Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Leg het fundament Crebonummer 91370 Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE
2 Inhoudsopgave Inleiding 3 Opdrachten en Beoordelingsformulieren 6 Opdracht A1: Plan van aanpak om een activiteit te ontwikkelen 7 Opdracht A2: Bereid de activiteit voor en voer m uit 10 Opdracht A3: Evalueer het effect van de activiteit 13 Bewijs van bekwaamheid Proeve A: Leg het fundament 15 ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN Deze proeve is ontwikkeld door de eamenbank PROVE2MOVE (2011) Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van PROVE2MOVE.
3 Inleiding Als SCW-er organiseer je activiteiten met mensen. Activiteiten zijn een hulpmiddel om de zelfstandigheid en de zelfredzaamheid van de doelgroep waarmee je werkt te vergroten. Je bereidt activiteiten voor en voert deze uit. De activiteiten moeten betrekking hebben op een van de onderstaande werkterreinen. Deze activiteiten sluiten aan bij de vraag van de doelgroep en ondersteunen hen bij het bereiken van hun doelen. Deze proeve van bekwaamheid heeft als titel Leg het fundament en bestaat uit 3 samenhangende opdrachten. We beschouwen het achterhalen van de vraag en het organiseren van een bijpassende activiteit als de basis van het werk van de SCW-er. In deze proeve laat je zien dat je een activiteit voor een doelgroep kunt organiseren. De activiteit past bij de groep en hun vraag. Voor deze activiteit formuleer je zelf een doelstelling. Vervolgens voer je de activiteit uit. Daarin heb jij een centrale rol. Eventueel kun je bij de uitvoering anderen betrekken. Tenslotte evalueer je de dienstverlening. Daarbij verzamel je feedback van anderen (deelnemers, collega s). Let op! In deze proeve bepaal je zelf op welk werkterrein je activiteit betrekking heeft: - educatie en burgerschapsvorming; - kunst, cultuur en amusement; - recreatie, opvang, sport en spel. Welk terrein je kiest hangt af van de doelgroep, de vraag en de doelstelling van de activiteit. Als SCW-er kun je op alle drie de werkterreinen uit de voeten. Daarom willen we dat je in de proeven laat zien dat je alle werkterreinen beheerst. Een voorbeeld: als je in deze proeve A kiest voor het organiseren van een activiteit op het gebied van kunst, cultuur en amusement, moet je ervoor zorgen dat je in proeve B en C laat zien dat je activiteiten kunt vormgeven, uitvoeren en evalueren op het gebied van educatie en burgerschapsvorming, en recreatie, opvang, sport en spel. Ook moet je in de proeven laten zien, dat je met een grote diversiteit aan doelgroepen kunt werken. Grote diversiteit betekent, over alle proeven verdeeld, minimaal 4 verschillende doelgroepen, met elk hun specifieke kenmerken, waardoor zij zich onderscheiden.
4 Kerntaken, werkprocessen en competenties Van kerntaak 1: Opstellen van een plan van aanpak komen de volgende werkprocessen aan de orde: Inventariseert de vraag naar SCW Maakt een plan van aanpak voor projecten of activiteiten Van kerntaak 2: Uitvoeren van projecten of activiteiten komen de volgende werkprocessen aan de orde: Bereidt projecten en activiteiten voor Begeleidt cliënt/ groep tijdens activiteiten Van kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken komt het volgende werkproces aan de orde: Evalueert de dienstverlening Voor het uitvoeren van de kerntaken en de werkprocessen moet je over bepaalde competenties beschikken. In de tabel op de volgende bladzijde zie je welke opdrachten je uitvoert ter beoordeling van de competenties.
