Lesproject voor de bovenbouw van de basisschool



Vergelijkbare documenten
Inhoud Blz. Inleiding 1. Heel vroeger 2. Tarwe wordt een huisplant 3. De tarweplant 4. Van tarwe tot meel 5. Tarweproducten 6.

Wijchense Molen. Lesbrief

WERKBOEKJE BROODBAKKEN

inhoud 1. Lekker 3 2. Bij de boer 3 3. Tarwe malen 4. Bij de bakker 7 5. Bruin of wit 5. Allemaal broden 6. Filmpje 7. Pluskaarten Colofon 15

Wat weet jij over biologisch en over de bodem?

docentenhandleiding bij de presentatie brood van zaaien tot maaien

Overzicht van de verschillende graansoorten en oude rassen

Van tarwekorrel tot stokbroodje

Groenten onder glas 1. Op het land 2. Blad 1. Verbouwen (van groente) Iets laten groeien. Insect Een klein diertje met zes poten.

Derde Leerjaar.

( BIOLOGISCHE ) Akker- en tuinbouw. Vol met boerenwijsheid én leuke Wist je datjes... CAMPAGNE GEFINANCIERD MET STEUN VAN DE EUROPESE UNIE

Grassen. Achtergrondinformatie

GRAAN MIDDENBOUW GROEP 4/5/6

Werkboekje op school. 1. Boerderijen in het Gooi en de Vechtstreek. Opdrachten: lezen, X aankruisen, invullen, doe-opdracht.

Opdracht 1. Kweern Rosmolen Watermolen Windmolen Wrijfsteen. Lesmap Patattenmolen Opstal. Geboorte Christus Jaar 0. Vandaag

Het verhaal spelt goed verteld!

Gierst.

Aardoliealarm in het bos

Droge boon. Ik heb nodig: - een droge boon - een geweekte boon - weegschaal - een liniaal - kleurpotloden

Wat maakt biologische granen bijzonder?

Meander. Aardrijkskunde WERKBOEK

Waar groeit mijn eten? handleiding

Voorjaarsproject groep 5 / 6 INHOUD

SPNA SPNA. Laboratorium. Directzaai. Directzaai Minimale grondbewerking in het Oldambt Ervaringen SPNA

BIOBOER. Maar vandaag is het aardoliealarm. Kijk op je aardoliekaart of er voor jou een probleem is.

ZAAI- GOED DEZE LESBRIEF IS VAN..

Van akker tot bakker

HET COMITÉ WAAROM KLEINE TEELTEN? PERSPECTIEVEN VAN KLEINE TEELTEN IN NEDERLAND

Vers. uit eigen. bakkerij

Alles voor een Pannenkoek

_bes...

Het broodboekje. Alles over ons assortiment en meer

Werkblad. LES 5: Spijsvertering (2) GROEP 3-4

De teelt van zonnebloemen

Lunchles groep 5 t/m 8 G R O E P

GREUN TEK. Molen Eendracht maakt Macht. Leerlingenbladen

PERSPECTIEVEN VAN KLEINE TEELTEN IN NEDERLAND. KONINKLIJKE VERENIGING HET COMITÉ VAN GRAANHANDELAREN Matthé Vermeulen 9 maart / 15

BAKWORKSHOP. Lekker brood smaakt naar vroeger, niet naar gisteren. Bakworkshop

Werkblad. Eten: vroeger en nu. Materiaal. Hoe gaan we te werk? Leestekst. 5 de leerjaar. Schrijf- en tekengerief

Gezondheid & Voeding

Van akker tot bakker

De aardappel: van het veld tot op je bord

De Kaasmaakster. Schoolplaat De kaasbereiding (Copyright Wolters-Noordhoff bv)

bemesten wintergroenten slakkenjacht prei maand van het voorzaaien maand van het voorzaaien

week 45 5 november 2013 B2

Lesbrief Cumela PSO. naam: Klas:

De scholen regelen zelf het vervoer naar de locatie.

Het kiemen van zaden

Gezondheid & Voeding

Coeliakie is een aandoening van de dunne darm, diehet gevolg is van een intolerantie ( dit is onverdraagzaamheid) voor gluten.

Begin van het moestuinseizoen

Voorbereiding post 2. Met de mens mee Groep 1-2-3

ONDERZOEKERS:...(vul je naam in)

Vezels Elke dag D752-

Materiaal Groen. Deel 4: Thuis tuinieren

De grond waarop wij wonen.

De keuze van de gewassen

Natuur & Milieu Educatie

Programma voor vandaag:

antwoorden en uitleg bij Micropia-onderwijsmateriaal primair onderwijs (groep 7-8)

Woordenschat les 8.1. Vervuilde grond?

