Moet je doen Deze methode biedt een doorgaande lijn voor de onderdelen: dans, drama en expressie. Voor het muzikale gedeelte werken we met de methode Vier muziek met.. Als sluitstuk van het schooljaar voeren de leerlingen van groep 7/8 een musical op. Je leren uiten is, naast het beheersen van de basisvaardigheden, ook belangrijk. Wennen aan een optreden in het openbaar, spreken in een grotere groep is één van de vele doelstellingen die wij spelenderwijs trachten te realiseren o.a. door middel van spreekbeurten, boekbesprekingen en het houden van presentaties. Vanaf groep 5 zijn dit vaste onderdelen in het lesprogramma. Resultaten van het onderwijs Als we praten over kwaliteit van het onderwijs dan heeft dat vele kanten. De school moet zorgen voor goede leerresultaten. Het is daarbij belangrijk dat kinderen graag naar school gaan, dat ze kansen krijgen om hun talenten zo goed mogelijk te ontwikkelen en dat ze, indien nodig, daar extra hulp bij krijgen. Een goede sfeer in school is ook een belangrijk aandachtspunt. Kinderen en ouders dienen altijd correct en zorgzaam benaderd te worden. Positief en enthousiast voorbeeldgedrag is van wezenlijk belang voor de ontwikkelingsstimulansen en de schoolsfeer. De kwaliteit van het onderwijs bestaat niet alleen uit cijfermatige uitkomsten en valt dus niet alleen af te meten aan de resultaten op diverse toetsen, zoals bijvoorbeeld de CITOeindtoets. Die zijn natuurlijk wel belangrijk, maar er is meer dat de kwaliteit van een school bepaalt. Ook de uitstroomgegevens (naar welke school voor voortgezet onderwijs de 20