A1: Plan van aanpak om een activiteit te ontwikkelen A2: Bereid de activiteit voor en voer m uit A3. Evalueer het effect van de activiteit 5 Opdrachten Koppeling opdrachten Proeve A en dossier Kerntaak 1: Opstellen van een plan van aanpak Werkprocessen Competenties 1.1 Inventariseert de vraag naar SCW Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten 1.2 Maakt een plan van aanpak voor projecten of activiteiten Samenwerken en overleggen Analyseren Plannen en organiseren Kerntaak 2: Uitvoeren van projecten of activiteiten Werkprocessen 2.2 Bereidt projecten en activiteiten voor 2.3 Begeleidt cliënt/groep tijdens activiteiten Competenties Samenwerken en overleggen Presenteren Aansturen Begeleiden Vakdeskundigheid toepassen Materialen en middelen inzetten Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten Instructies en procedures opvolgen Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Werkprocessen Competenties 3.6 Evalueert de dienstverlening Aandacht en begrip tonen Formuleren en rapporteren Analyseren Tijdsduur proeve A 3 weken 1 dagdeel Ma. 2 weken na A2
6 Opdrachten en Beoordelingsformulieren
7 Opdracht A1: Plan van aanpak om een activiteit te ontwikkelen Aan het eind van deze opdracht heb je laten zien dat je een activiteit kunt vormgeven, die aansluit bij een vraag van een bepaalde doelgroep binnen het sociaal cultureel werk. Die vraag heb je onderzocht. Je hebt laten zien dat je de vraag kunt vertalen naar een doelstelling en daar een passende, nieuwe activiteit bij kunt bedenken. Je hebt de activiteit beschreven in een plan van aanpak en je keuzes gemotiveerd. Afnamecondities Locatie van afname: Toetsvorm: Uitvoering opdracht: Tijdsduur: Overige voorwaarden: BPV instelling praktijkopdracht Individueel Ma. 3 weken, inclusief toestemming voor uitvoering activiteit door de praktijkbegeleider De doelgroep heeft minimaal zes deelnemers Het plan van aanpak maak je volgens format van je eigen opleiding Uitvoering 1. Inventariseer de mogelijke doelgroepen. 2. Kies een doelgroep waarvoor je een activiteit wilt organiseren. 3. Maak een analyse van de doelgroep. 4. Formuleer op basis van de doelgroepanalyse en in overleg met de doelgroep en collega s een doelstelling. 5. Bedenk minimaal twee en kies daarvan één activiteit om deze doelstelling te realiseren. Deze activiteit: - past binnen één van de drie werkterreinen van SCW (educatie en burgerschapsvorming, kunst, cultuur en amusement, recreatie, sport en spel) - is nieuw voor de doelgroep. 6. Maak voor je activiteit een taakverdeling en bespreek deze met alle betrokkenen. 7. Stel meetbare evaluatiecriteria vast om na afloop te bepalen of je je doelstelling bereikt hebt. 8. Beschrijf deze activiteit. 9. Zet de resultaten van stap 1 tot en met 8 op papier in een plan van aanpak. Verantwoord in het plan de gemaakte keuzes.
8 10. Lever het document in bij je beoordelaar. Je mag pas aan opdracht A2 beginnen als je beoordelaar je plan van aanpak heeft goedgekeurd. Beoordeling De opdracht is behaald als alle competenties met een voldoende beoordeeld zijn. 1. De beoordelaar vult de beoordeling in op het beoordelingsformulier en motiveert de beoordeling. 2. De beoordelaar deelt de beoordeling mee en licht deze toe. 3. Na de beoordeling is er gelegenheid om aan de hand van het beoordelingsformulier de opdracht te bespreken.