Recept Speltvolkorenmeel Inhoud

VRUCHTWISSELING OP KINDERTUINEN BIJ SCHOOL EN BIJ HUIS

Van graan tot brood groep 1-6

Introductieles. Tim eet op Texel. Brief - groepstekening - reactiespel

Experimenten KIT. werkboekje. Dokter in de wetenschap: Klas:

1 INLEIDING Geschiedenis van het brood 2 2 DE VERSCHILLENDE GRAANGEWASSEN Wat is graan? Waaruit bestaat de graankorrel?

Werkboekje. Natuur en milieu educatie. Groep 8. Naam: Duurzame broodjes bakken. Dit is een product van Stichting Vogelpark Avifauna

Lunchles groep 3 t/m 5 G R O E P

Groene Detailhandel. Een- en tweejarigen antwoorden 1. Een- en tweejarige tuinplanten Antwoorden

Koffie. Inhoud. 1.Waar komt koffie vandaan. 1. Waar komt koffie vandaan

3. De leerlingen kunnen bij leeractiviteiten uiteenlopende strategieën en vaardigheden

Suchmann. Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen

Inhoud. Voorwoord 5. Trefwoordenlijst 67. Inhoud

TOVERS VAN HELDER. Prijs INZAMELING 39 kg TARWEBROOD. ΔSσ [J/ K]

Productinformatie: Boter en boterproducten. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van jou verwacht? Kwaliteitskenmerken van boter

Een gezonde lunch. Een gezonde lunch. Ontbijt en energie

De lessen LESBRIEF VOOR DE LEERKRACHT - GROEP 3/4

Weet wat je eet... JOUW HANDLEIDING VOOR GLUTENVRIJ ETEN

WERKMAP BROOD. 3de graad Lager Onderwijs

Materiaal Groen. Deel 3: Groen groeit

Akkerbouw in de 4 seizoenen

U heeft een leerling met coeliakie in de klas. Deze lesbrief is bedoeld om zijn/haar klasgenoten te leren wat coeliakie is en hoe je ermee omgaat.

Natuur dagboek. Op ontdekking in je achtertuin

Pak voor de activiteit Hoe eten astronauten? de foto van de etende astronaut uit de bijlage.

Stap 5) Filmpje, quiz en recepten Bekijk hoe bananen worden verbouwd, test je bananenkennis en maak een lekker bananenrecept!

Waar groeit mijn eten? handleiding opwarmles

Mijn schooltuin logboek 2013 Naam: Groep: school

Schijf van Vijf-spel. Opdracht 4C. Opdracht

Circuitles. Thema: de biologische melkveehouderij Doelgroep: middenbouw Lesduur: maximaal een dagdeel Voorbereidingstijd: 1/2 uur

lesdoelen - De kinderen ontdekken:

BOER IN DE BUURT DIT IS HET WERKBOEK VAN:...

Thema 4 Platteland. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 5

Handleiding docent De koe in de kringloop

Je eigen zachte bolletjes maken. Zachte bolletjes. Benodigdheden. Werkwijze

Grond of aarde weghalen door te graven. Graven is een gat in de grond maken. De plaats waar de grond wordt weggenomen.

docentenhandleiding bij de presentatie brood van zaaien tot maaien

Productinformatie: Granen en meelproducten. Waar gaat deze kaart over? Wat zijn granen en afgeleide producten? Wat wordt er van jou verwacht?

Transcriptie:

Lesproject voor de bovenbouw van de basisschool DOCENTENHANDLEIDING

2 Alles draait om graan Graan is het belangrijkste gewas ter wereld. Het is het voedsel voor mens en dier. Van graan maak je brood, bier, pasta, drop en ook diervoeder. Ook in papier en spijkerbroeken is graan verwerkt. Een voordeel van graan is dat je het in droge toestand heel lang kunt bewaren, langer dan bijvoorbeeld aardappelen of groenten. En van graan kun je biobrandstof maken voor in de auto. Graan betekent ook stro. Van stro wordt karton gemaakt. En het is vloerbedekking in de stal. Voor de akkerbouwer is graan ook om een andere reden belangrijk: hij heeft het nodig voor zijn bouwplan, want graan is goed voor de bodemvruchtbaarheid en de structuur van de bodem. De graanplant brengt rust in de bodem. De graanstoppels die de akkerbouwer na de oogst onderploegt, brengen humus en luchtigheid in de grond. Alles, kortom, draait om graan. Didactische aanpak Dit lesproject gaat over graan voor brood. Het vormt één geheel met de wandplaat Graan voor brood, een dvd met educatieve filmpjes en een zakje tarwekorrels. Op de kaart in dit zakje staan tips hoe u deze korrels als lesmateriaal kunt gebruiken. In deze docentenhandleiding staan opdrachten die de leerlingen klassikaal of in groepjes kunnen uitvoeren. Ook zijn er werkbladen. In deze handleiding wordt uitgelegd wat graan is, hoe de graanplant groeit en hoe graan wordt geoogst en verwerkt tot meel en brood. Ook wordt duidelijk gemaakt dat graan ook andere bestemmingen dan brood kan hebben. Door de leerlingen de vraag voor te leggen waarvoor graan allemaal wordt gebruikt en welke graanproducten ze kennen, heeft u een goede klassikale entree voor het project. Leg daarna aan de hand van de illustraties op de schoolwandplaat uit hoe uit één graankorrel een plant groeit die vele korrels voortbrengt. U kunt in de klas ook een uitstalling maken van graanproducten (pannenkoekenmeel, cornflakes, (rogge)brood, pasta (macaroni en spaghetti), cake, biscuit, beschuit, knäckebröd, ontbijtkoek, havermoutpap, rijstwafels) en dat als lesbegin gebruiken. Doe er ook enkele niet-graanproducten bij, zoals bijvoorbeeld chips of snoepjes, en laat de leerlingen raden welke producten van graan zijn gemaakt. Een andere mogelijkheid is de vertoning, ter introductie of als afsluiting van het lesproject, van de filmpjes op de dvd Graan voor brood. Op deze dvd staan twee korte filmpjes uit de televisiereeks Voor jou een vraag, gevolgd door de educatieve speelfilm Brood en het wonder van de tarwe van het Voorlichtingsbureau Brood. Deze 34 minuten durende onderwijsfilm vertelt de historie van het broodbakken. In Brood en het wonder van de tarwe onderneemt Jeroen (gespeeld door televisiepresentator Jeroen Kramer) een spannende zoektocht naar de oorsprong van ons brood. Op zijn reis door de tijd wordt Jeroen vergezeld door de 19 e eeuwse bakker Jan van Hattem (gespeeld door televisieacteur Ton Pompert) die hij als eerste op zijn tijdreis ontmoet. De film heeft een eigen navigatiemenu voor het maken van tijdsprongen. Twee eerste, korte filmpjes zijn gebaseerd op vragen van leerlingen. Als de leerlingen de filmpjes hebben gezien, kunnen zij antwoord geven op de volgende vragen: FILMPJE 1. Is koren hetzelfde als graan? Noem vier verschillende soorten graan. Wat kun je ervan maken? Van welke graansoort wordt brood meestal gebakken? FILMPJE 2. Waarvan bakt een bakker brood? Hoeveel korrels zitten in een tarweaar? Hoe heet de machine waarmee de tarwe wordt geoogst? Wat gebeurt er met het overgebleven stro en de snippers? LESTIP Dit lesproject sluit aan op het lesproject Brood aan de basis van het Voorlichtingsbureau Brood. Bij deze organisatie is ook de gratis leerlingenkrant Met brood bak je er meer van verkrijgbaar. Gebruik dit aanvullend lesmateriaal om de leerlingen te laten kennismaken met allerlei specifieke aspecten van brood. Kijk voor dit lesmateriaal op www.brood.net. Nodig in het kader van dit project eens een bakker uit om in de klas over zijn werk te vertellen. Of koppel het lesproject aan een excursie naar een bakkerij.

Zo groeit graan 3 Zaadplanten zijn er al zo n 120 miljoen jaar. Zaad is het voornaamste middel waarmee planten, maar ook mensen en dieren, hun soort in stand houden. Via het zaad planten ze zich voort. Ook graan doet dat. Een graankorrel is zaad. Als je dat weer in de grond stopt, groeit er een nieuwe plant uit. Mens en dier eten die graankorrels, omdat ze de voedingsstoffen (zetmeel, eiwitten) in het graan nodig hebben om te groeien en om sterk en gezond te blijven. Graan lijkt in zijn opbouw op de meeste andere plantenzaden. In zaad zit een kiemworteltje. Daarmee zet het jonge plantje zich vast in de grond. Ook is er een soort groeipuntje, dat uitgroeit tot een stengeltje met blad. Het kiemworteltje komt het eerst uit het zaad. Het groeit snel de bodem in, neemt daaruit water en voedingsstoffen op en krijgt zijworteltjes om nog meer te kunnen opnemen. Zit het kiemworteltje eenmaal stevig vast in de grond, dan begint het stengeldeel te groeien. De kiem en het groeipuntje zitten met een hoeveelheid reservevoedsel veilig opgesloten in een stevige, beschermende zaadhuid. Dat reservevoedsel is voor het kiemplantje onmisbaar in het eerste groeistadium. Ook bij graan is dat zo. Het reservevoedsel van een graankorrel bestaat vooral uit kiemwit. Dat kun je eten en is heel gezond. Een omhulsel om het zaad geeft bescherming tegen uitdroging, schimmels, bacteriën en insecten. Als het zaad droog en hard is, is het ook beter bestand tegen erg hoge en lage temperaturen. Die hardheid is ook belangrijk voor de bereiding van brood. Van tarwe met te harde korrels is het moeilijk om heel fijn meel ( bloem ) te maken. Voor brood wordt daarom meestal tarwe gebruikt met korrel met een zachte structuur ( triticum heet deze tarwe). Tarwe met korrels met een harde structuur gebruiken we voor bijvoorbeeld pasta. Deze tarwe bevat ook meer gluten (eiwit). Broodtarwe wordt bijna overal ter wereld geteeld. De pastatarwe ( durum ) wordt vooral in Zuid-Europa (Italië) geteeld en gebruikt.

