Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Woordenschat in de bovenbouw WWW.CPS.NL

Vergelijkbare documenten
Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Woordenschatonderwijs zo doe je dat!

Woordenschat Een vak apart?

Begrijpend luisteren. Annemarieke Kool. CPS Onderwijsontwikkeling en advies

Welke rol speelt begrijpend luisteren. in de doorgaande lijn? Aafke Bouwman. 13 oktober 2016

Netwerkbijeenkomsten Taal voor Havo en Vwo april Lydia van Deelen Meeng, managing consultant CPS

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Begrijpend luisteren

Begrijpend lezen in de groepen 3 en 4

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Modelen. Contactgegevens

Begrijpend luisteren Karin van de Mortel

De Viertakt van Verhallen

WOORDENSCHAT De 4-Takt KWALITEITSKAART. ALGEMENE De 4-Takt. Didactisch

ONDERZOEK DOEN. HENK LINDEMAN Naam Datum

Schooltaalwoorden in de ISK

Woordenschatonderwijs

Begrijpend lezen is denken. CPS Onderwijsontwikkeling en advies 1

Les 17 Zo zeg je dat (niet)

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Taalgericht vakonderwijs

Weet wat je leest! woordenschat in relatie met begrijpend lezen. Bas van Eerd

Lisbo Begrijpend Lezen

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Mondelinge taalvaardigheid: Van pingpongen naar tafelvoetballen

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan

Kijk welke relatief sterke vaardigheden je compenserend in kan zetten.

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs

Audit WoordenSchatuitbreiding.

(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding

BIJLAGE bij de Website voor Groep 6, 7, 8

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Plezier beleven aan leren en lezen

Digiwak 2.0: Online overzicht belangrijke woorden nieuwkomers. Studiedag LOWAN-vo 10 april 2017

Verborgen taaldoelen Hoe ze ontdekken en ermee omgaan.

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1

KWALITEITSKAART. Begrijpend luisteren. De doorgaande didactische lijn begrijpend luisteren/lezen in groep 1-8

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Viertakt van Verhallen

ONDERSTEUNING BIJ HET LEZEN

Schakelklas Kleuters Lelystad

Woordenschatonderwijs. Ideeën, modellen en (werk)vormen die de leerkrachten kunnen inzetten in de klas om het woordenschatonderwijs

Een overtuigende tekst schrijven

De begeleider als instrument bij gedragsproblemen

Logopedie op SBO de Evenaar

ogen en oren open! Luister je wel?

Conferentie

Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands ? - + +

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis

Begrijpend Luisteren

Woordenschatverwerving & taalontwikkelend lesgeven

Discussiëren Kun Je Leren:

De Taxonomie van Bloom Toelichting

ZIEN!-leerlingvragenlijst Instructies voor leerkracht en leerling

Op weg naar een inspirerende woordenschatcultuur

Werken in de techniek

Hoe maak je een werkstuk?

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Hoe maak je een werkstuk?

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking. Voor verwijzers

Samenlezen: leuk en leerzaam tegelijk!

- Je spreekt leerlingen aan op ongewenst gedrag. Je geeft af en toe positieve feedback.

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 De kracht van prentenboeken

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus

LEREN LEREN WAT? HOE?

Onderwijskundige Verantwoording Woordenschat

Welkom. ONDERZOEKEND excelleren. Excellentiebevordering door het stimuleren van een vraagcultuur. Een structurele aanpak!!

2. semantiseren: de leerkracht verduidelijkt woorden en betekenissen

EEN GOEDE WOORDENSCHAT: DE BASIS VOOR EEN GOEDE SCHOOLLOOPBAAN

Kansen voor taal: een dubbelslag! Tessa van Velzen - Sardes

DIFFERENTIATIE op Leesontwikkeling Vaardigheden van de leerkracht

Aanvulling Woordenschat NT2

Tekst lezen en vragen stellen

Taxonomie van Bloom. (taxonomie = wetenschap van het indelen) 6. Creëren. Nieuwe ideeën, producten of gezichtspunten genereren

Leren lukt beter met taaldenkgesprekken

Persoonlijk Actieplan voor Ontwikkeling

1. Ik zorg voor een inspirerende leeromgeving waarin de leerlingen zelfstandig leren

A. Jouw rechten! Kinderrechten

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

SPOT EEN JOB! Later wil ik worden. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

Een filmpje kijken en reflecterend bespreken. Film 2:50 min op youtube: Asking Strangers For Food! (Social Experiment)

Heer, U kent mij als geen ander U weet of ik zit of sta en U kent ook mijn gedachten voordat ik iets zeggen ga

Uitdager van de maand. Rekenen Wiskunde, Groep 8. Algemeen

Oranje stappers maak je zo

Ga positief om met het gebruik van de eigen taal (dialect, andere moedertaal) van de kinderen.