9 Beoordelingsformulier opdracht A1: Plan van aanpak om een activiteit te ontwikkelen Naam student: Handtekening student (voor deelname): Opleiding: Sociaal Cultureel Werker Crebo-code: 91370 Naam beoordelaar: Datum afname: Eindoordeel opdracht 1, proeve A: Handtekening beoordelaar: Locatie: Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten Maakt actief contact met mogelijke doelgroepen Vraagt cliënten / groepen naar hun behoeften en verwachtingen Beschrijft concrete en/of latente vragen van de cliënten / groepen / betrokkenen Samenwerken en overleggen Betrekt individuen en groepen bij het formuleren van doelen Betrekt collega s bij het formuleren van doelen Beschrijft opmerkingen en adviezen van betrokkenen bij het formuleren van doelen Stemt af met alle betrokkenen over hun inbreng bij de uitvoering van de activiteit Analyseren Structureert en ordent de verzamelde informatie om de doelgroepanalyse te kunnen maken Bedenkt minimaal twee vindingrijke manieren om aan de vraag van de doelgroep te voldoen Kiest de meest passende aanpak voor de vraag Plannen en organiseren Werkt de doelstellingen uit Kiest passende evaluatiecriteria Kiest een passende tijdsduur voor de activiteit Werkt de activiteit uit Maakt een haalbare tijdsplanning Maakt een werkbaar overzicht van de benodigde mensen Maakt een reëel overzicht van de benodigde middelen
10 Opdracht A2: Bereid de activiteit voor en voer m uit Aan het eind van deze opdracht heb je laten zien dat je de activiteit die je bij opdracht 1 hebt vorm gegeven, kunt voorbereiden en uitvoeren. Tijdens de uitvoering begeleid je zelf de groep. In het beoordelingsgesprek wordt van je verwacht, dat je je werkwijze en keuzes en evt. aanpassingen kunt toelichten, onderbouwen en/of beargumenteren. Afnamecondities Locatie van afname: Toetsvorm: Uitvoering opdracht: Tijdsduur activiteit: Overige voorwaarden: BPV instelling Praktijkopdracht Individueel Min. 1 uur en ma. 4 uur Opdracht A1 moet met een voldoende beoordeeld zijn Uitvoering 1. Tref alle voorbereidingen die in je plan van aanpak uit opdracht A1 staan om je activiteit uit te voeren. 2. Kies op welke manier je wilt evalueren met je doelgroep en collega s (mondeling of schriftelijk). 3. Ontwikkel een evaluatie-instrument voor de doelgroep en één voor collega( s). 4. Voer je activiteit uit volgens het plan van aanpak uit opdracht A1. 5. Evalueer het effect van je activiteit met je deelnemers. Beoordeling De opdracht is behaald als alle competenties met een voldoende beoordeeld zijn. 1. De beoordelaar vult de beoordeling in op het beoordelingsformulier en motiveert de beoordeling. 2. De beoordelaar deelt de beoordeling mee en licht deze toe. 3. Na de beoordeling is er gelegenheid om aan de hand van het beoordelingsformulier de opdracht te bespreken.
11 Beoordelingsformulier opdracht A2: Bereid de activiteit voor en voer m uit Naam student: Handtekening student (voor deelname): Opleiding: Sociaal Cultureel Werker Crebo-code: 91370 Naam beoordelaar: Datum afname: Locatie: Samenwerken en overleggen Overlegt met cliënten en groepen Stelt deelnemers op de hoogte wanneer hun inbreng verwacht wordt Stelt deelnemers op de hoogte hoe hun inbreng verwacht wordt Presenteren Straalt enthousiasme uit Presenteert zijn activiteit boeiend Stemt zijn presentatie af op de doelgroep Trekt de aandacht van de doelgroep Aansturen Geeft een voor de doelgroep begrijpelijke uitleg over de activiteit Maakt afspraken met de cliënten/groep mbt de (spel)regels waar alle deelnemers zich aan hebben te houden Geeft gerichte opdrachten Begeleiden Motiveert de cliënten om zich aan de afspraken te houden Activeert de deelnemers om mee te doen Prikkelt de deelnemers positief z.o.z