4 Graan is een wereldplant Graan is het meest geteelde gewas ter wereld. Maïs wordt het meest geteeld, gevolgd door rijst en tarwe. Andere graangewassen zijn: haver, gerst, rogge, spelt, emmer, eenkoorn, teff en quinoa (gierstmelde). Het duurt vijf tot zes maanden, voordat van één graankorrel een heleboel korrels is te oogsten. Wereldwijd wordt jaarlijks zo n 600 miljoen ton maïs, 590 miljoen ton rijst en 560 miljoen ton tarwe geoogst. Die hoeveelheden kunnen van jaar tot jaar flink verschillen. Ieder jaar zijn er wel ergens op de wereld misoogsten door plantenziekten, insectenvraat, aanhoudende droogte of langdurige regenval. Het weer heeft een akkerbouwer helaas niet in de hand. En dat is erg jammer, want van een akker kun je maar één keer per jaar graan oogsten. In enkele landen komt het ook voor dat boeren niet kunnen oogsten door oorlogen. Soms ook gaat graan verloren, omdat het niet goed vervoerd en bewaard wordt. Het graan dat wereldwijd wordt geoogst, wordt niet allemaal in één jaar opgegeten. Deels wordt het bewaard in grote silo s. Dat is een reservevoorraad voor het geval er het volgend jaar te weinig graan wordt geoogst om iedereen te voeden. Door de sterk gegroeide vraag naar granen voor voedsel, diervoeder en biobrandstof is er wereldwijd geen overschot aan graan. Een deel van het geoogste graan heeft de bestemming zaaizaad. Daaruit groeien het volgende jaar de nieuwe graanplanten. maïs Welk graan is geschikt voor brood? Graan is er in vele soorten. Alleen al van tarwe zijn er meer dan 5.500 verschillende rassen. Van gerst zijn dat er bijna 3.500. Niet alle graan is even geschikt voor brood. Sommige soorten hebben namelijk geen goede bakeigenschappen. De korrels moeten goed maalbaar zijn. Voor brood heb je bovendien korrels nodig met heel veel eiwitten erin. Graan dat die eigenschappen niet heeft, is daarom alleen geschikt voor diervoeder of andere bestemmingen. Gerst bijvoorbeeld is heel geschikt om bier van te brouwen en whisky van te stoken. Voor brood is gerst - net als haver - minder geschikt dan tarwe. In de Middeleeuwen werd gerst echter wel gebruikt om brood van te bakken. Ook de Romeinen gebruikten het hiervoor. Sommige soorten graan zijn zeer geschikt om brood van te maken dat heel erg goed vult. Denk aan roggebrood, dat een zwaardere broodsoort is. Het meest gebruikte broodgraan is tarwe. Maar ook graansoorten waarvan je het niet zo gauw zou verwachten, worden gebruikt om brood van te bakken. Denk aan maïsbrood (dat is gelig brood) of spelt- en teffbrood. Spelt is een tarwesoort die vooral in de Middeleeuwen veel werd geteeld, maar die grotendeels werd verdrongen door de broodtarwe. Deze tarwesoort laat bij het dorsen het kaf namelijk gemakkelijker los. Bij spelt, een naaste verwant van de tarwe, gaat dat veel moeilijker. Spelt wordt al zeker zevenduizend jaar geteeld. Het is een van de oudst bekende graansoorten. Alleen emmer en eenkoorn zijn nog ouder. Teff is een graan dat geen gluten bevat. Graan wordt al heel lang geteeld. Vaststaat dat het in ieder geval al 10.000 jaar voor Christus werd verbouwd in Egypte en Babylon. tarwe rijst