ONDERZOEKSVAARDIGHEDEN Havo congres 5 februari 2015

Al doende leren Een module voor trainers

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht

Teken een architect. Lees het volgende verhaal:

Zaakvakwoorden consolideren met speels gemak.

Conflict met CASS voorkomen

Hosanna. Hosanna! Hosanna! De Heer komt voorbij. Zwaai met de takken en zing nu blij.*

Daag jij je team wel voldoende uit? Workshop Thijs Boogert

MOEILIJKHEIDSGRAAD: -**- Een spreekbeurt geven, vraagt veel voorbereiding. Je moet immers vlot kunnen vertellen en je moet je luisteraars boeien.

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten

Blauwe stenen leer je zo

Workshop Omgaan met Cito-taal in rekenopdrachten

SCHRIJVEN. Instructiekaart voor de leerling nr. 5. A-vragen. Korte vragen die beginnen met Wie...? Wat...? Waar...? Wanneer...? Hoeveel...?

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

Transcriptie:

Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Woordenschat in de bovenbouw WWW.CPS.NL

Contactgegevens Tseard Veenstra t.veenstra@cps.nl 06 55168626

(G)een vak apart De reiger in de klas Ooit was men blij met zijn hiernamaals Zijn nieuw bestaan, waarvan de opzet was Een les te zijn voor velen Een toonbeeld van het wonder, de natuur Maar zijn schepper is vergeten Hem door het woord te laten leven Stijf en verheven staat hij op hoge poten Naast de globe op de kast Glazig kijkt hij neer op het aards bestaan Het leven speelt zich af daar ver beneden Waar niemand naar hem opkijkt Zijn stand voor altijd vastgelegd Eenzaam en vergeten als de aardbol Die al jaren stoffig stilstaat En niet meer meedraait met wat leven heet Ver weg de weide, waar zijn wereld was 3

Aan de orde komt: Hoe selecteer ik relevante woorden die voorkomen in de les, de instructie en het lesboek? Hoe geef ik op krachtige wijze betekenis aan woorden? Wat zijn zinvolle werkvormen om leerlingen zich de woorden eigen te laten maken? 4

Wat is woordenschat? Woordenschat is beschikken over kennis van de wereld; kennis die nodig is om te kunnen communiceren. Je hebt een goede woordenschat nodig om te begrijpen wat je hoort, te kunnen spreken, te begrijpen wat je leest, te kunnen schrijven. 5

Visie en uitgangspunten Alleen het aanleren van woorden is niet genoeg. Het gaat erom dat leerlingen gemotiveerd raken om nieuwe woorden te gebruiken, om zelf strategieën te kunnen toepassen om onbekende woorden te leren en gemotiveerd zijn om hun woordenschat te vergroten. 6

7

Woordenschatonderwijs in de context van de tekst 1. Woorden leren en gebruiken 2. Strategieën leren 3. Woordbewustzijn en eigenaarschap 8

Woorden leren Woorden kiezen Woorden uitleggen Woorden verbinden & gebruiken Woorden evalueren 9

De kracht van keuze De sleutel om de taalvaardigheid van uw leerlingen te vergroten is weten welke woorden bijdragen aan de communicatievaardigheden van uw leerlingen en welke niet 10