12 Vakdeskundigheid toepassen Past kennis over werkvormen toe Past specifieke vaardigheden toe, die nodig zijn voor het uitvoeren van de activiteit Begeleidt deelnemers hierin vaktechnisch Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten Stemt de interactie af op de behoeften van de cliënten/groep Vraagt cliënten/groep of ze tevreden zijn Materialen en middelen inzetten Maakt afspraken met cliënten/groep conform de richtlijnen van de instelling hoe zij de materialen en middelen dienen te gebruiken Ziet erop toe dat de deelnemers zich aan eerder genoemde afspraken houden Instructies en procedures opvolgen Houdt zich aan de veiligheidsvoorschriften Ziet erop toe dat de deelnemers zich aan de veiligheidsvoorschriften houden Eindoordeel opdracht 2, proeve A: Handtekening beoordelaar:
13 Opdracht A3: Evalueer het effect van de activiteit Aan het eind van deze opdracht heb je laten zien dat je de uitgevoerde activiteit uit opdracht A2 kunt evalueren. Je gebruikt de evaluatiecriteria uit opdracht A1 en de instrumenten die je gemaakt hebt bij opdracht A2 en verzamelt hiermee informatie bij collega s. Nu ga je het effect van de activiteit bepalen. Afnamecondities Locatie van afname: Toetsvorm: Uitvoering opdracht: Afronding evaluatie: Overige voorwaarden: BPV instelling praktijk opdracht individueel ma. twee weken na het uitvoeren van de activiteit opdracht A1 en A2 moeten beiden met een voldoende beoordeeld zijn Uitvoering 1. Evalueer het effect van de activiteit met één of twee collega s. 2. Analyseer de gegevens uit je evaluatie met de doelgroep uit opdracht A2 en A1. 3. Stel het effect van de activiteit vast: in hoeverre is je doelstelling behaald? 4. Schrijf een evaluatieverslag waarin je je resultaten verwerkt. 5. Doe eventueel voorstellen voor verbetering van de dienstverlening of verantwoord waarom dit niet van toepassing is. 6. Lever je evaluatieverslag in bij je beoordelaar. Beoordeling De opdracht is behaald als alle competenties met een voldoende beoordeeld zijn. 1. De beoordelaar vult de beoordeling in op het beoordelingsformulier en motiveert de beoordeling. 2. De beoordelaar deelt de beoordeling mee en licht deze toe. 3. Na de beoordeling is er gelegenheid om aan de hand van het beoordelingsformulier de opdracht te bespreken.
14 Beoordelingsformulier opdracht A3: Evalueer het effect van de activiteit Naam student: Handtekening student (voor deelname): Opleiding: Sociaal Cultureel Werker Crebo-code: 91370 Naam beoordelaar: Datum afname: Locatie: Aandacht en begrip tonen Vraagt naar: - ervaring - ideeën - gevoelens van deelnemers om vast te stellen of het doel is behaald Vraagt naar de mening van collega s om vast te stellen of het doel is behaald Analyseren Vergelijkt de verzamelde evaluatiegegevens met de evaluatiecriteria Trekt de juiste conclusies uit de verzamelde gegevens Formuleren en rapporteren Formuleert in begrijpelijk en correct Nederlands Formuleert vlot en bondig Rapporteert in een compleet evaluatieverslag: o doelstelling o evaluatiecriteria o evaluatie-instrument o evaluatieconclusies o mogelijke oorzaken voor het (al dan niet of gedeeltelijk) behalen van de doelstelling en o verbeteringen Eindoordeel opdracht 3, proeve A: Handtekening beoordelaar:
15 Bewijs van bekwaamheid Proeve A: Leg het fundament Naam student :.. Datum :.. naam beoordelaar handtekening datum Opdracht A1 vold/onvold......... Herkansing vold/onvold......... Opdracht A2 vold/onvold......... Herkansing vold/onvold......... Opdracht A3 vold/onvold......... Herkansing vold/onvold......... Indien van toepassing/afspraken over herkansingen De student heeft de proeve van bekwaamheid A: Leg het fundament met voldoende / onvoldoende* resultaat afgesloten. (*doorhalen wat niet van toepassing is) Handtekening docent ROC Handtekening student.