Aanvullend lesmateriaal 5 De dvd Graan voor brood. Op deze dvd staan twee korte filmpjes ( Is koren hetzelfde als graan? en Waarvan bakt een bakker brood? ) en de educatieve speelfilm Brood en het wonder van de tarwe. Meer over de akkerbouw en de graanteelt in het bijzonder staat op www.hetkleineloo.nl en op www.akkerbouw.info. Een zakje tarwekorrels voor proefjes in de klas om de leerlingen te laten kennismaken met allerlei aspecten van de graansoort tarwe. In de verpakking zit circa 300 gram, zodat voor een groep van 30 kinderen een (klein) handjevol per kind beschikbaar is. Sites van akkerbouwers zijn ook te vinden op http://akkerbouw.startpagina.nl. De wandplaat Graan voor brood (80 x 60 cm) met een in stripstijl getekend beeldverhaal. Meer over brood staat in de leerlingenwerkkrant Met Brood bak je er meer van van het Voorlichtingsbureau Brood. Zie voor ander onderwijsmateriaal over brood de site www.brood.net. Heel bijzonder is het voor Nederlandse begrippen zeer grootschalige akkerbouwbedrijf Koninklijke Maatschap de Wilhelminapolder. Zie www.kmwp.nl en klik onder downloads op Achtergrondinformatie De Wilhelminapolder Beschrijving van een grootschalig akkerbouwbedrijf. OPDRACHTEN EN WERKBLADEN Op de volgende bladzijden staan kopieerbare werkbladen met opdrachten voor leerlingen.

6 WERKBLAD Graan is gras Graan behoort tot de plantenfamilie van de grassen. Daarvan zijn er zo n 12.000 soorten. Je herkent ze aan hun manier van bloeien: een lange stengel met een pluim of aar er bovenop en met lange, smalle bladeren. In de aar groeien de korrels of zaden. Daar is het de akkerbouwer om te doen. Graan is de verzamelnaam voor de landbouwgewassen van de grasfamilie. Met graan wordt onder meer tarwe, gerst, haver en rogge bedoeld, maar ook maïs en rijst. Hieronder zie je afbeeldingen van tarwe, rogge, haver, gerst, maïs en rijstplanten. Schrijf bij elke plant op hoe zij eruit ziet. Welke overeenkomsten zie je tussen de verschillende graanplanten? Let vooral op de vorm van de plant, de wortels en de vorm van het blad. De meest gebruikte graansoort is tarwe. Bijna alle brood en deegproducten van meel worden gemaakt van tarwekorrels. Van de roggekorrel wordt roggebrood gemaakt. Van haver wordt havermout gemaakt. Maar de meeste haver wordt paardenvoer. Paarden krijgen er veel energie van en gaan er harder van lopen. Gerst is een belangrijke grondstof voor bier en diervoeder. Maïs wordt in Nederland voornamelijk geteeld als diervoeder. Dat heet snijmaïs (kolf, blad en stengel worden namelijk tot rundveevoer gehakseld). In warmere landen wordt maïs ook geteeld voor zetmeel in voedingsmiddelen. Rijst groeit vooral in Azië. Daar is een beter klimaat voor rijstplanten dan in onze omgeving. In warmere Europese streken wordt ook wel rijst geteeld. Tarwe Rogge Haver Gerst Maïs Rijst

WERKBLAD Graan om van te dromen 7 Er worden voortdurend nieuwe, betere graanrassen ontwikkeld. Dit heet veredeling. Het gaat dan om graanrassen die bijvoorbeeld beter bestand zijn tegen ziekten en plagen. Of rassen die sneller groeien en een hogere opbrengst geven. Of wintertarwe die zeer strenge winters goed kan doorstaan. Wintertarwe wil zeggen: tarwe die voor de winter (vorst) kan worden gezaaid; zomertarwe kan pas na de vorst worden gezaaid. Bij de veredeling van tarwe wordt ook gekeken naar de bakeigenschappen. Verder zoeken veredelaars naar graansoorten die niet zo hoog worden, waardoor er na de oogst minder stro overblijft. Ook proberen ze graanplanten te ontwikkelen met een extra stevige stengel, zodat de plant niet snel gaat liggen bij zware regenval of storm. Als de graanplant omvalt, is het graan namelijk moeilijker te oogsten. Vaak valt dan ook een deel van de graankorrels uit de aar op de grond. Die korrels kunnen dan niet meer worden geoogst. Hoe ziet jouw ideale graanplant eruit? Welke eigenschappen heeft ze? De machines van de boer Hier zie je enkele machines die de boer nodig heeft voor zijn graanland. Dankzij deze machines kan hij in zijn eentje op de akkers het werk doen waarvoor vroeger een heleboel mensen nodig waren. Zet de juiste namen bij de plaatjes en schrijf erbij waar de machines voor dienen. De woorden zijn: maaidorser, zaaimachine, stro-pers, ploeg en kunstmeststrooier.