Welke woorden aanleren? Laag 3 Specifieke woorden Laag 2 Algemene woorden Laag 1 Basiswoorden 11

laag één Basiswoorden Woorden uit algemeen taalgebruik Deze woorden leren kinderen veelal door te spreken en (voor) te lezen Leren door tijdens het praten te verbinden met woorden die we al kennen Voorbeelden: samen blij mooi spelen 12

laag twee Algemene woorden die breed toepasbaar zijn Het gaat om woorden die vaak worden gebruikt door iemand met een goede taalvaardigheid en in teksten (prentenboeken, krantenartikelen) voorkomen Ook bijvoorbeeld signaalwoorden als bovendien, in de eerste plaats Worden ook wel aangeduid als schooltaalwoorden Kennis van deze woorden ondersteunt tekstbegrip Voorbeelden: hopeloos, toevallig, overdreven, complex 13

laag drie Specifieke woorden Zijn vaak verbonden met een specifiek onderwerp en daardoor beperkt toepasbaar Wordt ook wel aangeduid als vaktaal Wel van belang voor achtergrondkennis, maar minder voor vergroten algemene taalvaardigheid Voorbeelden: thermometer, kaleidoscoop. dorsmachine, laadplatform 14

De roodsnavelossenpikker De roodsnavelossenpikker is een zangvogel die in Oost-Afrika leeft. Als hij honger heeft, strijkt hij neer op de rug van neushoorns, gnoes en runderen om daar teken, horzellarven te verorberen. oefening: De roodsnavelossenpikker vindt het oorsmeer van de beesten ook een smakelijk hapje. En zo ontstaat er een win-winsituatie: in ruil voor schone oren zijn de neushoorns best bereid de pikkende vogeltjes te gedogen. 15

Opdracht: selecteren van woorden Doel opdracht: je hebt (weer) helder welke woorden je waarom selecteert. Werkvorm: DDE Een tekst over kinderarbeid www.entoen.nu 16

Welke woorden horen bij welke laag? Kinderen, fabrieken, ploeg, bovendien, verdienen, leerplichtwet, in de praktijk, industriële revolutie, geld, meer aan hebben. Laag 1 woorden Laag 2 woorden Laag 3 woorden 17

Laag 1 woorden kinderen, geld Laag 2 woorden bovendien, verdienen, in de praktijk, meer aan hebben 18 Laag 3 woorden fabrieken, ploeg, leerplichtwet, industriële revolutie

Selectiecriteria De woorden zijn voor de meeste leerlingen onbekend De context ( vergelijken ) Er is een relatie tussen woorden (heerser, koning, koninkrijk) 19 De woorden komen in verschillende situaties/teksten voor De keuze is afhankelijk van de les en de behoefte van de leerlingen, maar: Welke woorden de leerkracht kiest is minder belangrijk dan de argumenten die aan die keuze ten grondslag liggen.

Semantiseren Verklaren (definitie) Analyseren Kenmerken Tegenstellingen Synomiemen Visualiseren Uitbeelden 20

Kenmerken goede uitleg Uitleg is concreet en specifiek Spreekt de leerlingen aan Is beperkt en wordt later uitgebreid Maakt effectief gebruik van beeldmateriaal 21

Semantiseren een oefening Geef betekenis aan het woord, zonder het te noemen 22

Woorden verbinden & gebruiken Woorden worden slechts bouwstenen voor taalverwerving als de persoon die de bouwsteen in zijn hand neemt ook de vaardigheid bezit om er een muur mee op te trekken Kris van den Branden (Tijdschrift Taal, 2012) 23

HET BELANG VAN INTERACTIE Woorden eigen maken door ze te gebruiken Na goede uitleg (semanitiseren) Interactie (consolideren) 24

Kwaliteitskaart woordenschat bovenbouw: met woorden aan de gang www.taalpilots.nl 25

Strategieën Woordstructuur analyseren Context gebruiken Hulpbronnen gebruiken (woordenboek, internet, hulp vragen) Reflecteren op het strategiegebruik Strategiegebruik evalueren 26

Reflecteren op strategiegebruik Herken het onbekende woord Is de betekenis nodig om de tekst te begrijpen? Weet je al iets van het woord? Kies de meest passende strategie. Pas de strategie toe. Reflecteer op de uitkomst en effectiviteit van Weet je de betekenis van het woord? Nee? Strategie goed toegepast? Probeer het opnieuw of pas een andere strategie toe 27

Taxonomie van Bloom Denkvaardigheden bedenk nu je eigen manier om. Is er een betere manier om? Wat was het keerpunt? Welke factoren zou jij veranderen om? Wat is de belangrijkste gedachte? Wat gebeurde er na? 28

29

Lesvoorbereiding Voorbereiding (woordselectie) Semantiseren, Consolideren (werkvormen / kwaliteitskaarten) Controleren 30

Contactgegevens Tseard Veenstra t.veenstra@cps.nl 06 55168626