8 WERKBLAD Zomer- of wintergraan? Graan wordt gezaaid in het najaar en in het voorjaar. Het graan dat voor de vorst intreedt wordt gezaaid heet wintergraan. Het andere heet zomergraan. Wintergraan wordt eerder geoogst (eind juli/eerste helft augustus) dan zomergraan (augustus). Wintergraan is eerder rijp, omdat het al langer heeft kunnen groeien en aren heeft kunnen vormen. Al een paar weken nadat het graan is gezaaid, zie je allemaal groene sprietjes boven de grond komen, net grassprietjes. Dat is niet zo raar, want graan en gras zijn familie van elkaar. Wintertarwe moet per se in het najaar worden gezaaid. zaaien Meestal gebeurt dat in de eerste helft van oktober. De grond wordt daarvoor eerst bemest, geploegd en geëgd plantjes (de grote kluiten aarden worden met een eg fijngemaakt). Wintertarwe moet eerst een koudeperiode hebben gehad om te kunnen bloeien. Als deze tarwesoort pas in het groene aren voorjaar wordt gezaaid, bloeit hij niet. Zonder bloei komen er ook geen zaden, en zonder zaden krijg je geen graanoogst. Wintertarwe is vorstbestendig, omdat de zaden vóór de winter kiemen. Zomertarwe wordt tussen half februari en begin april gezaaid. Dat hangt af van de weersomstandigheden (vorst met name). Akkerbouwers oogsten telen vaak wintertarwe, omdat deze hogere opbrengsten geeft dan zomertarwe. De beste grond voor broodtarwe is de vruchtbare kleigrond in Groningen, Zeeland en Flevoland en de lössgrond van Zuid-Limburg. Kijk in je atlas en zoek op waar in Nederland kleigrond is. Kleur die gebieden op dit kaartje groen. Schrijf de namen op van de provincies met kleigrond.

WERKBLAD Graan zaaien 9 De akkerbouwer zaait het graan met een zaaimachine keurig in rijtjes. Veelal in meerdere rijen tegelijk. De zaaimachine trekt een gleuf waarna hij op precies de onderling gewenste afstand een zaadkorrel erin laat vallen. Achter het zaadje schuift de machine de grond weer dicht. Door in rijtjes te zaaien kan de akkerbouwer er makkelijker met zijn machines tussendoor en kan het graan makkelijker machinaal geoogst worden. Heel vroeger werden de graankorrels met de hand over de akker gestrooid. Zo ziet de graangroeikalender van een akkerbouwer er ongeveer uit. Het zaaien en oogsten is afhankelijk van het weer en de temperatuur. Als het in de zomermaanden heel erg veel regent, wordt vaak ook later geoogst. Om te oogsten moet het droog weer zijn. De korrels val- len dan makkelijker uit de aren. Graankorrels kun je ook niet goed bewaren als ze nat zijn. Ze gaan dan ontkiemen en ook krijgen (schimmel)ziektes er beter vat op. Nat graan moet daarom eerst goed gedroogd worden. Graangroeikalender januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december zomertarwe & zomergerst wintertarwe & wintergerst rogge maïs Lees het overzicht dat hieronder staat en geef met vier kleuren in de graangroeikalender aan wanneer de akkerbouwer wat op zijn akker moet doen. Zaaimaanden / rood Bemestingsperiode / groen Onkruid en gewasbescherming / blauw Oogst / geel Wintertarwe & wintergerst Oktober/november: zaaien Maart/april: kunstmest strooien April/mei: onkruidbestrijding/gewasbescherming Juli/augustus: oogsten Zomertarwe & zomergerst Februari/maart: zaaien Maart/april: kunstmest strooien April/mei: onkruidbestrijding/gewasbescherming Augustus: oogsten Rogge September/oktober: zaaien Maart: bemesten met kunstmest April/mei: onkruidbestrijding/gewasbescherming Augustus: oogsten Maïs Maart: bemesten met dierlijke mest April: zaaien Mei/juni: onkruidbestrijding/gewasbescherming Oktober/november: oogsten

10 WERKBLAD Kijk... uhhh? Rogge! Aan de aar van de graanplant kun je zien met welke soort graan je te maken hebt. Dat zit zo. Om de korrels zit een vliesje. Dit vliesje noem je het kaf. Bij gerst zit op het vliesje een heel lange naald, de kafnaald. Rogge heeft ook naalden op de kafjes. Die zijn minder lang dan die op de gerst. Tarwe heeft piepkleine of helemaal geen naalden. Kijk goed naar deze tekeningen en schrijf erbij welke korrels van tarwe, gerst en rogge zijn. Graan oogsten Kijk goed naar de wandplaat Graan voor brood. Daarop staat een grote machine waarmee graan wordt geoogst. Zo n machine die het graan afmaait en dorst (de korrels uit de aren slaat) wordt ook wel een kombain genoemd, je schrijft het als combine. In de tekening hierboven zie je wat er ín de maaidorser gebeurt. Kun je navertellen wat je op de tekening ziet? Wat doet de combine met het stro en wat gebeurt met de korrels? Dorsvlegel Vroeger, toen er nog geen maaidorsers waren, moesten de aren met de hand worden afgesneden en de korrels met een dorsvlegel, een lange stok met een scharnierende kortere stok, uit de aren worden geslagen. Het graan werd toen nog door de akkerbouwer met een scherp mes afgesneden, in bossen samengebonden ( graanschoven ) en afgevoerd naar de boerderij en daar gedorst. Heel veel broden van een akker De combine slaat het gedorste en gezeefde graan op in een grote ruimte in de machine. Als die vol is, wordt het graan overgeladen op een trekker met aanhanger. Die brengt het naar de boerderij of rechtstreeks naar bijvoorbeeld een centraal opslagterrein met graansilo s of naar een fabriek. Daar wordt het tijdelijk in grote silo s opgeslagen om later verwerkt of naar een andere fabriek vervoerd te worden. Van een akker van een hectare wordt zo n 8 à 9 ton (= 9.000 kilo) tarwe geoogst. Soms zelfs nog veel meer. Van een hectare graan kun je heel wat broden maken: 100 kilo tarwe is genoeg voor ongeveer 120 broden. Dan weet jij vast wel hoeveel broden je van 9.000 kilo kunt bakken, namelijk broden.

WERKBLAD Puzzelen met graan 11 Zoek in de boterham hieronder (van boven naar beneden, van beneden naar boven, van links naar rechts en van rechts naar links) de woorden en streep ze weg. De woorden die weggestreept moeten worden zijn: maaidorser, molenaar, brood, haver, bakker, rogge, tarwezaad, ploeg, trekker, tarwe, gerst, rogge, kaf, meel, bloem, teff, zemel, gluten, silo, klei, aar. M T A R W E Z A A D O A Z E M E L G L U L R A S E B H N E T E W P I L R A A R T N E L L D O V G B R A B O O E O E E A E A R E M T D R R K K R O G G E M N S K K K L E I F U E T E F Z A K A F I Z E R R Granen met en zonder gluten Gluten is een eiwit, dat voorkomt in tarwe, haver, rogge, gerst en spelt. Het is een soort kleefstof die in water opzwelt. Die eigenschap is nuttig als je van graan brood wilt bakken. Het gluten vormt als het ware het skelet van het brood. Zo dankt speltbrood zijn lekkere smaak en beet mede aan het type gluten in deze oergraansoort. Sommige mensen zijn (erg) gevoelig voor gluten, zij hebben coeliakie (spreek uit: seuliakie). Gelukkig is er voor deze mensen graan dat helemaal geen gluten bevat. Teff bijvoorbeeld. Teff wordt ook wel liefdesgras genoemd. Deze graansoort komt oorspronkelijk uit Ethiopië en Eritrea. Ook quinoa ( gierstmelde ) is zo n glutenvrije graansoort. Dat komt oorspronkelijk uit het Andesgebergte in Zuid-Amerika. Quinoa wordt door de indianen in het Andesgebergte veel geteeld. Teff en quinoa worden ook op enkele plaatsen in Nederland geteeld. teff spelt quinoa Zoek in je atlas op waar Ethiopië, Eritrea en het Andesgebergte liggen. Kijk in de bibliotheek of op internet.

12 WERKBLAD Meel graag! Van één tarweplant kun je tussen de 45 en 60 graankorrels oogsten. Om graan te kunnen gebruiken voor brood, moet het eerst worden gemalen. Vroeger deed de molenaar dat. Nu gebeurt dat vooral in grote meelfabrieken. Het graan dat deze fabrieken verwerken, komt grotendeels uit het buitenland, slechts een deel komt uit Nederland. Dit heeft onder andere te maken met het klimaat en de daarmee samenhangende bakkwaliteit. Meelfabriek Grondstofsilo Opslag meel Zeven en reinigen Malen Opslag Aanvoer Mengen Transport naar bakkerij Grote graanleveranciers zijn Frankrijk, Duitsland, Engeland en Amerika. Dat graan komt meestal per schip aan in de haven van Rotterdam en gaat vandaar per binnenschip of met een vrachtwagen naar de meelfabrieken. Vaak wordt het buitenlandse graan gemengd met Nederlands graan. De meelfabrieken verwerken het graan tot broodmeel voor de bakkerijen. voerd in speciale tankauto s. Behalve bloem, maakt de meelfabriek van meel ook bijvoorbeeld bloemmengsels, zelfrijzend bakmeel, pannenkoekenmeel en griesmeel (grof gemalen tarwe). Lees de bovenstaande tekst nog eens goed door. En zet de volgende woorden in de goede volgorde tussen graan en bakker : meel, tankauto, meelfabriek, zeeschip, malen, tarwe. Zo wordt graan gemalen Een meelfabriek maakt allerlei soorten meel (grof gemalen, fijn gemalen, middelfijn) van verschillende soorten graan. In een meelfabriek gebeurt hetzelfde als in een korenmolen (koren is een ander woord voor graan). In een korenmolen wordt het graan fijngemalen tussen twee zware molenstenen. Die worden in beweging gebracht door wind- of waterkracht. Boer Bakker Maak er een tekening van een korenmolen bij. Is er bij jou in de buurt ook zo n molen die nog graan maalt? In een meelfabriek wordt het graan gemalen met zware, geribbelde walsen. Die draaien op stroom. De meelfabriek verkoopt het meel aan de bakker en aan brood- en banketfabrieken. Vaak wordt dat gezeefd tot een heel fijn poeder ( bloem ). Het wordt verpakt of in bulk ver-

WERKBLAD Meel en bloem 13 Graan kun je heel grof of heel fijn malen. Als graan gemalen is, heb je meel. Hierin zitten vaak ook nog andere deeltjes van de graankorrel, zoals de zemelen (het omhulsel van de korrel). Zemelen zijn goed voor de stoelgang (om te poepen dus). Als meel met zemelen wordt gebruikt om brood van te bakken, krijg je volkorenbrood. Voor sommige soorten brood worden die zemelen eruit gezeefd. Nu weet je dus ook waarom dat brood witbrood heet. Je kunt het meel ook zo vaak zeven, dat er een heel fijn wit poeder overblijft: de bloem. Die is zeer geschikt om ook allerlei andere lekkere dingen van te bakken. Cake bijvoorbeeld. Of pannenkoeken. Op de verpakkingen staat meestal cakemeel en pannenkoekenmeel, maar het is bloem. Die benaming is nauwkeuriger, maar cakemeel klinkt beter dan cakebloem. 100 kilo tarwe = 75 kilo bloem. Daarvan kun je 100 tot 140 broden bakken, afhankelijk van het soort brood dat de bakker ervan bakt. Ken jij producten die van graan zijn gemaakt? Maak een lijstje. Wistjedat NEDERLANDS BROODGRAAN Van het in Nederland geteelde graan wordt onder andere spelt- en teffbrood gebakken, maar ook Zeeuwse Vlegel. Dit laatste is brood van graan dat groeit op Zeeuwse akkers. Het is vooral in Zeeland te koop. Spelt- en teffbrood wordt uiteraard van de bijzondere graansoorten spelt en teff gemaakt.

14 WERKBLAD Koek en brood van korrels Kun jij goed rekenen? Voor één boterham zijn 370 tarwekorrels nodig. In één heel brood zitten 24 boterhammen. Hoeveel korrels graan zitten er dan in een brood? Nog eentje dan. In een plakje ontbijtkoek zitten 125 roggekorrels. In een ontbijtkoek zitten 15 plakjes. Hoeveel korrels zitten er dan in de hele ontbijtkoek? Waar zitten de meeste korrels in? In een tarwebrood of in ontbijtkoek? Op brood kun je rekenen Kinderen eten meestal iedere ochtend twee boterhammen bij het ontbijt. In een brood zitten vierentwintig sneetjes brood. Hoeveel broden eet je in een jaar? Je eet iedere ochtend één boterham met een plakje kaas van 18 gram en een met drie plakjes snijworst. Hoeveel kilo kaas en hoeveel plakjes snijworst is dat in een jaar? Wistjedat ENERGIE UIT BROOD Eén boterham geeft je lichaam zoveel energie dat je er twee uur van kunt blijven stilstaan en 15 minuten van kan traplopen. In brood zitten allerlei voedingsstoffen (onder andere vitaminen en mineralen), die je lichaam nodig heeft om te groeien en om gezond en sterk te blijven. Voor de energie heeft het lichaam het zetmeel uit het brood nodig. In brood zitten ook vezels. Die zorgen ervoor dat je darmen goed werken.

Colofon Het lesproject Graan voor brood wordt het onderwijs aangeboden door het Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten (www.gzp.nl) en de campagne Akkerbouw brengt land tot leven (www.akkerbouw.info). Het is gemaakt ter gelegenheid van het Nationaal Schoolontbijt 2007. Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten Redactie en productie: Het Kleine Loo / PRLT Communicatie, Zoetermeer Vormgeving: Ton Wienbelt Illustraties: Hilbert Bolland Druk: Johan Enschedé Amsterdam BV Oplage 5.000 stuks, september 2007